De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 4 september pagina 3

4 september 1910 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nó 1732 DE A M S T E R D AM M K R W .K K K B L A D VOOR NE D KR LAND. mxefccoi ton een paar jmrem ae*e *»r Y«n Elriny, waarin veel va* kei M&ooBste ea bet litfdgktte isoptenwaea, Hierbij moet Tk het laten. Onder e factoor v»n te t Mangryfc boek TUI dr. LeeaèBrtBt«*!e»a«ffc«og van allerlei aan dat vo»r dm hUtoricwiT«nl>*laiJg i», maar «kaniet k*a ^mdm behandeld. La«t «ij hepea voet «cfary v«r «B uitgevers, dat het boek, uit zoo rijke kennis gesproten, veel en met liefde zal worden geleeen en aldus voor zijn deel, ons volk nader zal brengen tot den dichter, die onuitputtelijk is ia schoonheid van het znir«nt «Hooi. Van de Gedenkschriften van Gijsbert Jan van Hardenbroek" vericheen het derde deel dat de jaren 1781 en 1782 omvat, uit gegeven ea toegelicht door dr. A. J. van der Meulen (Werken HUtorisch Genootschap te Utrecht, derde serie, No. 24), een werk n'iet voor de gasten, maar voor de koks. Wjj voor ons verheugen ons dat de uit gever der beide voiige deelea zoo bekwaam n opvolger gevonden heeft, met lust be zield voor dezen belangrijken, maar niet mltüd aangenamen arbeid. Want het voedxasm koren ligt te midden van het kaf. Toch zijn allen die onze 18de eeuw ernstig willen kennen dr. y. d. M. dankbaar. Waarlyk aan materiaal ontbreekt het niet vinde het ook zijne bewerkers l L e i d « D, 15 Ang. 1910. L. KNAPPERT. 1) Dm« aankondig!*?, dia onafhankelijk Y4U1 de eveaat&0 gewaardeerde aankondiging in Ne. 1728 van ons Weekblad verschenen, geecbreven werd, plaatsen wg alsiog gaarne ou ook de meening te boorea van prof. Kaappeit. EED. Orte Vlaaaseke Stelen. Evenals Italiëia ook Belgiëbet land der oude doode steden, die nochtans jong en lerend ijjn. Wie Noord- en Midden-Itali bezoekt, met ei n nart voor oude dingen, verlustigt zieh ia Ravenna met haar her inneringen aan de hewEchappij der Gothen ea haar grafmonument van Theodorik of in Ferrara met het paleis der Este's waar Tasso liefhad en leed en het sprekend standbeeld ? ran Savonarola, die er geboren werd. Hu deolt rond in het schilderachtige Sienna of bezoekt het middeleeuwsche San Gimignauo, 4e stad der torens en teUens ryst een stuk Middeleeuwen of Renaissance tijd op voor «S» geest. Hetzelfde genot levert in andere vormen Belgiëop. Hier staat Brugge op den voorjprond met baar mooie kerken en haar schil derachtig Hopital St. J«an, waar Memlicg ale koning fceeiecht. Daarnevens dingen Yperen, Nieuwpoort, Veere om den voorrjuig, maar ook het kleine en bescheiden Ooderjaerde is een bezoek overwaard. Wjj xaten in het Hotel de )a Pomme a'Or vlak tegenover bet beerlijk stadbair, dat we bij norgen-, middag- en avondlicht bewonde:der. Gebouwd van 1525?29 is het met zjjn fijn kantwerk en zyn fraaie bogen grootendiaela gerestaureerd. De slanke, ranke toren, die den voorgevel kroont, ryst statig omhoog. Het stadhuib", zegt onze vriend Verriest, ia schoon, uitnemende schoon, het schoonste stadhuis r*a Belg-'ëea van veel andere landen. Inderdaad, het is wondertchoon. Het is n van voet tot kroone. Het rijst en loopt van onder tot boven uit n gedacht, ait n gezicht, nit nzelfde penne wende. Het zet nit, rechts en link?, gaat en keert «B wendt met lyn zelfden stap en in zjjn eigen zelfden vo;m en wezen. Het past, het schaakt, het rust en pronkt voldaan en preusch met xjjn eigen tchoonheid". Ook de B'. Walborga kerk verdient een bezoek. Merkwaardig is het verschil tu«chen het Romaaneche koor uit de twaalf Je en het Gothische schip nit de veertiende en vijftiende eeuw. Het gewelf van het laat s'e, door de witkwasterige achttiende eeuw jam merlijk verknoeid, is van onder de kalklaag te voorschijn gebracht an prijkt nu met zjjn fijn getinte ranke bloementooi. Wat heeft de witkwast ia een periode van verval en wan smaak een schade aangericht, wat al kunst schatten heeft ly tydelyk verborgen cf voor goed bedorven, helaas l De koster die ons rondleidde deed, bij uitzondering, nog iets meer dan een van buiten geleerde les op zeggen; hij voelde veel voor zijn mooie kerk en weidde er met welgevallen over u.t. Maar 't mooist van Ouienaeide is de Schelde di«, door oude en verweerde huizen heer, stroomt door het stapje en hier een grillige bocht en daar een eigenaardige wending neemt. Dat begreep een Engelsche IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIM MINIMI DICHTERLIJKE VRIJHEDEN DOOK WILLEM ELINK. Niemand ia een genie voor zyn kamer dienaar!" heeft eens een Fransch schrijver gezegd, en niet zelden is de waarheid van dit puntige woord gebleken. By uitzondering slechts bantwoordt de persooBSvoorstelling, die wy ons onder het lezen der werken van dezen of genen antenr vormen aan de wsrkelykheid. Multaluli verklaart in een zyner Idtën": Ik keb Heine zoo lief, dat ik blrj ben hem niet gekend te hebben l" en deze paradox is niet zoo dik opgelegd als ze op pervlakkig schy'nt. Een even geestig vertel ler als Heine, een even lustig spotter is de Fransche fabeldichter Jean de La Fontaine, en men zou geneigd zijn, zich dezen peest te verheelden als een jolig, altijd slagvaardig prater, vol ondeugende zetten en gewikste kneepjes, die «en heel gezelschap kon doen schudden van bet lachen om zyn pittige inen uit-vallen.. Echter... men schudde wél van het lachen om La Fontaine... maar ondanks hem, want deze frissche, levendige causeur met de pen- was in het gewone leven een van de meest linksche en onpraktische figuren, waarvan de geschiedenis hengeais heeft. Indien men de anecdotitche historie van zijn leven gelooven wil. (Onder het vele legendarische is daarin ook wel het een en ander, dat waar of waarschijnlijk ie) zjjn alle verstrooide Duitsche professoren, die de stereotype Fliegende 3'atter"-grap pigheid ten leven gewekt heeft, by hém vergeleken toonbeelden van takt en tegen woordigheid van geest. Hij huwde op twintig jarigen leeftijd met een jonge vronw van zeer goede familie, maar dit huwelijk liep EeMldeiklaesevwieea vijftigtal lee/lingen, die, met haar professor «au 't hoofd, ons Lètel Kiwotendeels. bevolkte. Men kon bijna geen boek omelma en geen straat passeeren, of «en eajc er eea En gek c hèmiss voor haar sebihkrsezel neergezeten, zich hoegenaamd ?iet etoreodie aan de Oudenaerdenscbe straatjeugd, die trouwens bee.1 wat bescheidener dan de Amsterdamsetie bleek te zyn. Van Oadenatrde togen wy' naar Eonse of Eenaii, ook een oud stedeke, maar leven diger door de talrijke spinneryen an weve ryen die het biedt. Hier is de great attriction niet de stad zelf, maar de' haar omringende natour met haar henvelachtigen bolem, en baar uitgestrekte korenvelden, door statig geboomte omzoomd. Het bois joh" draagt zyn naam eenigszins ten onrechte, want, in pl»ats van een ccquet en keurig aangelegd park te zyn, is 't veeleer oen soort oerwoud, dat met z|n wild geboomte en zyn dooreengesüngerde takken Bchilderechtige kijkjes biedt. In het bois van Duure troffen wy een vriendelyk chalet, waar we ons te midden van het phantastische kindschap een tijdlang neerzetten. Welk een genot, te midden van het alledaagsche leven met zyn kleine zorgen en beslommeringen, een schat van nieuwe in drukken in de ziel op te nemen en de frissche botchlocbt met ruime teugen in te ademen l Welk een genot rustig te wandelen in de vi ij e natuur! 't Ia ouder wetech; men doet het t hans niet meer. Men fietst, men spoort, men Boeit par auta in koortsachtige haast de heerlijkste streken door, men vliegt of Taart in 't luehtschip weldra. Maar de rustige wandelaar doet met Hngo Verriest drie of misschien tien malen dezelfde wandeling; e'aat stil, ziet op tot een prachtigen boom, ge niet van een kijkje door een statige allee, eet zich mijmerend neer op een bant en keert verfrifcht en veijongd in zy'n alkdaagecbe wereld terug. Haarlem. P. H. HÜGENHOLTZ Jr. De yit In De Amster dammervi an 1.1. Zaterdag ver telt de Heer Hugenholtz van een bezoek aan Pastor Hngo Verrieet te logoyghem. Daarin klinkt de bedekte vraag : of Pastor Verriest over den vooruitgang .der Vlaamsche Bewe ging niet al te optimistisch denkt ik zou 't niet durven ontkennen" daarna: geluk hij de Vlaamse Beweging idealiseert" enz. Dat trof me, toen ik 't las en ik dacht : zegt de Heer Hugenholtz dit alleen met be trekking tot Hugo Verriest, die, idealist van top tot teen", verguldt met de liefde van zijn hart, wat hij lief heeft, of had de Heer Hngenholtz inderdaad voor zijn bezoek aan Ingoyghem al een minder gunstige mening over de vooruitgang der Vlaamse Beweging, een minder gunstige mening, die het leven dige woord van Pastor Verriest niet heeft kunnen wijzigen, waardoor de twijfel vraag bleef: betekent die Vlaamse Beweging werkelik iets, groeit ze inderdaad? Het laatste zou geen wonder zijn: het is gewoonlik het oordeel van een Noord- Neder lander, die door Vlaanderen, vooral de Vlaamse steden reist en niet in Vlaamse kringen ver keert, daarom moet afgaan op wat hjj om zich heen ziet en hoort, op straat, in winkels en hotels, waar de Fianse blaai" der franski jong overheerst, het Frans modevernif je schittert', dat vaak zoveel onkunde en half beid bedekt, naar het pittige woord va a Gezelle De Vlaming staat zijn eigen taal en zeden af: hq 'n mag niet I De Vlaming wil van ander taal en zeden zijn: hij 'n ka a niet I De Vlaming 'n heeft-, op 't ende van spel, noch dit noch dat niet. Wat de heer Hugenholtz tot deze zinsnede bewoog, laat ik verder in 't midden. Bjj 't eerste lezen al trof ze me, liet ma sedert niet meer los, en dringt 'a e nu, wat ik anders zeker niet in 't openbaar zou gedaan hebben, enkele schijnbaar geringe feiten mee te de len, die ik kort geleden tijdens 'a bezoek van een week aan VlaanJeren, nadat ik er in een paar jaar niet geweest was, gehoord en ge zien heb. 't Is mchtere werkelikheid zy 't dan een, misschien nog maar zwakke, weerlegging van mogelike idealisering de neer Hugen holtz zal 't mij, hoop ik, ten goade houden. Ik zelf leef met hart en ziel mee met ZuidNederland, omdat ik de strijd daarginds zie in histories licht en in die omhoogwenteling van een volk, dat z'chzelf wil zy'n, 't eigen leven voel klopper. in m'nder dan geen tijd spaak. Mevrouw De La Fontaine beweerde in later dager, dat haar echtgenoot reeds in 't begin van zijn trouwen zoo aller hevigst aan verstrooidheid leed, dat hy vaak weken achtereen geheel ver gat, dat bij getrouwd was, en op de meest in het oogloopende wijze het bof maakte aan alle jonge meisjes, welke hij hier of daar aantrof met een volkomen negatie van de plichten en verplichtinger, welke de huwtlykscbe staat hem oplegde. Het werd intusacheu deze be klagenswaardigste aller dichter-vrouwen bin nenkort wat al te kras, en het kwam tot een efflcieuse scheiding. Hen beweerde overigens, dat ook zij zich wist te troosten en enkele vrienden vond, aan wie zij haar nood kon klagen. Een der kameraden van den dichter vertelde hem op zekeren dag met denoodige gewichtigheid en overdrijving, dat eenzekere Poignan, kapitein der dragonder?, bij zyn wet tige huisplaag in een bijzonder goed blaadje stond. En da guit wist dit verhaal met zooveel gloed voor te dragen, toonde zich zoo ver ontwaardigd, dat hij La Fontaine, die oveiigens op dit gebied bizonder kalm was, zoodanig opwond, dat deze het plan opvatte den officier nit te dagen. Den volgenden morgen voor dag en dauw begaf hu zich naar Poignan's kamer, wekte dezen, die nog rustig sluimerde, uit den slaap des rechtvaardigen, deelde hem in de meest hoffelijke bewoordingen mede, (want zijn woede was reeds lang bekoeld) dat hij met hem wenschte te duelleeren, en noodigde hem nit, om mee naar buiten te gaan. Voor de deur stond een rijtuig gereed, waai in de beide rivalen gemoedelijk naast elkander plaats namen. De kapitein, die reeds van te vorengeen weinig ;was ingelicht, had echik in het avontuur, en vond dat bij den tegenstan der, die hem zoo hoffelijk op een rijtoer ont haalde, wel *(een] bee'je aangenaam mocht bezighouden. Hy' was een man van ontwik keling en smaak, en begon weldra met den dichter onderhoudend te keuvelen over eenige zijner laatste Contes et nonvelles", waarvan Maar na weid ik niet uit over de betekenis der Vlaamse Beweging, die zo vaak nog ook in ons land verkeerd begrepen werd t als een loutere taalkwestie zonder diepere gronden, of kortzichtig veroordeeld om verwerping van romaanse beschaving alsof een mens niet eerat volkomen zichze'f moet zijn om anderen te leren begrijpen! De Vlaamse Beweging nu groeit, groeit tegen de geweldige strijd in, waarvan wij ons geen begrip kunnen vormen, als we er buiten staan. Er zy'n er daargindf, zulkin als Albert Verwey ze noemt ten opzichte van ons eigen land: niet opgewondenen, niet naïef verblinden, die de aarde van het land met hun vuisten in de zee zouden dragen, eer dan te duldt n dat ze onthollandseht werd" het zijn de stille, stoei e werkers, de mannen en vrouwen van karakter, die strijden en niet wijken, zoals ik er daar verscheiden ken. De groei is in 't verborgen, en aan de oppervlakte soms nog maar weinig te zien. In veler ogen nog onmondig', gaat het Vlaamse Leven toch vry en vrank" zyn 'rijen gang". Ik zal EU dus de erkele feiten opnoemen, die ik in die ene week toevallig hoorde en zag, en Iaat nu nog daar bijv., op zichzelf een kleinigheid, maar een kleinigheid van karakter dat die Rcya'', de Brugse Ver eniging tot Bevordering van Vreemdelingen verkeer, die tegenwoordig 'n klein gebouwtje hei f t bij de Kerk van de H. Verlosser, in alles wat van haar uitgaat het Nederlands bovenaan plaatst, ge volgd door de drie vreemde talen. In een door en door Vlaamse stad als Brugge behoort dat -ook zo: 't is het werk van de Secretaris der Vereniging, een krachtig Vlsming. Zo boorde ik dan o. a. het volgende: 3 Ang. U. is de prijanitdeliog van het SF. Amanis kollege te Kortryk voor het eerst in 't Vlaams geschied. Prof. Caesar Gezellf», die 't my mededeelde, voegde er bij: 10 jaar geleden zou 't als onmogelik zyn gebrand merkt, nu is tot onze grote verrassing en verwondering g«en enkele officiële toe spraak in 't Frans gehouden". Paetor Verriest eprak van 'n Vlaamse voordracbt in een meiejeskoetschool te Eecloo hetzelfde is geschied in Melsele, in het land van Wae?, waar o. a. een zuster van Stijn Streujels lts geeft. Ook in broeinesten van ver f ram in g als de Belgiese meisjeskostecholen wordt?stille';ersaan"dcshet Vlaamse bewustzyn wakker. In het Sf. JosephskolJege te Aalst is met de laatste prysuitdeJing Von iel's Joseph in Dothan door de leerlingen vertoond, en naar ik hoorde van iemand die er geweest waf», uitstekend en met de grootste wijding. Een jonge Vlaamse toondichter, de Vocht, had muziek voor de reien geschreven. Zondag 7 Augustus zag ik een openlnchtvertonicg in het Latiniepark buiten Ant werpen van Goethe's Ipbigeaeia in Tanrig, in de Nederlandse vertaling van Boutene. Die vertoning was vooitnffalik, en't Neder lands, dat ik hoorde, van 't zuiverste en wellnidendste, dat men zich denken kan, vooral van Iphigeneia zelf. De f pelers waren dilettanten, 4 beeren en l dame uit Gent, leden van de 'n paar jaar geleden opgerichte Vlaamsche Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst", die verleden jaar o. a. Sophokles' Philoktetés jn Nederlandse ver taling hebben veitoond ia de bossen van Laethem aan de Leie. Deze Antwerpse open lucht vertoning uiting van jonge zelf bewuste Zuid Nederlandse kracht was met ondersteuning van het gemeentebestuur ingericht door Nieuwe Wegen", Vereeniging der oud-leerlingen van het Koninklijk Athenaeum van Antwerpen". Over A.dam in Ballingschap", door Royaard's gezelechap in verschillende ZuidNederlandse steden vertoond, heb ik in die week meer dan eens met warmte horen spreken, tot in een West-Vlaams stadje als Iseghem toe, en vooral met een zekere vol doening : zulk een vertoning is ons nog eens een steun in de Vlaamse stryd", alle hulde daar van aan Royaardi l Nog. hoorde ik toevallig van iemand, die werkzaam is by de posterijen, hoe de Vlaamsgezinde Minister Helleputte kort geleden een verordening heeft gegeven, dat, in een be paald geval (welk doet er niet toe) alle postbeambten tegenover hun chefs Echriftelik zowel Nederlands als Frans voortaan mogen ge bruiken. Voor dat ene biezondere geval was die maatregel, naar by mij zeide, van ontzaggelike waarde en invloed maar wat 'n moed er nu voor nodig is zo'n toegestaan recht te durven volger, omdat de recht streekse chtfs het niet willen en zich tot het uiterste blyven verzetten. hij den fraaien vorm en den puntigen ver haaltrant .op zaakkundige wijze prees Het discours vlotte zoodanig, dat de dichter er geheel door werd ingenomen, en dat alle andere gedachten voor de huidige het veld ruimden. Plotseling stond bet rijtuig stil, Poignan stapte uit, en La Fontaine volgde nem, maar met een vragende uitdrukking in zijn oogen, alsof hij in 't minst niet begreep, wat dit oponthoud beduidde. Dadelijk wendde hij zich dan ook tot den koettier en vroeg: Wat moet dat, vriendje? Waarom hou den we stil ? Heb je avery' ?" Poignan, die zich de lippen aan 't bloeden beet om niet te kchan, trok hem bij een slip van zijn jas ter zijde en zei op gedempten toon: Maar... monsieur De La Fontaine, U hebt me toch hier gebracht om te dnelleeren." Te dromme!, dat is waar ook, Echurk l" riep de dichter, die zich uit de ComédiefraEQaise opeens duidelijk herinnerde, hoe een beleedigie echtgenoot zich - gedragen moet: Kom op, als ge durft, ik wacht u l" en meteen, naast het rijtuig, trok hij met sierlijken zwaai zijn degen, en plaatste zich in de gevechtstelling. Poignan draaide zich proes tende van het lachen, om, liep eenige passen achteruit en zette zich eveneens in positie. La Fontaine deed dadelijk een uitval, maar de ander was op zijn qui-vive", pareerde den stoot en wipte meteen het rapier op zoo handige wijze uit de vuist zijns tegen standers, dat het met een boog door de lucht slingerde en twintig passen verder, met de punt in den grond terecht kwam. Toen zette hij zijn degen eveneens met een lichten stoot in den weeken bodem voor zich, wipte er met een komisch sprongetje over heen, en stond meteen vlak voor den overbluften poeëf. Gemoedelijk legde hij zyne beide hanien op diens schouders en sprak : M'n waarde, ik geloof, dat het samen eten beter zal gaan dan het samen vechten. Doe my het genoegen en ga met me mee naar huis, dan zal ik U een fijn dejeuner aanbieden l" Ziehier EU de enkele sprekende feiten van werkelikheid, die ik in die 6 dagen toevallig hoorde en iag, en die mij de verzekering gavea: de Vlaamse Beweging wordt steeds krach tiger, er is wel degëlik vooruitgang, groei, al gaat 't dan ook niterst langzaam. Maar is niet alle groei van grote zaken" langzaam? Spreekt Vondel niet van de eik, die allengekens groot word," om met zjjn hoofd vol blsan en bladige armen te beslaan veel gronds, veel luchts", en hoe hij om tegens geweld te sportelen" zyn voet verzekert, en zyn iug met pit, en hout, en bast: gelijk zo stout een bosreus past. Koning Albrecht heeft getoond, dat hij de eis der Vlamingen, l millioen sterker dan de Walen, verstaan heeft: hy spreekt Nederlands. Zal Koning Albrecht by zijn a.°. bezoek aan Amsterdam ook in het Nederlands, de taal van Nrord- en Zuid-Nederland, door Koningin Wilhelmina worden begroet ? Of zal tnet een politique de courtoisie" het Fran?, heiaas, moeten klinken ? Met spanning wachten de Vlamingen en, met hen, veel Noord-Nederlanders. Dr. J. ALEIDA NIJLAKD. Hem Oi P. BONK, Bet papier in het leger. P. Dos K, Het Nederlandsche officiertkorpe. Rotterdam, Nijgh & Ditmar's Uitg.My. Dr. S. 8. HOOGSTE^, Het eindexamen H. B. S. en onpopulaire voorstellen. Amsterdam, W. Verslny». Dr. H. HELMIIOLT, Wereldgeichiedeniê, «fl. 29 Amsterdam, Uitg. Mij. Vivat". j4pei$u du Commerce et de l'Induttrie des Peyi-Bat, 1?20. A. WEBUMEUS BUNIKG, Iftt de Rotterdamsche Llcyd naar Aegypte, Ceylon, Sumatra en Java. Amsterdam, J. H. de Buaïy. 4C c*»is COGNAC IIARTEll Aflaten: EOOPMOS&BEÜINIEFL, Afflsterto. BOUWT te NÜNSPEET. Inlichtingen bij het bonwboreaa Art i", aldaar. riano-, Orgel- en Muziekhandel RIeyroos & lialshoven, ARNHEM. KONINGSPLEIN 9 Interc. Telefoonnummer 913. VLEUGELS en PIANO'S in Koop en in Huur. REPAREEREN STEMMEN RUILEN. Om te kussen [ -^??^^^^^^^^"^^^^^^??^"^?"?^^"???^^?^?^^" is een zacht, blank gelaat met rose jeugdigfrisd) uiterlyk, wiflt fluweelzachte huid en verblindend schoone teint zonder zomersproeten en buidonreinbeckn, daarom gcbruike men Stokpaardjes-Celientflelfczeep \ V. Bcrflmann (t Co., Radenen!. S 50 cent p. St., overal verkrijgbaar. Een belangrijk boek. J. V. VON SCHEFFEL, EKKEHARD. Bewerking van W. J. MANSSEN, Geïllustreerd, (deel l der Meesterwerken der Buitenlandsche Romanliteratuur). Prijs: Ingenaaid ? l.50. Keurig gebonden / 1.90. Uitgave van VAX HOLKEMA & WARESDOKF, Amsterdam. Koopt UITSLUITEND BOT K II ONDER RIJKSCONTROLE. De STAAT GARANDEERT U een ONVERVAL.SCHT product, Roterhandel ZUID L A REN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935. IIII111IMIIH11MIHMMM1IIIIII1II11IM1I1 Te gelijkertijd reikte hy hem de hand en schudda dien hartelijk, terwyl hy er met een ietfje vleiery bijvoegde: Het zou toch dood jammer zyn, om voor een gril een leven op te offeren, dat voor de kunst van onberekenbare waarde i?." Zeer zeker l" ant woordde met beminnelijke bescheidenheid de dichter, wiens gedachten reeds weder een weinig waren afgedwaald: en die niet eens bemerkte, welk een eigenwaan er in dit korte, verstrooide antwoord lag. De beide duellanten stapten weder in het rijtuig en lieten zich naar het huis van Foignan brengen, waar weldra aan een copieus vroegmaal alle moorddadige gedachten ver geten waren. Toen het dejeuner bijna ten einde wa?, vroeg de kapitein met een glas champagne aan de lippen plotseling: Maar vertel me nu toch eens Monsieur de La Fontaine, waarom wilde u eigenlijk met me duelleereo, ik ssap er, oprecht gesproken, geen jota van l" Mon capitaine!'' antwoordde de ander, vraag me dat niet l... Ik kan er zelf geen touw aan vast knooper. Je lijkt me oneindig geschikter als vriend dan als vijand." En met deae zeer leerzame moraal eindigde de fabel van La Fcn'aines duel, maar geenszins de ellende van zijn krukkend huwelijksleven, want zeer kort daarna betrok elk der beide echtgenooten zij a eigen woning: Mevrosw woonde te Chateau Thierry, meneer te Parus, en de dichter schikte zich uit mun tend in deze nieuwe verhouding en was lu weldra totaal vergeten, dat hij ergens in de wereld nog een vronw had. Zjjne vrien den echter vonden het toch wel wat al te do1, dat hjj zich zoo weinig gele gen liet liggen aan de schoone en geestige Marie Héricard, die toch voor velen een begeerlyke partij geweest zon zijn. Vooial Boilean maakt zich daar druk over, en hij wist na lang redeneeren zijn vriend zoover te krijgen, dat hy op reis ging naar Chateau Thierry, om een verzoening tot stand te brengen. Hij kwam in het stadje aan, zyn geboorteplaats, was verrukt het eens weer te IMIIMMMMMMIJIIIlinHIMMMIIMMMIIMIMIIMIMIIMMIIIIIIMMIIIIIMMIMMIM zien, en leefde met zyn gedachten in oude herinneringen, en met een glimlach op de lippen fluisterde hy die ondeugende verzen uit zyn jolige jeugd: ..Car sans compter l'ampoule et les bon vins, Charmante objecti y sont en abondance!' Toch begaf hy zich regelrecht naar de woning van Marie, waar men hem evenwel mededeelde, dat Madame De la Fontaine naar de kerk was. Het viel den poëet niet in, dat hij dan op haar zou kannen blyven wachten,.. hij draaide het huis onverwijld den rug toe en kwam meteen op de uitmuntende ge dachte, een paar oude kennissen te bezoeken. La Fontaine, die an fond zeer goedig en vriendelyk was, en wieu zyn vrienden ondanks zijne eigenaardigheden hartelijk genegen waren, wal er bijzonder welkom, men over reedde hen te blyven, noodigde hen tot het middagmaal, haalde hem over met een fon kelend glas van dien goudgelen wy'n, die hem in zijne jeugd zoo bekoord had, om ook gedurende den avond te blyven plakken. Intusschen had hij reeds aan een anderen vriend beloofd, dat hy den volgenden dag diens gast zou zyn, wat in even lustige stem ming en met niet minder vroolyk gefulf geschiedde,.,. Aan den avond van dien twee den dag nam hy afscheid van zyne vrienden en van Chateau-Thierry, stapte in den reis wagen en trok weder naar de Seine-Stad... En.... hoe is het gegaan ?" vroeg hem den den volgenden dag Boileau. Wat bedoelt ge?" antwoordde La Fontaine. Wel, te drom mel, ge zy"t toch uitgegaan om tot een ver zoening te geraken met uw vrouw I" O, ja, zei de fabnlist, die zich uu op eens de situ atie te binnen bracht, maar dat kon niet, hoor I" ,,Neen, neen, daar komt niets van. Ik ben hy haar geweest, maar ze was D aar de kerk l" En zoo geschiedde het,, dat Jean de La Fontaine en Marie Héricard nimmer meer verzoend werden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl