Historisch Archief 1877-1940
No. 1731
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
HBLP l HBLP l" Dit volgt onvermijdelijk, als men jonge vrouwen
aanstelt in den reddingsdienst aan de badplaatsen!
ONDER DEN HOED. Nu is het de beurt van den kleinen man.
De Suffragette, die jiu jitsn beeft geleerd.
?MMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIHIIIIIIMIIItlllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIHIJHIIIIIIIHII
Sprootjet van Gebroeders Grimm, bewerkt
door M. VAN VLOTEN, uitgezocht door
N. VAN BICHTUM, met illustraties door
B. en J. MiDDBKiGH-EoKHOKsr. Uitgaaf
der M|j. voor goede en goedkoope
lectuur, Amsterdam.
Drie aardige deeltjes in lokkende om
elaagjes, versierd met fijne, bekoorlijke, artis
tieke illustraties, passend gewaad voor deze
eprookjes van Grimm.
Ik zal mij wél wacaten, te tornen aan de
gevestigde reputatie van Jacob en Wilhelm
Grimm 11 Niets dan lof, voor de onuitputte
lijke fantasie der gebroeders; voor bun
boeiende, glanzende vertel-kunst; voor de
vernuftige oplossing van de meeste hunner
sprookjes.
Jacob en Wilhelm Grimm. geboren aan
het eind der 18e Eeuw, (1785 en 1786)
hadden een andere opvoedings methode
dan wij.
Sedert zij hun sprookjes schreden, is er
céóreel veranderd l In de Eeuw van het
Eind" geeft men andere lectuur, ander gees
telijk voedsel aan onze kleintjes, dan 100
jaar geleden.
Ik ben het geheel een?, met hetgeen N.
van Hichtnm zegt, in een artikeltje getiteld:
Ouders en kindeien" voorkomend in het
Weekblad: School en Leven, nummer van
Donderdag, 2 September, 1909.
De schrijfster waarschuwt daarin tegen het
lezen van: geschiedenissen die bestaan uit
een aaneenschakeling van avonturen, van
schrik- en moordtooneelen. De voornaamste
aantrekkelijkheid er van is vooral, dat er
flink wordt gevochten, gemoord en geschoten,
of andere opwindende en meest misdadige
dingen gedaan. Natuurlijk moet er altyd
bloed brj vergoten worden. De kinderen ver
slinden zulke boeken letterlek, en ze merken
niet hoe overdreven, hoe onmogelijk, hoe
leugenachtig deze verhalen" zijn".
En ziet! mjjn bezwaar tegen de door N.
van Hichtnm uitgezochte sprookjes van
Grimm, is juist, dat er zooveel gruwelen in
gebeuren : Maar de booze stiefmoeder werd
in een vat gestopt, dat met kokende olie en
giftige slangen werd aangevuld, en stierf een
akeligen dood". Slotzin van: De twaalf
broeden.
Oe koning liet hem voor zich komen en
bedreigde hem met de ergste smaad woorden
dat h|j den volgenden dag als schuldige zon
ter dood gebracht worden, als bjj dan den
iiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiimiiiitiiiiiHiiiim
UIT DE NATUUR
CCCLXXXIX. Wilde Bessen.
In het eind van Augustus rij pen er in onze
bosschen heel wat bessen, roode, zwarte en
blauwe in verscheidene foorten. Ook de ge
wone zwarte, en de roode of witte
aalbes is bier en daar aan te tl effen, dank
zij de vogels, die de zaden verspreiden,
doordat zjj de vruchten snoepen en
nit de moestuinen vertleepen. 't Is op
merkelijk, dat deze aalbessen en ook
de kruisbessen in verwilderden ot
wilden staat, veel later bloeien en rijpen
dan in onze tuinen. Dat verschilt soms
maanden. Ook met de wilde aardbeien
Ui dit het geval; ieder die eens xyn
zomervacantie in een boscbrjjke streek
doorbracht, herinnert zich wel, dat er
nog in de laatste week van Augustus
van die lekkere, geurige
boschaardbeitjes te plukken zijn. Ook de blauwe
boech bessen zijn meestal eerst in
Augustus goed rijp, en wat de braam
bessen betreft, juist als de kinderen
terug moeten naar de stad en de school,
beginnen die zoo verleidelijke bessen
blauw te kleuren en zoet te smaken;
gelukkig als de streek rijk is aan fram
bozen, dan geren die een kleine ver
goeding; de r|jpe bramen blij ren be
waard voor de kinderen die buiten
wonen, of voor de stedelingen, die nog
in September buiten kunnen zijn.
Al wat kind is, lust graag lekkere
vruchten; en de lekkerste vruchten,
zyn natunrlqk altijd zulke die je, zon
der dat verlof noodig ij, eigenhandig
plukt van de struiken; als je dan dorst
hebt na een lange wandeling en van
den zonnigen grint weg het donker e
bosch induikt en je vindt daar een
menigte van die sappige roode of
blanwzwarte vruchten, zoo maar voor
bet grijpen, wel dan behoef je juist geen
kind meer te zijn, om aan hetsmullen
te gaan, en, zonder na te denken of
beel nauwkeurig toe te zien, althans
je dorst te lesachen, met de lafenis
die de natuur je zoo onverwachts en
in overvloed aanbiedt.
En toch is het niet goed zoo maar gedach
teloos te aanvaarden wat de natuur voor
genoeglijks aanbiedt; alleen wie de natuur
door en door kent, kan met gerustheid ge
nieten van al de zomergaven van het boich.
Dit geldt evengoed voor de bessen als vaor
de paddestoelen; dat er nog altyd en elk
jaar meer slachtoffers vallen door het eten
van giftige bessen en van paddestoelen, is
dader' niet wist te noemen". Episode nit:
De witte Slang.
Kom, vooruit Griet, riep zy tegen het
meisje", wees nu eens vlug, en haal water I
Hans mag vet of mager zijn, morgen wordt
by geslacht en gekookt".
Hans (Grietjes broertje) wordt niet opge
peuzeld, want, Grietje duwt de oude vrouw
die Hansje zou koken, in den gloeienden
oven, reeds voor 't arme Hansje gestookt.
Toen gaf Grietje haar een duw, dat zij
een heel eind naar binnen schoot, en zy sloeg
vlug de Ijzeren deur dicht, en schoof er den
grendel voor. Ha! toen begon de heks te
knjechen, allergruwelijkst I Maar Grietje
liep weg, en de goddelooze heks moest jam
merlijk verbranden" (Hanrje en Grietje).
Maar zy waren in een rooversnest ge
komen, en in het donker kwamen twaalf
roovera, en die wilden de vreemdelingen ver
moorden en berooven" (Het raadsel).
En hy stampte met zijn rechtervoet zoo
hard op den grond, dat hij er tot aan zijn
middel inzakte, en toen pakte hy in woede
zijn linkervoet met twee handen, en trok
zich zelf midden door" (Rompeleteeltjt).
De oude koning liet den kok
vierendeelen" (de Anjelier).
Da beide valsche zusters werden verbrand"
(De drie Vogeltjei).
Die is niet meer waard dan spiernaakt te
worden uitgekleed en in een vat gestopt te
worden, dat met scherpe spijkers van binnen
beslagen is, en twee witte paarden moeten
het vat op straat trekken, tot z|j dood is"
(De Ganztnhoeditei).
Toen hebben ze hem op een bos stroo
gebonden, en hem net zoo lang geslagen en
gedrongen, tot hij bekende" (De slimme Boe
rendochter).
De eene is in den put gesprongen en
verdronken, de andere heeft zich opgehangen
aan de deur" (Berer,hui4).
Ik schiet je dood, als je mijn broeder het
leven niet teruggeeft" (L>e goudkinderen).
Nu Grimm's sprookjes uitgezocht werden
door N. van Hichtum, die, blijkens haar arti
kel in School en Leven" het afkeurt, kinder
fantasie te doen hollen langs banen van
dooden-verderf, zou in deze drie deeltjes met uit
gezochte" sproot j« vermeden moeten zy'n:
doodslaan, verdrinken, verbranden, ophan
gen, vierendeelen enz. Opperst geweld, BLIJFT
opperst geweld, zelfén'en déplaise, N.
van Hichtum, al zijn de doodvonnissen
geteekend door de gebroeders Grimm.
Wat de vertaling betreft, wy kunnen onze
sprookjes-genietende jeugd met de hand op
eenig en alleen te wijten aan onkunde;
terwijl toch de noodige kennis zoo gemak
kelijk te verkrijgen is.
Verleidelijk is het, dat weet ik bij onder
vinding ; ik herinner my nc g, hoe ik voor
het eerst kennis maakte met de giftigste van
He bessen, met de Belladonna of Wolfskers.
Belladonna.
Het was een smoorheete dag; aan den
stcflïgen weg wilde geen eind komen,
de naaste herberg was nog ver, links van
den weg gemaaide gtoppelvelder, gol rend en
mooi, maar droog; we waren moe en dorstig,
rechts van ons werd de stijgende weg van
diepliggende velden afgesloten door een ouden
lagen muur, een soort borstwering, begroeid
met varens en mossen. Dat lange, lage
't hart verzekeren, dat die NIET van vreemde
smetten vrij is."
Een paar voorbeelden:
En alle dag genoden en gebraden".
Toen liep het snjjdertje de gal over".
Nu nam hij dapper den weg tusschen de
beenen".
Zy hebben my' geen haartje gekromd".
Heb je 't beloofd, dan moet je't houden'".
Maar haar was het, of iedar napje in haar
keel bleef steken".
Die werd nu, zoo als recht was".
Als 't om 't leven gaat".
Wie dat het laatst vertelt heeft is de
mond nog warm".
O, jy domkop".
Deze Germanismen zy'n ALLEEN nit 't e srste
d eitje. Wie 't tweede en 't derde met taal
kundig bedoelen wil nasnnffelen, zal er allicht,
iets van zy'n gading in vinden.
A. SMIT KLBINB-FASTR
IIIIIIIIIIIIIIMIII1IIIIIMIMIIIIIMI
Rookwolkjet.
Hier wil men 't nog niet, ma ir in Frank
rijk is het rooien van een fy'ne, geurige
sigaret, een zeer geliefkoosd tijdverdrijf, zoo
wel voor de vrouw van leeitijd als voor het
gracieuse slanke, jonge meisje, imschen wier
lippen, rood als bloedkoraal, het gouden
mondstukje blinkt met bekoorlijken glans. Het is
aprèd-tout een geestig en onschuldig spel
letje, dat wegblaien van de blauwe,
faotastisca* ringen en arabesken van damp, die
soms een geheimschrift, lijken, waarin men
letters en woorden meent te zien.
Nochtans.... bij een goud-getipte sigarette
moet het blijven, en zoo dr a het rocken by
de vrouw een behoefte of een hartstocht
wordt, en ze smaak krijgt in sigaren, moet
ze er in den naam van gratie en schoonheid
van afzien. Een dagblad-correspondent te
Parijs vertelt, hoe hy eenmaal een bezoek
bracht bij zekere beroemde schrijfster, en min
of meer raar op z'n neus keek, toen deze
dame een flinke, zware havanna-sigaar nit een
kistje nam, en onder 't praten gedachte rook
wolken begon uit te blazen. Zij bemerkte zy'n
verbazing, en zei als ter verontschuldiging:
U ig verwonderd, m|j een sigaar te zien op
steken ... maar wat zal ik n zeggen ?.... ik
moest wel, want de py'p maakte my aan 't
hoesten".
De man nam afscheid, zei, dat hy op dat
punt geen keus had, maar dacht er 't zy'ne van.
* *
*
Jong gescheiden.
Echtscheidingen zy'n helaas in dezen tijd
muurtje moest wel heel mooi zy'n in het
voorjaar of in den heifst als de messen zwel
len van gap en de varens er friscb. bijstaan;
nu was alles, wat er op groeide, met een
geelwittig kalkvlies overtrokken, dat op zichzelf
al in staat was j s dorstig te maken. Einde,y k,
bij de bocht van den weg, kwam er wat
gr oen s boven den muur uitsteken, het leken
toppen van boomen uit een diep gelegen
tuin, waarvan de stammen en onderste takken
achter den muur verborgen waren. We had
den in geen uur zooveel frisch en sappig
groen gezien, en streken er haast liefkozend
met de handen langs; n uit het gezelschap
riep: Kersen; jongens, late zwarte kersen,
bittere krieken, lekker voor de dorst l" En
eer we er aan dachten, dat half Augusmi
voor late kersen, toch al wel wat heel laat
is, waren er al vrij wat kersen afgeplukt en
enkele al in den mond ges'oken; toen eerst
we waren heusch geen kinderen meer en
enkelen deden al lat g en sterk aan botanie
eerst toen, vooral opmerkzaam geworden
door de grootte der kersebladeren en de
kleverige stelen, begon er een te twijfelen
of liever na te denken en die riep : Pas op,
spuw uit, het z|jn geen kersen, mis
schien giftige bessen." Meteen ging mij een
licht op: Belladonna;dat moet de Belladonna
zy'n. Ik had de vrucht nog nooit anders dan
op een plaatje gezien, maar twijfel waa niet
meer mogelijk.
Ik klom met behulp van een paar ineen
gevlochten handen op bet muurtje; de ver
meende toppen van kerseboomen, die o?er
den muur zouden kijken, bleken hooge strui
ken te zijn. volop bezet met donkere besgen,
zoo groot als kersen, en ook de bladeren
hadden veel van kerseblad.
Als u het figuurtje hierbij, geteekend
naar een b-is, vandaag van een echte wilde
belladonna-strnik geplukt eens in gedach
ten met een kers vergelijkt, zult ge zeggen:
dat lijkt niet veel. Ik geef u volkomen gelijk,
en tcch moet n me maar op my'n woord
gelooven; ik heb ze eens zelf een oogenblik
voor kereen gehouden; en ik ben stellig
overtuigd dat een kind, dat niet voldoende
is gewaarschuwd en geen ervaring in deze
bezit, ze werkelijk voor kersen zal aanzien, en
als het dorst heeft, ze zal opeten ook.
Of bet eten van een enkele kers doodelijk
zou zijn? Ik weet het niet; voor sommige
gestellen ongetwijfeld. Maar evenmin lijdt het
twijfel, dat een mensch kan gewennen aan deze
giftigste van alle bessen. De twee zoo tegen
strijdige namen van de plgnt Atropa Belladonna
wijzen er al op. Wat heeft een scboone dame
met Atropa, de donkere schik godin iie den
dood voorstelt, te maken; of anders met
het land vanwaar niemand wederkeert, als dat
verre van zeldzaam. Het zonderlingste geval
van dien aar i k»a m echter dezer dagen voor
by een gerechtshof in Abeseynië. Hetpaar, dat
zich liet scheiden, was zeker het jongste van
de wereld, dat ooit tot dit tragisch besluit
zijn toevlucht nam. De vrou v was negen en de
ongelukkige echtgenoot veertien jaar oud. Hun
huwelijksgeluk was ook al bijzonder kort van
duur geweest, want ze waren den loden
Mei 1909 gehuwd. Voor ons Westerlingen
klinkt dit historie je on geloof el ij k, maar wie
de Oostersche landen kent, zal zich een juister
denkbeeld vormen van dergelijke verhoudin
gen, die niet zeld-n het gevolg *yn van
familiebelangen, waaraan de kinderen wor
den opgeofferd.
* **
Matrootjei.
Et» zeer merkwaardig beroep wordt door
sommige vrouwen aan de Det nsche en Finsche
kusten beoefend.
Vrouwelijke loodsen zijn daar namelijk
geen zeldzaanheid, en naar ooggetuigen
beweren doen ze goed werk. Ze moeten
trouwens, aleer ze gerechtigd zijn aan de
schepen, die de havens wenechen binnen te
komen, hun diensten aan te bieden, een tame
lijk zwaren proeftijd doormaken en na een
streng examen het lood.--diploma verwerven.
Kunnen ze, met hoeveel lichtheid en vlugheid
ze ook aan boord van het vaartuig klimmen,
dit diploma niet toonen, dan zal geen enkele
scheepsgezagvoerder het lot van zy'n schip
aan haar handen toevertrouwen. Men zegt,
dat ze vaak, eneller beslissen en handelen, en
voortvarender zijn dan haar mannelijke col
lega's. De bekende, fij ne vrouwelijke intuïtie
komt hun in dit bedrijf uitmuntend te pas.
***
Slank en teer.
Slank is ook weder de najaarsmode, en nog
altijd blij f c de geestige Engeleche anecdote van
pas van die beide j ulier t j es m-t geserreerde,
onderaan door den bei nek ten band bijna
gesloten, rokken, die haastig naar den trein
moesten. Kind", riep de een tegen de
andere, Wees niet dwaas; loop niet, maar
spring, anders kom je zeker te laat l"
De hoeden blijven wy'd en zwierig in zoo
hooge mate zelfs, dat ze de schouders over
schaduwen. Tot de hoogste elegance ont
wikkelde zich ook de toques voor meer be
jaarde dames. Veeren en strikken, die meestal
op zy'de zy'n aangebracht, worden als ver
siering toegepast.
Ook de bekleeding van den voet geniet
bijzondere verzorging. De rok wordt vooraan
opgedragen, en laat een gedeelte van het
de beteekenis van Atropa is? Eerst dacht
ik, dat het verleidelijke van die mooie zwarte
bes im zy'n forsche kelk een of anderen
Italiaan schen botanicus den naam had in
gegeve u; maar dit is niet zoo, de naam, is al
heel oud, en duidt op een gevaarlijk ge
bruik van het sap van Atropt; som
mige vrouwen nemen het in om er mooier
door te worden. Vooral aan de oogen geeft
het een verhoogden glans en diepte; in
hooidzaak, door dat de pupil wordt verwijd.
De geneeskunst heeft dit, door de ijdelheid
ontdekte volksmiddel overgenomen en past
het toe o. a. bjj het onderzoek der oogen.
Natuurlijk wordt de Atropine daartoe zorg
vuldig bereid en niet in den vorm van
besten gebruikt.
Vele minder bekend in zy'n werking en
samenstelling is het vergif van een andere
zwarte bes, de Paris of Eenbes, die nu in
enkele bosechen rijpt; de plant is lang niet
been zien, dat omhuld is met rag-fijae a
jour kous van vreemde twrjfelklenren, pauw
blauw, zeegroen, vieux rose en beige. De
spitse ec'aoen, die zonder uitzondering op
een zeer hooge hiel rust, is tot beneden den
enkel uitgesneden, terwijl een breede,
schelpvormige lip tegen de wreef oploopt, meestal
versierd met vergnlde gesp. Uiterste sierlijk
heid, teerheid en subtiliteit kenmerken het
geheele toilet. Zeer dunne kantstcfien wor
den bij voorkeur bij elk kleedingttuk aan
gewend. Alles wat drukt of gewichtig doet
wordt vermeden.
* *
*
Tegen 't onweer,
Bij de nadering van een onweer maken de
Franeche boeren, indien ze tijdens d» bui
buiten zy'n, een groot vuur aan, dat naar hun
meening in staat is den bliksem af te leiden.
Voor den oningewijde schijnt deze gewoonte
dwaas, e renais de meeste volks-voorzorgen
tegen bliksemslag. Nochtans... de
Normandische boortjes hebben gelijk, em hun
vuur sluit zich aan by' de wetenschappelijke
waarneming, dat groote massa's damp de
electriciteit afleiden. Wordt ge dus buiten
door een donderbui overvallen, stook dan
maar (indien er geen politie in de buurt is,
want die wil ? 't niet hebben) gerust een
vuurtje, en het gevaar om getroffen te worden
zal belangrijk verminderen.
* ?
*
Et n hondenvriend.
De bekende Parysche milliooair, Ameri
kaan van geboorte, Gordon Bennett die
vooral ook bekend werd door de schenking
van wisselprijien voor auto- en
vliegwedstrüden, is een groot voorstander der dieren
bescherming.
Hij is innig begaan met het lot der vele
losloopende honden, die dagelijks in de
wereldstad door de politie worden opgepakt,
en na verloop van tyd door verdrinking of
verstikking met lichtgaa worden afgemaakt.
Hij heeft thans aan den raad van Parijs
het voorstel gedaan op zy'n kosten een in
richting te doen bouwen, waar de Fidels en
Fannies en Bello's «n Hectors zullen worden
gevoed en gekoesterd door liefderijke handen,
en waar ieder, die zich van een hondje wil
voorzien, voor matigen prijs zijn gading kan
vinden. De opbrengst van den verkoop komt
zuiver ten bate der gemeentekas. Als ik ooit
de wereldstad bezoek, huur ik geen pension
in de nabijheid van dit hondenpaleis.
ALLEGKA.
zoo zeldzaam als Belladonna, maar komt toch
zoo weinig voor, dat ge val U n van vergif
tiging met Paris in ons land zelden of nooit
voorkomen. Een heel mooie vracht is het
zeker, zooals hu daar eenzaam «taat tusschen
zijn vier bladeren. De naam Paris doelt hier
waarschijnlijk op; of anders is het de vorm
van de bes, die wel iets van een appeltje
heeft; de rier bladeren stellen dan zeker
Paris met Juno, Venas en Minerva voor;
lammer dat er nog al eens v ij f bladeren in
plaats van vier voorkomen, in dit geval moeit
de plant eigenlijk quinquefolia heeten, in
plaats van qnadrifolia zooals nu.
't Ia een van de xeer weinige planten, die
in de bloemdeelen het getal vier of vijf
huldigen en toch tot dezelfde groote
plantengroep behoor en, als de grassen en tnlpen en
lelie», waar een drie of een drievond in den
grondslag van het bouwplan ligt.
E. H KIM AU S.
Paris.