Historisch Archief 1877-1940
1727
DE AMSTEEDAMHEB
1°. 1910
WEEKBLAD VOOK NEDEBLAND
Onder recLa.otL<
Bit nuuier bevat een
"W l MSSSÜETQ-.
Uitgeven: VAN HOLEEMA ft WARENDORF, Keuerlgraeht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt venekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staattblad No. 124).
\jftg 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Mt bdil p«r jaar, bjj vooruitbetaling . mail » 10.
i Nmnmen aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12l/«
Zondag 31 Juli
Advertentiën van 1?5 regels f 1.25, elke regel meer f OJ5
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel ..... 030
Reclames per regel 0.40
INHOUD:
TAK VEBREEN YANNA.BIJ: Enschedé.
Krewek. Aviatiek. Vreedzaam overleg,
door 6. 80C. AANGELEGENHEDEN:
Do loogenaamde Katholieke Sociale Actie in
Nedeffland in haar atrqd tegen de Leer der
Katholieke Kerk, door Peregrinus.
Be?bidon van wettelijke vinkelalniting, door
L 8. FEUILLETON: Werkstaking, door
H.C.Bnarman. KUNST EN LETTEREN:
Vod. Bibliotheek." M. Scharten-Antink,
Sprvtje's Vorder Leren, beoordeeld door
ftmsm Coenen. Léopold Delisle, door G.
Boaken Haet. Berichten.
VROUWENKUBBLEK: Het meieje aan de H. B. S. en
OyMBMÏa, III, door Anna B. Jnngmann.
AMJJiELBI, door Allegra. UIT DE
NA'T WK, door E. Heimans. Doode steden:
Ckrthago, met af b., door H. van Kol.
Jlatrospeetieve tentoonstelling van het boek,
door J. H. Röjsing. Schilderkunst, door
llMKbaert SCHETSJE. Charivari.
Feiten en Fantasiëo, door St. Veit en Van
T«t. ALLERLEI. FINANOIEELE EN
OECONOMI8CHE KRONIEK, door V. d. M.
OM V. d. 8. INGEZONDEN. SCHAAK
SPEL. DAMRUBRIEK. AD
VERTENTIEN.
ENSCHEDÉ.
Het is thans zoover gekomen, dat de
Vrijzinnig Democratische Bond, geld
vragend voor de uitgestotenen te Enschedé,
officieel haar oproep steunt door een vier
kante afkeuring van de houding der
- patroon?.
Het Handelsblad, de Nieuwe Courant, en
derg. anders onverzettelijk conservatieve
dagbladen zijn in hun verdediging wankel.
Van katholiek Centrum tot
antirevolutionaire Botterdammer neemt men het
voor de zaak der aan een hongerkuur
onderworpenen op.
'Het geval is ook waarlijk in zijn
eenTond sprekend genoeg. In twee woorden
ia net te zeggen, waar geen démenti op
te vreezen is:
Ma langdurige pogingen om met de
firma Menko tot overeenstemming te
komen, legden de arbeiders van deze
firma hun zaak in handen van de ge
combineerde besturen der arbeidersorga
nisaties ter plaatse. Die zaak is in handen
van deze besturen. Deze besturen zijn
ra de plaats getreden van de arbeiders
der firma, op verlangen van de
georgariaeetdexoowelals van de ongeorganiseerde.
Uu komt de Pabrikantenvereeniging,
die voor den overhaast lid geworden heer
Henko optreedt, en eischt, buiten de
besturen der organisaties om, de werk
lieden der firma te hooren. Motief...:
deze besturen vertegenwoordigen van de
9000 textielarbeiders in Ensched
slechts een derde deel.
Een echo hiervan leest men in het
Handelsblad: Want al is het betrekke
lijk klein getal der ongeorganiseerden in
de fabriek der firma N. J. Menko be
praat om hun zaak in de handen der
organisaties te geven, de overige duizen
den ongeorganiseerden staan nog geheel
vrij van de organisaties."
Men moet zijn menschen wel voor erg
dom houden, als men gelooft ze met
zulk een kluitje in het riet te kunnen
staren! Da arbeiders der firma Menko
hebben (het Hbl. zegt het zelf) allen ge
zamenlijk, georganiseerden n ongeorga
niseerden, de besturen met hun zaak be
last. En wat vertelt men nu P Dat onder
de buiten deze quaestie staande duizenden
arbeiders het grootste deel hun geschil
niet hebben gesteld in handen der orga
nisaties ! Maar wat drommel die duizenden
Jièbben geen geschil! Die zij n en worden: op
straat gezet door de vereenigde patroons!
Dit passieve worden" is hun eenige
daad! Voor hen komen de gecombineerde
besturen der organisaties niet op! Hoe
zonden ze kunnen! Met hen is immers
niets te bespreken!
Zoo is het recht" dit keer zonder twijfel
aan de zijde der arbeiders.
Maar moet men hier de rechtsvraag
?wel zoo naar voren schuiven ? Wat in den
lande de sympathie voor de uitgestotenen
wekt, en hetgeen allerlei organen, die
niet gewend zijn machtige fabrikanten
te lijf te gaan, thans in opstand brengt,
beeft, dunkt ons, met rechtsoverwegingen
niet in de rste plaats van doen. Men
voelt immers den oorlogstoestand te goed,
flie, latent of laaiend, tusschen de
Enschedésche werkgevers en -nemers blijvend
is: en men west wel, dat daar drang en
druk sterker zijn dan recht. Maar wat
bet openbare geweten óók voelt en al tij d
gevoeld heeft, dat is, dat er grenzen
inoefen wezen aan de hardheid der
middelen die men gebruikt; zoodat bijv.
zie ? naar den werkelijken oorlog, die op
ichzelf wreeder is dan de industriëele
een storm opging over de concentratie
kampen, waarin men lijden deed wat
buiten den strijd stond; zoodat men
in ons Indiëde kampongs niet meer
bij heele groepen uitbrandt, waineer
wraak moet worden genomen tegen een
enkel hoofd; want daar spreekt dan toch
de conscientie: zoover gaat men niet:
men laat niet lijden wat tegelijk zwak
is en buiten de zaak staat.
Het is dit gevoel, dat het
allicht-nietslechtste deel onder ons aangrijpt,
als het die langzame uithongering van
de Enschedésche werklieden met toch
al niet overvoede vrouwen en kinderen
zich voor oogen stelt, en bedenkt dat er
andere (misschien duurdere!) middelen
zijn, voor de machtige heeren ginds, hun
menschen te onderwerpen.
Wy voelen, dat hier iets hapert. Wij
wraken vanzelf zulk een wijze van oorlog
voeren.
* *
Het is bedroevend dat langs den weg
van zooveel leed en bitterheid zal moeten
komen wat toch onvermijdelijk in de
lijn van de hedendaagsche geschiedenis
ligt: een slechts zelden onderbroken
vre destoestand tusschen arbeid en kapi
taal.
Een vergelijking dringt zich op met
de geschiedenis van den naijver tusschen
de naties.
Een eerste stadium is de gedurige
oorlog. Is de guerilla en de strijd zonder
genade, en dikwijls doelloos. Men ziet
dien toestand het langste voortduren bij
de minst ontwikkelde volken.
Dan komt, als thans in Europa, de
mededinging op voet van vrede: zij het
een zwaar gewapende.
Zoo is het in de industrie. De textiel
baronnen in Enschedézijn zeer ten achter!
Zie maar eens om van Engeland niet
te spreken naar de evolutie die bijv.
het diamantbedrijf heeft ondergaan in
ons land. Herinner u de onophoudelijke
conflicten en al de ellende, die deze
teweegbrachten over Amsterdam, en
zegen de wijziging, die na wanhopig
verzet mocht intreden tot voordeel
eigenlijk óók van d3 patroons.
Een hoofdartikel in het Centrum zegt
het terecht:
De mannen, die gewoon zijn te heer
senen, die gewoon zijn dat alles zich
voegt naar hun wil en inzicht, moeten
geleidelijk leeren, dat er naast hen
opf roeit een macht, waarmede zij het
geied, dat zij uitsluitend beschouwden als
hun gebied, met anderen behooren te
deelen.
En wel met het volk. Met hun arbeiders".
Het is niet anders.
En zij, die de noodwendigheid van
deze evolutie zien, welke moreel n finan
cieel op den duur arbeiders n patroons
verbetert, moeten het bejammeren dat
het zooveel lijden kost eer men er aan
toe is.
28.7 '10.
" ^ =» - ,-.-^-. :.. ^
KRONIEK.
VEEGËTEEKEXEN.
Wij zijn allen, zooals wij hier zijn, "Woens
dagochtend geschrokken vau den heer Levy.
Elk van ons is door dezen jeugdigen vete
raan ernstig gestoord tijdens zijn
ontbijtuurtje.
Gebeurt het u ook alle dag, op de eerste
pagina van het Algemeen Handelsblad met
woorden ah stommeling1' en nul" te zien
kaaien naar het hoofd van een pas gekozen
volksvertegenwoordiger!
En dat door een grijsaard, die wel de
hoffelijkste is van ons allen, zooals hij, met
voor ieder een glimlach, tevreden en geëer
biedigd, over onze trottoirs en door onze
parken wandelen kan.
Een sensatie! Een relletje! En dit alles,
omdat Baron vriend Eoëll het af moest leggen
tegen den eenvoudigen Barnstein. Boëll en
Barnstein ... Levy Eoëll?Barnstein ....
Levy Barnstein?Iloëll... Ls-ëll, Ro-stein,
Barn-vy! what is in a name?'
Lees Mr. Levy:
Ook thans is men er in geslaagd een
aristocraat het veld te doen ruimen
voor een volksman".
Dat de aristocraat, bij toeval, het col
lege, waarin hij jaren lang gewest en
staat diende, tot luister strekte, en de
volksman" in de zaken, welke hij te
beslissen krijgt, een pyramidale stom
meling is, woog niet."
En iets verder:
... onze regeeringscollege's (behoe
ven) mannen en niet nullen...''
Wij begrijpen wel, dat Mr. Levy, aan
deze barnsteenen pijp trekkend en er
nul Ie t j es uit blazend, een vies gezicht
zet, nademaal de tabak wat krachtiger is
dan anders (niet van het liberale merk)
maar waarom in woordenkeus de aristo
cratie verloochend, voor welke hij,
slagvaardigste Kruisridder, in het krijt
treedt???
Wat zal de Baron Roeit er van zeggen ?
Past het wel, dat de woorden, die Mr. Lovy
bezigde, doordringen tot de boudoirs, waar
de douairières hem zeker gaarne den
overwinningskrans zouden gereikt hebben, op
middeleenwsche wijze: den heer Levy
tusschen de blommetjes zettend: Levy fleuri!
Neen, men zal daar zeggen: Noblesse
oblize,en met gelatenheid zullen de douairi
res... de leelijke p\jp rooken.
Dit had, naar onze intiemste overtuiging
de heer Levy met haar moeten doen I
***
Veege teekenen" staat hierboven. De
titel geldt mr. Levy niet, maar het Han
delsblad. Het bedroeft ons nl, dat thans
zichzelf komt wraken, wie nog de laatste
Paladijn was van den goeden toon" (voor
onderwijzers e. a. gemeente-ambtenaren!)
Nu is de goede Toon dood en in Amsterdam
begraven.
Aviatiek.
Het bericht, dat men in de pers de ronde
laat doen, als zou de Nederlandsche
Vereeniging voor Luchtvaart, gevestigd in den
Haag," d. i. de offieieele Nederlandsche
Vereeniging een terrein hebben gekregen
van de ministeries van Oorlog en Financiën
en dit terrein gaan gebruiken is misleidend
gesteld.
De Nederlandsche Vereeniging heeft
een Bredasche Vereeniging", die in werke
lijkheid een financieele onderneming is, ter
zijde gestaan om van de Regeering een
terrein in bruikleen te verkrijgen.
Dit is een klein en voor het beperkte doel
van de Bredasehe vennootschap wellicht
geschikt terrein. De Ned. Vereeniging"
voornoemd heeft aan dit en zulke terreinen
niets hoegenaamd.
In 't algemeen roeren zich na ons stuk
de ondernemers, die vliegterreinen
exploiteere of het gaan doen. Wij laten al hunne
goede bedoelingen gelden, maar wy steunen,
omdat hiermee een nationaal belang gediend
is, en een stukje nationale eer, de
NEDERLASDSCHE VEREEMGING VOOR LUCHTVAART.
Wij hebben in ons land flinke zaken
mannen. Dat wisten wij wel. Maar wij zagen
ook gaarne een flink NATIONAAL OPTREDEN.
Men helpe daarom de Ned. Ver., de eenige
ten onzent internationaal geaccrediteerde
Vereeniging, en dus de offieieele Neder
landsche Vereeniging aan het VIJEGTERREIX,
dat zij op het oog heeft en waarover wij
in het vorig nummer schreven of aan
een ander dat evengoed is, dat doet er
natuurlijk niet toe.
Wij moeten optreden als volk, dat is de
zaak.
Vreedzaam overleg.
Kort geleden heeft de Minister van
Openbare Werken in Frankrijk de gedele
geerden van de dertig vereenigingen van
den post-, telegraaf- en telephoondienst
uitgenoodigd tot een samenkomst, waarin
hun de gelegenheid werd gegeven, hunne
wenschen in tegenwoordigheid van de
directeuren der verschillende diensten uiteen
te zetten. Daarbij kwam ook het program
van verbeteringen van den minister ter
sprake. De beraadslagingen kenmerkten
zich door een hartelijken toon. De minister
zeide enkele door de beambten voorgestelde
wijzigingen in overweging te zullen nemen.
Na de samenkomst in den morgen bood
minister Millerand allen ter vergadering
aanwezig, een dejeuner aan. Het ging hierbij
hoogst ongedwongen toe. Zoo had mevrouw
Millerand aan hare rechterzijde den gede
legeerde van het ondergeschikte personeel
en rechts van den minister was een
telephoonjuffrouw gezeten. Verder wisselden
de hopge ambtenaren af met hunne onder
geschikten.
Millerand stelt zich van dit vreedzaam
overleg goede uitkomsten voor.
Overwegende dat ook bij ons zoowel ge
noemd personeel als dat van den spoorweg
dienst veel wenschen hebben, zou er, naar
onze meening, alle aanleiding voor minister
Eegout bestaan in deze het voorbeeld van
zijn Franschen collega te volgen.
Moge de minister toch bedenken dat al
dat offieieele gedoe afstoot en groote ver
wijdering te weeg brengt.
G.
(Ingezonden.)
De zoogenaamde Katholieke Sociale
Actie in Nederland in haar strijd tegen
de Leer der Katholieke Kerk.
I.
Het kardinale punt.
Het bewijs, dat onze zoogenaamde Katho
lieke Sociale Actie in openbare en duidelijke
tegenspraak is met de Leer onzer H. Kerk
is zeer gemakkelijk te leveren, sedert die
Actie door haar vlugschrift het oprichten
van spaarbanken by al onze Katholieke in
stellingen ging aanprijzen en aanmoedigen
als een middel tot volksopvoeding bij uit
nemendheid.
Daardoor werd openlijk uiting gegeven
aan de bekende meening harer voormannen,
dat namelijk of wel de leer der Kerk over
geld, eigendom, woeker en wat er mede
samenhangt, verouderd is, of tenminste
uitgelegd moet worden volgens Pésch en
Cathrein, die van de duidelijke en klare
leer der Katholieke Kerk een slecht ver
taald woordenspel hebben gemaakt.
Want al moge men zich uitputten in het
opsporen van redenen, waarom de Kerk on
danks hare uitdrukkelijke leer in de negen
tiende eeuw het algemeen aannemen van
den gebruikelüken intrest ging dulden, ook
waar geen sprake van schadevergoeding
kon zijn; het beginsel zelf had men onge
rept moeten laten; nimmer had men de
meening mogen verkondigen, dat er enkel
door het uitzetten en uitleenen van geld in
onze dagen eenig recht op rente kon ont
staan, nimmer had men van eene huur van
geld magen spreken. Zoo werd dan in Ne
derland de ketterij van Molinaeus openlijk
gehuldigd en wel vooral door die instelling.
die zich krachtens haar naam het herstel
van de Katholieke leer op sociaal en eco
nomisch gebied ten doel had gesteld.
Ja nog erger. Had zich de Actie bepaald
tot het aanmoedigen van het oprichten van
/<?«/(banken, er zou geen reden bestaan om
haar van afwijking van de Katholieke leer
te beschuldigen. Immers het streven om
aan menschen, die er behoefte aan hebben
zoo yoordeelig mogelijk geld te leenen, is
niet in strijd met de Leer der Katholieke
Kerk, maar hel streven der spaarbanken is
hier aan juist tegenovergesteld; immers zij
streven naar eene winst, die zoo hoog
mogelijk moet zijn, terwijl het kapitaal
veilig moet worden belegd.
En niet alleen worden door de Kath. Soc.
Actie de spaarbanken aanbevolen als een
middel om tijdelijk het bespaarde geld van
het volk te bewaren, maar het sparen van
geld en het kweeken van rente met dat
geld wordt openlijk door haar aangemoedigd.
Scholen en patronaten, drankbestrijders- en
werklieden-vereenigingen, alle Katholieke
instellingen werden door haar aangespoord
o ra mee te helpen ten einde aan het volk
wijs te maken, dat het opsparen van geld
en het kweeken van rente uit en met en
door dat geld eene deugd is. Het wordt zelfs
als een sociaal opvoedingsmiddel aangepre
zen bij uitnemendheid.
Terwijl eene andere Vereeniging de oor
zaak der sociale in te groote toename der
bevolking ziet en daarom middelen aan
prijst, die wij katholieken in strijd achten met
de natuur; schijnt de Katholieke Sociale
Actie de oorzaak der sociale ellende niet
zoozeer in de te ongelijke verdeeling der
goederen, maar vooral in het gebrek aan
geld te zoeken en beveelt zij daarom aan
om zoo algemeen mogelijk geld te gaan
fokken pp eene wijze, die volgens de uit
drukkelijke leer der Katholieke Kerk
onrechtvaardig en eveneens tegen de natuur
der dingen is. E a daarbij gaat zij groot pp
den Katholieken naam en pronkt zij niet
enkel met de koninklijke goedkeuring.
De mug van een onschuldig
koekloterijtje of van een verknoopt appeltje of
lek?kernijtje wordt angstig gezift, maar de
kameel van den woeker wordt doorgeslikt
en daarbij behangt men zich met den mantel
van de christelijke rechtvaardigheid en
liefde en met vrome spreuken over het
geheele lichaam.
En toch is datgene, wat de zoogenaamde
Katholieke Sociale Actie als deugd aanbe
veelt volgens de uitdrukkelijke leer der
Katholieke Kerk eene misdaad tegen de
natuur.
En toch is volgens de leer der staathuis
houdkundigen, die aan de leer der Kerk
vasthouden en op wie, zooals Weisz zoo
juist zegt, alleen bij de oplossing der sociale
kwestie kan gerekend worden, datgene wat
de Katholieke Sociale Actie in Nederland
tot herstel als een geneesmiddel aanbeveelt,
de kiem en de kapitale en kardinale oor
zaak van het sociaal bederf.
En toch is datgene wat door en namens
de Katholieke Sociale Actie aan de jeugd
wordt aangeleerd als deugd volgens de leer
van Sint Thomas en van alle kerkleeraars
en theologen van naam een grove onrecht
vaardigheid. Het handjevol Duitsche
Jezuiten en Haarlemsche theologen, die van de
leer der Kerk afweken, komt daarbij niet
in aanmerking.
Maar 't is hier niet de hoofdzaak of en
waarom en in hoeverre er bij het leenen en
uitzetten van geld interest mag worden
aangenomen. Nu eenmaal het bederf alge
meen en overal is doorgedrongen, kan men
zich wellicht beroepen op het grondbeginsel,
dat tot het onmogelijke niemand verplicht is.
Van veel meer belang is het evenwel de
vraag te stellen, of er op datgene, wat men
onder kapitaalrente in engeren zin verstaat
(dat wil zeggen op rente uit geld, uit loi,
fuDgibel, fluctueerend kapitaal) volgens de
Katholieke leer eenig recht bestaat. Zij
die aan de leer der Katholieke Kerk, gelijk
wij, vasthouden, schromen niet te zeggen,
dat de sociaal-democraten in hun bestrijding
der kapitaalrente en hun waardeleer in
hoofdzaak gelijk hebben. Wij houden even
wel in beginsel vast aan de doelmatigheid
van het privaatbezit en aan de rechtmatig
heid van de grondrente en van de
ondernemingswiost.
Met dat al komen wij ook op het terrein
der praktische economie en der politiek zeer
dicht bij de gematigde sociaal-demokraten;
zoo dicht zelfs, dat mij eens een professor
der theologie verklaarde, dat hij bang was
voor de leer der ouden, omdat men do ar
haar te aanvaarden noodzakelijkerwijs zeer
dicht bij de rooden komen moest. Waarlijk,
't is toch wel het toppunt van dwaasheid
om uit vrees voor de sociaal-demokraten de
leer der Katholieke Kerk over boord te
werpen.
In zijn Studiën in der
romanisch-kanonistischen Wirtschafts und Rechtslehre"
had de liberaal dr. Wilhelm Endemann reeds
voor jaren gewaarschuwd voor einen
Socialismus geübt durch die kirchliche Ge wal t"
onder den invloed der woekerleer.
Ein Autor," zoo zegt hij, der die
Wahrheit der alten L3hren und damit, da es sich
urn einen so beraus wichtigen Einflusz auf
das Staats-und Volksleben handelt, das In
teresse der Kirche vertritt, behauptet
zugleich das wahre Interesse des Volks zu
vertreten. Ihm stehtfest, dasz das ganze sociale
Elend der Gegenwart nur dem Bruch mit
den Geboten der Kirche zu verdanken ist."
En toen in Nederland en met name in
het bisdom Haarlem, de afwijking van de
katholieke leer onder de theologen hoogst
bedenkelijk was geworden, daagde niemand
minder dan professor Bolland op om de leer
der Kerk te verkondigen en te beweren, dat
de katholieken krachtens hunne beginselen
zeer dicht bij de sociaal-demokraten be
hooren te staan en dat de leer der nieuwere
theologen in tegenstelling is met de aloude
leer der Kerk.
Dat de professor dezen dienst niet uit
vriendschap jegens de katholieke Kerk be
wees, behoeft geen betoog; maar 't zou er
een van groate beteekenis zijn geweest,
indien daardoor onze theologen tot studie
en nadenken waren aangespoord 1). Helaas
dit was maar al te weinig het geval!
Tegen professor Bolland trad professor
Aengenent in het krijt, in naam om de Kerk
te verdedigen, in werkelijkheid om de
moderne theologen, welke van de leer af
dwaalden, schoon te wasschen van den
blaam door professor Bolland op hen gelegd.
Hij deed dit op de gebruikelijke manier door
namelijk in zijn eerste gedeelte de leer der
Kerk te verdedigen en in zijn tweede gedeelte
juist het tegenovergestelde.
Tegen zijne oppervlakkige beweringen op
te komen was, gegeven de toestanden in de
katholieke pers ten onzent, toen eene on
mogelijkheid, en als dan diezelfde professor
Aengenent adviseur werd van de Kath.
SDC. Actie stond het te vreezen, dat de kapi
talistische stroomingen het aldaar zouden
winnen; te meer daar de kapitalistische
grondstellingen openlijk door mannen als
Kooien en Wijnbergen werden verdedigd,
terwijl mr. Aalberse in zijn sociaal weekblad
alle ernstige polemiek wist af te snijden en
daardoor verhinderde, dat de katholieke
beginselen op sociaal en economisch terrein
van uit het buitenland in Nederland door
drongen. Zoo is het dan zoover gekomen,
dat de onfeilbare en onveranderlijke leer der
Katholieke Kerk voor de theologen der Kath.
Soc. Actie in Nederland een ergernis en voor
hare advokaten een dwaasheid geworden is.
PEREGRTXUS.
1) Het feit, dat het eau uitdrukkelijk
leerstuk is van het katholiek geloof, dat alle
winst ter wille van eene geleende som
woekerachtig en ongeoorloofd is, kan moeilijk ont
kend worden, en ook de zoo voorzichtige
Weisz zegt in het 22jte hoofdstuk zjjner
Sociale Frage: Eins glauben wir jedcch
mit aller Sicherheit auasprechen zn dürfen,
dies namlich, dasz die ganze Vergangenheit
ihre Lehre vom Zins als een Dogma sowohl
der Oflanbarung als des Naturrechtes und als
eine gemeineame Grnndbestimmung aller
Rechte betrachtete."
Bestrijiers ran wettflyte wiikehMtiflE,
Een der voornaamste argumenten voor
een wettelijke regeling der winkelsluiting
is: dat een enkel man of firma een vrijwillige
regeling kan doen mislukken.
Nu bestaat er in ona land een Nationaal
Comitétot verweer tegen een wettelijk te
bepalen sluitingsuur, om de vrijheid der
winkeliers hoog te houden !
Dat comitéheeft, natuurlijk, ook een
orgaan. Het heet: Ons Recht.
En nu knip ik voor de aardigheid uit
het nummer van 15 Juli (als raadslid heb
ik de bénéfice dit blad gratis te krijgen en
men ziet dat 't aan mij besteed is) dit stukje:
Geen Negenuursluiting.
De door winkeliers in manufacturen,
heeren- en damesconfectie en aanverwante
artikelen te Haarlem voorbereide negen
uur-sluiting in Juli en Augustus, kan niet
doorgaan, daar een der grootste winkeliers
in manufacturen enz., niet bereid was, mede
te doen en meerdere onderteekenaars slechts
mede wilden werken onder voorbehoud, dat
bedoelde firma ook te 9 uur zou sluiten."
Het is, moet ik zeggen, toch maar een
prettig soort van vrijheid, die deze heeren
voorstaan, waarbij een man de vrijheid van
beweging en sluiting van alle andere col
lega's belemmeren kan.
In Engeland is juist de Ver. tot bewerking
van vroege sluiting langs den vrijwilligen
weg door de ervaring met die vrijwilligheid
er toe gekomen aan te dringen op een
wettelijke regeling.
Als de lezers van Ons Recht nog een paar
van die ervaringen als deze Haarlemsche
onder d' oogen krijgen, gaan ze misschien
ook wat anders over de gezegende vrijheid
en vrijwilligheid denken.
L. S.