Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1730
. -De Inkomst-obligaties der
NederlandschRumeensche Petroleum Maatschappij, de
?vorige week door de ontbinding van het
syndicaat tot eire» 65 p C t. gedaald, herstel
den zloh weer tot 71 pCl-,
Van Cultuurwaarden hadden aan de
Vorstenlanden eene Taste tendenz; de overige
soorten varieerden slechte zeer onbeteekenend.
Mijnwaarden ondervonden zeer geringe
belangstelling en bewogen zieh dientenge
volge nagenoeg op vorige koersen, pref.
Gnyana'g verbeterden Z% pCt.
Tabakken legden niet meer de vaste
tenden* aan den dag, waardoor zij zich sedert
geruimen tüd kenmerkten; wel konden nog
enkele soorten eenige punten verbeteren,
doch daarentegen moesten verscheidene
andere een 'paar procenten prijsgeven.
Rubber's waren bijkans geheel verlaten;
een geforceerd aanbod in 80 en gei Raya's
door liquidatie van eene positie, bracht den
koers dezer aandeelen op 87 pCt., waarna
echter herstel tot 92 pCt. intrad.
Eene flinke verbetering valt op te teekenen
voor bewijzen Internat. Landfyndicaat, die
van ? 59% op ? 66.?kwamen;
Transvalia's reageerden verder en naderen van
lieverlede bet nulpunt.
Intnsschen is de geldmarkt wat ruimer
geworden en daalde prolongatie-rente van
5Ji tot IX pCt.
Waarschijnlijk was deze omstandigheid ook
van eenigen invloed op den koerslcop der
Petroleum- waardes.
19 Ang. V. D. M.
Amerika's Uitvoer-handel.
De handel van Amerika met het buitenland
is en blijft een voorname factor voor de
positie van de Internationale geldmarkt, zoo
lang men in de Ver. Staten voortdurend erop
bedacht i;, aan den afxet in het buitenland
meer uitbreiding te geven.
En in den laatsten tjjd is door de Ameri
kanen met de grootste energie in die richting
gewerkt.
Niet tevreden met de grootste
petrolenmprodnctie ter wereld en het beheertchen van
een groot gedeelte van de wereldmarkt, die
zij voorzien van tarwe, stalen rails en andera
?Voortbrengselen van hunne industrie, met
geconserveerd vleescb en vruchten waarvan
Europa «n de andere werelddeelen goede
afnemers ZQD, is 'c hun voortdurend streven
de wereld in nog meerdere mate economisch
afhankelijk te maken van hun busines- manie.
Züwillen den hoofdrol spelen opj't gebied
van het spoogwegwezen in het Hemekche
rijk; de Amerikaans*!}* staaltrust beproeft
vasten voet te krijgen in Zuid China; in
Mandsehcerije heeft de tabak-tiuat fabrieken
gebouwd, in Klein-Aziëwillen zij op Turksch
grondgebied spoorwegen aanleggen, in tiiberi
handelend optreden, en in den laatsten tijd
treedt bij hen meer en meer de vraag op
den voorgrond, of 't voor hen niet veel
voordeeliger zou zijn, al hunne krachten in nog
meerdere mate op Midden- en Zuid-Amerika
te concentreeren, dan op Oost-Aziëen Europa.
Voorzeker is Europa nog de voornaamste
markt voor de Amerikanen. Ongeveer 70 %,
dus bijna drie vierden van Amerika's totalen
nitvoer, vindt zijn weg naar ons werelddeel
en dat dit export zich op bevredigende wijze
blijft ontwikkelen, blijkt daaruit dat het in
de laatste 10 jaren belangrijk is toegenomen.
Maar ruim '/s van Amerika's ui t roer naar
de Europeesche landen bestaat uit voedings
middelen als granen, vee- en
vleesch-producten, katoen, koper en andere metalen.
Voor het afgeloopen jaar vertegenwoor
digen de uitgevoerde levensmiddelen een
waarde van ongeveer 375 millioen dollar,
d. i. ongeveer 22 % van den totalen uitvoer,
terwijl de verhouding in het begin dezer
eeuw nog 40 % wa?.
Dit echter is niet het gevolg van een ver
minderde afname dopr Europa, maar van de
sterk toegenomen consumptie in Amerika
zelf, die een tamelijke duurte van de meeste
levensmiddelen aldaar beeft veroorzaakt.
Want terwijl van 1899 tot 1909 het ver
bouwen van veldvruchten met 25 % is uit
gebreid en de productie met 36 % is toege
nomen, is de censvmptie met niet minder
dan 60 % vermeerderd.
Men koopt deze producten in binnen- en
buitenland, omdat men ze onvoorwaardelijk
noodig heeft.
De Amerikaansche exporteur behoeft zich
dan ook weinig moeite te geven, om dit
afzetgebied te behouden of uit te breiden.
Ia Duitgchland alleen, bijv. neemt het zielen
tal jaarlijks met gemiddeld 800,000 zielen toe;
de grond van het land zelf kan echter deze
bevolkingstoename niet genoegzaam van voed
sel voorzien, het meerder beuoodigde moet
derhalve uit het buitenland worden betrok
ken, zoodat de afzet van Amerikaansche
voedingsmiddelen voor de landen van
WestEuropa, waar zich het zielental uitbreidt,
gestadig grooter zal worden.
Er bestaat echter veel kans, dat de toene
mende graan-prodactie en uitvoer van
concurreerende landen, als Argentiniëen Canada,
een spaak in het Amerikaansch export-wiel
is komen steken. Ook dit zal beide partijen
weinig schaden: Europa zal dan een gedeelte
van Amerika's mededingers betrekken en
Amerika zal het daardoor vrijkomende kun
nen behouden om zij 't dan ook tot minder
hooge prijzen van de eigen, steeds in aantal
toenemende bevolking.
Maar in elk geval is voor voedingsmiddelen
en nijverheidsgrondsteflen, die Europa nu
eenmaal van Amerika noodig heeft, heel wat
minder moeite noodig om de afnemers te
behouden, dan zulks voor de voortbrengselen
der Amerikaansche industrie het geval is.
Van hoe groote beteekenis de uitvoer van
fabrikaten is, kan daaruit blijken, dat in
1909/10 voor ongeveer 750 millioen dollar,
d.i. meer dan 40% van den totalen uitvoer,
door Amerika is geëxporteerd geworden,
waarbij evenwel dient opgemerkt, dat
volgens de Amerikaansche iudeeling hier
toe o.a. ook koper wordt gerekend, dat beter
onder de ruwe grondstoffen ware te rang
schikken.
Wat de voortbrengselen der A uerikaansche
industrie betreft, is het afzet-gebied eigen
aardig verdeeld. Cuba bijv. met 2 millioen
inwoners, koopt evenveel van de Ver. Staten
als Japan en China te zamen, terwijl de
moeiten der Amerikaansche exporteurs en
diplomaten, om afnemers te vinden in de
Oost-Aziatische landen, veel groot ar zijn, dan
in het zooveel naderbij gelegen Cuba, dat
bovendien geheel en al onder Amerikaanschen
invloed staat.
Ook Canada, met bijna 7 millioen inwoners,
koopt van Amerika 4 maal zooveel als China
en Japan te zamen; Mexico, met een bevol
king van 15 millioen zielen, is een 2 maai
grooter afnemer van de Ver. Staten dan Japan,
met zijn 50 millioen inwoners; Braziliëmei
een bevolking van 20 millioen is voor Amerika
als kooper van even groote beteekenic, als
China, waarvan de bevolking op meer dan
300 millioen zielen wordt geschat.
Argentinië, welks landbouw en veeteelt
zich zoo snel en verrassend ontwikkelen en
dat van Amerika in geen geval voedinge
middelen noodig heeft, heeft in het laatste
jaar van zijn landbouw concurrent voor 34
millioen industrieele voortbrengselen gekocht
China daarentegen voor slechts 20 millioen
In 1899 bedroeg Amerika's uitvoer naar
Azië, Japan inbegrepen, bijna 54 millioen
dollar en naar Zuid-Amerika ruim 37 millioen
welk laatste bedrag thans bijna jaarlijks door
Argentiniëwordt opgenomen, dat 10 jaar
geleden nog slechts voor ruim 11 millioen
dollar van denzelfden leverancier betrok. Het
export van de Ver. Staten naar Zuid-Amerika
is thans tien millioen dollar grooter, dan dat
naar Azië.
Ook met Canada is het handelsverkeer
belangrijk toegenomen, in de laatste 10 jaren
is het nagenoeg verdubbeld. Terwijl Amerika
in 1899 naar Canada, de West-Indische e Har
den, Zuid- en Midder-Amerika voor on ge veer
420 millioen dollar exporteerde, was het in
1899, dus 10 jaren later, reeds tot ruim het
dubbele, n), ca. 875 millioen, toegenomen.
Hieruit kan men nagaan, waarom de Ameri
kanen zoo ijverig in da weer zrjn om hunne
commercieele belangen in Midden- en
ZuidAmerika uit te breiden, door er spoorwegen
te bouwen, in de kleine republieken banken
op te richten, stoomvaart-lijnen in het leven
te roepen an ruime miideleu beschikbaar
te stellen voor den arbeid van het z,g.
bureau der AmerikaanEche republieken" te
Washington.
Maar de Europeesche handeldrijvende
natiën, voor zoover zij tot dusver met
Middenen Zuid-Amerika bevredigende relatiën onder
houden, zullen verstandig doen, met aan dit
alles ernstig haar aandacht te schenken en
hare maatregelen te nemen, tenzij 't baar
onverschillig is, op zeker oogenblik tot de
overtuiging te komen, dat zij door de vol
harding der Yankees met hun
pan-Amerikaansehe ideeën voor goed zijn verdrongen.
Dan zon de voorspelling van Andrew
Carnegie worden bewaarheid, nl.:
Europa werkt te vergeeis, zoolang het
niet een vorm heeft gevonden voor een
staatkundige en industrieel unie en n
geheel is geworden, zooals de Amerika? mche
unie. Want dit is de eenige grondslag, op
welken het met kans op succes den strijd
om den wereldhandel met Amerika kan
V. D. S.
19/8 '10.
Eea gemeentelijt Armbnis.
Bedriegen alle teekenen niet, dan «taan
wjj in het algemeen, en speciaal ook in
ons land, aan den vooravond eener periode,
waarin de behandeling en verzorging van
ouden van dagen uit de arbeidersklasse,
een betere, meer menschlievende en meer
menschwaardige, zal zijn dan gedurende de
periode die achter ons ligt, en waarin wij,
voor een overwegend groot deel, ook thans
nog leven.
Dat zal een kenmerk van den vooruit
gang der beschaving zijn, want wanneer
men het lot dier oude menschen, gelijk het
tot nu toe was en nog is, vergelijkt met de
schatten aan producten en productiviteit,
aan middelen om voor de memchen voort
te brengen en hen te doen genieten van
alles wat moeder aarde oplevert, en den
overvloed van deze attributen voor gezonder
en welvarender en gelukkiger leven waar
over thans reeds de menschheid beschikt,
dan kan het niet anders of in ons gemoed
gromt een diep verwijt aan onzen tijd, die,
trots dat alles, de oude menschen in zulk
een toestand van armoede, afhankelijkheid,
trieste eentonigheid, opzettelijke schraalheid
en leelijkheid in omgeving, laat voortleven;
ja, den avond dezer levens in even trieste
atmospheer in den eeuwigen nacht laat
eindigen, als hun Ie ven, door maatschappelijke
omstandigheden, in den regel helaas was.
Het zeer onvoldoende in deze zorg komt
in den regel in twee vormen jegens die
oude, onvermogende lieden tot uiting: Ie.
de lage bedeeling, 2e. de verzorging in de
armhuizen, die opzettelijk zóó gegeven wordt,
dat zütegenover het leven in de maatschappij
geen begeerlijkheid vormt.
Zoo hebben wij langen tijd, geslachten
lang, de armhuisverpleging gekend veeleer
als een verschrikking, en slechts een aller
uiterste toevlucht, voor de arme, oude
menschen, dan wel als een uitkomst en
zonnig en genotvol avonduur na een levens
dag van harden arbeid. En de armhuizen
dragen van die periode neg de teekenen
volop mee! De meeste onzer armhuizen zijn
ware kazernes voor de oude lieden; kaal
en stootend in hun uniformiteit, in hun
voorschriften omtrent uniforme kleeding,
in hun eisch van scheiding van echtgenooten
wanneer ze de verpleging deelachtig willen
worden, in hun triestheid van inrichting
en leefwijze en discipline, in hun
soberheidop-de-grens-der-schrielheid in de ver
schaffing der levensmiddelen.
Daaruit is de tegenzin te verklaren, die
er in de arbeiderskringen steeds heerscht
tegen het armhuis, en hoewel gaarne zij
erkend, dat er, onder den invloed van de
arbeidersbeweging en de veranderde op
vattingen omtrent overheidsplichten jegens
oude onvermogenden, in de laatste jaren
een merkbare verbetering valt te
constateeren, die voor de toekomst, en zelfs voor
een zeer nabjje toekomst, in dit opzicht
veel goeds doet hopen, is er toch ander
zijds, zelfs bij betrekkelijk nieuwe
armhuizen, nog al te veal van dien geest te
bespeuren, dien de armoede als een straf
wil laten gevoelen, en opzettelijk leven en
inrichting in de armhuizen op zoo nederig"
mogelijk peil te doen houden.
Tijdens het Internationale Woningcongres,
in' Juni 1'JIO te "Weenen gehouden, werden
er eenige, met dit congres verband houdende
excursiën gehouden.
Zonder twijfel zal de excursie van uit de
fraaie binnenstad naar het groote stedelijke
verzorgings-tehuis voor oude mannen en
vrouwen, gelegen op een langwerpigen
heuvel op ongeveer een uur afstands van
de stad, waarheen de weg langs Schönbrunn
voert, bij vele congresbezoekers den
aangenaamsteu, ja, ik durf wel zeggen: een
onvergetelijken indruk hebben achtergelaten.
Want niet alleen de Hollanders, die op dit
gebied nu eenmaal niet zoo heel veel ge
wend zijn, maar ook de Duitschers, bij wie
de armenzorg over 't algemeen betrekkelijk
zoo goed is, zoowel als Franschen en
Engelschen, waren opgetogen over wat zy
hier aanschouwden.
Het is mogelijk, dat het heerlijke weder
op dien dag, heel in begin van Juni, toen
wij van uit de extra tram die ons tot Lainz
bracht, den tocht langs een heerlijken, met
bpomenrijen beplanten weg, met aan weers
zijden uitgestrekte weiden, naar het
hooggelegen Yersorgungsheim" ondernamen, er
toe meewerkte om den indruk te flatteeren,
maar toen w\j vlak voor het uitgestrekte
gebouwen-complex stonden, en onzen blik
onwillekeurig terugwendden, waar zich een
schoon panorama voor ons oog ontrolde;
toen we het park doorwandelden, vol schoone
bloemen, waar her en der op banken de
oude lieden zich koesterden in de zon, en
nogmaals op die hooge, fraaie, op groote
villa's gelykende gebouwen onzen blik
richtten toen konden wij nauwelijks
gelooven, hier voor een armhuis" te staan,
waarin iedere oude man of vrouw in
Weenen, die niet meer in eigen onderhoud
kan voorzien, een tehuis kan vinden.
En toch is het de waarheid!
De cpngresleden werden door den ambte
naar die het beheer over het geheel heeft,
en door eenige onder hem gestelde personen
(mannen in netten uniform gekleed, in de
kracht van hun leven) vriendelijk ontvangen
en rondgeleid, en de nadere kennismaking
met hetgeen hier voor de oude lieden werd
gedaan, kon onze verbazing en bewondering
nog slechts doen stijgen.
Laat mij allereerst iets over den omvang
dezer stichting vertellen.
Weenen bezit vijf a-lgemeene verzorgings
huizen (het woord armhuis" wordt zoowel
in de schriftelijke als in de mondelinge
toelichtingen die hierover verstrekt worden,
zorgvuldig vermeden), en daarvan is het
hier bedoelde het grootste, in gebruik sedert
1905, waarvan de kosten gezamenlijk niet
minder dan 12 millioen kronen hebben
bedragen.
Het is paviljoensgewijze gebouwd (en dat
is dan ook wel een der grootste eigenaardig
heden dezer stichtig), waardoor het mogelijk
is geweest, om de verzorging der ver
pleegden zóó te doen plaats hebben, dat
echtparen niet b(j hun opname gescheiden
behoeven te worden; dat integendeel deze
echtparen bijeen kunnen blijven, en er zelfs
voor elk dier echtparen een afzonderlijk
vertrek, met slaapplaats, verwarming enz.,
aanwezig is, terwijl de voorziening in wasch,
voeding enz. toch van uit de centrale inrich
ting geschiedt. Op dit oogenblik zijn in de
inrichting, die een oppervlakte beslaat van
rond 300,000 M2, en verdeeld is over een
hoog gelegen, langwerpig terrein, reeds
3800 bedden geplaatst, welk aantal nog tot
4500 kan worden uitgebreid. De verlichting
geschiedt electrisch, terwijl zoowel de daar
toe noodige stroom, als de gasverlichting
op de pleinen en de wegen er heen, en de
voorziening met water, geschiedt door de
stedelijke etablissementen.
Een fraaie, rijk versierde kerk met reus
achtig orgel, in welk gebouw voor 800 a
1000 personen plaats is, en wier meeste
versieringen geschonken zijn door vermo
gende personen, of uit eiflatingen zijn ver
kregen of van genootschappen daarin zijn
gebracht, staat in het midden van het
gebouwen-complex. Onmiddellijk daarneven,
naar het Oosten van een.breede waranda
voorzien, bevindt zich de manten- en
vrouwen-afdeeling, een reusachtig gebouw
op zich zelf van drie verdiepingen; in de
ne helft worden de mannen, in de andere
de vrouwen verpleegd. Het gebouw is ver
deeld in zalen waar elk 8 a 10 personen
hun woon- en slaapvertrek vinden, terwijl
de eet- en gezelschapszalec, prachtig ruim
en verlicht, zich in het midden van 't gebouw
bevinden.
Twee afzonderlijke gebouwen zijn bestemd
voor de echtparen, waarvan elk 55 paren
herbergen kan. Voor elk dier paren is een
apart vertrek aanwezig met 2 vrij staande
slaapplaatsen, en groote, openslaande ramen,
van waaruit de bewoners een heerlijk ver
gezicht hebben over velden en bosschen.
En ook in deze gebouwen zijn weder af
zonderlijke eetzalen.
Een afzonderlijk gebouw is ingericht voor
ziekenhuis, waar in 4 zalen 64 zieken kunnen
liggen, terwijl bovendien nog afzonderlijke
vertrekjes zijn gebouwd met een kleiner
aantal bedden. Voor elk bed is een vrije
luchtruimte van 35?45 MJ voorgeschreven.
Opene lighallen en gesloten waranda's zijn
op elke verdieping dier gebouwen voor
handen.
De geheele voeding voor de ongeveer
4000 verpleegden geschiedt ran uitdecentrale
keuken, van de nieuwste werktuigen en
toestellen voorzien, en uitsluitend door
gemployeerd jong vrouwelijk personeel be
diend. De keuken heeft een zoldering van
8 meter hoogte, en een oppervlakte van
240 MJ. De administrateur, die aan de be
zoekers dit interessante gebouw liet zien,
verklaarde, dat de geheele voorziening van
alle benoodigde eet- en drinkwaren, warme
en koude spijzen, van uit deze centrale
keuken, zonder eenig bezwaar geschiedde,
maar dat, naar zijn meening, hiermee ook
het maximum aan capaciteit eener centrale
keuken bereikt was. Mocht het gebouwen
complex nog uitgestrekter worden dan het
thans is, dan zou het technisch uiterst
moeilijk worden, op goede wijze die voor
ziening te doen plaats hebben. De hoofd
keuken beschikt over 5 groote haarden en
16 stoomkookketels met elk van 150 tot
400 L. inhoud. Zelfs de koffie-bereiding
_eschiedt van uit deze keuken. Kn het was
waarlijk een genot, de prachtige properheid
te zien, waarmee alles u tegenblonk en
bereid werd.
De bewassching der 4000 verpleegden en
het personeel geschiedt eveneens geheel
in de stichting zelf, door geëmployeerd
mannelijk en vrouwelijk personeel, met
aehulp van de meest moderne machines,
waarbij de behandeling zoodanig is ge
organiseerd, dat de vuile goederen nooit
de gereinigde en behandelde wasch behoeft
passeeren. Al het goed doorloopt een
jepaalden kringloop door het gebouw.
Ik haal deze meer technische
bijzonderleden, nevens de sociale en hygiënische,
lier eveneens aan, omdat, iiaar het rnij
voorkomt, zij van de geheele voortreffelijke
nrichting, gelijk ze hier werd opgebouwd,
niet te scheiden zijn, en de hulp van de
ouden van dagen voor de noodzakelijke
werkzaamheden in de inrichting geheel
overbodig maken.
Dat een uitnemende badinrichting niet
ontbreekt, een badinrichting die in hare
bouw en in hare verschillende toepassingen
met den aard dezer bevolking volkomen
rekening noudt het is na al het voor
gaande wel bijna overbodig te zeggen.
***
Ik wil gaarne bekennep, dat, na eenige
uren verblijf in deze stichting, het heengaan
mij, en ongetwijfeld pokanderen, moeilijk viel.
Zoo gaarne zou ik in de gelegenheid zijn
geweest, meer van nabij, meer in bijzon
derheden, minder als een Zondags-klant,
het leven in dit tehuis voor ouden van
dagen gade te slaan. Want men is er nooit
zeker van, of men, als deelnemer aan een
groot congresgezelschap komende, niet een
ge fiatteerden indruk krijgt.
Maar aan een zóó reusachtige inrichting,
zou men zeggen, valt toch ook niets te
flatteeren. De ligging der gebouwen, de
materialen waarmee gebouwd is, en die een
paleis niet zouden ontsieren, de parkaanleg
met de vele rustbanken waarop wij de tal
rijke verpleegden aantroffen, geen enkele
in uniform" of armhuiskleeding, de ver
pleging der gehuwden paarsgewijze in af
zonderlijke gebouwen, de
voortretielijkhygiënische inrichting, dat alles laat zieh
toch niet in een Zondagskleed steken.
En ik ben dan ook vol bewondering over
déze wijze, waarop de stad Weenen voor
de ouden van dagen zorgt, voor zoover zij
hier verpleegd werden. "
Het heeft mij opnieuw de overtuiging
geschonken, dat ook op dat gebied in ons
land nog ontzaggelijk veel is goed te maken.
H. SriEKiiAS.
Bnrprlijie Stand.
Mijnheer de hoofdredacteur, een enkel
woordje P.v.p. over bovenstaand onderwerp?
Eenige maanden geleden schrijft een
substit.cffieier van justitie, in de provincie Gelder
land, althans eenige, burgemeesters aan om
er voor zorg te dragen dat art. 107, eerste
lid, van het burgerlijk wetboek, letterlijk,
worde nageleefd.
Nauwelijks is het gewestelijk hoofd der
provincie Noord- Brabant zulks ter oore ge
komen, of hij richt, met de hem eigene kort
zichtigheid, gauw een rondschrijven aan alle
zijne recruten, pardon, burgemeesters, waarin
zij eveneens worden aangezocht er voor zorg
te dragen dat art. 107 B. W. voornoemd,
letterlijk, worde nageleefd.
De bedoeling des wetgevers toch is aan
vankelijk geene andere geweekt dan de
ambtenaren van den burgerlijken stand te
betrekken uit colleges der dagelijkfche en
gemeentebesturen (na 1904, werd de keuze
eenigszins verruimd), ten einde door tegen
over plaatselijke autoriteiten de huwelijks
voltrekkingen te doen plaats vindea, althans
eenig cachet te geven, aan de voor bet; ef
fende partijen zoo gewichtige handeling, als
het sluiten van een huwelijk.
Wordt -artikel 107 voormeld nu
'etterlijk toegepast, dan zal het niet zelden in
kleinere gemeenten voorkomen dat de bur
gemeester, een der wethouders, of de secre
taris tot gemeentebode wordt gedegra
deerd, en zal een dezer plaatselijke auto
riteiten gehouden zijn, des Zondags voor de
deur van het huis der gemeente, de
huwelijksafkondigingen, in persoon, te verrichten.
Is het niet absurd, mijnheer de hoofdredac
teur, zulks te verlangen van voormelde
autoriteiten en kan niet evenzeer genoegen
genomen worden met eene ambtseedige ver
klaring van bijvoorbeeld, den gemeentebode,
veldwachter, meerderjarigen ambtenaar, of
volontair, ter secretarie?
Of zoo men deze laatste categorie tot
ambtenaar van den burgerlijke'n stand wil
verheffen, waar blijft dan het zoo gewenscbte
cachet ?
De ambtenaren van den burgerlijken stand
toch hebben alle gelijke réchten.
Is er in de rijkswetten, bijvoorbeeld de
militiewet, niet voortdurend sprake van: de
Commissaris der Koningin, de burgemees
ter, of het dagelijksch bestuur der gemeente
X, roept op de lotelingen der lichting, zoo
en zooveel, of belanghebbenden enz., zonder
dat deze oproepingen, door voormelde
autoriteiten, in persoon, geschieden?
Moge dit weinige er toe bijdragen, mijn
heer de hoofdredacteur, dat van hooger hand
nu eens definitief worde uitgemaakt hoe
meergenoemd art. 107 B. W. moet worden
verstaan, dan zal ik mijne moeite rijkelijk
beloond acbten en my overtuigd houden te
hebben gesproken uit naam van het
meerendeel der ambtenaren van den burgerlijken
stand.
U dankzeggend voor de verleende opname,
uw dienstvaardige dienaar,
F.
Art. 107, eerste lid, luidt:
Voor het voltrekken van het huwelijk zal
de ambtenaar van den burgerlijken stand
twee afkondigingen doen voor de deur van
het huis der gemeente, en wel op twee vol
gende Zondagen.
fitiiiifiitiiDiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiinifiiiiiio
DM ?an TMsclmïei,
De Ploeg, No. 2. Mevr. Wiggers van
IJsselstein, Spanje (Reisindrukker). R. Casimir,
Geestelijke stroomingen, (opvoedkundige
vraagstukken) S. J. Bouberg Wilson, Het
blijspel van Molière, III, Van onder 't kouter.
Onze Kunst, No. 8. Paul Limbotte, Enkele
werken van Da?id Teniers, III. H. de Boer,
Een blij schilder; Arend Hijner.
De Klaroen, No. 26. Partieele enalgeheele
socialisatie. J. Jac. Thomson, Een socialis
tisch drama.
Belang en Recht, No. 8. H. Goudsmit, Het
Rapport van de StaatEcommiEïie voor dereor
ganisatie van het onderwijs, I. Boekbespre
king. Op den uitkyk: de vrouw als
bedryfshoofd in de vrije" beroepen. De gehuwde
vrouw-ambtenares en de Nederlander, enz.
Moleichott, No. 7. Kunstlicht in huis- en
studeerkamer. Andreas Otto, Benzine.
De vervaliching van levensmiddelen en de
werking der keuringsdiensten, enz.
Eigin Haard, Zyn keuze, door M. J. Salverda
de Grare?Herderschfê, V. Tfcéièae van
Hall en haar werk, door G. D. Gratama, met
afb. Het Haagsche Bosch, door K. van Lei
den, met af o. 'n Dooie, door Nannie van
Wehl. Planten en Lucht, door dr. A J. M.
Garjearme, met afb. Verscheidenheid.
Feuilleton. De Brusselsche tentoonstelling,
IV. Roode-Kruishondendemonstratie.
Bond van klerken by de rechterlijke macht.
De nieuwbenoemde commandant van het 3e
reg. huzaren: kolonel H. D. Tierss. Het
zilveren feest van de Nerl.
banketbakkersvereeniging. Een echaaktournooi met
reuzenstukken onlangs te Chicago gehouden, alles
met afb.
Gids voor buitenlandsche Hotels.
IJirf/sc/tfand.
Berlii"- Hotel Adlon.
BERLIJN. Unter den Linden l bij den
BrandenburgerTor. 3 Minuten van het Tiergarten-park. Heerlijks'e ligging, Modernste
comf., Matige prijzen.Voordeelige arrangementen. Tel.-Adres : Adlonum".
LORENZ ADLON, Keizerl. & Kooinkl. Hofleverancier.
Berlijn. Hotel
Coburg"
Indebevoorrechtsteligging van Berlijn,
direct bij het station Friedericlislrasst
(aankomst uit Holland). 80 Kamers met
100 bedden. Voorn, gezelschapsvertrekk.
El. licht. Centr. verw. Lift. Matige prijzen.
ERNST REISIG, Eigenaar.
Wiesbaden.
Hotel WILHELMA.
Ie Rang. Termalbaden uit eigen bron. Prospectus Hotel
Informatie-Bureau, Amsterdam, Raadhuisstraat 16.
JJe
Luchtkuuroord in de Harz aan den voet van de Broeken.
Kamers van M. 1.25?M. 4.?.
Prosp. Hotel Inform.-Bureau,
A'dam, Raadhuisstraat 16.
Hotel Haberhauff.
Zirftserlatul.
Lugano. HOTEL METROPOLE
(Parradiso.) en UIOlüTOPOL, Hotel Ie Rang.
Pontresina. Hotel PONTRESINA.
(Engadin.)
Huis van den allereersten Rang
Prachtigste uitzicht.
160 Kamers op 't Zuiden. Appartementen met Baden. Centrale verwarming
Groote Tain en Tennisveld. Gerenommeerd Restaurant. Verlaagde Pensionprys
gedurende Juni en September.
Directeur G. BAGCrEBJSTOSS (voorh. RITZ-HOTEL., Londen).
Dit blad ligt in alle bovengenoemde Hotels ter lezing.