De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 21 augustus pagina 10

21 augustus 1910 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1730 . -De Inkomst-obligaties der NederlandschRumeensche Petroleum Maatschappij, de ?vorige week door de ontbinding van het syndicaat tot eire» 65 p C t. gedaald, herstel den zloh weer tot 71 pCl-, Van Cultuurwaarden hadden aan de Vorstenlanden eene Taste tendenz; de overige soorten varieerden slechte zeer onbeteekenend. Mijnwaarden ondervonden zeer geringe belangstelling en bewogen zieh dientenge volge nagenoeg op vorige koersen, pref. Gnyana'g verbeterden Z% pCt. Tabakken legden niet meer de vaste tenden* aan den dag, waardoor zij zich sedert geruimen tüd kenmerkten; wel konden nog enkele soorten eenige punten verbeteren, doch daarentegen moesten verscheidene andere een 'paar procenten prijsgeven. Rubber's waren bijkans geheel verlaten; een geforceerd aanbod in 80 en gei Raya's door liquidatie van eene positie, bracht den koers dezer aandeelen op 87 pCt., waarna echter herstel tot 92 pCt. intrad. Eene flinke verbetering valt op te teekenen voor bewijzen Internat. Landfyndicaat, die van ? 59% op ? 66.?kwamen; Transvalia's reageerden verder en naderen van lieverlede bet nulpunt. Intnsschen is de geldmarkt wat ruimer geworden en daalde prolongatie-rente van 5Ji tot IX pCt. Waarschijnlijk was deze omstandigheid ook van eenigen invloed op den koerslcop der Petroleum- waardes. 19 Ang. V. D. M. Amerika's Uitvoer-handel. De handel van Amerika met het buitenland is en blijft een voorname factor voor de positie van de Internationale geldmarkt, zoo lang men in de Ver. Staten voortdurend erop bedacht i;, aan den afxet in het buitenland meer uitbreiding te geven. En in den laatsten tjjd is door de Ameri kanen met de grootste energie in die richting gewerkt. Niet tevreden met de grootste petrolenmprodnctie ter wereld en het beheertchen van een groot gedeelte van de wereldmarkt, die zij voorzien van tarwe, stalen rails en andera ?Voortbrengselen van hunne industrie, met geconserveerd vleescb en vruchten waarvan Europa «n de andere werelddeelen goede afnemers ZQD, is 'c hun voortdurend streven de wereld in nog meerdere mate economisch afhankelijk te maken van hun busines- manie. Züwillen den hoofdrol spelen opj't gebied van het spoogwegwezen in het Hemekche rijk; de Amerikaans*!}* staaltrust beproeft vasten voet te krijgen in Zuid China; in Mandsehcerije heeft de tabak-tiuat fabrieken gebouwd, in Klein-Aziëwillen zij op Turksch grondgebied spoorwegen aanleggen, in tiiberi handelend optreden, en in den laatsten tijd treedt bij hen meer en meer de vraag op den voorgrond, of 't voor hen niet veel voordeeliger zou zijn, al hunne krachten in nog meerdere mate op Midden- en Zuid-Amerika te concentreeren, dan op Oost-Aziëen Europa. Voorzeker is Europa nog de voornaamste markt voor de Amerikanen. Ongeveer 70 %, dus bijna drie vierden van Amerika's totalen nitvoer, vindt zijn weg naar ons werelddeel en dat dit export zich op bevredigende wijze blijft ontwikkelen, blijkt daaruit dat het in de laatste 10 jaren belangrijk is toegenomen. Maar ruim '/s van Amerika's ui t roer naar de Europeesche landen bestaat uit voedings middelen als granen, vee- en vleesch-producten, katoen, koper en andere metalen. Voor het afgeloopen jaar vertegenwoor digen de uitgevoerde levensmiddelen een waarde van ongeveer 375 millioen dollar, d. i. ongeveer 22 % van den totalen uitvoer, terwijl de verhouding in het begin dezer eeuw nog 40 % wa?. Dit echter is niet het gevolg van een ver minderde afname dopr Europa, maar van de sterk toegenomen consumptie in Amerika zelf, die een tamelijke duurte van de meeste levensmiddelen aldaar beeft veroorzaakt. Want terwijl van 1899 tot 1909 het ver bouwen van veldvruchten met 25 % is uit gebreid en de productie met 36 % is toege nomen, is de censvmptie met niet minder dan 60 % vermeerderd. Men koopt deze producten in binnen- en buitenland, omdat men ze onvoorwaardelijk noodig heeft. De Amerikaansche exporteur behoeft zich dan ook weinig moeite te geven, om dit afzetgebied te behouden of uit te breiden. Ia Duitgchland alleen, bijv. neemt het zielen tal jaarlijks met gemiddeld 800,000 zielen toe; de grond van het land zelf kan echter deze bevolkingstoename niet genoegzaam van voed sel voorzien, het meerder beuoodigde moet derhalve uit het buitenland worden betrok ken, zoodat de afzet van Amerikaansche voedingsmiddelen voor de landen van WestEuropa, waar zich het zielental uitbreidt, gestadig grooter zal worden. Er bestaat echter veel kans, dat de toene mende graan-prodactie en uitvoer van concurreerende landen, als Argentiniëen Canada, een spaak in het Amerikaansch export-wiel is komen steken. Ook dit zal beide partijen weinig schaden: Europa zal dan een gedeelte van Amerika's mededingers betrekken en Amerika zal het daardoor vrijkomende kun nen behouden om zij 't dan ook tot minder hooge prijzen van de eigen, steeds in aantal toenemende bevolking. Maar in elk geval is voor voedingsmiddelen en nijverheidsgrondsteflen, die Europa nu eenmaal van Amerika noodig heeft, heel wat minder moeite noodig om de afnemers te behouden, dan zulks voor de voortbrengselen der Amerikaansche industrie het geval is. Van hoe groote beteekenis de uitvoer van fabrikaten is, kan daaruit blijken, dat in 1909/10 voor ongeveer 750 millioen dollar, d.i. meer dan 40% van den totalen uitvoer, door Amerika is geëxporteerd geworden, waarbij evenwel dient opgemerkt, dat volgens de Amerikaansche iudeeling hier toe o.a. ook koper wordt gerekend, dat beter onder de ruwe grondstoffen ware te rang schikken. Wat de voortbrengselen der A uerikaansche industrie betreft, is het afzet-gebied eigen aardig verdeeld. Cuba bijv. met 2 millioen inwoners, koopt evenveel van de Ver. Staten als Japan en China te zamen, terwijl de moeiten der Amerikaansche exporteurs en diplomaten, om afnemers te vinden in de Oost-Aziatische landen, veel groot ar zijn, dan in het zooveel naderbij gelegen Cuba, dat bovendien geheel en al onder Amerikaanschen invloed staat. Ook Canada, met bijna 7 millioen inwoners, koopt van Amerika 4 maal zooveel als China en Japan te zamen; Mexico, met een bevol king van 15 millioen zielen, is een 2 maai grooter afnemer van de Ver. Staten dan Japan, met zijn 50 millioen inwoners; Braziliëmei een bevolking van 20 millioen is voor Amerika als kooper van even groote beteekenic, als China, waarvan de bevolking op meer dan 300 millioen zielen wordt geschat. Argentinië, welks landbouw en veeteelt zich zoo snel en verrassend ontwikkelen en dat van Amerika in geen geval voedinge middelen noodig heeft, heeft in het laatste jaar van zijn landbouw concurrent voor 34 millioen industrieele voortbrengselen gekocht China daarentegen voor slechts 20 millioen In 1899 bedroeg Amerika's uitvoer naar Azië, Japan inbegrepen, bijna 54 millioen dollar en naar Zuid-Amerika ruim 37 millioen welk laatste bedrag thans bijna jaarlijks door Argentiniëwordt opgenomen, dat 10 jaar geleden nog slechts voor ruim 11 millioen dollar van denzelfden leverancier betrok. Het export van de Ver. Staten naar Zuid-Amerika is thans tien millioen dollar grooter, dan dat naar Azië. Ook met Canada is het handelsverkeer belangrijk toegenomen, in de laatste 10 jaren is het nagenoeg verdubbeld. Terwijl Amerika in 1899 naar Canada, de West-Indische e Har den, Zuid- en Midder-Amerika voor on ge veer 420 millioen dollar exporteerde, was het in 1899, dus 10 jaren later, reeds tot ruim het dubbele, n), ca. 875 millioen, toegenomen. Hieruit kan men nagaan, waarom de Ameri kanen zoo ijverig in da weer zrjn om hunne commercieele belangen in Midden- en ZuidAmerika uit te breiden, door er spoorwegen te bouwen, in de kleine republieken banken op te richten, stoomvaart-lijnen in het leven te roepen an ruime miideleu beschikbaar te stellen voor den arbeid van het z,g. bureau der AmerikaanEche republieken" te Washington. Maar de Europeesche handeldrijvende natiën, voor zoover zij tot dusver met Middenen Zuid-Amerika bevredigende relatiën onder houden, zullen verstandig doen, met aan dit alles ernstig haar aandacht te schenken en hare maatregelen te nemen, tenzij 't baar onverschillig is, op zeker oogenblik tot de overtuiging te komen, dat zij door de vol harding der Yankees met hun pan-Amerikaansehe ideeën voor goed zijn verdrongen. Dan zon de voorspelling van Andrew Carnegie worden bewaarheid, nl.: Europa werkt te vergeeis, zoolang het niet een vorm heeft gevonden voor een staatkundige en industrieel unie en n geheel is geworden, zooals de Amerika? mche unie. Want dit is de eenige grondslag, op welken het met kans op succes den strijd om den wereldhandel met Amerika kan V. D. S. 19/8 '10. Eea gemeentelijt Armbnis. Bedriegen alle teekenen niet, dan «taan wjj in het algemeen, en speciaal ook in ons land, aan den vooravond eener periode, waarin de behandeling en verzorging van ouden van dagen uit de arbeidersklasse, een betere, meer menschlievende en meer menschwaardige, zal zijn dan gedurende de periode die achter ons ligt, en waarin wij, voor een overwegend groot deel, ook thans nog leven. Dat zal een kenmerk van den vooruit gang der beschaving zijn, want wanneer men het lot dier oude menschen, gelijk het tot nu toe was en nog is, vergelijkt met de schatten aan producten en productiviteit, aan middelen om voor de memchen voort te brengen en hen te doen genieten van alles wat moeder aarde oplevert, en den overvloed van deze attributen voor gezonder en welvarender en gelukkiger leven waar over thans reeds de menschheid beschikt, dan kan het niet anders of in ons gemoed gromt een diep verwijt aan onzen tijd, die, trots dat alles, de oude menschen in zulk een toestand van armoede, afhankelijkheid, trieste eentonigheid, opzettelijke schraalheid en leelijkheid in omgeving, laat voortleven; ja, den avond dezer levens in even trieste atmospheer in den eeuwigen nacht laat eindigen, als hun Ie ven, door maatschappelijke omstandigheden, in den regel helaas was. Het zeer onvoldoende in deze zorg komt in den regel in twee vormen jegens die oude, onvermogende lieden tot uiting: Ie. de lage bedeeling, 2e. de verzorging in de armhuizen, die opzettelijk zóó gegeven wordt, dat zütegenover het leven in de maatschappij geen begeerlijkheid vormt. Zoo hebben wij langen tijd, geslachten lang, de armhuisverpleging gekend veeleer als een verschrikking, en slechts een aller uiterste toevlucht, voor de arme, oude menschen, dan wel als een uitkomst en zonnig en genotvol avonduur na een levens dag van harden arbeid. En de armhuizen dragen van die periode neg de teekenen volop mee! De meeste onzer armhuizen zijn ware kazernes voor de oude lieden; kaal en stootend in hun uniformiteit, in hun voorschriften omtrent uniforme kleeding, in hun eisch van scheiding van echtgenooten wanneer ze de verpleging deelachtig willen worden, in hun triestheid van inrichting en leefwijze en discipline, in hun soberheidop-de-grens-der-schrielheid in de ver schaffing der levensmiddelen. Daaruit is de tegenzin te verklaren, die er in de arbeiderskringen steeds heerscht tegen het armhuis, en hoewel gaarne zij erkend, dat er, onder den invloed van de arbeidersbeweging en de veranderde op vattingen omtrent overheidsplichten jegens oude onvermogenden, in de laatste jaren een merkbare verbetering valt te constateeren, die voor de toekomst, en zelfs voor een zeer nabjje toekomst, in dit opzicht veel goeds doet hopen, is er toch ander zijds, zelfs bij betrekkelijk nieuwe armhuizen, nog al te veal van dien geest te bespeuren, dien de armoede als een straf wil laten gevoelen, en opzettelijk leven en inrichting in de armhuizen op zoo nederig" mogelijk peil te doen houden. Tijdens het Internationale Woningcongres, in' Juni 1'JIO te "Weenen gehouden, werden er eenige, met dit congres verband houdende excursiën gehouden. Zonder twijfel zal de excursie van uit de fraaie binnenstad naar het groote stedelijke verzorgings-tehuis voor oude mannen en vrouwen, gelegen op een langwerpigen heuvel op ongeveer een uur afstands van de stad, waarheen de weg langs Schönbrunn voert, bij vele congresbezoekers den aangenaamsteu, ja, ik durf wel zeggen: een onvergetelijken indruk hebben achtergelaten. Want niet alleen de Hollanders, die op dit gebied nu eenmaal niet zoo heel veel ge wend zijn, maar ook de Duitschers, bij wie de armenzorg over 't algemeen betrekkelijk zoo goed is, zoowel als Franschen en Engelschen, waren opgetogen over wat zy hier aanschouwden. Het is mogelijk, dat het heerlijke weder op dien dag, heel in begin van Juni, toen wij van uit de extra tram die ons tot Lainz bracht, den tocht langs een heerlijken, met bpomenrijen beplanten weg, met aan weers zijden uitgestrekte weiden, naar het hooggelegen Yersorgungsheim" ondernamen, er toe meewerkte om den indruk te flatteeren, maar toen w\j vlak voor het uitgestrekte gebouwen-complex stonden, en onzen blik onwillekeurig terugwendden, waar zich een schoon panorama voor ons oog ontrolde; toen we het park doorwandelden, vol schoone bloemen, waar her en der op banken de oude lieden zich koesterden in de zon, en nogmaals op die hooge, fraaie, op groote villa's gelykende gebouwen onzen blik richtten toen konden wij nauwelijks gelooven, hier voor een armhuis" te staan, waarin iedere oude man of vrouw in Weenen, die niet meer in eigen onderhoud kan voorzien, een tehuis kan vinden. En toch is het de waarheid! De cpngresleden werden door den ambte naar die het beheer over het geheel heeft, en door eenige onder hem gestelde personen (mannen in netten uniform gekleed, in de kracht van hun leven) vriendelijk ontvangen en rondgeleid, en de nadere kennismaking met hetgeen hier voor de oude lieden werd gedaan, kon onze verbazing en bewondering nog slechts doen stijgen. Laat mij allereerst iets over den omvang dezer stichting vertellen. Weenen bezit vijf a-lgemeene verzorgings huizen (het woord armhuis" wordt zoowel in de schriftelijke als in de mondelinge toelichtingen die hierover verstrekt worden, zorgvuldig vermeden), en daarvan is het hier bedoelde het grootste, in gebruik sedert 1905, waarvan de kosten gezamenlijk niet minder dan 12 millioen kronen hebben bedragen. Het is paviljoensgewijze gebouwd (en dat is dan ook wel een der grootste eigenaardig heden dezer stichtig), waardoor het mogelijk is geweest, om de verzorging der ver pleegden zóó te doen plaats hebben, dat echtparen niet b(j hun opname gescheiden behoeven te worden; dat integendeel deze echtparen bijeen kunnen blijven, en er zelfs voor elk dier echtparen een afzonderlijk vertrek, met slaapplaats, verwarming enz., aanwezig is, terwijl de voorziening in wasch, voeding enz. toch van uit de centrale inrich ting geschiedt. Op dit oogenblik zijn in de inrichting, die een oppervlakte beslaat van rond 300,000 M2, en verdeeld is over een hoog gelegen, langwerpig terrein, reeds 3800 bedden geplaatst, welk aantal nog tot 4500 kan worden uitgebreid. De verlichting geschiedt electrisch, terwijl zoowel de daar toe noodige stroom, als de gasverlichting op de pleinen en de wegen er heen, en de voorziening met water, geschiedt door de stedelijke etablissementen. Een fraaie, rijk versierde kerk met reus achtig orgel, in welk gebouw voor 800 a 1000 personen plaats is, en wier meeste versieringen geschonken zijn door vermo gende personen, of uit eiflatingen zijn ver kregen of van genootschappen daarin zijn gebracht, staat in het midden van het gebouwen-complex. Onmiddellijk daarneven, naar het Oosten van een.breede waranda voorzien, bevindt zich de manten- en vrouwen-afdeeling, een reusachtig gebouw op zich zelf van drie verdiepingen; in de ne helft worden de mannen, in de andere de vrouwen verpleegd. Het gebouw is ver deeld in zalen waar elk 8 a 10 personen hun woon- en slaapvertrek vinden, terwijl de eet- en gezelschapszalec, prachtig ruim en verlicht, zich in het midden van 't gebouw bevinden. Twee afzonderlijke gebouwen zijn bestemd voor de echtparen, waarvan elk 55 paren herbergen kan. Voor elk dier paren is een apart vertrek aanwezig met 2 vrij staande slaapplaatsen, en groote, openslaande ramen, van waaruit de bewoners een heerlijk ver gezicht hebben over velden en bosschen. En ook in deze gebouwen zijn weder af zonderlijke eetzalen. Een afzonderlijk gebouw is ingericht voor ziekenhuis, waar in 4 zalen 64 zieken kunnen liggen, terwijl bovendien nog afzonderlijke vertrekjes zijn gebouwd met een kleiner aantal bedden. Voor elk bed is een vrije luchtruimte van 35?45 MJ voorgeschreven. Opene lighallen en gesloten waranda's zijn op elke verdieping dier gebouwen voor handen. De geheele voeding voor de ongeveer 4000 verpleegden geschiedt ran uitdecentrale keuken, van de nieuwste werktuigen en toestellen voorzien, en uitsluitend door gemployeerd jong vrouwelijk personeel be diend. De keuken heeft een zoldering van 8 meter hoogte, en een oppervlakte van 240 MJ. De administrateur, die aan de be zoekers dit interessante gebouw liet zien, verklaarde, dat de geheele voorziening van alle benoodigde eet- en drinkwaren, warme en koude spijzen, van uit deze centrale keuken, zonder eenig bezwaar geschiedde, maar dat, naar zijn meening, hiermee ook het maximum aan capaciteit eener centrale keuken bereikt was. Mocht het gebouwen complex nog uitgestrekter worden dan het thans is, dan zou het technisch uiterst moeilijk worden, op goede wijze die voor ziening te doen plaats hebben. De hoofd keuken beschikt over 5 groote haarden en 16 stoomkookketels met elk van 150 tot 400 L. inhoud. Zelfs de koffie-bereiding _eschiedt van uit deze keuken. Kn het was waarlijk een genot, de prachtige properheid te zien, waarmee alles u tegenblonk en bereid werd. De bewassching der 4000 verpleegden en het personeel geschiedt eveneens geheel in de stichting zelf, door geëmployeerd mannelijk en vrouwelijk personeel, met aehulp van de meest moderne machines, waarbij de behandeling zoodanig is ge organiseerd, dat de vuile goederen nooit de gereinigde en behandelde wasch behoeft passeeren. Al het goed doorloopt een jepaalden kringloop door het gebouw. Ik haal deze meer technische bijzonderleden, nevens de sociale en hygiënische, lier eveneens aan, omdat, iiaar het rnij voorkomt, zij van de geheele voortreffelijke nrichting, gelijk ze hier werd opgebouwd, niet te scheiden zijn, en de hulp van de ouden van dagen voor de noodzakelijke werkzaamheden in de inrichting geheel overbodig maken. Dat een uitnemende badinrichting niet ontbreekt, een badinrichting die in hare bouw en in hare verschillende toepassingen met den aard dezer bevolking volkomen rekening noudt het is na al het voor gaande wel bijna overbodig te zeggen. *** Ik wil gaarne bekennep, dat, na eenige uren verblijf in deze stichting, het heengaan mij, en ongetwijfeld pokanderen, moeilijk viel. Zoo gaarne zou ik in de gelegenheid zijn geweest, meer van nabij, meer in bijzon derheden, minder als een Zondags-klant, het leven in dit tehuis voor ouden van dagen gade te slaan. Want men is er nooit zeker van, of men, als deelnemer aan een groot congresgezelschap komende, niet een ge fiatteerden indruk krijgt. Maar aan een zóó reusachtige inrichting, zou men zeggen, valt toch ook niets te flatteeren. De ligging der gebouwen, de materialen waarmee gebouwd is, en die een paleis niet zouden ontsieren, de parkaanleg met de vele rustbanken waarop wij de tal rijke verpleegden aantroffen, geen enkele in uniform" of armhuiskleeding, de ver pleging der gehuwden paarsgewijze in af zonderlijke gebouwen, de voortretielijkhygiënische inrichting, dat alles laat zieh toch niet in een Zondagskleed steken. En ik ben dan ook vol bewondering over déze wijze, waarop de stad Weenen voor de ouden van dagen zorgt, voor zoover zij hier verpleegd werden. " Het heeft mij opnieuw de overtuiging geschonken, dat ook op dat gebied in ons land nog ontzaggelijk veel is goed te maken. H. SriEKiiAS. Bnrprlijie Stand. Mijnheer de hoofdredacteur, een enkel woordje P.v.p. over bovenstaand onderwerp? Eenige maanden geleden schrijft een substit.cffieier van justitie, in de provincie Gelder land, althans eenige, burgemeesters aan om er voor zorg te dragen dat art. 107, eerste lid, van het burgerlijk wetboek, letterlijk, worde nageleefd. Nauwelijks is het gewestelijk hoofd der provincie Noord- Brabant zulks ter oore ge komen, of hij richt, met de hem eigene kort zichtigheid, gauw een rondschrijven aan alle zijne recruten, pardon, burgemeesters, waarin zij eveneens worden aangezocht er voor zorg te dragen dat art. 107 B. W. voornoemd, letterlijk, worde nageleefd. De bedoeling des wetgevers toch is aan vankelijk geene andere geweekt dan de ambtenaren van den burgerlijken stand te betrekken uit colleges der dagelijkfche en gemeentebesturen (na 1904, werd de keuze eenigszins verruimd), ten einde door tegen over plaatselijke autoriteiten de huwelijks voltrekkingen te doen plaats vindea, althans eenig cachet te geven, aan de voor bet; ef fende partijen zoo gewichtige handeling, als het sluiten van een huwelijk. Wordt -artikel 107 voormeld nu 'etterlijk toegepast, dan zal het niet zelden in kleinere gemeenten voorkomen dat de bur gemeester, een der wethouders, of de secre taris tot gemeentebode wordt gedegra deerd, en zal een dezer plaatselijke auto riteiten gehouden zijn, des Zondags voor de deur van het huis der gemeente, de huwelijksafkondigingen, in persoon, te verrichten. Is het niet absurd, mijnheer de hoofdredac teur, zulks te verlangen van voormelde autoriteiten en kan niet evenzeer genoegen genomen worden met eene ambtseedige ver klaring van bijvoorbeeld, den gemeentebode, veldwachter, meerderjarigen ambtenaar, of volontair, ter secretarie? Of zoo men deze laatste categorie tot ambtenaar van den burgerlijke'n stand wil verheffen, waar blijft dan het zoo gewenscbte cachet ? De ambtenaren van den burgerlijken stand toch hebben alle gelijke réchten. Is er in de rijkswetten, bijvoorbeeld de militiewet, niet voortdurend sprake van: de Commissaris der Koningin, de burgemees ter, of het dagelijksch bestuur der gemeente X, roept op de lotelingen der lichting, zoo en zooveel, of belanghebbenden enz., zonder dat deze oproepingen, door voormelde autoriteiten, in persoon, geschieden? Moge dit weinige er toe bijdragen, mijn heer de hoofdredacteur, dat van hooger hand nu eens definitief worde uitgemaakt hoe meergenoemd art. 107 B. W. moet worden verstaan, dan zal ik mijne moeite rijkelijk beloond acbten en my overtuigd houden te hebben gesproken uit naam van het meerendeel der ambtenaren van den burgerlijken stand. U dankzeggend voor de verleende opname, uw dienstvaardige dienaar, F. Art. 107, eerste lid, luidt: Voor het voltrekken van het huwelijk zal de ambtenaar van den burgerlijken stand twee afkondigingen doen voor de deur van het huis der gemeente, en wel op twee vol gende Zondagen. fitiiiifiitiiDiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiinifiiiiiio DM ?an TMsclmïei, De Ploeg, No. 2. Mevr. Wiggers van IJsselstein, Spanje (Reisindrukker). R. Casimir, Geestelijke stroomingen, (opvoedkundige vraagstukken) S. J. Bouberg Wilson, Het blijspel van Molière, III, Van onder 't kouter. Onze Kunst, No. 8. Paul Limbotte, Enkele werken van Da?id Teniers, III. H. de Boer, Een blij schilder; Arend Hijner. De Klaroen, No. 26. Partieele enalgeheele socialisatie. J. Jac. Thomson, Een socialis tisch drama. Belang en Recht, No. 8. H. Goudsmit, Het Rapport van de StaatEcommiEïie voor dereor ganisatie van het onderwijs, I. Boekbespre king. Op den uitkyk: de vrouw als bedryfshoofd in de vrije" beroepen. De gehuwde vrouw-ambtenares en de Nederlander, enz. Moleichott, No. 7. Kunstlicht in huis- en studeerkamer. Andreas Otto, Benzine. De vervaliching van levensmiddelen en de werking der keuringsdiensten, enz. Eigin Haard, Zyn keuze, door M. J. Salverda de Grare?Herderschfê, V. Tfcéièae van Hall en haar werk, door G. D. Gratama, met afb. Het Haagsche Bosch, door K. van Lei den, met af o. 'n Dooie, door Nannie van Wehl. Planten en Lucht, door dr. A J. M. Garjearme, met afb. Verscheidenheid. Feuilleton. De Brusselsche tentoonstelling, IV. Roode-Kruishondendemonstratie. Bond van klerken by de rechterlijke macht. De nieuwbenoemde commandant van het 3e reg. huzaren: kolonel H. D. Tierss. Het zilveren feest van de Nerl. banketbakkersvereeniging. Een echaaktournooi met reuzenstukken onlangs te Chicago gehouden, alles met afb. Gids voor buitenlandsche Hotels. IJirf/sc/tfand. Berlii"- Hotel Adlon. BERLIJN. Unter den Linden l bij den BrandenburgerTor. 3 Minuten van het Tiergarten-park. Heerlijks'e ligging, Modernste comf., Matige prijzen.Voordeelige arrangementen. Tel.-Adres : Adlonum". LORENZ ADLON, Keizerl. & Kooinkl. Hofleverancier. Berlijn. Hotel Coburg" Indebevoorrechtsteligging van Berlijn, direct bij het station Friedericlislrasst (aankomst uit Holland). 80 Kamers met 100 bedden. Voorn, gezelschapsvertrekk. El. licht. Centr. verw. Lift. Matige prijzen. ERNST REISIG, Eigenaar. Wiesbaden. Hotel WILHELMA. Ie Rang. Termalbaden uit eigen bron. Prospectus Hotel Informatie-Bureau, Amsterdam, Raadhuisstraat 16. JJe Luchtkuuroord in de Harz aan den voet van de Broeken. Kamers van M. 1.25?M. 4.?. Prosp. Hotel Inform.-Bureau, A'dam, Raadhuisstraat 16. Hotel Haberhauff. Zirftserlatul. Lugano. HOTEL METROPOLE (Parradiso.) en UIOlüTOPOL, Hotel Ie Rang. Pontresina. Hotel PONTRESINA. (Engadin.) Huis van den allereersten Rang Prachtigste uitzicht. 160 Kamers op 't Zuiden. Appartementen met Baden. Centrale verwarming Groote Tain en Tennisveld. Gerenommeerd Restaurant. Verlaagde Pensionprys gedurende Juni en September. Directeur G. BAGCrEBJSTOSS (voorh. RITZ-HOTEL., Londen). Dit blad ligt in alle bovengenoemde Hotels ter lezing.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl