De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 14 augustus pagina 5

14 augustus 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1729 D E A M S T E R D A M M E R WE E £ B-L AD VOOR NEDERLAND. Eenigen lijd geleden werd in dit blac alteengezet, hoe noodlottig het ia, dat van de «eisjea die wel degelijk voor een vak worden opgeleid de groote meerderheid altijc opnieuw naar de enkele zelfde reeds over volle en nog steeds voller wordende vakken dringt en daar das de Iconen drukt, terwy andere vakken, die zeer goed door vrouwen kónden worden beoefend, en waar de voor bereiding langer noch kostbaarder, de arbeids voorwaarden en vooruitzichten daarentegen gunstiger zijn, door haar maar steeds worden voorbijgegaan. Omtrent enkele dier vakken, nl. omtrent kappen, pianostemmen en horlogemaken moge hier een kort woord in het midden worden gebracht. In het horlogemakersvak is, zoover wij konden nagaan, nog slechts ne vrouw in den lande werkzaam geweest, docb daar zij opgeleid werd bij haar vader, en, later huwend, haar beroep niet voortzette, kan zij weinig inlichtingen verstrekken die voor eventueele volgelingen van belang zouden zijn. Wjj ver namen van haar alleen dat h. i. de duur der opleiding afhangt van den aanleg, dat iy geen examen heef c afgelegd, en dat men voor ? 100 A ? 200 nog niet alle gereedschappen bezit die men nopdig heeft. Heer positieve gegevens ontvingen wjj van de zyde van drie mannelijke hor logemaker e. Van hen leerden wij, dat de aanstaande horlogemaker bij den patroon wordt gevormd; dat weliswaar herhaaldelijk getracht te, een vakschool op te richten, maar dat pogingen in die richting steeds afstuitten op gebrek aan medewerking der betrokken personen; dat thans bij den Bond van Nederlandsche Horlogemaker» een leerling-contract in be werking is; dat de opleiding tot gezel 3 a4 jaar duurt en ?100 a ?200 per jaar kost, en dat er sinds September 1909 jaarlijks een examen wordt afgenomen tot gezel en tot meester. De secretarie der examen-commissie schrijft daarvan: Ik acht zulks voor vrouwen die zich aan het vak willen wijden een groot voordeel. Immers, waar zij met goed gevolg het examen voor meester hebben afgelegd, hebben zij een breret van bekwaamheid, waarmede veel vooroordeel overwonnen kan worden." Toch schijnt de tegenwerking van den kant der mannelijke collega's in dit vak minder hevig te zijn dan in sommige andere vakken. Ten minste vau de drie patroons wien wy inlichtingen vroegen, verklaarden twee zich «arm vóór de toelating van v rouwen tot dit beroep, en zagen er zeker voor baar een toekomst in. En wel in de eerste plaats io de ondergeschikte betrekkingen, d. w. dus zeggen als werkster in een bestaande zaak. Waarschijnlijk zon dan een vrouwelijke be diende voornamelijk worden opgedragen het repareeren van horloges vervaardigd schij nen in ons land horloges niet te worden en slechts bij uitzondering het maken of her stellen van toren-unrwerken. Arbeidstijd en loon zullen nitteraard in verschillende zaken verschillend zijn. Van een groote zaak werd ons gemeld dat de werktijd er 10 nar bedraagt, en het loon van een horlogemaker van ? 14 tot ? 18 varieert. In een andere zaak bedroeg het ?12 a ?18 's weeks. 4 Betaalve als werkster in een bestaande zaak zou een horlogemaakster zich zelfstandig kunnen vestigen als reparatrice en klokopwindeter, waartoe zij zich alleen, naar wjj zagen, voor eenige honderden gulden, gereed schappen heeft aan te schaffen. En ten slotte zon zy zich wellicht ook kunnen vestigen als patrones, hetzij van een enkele reparatie-zaak, hetzij tevens van een handelszaak, al naarmate zij over een grooter of kleiner kapitaal de beschikking bad. In allen gevalle zou het wenschelyk zijn, dat een aantal jonge vrouwen zich aan dat door kenners zoo aantrekkelijk genoemde vak zouden gaan wijden. IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimilllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI UIT DE NATUUR. CCCLXXXVIU. Het wiel van Fizeau. Telkens zal ik u het vorige opstel in her innering moeten brengen; ik neem daarooa aan dat a het gelezen hebt. We hebben daarin samen de echo uit onze schooljaren nog eens goed aangehoord en naar zijn geheimen gevorscht. Een ding moet ik nog e ren herhalen. Bij die proef met het pistool werd de snel heid van het geluid gevonden, door na te gaan, hoeveel teconden na het zien van het schot, de knal door den man op l K.M. af stand gehoord werd. Dat er ook tijd kon verloopen zijn tusschen het ontbranden van het kruid uit het pistool en het oogenblik dat de 2de waarnemer dit zag, dat dus ook het licht wel eens tijd kon gebruikt hebben om die K.M. af te leggen, daarvan is niet gesproken. Vraagt ge er naar, dan krijgt ge ten antwoord: Die ty'd is te klein om hem in rekening te brengen. Dat er tijd verloopt tusschen het ontsteken van een licht, een lucifer, een lantaarn, een vuurtoren licht of wÈlt ook en het waarnemen van dat licht door iemand op een afstand, dat is zeker. Dat wil zeggen: wordt het licht, of eigenlijk datgene wat onze oogzennw prik kelt, van verre aangebracht, is het dus een be weging in een middenstof, dan moet dit voortplanten, dit voortsnellen, tijd kosten, al gaat het nog zoo snel; wjj kannen ons geen werking op een afstand voorstellen zonder middenstof en evenmin een voortbeweging, die geen tijd vordert. Dit beeft Galileïal ingezien en daarop berastte de methode, die hij verzon en mee deelde in een werk, dat in 1638 te Leiden werd uitgegeven. Hij wilde twee man met dievenlantaarns in een donkeren nacht op grooten afstand van elkaar p aatsen. De eerste man zou op een afgesproken tijd stip de lantaarn keeren en openen, zoodat z\jn kameraad het licht kon zien. Op het oogenblik dat deze het lichtje bemerkt, opent of keert ook hij zijn lantaarn. Als de eerste man nu den tijd nagaat die er verloopt tuasohen het openen van zy'n eigen lantaarn en het zien van het licht van zijn kameraad, dan weet hij, hoeveel t$d het licht heeft noodig gehad om den dubbelen afstand tngschen beide waarnemers af te leggen. Of de proef van Galilei ooit genomen ie, geloof ik niet; Galilei zelf moet wel ingezien hebben dat dit niet aanging; hij wist door zqn sterreknndige waarneming al lang, dat de lichtbeweging veel te snel voortgaat om over zoo'n kleinen afstand als waarop een Geheel anders staat de zaak ten opzichte van de piano stemsters.. Aan den eenen kant lijkt het, alsof in dat beroep de vrouw reeds ietwat meer is eiagebürgert", daar zeker twee, misschien nog meer vrouwen ten onzent er haar kostwinning in vinden. Maar anderzijds verkeeren de tegenwoordige en toekomstige beoefenaars! er s van dit vak weer in minder gunstige conditie, omdat zij in veel sterkere mate de tegenwerking hebben te overwinnen van de mannelijke vakgenooten en de groote piano-handelaars. Van de eigenaars van vier groote zaken, wien wij inlichtingen verzochten, is er niet n die dit vak voor de vrouw aanbeveelt. Doch de bezwaren die zij opperen zijn naar het ons voorkomt niet van overgroot belaag en zeer gemakkelijk te ondervarfgen. Ze konen in hoofdzaak hierop neer: Voor het stem men moeten de voorbladen en kleppen wor den weggenomen, en met het wegdragen dier stukken kan de borst gevaarlijke stooten krijgen." Dit bezwaar wordt evenwel slechts door n patioon genoemd; nocb de overige patroons, noch de pianostemsterg zei ven schijnen er eenig gewicht aan te hechten. Het uitnemen van het mechaniek, zoo hooren wij verder, en het verrichten van groote reparaties vereischt meer kracht dan waar over in den regel een vrouw beschikt. Over de al of niet gegrondheid van dit bezwaar vermogen wq buitenstaanders uitteraard niet te oordeelen. Het wordt door nagenoeg al onze berichtgevers, ook door de pianostemsters zelven, als een bezwaar gevoeld. Eene dezer schrijft: Er zijn reparaties die niet door een vrouw uitgevoerd kunnen wor den, als zagen, hameren, enz. Evenwel, het herstellen en regelen van mechaniek is juist echt vrouwenwerk. Snaren opzetten, pedalen herstellen, kan heel goed door een vrouw gedaan worden." Zij vindt dus niettegen staande verschillende moeilijkheden welke zich bij de uitoefening kannen voordoen, het ook zeer geschikt voor de vrouw. Het hameren, politoeren enz. wordt, toch aan meubelmakers overgelaten." Trouwens, dit be zwaar kan in ieder geval alleen worden ge voeld bij het werken voor eigen rekening. Dfór tocb, tooals ne der beide stemsters schrijft: zal het allicht voorkomen dat er eens een groote reparatie aan een piano gebeuren moet. De klant zal het dan aan een piano-magazijn moeten laten doen en zal waarschijnlijk na die reparatie de piano daar dan ook laten stemmen." In een zaak daarentegen, vooral in een groote zaak, zouden met goeden wil van den patroon de werkzaamheden toch wel zóó kunnen worden geregeld, dat de uitgebreidere repa raties door de mannelijke werkkrachten ge schieden, terwijl het fijnere werk aan de vrouwelijke bedienden opgedragen wordt. En voor degenen, die in een zér groote zaak werkzaam, de piano's in het magazijn zelf stemmen, komt de moeilijkheid uitteraard in het geheel niet voor. Voor deze betrekking: stemster in het maga zijn, acht een onzer berichtgevers de vrouw geschikt. Voor stemmen buiten het magazijn, niet. Want een dame, die overal toegang iry'gt, moet maar afwachtten waar zij soms iereeht komt. . Het stemmen geschiedt in families, maar evenzoo bij alleenwonende leeren, studenten en dergelijke." Dit nu schijnt ons al een zeer weinig steekhoudend argument te zijn. Immers, vooreerst behoeft in een zaak waar 8 of^ 10 stemmers werken, da voórloopig althans waarschijnlijk nige stemster niet juist naar de oude-jongeheeren- en de Btudentenkamers gezonden te worden. En al werd zy' daarheen gezonden, dan nogzou, dunkt ons, in ons land een rustige vakkundige vrouw die zichzelf respecteert ook door studenten en andere alleenwonende heeren geëerbiedigd worden. Ons dunkt dat, al moge dan een enkele reparatie voor de gemiddelde vrouwenkracht te zwaar zijn, en al mogen bij de praetieche uitoefening van dit vak evenals trouwens van illle vakken wel eens ,moeilijkheden te overwinnen zijn", in het al gemeen de bezwaren veel te breed worden uitantaarn zichtbaar ia, den benoodigden ty'd te kunnen meten; bovendien de ty'd, noodig om de lantaarn te openen of ook maar om te ceeren, is nog veel grooter, dan de ty'd die iet licht noodig heeft, om den afgemeten weg heen en terug af te leggen. Het is den man van het E pur ti muove niet gelakt, een middel te vinden, om de lichtsnelheid te meter). De afstanden op aarde bleken hem e kort voor doelmatige proefnemingen. Eerst eenige jaren na Galilei's dood m 1675 s er een Zweedse h sterrekundige Von Romer n geslaagd. Die paste Galilei's methode toe, maar hij gebruikte geen aardsche afstanden; lij koos d* neme.ruimte, en nam de doorsnede van de aardbaan voor den afstand van de .wee waarnemers, en een maan van J u pi t er voor het dievenlantaarntje; dat sloot en opende van zeJf; het maantje namelijk duikt n den schaduwkegel van zijn planeet en komt er aan den anderen kant weer uit. Twee teer wordt dat uitgaan of wegduiken waar genomen. Een half jaar na den eersten keer s de waarnemer met de aarde een diameter van de aardbaan verder weg gereisd; en het uitgaan van het maanlichtja, schijnt nu 16 min. 26 sec. later te ge Deuren. Zooreel tijd had het licht noodig om den grooteren afstand af te leggen. In die bijna 1000 sec. .egt het licht de aardbaan of 2 X de afstand ;ot de zon af; die ia bijna 300 milliosn kilo meter; ia elke seconde dus zoowat 300,000 K. M. Nog op een andere wijze hebben iterrecuBdigen, met behalp van de beweging der aemellichamen, deze snelheid van het licht Derefcend. Maar dat zijn van die hoogverheven astro nomische zaken, die om te precies te volgen aeel wat voorkennis, om ze uit te leggen, aeel wat figuren en bovendien berekeningen vereiichen; en later nog veel verbeteringen van onnauwkeurigheid tevens. Met Fizeau echter blijven we laag bij den grond, letterlijk en figuurlijk; want hem is het werkelijk gelukt met aardsche afstanden de ontzaglijke snelheid van het licht te me ten. Zonder het feit, dat het gebeurd is, zoo men het onmogelijk noemen. Immer, 300 000 M, per seconde is de uitkomst, die wij te verwachten hebben; m. a.w. in n seconde vliegt het licht ruim zeven, zegge 7 maal de heele aarde om, want die heeft maar 40,000 K.M. omtrek. Toch is het uitgedacht, in 1849, door een dertigjarigen Parij zenaar. Er is ook evolutie in de groote gedachten van ome geleerden, te ontstaan maar niet zoo op eens, ze schieten niet als een bhkgemeten. De pianohandelaren en de manne lijke stemmers schijnen de vrouwelijke con currenten met een allesbehalve vriendelijk oog aan te zien. ne der twébovengenoemde stemsterg schrijft: Hier... wilde niemand het stem men enz. onderwijzen. Hunne meening was: We maken ons.wlf geene concurrenten. De handelaren zullen ; het het meisje niet ge makkelijker maken.;.. Zij moet het werk beter doen dan de naar, ook om een bewijs te geven van baar wél kunnen." Toch, niettegenstaande de tegenwerking waarmede zij dus naar alle waarschijnlijkheid zullen te kampen hebben, zouden wij niet al te zwakke jonge meisje met muzikaal gevoel dit vak wel degelijk durven aanraden. Men bekwaamt zich voor het eigenlijke stemmen door middel van privaatles zelf. Eén hacdelaar leidde enkele meisjes op, die later naar Indiëvertrokken. Na een wekelijkech onderwijs, gedurende meer dan een jaar" (dus na pi m. 50 lessen) waren ze zoo ver, dat ze behoorlijk konden stemmen, hoewel niet vlug genoeg om zich als stemster uit te geven." ne der beide hier ^e lande ons bekende stemsters meldt, dat zij l K jaar les heeft gehad alvorens rein" te kunnen stem men. Bovendien moet meneenigszins bedre ven zijn in geluidsle«>r. harmonieleer en algemeene muziekleer, terwijl voor het examen voor pianoatemmer eenig kennis in die vakken wordt geëischrt. Onze segsvronw had in de theoretische vakken 2 jaar les geha'i en daarvoor ? 50 betaald. Verder is kennis van bet mechaniek en het kunnen verrichten van kleine reparaties daaraan be slist nooiig. Dit leert men het best, of eigenlijk uitsluitend, in de werkplaats zelve, door voortdurende jarenlange otftning. En ten elotte is bet om de mechaniek volkomen te regelen noodig dat de reparateur(-teuse) behoorlijk kan pianospelen Dan voelt (zij) de gebreken bij den aanslag." Met al deze kennis toegerust, kan men zich aan het examen onderwerpen; of wel, zich aanstonds vestigen. Een diploma is voor het welslagen in dit vak by ons te lande niet onontbeerlijk. Van onze beide stemsters heef c de ne wél, de andere niet het diploma. Eerstgenoemde werkt in de zaak van haar vader; laatstgenoemde is vrije stemster en geeft er ook eenige pianolessen by. Er staan dus voor de stemster drie wegen open. Zij kan vooreerst in een zeer groote zaak magazijn-stemster worden. Daaraan is, dunkt ons, geen enkel bezwaar verbonden. Alleen behoo-en dergelijke zaken ten onzent tot de zeldzaamheden. Ten 2a kan zij uit gaand stemster worden in een zaak. Wan neer de patroon wil medewerken en de werk zaamheden oordeelkundig over zijn verschil lende stemmers verdeelt, naargelang van ieders aanleg en lichamelijke gesteldheid, dan zijn o.i. ook daar de bezwaren volstrekt niet onoverkomelijk. Het reizen en trekken in den omtrek van kleinere plaatsen mag ver moeiend zijn, ook aan tal van andere, wel degelijk en zonder tegenkanting door vrouwen bekleede betrekkingen is immers zware ver moeienis verbondep. Het ingespannen stammen van de eene piano na de andere moge hooge ekchen stellen aan gehoor, hersenen en zenuwen, dat is immers in vele andere betrekkingen evenzeer zoo niet e-ger nog het geval. In f root e zaken zijn bovendien de werktijden oiet overmatig tong: 8,4 9 oor» De salarissen wisselen volgens den een tusschen ?8 en en ? 25 volgens den ander tusschen f 16 en ?22 per week. En ten elotte kan zij vrije stemster" wor den; werken op eigen risico dus. De vraag of dit vrije beroep een behoorlijk bestaan oplevert, wordt zeer verschillend beantwoord. De een, pianobandelaar, schrijft: Da viije stemmers zyn te rangschikken onder de rubriek scharrelaars" -en verdienen geen t aas op de boterham." De andere, zelve vrije stemster, doch tevens piano-onderwijzeres meldt ons: Het stemmen voor eigen reke ning zou voor een alleenwonende vrouw een heel goed bestaan opleveren, indien het beter Zeer vereenvoudigde voorstelling van het wiel van Fizeau. Het oog ziet door een nietgtfoelierfen spiegel, het lichtbeeldje iu de openingen. Hier is het licht als een gelijk matige bundel voorgesteld, die van den reflector komt. eemstraal de hersenen binnen, al lijkt het soms zoo, doordat de laatste schakel van den gidachtenketen dikwyls onverwachts de nog logie, maar naderende einden vastbindt. In het instrument van Fizeau schuilt weer het lantaarntje van Galileïen tevens de Jupvtermaan van Von Romer; aarde en hemel eijn er in verbonden, het is een veelvoudig lantaarntje met duizenden maansverduisteringen. Nieuw, of schijnbaar nieuw is alleen de toepassing van de echo-verschijnselen, Fizeau laat de echo van het licht zien en bepaalt dan, net als bij het geluid, d «n afstand die het licht per seconde heeft afgelegd. Natuurlijk kan de afstand op aarde niet groot genoeg zijn om op de gewone manier een licht-echo te doen ontstaan. Beken maar weer voor l Aangenomen alweer dat we twee lichtindrnkken, met een pauze van 1/tO seconde er tuaac'iei», nog afzonderlijk kannen waarnemen, dan moest de afstand van een echomuur (by licht zal een spiegel wel het beste zijn) dus minstens de helft van een tiende deel van de snelheid zijn, dus ongeveer 15.000 K.M.; dat is zoo ongeveer van Amsterdam tot Atjeb. Na, een spiegel die zoover afstaat, zou een licht-echo geven 1/10 sec. na het ontsteken en omgekeerd. Kwam bel nit, dan was daarmee bewijs ge leverd dat het licht in die tiende seconde den dobbelen afitand, d. i. 30.000 K.M. kon afleggen; en de ineloeid *an 3UO.OOO K.M. per seconde was alweer gecontroleerd; maar practisch is dit natuurlijk onbereikbaar. Fizeau combineerde deze «piege!- of echo methode, zooals ik al zeide, met de lartaarntjes-methode. Stel u voor een plank met «en gat er in ; door dat gat gooit, schiet of blaast ge een elastieken balletje tegen een wand en precies loodrecht op dien wand; het kaatst terug en het vliegt weer door de betaald werd." Hier zal het, evenals elders, zeker geraden zijn dat de vrouw vooral niet onder de markt werke, maar zichzelf en haren arbeid hoog hou de. Wij hopen dat menige jonge vrouw de energie zal hebben, dit nog vrij wel nieuwe pad te bewandelen en den zedeljjken moed om een vak te kiezen dat, ten onrechte, wellicht ietwat minder in aanzien is, maar onder niet al te ongunstige omstandigheden beoefend, waarschijnlijk een heel wat beter bestaan oplevert dan het oogenschynlijk artis tieker beroep van piano onderwijzeres. Een volgende maal over het kappersvak. ANNA POLAK, Directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid. Mode en tooneel. Een Engelsche actrice, jeugdige ster van een groot variété-tooneel te Londen, Miss Madge Temple, geniet den roem de best gekleede vrouw van het Engelsche tooneel te zijn. Zij kondigt van de planken de nieuwe mode af, en men pleegt schertsend te zeggen, dat zij, die geregeld haar voorstellingen be zoeken, zich de kosten van een abonnement op een modejournaal kuonen besparen. Om haar roep te kunnen handhaven, heeft zy' zich in verbinding gesteld met den grootsten Ladies-Tailor" van de wereldstad, die haar geregeld de benoodigde toiletten levert, en daarvoor slechts in rekening brengt den in koopsprijs der stoffen, die voor haar kleedy noodig zyn. Werkloon wordt in 't geheel niet gevorderd, omdat zij voor de zaak een kolocsale reclame maakt. Desalniettemin... had zijn voor hoeden en japonnen en sjawls en mantels in 't afgeloopen jaar een rekening van 1500 pond sterling = achttien duizend galden. Madge Temple is buitengewoon gra cieus en draagt de toiletten op onvergelijkelijk sjieke wijze. Men is algemeen van oordeel, dat ze wel goedkooper terecht kan en dat de concurenten van haar principaal haar voor 't komend seizoen wel voordeeliger condities zullen aanbieden. Zjj bracht o. a. de vergulde banden in zwang, die het kapsel omsluiten, en die in voorname Engelsche kringen bij de evening-dress" nagenoeg algemeen ge dragen worden. * * * Vacantie-uüitapjes voor niett. Veel jongelui in groote steden zijn er op nit om goedkoope vacantie-nitstapjes te maken. Sommige zijn vindingrijk op dit gebied. Vier klerken van een Parysch ban kierskantoor togen gedurende hun vrije dagen naar een groote badplaats en vermaakten de badgasten als musikaie clowns. Het cen tenbakje leverde, dank tij hun geest en talent, aardig wat op. Ze hadden kostelijke vacantiedagen en kwamen terug met een beter gevulde beure dan waarmee ze gegaan waren. In Duitechland maken jonge zangeressen en zangers en andere musici niet zelden hun vacantiedagan goed door 't geven van concerten in groote hotels in Zwitserland, waar vooral bij regenachtige dagen muziek een welkome afwisseling is. Sommig* ook vormen kwartetten en kleine koren en trekken als lustige straatzangers door het land. Oiigineeler is voorzeker wat gedurende dezen zomer eenige Londeneche jongelui, winkelbedienden uit een groote zaak, deden. Ze meldden zich gedurende den hooity'd als losse werklieden aan op een groote boerderij Het wei k had een eigenaardige charme, ze waren heerlijk buiten en kwamen met bruingebrande gezichten en handen, toon beelden v»n gezondheid, in de stad terug. In Amerika is men practisch tot 't uiterste. Talentvolle maar ongefoitnueerde jongelui, die opleiding ontvangen aan een hoogeschoo!, gebruiken hun zomervacantie om geld te verdienen. Van een jong en zeer geleerd professor in de zoölogie te New Haven is het bekend, dat hij in zijn studietijd gedu rende de vacantiedagen als kellner diende opening naar u toe. Nu hebt ge een schuitje voor dit ichietgat gemaakt en ge weet door herhaald probeeren, dat ge b.v. een kwart seconde noodig hebt om, ca dat de bal door het gat i* ge'logen, de schuif er voor te krijgen. Komt de bal er weer door terug, vóór dat ge de schuif er voor hebt gekregen, dam weet ge zeker dat het voorwerp den weg heen en terug in minder dan een kwart seconde heeft afgelegd. Ge wijzigt die proef eenigszins, om praetiiche redenen. In plaats van een rond gat, snijdt ge een liggende langwerpige opening in de plank en ge zet de heele plank op een inkeeping of op rolletje?, zoodat hij gemak kelijk naar rechts en links verplaatst kon wor den, Stel de opening is l dM. lang. Hoe breed dat doet er niet toe; mits ge den bal precies in de rechterhoek van het gat er doorheen kunt schieten. Tegelijkertijd of onmiddellijk daarop schuift ge de plank snel waterpas naar rechts, dan sal de kogel nog door het gat terug kunnen als hij in minder tijd terug is dan de opening noodigheeftom voorbij synwegtegaan. De kogel zal alsdan middt n door hat langwerpig gat of nog net in den linkerheek er doorkomen; is hij niet vlug genoeg dan slaat hy' aan den achterkant van de plank tegen het hout. De snelheid waarmee de opening voorbij schuift, is precies te berekenen; en daarmee il de mogelijkheid gegeven ook de snelheid van het projectiel te vinden. Dit ii het beginsel dat Fizeau toepaste. Inplaats van een langwerpige schmfplank nam hy een ronde, draaiende, een wiel; en in plaats van n opening, maakte hij er 720 tanden in, heel dicht bij den rand met evenveel en even groote tasschenruimten. Elke opening en elke tand of lusschenruimte was dus 1/1440 van uen omtrek van het wiel. Draait dit wiel in een seconde rond, dan zal de bal ??die loodrecht op de plank door een gaatje wordt geschoten en teruggekaatst in het 1440ste deel van een seconde al weer terug moeten zijn, indien bij nog net door hetzelfde gaatje terug zal kunnen komea;anders vliegt bij tegen de plank; draai ik rut wiel nog veel sneller, tweemaal zoo snel, dan vliegt de bal door het volgende gaatje terug; nog iets sneller dan weer tegen de tusschenruimte; driemaal zoo snel, d*n komt de bal door het derde gaatje terug, bij slaat dan een over, dat tusachen de opening ligt waardoor hy heen ging en dat waardoor hy weer terug komt. Inplaats van een bal schiet Fizeau een licht straal door een gaatje van het wiel; deze kaatst terug tegen een spiegel op 82/3 K.M. afstand (tusschen Montmartre en Suresues) geplaatst. Dat lichtje (of eigenlijk het beeldje ervar) in een gioot hotel in de Kocky Mountaine. *** Hondenttad. Een paradijs voor hondenliefhebsters is de Engelsche fetad Ha ver ford west, waar zich de grootste hondenstoeteiijen bevinden van het geheel Britse hèKoninkrijk. Het plaatsje heeft slechts 6000 inwoners, die voor het meerendeel op een of andere wijze betrokken zijn by den dienst op de groote kennels". Er worden jaarlijks in deze gemeente even veel honden geboren (n.l. 6000) als het geheele inwoner-aantal bedraagt, en hoewel de kostbare exemplaren nimmer loskomen, loopen er toch steeds viermaal zooveel hon den als menechen op straat.* Geen stad ter wereld waar zooveel gekwispelstaart en ge blaft wordt. De Schoolmeester" insinueerde indertijd in het bekende rijmpje: Waarom blaffen de honden niet meer als ze dood zijn? Anders zon 't leven op een hondenkerkhof te groot zijn," Menig inwoner van Hondenstad zou wenschen, dat de natuur dezen verstandigen maat regel ook op de levende honden had toegepast. Ze brengen intnsschen, al keffende, weieens een aardige duit in 't zakje. Honden, die voor ?3000 verkocht worden, zijn er geen zeldzaamheid. * * Waternimfen. Bij de meeste takken van Sport zy'n de mannen de vrouwen een kleinigheid voor, echter niet bij 't zwemmen en duiken, waar de vrouw zich in de laatste jaren vaak de meerdere toonde. Miss. Annette Kellermann beproefde enkele jaren geleden het kanaal over te zwemmen. Dit gelukte liet, evenals bet na Kapitein Webb aan geen enkelen man ge lukte, maar ze zwom toch in 4J< uur van Dover naar Bamsgate, en stelde zich met dit feit naast de beste mannelijke zwemmers. Bij een volgende poging bleef zij 6 oren te water in welken tijd zij ongeveer 32 K.M. aflegde. Vooral echter by het duiken overtreft de vrouw haar mannelijke mededingers. Elise Wallende, de beroemde waternimf, bleef n maal ten aanschouwe van een tot den nok gevulde zaal, 4 minuten 452/s seconden onder water. Dit record is nimmer geslagen: het dnikrecord van een man is 10 seconden minder. Een stout feit te water bedreef eenigen tijd geleden Annie Stephens Zy liet zich opsluiten in een B t er k-gebouwde ton, die eenige honderden meters voor den be roemden hoefyzerval van den Niagara in 't water gebracht werd. De wilde stroom sleurde dit wonderlijke vaartuig mee. Door den waterval werd het naar omlaag gesleurd en spoelde ongeveer een half uur verder aan land. De roekeloos dappere vrouw stapte er gezond en frisch nit. De held van Dover Galais, kapitein Webb, vond den dood toen hy de zoogenaamde Niagare Rapids" (stroom versnellingen boven den val) trachtte over te zwemmen. * »* De smokkelhond. Vrouwen zijn soms zeer handige smokke laar B. Onlangs liep een Fransche dame in den val, die gedurende een aantal jaren diamanten en kant Amerika had binnen gesmokkeld door middel van een kleinen hond. Eet dier dat een kortharige, zeer gladde huid had, wist ze namelijk te voorzien van een fraai sassend overkleed, de huid van een anderen, langharigen hond, die Bello sloot of hij aan n lijf gegroeid was. Niemand vermoedde, dat de -e trouwe viervoetige gezel der reizigiter een andermans kleeren droeg. Onder de huid werden diamanten en fijne kant geborgen, die gedurende vele jaren aan het speurend oog der douaniers ontsnapten. Bello's ver momming werd ontdekt, toen zijn meesteres bem eens met minder zorg had aangedaan. Aan zijn tenu was een haakje los; dat zag een sluwe tolbeambte en Bello en zijn meesteres waren ontmaskerd... niet tot zeer grooten spijt van den viervoeter, die 't ge ducht warm had in zijn wollen overkleed. ALLKQRA. imiiiim/iirMiiiiiiiMiiiiiiiim sekykt hy (het rad staat nog stil) met een rijker die waterpas staat vlak tegenover het gaatje dus door een gaatje heen. Met behulp van een reflector en lenzen is de lichtbundel n de goede richting gehouden. Het wiel wordt gedraaid. Eerst langzaam : afwisselend verdwijnt en verschijnt het licht punt, doordat afwisselend een opening en een ;usschenruimte voor den kijker heengaan; maar als het wiel sneller wordt gedraaid, zoo snel dat de donkere pauzen minder dan ',/iu sec. duren, blijft het lichtje voort durend aan. Ge herinnert u, hoe dat komt: de eene lichtverwerking op het oog is dan nog niet weg als de andere weer komt, en wij zien doorloopend een licht. Blijkbaar komt het licht van den spiegel nog steeds door hetzelfde gaatje terug, als waardoor het heenging. Nu wordt het wiel door den assistent van Fizean ineller gedraaid ; het licht wordt ets zwakker;nog sneller gedraaid; opeens il het volkomen duiater; blijft de draaiing nu even snel voortgaan, dan blijft het donker in den verrekijker, ofschoon d« refltctor er boven nog altijd zijn licht door elk gaatje heem stuurt. Maar het botst na terugkaatsing op den spiegel, aan den achterkant van het wit l ni«t voorbij de gaatjes tegen de tnsschenruimte. Fizeau draait even langzamer en bet icht verschijnt weer; hij draait weer sneller en het verdwijnt. Het rad wijst zelf telkens het aantal omwentelingen per seconde aan. Op het oogenblik dat de verduistering intrad, moest het juist 63 keer in vijf seconden ronddraaien; dus maakt n omwenteling in 1/12.6 seconde. In dien korten tijd gin gen alle openingen en tusschenruimten voorbij den kijker. Elke opening gaf dus hoogstens maar 1/12.6 X 1440 of 1/5184 deel van een seconde ty'd, OKI door de opening heen en terug te keeren. In die» tijd had het een weg van twee maal S-ji K.M. of nauwkeuriger 2 X 8633 U. afgelegd. In een heele seconde doet het dm 5184 X zooveel M. of 313274 K.M. Wie ronde getallen wil hebben, houdt 82;3 K.M. voor den afitand ; neemt 12.5 voor bet aantal omwentelingen per seconde en 720 openingen in het wiel, dan is de berekening per seconde. En dat scheelt maar heel weinig met de uitkomsten van latere, nauwkeuriger berekeningen der voortplantingssnelheid van het zonlicht. E. HEUIANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl