De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 24 juli pagina 5

24 juli 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No: D E A M S T E II D A M ME R W,E E K B L A D V O O R NEDERLAND. Barones de Laroche, die met haar vliegmacbine te Beims proeven nemend, een ya' df ed, en voor wier leven men vreetde. niiiiniiiiiiiir IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIUIIIIIIIIIIIIIII Het meisje aan de Hoogere Bnrprscliolen ei ie Gymnasia. IL TABÏL II. Het aantal vrouwelijke leerling t n vjor volledig onderwijl aan de gezamenlijke H. B. S. over dn diverse klotsen verdeeld en r.aar 4e jaren gerangs'h:k'. Liever dan de verdeeling over de verschil lende klassen hadden we een overzicht ge geven van de overgangsexamens; hiervoor ontbraken ons echter de gegeven?. Wel zg'n we in staat voor een groot aantal jaren het percentage te geven van de meisjes, die tot ean hoogere klasse bevorderd werden. In 1877 77 % der vil. leerl. i/e hoogere kl. bef. 1878 86 " 80 188286 " 1896 85 ,,189784'/2 1898 86 % ....... , 1899 88 ,, 1900 84 . 1901 88 ,r 1902 85 n 1903 86 1904 86 ...... ., 1905 85 1906 85 190782'/. Zet men tegenover de overgangsexamens der m eitjes die der jongens, dan ziet men, dat voor diezelfde jaren het percentage voor jonsens varieert tnsschen 73% pCt. en 78 pCt. Uit daze cijfers zonder meer zonden we kannen op naken dat de meisjes tot de betere leerlirgen behooren. Toch blijkt uit de uit spraken van verschillende directenren der H. B. 8. die we vonden in het Rapport over een onderzoek, ingesteld aan de gymnasia en lllllllllinilMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIIIIIMIIIMIIIIIIIUIIIIIIII UIT DE NATUUR. CCCLXXXV. De Amsterdamsche Hortus. Natuurlijk gaat ieder rechtgeaard Nederlander die zijn jaarlyksch zomer uitstapje naar Amsterdam doet, naar Artis; al is het maar voor een paar uurtjes. En -die zelfde Nederlander loopt geregeld den Hortus voorbij, waar toch ook Levende Natuur uit alle oorden der wereld te zien is en waar ook heel wat zeldzame, zonder linge of mooie vormen en kleuren te genieten vallen; juist om dezen tijd is de Hortus, buiten en binnen prachtig ; en het spijt mij altijd, dat er dan zoo weinig menschen iets van genieten; de souden t m zij n n aar huis en het ontwikkeld publiek ver geet altijd dat er een Hortus bestaat. Er bloeiden van deze week ongetwij feld meer dan duizend planten ; de meeste ervan krijgt een gewoon menacb, ten minste als hij niet in een academie- stad woont, L ooit ran i|jn leven te zien. In een ander opzicht verschillen Art i t en Hortus echter heel sterk; in den Hortus is alles plant: mooie kleuren en fijne of vreemde geuren wisselen met eiken voetstap; de dieren zijn er beperkt tot de velerlei vlin ders, hommels, byen, wespen en vliegen die de bloemen in menigte komen bezoeken of het een alpen weide waa; maar daar kijkt alleen een insectenkenner naar. Voor kin deren is de Hortus dan ook niet zoo aardig, want het plukken voor de pret, dat is er natuurlijk verboden. Volwassen bloemenvrienden even wel kannen er in deze reis-week hun hart ophalen; het is er schitterend mooi, en voor iemand die belan< stelt in het blosmenleven is het aanraken en ook het plukken van een enkele bloem niet verboden ; de bedienden wijzen wel op de uitzonderingen. In den tuin bloeien honderden soorten, sommige zoo rijk en in zooveel exemplaren dat zjj op een afstand gezien een efien kleur hoogere burgereeholen hier te lande, omtrent de ervaring opgedaan b$j bet gezamenlijk onderwijs aan joagens en meisjes" 2) dat de meeningen hieromtrent zeer niteenloopend zijn. Algemeen is men het er wel over eens, dat de meisjes het door grootere vlijt en net heid van de jongens winnen; het is dan zeker ook voor een groot gedeelte daaraan toe te echrq ven, dat het percentage der meisjes bij de bevorderingen gunstiger is dan van de jon gens. Da meisjes schijnen het echter in de exacte wetenschappen {wiskunde, natuur kunde, scheikunde, werktuigkonde), die vooral in de hoofere klassen meer op den voorgrond treden, tegen de jongens te moeten afleggen en moeite tehehbtn om mee te komen; voor talen daarentgen schijnen de meisjes Veer meer aanleg te hebben Uit onderstaande tabel, die de verdeeling der vrouwelijke leerlingen over de verschil lende klassen weergeeft, kan men in grove trekken de bevorderingen van klasse tot klasse nagaan. Geheel zuiger ig dit beeld na tuurlijk niet, daar gewoonlijk het aantal, dat een hoogere klasse bevolkt, niet alèn bestaat uit de uit een lagere klasse bevorderde leer lingen, maar ook uit diegenen, die de klasse moesten doubleereo, of die van'buitenaf, door een afgelegd examen, toegang tot die klasse verkregen. Op 31 December van de volgende jaren was de toestand in de gezamenlijke Ie, 2e, 3e, 4e en 5e klassen aU volgt: Jaar lekl. 2e k). -3e kl. 4e kl. 5akl. 1875 19 53 1876 35 13 2 1877 35 20 10 4 1878 41 31 11 5 1879 34 38 12 4 l 1880 44 34 22 2 l 1881 40 37 23 l 1882 53 27 24 6 l 1883 75 35 17 7 2 1884 68 51 26 2 5 1885 62 49 37 11 l 3886 73 58 86 8 5 1887 64 62 33 15 3 1888 59 61 45 9 11 1889 88 55 39 17 5 1890 81 82 43 16 8 1891 93 54 67 13 13 1892 96 86 54 81 9 1893 110 79 55 22 16 1894 103 88 55 24 12 1895 136 89 75 40 11 1896 143 110 77 41 22 1897 166 108 86 54 23 1898 191 162 91 55 35 1899 215 164 148 62 32 1900 268 196 154 89 44 1901 328 249 371 121 58 1902 419 298 222 117 93 1903 409 357 276 148 99 1904 457 380 308 203 118 1905 558 431 361 200 154 1906 593 540 366 245 162 1907 625 532 479 236 192 Onderstaande lotgevallen van vrouwelijke leerlingen betreffende een H. B. 8. z|jn ont leend aan het vroeger genoemde Bappo: t". 1880. 4 meisjes toegelaten in I en l in II. Gaan allen geregeld over. l vertrekt uit IV naar elders; l vertrekt uit II, 3 uit III worden apothekersbediende; 1883. 2 meisjes toegelaten in I. Blijven beiden in II zitten, l door ziekte, l wegens onvoldoende vorderingen, Vertrekken beiden uit III. 1884. 4 meiejes toegelaten in I. 2 blijven in I zitten en gaan van school; l vertrekt uit II, l uit III; beiden wegens vertrek naar elders; 1885. 3 meisjes toegelaten in I. l blijft in I zitten en verlaat uit II de school; l gaat geregeld over en vertrekt u't III; l doet zeer goed eindexamen. 1886. 3 meiijes toegelaten in I. l vertrekt uit I, l uit II, l uit III. 1890. l meisje toegelaten in III. Gaat ge regeld over maar vertrekt uit V naar elders. 1893. 6 meisjes toegelaten in I, 2 vertrek ken uit III, 2 uit IV, 2 doen eindexamen maar worden afgewezen. 1894. l meisje toegelaten in I. Uitstekende leerlinge, gaat geregeld over, maar overlijdt in het jaar dat ze zit in de 4e klasse. 2) Rapport, opgesteld op last der af deeling Amsterdam I der vereeniging voor paedagogiek. Uitgever W. Versluys, Amsterdam 1907. schijnen uit te stralen; blauw, lood, paars geel of wit; een ander bed er naast is uit gebloeid en draagt al vrucht; verderop staat weer een ander vakje vol bloemen van een geheel andere kleur en die afwisseling, waarbij Sihia of Salie. Boven: knop; middenin open bloem. In de keel is de stootklep nog net te zien. Onderaan: de beide meeldraden met de stootklep j es. heelemaal niets te bespeuren is van opzettelijke kleurschakeering, doet prettig aan. Daarbij is het er heel rustig; komen de geluiden gedempt, ofschoon de Hortus in een van de drukste punten van de stad ligt, door een zoom van groen den tuin in, en de banken noodigen tot even zitten gaan, midden in die bloemenweelde Al bij het binnengaan, zullen u de 1895. l meisje toegelaten in I. Gaat ge regeld over, vertrekt uit IV. 1896. 3 meisjes geplaatst in I. Blijven alle 3 in II zitten; l vertrekt uit II, l uit III, l uit IV. 1897. l meisje toegelaten in l Gaat ge regeld over en doet schitterend eindexamen, np. l van de provincie, studeert in de me dicijnen. 1898. 2 meisjes toegelaten in I. Blijven beiden in I zitten, l ook in II; vertrekken beiden uit II. 1899. 2 meisjes toegelaten in I. l blijft in III zitten en vertrekt uit die klasse, l krijgt einddiploma. 1900. 2 meisjes toegelaten in I. l vertrekt uit H, l uit IV. 1901. 4 meisjes toegelaten in I. l blijft 2 maal zitten en vertrekt uit IV. 2 doen eind examen, l slaagt flink, de ander wordt af gewezen, maar blijft op school, l nog op schoo1. 1902. 2 meisjes toegelaten in I. Gaan ge regeld over en zittten nu in V. 1903. 3 meisjes toegelaten in I. l gaat reeds uit I naar een normaalschool, 2 zyn nog op school. Ib04. 6 leerlingen toegelaten in I en l in II. De laatste vertrekt uit III naar elders; de overigen gaan geregeld over en zitten nu in III. 1905. 8 meisjes toegelaten in I. l blijft zitten in I en gaat van school; de anderen zitten in II. 1906. 8 meisjes toegelaten in I. Totaal: 68 meisjes, waarvan 27 nog op school; 7 deden eindexamen, waarvan 4 slaagden. TABEL HA. Voor de gymnasia z|jn we (met uitzonde ring van een paar steden) niet in staat een statistiek te geven van de verdeeling over de diverse klassen. Wel laten we, naar aan leiding van ontvangen antwoorden, hieronder enkele uitspraken van rectoren volgen over de vorderingen en bevorderingen der meisjes in het algemeen. Zoo getuigt: B ctor A. Bij de overgangeexamens worden in verhouding nagenoeg evenveel meisjes be vorderd als j o agens. B. Orti het algemeen bebooren de meisjes tot de goede leerlingen. Hierbij dient even wel in aanmerkirg te worden genomen, dat ia den regel slechts die meisjes het gymna sium bezoeken, van wie op de voorbereidende school is gebleken, dat zij aanleg hebben voor studie. Voor jongens geldt die overwe ging in mindere mate. C. Wat bevorderingen betreft, is over 't algemeen het percentage der meisjes gunstiger. D Wat de vet ttandelijke vermogens betref c. is het meisje best in staat een einddiploma te verkrijgen ; indien er van haar een grooter percentage afralt dan jongens, dan komt dit voort uit physieke oorzaken. E. O ogenschijnlijk staan de kangen tusschen joneeos en meisjes gelijk. F. Het verschil tu schen de vorderingen van jongens en meisjes is niet groot. G. Op dit oogenblik zijn meisjes no. l in de beide laagste klassen. O f er 't algemeen is de aanleg der meuj es niet bo ren het mid delmatige. H. Door elkaar komen de meisjes niet zoo goed mee als de joogeüffc vooral waar het geldt wiskunde en het exacte en 't denken bij gramatica. Ge roei voor taal en gemak kelijkheid om zich uit te drukken, zoowel schrif.elyk als mondeling, schijnen de meis jes meer te bezitten. 1. De meisje?, die we bier thans op school hebben zijn, door elkaar genomen, veel min der dan de jongens. Gedurende de bijna 12 jaar, dat ik aan een gymnasium ben geweest, is het mijne ervaring geweest, dat meisjes, uitzonderingen daargelaten, in de eerste klasse goed zijn. In de tweede wordt het minder, in de derde kunnen zij gewoonlij k niet meer mee: m. a. w. zoodra het uit het hoofd leeren niet meer zoo op den voorgrond treedt, ver liest een mei-je het tegen den jongen. Ik moet daarbij voegen, dat heel vaak de slechte resultaten een gevolg zijn van onvoldoende voorbereiding. Van meer dan n meisjes school kreeg ik den indruk, dat daar te veel waarde gehecht werd aan domweg uit het hoofd leeren en een uiterlijke correctheid van het werk. NimiiMtmiimiiHi prachtige diep hemelsblauwe en de vuurroode salvia's wel treffen; de blauwe vooral is zoo mooi, dat ze door niemand met on verschilligheid voorbijgegaan worden; zij die alleen voor bloemenschoon OOK en gevoel hebben, blijven er by staan. Wie er zich uit de school nog iets van herinnert, hurkt er bij neer. Want er zit een heel bijzonder mekaniek in de salria-bloemep, althans in de groote b'auwe en roode soorteii; en een be weeglijkheid in bloemen ia nog altijd iets on^ewoons, ook voor botanici, en iets v«rrassends, voor wie er nog nooit van gehoord hebben. Laat u, als ge in dit ge 'al verkeert, door een van de beambten eens inlichten, ge krijgt er, als bet niet al te druk loopt, steeds een mee. Die lui, die er dagelijks mee omgaan, kennen de geheimen vau de meeste bloemen uit den tuin en de kassen, en wat ze niet uit zichzelf opmerken, dat h o oren ze wel van de studenten. Plukt hij zoo'n saliebloem voor u af, dan ziet ge al dadelijk de twee meeldraden onder de kap uitsteken en in den regel een lange draad met een knop aan 't eind, dat is de stempel waarop het bevrachtend stuifmeel moet komen. De onderlip vooral van die mooie blauwe salie (salvia patent staat op het bordje) is een ravijn voor da insecten; de hooge wanden dwingen tot rechtuit voortgaan, en de honing, het lekkers voor de dieren, zit in de diepte. Op den weg er heen evenwel hangen twee stijve lapjes, die versperringen gelijken maar beweeg lijk zyn; ze zitten zijlings aan scharnieren vast, naar boven zijn ze verbonden m. de meeldraden. Eigenlijk bestaat het heele toestel uit twee meeldraden. Om dat in te zien, moet ge u weer te binnen brengen, wat ge daarvan uit uw plantkunde boekje op school hebt geleerd. Een meeldraad bestaat uit den helmknop (het stuifmeel-doosje) en den drager er van: de helmdraad. Kijk er de eerste de beste bloem maar op na, een fuchsia b. v. Die helmknop evenwel is samengesteld uit twee aparte doosjes, die door een weefsel aan elkaar verbonden zyn Dit weefsel zal meestal weinig in het oog vallen, de helmknop lijkt n doosje met twee afdeelingen; bij som mige planten evenwel gaat het tusschenschot, het helmbindsel, zooals de botanische term luidt, uitgroeien tot een steel; de beide helm hokjes zijn dan gescheiden, het lijkt of er twee helmknoppen zijn. J. Nooit is n der m ei t-j es voor het eind examen gezakt; nooit is n b\j de overgangs examens blijven zitten, ook hebben nooit meisjes deze school verlaten, omdat ze niet mee konden. K, De overgangsexamens der meisjes zijn niet ongunstiger dan die der jongens. L. De bevordering der meisjes houdt tame lyk wel gelqken tred reet die der jongens. Op grond van het geringe aantal meisjes kan ik u omtrent de bevordering weinig zekers meedeelen. Juist die weinige meisjes z|jn vaak flink en zeer vlijtig. N. By de overgangen zijn de meisjes ge woonlijk geslaagd. Slechts nmaal is l meisje achtergebleven. Anderen antwoorden, dat het onmogelijk is een vergelijking te maken tnsschen meis jes en jongen», daar de meisjes nog in te geringen getale vertegenwoordigd iyn, om over hare vorderingen in vergelijking met die der jongens een oordeel te kunnen uit spreken. Van een drietal gymnasia laten we hier onder de verdeeling naar de klassen volgen: Amersf. lekl. 2a kl. 3e kl. 4e kl. 5akl. 6e kl. 1899 l _____ 1900 2 - 1901 ______ 1902 l _____ 1903. l _____ 1904 l 1905 l l 1906 2 2 l 1907 5 l 2 1908 4 8 4 l 1909 4773 L.ward. lekl. 2ekl. 3akl. 4ek'. 5akl. 6>kl. 1881 3 1882 3 1883 2 3 1884 4 2 2 1885 51?2 1886 l 3 l - 2 1887 l l 2 1888 1?11 1889 l l 1890 l l 1891 l 1892 l 1893 l 1894 - _____ 1898 l 1899 l 1900 l l 1901 l l l 1902 4 l l l 1903 - * 4 l l l 1904 2 l 32 1905 4?322 190G 4 3?223 1907 l 32122 1908 3 13111 1909 131313 '«Haee lek'. 23 kl. 3akl. 4e kl. 5akl. Gek). 1897/98 3 2 1898/99 6 3 3 1899/1900 9733 1900/01 8 12 7 321901/02 10 6 12 7 2 2 . 1902/03 8 95962 1903/04 14 10 10 4 8 5 1904/05 13 12 10 844 1905/06 10 12 11 10 8 4 1906/07 11 14 8 10 9 6 1907/08 20 12 15 8 9 9 1908/09 21 18 10 14 5 9 1909/10 29 18 19 99 5 'sGravenhage ' ANNA J. JUNGMANN Juni 1910. Secretaris t>/A. Nationaal Bur au voor Wrouwen(Slit volgt), arbeid. lllllltlllllinMIIMIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIHIUIMIIIIIIIIIIIIIIIItll ADDEÏ^DBI. Aan den wand. Gewone m en schen beplakken de muren van hun kamers met bebangselpapier, maar er zijn ook ongewone menechen, en deze plakken er wat andeis op. Een Amerikaacsch schrijver liet zyn studeerkamer aan de eene zijde geheel behangen met geleide-brieven van geweigerde copie van tijdschriften, en aan de andere zijde met slechte recensies, waarin hij de ergste passages met roode inkt onderstreept had. Hu deed dit," beweerde bij, om zich voor ijdelheid te behoeden." Chrisüne Nilsson, de beroemde zangeres, IIIIIIMItlMIIIIII K|jk nu even goed naar het figuurtje hierbij, dan vindt ge alles in de natuur gemakkelijk terug. Hier zijn de twee meeldraden uit een blauwe silie afzonderlük geteekend; de boven ste ovale en neergebogen knoppen zijn halve helmknoppen.de andere helft zit heel onderaan, het is dat hoekige dingetje; wat er tnsschen ligt en dus ook nu nog knop en plaatje (de beide helmknopjes) verbindt, is het helmbindsel, dat wordt hier verbazend groot, het heeft dan ook een functie te vervullen; de kromme steunbalkjes rechts en links zijn de ware helmdraden. Als ge nu nog opmerkt, dat het gewricht, de veer of het draaipunt zich bevindt op de aanhechtingsplaats van den helmdraad aan het helmbindsel iets lager dan halverwege dan doorziet ge de geheele, schijn baar eenvoudige machine. De werking ervan kunt ge n laten voordoen of ze zelf nagaan met een lucifer, die ge met den kop naar voren inde bek" van de bloem steekt, ge volgt maar de lijntjes en de geul van de onderlip. De luciferkop (die de bijenkop vervangt) raakt dan noodwendig de beide stootplaafjes aan, die wijken en dan draait het bovenstuk met de beide halve meeldraden naar voren en naar onder. De volle doosjes raken den lucifer achter den kop, de doosjes gaan open of waren al open, en er wordt een weinigje wit of geel poeder op den lucifer rug gedeponeerd. Steekt ge nu denzelfden lucifer voorzichtig in een tweede, oudere, salie-bloem, dan zult ge u, hoop ik, nog ver bazen over de nauwkeurigheid waarmee de bloemen-mecaniek werkt. Want precies op het plekje, waar de enkele stuifmeelkorrels op den lucifer liggen schuift het uiteinde van den stempel o /er het hout en het maakt den indruk of die gespleten tong het poeder oplikt. Wat met den lucifer gebeurt, gaat in den natuur met bijen en hommels precies zoo. Als ge op een zonnigen morgen den Hortus bezoekt, zult ge telkens de best ui rende insec ten aan het werk zien. Is de salie al uit gebloeid, vraag dan naar een Mimnlus, die een prikkelbare stempel bedt; of naar de Asclepias, de zijde plant, die een ware vliegenmoordenaar is, en waarvan ik n later nog het een en- ander zal vertellen; ook het dnivelscaaigaren is present en andere woekerplanter. Voorbeelden voor andere tuinen dan botaheeft in haar huis n kamer, die behangen is met de musiek van liederen, waarmee zy haar grootste successen behaalde. In haar eetzaal zyn de wanden beplakt met de menu's van hotels en feesten, welke z|j op haar reizen bezocht. DJ wanden van dit vertrek geven een compleet o ver jicht van de kookkunst in de geheele wereld. In een caféte Bognor treft men een vertrek aan, dat met postzegels, meer dan een miilioen stnks, behangen is, en in Great Portland Street te Londen een, waarvan de geheele mnnrbedekking bestaat uit stukjes handschrift en handteekeningen van groote mannen en vrouwen. Balboekjes, speelkaarten, sigaren-etiqnetten, champagnekurken, theater-program ma's, onbetaalde re keningen werden als behangsel aangewend, maar het zonderlingste voorbeeld van dien aard is zeker wel dat van een oudere Berlynsche dame, die, volgens haar eigen zeggen, nimmer heeft willen trouwen, me ar de wan den van wier boudoir nochtans bestaan uit een sierlijk mozaïek van minnebrieven ... Donx souvenirs de tempa passés. *** Zeehoepels. Strand- en badplaatsbezoekers hebben be hoefte aan vermakelijkheden, en wie hun een nieuw spel kan leeren is voor de koergasten een groot man. Veel lof te dien opzichte verwierf onlangs te Ostende een chauffeur, die op de gedachte kwam in zee te gaan gewapend met een ouden binnenband van zijn auto, flink met lucht gevuld. Handig bader en zwemmer als hij was, hoepelde hy tot vermaak van de nadere badgasten met het ding over het water, 't Spel had znlk een schitterend succes, dat weldra iedereen 't wilde probeeren, en men kwam er zelfs toe in de baden hoepelraces te organiseer en voor heeren en dames, die onder schaterend gelach en gejubel om de dwaze bewegingen en capriolen der deelnemers plaats vonden. * * * Ansichten" und Austichten". Men heeft me verteld, dat zekere jonge dame tegen haar verloofde, die op reis ging, zeide: AU je me schrijft, schrijf dan niet van die vervelende lange brieven, maar stuur me Ansichtsbriefkaarten". Dat was zeker geen compliment voor het epistolariech talent van den verloofde, maar 't ge val schijnt nochtans vaker voor te komen. Een jonge dame in Duitschland maakte op reis kennis met een handelsman, wieus tijd geld was. Dekennismaking was zoo bijzonder aangenaam, dat ze elkander houw en trouw beloofden en afspraken elkaar eiken dag te schrijven per prentbriefkaart. Het aai, t al groeide aan tot meer dan duizend stnks, en nu ze gehuwd zij u bekijken ze nog dikwijls met genoegen deze collectie aphoristische minnebrieven: een geïllustreerde geschiedenis hunner liefde. *** Kumt en natuur. Voor dames van nerveuzen aanleg en weinig tegenwoordigheid van geest, schijnen de r|jk met bloemen geprneerde zomerhoeden niet ongevaarlijk te zijn. De bloemem zien ook zoo verwonderlijk natuurlijk en frischgeïmiteerd, dat men het dien zwerm byen in zekeren Franechen tuin niet euvel duiden kan, dat ze kunst voor natuur aanzagen en by ver gissing op een dameshoed neerstreken, in de meening dat 't een bloemperk was. De draagster daarvan had echter wél tegenwoor digheid van geest: zy was de bezitster van een groot landgoed en in de b|j ent eelt er va ren. Bustig wandelde zy naar een ledige korf, waarin z\j de geheele tros harer gevleugelde aanvallers ving... Korten tyd daarna smulde zij van de delicate honing, die haar bloemenhoed had opgeleverd. * »* She- Lifla. Een nieuw beroep in Amerika voor jonge meisjes is dat van lift-jongen" in hotels en kantoorgebouwen-. De fijne mechaniek der electrische liften is bizonder geschikt om door voorzichtige en intelligente vrouwen vingers bediend te worden, en de Ameri kaan) j es vervullen haar liftplichten tot groote verrukking van haar patroons, die in de NewYorksche torengebouwen nog nimmer zoo vlug en gelijkmatig en zonder gevaren naar boven gevaren zijn. ALLEQRA. iiiiiimiiiumiiiiMtmiiiiiiiitiiiiiiiiniiiiiiiMi nische, maar waarin de natuur ook een eigen plekje mag beheertchen, zonder tegengewerkt en gedwongen te worden, zjjn het veentje, de boschhoek, de rotsparty' en heel aan bet eind da vijver. De rots is nog in wording lijdt aan plaatsgebrek, maar het veentje is een heel mooi brokje natuur in evenwicht; de kattestaarten vindt ge nergens in het land forscher en voller in bloei. ; Ook de boschhoek is de moeite van bet namaken waard, al is de zomervacantie niet juist de tijd, dat deze levensgemeenschap in volle fleur te zien is. Buitengewoon getui gend van veel smaak en kennis is de vij ver; als ge tusschen den esch en dti eik doorkijkt orer de russchen en biezen heen naar de witte waterlelie?, zult ge moeten toegeven, dat hier werkelijk de nat u ar midden in Amsterdam is gebracht. In deze week zag ik in Amsterdam nog ergens zoo'n vijver in een huis, een gewooa goed ontwikkeld werk man, de badmeester van Sparta", heeft zon der speciale botanisch kennis te bezitten, in een tuintje van 5 bü5 meter een cementen bak gemetseld, dat is een open aquarium geworden met een drijftil er in en veel water planten er om heen, een inderdaad mooi begroeide vyverzoom. Bij den Hortusv|jver haalt het niet, toch bloeien er de waterlelies en telen de gondvisschen er heel goed in voort. Wat zo^'n man met z|jn beperkte middelen bereikt heeft, kan ieder die een grooteren tuin en meer geld en kennis bezit toch ook; en wie lust en gelegenheid er toe heeft, vindt hier wat om na te bootsen. Ook de kassen zijn nu heerlijk mooi. Nog nooit heb ik de Qaisqualia langs den bovenrand van de Victoria-kas zoo ryk in bloei gezien; de vele geurige, roode en blauwe waterlelies rondom de groote bladeren van de Victoria-regia, waarvan de Septemberbezoekers alleen de vruchten zien, bloeien nu; en de kruidje-roer-me-niet is nu jong en gevoelig. Als de deur van de orchideeën kas open gaat, waait u de geur van Vanda en Me'atti tegen. Zoo moet Snmatra den Europeanen tegemoet geuren, als de boot het eiland na dert, en dan jnog de varenkas met den dui zendjarigen f agopalm en bloeiende pisang, en dat alles voor n kwartje! E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl