Historisch Archief 1877-1940
Na 1730
D E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Hoe stut het na geschapen met bet kap
persvak? Ook dat beroep, boewei reeds een
vrij Aanzienlijk aantal vrouwen er in werk
zaam is, dateeit van den laateten tijd.
Tenmine t e, voor zoover wQ uit de litteratuar
van'vroeger eeuwen kannen opmaken,
geschiedde het kappen, hetdameskappen, waar
het Biet was toevertrouwd aan een kamenier,
door een mannelijke vakkandige. Alida
Leevend zag in den^apiegel dat Belair haar scheef
gecojSeeid bad. Toch is het niet onmogelijk
dat er voorheen hier of daar een vrouwelijke
baarknndige leefde en weikte, evenals in den
j are 1709 werd bekend gemaakt, dat een
sekere weduwe Vrom'ioat, in de Nieuwe
Spiegelstrut tot Amsterdam da r egt e kontt
en wttenscbap hal om TandW» in te zetten,
dat men daer mede kon ettn «n epreeken ea
so vast bijven Blaen of 't hun eygen tanden
waren en BO natorei, dat bet van niemant
gesien kon worden." Zoo kan er ook hier of
daar eene in geen nienwsblal advertentie
toevallig vereeuwigde kapster hebben geleefd.
Zooveel is zeker, dat in 1850 Lntjebroeh een
vrouwelijke bai;bier»ter onder' zjjn inwoner*
telde, een zekere- vrouw Krelitje, die behalve
het baardscheeren ook het haareagdeB ver
stond.
Na valt er o i. in geen enkel epzieht ietc
tegen m te brengen, en bg ónse Zuidelijke
naburen, evenals ia net Zuilen van ODBeigen
land komt het meer dan eens voor,dat een vrou
wenhand het tcheermés hanteert. Maar toch
«ouden wg het eigenaardig vinden, wanneer,
in het algemeen natuurlijk uitzonderingen
naar weerszoden zg'n volstrekt onschadelijk!
4e verzorging van haar en baard der man
aen aan kappers, de haarve zorging van
vrouwen en kinderen aan kapsters werd op
gedragen, ia dien zin, dat de heeren kap
perszaken door mannen, en de dames-kap
perszaken door vrouwen werden gedreven.
Maar op het oogenblik zgn Wfl nog ver
van desen op dit gebied ideaal-toestand ver
wijderd. Vrouwelijke bedrgfshoofden in het
kappers vak behooren alsnog tot de uitzon
deringen. Gebrek aan kapitaal, geruis aan
energie en tegenwerking der mannelijke
vakgenootën zullen van dat verschijnsel wel de
drie oorzaken zg'n. s
Vooral de tegenwerking der collega's i«,
ofschoon Minder dan vroeger, nog steeds
groot. Op de vakschool te 's Giavenbage
worden vrouwelijke leerlingen niet toegelaten,
omdat dat niet in het belang zou zgn dar
mannelijke vakgenooten." Of ook op de
Rotterdamsche vakschool meiejes per ee geweerd
worden, was uit het antwoord op on w vraag
dienaangaande niet op te maken; maar in
ieder geval werd er tot nu toe nog geen
enkele vrouw opgeleid.
De aanstaande beoefenaarstere van dit vak
zjjn dan voor hare vorming aangeHezen op
de winkels zelf. De opleiding schijnt daar
ongeveer 3 jaar te diren. Soms mot t er
voor worden betaald, soms ook verdient de
leerl Dg een kleinigheid: ? 12, / 20 per maand.
In het laatste geval moet zg zelve evenwel
hare diensten presteeren.
De. aldtn opgeleide kapster wordt veelal
bediende in een door een man gedreven
zaak, waar zg voot een laag loon ? 24 a
? 30 'tunaands wordt reeds zér hoog ge
noemd 'niet minder dan 10 uren daags
werken moet. De vrge uren worden dikwijls
gebruikt om door vcor eigen rekening uit
kappen of baar wasschen te gaan nog iets
bg te verdienen.
Soms ook wordt het vak geheel vrij" uit
geoefend. Dit schijnt, wanneer de omstandig
heden niet al te ongucsug zgn, ietwat meer
op te leveren dan de gebonden betrekking,
maar bier ia de verleiding groot om zich,
^66r men het vak grondig kent, als volleerd
te beschouwen, en, in het nauw gedreven
door de zware concurrentie, onder di markt
te werken.
Aan al deze misstanden nu zou o.i. een
flinke vakorganisatie een eind kunnen mvken.
Vooreerst toch zon daardoor de zoo
gewenschte scheiding tot stand kunnen komen
toaschen de door minnes te drijven en de
door vrouwen te drijven zaken. Want de
vakvereeniging zon van bare leden kunnen
eisenen dat zg tien óf zelfstandig vestigden
óf in betrekking gingen uitsluitend in een
zaak waar een vrouw aan het hoofd staat.
Ver-der zou zulk een vereeniging cursussen
in het leven kunnen roepen, waar de aan
staande kapsters grondig werden onderlegd,
vooral ojk in het z.g. poaticheeren, het
maken van haarwerken, dat heden ten dage
onontbeerlijk is voor wie z'ch als
bedrgfsboofd Wcnscht te vestigen. Bovendien zou
den de vrouwelijke bedienden in hee
enzakeu, welke vooiloopig tog bstaan en wel
licht nooit geheel zullen verdwijnen, als ze
gesteund worden door baar vakorganisatie
hoogere loonen en in het algemeen betere
arbeidsvoorwaarden kunnen bedingen. En
ten slotte zon op deze wijze onder de kap
sters het best f levendig kunnen worden ge
maakt en geboulen, dat de vrouw, zoolang
zij harder heeft te kampen dan de man om
zich een maatachappe'gke positie te
verwervaD, de overwinning moet trachten
tebebalen met het eervolle wapen van beter werk,
niet met het in den grond onwaardige van
lager loon.
De toestanden in de drie hier vluchtig
besproken vakken zgn dus zeer verschillend.
. Ite aanstaande horlogemaakster zal, waar
bet zich laac aanzien met welwillendheid
worden begroet, ffaar wacht waarschgnlgk
een goede toekomst. Het eenige wat hier
ooodig is, is voldoende energie van de jonge
vrouwen om dit nieuwe pad te kiezen, en
voldoende liberaliteit van de ouders om eeret
eeoi#e honderden guldens voor de opleiding
n later opnieuw eenigp honderden guldens
voor de vestiging beschikbaar te stellen.
De aanstaande pianosteoaater zal het moei
lijker hebben vóór ze haar doel heeft bereikt.
Haar wacht tegenwerking bg de opleiding
tot zoowel ala bij de uitoefening van haar
beroep.'Maar m«t moed en doorzettingsver
mogen zullen de moeilijkheden niet onover
komelijk blijken, en ala een twintigtal pio
niereters den weg hebben geëffand, dan zal
de taak der na haar komenden aanmerkelijk
zgn verlicht.
De aanstaande kapsters ten slotte vinden
den weg reeds gebaand, maar moeten met
vereende krachten hare positie trachten te
handhaven en te verbeteren.
Moge dit stukje er iets toe bijdragen, dat
de hier besproken vakken binnen niet al te
langen tg'd in de Igat der geijkte" vrou
wenbei oepen worden opgenomen.
ANNA POLAK,
Directrice van titt Nationaal Bureau
voor Vrouwenarbeid.
Aan de Redactie van De Amsterdammer.
Geachte Redactie,
In uw no. van 10 Juli verhaalt mej. H. v. f1.
Moer in de Vrouwenrubriek haar indrikken"
over het in Juni j.l. te Bern gehonien
Congres voor Stationswerk.
Door nitatedigbeid kwam het mg eerst
dezer dagen onder de oogen.
Aangezien ik er zelf bj, tegenwoordig was,
kan ik mijn indrukken met de hare verge
lijken en kwam tot de ervaring, dat deze
meer spotzieke oppervlakkigheid dan vrijen
kgk vertoonen.
Vooral schgnt de schrijfster het tegen de
katho.ieken te hebben. Zoo verwijt zg hun
o. a dat tich onder al die dames eenige
R. K. geestelijken bewogen, waarvan een door
zgn lange roode toga en violetkleurig man
teltje zeer in het oog viel;" verder schijnt
het haar geërgerd te hebben, dat bedoeld
gtesteiy je met zwier ging zitten en zgn statige
kleeding nietvoor den eersten maal droeg."
Had hij misschien plomp moeten neerploffen
en wat deert het haar of zgn costuum er
gloednieuw of ehabby uitzag?
Ook dat de heeren geestelijken als onbe
twistbare herders" optraden, bevalt onze
landgenoote niet en het Igkt haar zonderling,
dat dit zoo uitsluitend vrouwenwerk van
R. K. zg'de veelal door mannen werd bespro
ken." Even later vertelde zg, dat het rapport
van de Jewish Association door een heer uit
Londen werd uitgebracht, zonder er iets
zonderlings in te vinden.
Als ooggetuige wil ik hier even bg
aanteekenen, dat het rapport der katholieken
door eene dame, mevr. de Montenach, werd
uitgebracht, terwijl mgr. Maller Simoois
j off r. v. d. Moer is zeker genoeg bekend met
het grootscbe, internationale en
interconfessioneele werk der Meisjesbeecherming, om te
weten dat deze R. K. geestelijke het onder
de katholieken heeft tot stand gebracht
in alle bescheidenheid aan de discussies
deelnam als afgevaardigde van Straatsburg.
Dat de mooie kleeding van mgr. Faillac
graaf de Vay j a ff r. v. d. Moer de oogen ver
blindde en haar t egel g'k doof maakte voor
de belangrijke rede van dezen graaf-missionaris,
is wel jammer.
Men kan den korten inhoud er van lezen
in mijn verslag, verschenen in het Augustus
nummer van het Orgaan van de R. K. Centrale
Vereenigisg ter Bescherming van Meisjes in
het bisdom Haarlem. Dit blaadje beveel ik
juffr. v. d. Moer ten zeerste aan, om op de
hoogte te komen van hetgeen uitiluitmêdoor
R. K. dames in ons land wordt verricht. Het
komt nit te Amsterdam, bareau van redactie
van Baerlestraat 92 en kost jaarlijks maar
60 cent.
Hollandsche ingetogenheid maakt juffr. v.
d. Moer misschien afkeerig van alles wat
naar kleur en pracht in kleeding zweemt.
Maar aj zal ioch moeten erkennen, dat er
in den bijbel anders over wordt gedacht.
Zie Exodus 28, waar het statiegewaad van
den Hoogepriester in alle bijzonderheden
wordt voorgeschreven en nog een geheel
anderen praal vertoont dan het costuum
van den 20=te teuwschen pauselgken eere
kamerheer.
Wg eindigen met den weigemeenden wenech,
dat onze geestige schrijfster in het vervolg
haar lust tot critiek in zulke ernstige zaken
een weinig moge bedwingen; of dat zg ten
minste meer nauwkeurigheid in het bg'wonen
der vergaderingen en dientengevolge juistt re
waarneming der feiten en onpartijdiger
beoorJeeling aan critiek zal laten voorafgaan.
E. C. M. S.
Amerikaantjf.
Een blijspel in enkele woorden. Plaats
van handeling Parijs vóór het toonraam van
een prachtigen juwelierswinkel. Dramatis
personae een Amerikaaneche milliardair en
zg'n mooie, slanke, blonde dochter: fijn, aria
toeratiech nnJje van 19 jaar. Voor het toon
raam ligt een buitengewoon mooie diadeem
van paarlen en robijnen, hoofdsieraad voor
een dame uit de groote wereld. Het Ameri
kaan! j e staart zich de oogen blind op het
kostelijke hoofdsieraad, is niet van het
winkelraam weg te slaap. Zg houdt papa aan
de mouw van zgn jas vast: Pa, koop dat
voor mei"
Maar kind l", antwoord de oude heer. Om
dat te dragen moet je minstens gravin zgn!"
Amerikaantje bedenkt zich geen oogen
blik: Laat dat maar aan mg over, papa,
koop 't ding voor me... ik aal voor een
graaf zorgec."
* *
*
Noblesse oblige.
Koningin Amilie van Portugal is waar
schijnlijk de eenige vorstin, die twee medailles
bezit voor het redden van drenkelingen Zg'
redde een visscher, die met zgn boot in de
woelue zee was omgeslagen en die blijkbaar
weinig van de edele zwemkunst verstond,
door zonder bedenken in het wat er te springen,
den man, die op 'c punt stond te zinken in
den kraag te grijpen, en veilig aan land te
brengen. Ter herinnering aan den helden
daad, ontving zg haar eerste medaille. Kort
daarop viel, ter «ijl zg wandelde een kind in
de snelstroomende rivier de Taag. Alle eti
quette vergetend volgde zg de insp aak van
naar hart, sprong in het water en bad de
voldoening de kleine te redden. Keizer
Wilhelm, die 't voorval vernam, zond haar
iiiimiMiiiitii
ETLNSWAPPEUJKE
o&m van Tliegenie
iosecteo.
De buiten ze woon snelle vleugel bewegingen
van vliegende insecten zgn te snel om door
ons oog ontleed te kunnen worden in de
sfzonderlijke bewegingen; alleen door ons
oor kunnen wg weten dat de vleugelslagen
zeer ta'rgk zgn, daar zg snel genoeg zgn om
een hoorbaren toon op te leveren, hinderlijk
genoeg wanneer b r. een mug onze nachtrust
verstoort. O ja de afzonderlijke bewegingen
der vleugels te kunnen bestndeeren is een
zeer ingenieus apparaat in elkaar gezet door
Fig. 1. TOESTEL VOOR HET PHOTOGRAFBEWSN VAN
VLIEGENDE INSECTEN.
Bij A bevindt tich d» achthoekige houten katt, waar
binnen de eylinder met de film rit; B camera met leni;
c motor, die door een drijfriem den fi'm cyKnder doet
draaien; D klem, die het inteet vasthoudt; recht» ervan
htt belichtingtveld; E belichtingttoeitel met condentor.
Bij het draaien van de at ontslaan vonken bij E, de
«tutter vordt geopend en het vutgeklemde inteet wordt
lotgelaten. Onder de tafel ttaat de inductieklot, die de
vonken levert.
Buil, die met dit toestel mooie resultaten
bereikt heeft. De gewone bioscoop-opnamen
worden gemaakt op een lichtgevoelige film, die
bg elke belichting even stilstaat, daarna zich
verplaatst over een kleinen afstand waar
door een onbelicht film-stuk achter de
lens komt, om dan weer stil te staan bij
de volgende opname. Telkens wanneer
de fi m stilstaat wordt automatisch de
sluiter van de lens geopend en weer
gesloten. Theoretisch kan men het aan
tal opnamen dat per seconde gemaakt
wordt willekeurig vergroot en door de
film steeds sneller te laten voortgaan
en de snelheid van de sluiter in over
eenstemming daarmee te vergrooten. In
de practgk is er echter een grens aan
deze snelheid. Heeft men te doen met
bewegingen die ieder veel korter duren
dan '/i°o seconde, zooals o. t. bj de hier
te bespreken insecten vleugel-bewegingen,
dan ia die grens snelheid al laag over
schreden. De oplossing van deze moei
lijkheid is zeer eenvoudig; de telkens
onderbroken beweging van
de gevoelige film wordt ver
van gen door een doorloopende
beweging. Bull'e toestel be
staat nit een eylinder met een
doorsnede van pl.m. 35 cM.,
waaromheen een film van
ruim 6 M. lengte is gewonden,
bestemd voor 54 opnamen van
de gewone grootte der
bioscoopopnamen. Deze eylinder, die in
een achthoekige houten kast is
geplaatst (zie de figuur, ook voor
de volgende beschrijvingen) wordt
door een electrische motor
rondgedraaid, achter de lens die in
een kleine houten camera aan de
kast is bevestigd. De as van den
eylinder draagt een stroom ver
trek er, die tot 2000 onderbre
kingen per «ecocde kan maken.
Deze stroomverbreker beataat uit
eboniet waarin 54 koperstrookjes
liggen, waartegen koperen bor
stels gedrukt worden. Bg het
asronddraaien zal telkens wanneer
een koperen strookje de borstels
passeert, de stroom geopend en
gesloten worden in de primaire
draad van een indnctieklos, zoo
dat in de secondaire draad een
vonk kan gevormd worden. Met
behulp van coidensois wordt het licht hier
van versterkt; deze condensors zgn geen
glazen lenzen maar kwartslenzen, omdat
deze laatsten de uit ra-violette lichtstralen
Nauwe rot.
Wanneer hg klein nog ongekleed",
Voor 't eerst zgn levensweg betreedt,
Hoedt 't looprek, by ig'n jonge gilletje»,
Ten knaap voor't vallen op zg'n billetjes.
Mama, die nieuwe kleeren ontvangt
En aan moderne modes hangt,
Heeft 't looprek, zuchtend, omgekeerd,
Opdat ze opnieuw te loopen leert.
als tol zijner bewondering voor haar moed
de tweede reddingsmedaille.
* *
*
Van vrijtn en trouwen.
De statistiek heeft uitgemaakt, dat er over
de geheele beschaafde wereld gemiddeld per
dag 3000 huwelijken gesloten worden.
Het aantal engagementen, dat dagelijks
bekend gemaakt wordt, bedraagt volgens deze
zelfde statisticas ongeveer het dubbele.
Niet steeds is de liefde bestendig van duur.
Hoe snel zg den boezem deed jagen....
***
Qpeldegeld.
Men zegt weieens dat uit de fijnere be
schaving de weelde geboren wordt. Menig
echtgenoot wiens vrouw een hoo je rekening
bg haar modiste maakte, zal op grond daar
van weieens in zgn hart de wensch gevoed
hebben elders dan in Europa te leven. Wg'
moeten hem echter raden zich niet naar China
of Japan te wenschen, want ook daar zou
de modeweelde hem heen rust laten. Zoowel
de Japansche als de Chineeeche dames maken
zeer veel werk van haar toilet. Vrouwen uit
den burgerstand hebben zouder uitzondering
voor hun kleeren 400 gulden per jaar noodig,
een speldegeld, dat weinig burgermeifjes in
Europa gegun l is.
* *
*
Jong Fransch binnenhuüje.
Was 'tpoë.i-ch of niet poëtisch? Ik weet
't niet. Romantisch was 't geenzins, maar er
was toch een tintje aan, dat 't aardig en
piqaant maakte dat voorval, waardoor zeker
jong Fransch binnenhuisje" in Parijs tot
stand kwam.
Een [nies zoo heel jonge en niet zoo heel
mooie Franschman had zin in een wél jong
en wél mooi meisje, maar bezat te veel ge
voel van eigenwaarde om zich klakkeloos te
wagen aan een weigering. Hg' nam toen een
krggslist te baat, welke (iit dient erbij ge
zegd) zgn welgevuld knipje hem in staat
stelde. Doch alleen richtte hg zich een fraai,
artistiek gezellig huishouden in, en toen alles
klaar was en er uit zag om te stelen, noodigde
hg de aangebedene met haar familie op de
thee. Hg zag, dat de oogen van het meitje
straalden van genoegen om bet gezellige en
pjieke interieur. Dat gaf hem moed, hg
propon eerde en werd in genade aangenomen.
Vier weken daarna waren ze bruid en
bruidegom.
* *
*
Om 't goud.
Is er n beroep, dat niet voor vrouwen
geschikt is? Men zou geneigd zgn met de
feiten voor zich, de vraag in anthemischen
zin te beantwoorden, want onder de portret
ten naar het rijke goudgebied in 't hooge
Noorden, naar Clondyke, waren een aantal
il iiiiiiiiiiHiiiiiiimiimiiiMMii
iiiiiiiMiiiiiMMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiunr
vronwen, die te midden van de woeste troep ?
van gelukzoekers welke dit land overstroom
den, zich geen vliegen lieten afvangen.
Sommigen wisten er als mgnweksters of
gondwasschers goed werk te doen en ver
zamelden al doende een ferme spaarduit.
Twee jaren geleden keerde miss Iranees
Fitz terug uit Klondyke naar haar geboorte
stad Boston. Haar vermogen wordt geschat
op honderdduizend pond sterling. Een vrien
din dezer koene gomdvindster is Lonise
Wilkens, die op haar 34ste jaar in de bewoonde
wereld terug keerde als eigenares van een
goudmgn en thans op haar buitengoed nabij
Boston goede sier maakt van-haar d«or han
denarbeid verdiend jaarlnksche inkomen van
50.000 gulden.
Gelgk van zelf spreekt zgn deze vrouwen
geen zachte poëtische retchen naturen, maar
strrjdbare Walküren, die zich door «iemand
ter wereld de kaas van het brood laten eten.
***
Bloemen, vruchten en vogtlt.
Het opmaken van een hoed, vroeger vaak
de eenvoudigste zaak van de wereld, is thans
een werk, den kunstenaar waardig. Sommige
hoeden, vooral in den naderende heifst, worden
versierd door fraaie stillevens van bloemen
en vruchten, die op den breeden rand en
platte bol ruimschoots plaats vinden. De
karenakker zoowel als de boomgaard zgn
vertegenwoordigd, kersen, pruimen, peeren
en appels van de meest natuurlijke kleuren
en den rg'ksten overvloed doen de voorbij
gangers watertanden. Het kippenhok is ge
durende deze beide saisoenen gepensioneerd
en Chantecler, de groote modehaan, heeft
uitgeschreeuwd. De spot vervolgt de draagsters
der vrnchtenkraam van Pomona evenzeer
als de voorgangsters der kippenmode. Maar
op die laatste werd toch vinniger gemikt.
Een der mopperbladen liet weleer in den
Chantecler-tgd een peer babbelende met
vogels gechapelleerde Parisiennes uitroepen:
Hoe gelukkig voor ons vrouwen, dat Rostand
geen drama van olifanten geschreven heeft."
Zoo erg vreest zich de satan over de
zomerbloemen- en herfstvruchtenhoeden toch niet.
ALLEOBA.
Bericht.
Het wekelgksch artikel van onzen Mede
werker E. Heimans moet wegens het
nietinkomen van belangrijke correctie een week
blijven liggen.
RED.
Fig. 2. HET ONDERDEEL E UIT DE EERSTE FIGUUR.
De bij, die bezig is uit de mica buis te kruipen, opent
daarbij een tcheeve deur aan het buit-einde en brengt
daardoor zelf het geheele photographitch appataat in
werking.
die juist op de photograpbische plaat of
film het Bteikst inwerken, doorlaten terwijl
glazen lenzen deze stralen sterk absorbeeren.
Deze vonken en coidensors warden zoo ge
plaatst dat het insect zich (usschen licht
bron en photografische lens bevindt. Wordt
nu de lenssluiter geopend en draait de
eylinder met film snel rond in een klein onder
deel eener seconde, dan ontstaan bg de geheele
omwenteling 64 kort opeenvolgende vonken,
die op de film de 54 opnamen maken, waar
voor de til m juist plaats had. Daarna pat
wordt de lenssluiter weer gesloten. De duur
van elke vonk is zóó kort dat de film
constant door kan blijven bewegen; in den
korten levensduur van n vonk is de ver
plaatsing der film miniem. Voordat de vol
gende vonk overspringt is de film juist
voortgedraaid over ',54 van de cylinderomtrek,
zoodat de opeenvolgende opnamen nooit ge
heel of gedeeltelijk over elkaar heenkomen.
Tegelgk met het insect worden de beenen
van een trillende itemvork meegefotografeerd
om uit den stand ervan de snelheid der
opnamen te berekenen.
De moeilijkheid die overblijft is het kiezen
van het juiste oogenblik der opname; het
toestel moet juist beginnen te werken wanneer
het insect in het gezichtsveld van de camera
komt. Ook dit is heel eenvoudig en
handig geregeld. Hierbij moet in de
eerste plaats rekening worden gebonden
met het feit dat de verschillende insec
ten, zoodra zg vrg zgn zich niet steeds
op dezelfde wijze gedragen. In 't geval
dat er gewerkt wordt met vliegen, mug
gen en dergelijke tweevleugelige insecten
is het voldoende het insect aan een poot
vast te houden door middel van een
electro-magnetische klem. Deze klem is
ingeschakeld in de keten waarin ook de
fluiter van de camera zich bevindt,
zoodat de klem loslaat zoodra de sluiter
opengaat. Het dier vliegt dan dadelijk
weg. Maar het zou alle kanten nit kun
nen gaan bij de vrge vlucht, die juist
wenschelg'k is, en het is duizend tegen
een dat net dier vanzelf de goede rich
ting zou kiezen in het belichtingsveld.
Daarom wordt het toestel zoo gezet dat
er een venster in de buurt is, waarheen
het dier allicht dadelijk vliegt; het is
een kleine moeite om alles zoo te plaat
sen dat deze vliegrichting de juiste is
hoewel teleurstellingen niet uitgesloten
zgn. Bg bijen, wespen en dergelijke insec
ten, d« even aarzelen voordat zg vliegen is een
andere listigheid toegepast. Het insect wordt
even gevangen gehouden in een mica-huisje
met schnin afgesneden open einde, gericht naar
het venster. Dit open einde wordt gesloten
door een mica-deurtje, dat zoo is ingericht
dat het insect, bg bet naar bniten kruipen
zelf de noodige stroomsluiting geeft die het
apparaat in werking stelt juist als het diertje
opvliegt en het deurtje weer dichtvalt. Voor
kevers en torren die nog langer tenten voor
het wegvliegen is een klein
aluuininmbalansje gemaakt. Het eene uiteinde wordt
door het eropzittend insect omlaaggehouden.
Zoodra het diertje opvliegt, slaat het balanpje
door en bet andere uiteinde der balans sluit
dan de stroom zoodat de opnamen gemaakt
worden.
Buil merkte zeer terecht op dat hg eigen
lijk silhouetten van de vliegende insecten
krijgt en dat bij zoo een silhouet, door 't
ontbreken van perspectief, foutieve verklaring
van het geziene mogelijk is. Daarom zet hg
twee lenzen naast elkaar in zgn camera, en
gebruikt achter het insect twee vonken naast
elkaar, geleverd door dezelfde keten. Zoo
doende krggt hg op zgn film telkens twee
opnamen van dezelfde be wegingstoestand naast
elkaar waardoor het mogelijk wordt het
stereOECopisch geziene veel beter te begrijpen en t
verklaren. Met de hier beschreven methode
zgn goede resultaten verkregen. O.a. bl$kt
dat elk vleugeluiteinde bg het vliegen een
8 beschrijft, en verder dat het aantal vleugel
slagen per seconde slechts zeer weinig varieert
in nor mal a omstandigheden. Ala het insect
opvliegt is de onderlinge afstand der uiterste
vleugeltop-etaoden geringer dan later, maar het
aantal slagen is dadelijk constant. De
voortbewegingsrjelheid van het geheele insect wordt
niet geregeld door de snelheid der
vleugelFig. 3. DEEL VAM KEN
FILM, MET PHOTO'B VAN
BEN VLIEGENDE GLAZEN
MAKER.
De voorite en achterste
vkugels maken wel dezelf
de [bewegingen, maar het
achterttt paar werkt voor.
tdvrend iet» later dan het
voorite paar.
bewegingen, maar door de vleugels een
andere helling te geven ten opzichte van de
vliegrichting. Door vermoeidheid of koude
wordt het aantal der vleugelslagen evenals
door verschillende andere invloeden sterk
gewijzigd.
P. VAN OLST.