De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 17 juli pagina 5

17 juli 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1725 DB AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLANDS Na het de laatste jaren niet meer tot de zeldiaamheden behoort, dat pok meisjes de hoogere burgerscholen voor jongens en de -gymnasia bezoeken, kwam het ons niet on be langrijk voor eens na te gaan, hoe zich de toeneming der vrouwelijke leerlingen op bovengenoemde inrichtingen ontwikkeld heeft en hoe, voor zoover dit mogelijk is, globaal genomen, de vorderingen en bevor deringen der meisjes tegenover die der jon gens staan. De statistieken, die we hieronder geven zijn gedeeltelijk geput nit de onderwijs versla gen", de jaarcijfers" 1) en uit de suppletoire antwoorden van rectoren aan stedelijke, zoo wel als aan bijzondere gymnasia. Omtrent de hoogere burgerscholen beschik ken we over uitvoeriger gegevens, dan om trent de gymnasia, aangezien de onderwijs verslagen" reeds vanaf het jaar 1875 over eerstgenoemde inrichtingen volledige statis tieken van de vrouwelijke leerlingen geven, terwijl de vrouwelijke leerlingen der gymnasia pas! in 1894 afzonderlijk vermeld worden. Ook bij den uitslag der eind-examens aan de gymnasia worden de vronwel. leerlingen niet genoemd, zoodat we hiervoor genoodzaakt waren de verschillende rectoren om inlich tingen te vragen. Op de 42 uitgezonden vragenlijsten 30 aan rectoren van stedelijke gymnasia, 12 aan rectoren van by'zonder e mochten we 35 antwoorden ontvangen, zoodat onze tabel III A., uitslag der eind-examens gymnasia" tot onzen spijt niet op volledigheid kan bogen. Terwijl de gegevens betreffende de eind-txameus der gymnasia, die we aan de antwoorden van rectoren ontleenden tot het jaar 1909 loppen, gaan die der H. B. S., die we uit de Jaarcijfers" en onderwijsver slagen patten, niet verder dan 1907. In de volgende tabellen hebben we getracht een zoo duidelijk mogelijk overzicht te bieden van de aantallen vrouwelijke leerlingen aan H. B- 8. en gymnasia, bare vorderingen en bevorderingen en bet aantal, dat een eind diploma verwierf. TABEL I. Hel totaal aantal vrouwelijke leerlingen aan de gezamenlijke H. B. S, over de verschillende jaren; daarbij vermeld het aantal tcholen, dat door meitjte wordt bezocht. Volgens de ,,JaarciJfers" waren in 1864 de eerste hoogere burgerscholen opgericht. De onderwijsverslagen" gewagen pas in het jaar 1874 van een 24 tal meisjes, dat de H. B. S. voor jongens bezocht, ons is echter nit betrouwbare bron bekend, dat de H. B. 8. te Sappenneer reeds in het jaar 1871/72 onder hare leerlingen 2 vrouwelijke telde. Waar schijnlijk achtte men róór het jaar 1874 het aantal vrouwelijke leerlingen te gering, om van deze afzonderlijk melding te maken. Ctaan we onderstaande tabel na, dan nemen we gestadige toeneming der vrouwelijke leer lingen waar; vooral gedurende het laatste lOtal jaren is deze stijging zeer groot. In 1875 werden van de 51 H. B. 8. er 9 door meisjes bezocht; in 1880 van de 57 H. B. 8. 18; in 1885 van de 61, 26; steeds 1) Jaarcijfers voor het koninkrijk der Ne? derianden 1908; bewerkt door het Centraal Burau voor de statistiek. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII UIT DE CCCLXXXIV. Oost-Indische Kers. De naam dateert stellig uit den tijd, dat alles wat vreemd en uitheemsoh was, ver ondersteld werd uit den Oost te komen. Nu kwamen er heel wat vreemde zaken en ook planten, evenals komkommers, uit den Oc st; maar evenmin als oost-indische inkt iets met ons Indiëte maken heeft, komt ook de OostIndische kers nit den Oost. Zy'n vaderland is Pern, en West-Indische kers, hoewel ook nog niet juist, zou derhalve meer nabij de waarheid zijn. Maar nit Oost of West, de plant is bij ons ingeburgerd en komt zelfs hier en daar in het wild voor. In de Soerensche bosschen bjj Apeldoorn, vond ik jaren geleden tot mijn blijdschap en verbazing eens een heele diepte vol met die mooie bloemen. Misschien had er vroeger een boerenwoning gestaan. De naam ker» is beter op z\jn plaats, want evenals de echte kersofkres, de witte water kers of de bitterkers, heeft de plant en voornameljjk de vrucht, de bij zonder prikkelende smaak die nu eenmaal met kers wordt aan geduid. Dat zal ook de hoofdoorzaak zijn van de populariteit die de plant geniet; het is ee» waar kruid, een soort balsem of specerij; en die zijn van oudsher de troetelkinderen der plantenkweekers geweest. Wel worden in ons land nog geheele akkers met O.-I. kers bezaaid o. a. bij Castricum, alleen om de vruchten te oogsten, die naar Engeland en Duitscbland worden verzonden ?waar ze ingelegd ia azijn, of bij wijze van kappertjes, als lekkernij opgeld doen. Toch zal bij ons de mooie frissche oranje-kleur van de oude soort wel den doorslag gegeven hebben; oranjebloemen zijn er niet veel en die komen als snijbloemen altijd op prijs, zoodra er een oranje-feest in aantocht is. Tegenwoordig komen allerlei tinten voor; van het bleekste geel, by'na wit, tot donker rozerood of bruin tot; en daarbij ontstonden vele variaties in het houingmerk. Zoo populair als deze plant, zijn er maar weinige; in dit opzicht kan de vreemdeling wedijveren met rozen en vergeet-mij-nietjes en met reseda zelfs. Als een kind pas begint te tuinieren in zijn vierkanten meter van den tuin, dien het op zijn tienden verjaardag, tegelijk met schep en hark heeft gekregen, ?dan is O.-I. kers alweer de plant die het eerst wordt gezaaid. Een boeren bloemtuin t je is niet compleet zonder O.-I. kers, maar ook in den ouden, voornamen modernen of in den artistiek en villa-tuin, mist ge zelden tegen een prieel of in een heg, de groote oranje roode bloemen met hun vreemd igevormd blad. Ook het schildersoog wordt vaak ge troffen door de bloemenweelde en den vlammengloed van de plant, en de kunst- en was het aantal scholen, waar geen vrouwelijke leerlingen gingen (hetgeen niet behoeft te beteekenen, dat ze vóór meisjes gesloten waren) dalende, totdat in 1907 van de 74 scholen er 70 ook door meisjes worden be zocht. Van de 4 scholen, die geen vrouwelijke leerlingen hebben, zyn er 3 bijzondere en l gemeentelijke H. B. 8. Of laatstgenoemde school nit principe de meisjes buitensluit, dan wel of dit door toevallige omstandigheden geschiedt, (n.l. door dat zich geen candidaten aanmelden) is ons niet bekend. Jaar ^mt. vrl.leerl. a/d Getal scb. die door gezamenl. H. B. 8. meisj. worden bez. 1874 . 24 1875 . 27 1876 . 50 1877 . 69 1878 . 88 1879 . 89 1880 . 103 1881 . 101 1882 . 111 1883 . 136 ........ 1884 . 152 1885 . 160 1886 . 180 1887 . 177 1888 . 185 1889 . 204 1890 . 230 1891 . 240 1892 . 276 1893 . 282 1894 . 282 1895 . 351 1896 . 893 1897 . 487 1898 . 534 1899 . 621 1900 . 751 1901 . 927 1902 . 1149 1903 . 1289 1904 . 1466 1905 . 1704 1906 . 1906 1907 . 2064 9 13 13 13 15 18 20 22 22 24 26 29 33 31 34 36 38 38 39 39 46 46 46 50 52 53 57 62 64 65 64 67 70 TABEL IA. Het totaal aantal vrouwelijke leerlingen aan de gezamenlijke gymnasia over de vtrichilltndt jaren; daarbij vermeld het aantal gymnatia, dat door meisjes wordt bezocht. In het algemeen zij hierbij opgemerkt, dat er thans in het geheel 30 stedelijke en 12 bijzondere gymnasia zijn. De cijfers in onderderstaande tabel hebben slecht] betrekking op de 30 stedelijke gymnasia, daar van deze allén vanaf den cursus 1893/94 in de Onder wijsverslagen" een afzonderlijk statistiekje van het aantal vrouwelijke leerlingen voor kwam. Wél is ons bekend, dat het Marnixgymnasium" te Rotterdam, het Gereformeerd Gymnasium" te Arnhem, het Christelijk Gymnasium" te Utrecht en het Christelijk Gymnasium" te 'sGrazenhage voor meisjes openstaan; terwijl wy van n bijzonder gym nasium absoluut niets weten, is ons van de 7 overblijvende bekend, dat ze uitsluitend voor jongens bestemd zijn. Onze tabel begint, zooals reeds hierboven gezegd, met het jaar 1894; uit de antwoorden vato verschillende rectoren bleek echter, dat enkele gymnasia reeds vroeger hunne deuren voor de meisjes hadden ontsloten; zoo vinden we, dat de gymnasia te Leeuwarden en Deventer reeds sedert 1881 door meisjes werden bezocht; Rotterdam sedert 1884; te Nijmegen en Arnhem kwamen in 1885 de eerste meisjes op het gymnasium; te Gorinchem in 1886 en te Utrecht in 1887. Voor de tijdruimte 1887?1894 zijn geen gegevens in ons bezit: l Jan Aantal vrl. leerl. Aantal gym. door ' a/d diverse gym. meisjes bezocht. 1894 1895 1896 1897 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 64 75 101 109 130 155 193 230 239 266 314 364 421 502 528 17 18 21 21 22 25 27 26 26 27 27 28 30 30 30 'sGra venhage Juni 1910. (Wordt vervolgd). ANNA J. JUKGMAN Secretaris t/k Nationaal Bur.au voor Wrouwenarbeid. Israëlitische Meisjesschool te Tripoli. Einde Juni opgezonden aan het Com. Central der Alliance Isr. Huis / 309.50. Alsnog ontvangen: Van N. N. te Kotterdam ?10.?; A. M. v. E. te 's-Hage ?10.?; J. de H. te Zaandam* opbrengst eener col lecte bjj de Isr. gemeente aldaar ?23.50, totaal ?43.50. Meerdere gaven zyn nog steeds welkom. Met vriendelijke dank, Voorschoten, 12 Juli '10. H. v. KOL. IlllUllllllltlllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Tuniek. De mode is capricieus. Wat ze eens ver worpen heeft, is zelden of nimmer voor goed uit de gratie. Vroeg of laat komt ze tot haar oude liefde terug. Zoo ging het ook met het overkleed", de tuniek, die ik als klein kind by het costuum van my'n moeder zag, en die thans weer in genade is aangenomen, en een nieuwe jeugd geniet . . . gelukkige tuniek l Eerst verscheen ze kort, thans is ze reeds veel langer, over enkele maanden wellicht reikt ze ver over de knieën. Ze o verdekt het onderkleed, eindigend in een breed geechulpten rand: soms is ze van doorzichtig* stof, die de kleur \an dit onderkleed laat door schemeren, soms wordt ze aangewend in gelijke kleur, met rijk opleg werk, met a jour gewerkte, entre-deux ornamenten, ook wel schitterend van glaspaarlen en gitten en gouddraad. Meestal valt ze nog sober en glad naar omlaag, een enkele maal wordt ze reeds aangewend met plooien, ruimer en weelderiger. En dit is waarschijnlijk haar toekomst, welke haar verleden gelijkt in de Grieksche oud heid, toen de zorgvuldig aangebrachte plooien in de tunica" het voornaamste sieraad der kleeding waren. Ze werden er in geperst met veel afwisseling en grilligheid, en de beeld houwers wijdden aan deze plooien van het opperkleed hun bijzondere aandacht. Ge ziet het, m' n waarde lezeressen, al het nieuwe is ten slotte zeer oud.. # * /opan«c?i. , Men zegt wel eens, dat wij vrouwen veel gebruik maken vart.^térke uitdrukkingen, dat we b. v. iets* iteeieKjk fief of ontzettend heerlijk vinden. Heel en al onwaar is dit niet, ik kwam. onlangs" opnieuw tot deze overtuiging, toen ik. een [bakviscbje bij het zien van een fraai aangespannen ezelwagen hoorde uitroepen : Goh, neen, kijk eens, wat een engel van een' ezel l" We hebben nochtans den troost, dat de Japanners, een der meest intelligente volken van de wereld, nog heel wat sterker uitdruk kingen bezigen dan wij. Wanneer een japansch koopman aan een klant wil vertellen, i;i:\ WELDAAD voor g-ezonden en zieken, is een kop bouillon, bereid uit MAG-GTs BOUILLON-BLOKJES. Dit wekt den eetlust op en bevordert de spijsvertering, wordt daarom door H. H. doctoren aanbevolen. lUlllllimilllllllllMIIIMI iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii dat hy spoedig zal voldoen aan een bestelling van hem, schrijft hij: Ik zal n de goederen zenden met de snelheid van een pistoolschot." E dn handelaar in papier verklaart van zijn waar: Ons bewonderenswaardig papier is even duurzaam als een olifanten huid." En een azy'nverkooper doet den volke kond in een advertentie: Onze voortreffelijke azijn is scherper dan de tong van de boosaardigste aller schoonmoeders...." Onze bakvischjes kunnen dus bij de Japanners nog wel een lesje nemen. *»* Penny in the slot. Een nieuwtje op het gebied der openbare drinkgelegen beden brengt men thans in het zuiden van Frankrijk in toepassing. Men hield de openbare fonteinen voor gevaarlijke besmettingverspreiders; maar voor infectie is nu geen vrees meer, want ieder drinker krijgt z'n eigen gla». Men heeft namelijk de kranen van deze fonteinen zoo ingericht, dat ze alleen water geven door bemiddeling van een automaat, die voor twee centimes aan den gebruiker tevens een papieren drink beker levert in het genre der bekende reis drinkbekers. De fontein geeft na eiken inworp ongeveer de hoeveelheid van tien bekers, zoodat men niet alleen de gelegen heid heeft zijn genoegen, te drinken maar ook om de kraan door te spoelen. Door de bizondere inrichting der kranen is het onmo gelijk om met den mond aan de kraan te drinken. Er wordt in Nizza en elders veel gebruik gemaakt van deze aardige vinding. *» * De jolige vrouwtjes. Een nieuwe vrouwenvereeniging te Los Angelesl Naam The jolly old ladies club." De lofwaardige bedoeling dier vereeniging ia by 't klimmen der jaren niet te veroude ren, niet te verzwakken, niet lastig en humeurig te worden: een ouderdom... zonder gebreken. Voorwaarden van toetre ding zyn een yroolyk levenslustig gemoed, een leeftijd van niet minder dan zestig jaren, een prettig oneigenzachtig karakter. Men moet op z'n zestigste jaar kunnen lachen als een meisje van zestien, om in dezen kring op den voorgrond te treden. The jolly ladies" huldigen de volgende stelregels: lo. Vroolijkheid voert tot eeuwige jeugd. 2o. Het leven is oneindig, de dood is slechts schijn. Wie sterft, gaat van het eene leven tot het andere over. 3o. Geluk en een goede Bloem van O.-I. Kers, van voren met het honingmerk en een los bloemblad met de versperringsharen. Bloem van O.-I. Kers, op zy'de met de honiagspoor op twee zijn de meeldraden uitgebloeid. bloemen minnende museum-bezoeker ver meit zich óf in de massa die als een oren vol vuur gloeit in de lijst, óf in de enkele helder roode O. I K. bloem, die een stilleven zoo prettig kan oplichten, vooral wanneer alleen doode dieren, gevogelte of haarwild, zijn afgebeeld. Er zit inderdaad iets artistieke in de bloem en in de heele plant; er is losheid in, zonder slapte, bet blad is mooi van vorm en staat als een schild op zijn steel, wat lang niet aliedaagsch is. Bovendien vertoont het 's mor gens vaak het verschijnsel van de wateruitpersing er veischjjnen vijf schitterende pareltjes op den rand en wel op de water spleten, de bydathoden waarvan ik u later nog wel eens wat vertellen zal. De bloem zelf U wel fel en groot, maar door de vele insnij dingen en de lijnteekens en de uiteenwijking der bloembladen, ia ze verre van log of schreeuwerig, eer schilderachtig. En wie van een plant nog meer verlangt, wie van een bloem houdt, die aan zijn kweeker en verzorger wat te vertellen heeft, die is bij O.-L kers terecht. Zoo'n bloem is een heel boek vol biologie en vol levensraadsel s. De kleur zelf, in verband met de donkere vlekken op de vy'f kroonbladeren, en met lynenstelsel op de beide bovenste, duidt al op het insectenbezoek. Al die donkere vlekken en die naar n punt loopende, zoogenaamd convergeerende lijnen, vormen samen, wat men in de botanie het honingmerk noemt. Op de plek waar die lynen samenkomen, bevindt zich in de bloem de toegang tot de honingkamer, en nu ligt de onderstelling voor de hand, dat die lijnen een beteekenis hebben, dat zy honing-aanwüzers voor de bijen, wespen, vlinders of kevers zijn. Ze zouden om zoo te zeggen den insectenslurf den juist en weg wijzen naar den honingvoorraad ; den juisten, wel te verstaan, en niet maar een weg; dien zou een hommel wel zonder hulp vinden, zooals by' deze zelfde O.-I. kers blijken zal. Want de weg die de insectentong nemen zal, moet zóó gekozen wezen, dat het dier daarbij óf de meeldraden óf den stamper aanraakt, en wel met een harig of kleverig deel van zijn liet aam. Ge beurt dit laatste niet, dan krijgt het dier lekkers van de bloem, zonder er een weder dienst voor te bewijzen; de plant heeft met geur en kleur nutteloos bezoekers gelokt. Voor planten, die stuifmeel van andere bloemen moeten hebben om kiem bare zaden voort te brengen, is het das van groot be lang dat er een inrichting in de bloem aan wezig is, die deze overbrenging van vreemd ttuif meel bevordert. En nu wij iets opmerken in de bloem van O.-I. kers en van zooveel andere b.v. van viooltjes, dit honingmerk namelijk, dat op geen andere wijze tot nu toe een verklaring heeft, zal het niemand verwonderen dat door vele botanici dit honingmerk beschouwd wordt, als een wer kelijke en werkzame wegwijzer voor de be zoekers. Niet, dat elke hommel of bij, die een O.-I. kers bezoekt, eerst naar dat teeken zal kij ken voor hij zijn tong uitsteekt; een kind dat door herhaalde bezoeken den banketbakker weet wonen, waar het een koekje toekrijgt, telt ook niet meer de huizen van den hoek en kijkt ook niet meer naar den stoep of het uithangbord; maar den eersten of tweeden keer deed het dit allicht wel. Nu leven bijen en hommels niet lang, telkens komen er nieuwelingen op bezoek en voor deze geboren met het instinct zulke bloemteekens gewillig te volgen kón het nuttig zijn. Dit alles is geen bewijs dat het zoo is, het is niets meer dan een onderstelling, een hypothese, die geldt zoolang er geen ander licht over opgaat. Wel wordt de hypothese versterkt doordien, behalve de kleur en de geur, ook nog de vorm n de onderlinge plaatsing van de bloemdeelen schijnen mee te werken, om de insecten een bepaalden weg te doen volgen. Zoo steken van de lange nagels van de kroonbladen van O.-I. kers, lange stijve uitsteeksels digestie gaan hand in hand. 4o. Zich te verdiepen in overpeinzingen over ziekte, ongeluk en dood is streng verboden. 5o. Men trachte altijd opgeruimd te zijn en neme 't besluit nimmer zuur te kijken l"... Of het lukken zal? * * * Dansen. Om goede balmuziek te schrijven behoeft men geen danser te zijn. Dit althans, indien het gerucht waarheid bevat, zou bewezen worden door de familie Strauss te Weenen, die nu al gedurende vier generaties zich bezig houdt met bet schrijven van dans muziek, een oneindig aantal polkas, walsen en quadrilles produceerde, en dus voort durend tot dansen opwekte, maar zelf voor het genot bedankte. Er bestond trouwens noch bij de heeren, noch bij de dames van het geslacht Strauss aanleg voor de edele danskunst. Merkwaardig, dat men een Wals koning" kan zyn, zonder te kunnen walsen l Johann Strauss en zijn familieleden hebben dan voorzeker wel iets weg van een zekeren meneer wien men een drankje wilde laten innemen en die dit van de hand wees met de opmerking: Neen dank u, ik neem geen drankjes in, ik ben zelf apotheker l" *** Lang leven» Icwmt. Mevrouw B. een dame van 93 jaar herdacht onlangs haar verjaardag. Het oudje was zeld zaam kras en ooi ij k en vierde met haar kinderen en kinds-kinderen feest tot laat in den nacht zonder eenig teeken van vermoeie nis te geven. Zij scheen den zwaren last der jaren als een veertje te dragen, en lachteen schertste als de beste. Een der gasten vroeg haar hoe ze het toch had aangelegd, om een zoo hoogen leeftijd te bereiken zonder oud te worden! Wel dat is dood eenvoudig," zeide zy'. Ik stond vroeg op, ging vroeg naar bed, at nooit meer dan genoeg, en nam nooit voedsel tenzij ik er behoefte aan had. Verder zocht ik altijd de lichtzijde op van de dingen. Ik vind de wereld volstrekt niet kwaad en heb altijd. bemerkt, dat zonneschijn kan vinden wie naar zonneschijn zoekt, en wolken wie naar wolken uitziet. Matigheid, veerkracht en vroolijkheid zijn, drie voorwaarden om gezond te blijven en lang te leven." ALLKQKA. IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIMIIIII» op, die het inkruipen van onderen beletten: en de kelkbladeren werken mee om het ge heele samenstel van breede en smalle vlakken tot n groot bekken te maken, waarin groote dieren slechts van n zijde binnen komen; daarin voeren lijnen naar een ronde opening en daarin schittert een heldere droppel honing, het door bijna alle insecten begeerde vocht en voor vele het eenige voedsel. Eigenlijk is dit laatste: het verlangen na w honing door de insecten, in verband met het feit dat voor sommige planten alleen vreemd stuifmeel bevruchtend effect heeft; de eenige grond voor de bewering, dat het honingmerk de hier beschreven beteekenis heeft. Vol doende is dit niet, dat moet toegegeven wor den; door experimenten is het zoo moeiy'k uit te maken en de oorspronkelijke beteekenis zal het ook wel niet geweest zijn; maar er. zyn wel hypothesen opgesteld met minder feiten-materiaal en minder aanduidingen van waarschijnlijkheid. Dat er bloemen zy'n zonder honingmerk, die toch legitiem bestoven worden door de insecten, is geen tegenbewijs. Evenmin als het bestaan voor planten zonder bladeren, een bewijs is tegen de functie van adem haling door de bladeren. Ook het feit dat de O -I. kers ondanks zyn honingmerk geregeld bestolen wordt, mag niet tot de conclusie leiden, dat het honingmetk geene beteekenis heeft, of een andere, dan tot nu toe onder steld werd. Het is volkomen waar dat de hommels de O.-I. kers-bloemen en ook andere met zoo'n duidelijke zak of spoor als honingbergplaats, op een onwettige wijze exploiteeren; ze bijten doodeenvoudig een gat in de spoor; en ze bedanken er voor den voor geschreven weg te volgen, en sparen zoo tijd en moeite. Dit doen evenwel alleen hommels met een korten tong, de langtongen paren zuiver wettig en e venzoo doen de vlinders wie zoo 't schijnt, de bloem eigenlijk ingericht is. Dat zal ieder kunnen opmerken, die zijn bloemen nog voor iets anders aanziet, dan alleen als versiering voor zyn tuin of venster bank. Maar dat ge zoo vaak witjes i ui t zien zweven om uw O.-I. kersplanten heeft nog een andere oorzaak. Deze Peruaan namelijk bezit in zijn cellen een stof van dezelf de scheikundige samenstelling als eene die in onze koolplanten en andere wilde cruciferen is bevat; daardoor komt het, dat de koolrupsen ook kunnen leven op O.-I. kers, en het witje dat zoo om uw planten fladdert is waarschijnlijk van plan daarop haar eieren af te zetten. Ook de kapperstruik bevat die zelfde stof, maar dat is niet te verwonderen; kappers zijn naaste verwanten van de kruis bloemenfamilie; O, I. kers evenwel staat er zoo ver van af, als een koe van een varken. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl