Historisch Archief 1877-1940
Na 1728
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De Techniiken van het Kunttnaaldwerk,
door I. VAN EMSTEDE WINKLER. 8. van
Looy, Amsterdam, 1910.
Al weder «ene nieuwe bydrage tot de be
langrijke litteratuur, die ziek heeft gevormd
op het gebied van het Kunstnaald werk sedert
de herleving der belangstelling in. dezen kunst
vorm voor na ruim vyf en twintig jaren.
Terecht herinnert de heer Berden, directeur
der Rijksschool voor Kunstnijverheid, in het
Voorwoord, waarmede hjj dit werk inleidt
bjj bet groote publiek, aan het vele dat in
dit tijdsverloop is veranderd, en ten goede
veranderd. Hoe onbeholpen waren toen nog,
tengevolge van het verloren gaan der traditie,
door onbruik en onverschilligheid, de hand
grepen, waarvan men zich bediende, hoe af
gesleten de patronen, waarnaar men werkte,
hoe gebrekkig de materialen, waarvan men
gebruik maakte. Wie dacht toen aan de rjjke
verscheidenheid in Boort en kleurschakering
van de bordnurdraden en weefsels, die de
industrie thans in verlokkenden glans voor
ons beschikbaar stelt ? Wij meenden dat alleen
helder rood en krachtig blauw vantoepassing
waren op waschbare stoffen en'spraken toen
van blauw borduren" dat reeds eene groote
afwisseling was bjj het eenwige wit borduren
en onvermijdelijke tapiseeriewerk. Wjj luister
den met eenige verbazing toe, als de heeren
Taurel en de Krnyff, wier namen zeker niet
mogen worden vergeten,- als van eenen keer
der dingen op dit gebied wordt gesproken,
ons vertelden van vlakornament," van or
namentleer," van gestileerde vormen."
De door hen met de meeste beslistheid
geformuleerde eisch, dat de bordnnrster
moet kunnen teekenen, scheen eerst zoo
overdreven; en thans weet iedereen wel,
dat zonder vaardigheid in het teekenen b
het kunstnaaldwerk niets deugdelyks kan
worden bereikt. Wat was het eene open
baring van ongedachte ccb.oonb.eid voor die
genen onzer, die het knnstnaaldwerk lief
hadden als bjj instinct, en die zich haastten
om zich te laten inschrijven voor de kunst
naald werkklasse aan de Rijksschool voor
Knnstnyverheid, zoodra deze werd geopend
onder leiding van mevrouw van Emstede
Winkler, om toe te zien bij de technische
vaardigheid, die deze leerlinge van de be
roemde kunstnaaldwerkschool te Weenen ons
te aanschouwen gaf; om schoonheid van lijn
en kleur door vergelijking te leeren begrijpen
bij de onder haar oordeelkundig toezicht
ondernomen restauratie van kostbare antieke
werkstukken.
Sedert is door verbeterde hulpmiddelen,
door de impalsie uitgegaan van tal van ten
toonstellingen), door de systematische oplei
ding waartoe- de op aandrang der Vereeniging
Tesselschade ingestelde Staatsexamens heb
ben geleid, door de rqke litteratuur, door de
krachtige medewerking onzer
Industriescholen, door oordeelkundige bestellingen van
particulieren eene hoogte van volmaking in
techniek, in klenrenkens en in ontwerp be
reikt, waardoor de oude toestanden van voor
r «i m een kwart eeuw geheel zjjn te niet
gsdaan. De ernst, waarmede heer Tanrelin
de eerste uitgaven van zyo bekend werk De
Aesthetifk der Vrouwenhandwerken nog streed
en strijden moest tegen paardenkoppen met
glazen kraaltjes in de oogen op pantoffels:
UIT DE NATUUR.
CCCLXXXVII. Over de Echo.
Mijnheer H... en mag ik n meteen heel
vrijpostig "eens iets vragen. Ik kom er top,
doordat n my' al meer dan eens in de Groene
stndiezaken helder hebt gemaakt, die my
half of bijna heel duister van school waren
bijgebleven. Uw manier van uitleggen...
enz., daarom, mynheer als u eens weer uw
stukjes over planten, dieren en delfstoffen
wilt afwisselen met een artikel over wat
anders nit de natuur, zou n dan eens enkele
proeven willen verklaren, die ik nooit heb
kunnen begrijpen, niet op de les en niet uit
het boek; waargchynly'k ligt het aan my,
want de meeste andere jongelui uit mijn
klasse begrepen het wel; of ze deden maar
zoo. En .nu is my'n dochter al weer zoover
en vraagt my' om licht; zy heeft blykbaar
het gebrek aan begrypvermogen voor
physicaproeven van haar moeder geërfd. Ik bedoel
diéproeven, waar je nooit iets van ziet, die je
alleen leert nit het boek of die je gedicteerd
worden, p. a. die over de snelheidsbepaling
van het licht, met het wiel van Fizeau...
Mevr. C. C. D?F.
De brief, waaruit ik dit laat zetten, ligt
my al een paar maanden te kriebelen. Ik
heb dadelijk en heel beleefd, zooals het op
zoo'n vleiend schrijven past, geantwoord, dat
ik het gaarne eens wilde probeereu. Wat nu
zoo heel veel niet beteekent, al maakt ook
voor my belofte schuld; want als ik op de
ry af my'n beloften in deze ging vervullen,
was mevr. D.?F. in de eerste driejaren toch
nog niet aan de beurt. Maar die mevr. is een
taaie, die my zoo nu en dan en bepaald
geestig mijn belofte tracht te herinneren en
zelfs kleine-menschen-prikkeltjes niet ver
smaadt als: spijtbetuiging iets gevraagd te
hebben dat boven uw vulgariseer-krachten
gaat," dat een op zich zelf goede methode
natuurlyk niet voor allen pasklaar is te maken"
en zoo meer. Daarom in vredesnaam het rad
van Fizeau.
Het is een mooie natuurkundige proef,
een van de belangrijkste, die er ooit genomen
zijn en tevens wel een van de zuiverste en
vernuftigste en ingewikkeldste die er ooit
bedacht zyn. Moeilijk te begrypen is de proef
zeker, dat heb ik by het examineeren meer
malen gemerkt, als iemand die het behoorde
te weten en ook meende- het te weten, er de
kluts bij kwy't raakte, zoodra meer dan woor
den uit het boek werden geëischt. Ik zal
evenwel trachten de zaak ook duidelijk te
maken, voor iemand die nog weinig of niets
van physica weet; en daarby' mijn oude
beproefde methode volgen, nl. doen of de
lezer er nog volstrekt niets van weet,
bouwen op iets dat iedereen weet, ty'd en
ruimte niet sparen, maar heel uitvoerig
zjjn en toch alles weg laten, wat voor het
begrip niet strikt noodig is.
In zoover blijf ik hierbij zelf experimenteel,
dat ik zoo iets mijn lezers niet voorzet, alvo
rens op een onwetende de proef genomen te
hebben met my'n opstellen.
Zoo heb ik het voordeel, dat lezers die al
wisten, wat ik te vertellen heb, misschien
beter dan ik zelf, toch eenig genoegen kunnen.
vinden in de manier van exposeeren en
tegen hoog opgewerkte, keurig geschoren
poedelhondjes op vloerkleeden en voetkussens:
tegen de traditioneele, zorgvuldig en precies
op gaas afgetelde bpnqnetten, die dan, achter
glas en houten omlijsting gevat, dienst deden
als schildery: tegen ragfijn witbordnursel,
zoo fijn, dat men niet kon zien, hoe het
gemaakt was", wat toen als hoogste lof
spraak gold, maar waarbij dooi het krie u welige
karakterlooze patroon het effect in geenen deele
beantwoordde aan de daaraan besteedde in
spanning en den verbruikten ty'd, die ernst
wekt büeene tegenwoordige lezeres slechts
eenen ongeloovigen, spótachtigen glimlach.
De jongeren onder ons kunnen het zich
eigenlijk &,\ niet recht meer voorstellen, dat
zy onderen die soort van dingen werkelyk
hebben gemaakt, en mooi vonden; er
zelfs trotech op waren. Maar onder die onderen
is er menigeen, die het dankt aan de lessen
van mevrouw Van Emstede Winkler en
laat ik er büvoegen aan de colleges van den
heer De Krnyff, destijds directeur der Rijks
school voor Kunstny verheid, dat zy beter
heeft leeren onderscheiden, nieuwe wegen
heeft leeren gaan, meer bewust heeft leeren
arbeiden.
Voor dezulken vooral is het werkje van
mevr. Van Emstede Winkler een welkom bezit.
Zooals de titel aangeeft, beperkt het zich
tot wenken büde technische uitvoering en
mét eenigen spy't missen wübier, ter illu
stratie van de toepassing, afbeeldingen van
eenige dier schoone werkstukken, zpoals zy'
?in den loop der jaren onder leiding van
mevrouw Van Ernst ede in grooten getale zijn
vervaardigd en waarvan ik er verscheidene
heb mogen opnemen in my'n geschrift de
Borduurkunst. I k denk daarby' ook aan nieuwere
kunstwerken nit de school van mevr. Van
Emstede als het prachtige borduursel voor
de wieg van prinses Jnliana, dat algemeene
bewondering heeft gevonden. Misschien laat
de schrijfster op dezen eersteling nog eens
een tweede deel volgen, waarin ook de
ornamentiek in verband met grondstof en
techniek wordt behandeld. Voorloopig moeten
wüons vergenoegen met eene schets der
technieken alleen en erkennen, dat de illu
stratie daarvan, alles naar oorspronkelijke
teekeningen, bijzonder fraai is, evenals de
druk en de geheele vorm van uitgave. De
hoofdvormen waarvan de verschillende
talry'ke fantaisiesteken en modevormen zijn
afgeleid vinden wy hier alle vertegen
woordigd : de kruissteek en zyne varianten
in het rechtlijnig borduren", zooals mevrouw
Van Emstede met eenigszins Duitsch getinte
woordenkeus het noemt, het knoopwerk
in het macramé, het openwerk in punto
tirato en Perzisch openwerk, het
goudborduren in tal van vormen, het kant werk in
punto a reticelta en Brusselsche kant, het
fijne zy'de borduren in het Japansch vlak
borduren en in kleurig Arabische borduur
sel, etc. etc. Eigenlijk hadden wügaarne
nog iets gekregen omtrent het nobele antieke
doorgestopte filet-werk; het typische
Hardanger en Hedebo werk, het karakteristieke
erewel werk; maar die technieken laten zich
büeenig nadenken toch alle afleiden van de
in dit boek voorkomende hoofdvormen en
als vergoeding kregen wüiets geheel nieuws,
namelijk het piquéborduuren, waarby eene
lichte vulling wordt geschoven tusschen twee
op elkander gelegde stoffen. Eaoe fijne be
werking in tint en kleur hetzij van het
ornacomponeeren,een genoegen dat eenigszins over
eenkomt met het naspelen van een interessante
party schaak. Ook hierbij is geduld vereischte
en wat schijnbaar niets met de zaak te maken
heeft, blijkt later een nuttige en noodige
voorbereiding te zijn geweest. Zoo begin ik
ook nu met iets anders.
Herinner u even een echo, die ga hier of
daar gehoord hebt; ge stond toen tegenover
een muur, een heuvel, een dennenbosch of
boven een put; uw woorden, de gilletjes of
uitroepen werden tegen dien steen-, zand-,
houten- of watermuur gegooid en door die
vasten wand naar u terug geslingerd. Natuur
lijk niet de woorden, het geluid of de klanken;
hoe kun je klanken gooien of voortschieten?
Alleen iets, wat gewicht" heeft, kan wegge
gooid, door veerkracht teruggeworpen en
weer opgevangen worden, een steen, een bal,
een prop papier; een klank weegt niets, en
kun je niet weer opvangen en stellig niet
tegen een klein trilvliesje in je oor.
Het is allemaal beeldspraak, ingegeven
door een treffende overeenkomst met waar
genomen verschijnselen; het feit dat er een
wand of muur noodig is, indien de echo
opgemerkt zal worden, en ook dat er tijd
verloopt tusschen het gaan en het terugko
men, tnsschen het hooren spreken door den
mond en daarna door den muur, wekt op
het hooren van een echo van oudsher by
iedereen de gedachte aan een weerkaatsing,
gel ij k aan die van een bal loodrecht tegen
een muur geworpen.
Vraagt ge u zelf by zoo'n gelegenheid, wat
dan eigenlijk wel van u wordt
voortgeslingerd en naar u teruggeworpen, dan antwoordt
ge dadelijk: het geluid kan het niet zijn, dat
is iets geest el ij ks, dat in ons zit; het bestaat
alleen inwendig, in het hoofd van den mensch
en de meeste dieren. Op het oogenblik dat
alle menschen en dieren ophouden te bestaan,
is ook het geluid verdwenen, e veneens indien
alle menschen en dieren volslagen doof wor
den. Maar zoo het geluid niet wordt
teruggegooid, dan toch iets, dat met het geluid in
verband staat; en nu herinnert ge u wel
gelezen -of gehoord te hebben, dat zonder
lucht geen geluid kan worden waargenomen,
dat er in het luchtledige volkomen stilte
heerscht. In de hoogere y'le luchtlagen be
gint dit al merkbaar te worden. En inderdaad
wat wordt gegooid, teruggekaatst, is lucht,
een bal, een prop lucht of eigenlijk een heele
rist uigegooide luchtproppen. Door de spier
werking, den stoot bij het spreken, wordt de
lucht voor den mond in elkaar gedrukt tot een
prop ; die ontspant zich en drukt daarby weer
de aangrenzende lucht inén, en zoo verder
en verder. Zoo beweegt zich schijnbaar de
eerste prop voort en zoo worden er in
werkeljjkheid tot aan den kaatsmnur toe, ineen
rechte lijn, proppen gevormd. Stoot de laatste
veerkrachtige prop eindelijk tegen den muur,
dan begint die schijnbaar trillende of golvende
beweging op nieuw, maar nu in de richting op
u toe.
Het spreekt van zelf, dat zulke luchtballen
of luchtproppen naar alle zijden worden
voortgedreven als de waterstralen nit de
gaatjes van een gieter met bollen mond ; niet
alleen naar den wand, die de echo zal geven ?
immers ge kunt het gesproken woord bijna
evengoed hooren als ge naast en boven den
spreker staat, minder goed achter hem.
ment, hetzy van den achtergrond, kan het
geheel nog op eene zeer bijzondere wyze tot
zyn recht doen komen, zie flg. l en flg. 2.
Maar men zij hier zeer voorzichtig en houde
strenge rekening met de eischen van het
vlakornament; alleen een geoefende smaak
zal hier iets werkelyk fraais tot stand kunnen
brengen.
JOHANNA W. A. NABEH.
Hllllllllllllllllllllllllll
ALrLrEÏ^ErEL
Aan zee.
Het haar, kostbaar sieraad, dat het
vronwelijk gelaat bekroont, eischt om zijn schoon
heid ongerept te bewaren, veel zorg.
Maar in het bijzonder moet het kapsel met
groote omzichtigheid behandeld worden aan
het strand der zee, want het vocht-, zout en
stofgehalte der lucht is daar sterker dan
ergens elders, en deze drie elementen zijn
zeer tchadely'k, zoowel voor de kleur als voor
den glans van het haar. De hygiënisten heb
ben echter ook voor dit euvel een uitmuntend
tegengif gevonden, en alle schadelijke gevol
gen worden afgevend door wasschingen met
gekookt regenwater of een zwakke oplossing
van borax, een dessertlepel op een kwart
liter water. By warm weer moet het haar altijd
door de lucht gedroogd worden, waarbij ook
de waaier goede diensten kan bewijzen.
Massage met de vingers is bevorderlijk aan
het bevaren van den glans.
* *
*
De inhoud van een potlood.
Weet ge hoeveel prentbriefkaarten er ge
schreven kunnen worden met een enkel
potlood ? Men heeft bewezen, dat een
normaalhard, goed potlooi in staat is viermaal
honderdduizend woorden op het papier te
brengen. Een gewone prentbrief kaart, gelijk
we die van pleizier-reizigers plegen te ontvan
gen, voorzien met een korten groet en een
onderteekening, bevat met het adres mede,
gemiddeld 10 woorden. Men schrijft dus
met n enkel potlood 40000
prentbriefkaarten, die tegen 3 ceuts per stuk berekend,
een som vertegenwoordigen van 1200 gulden.
Van een bekend Engelsen novellist verhaalt
men, dat hu n zijner romans geheel vol
tooide met n enkel potlood. Hy ontving
voor dezen romans een honorarium van 400
pond sterling of ? 4800. Het potlood dat hem
10 cents kostte, bracht dus een rente op van
48000 procent. Beter geldbelegging is zeker
wel niet denkbaar.
* *
#
Bloemenspraak.
In 't klassieke land van kunst en poëzie
büuitnemendheid, in het herboren Grieken
land, wordt onder jonge mannen en vrouwen
bizonder veel werk gemaakt van de
bloementaal, die er zich tot een fijn en
rijkbewerktuigd geheimschrift ontwikkelde. Minnenden
kunnen in 't voorbijgaan op straat elkander
alles zeggen door een bloem of een combi
natie van bloemen in de band, op jas of
blouse, in 't haar of op den hoed gedragen,
even uitvoerig, voor hen die goed verstaan,
als een lange brief, of een geheim gesprek
van 't balkon by maneschijn, wat niettemin
ook zeer romantisch is. Wenscht een meisje,
dat haar aanbidder 's avonds bij een vriendin op
de thee haar ontmoeten zal, dan draagt ze een
half-ontloken knop van een theeroos,
veriiiiijiiiiiimiiiiiuMiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimniiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiii
Maar wij hebben voor ons doel het door
gronden van wat er eigenlijk gebeurt in
de eerste plaats te letten op de Inchtproppen,
die in de richting van den echo-wand worden
voortgejaagd.
Dat kunnen we voor ons zelf en anderen
ook, wel eenigszins tastbaar of zichtbaar maken,
door ons voor te stellen, dat die lucht door een
nauwe buis werd gedreven. Neem maar een zeer
lange en zeer nauwe en nogal dunne elastieken
slang, die horizontaal is opgehangen; aan
het eene eind ia een blaasbalg bevestigd, het
andere eind rust loejej tegen den verren
muur. Drukken we snel en krachtig de
blaasbalg samen, dan zwelt vlak voor den
mond van de koperen pijp door de luchtdruk
de elastieken slang op tot een bal of prop,
het gerekte elastiek trekt weer samen en
drukt de lucht weer ineen, zoodat een
oogenblik later een eindje verder dezelfde, ofschoon
iets zwakkere zwelling ontstaat, een oogenblik
later weer verder. Wie op een afstand staat,
ziet de luchtprop in de slang voortglijden of
zich voortplanten; toch is dit voortgaan
slechts schijnbaar, er valt misschien vooraan
bij de blaasbalg eenige verplaatsing voor,
maar ook dit is niet zichtbaar; wat ge op
merkt is niets dan een opzwellen van de
elastieken slang, maar achtereenvolgens en
geleidelijk op naast elkaar gelegen plekken,
uw oog kijkt de ontstaande proppen na en
krygt den indruk dat de zwelling voortloopt,
zich voortplant, dat de slang schijnt te golven ;
een zoogenaamd voortgaande golf is ontstaan.
Geeft de blaasbalg weer een stoot kort na
den eersten, dan volgt een tweede luchtbal of
luchtprop den eersten, en de tweede zwelling
van het elastiek volgt de vorige, enz. Met
een lange gasslang gevuld met water, die ge
gezeld van een viooltje, dat de vriendin be
duiden moet. Wenscht zij, dat de aangebedene
vroeg zal komen, dan voegt zjj er een
vuurroode roos aan toe. Hoe voller deze ontloken
is, des te vroeger het uur waarop zjj ham.
wacht. Heef t zy' dan tevens een donkergekleurde
viool in de hand, dan beduidt dit: Weesop
uw hoede, er dreigt gevaar." De meest droevige
boodschap voor een Helleensch jongeling is
het, als hij zqn adorée" tegenkomt met een
bouquetje gele anfers in de ceintuur... de
ongelukkige is dan geducht in ongenade
gevallen.
« *
Modegrillen.
De mode van den tegen vroordigen tijd, wat
van alle modetijdperken niet kan gezegd
worden, heeft practische neigingen. Weinigen
maar zullen het hebben betreurd, dat ze
gedurende de zomermaanden de afschaf
fing voorschreef der handschoenen. Onze
zusters kunnen nu hun blanke, fijne vingers en
fraai gevormde polsen onbedekt ter schouw
dragen, en wie ze op ouderwetsche wijze in
't peau de suède of in 't wit of paille of
grisperle zij kleedde, gedroeg zich hoogst onfat
soenlijk, Onpractisch mag het misschien,
gegeven ons uiterst wisselvallig klimaat,
heeten, dat ook het demi-décoletée voor
blouses en japonnen in zwang bleef. De rag
fijne entre-deux of guèpure-borststukken kun
nen nauwelijks gelden als een bedekking van
den hals, die er zacht-rose doorschemert en
die après-tout niet bestand is tegen de vlagen
van den ten onzent overbeerschen Noorden
wind. Dit voerde echter tot de herleving van
een andere oude mode, nl. die der sjawls,
die sedert korten tijd weder met zwier en
gratie worden gedragen, wel klein nog en van
lichte, zij den stoffen, van kanten gaas en
zilverborduursel en zwanendons, maar zich toch
langzaam aan verlengend en verbreedend. De
mogelijkheid is niet uitgesloten, dat menigeen
binnenkort spijt zal hebben grootmoeders
kostbare Perzische omslagdoek te hebben
gebruikt voor wandbekleeding boven kapstok
of sofa, te hebben doorpriemd met spijkers
en haken, of tot een blouse verknipt. Mis
schien komt er een tijd, dat men de antique
sjawls tegen goud opweegt. Ieder weet, dat
de mode grillig is, maar ze blijkt het toch
steeds erger dan we vermoedden.
***
Tooneelspekrskwellingen.
De Engelsche tooneelspelers schijnen ge
ducht bygeloovig te zijn. Ik vind een massa
dingen vermeld, die een Britsch acteur
vermy'dt uit vrees voor onheil. Men roept b.v.
kwade geesten op door in den ledigen
schouwburg te fluiten : het is een voorteeken
van echec, evenals het omgooien van de
kapdoos tijdens het toilet. Een
tooneelcostuuoi waarin men succes had, moet men
niet door een nieuw vervangen: het succes
verdwijnt met het costuum. Een acteur, die
op de repetitie de laatste regels van zijn rol
moet herhalen, is reddeloos verloren: hij
worit uitgefloten. Even noodlottig is het
omdraaien van de coulise, wanneer men er
langs loopt. Sommigen hechten aan de kleur
van het costuum, waarin ze optreden; geel
wordt door velen gevreesd. Geel-houten
blaasinstrumenten worden zelfs nit de schouw
burgorkesten geweerd, za brengen onheil.
Enkele rollen in a'n geheel zijn voor
andere acteurs schrikbeelden, o.a. Shakes
aan de waterkraan bevestigd hebt, kunt ge
door het kraantje beurtelings te openen en
te sluiten, iets dergelijks vertoonen.
Zóó werkt ook de mond, als hij den
echowand een woord, een toon toeroept of
toefluit. Laten we om het enkelvoudige van het
geval by n toon blijven.
Stel u nu voor dat iemand op een plek
waar een duidelijke echo gehoord wordt,
n seconde lang een toon fluit of zingt, de
a van de stem vork b.v. Dan geeft hij in die
seconde 435 stootjes aan de lucht voor zyn
mond, en eventjes later ontvangt de echo
muur h»t eerste en geeft er 435 terug ineen
seconde. Als de eerste van de 435 stootjes
het oor van den fluiter of zanger weer be
reikt, trilt zijn trommelvlies; dit brengt de
regelmatige beweging over op zijn
gehoorbeentjes, die weer op een ander vliegje en
eindely'k ontvangt de gehoor zenuw de prik
keling der stootjes; die zenuw geleidt het
naar de hersenen en wij krijgen een gewaar
wording die wij den naam van geluid geven,
in dit geval van een toon, met den naam a
aangeduid.
De tijd nu, die er verloopt van het begin
der luchtbeweging, het spreken, tot op het
oogenblik, dat de persoon zijn eigen geluid
opnieuw vernam, is de tijd. die de
luchtgolving noodig heeft gehad om den weg heen
en weer af te leggen; was die afstand een
kilometer geweest, dan zou de tijd tusschen
het begin van het fluiten en het begin van
echo-hooren juist drie seconden zijn geweest.
Dat is door herhaalde proefnemingen aange
toond, en men drukt dit uit door te zeggen:
de voortplantingssnelheid van het geluid in
de lucht is l K.M. in 3 sec. of rond 333 M.
per seconde.
Bepaling der snelheid van de geluidvoortplanting in water. Het prentje (uit het
mooie, groote boek: Wilhelm Meyer: Naturk! af te") zegt zelf wel hoe het gaat;
tegelyk met den slag tegen de bel, wordt op het voorste schuitje door den zelfden
stang een pistooltje afgeschoten en zoodoende een licht- en geluidsein boven water
gegeven. Hoorn, Autophotograaf en phonograaf met uurwerk vangen de beide ge
luiden en het lichtsein op, en teekenen nauwkeurig de tijd aan.
Concurrentie aan den Ooievaar.
iiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiNiiiiiii
peares Macbeth. Het spelen van deze rol,
zegt men, was voor menige goede reputatie
het noodlottig einde.
***
Duur logies.
By'na iedereen is 't wel gebeurd, dat zy
op reis op haar hotel-rekening een bedrag
vond. dat haar veel te hoog voorkwam voor
een nacht onrustig slapen op een vreemde
legerstede. Voor deze schrikachtigen is o. a,
niet gebouwd het S t. Regis-ketel te New
York, dat n zit- met elaapkamer bevat,
waarvoor men 25 pond sterling, d. w. z.
? 300 per nacht betaalt. Woont men een
jaar in deze kamer, dan geeft men daarvoor
de kleinigheid van honderd en negen duizend
vijfhonderd gulden. De kamer is zelden
leeg... ieder die voor rijk wenscht door te
gaan, wil er gelogeerd hebben. Het is voor
menigeen een goede reclame.
ALLEGEA.
Sic Transit.,.
Een oude haan veel kipjes zag.
O oude-hanen-smart I
Wanneer een haan niet kraaien mag,
Dan breekt zijn hanen hart.
En die dit niet begrijpen kan,
Die worde maar eerst oud.
Wanneer het vuur het hart verlaat,
Dan wordt het harte koud.
De haau werd krank; de haan ging dood.
Ge vraagt nog, hoe dat kwam?
Omdat geen euk'le lieve kip
Yan hem notitie naai.
PKEHKE DEN BELG.
Dit is tamelijk snel en verklaart onmid
dellijk hoe het komt, dat wij alleen dan een
echo hooren, als de terugkaatsende wand een
flink eind van ons verwijderd is. Hoever is die
kortste afstand minstens? Ook dat is gemak
kelijk na te gaan. Is de wand büv. maar 8 M.
van ons af, dan heeft het geluid heen 8 M. en
terug 8 M. af te leggen, van mond tot oor;
die 16 M, legt het geluid in ongeveer '/.n
sec. af; 'dus volgt het echo-woord M sec. na
het gesproken woord, maar zoo'n korte pauze
tusschen twee klanken kan ons oor niet
waarnemen; de pauze, dus de tijd die het
geluid noodig heeft om heen en weer te
gaan, moet voor de meeste ooren minstens
i/io sec. zijn, zullen wij de echo na en.niet
gelijktijdig met het eerste woord vernemen.
In '/ID sec- nu *e8t b-et geluid ruim 33 M. af,
dus de afstand tnsschen spreker en een muur,
die een duidelijk waarneembare echo zal
geven, moet minstens 16 M. bedragen.
Ook moet ik nog even in herinnering
brengen, hoe het te controleeren is dat,
het geluid l sec. doet over een weg van
333 M. Gaan op een donkeren avond twee
menschen in een laan l K. M. van elkaar
staan, elk met een chronometer en een
gloeilampje büzich, en spreken zij af dat
precies op vol uur de een een pistool af zal
schieten, dan zal de ander het geluid 3 sec.
na vol uur hooren.
Ze kunnen ook om de beurt vuren ter
controle en de seconden tellen tusschen het
zien van het vuur en hooren van het schot.
Ieder schoolkind past dit toe, om de vraag
te beantwoorden, hoe ver by een onweer de
bliksem van ons af is ; elke seconde tusschen
bliksem en donder, niet waar, geeft 333 M.
Zie zoo, met deze bekende dingen versch
in het geheugen, kan ieder ongetwü'feld
begry'pen wat de proef van Fizeau beteekent;
eigenlijk ben ik al half klaar, want het is
in hoofdzaak niets dan het verwekken van
een licht-echo. Dat zal den volgenden keer
blijken. Vooraf nog dit: ook licht is niet
iets buiten ons; maar een hersenwerking;
de normale lichtgewaarwording krijgen w
alleen dan, wanneer een beweging buiten
ons, ons oog treft, evenals bij het hooren.
Op de vraag: Is het ook hier lucht, die
door herhaalde verdichting stootjes geeft op
ons orgaan?" antwoorden de feiten: Neen;
want ook door een luchtledige ruimte gaat
de lichtbeweging heen; derhalve is het niet
de lucht, die trilt of golft en zoodoende als
bemiddelaar dient voor een werking op
een afstand."
Is licht dan zelf een stof zoo uiterst licht
en fijn, dat ze door glas heen gaat ? Of is het
weer een voortgeplante beweging? In het
laatste geval zullen wütoch het bestaan van
een middenstof moeten aannemen, waarin die
beweging voortgaat. Voor ons doel, de be
paling van de snelheid, is het vrüwel onver
schillig of we ons het licht zelf als een
voortsnellende stof of als een beweging in den
wereld-aether voorstellen. Dat we die
middenstof met onze zintuigen niet kunnen waar
nemen, behoeft voor ons geen reden te zyn,
om zijn bestaan onmogelijk te achten; er
bestaan nog wel meer dingen, waarvoor wy
geen zintuig bezitten ter directe waarneming.
E. HEIMANS.