Historisch Archief 1877-1940
Na 1729
D E A M S T E R D A M M E R WE E £ B-L AD VOOR NEDERLAND.
Eenigen lijd geleden werd in dit blac
alteengezet, hoe noodlottig het ia, dat van
de «eisjea die wel degelijk voor een vak
worden opgeleid de groote meerderheid altijc
opnieuw naar de enkele zelfde reeds over
volle en nog steeds voller wordende vakken
dringt en daar das de Iconen drukt, terwy
andere vakken, die zeer goed door vrouwen
kónden worden beoefend, en waar de voor
bereiding langer noch kostbaarder, de arbeids
voorwaarden en vooruitzichten daarentegen
gunstiger zijn, door haar maar steeds worden
voorbijgegaan.
Omtrent enkele dier vakken, nl. omtrent
kappen, pianostemmen en horlogemaken
moge hier een kort woord in het midden
worden gebracht.
In het horlogemakersvak is, zoover wij
konden nagaan, nog slechts ne vrouw in
den lande werkzaam geweest, docb daar zij
opgeleid werd bij haar vader, en, later huwend,
haar beroep niet voortzette, kan zij weinig
inlichtingen verstrekken die voor eventueele
volgelingen van belang zouden zijn. Wjj ver
namen van haar alleen dat h. i. de duur der
opleiding afhangt van den aanleg, dat iy geen
examen heef c afgelegd, en dat men voor ? 100
A ? 200 nog niet alle gereedschappen bezit
die men nopdig heeft.
Heer positieve gegevens ontvingen wjj van
de zyde van drie mannelijke hor logemaker e.
Van hen leerden wij, dat de aanstaande
horlogemaker bij den patroon wordt gevormd;
dat weliswaar herhaaldelijk getracht te, een
vakschool op te richten, maar dat pogingen
in die richting steeds afstuitten op gebrek
aan medewerking der betrokken personen;
dat thans bij den Bond van Nederlandsche
Horlogemaker» een leerling-contract in be
werking is; dat de opleiding tot gezel 3 a4
jaar duurt en ?100 a ?200 per jaar kost,
en dat er sinds September 1909 jaarlijks een
examen wordt afgenomen tot gezel en tot
meester. De secretarie der examen-commissie
schrijft daarvan: Ik acht zulks voor vrouwen
die zich aan het vak willen wijden een groot
voordeel. Immers, waar zij met goed gevolg
het examen voor meester hebben afgelegd,
hebben zij een breret van bekwaamheid,
waarmede veel vooroordeel overwonnen kan
worden."
Toch schijnt de tegenwerking van den kant
der mannelijke collega's in dit vak minder
hevig te zijn dan in sommige andere vakken.
Ten minste vau de drie patroons wien wy
inlichtingen vroegen, verklaarden twee zich
«arm vóór de toelating van v rouwen tot dit
beroep, en zagen er zeker voor baar een
toekomst in. En wel in de eerste plaats io
de ondergeschikte betrekkingen, d. w. dus
zeggen als werkster in een bestaande zaak.
Waarschijnlijk zon dan een vrouwelijke be
diende voornamelijk worden opgedragen het
repareeren van horloges vervaardigd schij
nen in ons land horloges niet te worden
en slechts bij uitzondering het maken of her
stellen van toren-unrwerken. Arbeidstijd en
loon zullen nitteraard in verschillende zaken
verschillend zijn. Van een groote zaak werd
ons gemeld dat de werktijd er 10 nar bedraagt,
en het loon van een horlogemaker van ? 14
tot ? 18 varieert. In een andere zaak bedroeg
het ?12 a ?18 's weeks.
4 Betaalve als werkster in een bestaande zaak
zou een horlogemaakster zich zelfstandig
kunnen vestigen als reparatrice en
klokopwindeter, waartoe zij zich alleen, naar wjj
zagen, voor eenige honderden gulden, gereed
schappen heeft aan te schaffen.
En ten slotte zon zy zich wellicht ook
kunnen vestigen als patrones, hetzij van een
enkele reparatie-zaak, hetzij tevens van een
handelszaak, al naarmate zij over een grooter
of kleiner kapitaal de beschikking bad.
In allen gevalle zou het wenschelyk zijn,
dat een aantal jonge vrouwen zich aan dat
door kenners zoo aantrekkelijk genoemde
vak zouden gaan wijden.
IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimilllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI
UIT DE NATUUR.
CCCLXXXVIU. Het wiel van Fizeau.
Telkens zal ik u het vorige opstel in her
innering moeten brengen; ik neem daarooa
aan dat a het gelezen hebt. We hebben daarin
samen de echo uit onze schooljaren nog eens
goed aangehoord en naar zijn geheimen
gevorscht. Een ding moet ik nog e ren herhalen.
Bij die proef met het pistool werd de snel
heid van het geluid gevonden, door na te
gaan, hoeveel teconden na het zien van het
schot, de knal door den man op l K.M. af
stand gehoord werd. Dat er ook tijd kon
verloopen zijn tusschen het ontbranden van
het kruid uit het pistool en het oogenblik
dat de 2de waarnemer dit zag, dat dus ook
het licht wel eens tijd kon gebruikt hebben
om die K.M. af te leggen, daarvan is niet
gesproken. Vraagt ge er naar, dan krijgt ge
ten antwoord: Die ty'd is te klein om hem
in rekening te brengen.
Dat er tijd verloopt tusschen het ontsteken
van een licht, een lucifer, een lantaarn, een
vuurtoren licht of wÈlt ook en het waarnemen
van dat licht door iemand op een afstand,
dat is zeker. Dat wil zeggen: wordt het licht,
of eigenlijk datgene wat onze oogzennw prik
kelt, van verre aangebracht, is het dus een be
weging in een middenstof, dan moet dit
voortplanten, dit voortsnellen, tijd kosten, al
gaat het nog zoo snel; wjj kannen ons geen
werking op een afstand voorstellen zonder
middenstof en evenmin een voortbeweging,
die geen tijd vordert.
Dit beeft Galileïal ingezien en daarop
berastte de methode, die hij verzon en mee
deelde in een werk, dat in 1638 te Leiden
werd uitgegeven. Hij wilde twee man met
dievenlantaarns in een donkeren nacht op
grooten afstand van elkaar p aatsen. De
eerste man zou op een afgesproken tijd
stip de lantaarn keeren en openen, zoodat
z\jn kameraad het licht kon zien. Op het
oogenblik dat deze het lichtje bemerkt, opent
of keert ook hij zijn lantaarn. Als de eerste
man nu den tijd nagaat die er verloopt
tuasohen het openen van zy'n eigen lantaarn en het
zien van het licht van zijn kameraad, dan weet
hij, hoeveel t$d het licht heeft noodig gehad
om den dubbelen afstand tngschen beide
waarnemers af te leggen.
Of de proef van Galilei ooit genomen ie,
geloof ik niet; Galilei zelf moet wel ingezien
hebben dat dit niet aanging; hij wist door
zqn sterreknndige waarneming al lang, dat
de lichtbeweging veel te snel voortgaat om
over zoo'n kleinen afstand als waarop een
Geheel anders staat de zaak ten opzichte
van de piano stemsters.. Aan den eenen kant
lijkt het, alsof in dat beroep de vrouw reeds
ietwat meer is eiagebürgert", daar zeker twee,
misschien nog meer vrouwen ten onzent er
haar kostwinning in vinden. Maar anderzijds
verkeeren de tegenwoordige en toekomstige
beoefenaars! er s van dit vak weer in minder
gunstige conditie, omdat zij in veel sterkere
mate de tegenwerking hebben te overwinnen
van de mannelijke vakgenooten en de groote
piano-handelaars.
Van de eigenaars van vier groote zaken,
wien wij inlichtingen verzochten, is er niet
n die dit vak voor de vrouw aanbeveelt.
Doch de bezwaren die zij opperen zijn naar
het ons voorkomt niet van overgroot belaag
en zeer gemakkelijk te ondervarfgen. Ze konen
in hoofdzaak hierop neer: Voor het stem
men moeten de voorbladen en kleppen wor
den weggenomen, en met het wegdragen dier
stukken kan de borst gevaarlijke stooten
krijgen." Dit bezwaar wordt evenwel slechts
door n patioon genoemd; nocb de overige
patroons, noch de pianostemsterg zei ven
schijnen er eenig gewicht aan te hechten.
Het uitnemen van het mechaniek, zoo
hooren wij verder, en het verrichten van groote
reparaties vereischt meer kracht dan waar
over in den regel een vrouw beschikt. Over
de al of niet gegrondheid van dit bezwaar
vermogen wq buitenstaanders uitteraard
niet te oordeelen. Het wordt door nagenoeg
al onze berichtgevers, ook door de
pianostemsters zelven, als een bezwaar gevoeld.
Eene dezer schrijft: Er zijn reparaties die
niet door een vrouw uitgevoerd kunnen wor
den, als zagen, hameren, enz. Evenwel, het
herstellen en regelen van mechaniek is juist
echt vrouwenwerk. Snaren opzetten, pedalen
herstellen, kan heel goed door een vrouw
gedaan worden." Zij vindt dus niettegen
staande verschillende moeilijkheden welke
zich bij de uitoefening kannen voordoen,
het ook zeer geschikt voor de vrouw. Het
hameren, politoeren enz. wordt, toch aan
meubelmakers overgelaten." Trouwens, dit be
zwaar kan in ieder geval alleen worden ge
voeld bij het werken voor eigen rekening.
Dfór tocb, tooals ne der beide stemsters
schrijft: zal het allicht voorkomen dat er
eens een groote reparatie aan een piano
gebeuren moet. De klant zal het dan aan
een piano-magazijn moeten laten doen en
zal waarschijnlijk na die reparatie de piano
daar dan ook laten stemmen." In een
zaak daarentegen, vooral in een groote zaak,
zouden met goeden wil van den patroon
de werkzaamheden toch wel zóó kunnen
worden geregeld, dat de uitgebreidere repa
raties door de mannelijke werkkrachten ge
schieden, terwijl het fijnere werk aan de
vrouwelijke bedienden opgedragen wordt.
En voor degenen, die in een zér groote
zaak werkzaam, de piano's in het magazijn
zelf stemmen, komt de moeilijkheid uitteraard
in het geheel niet voor.
Voor deze betrekking: stemster in het maga
zijn, acht een onzer berichtgevers de vrouw
geschikt. Voor stemmen buiten het magazijn,
niet. Want een dame, die overal toegang
iry'gt, moet maar afwachtten waar zij soms
iereeht komt. . Het stemmen geschiedt in
families, maar evenzoo bij alleenwonende
leeren, studenten en dergelijke."
Dit nu schijnt ons al een zeer weinig
steekhoudend argument te zijn. Immers,
vooreerst behoeft in een zaak waar 8 of^ 10
stemmers werken, da voórloopig althans
waarschijnlijk nige stemster niet juist naar
de oude-jongeheeren- en de Btudentenkamers
gezonden te worden. En al werd zy' daarheen
gezonden, dan nogzou, dunkt ons, in ons land
een rustige vakkundige vrouw die zichzelf
respecteert ook door studenten en andere
alleenwonende heeren geëerbiedigd worden.
Ons dunkt dat, al moge dan een enkele
reparatie voor de gemiddelde
vrouwenkracht te zwaar zijn, en al mogen bij
de praetieche uitoefening van dit vak
evenals trouwens van illle vakken wel eens
,moeilijkheden te overwinnen zijn", in het al
gemeen de bezwaren veel te breed worden
uitantaarn zichtbaar ia, den benoodigden ty'd
te kunnen meten; bovendien de ty'd, noodig
om de lantaarn te openen of ook maar om te
ceeren, is nog veel grooter, dan de ty'd die
iet licht noodig heeft, om den afgemeten
weg heen en terug af te leggen. Het is den
man van het E pur ti muove niet gelakt, een
middel te vinden, om de lichtsnelheid te
meter). De afstanden op aarde bleken hem
e kort voor doelmatige proefnemingen.
Eerst eenige jaren na Galilei's dood m 1675
s er een Zweedse h sterrekundige Von Romer
n geslaagd. Die paste Galilei's methode toe,
maar hij gebruikte geen aardsche afstanden;
lij koos d* neme.ruimte, en nam de doorsnede
van de aardbaan voor den afstand van de
.wee waarnemers, en een maan van J u pi t er
voor het dievenlantaarntje; dat sloot en
opende van zeJf; het maantje namelijk duikt
n den schaduwkegel van zijn planeet en komt
er aan den anderen kant weer uit. Twee
teer wordt dat uitgaan of wegduiken waar
genomen. Een half jaar na den eersten keer
s de waarnemer met de aarde een diameter
van de aardbaan verder weg gereisd; en het
uitgaan van het maanlichtja, schijnt nu 16
min. 26 sec. later te ge Deuren. Zooreel
tijd had het licht noodig om den grooteren
afstand af te leggen. In die bijna 1000 sec.
.egt het licht de aardbaan of 2 X de afstand
;ot de zon af; die ia bijna 300 milliosn kilo
meter; ia elke seconde dus zoowat 300,000
K. M.
Nog op een andere wijze hebben
iterrecuBdigen, met behalp van de beweging der
aemellichamen, deze snelheid van het licht
Derefcend.
Maar dat zijn van die hoogverheven astro
nomische zaken, die om te precies te volgen
aeel wat voorkennis, om ze uit te leggen,
aeel wat figuren en bovendien berekeningen
vereiichen; en later nog veel verbeteringen
van onnauwkeurigheid tevens.
Met Fizeau echter blijven we laag bij den
grond, letterlijk en figuurlijk; want hem is
het werkelijk gelukt met aardsche afstanden
de ontzaglijke snelheid van het licht te me
ten. Zonder het feit, dat het gebeurd is, zoo
men het onmogelijk noemen. Immer, 300 000
M, per seconde is de uitkomst, die wij te
verwachten hebben; m. a.w. in n seconde
vliegt het licht ruim zeven, zegge 7 maal de
heele aarde om, want die heeft maar 40,000
K.M. omtrek.
Toch is het uitgedacht, in 1849, door een
dertigjarigen Parij zenaar.
Er is ook evolutie in de groote gedachten
van ome geleerden, te ontstaan maar niet
zoo op eens, ze schieten niet als een
bhkgemeten. De pianohandelaren en de manne
lijke stemmers schijnen de vrouwelijke con
currenten met een allesbehalve vriendelijk
oog aan te zien.
ne der twébovengenoemde stemsterg
schrijft: Hier... wilde niemand het stem
men enz. onderwijzen. Hunne meening was:
We maken ons.wlf geene concurrenten. De
handelaren zullen ; het het meisje niet ge
makkelijker maken.;.. Zij moet het werk
beter doen dan de naar, ook om een bewijs
te geven van baar wél kunnen."
Toch, niettegenstaande de tegenwerking
waarmede zij dus naar alle waarschijnlijkheid
zullen te kampen hebben, zouden wij niet al
te zwakke jonge meisje met muzikaal gevoel
dit vak wel degelijk durven aanraden.
Men bekwaamt zich voor het eigenlijke
stemmen door middel van privaatles zelf.
Eén hacdelaar leidde enkele meisjes op, die
later naar Indiëvertrokken. Na een
wekelijkech onderwijs, gedurende meer dan een
jaar" (dus na pi m. 50 lessen) waren ze zoo ver,
dat ze behoorlijk konden stemmen, hoewel
niet vlug genoeg om zich als stemster uit te
geven." ne der beide hier ^e lande ons
bekende stemsters meldt, dat zij l K jaar les
heeft gehad alvorens rein" te kunnen stem
men. Bovendien moet meneenigszins bedre
ven zijn in geluidsle«>r. harmonieleer en
algemeene muziekleer, terwijl voor het
examen voor pianoatemmer eenig kennis
in die vakken wordt geëischrt. Onze
segsvronw had in de theoretische vakken 2 jaar
les geha'i en daarvoor ? 50 betaald. Verder
is kennis van bet mechaniek en het kunnen
verrichten van kleine reparaties daaraan be
slist nooiig. Dit leert men het best, of eigenlijk
uitsluitend, in de werkplaats zelve, door
voortdurende jarenlange otftning. En ten
elotte is bet om de mechaniek volkomen
te regelen noodig dat de reparateur(-teuse)
behoorlijk kan pianospelen Dan voelt (zij)
de gebreken bij den aanslag."
Met al deze kennis toegerust, kan men
zich aan het examen onderwerpen; of wel,
zich aanstonds vestigen. Een diploma is voor
het welslagen in dit vak by ons te lande niet
onontbeerlijk. Van onze beide stemsters heef c
de ne wél, de andere niet het diploma.
Eerstgenoemde werkt in de zaak van haar
vader; laatstgenoemde is vrije stemster en
geeft er ook eenige pianolessen by.
Er staan dus voor de stemster drie wegen
open. Zij kan vooreerst in een zeer groote
zaak magazijn-stemster worden. Daaraan is,
dunkt ons, geen enkel bezwaar verbonden.
Alleen behoo-en dergelijke zaken ten onzent
tot de zeldzaamheden. Ten 2a kan zij uit
gaand stemster worden in een zaak. Wan
neer de patroon wil medewerken en de werk
zaamheden oordeelkundig over zijn verschil
lende stemmers verdeelt, naargelang van
ieders aanleg en lichamelijke gesteldheid,
dan zijn o.i. ook daar de bezwaren volstrekt
niet onoverkomelijk. Het reizen en trekken
in den omtrek van kleinere plaatsen mag ver
moeiend zijn, ook aan tal van andere, wel
degelijk en zonder tegenkanting door vrouwen
bekleede betrekkingen is immers zware ver
moeienis verbondep.
Het ingespannen stammen van de eene
piano na de andere moge hooge ekchen
stellen aan gehoor, hersenen en zenuwen,
dat is immers in vele andere betrekkingen
evenzeer zoo niet e-ger nog het geval. In
f root e zaken zijn bovendien de werktijden
oiet overmatig tong: 8,4 9 oor» De salarissen
wisselen volgens den een tusschen ?8 en
en ? 25 volgens den ander tusschen f 16 en
?22 per week.
En ten elotte kan zij vrije stemster" wor
den; werken op eigen risico dus. De vraag
of dit vrije beroep een behoorlijk bestaan
oplevert, wordt zeer verschillend beantwoord.
De een, pianobandelaar, schrijft: Da viije
stemmers zyn te rangschikken onder de
rubriek scharrelaars" -en verdienen geen
t aas op de boterham." De andere, zelve vrije
stemster, doch tevens piano-onderwijzeres
meldt ons: Het stemmen voor eigen reke
ning zou voor een alleenwonende vrouw een
heel goed bestaan opleveren, indien het beter
Zeer vereenvoudigde voorstelling van het
wiel van Fizeau. Het oog ziet door een
nietgtfoelierfen spiegel, het lichtbeeldje iu de
openingen. Hier is het licht als een gelijk
matige bundel voorgesteld, die van den
reflector komt.
eemstraal de hersenen binnen, al lijkt het
soms zoo, doordat de laatste schakel van den
gidachtenketen dikwyls onverwachts de nog
logie, maar naderende einden vastbindt.
In het instrument van Fizeau schuilt weer
het lantaarntje van Galileïen tevens de
Jupvtermaan van Von Romer; aarde en hemel
eijn er in verbonden, het is een veelvoudig
lantaarntje met duizenden
maansverduisteringen. Nieuw, of schijnbaar nieuw is alleen
de toepassing van de echo-verschijnselen,
Fizeau laat de echo van het licht zien en
bepaalt dan, net als bij het geluid, d «n afstand
die het licht per seconde heeft afgelegd.
Natuurlijk kan de afstand op aarde niet
groot genoeg zijn om op de gewone manier
een licht-echo te doen ontstaan. Beken
maar weer voor l Aangenomen alweer dat
we twee lichtindrnkken, met een pauze van
1/tO seconde er tuaac'iei», nog afzonderlijk
kannen waarnemen, dan moest de afstand
van een echomuur (by licht zal een spiegel
wel het beste zijn) dus minstens de helft van
een tiende deel van de snelheid zijn, dus
ongeveer 15.000 K.M.; dat is zoo ongeveer
van Amsterdam tot Atjeb. Na, een spiegel
die zoover afstaat, zou een licht-echo geven
1/10 sec. na het ontsteken en omgekeerd.
Kwam bel nit, dan was daarmee bewijs ge
leverd dat het licht in die tiende seconde
den dobbelen afitand, d. i. 30.000 K.M. kon
afleggen; en de ineloeid *an 3UO.OOO K.M.
per seconde was alweer gecontroleerd; maar
practisch is dit natuurlijk onbereikbaar.
Fizeau combineerde deze «piege!- of echo
methode, zooals ik al zeide, met de
lartaarntjes-methode. Stel u voor een plank
met «en gat er in ; door dat gat gooit, schiet
of blaast ge een elastieken balletje tegen een
wand en precies loodrecht op dien wand;
het kaatst terug en het vliegt weer door de
betaald werd." Hier zal het, evenals elders,
zeker geraden zijn dat de vrouw vooral niet
onder de markt werke, maar zichzelf en
haren arbeid hoog hou de.
Wij hopen dat menige jonge vrouw de
energie zal hebben, dit nog vrij wel nieuwe
pad te bewandelen en den zedeljjken moed
om een vak te kiezen dat, ten onrechte,
wellicht ietwat minder in aanzien is, maar
onder niet al te ongunstige omstandigheden
beoefend, waarschijnlijk een heel wat beter
bestaan oplevert dan het oogenschynlijk artis
tieker beroep van piano onderwijzeres.
Een volgende maal over het kappersvak.
ANNA POLAK,
Directrice van het Nationaal Bureau
voor Vrouwenarbeid.
Mode en tooneel.
Een Engelsche actrice, jeugdige ster van
een groot variété-tooneel te Londen, Miss
Madge Temple, geniet den roem de best
gekleede vrouw van het Engelsche tooneel te
zijn. Zij kondigt van de planken de nieuwe
mode af, en men pleegt schertsend te zeggen,
dat zij, die geregeld haar voorstellingen be
zoeken, zich de kosten van een abonnement
op een modejournaal kuonen besparen. Om
haar roep te kunnen handhaven, heeft zy'
zich in verbinding gesteld met den grootsten
Ladies-Tailor" van de wereldstad, die haar
geregeld de benoodigde toiletten levert, en
daarvoor slechts in rekening brengt den in
koopsprijs der stoffen, die voor haar kleedy
noodig zyn. Werkloon wordt in 't geheel niet
gevorderd, omdat zij voor de zaak een
kolocsale reclame maakt. Desalniettemin... had
zijn voor hoeden en japonnen en sjawls en
mantels in 't afgeloopen jaar een rekening
van 1500 pond sterling = achttien duizend
galden. Madge Temple is buitengewoon gra
cieus en draagt de toiletten op onvergelijkelijk
sjieke wijze. Men is algemeen van oordeel,
dat ze wel goedkooper terecht kan en dat de
concurenten van haar principaal haar voor
't komend seizoen wel voordeeliger condities
zullen aanbieden. Zjj bracht o. a. de vergulde
banden in zwang, die het kapsel omsluiten,
en die in voorname Engelsche kringen bij
de evening-dress" nagenoeg algemeen ge
dragen worden.
* *
*
Vacantie-uüitapjes voor niett.
Veel jongelui in groote steden zijn er op
nit om goedkoope vacantie-nitstapjes te
maken. Sommige zijn vindingrijk op dit
gebied. Vier klerken van een Parysch ban
kierskantoor togen gedurende hun vrije dagen
naar een groote badplaats en vermaakten
de badgasten als musikaie clowns. Het cen
tenbakje leverde, dank tij hun geest en talent,
aardig wat op. Ze hadden kostelijke
vacantiedagen en kwamen terug met een beter
gevulde beure dan waarmee ze gegaan waren.
In Duitechland maken jonge zangeressen
en zangers en andere musici niet zelden
hun vacantiedagan goed door 't geven van
concerten in groote hotels in Zwitserland,
waar vooral bij regenachtige dagen muziek
een welkome afwisseling is. Sommig* ook
vormen kwartetten en kleine koren en
trekken als lustige straatzangers door het
land. Oiigineeler is voorzeker wat gedurende
dezen zomer eenige Londeneche jongelui,
winkelbedienden uit een groote zaak, deden.
Ze meldden zich gedurende den hooity'd als
losse werklieden aan op een groote boerderij
Het wei k had een eigenaardige charme, ze
waren heerlijk buiten en kwamen met
bruingebrande gezichten en handen, toon
beelden v»n gezondheid, in de stad terug.
In Amerika is men practisch tot 't uiterste.
Talentvolle maar ongefoitnueerde jongelui,
die opleiding ontvangen aan een hoogeschoo!,
gebruiken hun zomervacantie om geld te
verdienen. Van een jong en zeer geleerd
professor in de zoölogie te New Haven is
het bekend, dat hij in zijn studietijd gedu
rende de vacantiedagen als kellner diende
opening naar u toe. Nu hebt ge een schuitje
voor dit ichietgat gemaakt en ge weet door
herhaald probeeren, dat ge b.v. een kwart
seconde noodig hebt om, ca dat de bal door
het gat i* ge'logen, de schuif er voor te
krijgen. Komt de bal er weer door terug,
vóór dat ge de schuif er voor hebt gekregen,
dam weet ge zeker dat het voorwerp den weg
heen en terug in minder dan een kwart
seconde heeft afgelegd.
Ge wijzigt die proef eenigszins, om
praetiiche redenen. In plaats van een rond gat,
snijdt ge een liggende langwerpige opening
in de plank en ge zet de heele plank op een
inkeeping of op rolletje?, zoodat hij gemak
kelijk naar rechts en links verplaatst kon wor
den, Stel de opening is l dM. lang. Hoe breed
dat doet er niet toe; mits ge den bal precies
in de rechterhoek van het gat er doorheen
kunt schieten. Tegelijkertijd of onmiddellijk
daarop schuift ge de plank snel waterpas naar
rechts, dan sal de kogel nog door het gat terug
kunnen als hij in minder tijd terug is dan de
opening noodigheeftom voorbij synwegtegaan.
De kogel zal alsdan middt n door hat langwerpig
gat of nog net in den linkerheek er doorkomen;
is hij niet vlug genoeg dan slaat hy' aan den
achterkant van de plank tegen het hout.
De snelheid waarmee de opening voorbij
schuift, is precies te berekenen; en daarmee
il de mogelijkheid gegeven ook de snelheid
van het projectiel te vinden.
Dit ii het beginsel dat Fizeau toepaste.
Inplaats van een langwerpige schmfplank nam
hy een ronde, draaiende, een wiel; en in plaats
van n opening, maakte hij er 720 tanden
in, heel dicht bij den rand met evenveel en
even groote tasschenruimten. Elke opening
en elke tand of lusschenruimte was dus 1/1440
van uen omtrek van het wiel.
Draait dit wiel in een seconde rond, dan
zal de bal ??die loodrecht op de plank door
een gaatje wordt geschoten en teruggekaatst
in het 1440ste deel van een seconde al weer
terug moeten zijn, indien bij nog net door
hetzelfde gaatje terug zal kunnen komea;anders
vliegt bij tegen de plank; draai ik rut wiel
nog veel sneller, tweemaal zoo snel, dan vliegt
de bal door het volgende gaatje terug; nog
iets sneller dan weer tegen de tusschenruimte;
driemaal zoo snel, d*n komt de bal door het
derde gaatje terug, bij slaat dan een over,
dat tusachen de opening ligt waardoor hy
heen ging en dat waardoor hy weer terug komt.
Inplaats van een bal schiet Fizeau een licht
straal door een gaatje van het wiel; deze kaatst
terug tegen een spiegel op 82/3 K.M. afstand
(tusschen Montmartre en Suresues) geplaatst.
Dat lichtje (of eigenlijk het beeldje ervar)
in een gioot hotel in de Kocky Mountaine.
***
Hondenttad.
Een paradijs voor hondenliefhebsters is de
Engelsche fetad Ha ver ford west, waar zich de
grootste hondenstoeteiijen bevinden van het
geheel Britse hèKoninkrijk. Het plaatsje
heeft slechts 6000 inwoners, die voor het
meerendeel op een of andere wijze betrokken
zijn by den dienst op de groote kennels".
Er worden jaarlijks in deze gemeente even
veel honden geboren (n.l. 6000) als het
geheele inwoner-aantal bedraagt, en hoewel
de kostbare exemplaren nimmer loskomen,
loopen er toch steeds viermaal zooveel hon
den als menechen op straat.* Geen stad ter
wereld waar zooveel gekwispelstaart en ge
blaft wordt. De Schoolmeester" insinueerde
indertijd in het bekende rijmpje:
Waarom blaffen de honden niet meer als
ze dood zijn?
Anders zon 't leven op een hondenkerkhof
te groot zijn,"
Menig inwoner van Hondenstad zou
wenschen, dat de natuur dezen verstandigen maat
regel ook op de levende honden had toegepast.
Ze brengen intnsschen, al keffende, weieens
een aardige duit in 't zakje. Honden, die
voor ?3000 verkocht worden, zijn er geen
zeldzaamheid.
* *
Waternimfen.
Bij de meeste takken van Sport zy'n de
mannen de vrouwen een kleinigheid voor,
echter niet bij 't zwemmen en duiken, waar de
vrouw zich in de laatste jaren vaak de meerdere
toonde. Miss. Annette Kellermann beproefde
enkele jaren geleden het kanaal over te
zwemmen. Dit gelukte liet, evenals bet na
Kapitein Webb aan geen enkelen man ge
lukte, maar ze zwom toch in 4J< uur van
Dover naar Bamsgate, en stelde zich met dit
feit naast de beste mannelijke zwemmers.
Bij een volgende poging bleef zij 6 oren te water
in welken tijd zij ongeveer 32 K.M. aflegde.
Vooral echter by het duiken overtreft de
vrouw haar mannelijke mededingers. Elise
Wallende, de beroemde waternimf, bleef n
maal ten aanschouwe van een tot den nok
gevulde zaal, 4 minuten 452/s seconden onder
water. Dit record is nimmer geslagen: het
dnikrecord van een man is 10 seconden
minder. Een stout feit te water bedreef
eenigen tijd geleden Annie Stephens Zy liet
zich opsluiten in een B t er k-gebouwde ton,
die eenige honderden meters voor den be
roemden hoefyzerval van den Niagara in 't
water gebracht werd. De wilde stroom sleurde
dit wonderlijke vaartuig mee. Door den
waterval werd het naar omlaag gesleurd
en spoelde ongeveer een half uur verder aan
land. De roekeloos dappere vrouw stapte er
gezond en frisch nit. De held van Dover
Galais, kapitein Webb, vond den dood toen
hy de zoogenaamde Niagare Rapids" (stroom
versnellingen boven den val) trachtte over
te zwemmen.
* »*
De smokkelhond.
Vrouwen zijn soms zeer handige smokke
laar B. Onlangs liep een Fransche dame in
den val, die gedurende een aantal jaren
diamanten en kant Amerika had binnen
gesmokkeld door middel van een kleinen hond.
Eet dier dat een kortharige, zeer gladde huid
had, wist ze namelijk te voorzien van een fraai
sassend overkleed, de huid van een anderen,
langharigen hond, die Bello sloot of hij aan
n lijf gegroeid was. Niemand vermoedde,
dat de -e trouwe viervoetige gezel der
reizigiter een andermans kleeren droeg. Onder de
huid werden diamanten en fijne kant geborgen,
die gedurende vele jaren aan het speurend
oog der douaniers ontsnapten. Bello's ver
momming werd ontdekt, toen zijn meesteres
bem eens met minder zorg had aangedaan.
Aan zijn tenu was een haakje los; dat zag
een sluwe tolbeambte en Bello en zijn
meesteres waren ontmaskerd... niet tot zeer
grooten spijt van den viervoeter, die 't ge
ducht warm had in zijn wollen overkleed.
ALLKQRA.
imiiiim/iirMiiiiiiiMiiiiiiiim
sekykt hy (het rad staat nog stil) met een
rijker die waterpas staat vlak tegenover het
gaatje dus door een gaatje heen. Met behulp
van een reflector en lenzen is de lichtbundel
n de goede richting gehouden.
Het wiel wordt gedraaid. Eerst langzaam :
afwisselend verdwijnt en verschijnt het licht
punt, doordat afwisselend een opening en een
;usschenruimte voor den kijker heengaan;
maar als het wiel sneller wordt gedraaid,
zoo snel dat de donkere pauzen minder
dan ',/iu sec. duren, blijft het lichtje voort
durend aan. Ge herinnert u, hoe dat komt:
de eene lichtverwerking op het oog is dan
nog niet weg als de andere weer komt, en
wij zien doorloopend een licht. Blijkbaar
komt het licht van den spiegel nog steeds
door hetzelfde gaatje terug, als waardoor het
heenging.
Nu wordt het wiel door den assistent
van Fizean ineller gedraaid ; het licht wordt
ets zwakker;nog sneller gedraaid; opeens il het
volkomen duiater; blijft de draaiing nu even
snel voortgaan, dan blijft het donker in den
verrekijker, ofschoon d« refltctor er boven
nog altijd zijn licht door elk gaatje heem
stuurt. Maar het botst na terugkaatsing op
den spiegel, aan den achterkant van het wit l
ni«t voorbij de gaatjes tegen de
tnsschenruimte. Fizeau draait even langzamer en bet
icht verschijnt weer; hij draait weer sneller
en het verdwijnt. Het rad wijst zelf telkens
het aantal omwentelingen per seconde aan.
Op het oogenblik dat de verduistering intrad,
moest het juist 63 keer in vijf seconden
ronddraaien; dus maakt n omwenteling in
1/12.6 seconde. In dien korten tijd gin
gen alle openingen en tusschenruimten
voorbij den kijker. Elke opening gaf dus
hoogstens maar 1/12.6 X 1440 of 1/5184 deel
van een seconde ty'd, OKI door de opening
heen en terug te keeren. In die» tijd had
het een weg van twee maal S-ji K.M. of
nauwkeuriger 2 X 8633 U. afgelegd. In een
heele seconde doet het dm 5184 X zooveel
M. of 313274 K.M.
Wie ronde getallen wil hebben, houdt 82;3
K.M. voor den afitand ; neemt 12.5 voor bet
aantal omwentelingen per seconde en 720
openingen in het wiel, dan is de berekening
per seconde. En dat scheelt maar heel weinig
met de uitkomsten van latere, nauwkeuriger
berekeningen der voortplantingssnelheid van
het zonlicht.
E. HEUIANS.