De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 21 augustus pagina 6

21 augustus 1910 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1730 Het hoofdgeboaw van de Branelache tentoonltelling na den brand. Het hoofdgebouw van de Bruaaelsche tentoonstelling na den brand. Brnxelles-Kermesae vóór den brand. De Brand te Brussel. Haast onopgemerkt is dezer dagen voorbijgegaan de kinderslachting, bij Bor deaux aangericht, toen een trein vol kleine meisjes, op vacantie uit, tegen een ?aderen botste, en dertig er 'tieren bij lieten, vijftig gewond werden weggedra gen. Aan groote castastrophen is men gewend geraakt door de vlugge telegraaf. Hoe snel heeft men zich in de verdwijning Tan 'San Francisco geschikt! En zoo ver wondert de geweldige en vast toomelooze belangstelling in de gedeeltelijke verbranding van. den "Worldsfair wel eenigszins.... Da belangstelling, het medegevoel, waarvan ik zelf vol ben en die ik wil ontkennen, uit zucht naar anders-zijn P uit zucht naar waarheid? Gij moet mij vergeven. Gij moet mij vrij laten spreken. Neen verwonderlijk is die algemeene belangstelling niet: Do Worldsfair dat is het feest, waar nu de vroolijkheid aanmerkelijk van ge dempt werd. Da tentoonstelling, dat is de schijn, waaraan een deel van den schijn ontviel, 't Was alles uiterlijkheid wat er aan het wereld-kijkspel was. Men zag; zuilen van dundoek, gebouwen met trotsohe torens en kanteelen, als middeneeüwsche burchten zich voordoend, en waar toch een flaubertbuks doorheen kon schieten. Een kleine vlam, en die schijn ver dween, en moest verdwijnen,?helaas met hem wat er aan inhoud" sornj onder zat. Zie die magere geraamten nu «taan met jammerlijk verwrongen staaldraden, als de verwarde haren van een getuchtigde maitresse. Een stroovuur is het ge weest, waarin voor millioenen waarden, bijeengebracht om te schitteren, te glan zen, de oogen uit te steeken, geschitterd en geglansd hebben, maar op andere wijze dan men bedoelde! De schijn, die boet! Het is te droevig, voor duizenden, dan dat wij niet met leedwezen zouden denken aan hun schade en verdriet. Honderden loopen nu rond zonder werk, en allerlei pronkstukken van nijverheid, waarop Bruxelles-Kermesse na den brand. Het hoofdgebouw op de Brusselsche (entoocstelling vóór den brand. fabrieken trotsch waren, liggen in de aach. Het is jammer: spytigerdan een hagelslag in een gansche provincie. Meer te betreuren dan de brand van een aantal werkplaatón :yOooTerkomelijk is het echter niet. De wereld is steeds bezig met produceeren, en deze klap in den wereldrijkdom zal gauw zijn hersteld. Niets onherstelbaars verbrandde. Na de eerste berichten van een milliard francs schade, klinken nu reeds de meer ver standige: eenige tientallen millioenen kost het geval: misschien net zooveel als wüvoor de kustverdediging bestemmen gaan ? Dus (vraag het onze regeering): overkomelijk! Meer dan ooit valt thans nu de brand er gewoed heeft de broosheid op van zulk een tentoonstelling: de voor kort leven bestemdheid er van. Het onecht» verving het echte, en wat echt was bleef vervangbaar. Hoe onbereken baar een verlies zou wezen van bijv. de russelsche kunstgalerijen of van een boekerij als van The British Museum, wat thans verbrandde was maer duur dan kostelijk... en in 't algemeen op bestelling alsnog te verkrijgen. Broosheid! Alles ademde kort bestaan. Voor het hoofdgebouw, uit namaakmatariaal opgetrokken, steigerden namaak-bronzen paarden en zeeleeuwen boven namaak-waterbekkens. Zelfs de bloemen in de perken schenen van den weeromstuit niet heelemaal echt. Binnen was het reclame a outrance. Majesteitenportretten in leer geperst, torens van parfumerieën, chocolade-fabrieken in werking, burchten van koektrommels, glazen kooien met satijnen costuums, automobielen en ?potery", het dansteer den wereldijdelheids- en -luxe-dans. Pf! zei de duivel n het lag allemaal inelkaar. Het is niet mogelijk er anders over te spreken ook 'al zou men het wenschen. Ook al voelt men de meelij over zich komen als een zachte hand. Hoeveel geld er »ok verloren ging: over eendagsvliegen kan men toch niet in statigen rouw gaan, en een een dagsvlieg is zulk een tentoonstelling. Een bloem-in-het-knoopsgat is wegge rukt, dien men vond, dat Belgiëgoed stond. Esn sieraad, een pronkstuk is vernield, en het is j immer. Maar reeds en dit is juist is men bezig aan den weeropbouw! Nederland heeft half stok gevlagd ten teeken van medegevoel, weldra wapperen lustig da vlaggen boven een nieuw opgetrokken Hoofdpavillioen! * * * Want aan durf en koopmansgeest ont breekt het den Belgen niet! Da wijze, waarop deze groote tentoon stelling tot stand kwam, kon er van getuigen, gelijk hun stedenbouw in de laatste decenniën en gelijk hun heele publieke leven, dat breed weet op te vatten en tot spoedig uitroeren in staat is. In dit opzicht doet Bilgiëaan den Duitschen nabuur denken: er wordt ge werkt en gewaagd: en de groei gaat snel, te snel wellicht. Heeft men den tijd wel tot een terug blik op den afgelegden weg? Tot be zinning? De te snelle rijkdom is thans overal: hij heeft het merkteeken van den kwalijken smaak op het gezwollen voor hoofd. Ga Duitschlands pavillioen maar binnen en zie de gruwbaar-rijke onyxen badkamers, waarin een dik geworden industrieel-lichaam zijn zonden mag af spoelen. Zie er de weelderige saletten en volle salons, voor opgeblazen domheid uitgedacht, en vervaardigd, duur, duurt rijk, rijk, in alle stijlen, in alle hout soorten, in alle kleuren, in alle gedaanten. België, met een ouder beschaving ach ter zich, mist deze excessen. Frankrijk ligt te dicht bij Belgiëos centra om zon der invloed te blijven, en ook leeft er voort de oude Nederlandsche" cultuur. Belgiëkent de zaken-drift en de produc tie-woede van het groote en groeiende Duitschland, het heeft in sommige op zichten op dit Rijk nog voor. Waarom zouden wjj, ah de eerste schrik voorbij is, niet een tentoonstelling zien, op de plaats van het hoofdgebouw, dat de vorige tentoonstelling, ondanks al haar schittering, nog beschamen kan? v. D. E. Ruïnes van het Belgisch hoofdgeboaw vlak by het Brusselsch pavil'ioen. Het Spaaiuche pavillioen op de Brtuselsche tentoonstelling. Pavillioen van de wapenfabriek van Herstal. Het Daitsche pavülioea op de Brnsselsche tentoonstelling.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl