De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 11 september pagina 1

11 september 1910 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1733 DE AMSTERDAMMER 1°. mo WEEKBLAD VOOK NEDEBLAND BH rauw b«T»t e«n "Mx. S. I3. L. w uitgeven: VAM HOLKZMA ft WARENDORF, Keiiengraeht 833, Anuterdam. Het autonnreoht TOOT den inhoud ran dit Blad wordt venekerd overoenkoBkröf de wet ran 38 Juni 1881 (StmtttHad No. 124). p« 3 maanden f 1X0, fr. p. post / 1.66 p«r jaar, bij vooruitbetaling . mail . 10. Nmnmen aan de Kipdcen verkrijgbaar 0.151/» Zondag 11 September. Advertentiën van 1?6 regels ? 1.15, elke regel meer ? OJ6 AdTertentiën op de flnantieele- w kunstpagina per regel ..... 030 Reclames per regel 0.40 > INHOUD: TAN TERRB EN TAK NABIJ: Hnman ^Kiadoera. Kroniek. Uit het Noorden, Radboud. Koninklijke onderEcheiB, door Q. Verbetering der toestanden ia het korps beroepsofficieren, door Marius. FEUILLETON: Arm vrouwtje, door Anna ?van Gogh-Kaulbach. KUNST EN LETTEREN: Binnen en buiten Soerabaia. Leren «n lotgevallen van de familie Kaaneel, door Alligator, beoordeeld door Frans Coenen. H«t Openlncht-tooneel, door J. H. Rössing. INGEZONDEN. BERICHTEN. - Fabel, door B. P. van der Voo. A.LLER, door Allegra. UIT DE NATUUR, door Heimane. Decor en eostuum voor Mar?yaa of De betooverde bron, met a/b., door Bahbatar Verhagen.?Brussel. Opmerkingen, IV, door Plaiachaert. Van 't Hallingdal, door *?. Felix Ratten. Het Nedefl. drama ip d« Lettiacbe taal, door Frederik van Jfonqou. Feiten en Fantassen, door S t. Vat «n Van Tast. - 8CHETSJF. Chari?*xrL Het portret van Lohengrin, door H. G. Ibels. FfNANOIEELE EN OECOHOBU8CHE KRONIEK, door V. d. M. en V. «L 8. De geringe resultaten van het iwhilingeonderwu's, door H. S. SCHAAK SPEL. DAMRUBRIEK. AD VERTENTIEN. iimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiMiiMiHHiii Human Kindness. Op het oogenblik, dat wij dit schrijven, ia de storm aan het woeden op het Amsterdamsen Raadhuis (helaas nog maar het .Prinsenhof), waar de vertegenwoor digers van de burgerij, met het dubbeldikke rapport vóór zich, met vier menschen aan het spelen zijn, spelen als de kat net de muip, maar gewis: voor der gemeenteraadsleden pleizier niet! Het is een pijnlijke geschiedenis, waar?ran ieder gaarne aan een ander zou geven het deel van de verantwoordelijkheid dat kjj Toor het verloop ervan draagt. In den Raad zit intusschen een per soon, de heer Gulden, die ooit met ?inderomslagnitzijngemeentebetrekking gezet ie, dan er wordt gemaakt terecht wordt gemaakt voor de betrokken ambtenaren der Gern. Electr. Werken. - Er is een wind aan het waaien om de gepleegde onduldbare feiten als zoo-ergniet voor te stellen. De eerste indruk, dien de campagne geeft, is er een van ?veldwinnende goedhartigheid bij onze vertegenwoordigen?, is er een van wat een overzichtschrijver noemde: the milk of human kindness. Groothof, Grivel, Reasing worden verdedigd. De Commissie, die men met vertrouwen benoemde, wordt bestraft als een te strenge inquisiteur. Vanwaar die zachtzinnigheid voor ge bleken feilen (waaronder demoraliseering, ?verregaande volgzaamheid en, voor n, ook eigenbaat) in deze zelfde vergadering, die met groote meerderheid, voor enkele (door hen zelf niet gebezigde) oneerbiedige woorden aan het adres van Burg. en "Wethouders, Gulden en zijn vrienden op de immers zachte Amsterdamsche keien neerwierp ? Waarom thans deze campagne voor drie ambtenaren, die meer op hun kerfstok hebben? Het is maar een vraag, want wij wenachen «iet te worden gehouden voor lieden van harder inborst dan anderen! Is het human kindness, die de cam pagne drijft P Zou het zoo wezen P Merk eens, na alle weelde van zachtzinnigheid voor Reesing, Grivel, Groothof, op, de stroef heid,- de harde manier van spreken ten opzichte van iemand anders dan deze drie, n.l. ten opzichte van dr. de Gelder... den man, die den steen deed rollen f Lees wat de woordvoerder der conser vatieve oppositie in den Raad zegt van dezen ontslagen ambtenaar, hoor hoe ze hem beknibbelen op zijn schadevergoe ding en .... wordt wijzer. Zachtmoedig heid P Vergevingsgezindheid P Ook wel, wij zijn allemaal menschen, maar daar zit nog iets anders achter. In de eerste plaats iets, dat gedeeltelijk, in onbevangenheid, is erkend. Wie herin nert zich niet de artikelen in de N. B. CL, welke zooveel zeiden als: Waarom die drukte over Ressings fouten, waar die fouten vrijwel onafscheidelijk zijn van de krachtige directie van groote bedrijven P Het stond er. Een zakenman" mocht met een ingezonden stuk protesteeren, de schrijver der artikelen mocht wat ver kleurend water in zijn goeden wijn doen, wq hadden (misschien wat sterk of niet sterk genoeg P) den patroon" hooren spreken door den mond van den journa list. Niet anders, in den Raad, de heer Limbrechtsen. De heer Reseing," zegthij, is, rond gesproken, mq zeer sympathiek. Hij heeft een technisch, financieel, groot en bloeiend bedrijf in enkele jaren ge sticht." Weg dus de kleine overwegin gen: dat hij, om n ding te noemen, een demoraliseerenden invloed uitoefende op zijn ondergeschikten: alles bijeen kan hij wel niet gehandhaafd, maar, onuit gesproken, voelt men den spijt, dat de aan een particulier bedrijf" inhaerente fouten zoo open en bloot kwamen in dit bedrijf der Gemeente. Yan dezen zelfden heer (oud- directeur van Publieke Werken) haalt de Tijd met vrij wat instemming *) aan de volgende woorden: De motieven, welke tot de handelingen van den heer Ressing hebben geleid, bevoordeeling van eigen bedrijf, het hartstochtelijk verdedigen van dit bedrijf, waar hij het bedreigd zag, met uit sluiting van elk persoonlijk voordeel, moeten op de waardeering zjjner fouten en overtredingen een groo teren invloed hebben dan de meerder heid daaraan toekent. Men moet toch de vermelde feiten niet zien in het licht, dat de heer De Gelder erop geworpen heeft" (gelijk o. i., voegt hier de Red. van de Tijd tusschen, te veel van stonde af aan door den voorzitter, den leider van het onderzoek, gedaan is) ook1 niet in het licht, hetwelk de heer Ressing erop werpt, men moet zich voor een billijke beoordeeling van dezen man stellen op een zakenstandpunt." Hier heeft men te doen met een bedrijfedirectenr, door en door businessman, van wien verlangd werd kaufnoannisch" handelen (immers, de Raad besloot zelf Electra" niet te naast er, maar haar concurrentie te gaan aandoen) en wiens karakter en persoonlijkheid niets anders verlangden." Waarop de Tijd laat volgan: Gaat men dan ook eveneens bij dezen beschuldigde de feiten na, de feitelijke bewijzen vam sohuld, waarop het onmid dellijk eervol ontslag met slechts een jaar salaris moet iteunen, dan erkennen we met den heer Lambrechtsen, dat uit deze feiten op zich zelf nog niet zoude behoeven te volgen besluit tot ontslag l" De beschuldiging aangaande meter ver valechingen betreffen maar drie feiter, die zeer zeker zy'n af te keuren, maar waarbij de betrokkenen geen schade hebben geleden en de gemeente klanten behield." Het zakenstandpunt" als een Eoort tweederangs moraal vergoelijkt door het Roomsch Katholieke Amsterdamsche orgaan. Ja zóó erg is dit blad reeds in het commercieele verdwaald, dat het zegt: let eens op, de betrokkenen bij de metervervakchiug hebben geen schade geleden en de gemeente behield een klant. Wij merken op dat De Tijd, als menig recht geaard zakenman, de rechten, de bestaans rechten zelfs van den concurrent ganschelijk vergeet of negeert! Wie leed er schade door de onrechtmatigheid, door het ge knoei P vraagt het blad nai'ef.... Electra lijdt" niet, want bestaat eenvoudig niet! Terwijl de arbeiders Gulden c. s. in een wip eruit waren, maken de zakenstandpuntige heeren voor Ressing c. s'. zich warm. Het is om te onthouden. Wij erkennen de groote verdiensten van een Ressing voor de Gemeente, zoo goed als iemand anders. Maar wij wijzen, als leerzaam, pp «en campagne, die het op een rehabilitatie van deze drie mannen toelegt, waar men voor niet onderwor pen" kleineren gén genade kende. Wij vroegen meermalen om human kindness niet alleen, maar zelfs, treurig dat men erom moet vragen, om recht. Het doet goed de menschelijkheid thans te zien hoogtij vieren ware er geen bijsmaak aan, die er iets van bederft. Affaire" is het wachtwoord geweest en dan, gelooven wij: Gezag". Het j heeft toch allen schijn, dat men, behalve verteederd te wezen als commercieele zielen, onder elkaar een inwendig politiek zaakje zoetjes bezig is te be kokstoven ... ten bate van het Gezag", dat door de benoeming der Commissie een knauw kreeg Op het oogenblik, dat wij dit schrijven, ligt de waarheid nog te veel in windselen. Wij moeten nog wachten. Maar het zou ons wel verwonderen, als achter alle human kindnesses niet ook een heel klein beetje listigheid stak. 8 Sept. *) We zijn bet meer eena met".... enz. IBONIEK. Louis BOUWMEESTER. Het volgende strenge maar niet te scherpe vonnis velde de heer J. H. Rössing in het maandschrift Op de Hoogte over het gedrag van de Kon. Yereeniging het Nederlandsen Tooneel in de laatste jaren: -De geschiedenis van het artistiek beleid der Kon. Ver. Het Nederlandsen Tooneel" in de laatste twaalf jaar heeft eene zwarte bladzijde. Daar staat opgeteekend, hoe 't artistiek Beheer niet de kunst, niet het verstand, niet het begrip, niet de macht heeft gehad om hare beste krachten te behouden. Het heeft te weinig tact, kenris en kunstzin gehad om met artiesten om te gaan; het heeft de ervaren krachten, de talenten, zelfs het genie op n lijn gesteld met aankomelingen en talentloozen, ja er beneden. Prijzens- en aanbevelenswaard is het der jeugd de deur te openen, maar sterk te veroordeelen, als die jeugd met weinig talent voorgetrokken wordt boven de ouderen, met ervaring, groot talent of genie. Het moet voor de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooaeel" een doorn in 't vleesch zijn, dat een genie als Louis Bouwmeester die aan haar roem ontbreekt zwervende blijft, en thans op 68-jarigen leeftijd zorgelijk zijn geluk in Indiëmoet beproeven. Alles wreekt en straft zichzelve. Door. het verlies der eerste krachten in 't bizonder en schier bij uitslui ting '?mannen" kan de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel" veel van het groote werk niet meer of onvol doende doen vertoonen, ja zelfs het minder groote werk niet". Henri Borel schreef uit Soerabaja aan de Telegraaf het volgende: Heb ik in 'n vorig artikel van Louis Bouwmeesters vreugde verteld over zijn mooie recettes die de eerste maand (enkel hier ter stede) 15 mille hebben beloopen helaas! is daarna zijn ster aan 't tanen gegaan, de belangstelling werd hoe langer hoe minder, en eens kon zelfs de voorstelling niet doorgaan, omdat er maar pl.nl. 20 menschen in de zaal waren. Al sukkelend en suk kelend, trekt de groote Louis nu, op de schobberdebonk eigenlijk, door Indië, met zijn gammel" troepje uitschot van ons tooneel. De schuld van de verflauwde belang stelling is nu niet enkel aan het Indi sche publiek te wijten, dat, ondanks Louis' groote kunst, op den duur het gestumper der anderen om den nen grooten heer niet meer kan aanzien. Nu heeft Louis, ten einde raad, een engagement aangegaan in een NewYorksehe Music- Hall", voor 't volgend jaar, waar hij de Greep" zal spelen, met een paar Engelsche acteurs, en hij moet dit dood-vermoeiende stuk dan tweemaal, 's middags en 's avonds, op eei dag vertoonen. Louis Bouwmeester, zich bek-af spe lend, in een café-chantant in Amerika... is het niet een schande voor Ne derland ? Hoogst pijnlijk moet het voor Bouw meester zijn geweest, toen hij op een avond (ik zat er later ook t>ü) te zarnen zat bij Grimm, alhier, met Chrispijn, die op het punt was naar Holland te gaan, gere ngageerd door het Nederlandsch Toonee 1." Chris pijn ging hoopvol terug naar het Leidscheplein... Louis Bouwmeester bleef achter, om nog wat als een kermisgast door de tropen te trekken, en dan naar een café-chantant in Amerika te moeten, om den broode. Wat er toen in hem moet zijn omgegaan, is tragischer dan zijn meest tragische rol. Ik hoop, dat deze regelen onder de oogen van den heer N. G. van Nouhuys komen, dien wij allen kennen als on partijdig en eerlijk in de kunst, en die, hoop ik, beletten zal, dat een schreeu wend onrecht en eene schande voor ons volk, langer voortduurt. Met dit laatste stemmen wüin, gelijk wij van het eerste oogenblik af, dat de benoe ming van den heer Van Nouhuys bekend werd, aan herstel van onrechthebbengeloofd. "WlE IS DE SCHULD ? In de bladen las men dezer dagen het volgend bericht: Naar het Sper. Nwsbld. verneemt, heeft de politie te Soerabaja zich ge noopt gezien om buitengewone maat regelen te nemen, ten einde het afma ken van wervers, en als zoodanig verdachte personen, tegen te gaan. De woede tegen die vermeende tjoeliks" schijnt zoo groot te zijn, dat het thans voor een inlander ja, zelfs voor een Europeaan een levensgevaarlijke geschiedenis wordt, om iemand anders op straat ook maa'r even aan te raken, daar dit gebaar door de omstanders en voorbijgangers onmiddellijk in ver band wordt gebracht met de tjoelikhpcuspocus. Immers, zoo zegt het bijgeloof, maakt de ronselaar zijn slacht offers geheel willoos, en dwingt hij hen hem te volgen, waar hij hen ook maar brengen wil, door hun eventjes het een of ander toovervocht, dat hij bezit, op hun baadje of op hun arm te smeren. Om aan de a f maker y, die gedurende de laatste dagen op groote schaal heeft plaats gehad, een einde te maken, worden nu, in iedere kampong 10 te goeder naam en faam bekende perso nen belast met het toezicht. Deze personen worden tevens verantwoorde lijk gesteld voor elk opstootje dat in hun ressort plaats vindt. Misschien wordt hierdoor een einde gemaakt aan het ergerlijke lynchen, dat nu aan de orde van den dag schijnt. De Javanen zijn zeker een bijgeloovig volkje, maar uit dit bericht is toch meer te lezen dan dat Javanen bijgeloovig zijn. Hoe zou die razende angst voor den ron selaar, den koeliewerver, tot een zoo algemeene bijgeloovige opwinding worden, indien onder die ronselarij niet zoo geleden werd ? Goed, zal iemand zeggen, maar waar de geldbegeerige Javaan voor vreest is toch: hijzelf, zijn eigen zwakheid. Steu nen wüechter dien zwakke, dat groote kind van onze tropen voldoende tegen de praktijken van de lieden, die als pijpers van Hameln" hem weten mee te lokken ? DESTEBETER?DESTEËRGER. De uiterst vervelende peperbus, die onder den raam van het Monument van 1830" of Naatje Eendragt" midden op den Dam volhardt in het verbeelden van den Geest der vaderen", is het onderwerp van zachtzinnigen spot van velen en sedert lang. Maar wist men, dat dit zegeteeken op onzen roemrijken strijd met Belgiëreeds voor den mal werd gehouden toen men het aan het oprichten was? De jeugd alleen heeft zoo weinig ontzag. Men kan het hiervolgend Studentengesprek" vinden in den Studentenalmanak van het Amsterdamsen Atkenaeum Illustre van 1856. Ziet ge hoe ze daar op den Dam een monument oplichten? Tant mieux. Ja maar het zal de menschen hinderen als ze naar de beurs gaan. Tant pis. Toch niet, dat wordt vergoed, 't zal bjj hen dan ook edele gewaarwordingen op roepen, die ze thands schijnen te misser. Tant mieux. Weineen, het aandenken aan 't ver leden kan alleen geen heerlijk tegen woordig tooveren. Tant pis Het doet anders toch een Hollandick hart goed, dat men zoo de helden van '30 herdenkt. Tant mieux. Jammer maar dat de helden tevens de oprichters zijn van het monument. Tant pie. Züwilden ons er bühebben, wjj vroegen echter n conditie. Tant mieux. De conditie was dat we hen mochten uitlachen. Nu komen we niet... Tant pis, tant pis, tant pis pour eux. Uit het Noorden. Maandag j.l. is te Joure, een groot dorp in Friesland, geopend het Friesch Volks sanatorium, eene gebeurtenis welke m.i. waard is ook in dit blad met enkele woorden te worden vermeld en toegelicht. Het geldt hier n.l. een ernstige proefneming in twee erlei opzicht, die ook voor andere provincies in de toekomst van groot belang kan zijn. Omtrent het aut van Sanatoria is men het in de laattte jaren vrijwel eens, al zyn er nog altijd geneesheeren die dit nut niet zoo hoog aanslaan ah de deskundigen voorstanders. Hieromtrent echter is men het vrijwel algemeen eens, dat ze voor de overgroote meerderheid te duur zijn, ongerekend natuurlijk de enkele gratis-plaatsen, welke in sommige Sanatoria beschikbaar zijn. Indien echter tegen verminderde prijzen alle patiënten uit den arbeiders- en kleinen burgerstand zouden kunnen worden opge nomen, dan nog zou volgens sommige ge neeskundigen in Friesland, die als plattelandsgeneesheeren de toestanden van nabij kennen, het bezwaar bestaan dat het groote verschil tusschen de uitnemende en sterke voeding der Sanatoria en de sobere kost welke den herstelden thuis kan worden opgedischt, zeer nadeeKg op de terugge keerde patiënten zou werken. Deze geneeskundigen liepen dus rond met het plan om een Sanatorium te stichten, waarin weliswaar goede voeding aan de patiënten zou worden verstrekt, doch tevens zooveel mogelijk gelijk aan de ten plattenlande bij de geringere standen gebruikelijke spijzen, opdat de overgang van Sanatorium naar gezin later niet zoo groot zou zijn. Zeer eenvoudige, hoewel degelijke spijzen achtten zij, in verband met zuivere lucht en volstrekte rust, de beste middelen tot genezing voor arme tuberculose-lijders. Er werd al eens geconfereerd en beraad slaagd, doch men kwam niet veel verder, omdat het wel ondoenlijk scheen het vele geld bijeen te breigen, dat benoodigd zou zijn om een doelmatig Sanatorium te bouwen, waarvan de inkomsten uit den aard der zaak betrekkelijk zeer gering zouden zijn en op welks exploitatie- rekening dus geen gelden voor rentebetaling en aflossing zouden kunnen voorkomen. Plotseling echter werd de zaak althaas zoo meende men een heel eind vooruit geschoven, .doordien een oud friesch land goed, Herema- State, door dr. Driessen te Joure, namens zijne echtgenoote, Jonkvr. Vegelin van Claerbergev, die het bij erfenis had verkregen, gratis voor gezegd doel werd aangeboden. Men meende door dit royaal aanbod Herema-State was n.l. een groot, hoewel in verval verkeerend heerenhuis, omgeven door een prachtig lommerrijk park, groot 7 M Hectare bijna uit den brand te zijn en toog vol ijver aan het werk. Helaas! men stuitte op nieuwe tegen werking. In de eerste plaats scheen het alsof om welke reden dan ook de eventueele ombouw van dit oud-adellijk slot tot een sanatorium niet in den smaak viel van sommige adellijke friesche families; in allen gevalle heeft het comit blijkbaar, zooal geen directe tegenwerking, dan toch weinig medewerking onder de hoogere standen in Friesland ondervonden. Maar bovendien kwam er hevige tegenwerking van den kant van sommige doktoren,; omdat züJoure niet de geschikte plaats, achtten voor een sanatorium. Joure is van " n kant omgeven van laaggelegen, drassige; landen, waaruit volgens deze deskundigen, in sommige tijden van het jaar dampen * opstijgen, welke zij nadeelig achtten voor* tuberculose patiënten Hiertegen werd door de voorstanders-deskundigen weer aange voerd, dat volgens vele specialiteiten ge nezing van tuberculose iu 't eerste stadium onder alle luchtgesteldheden mogelijk ia; dat op zeer vele plaatsen van Friesland de bodem drassig is en de overgroote meerder heid der patiënten, uit het sanatorium teruggekeerd, dus weder in een min of meer vochtige atmosfeer zou moeten ver toeven, zoodat ook hier het voordeel zou bestaan dat niet groote verandering van lucht na de kuur weer storend zou inwerken.' Het is zeer natuurlijk dat deze strijd tns-> schen deskundigen, hoewel later eenige ge-; zaghebbenden in dezen, als b.v. prof. Pel en dr. Dooath, op verzoek verklaarden dat zij Herema-State zeer wel geschikt achtten voor sanatorium, storend inwerkte op het ver krijgen der noodige gelden (pl.m. ? 80.0CO), waarmede het dan ook altijd sukkelen is gebleven. Intusschen is, na vijf jaar werken en ploeteren, de zaak dan toch zoover geko men, dat het oude heerenhuis in een mooi, solied Sanatorium is veranderd, waarin 56 patiënten een onderkomen zullen kunnen vinden, in eene onmiddellijke omgeving, die zeker niet onderdoet voor de mooiste der Nederlandsche Sanatoria, n.l. een prachtig park, met zeer lommerrijk opgaand ge boomte en struikgewas, een en ander zooals gezegd ter grootte van ongeveer 1% Hec tare. Echter, het bedrijfskapitaal ontbreekt nog, men heeft alleen van het opgescharrelde geld de restauratiekosten van 't ge bouw, de inventaris en n doelmatige lighal kunnen betalen en toen maar op goede hoop geopend. Wie onder de lezers van dit blad, ook buiten Friesland, dus nog iets voor het goede doel zou willen afstaan, drale hiermede niet. Het adres van den penningmeester is de heer T. C. Marcus, Nieuwstad, Leeuwarden, bij wien ook loten, ten voordeele van dit Sanatorium, verkrijg baar zijn & l Gld. per stuk. De trekking heeft plaats 15 Nov. a.s. In allen gevalle verzuime niemand, die daartoe in de gelegenheid is, een kijkje in dit Sanatorium en omgeving te nemen. Het is de moeite waard. Verder zal zeker ieder met belangstelling den uitslag te ge moet zien van deze dub bele proefneming: genezing van tubercnloselijders in een klimaat en onder 't regime van eene voeding, zooveel mogelijk gelijk aan die van eigen omgeving en huis. Tot toelichting diene nog, dat de verplegingskosten zullen bedragen f 1.25 per dag en per persoon. Daar voor arbeiders in 't algemeen en speciaal voor Friesche plattelandsarbeiders deze kosten nog te hoog zijn om door hen te kunnen worden betaald, hebben zich op vele plaatsen van Friesland reeds vereenigingen gevormd, kriten" ge naamd, waarvan elk tegen een minimam contributie van 25 ets. lid kan worden, en die zich ten doel stellen de yerpleegingskosten der onvermogende patiënten te be talen. Hoewel bij voorkeur patiënten, door deze vereenigingen gezonden, en verder Friezen worden opgenomen, worden volgens prospec tus ook gaarne, zoolang er plaats is, patiën ten uit andere provincies toegelaten. RADBOUD. Koninklpe onderscheidingen. Volgens een eenige dagen geleden door het Haagsche correspondentie-bureau aan de dagbladen gezonden bericht, is bij het verleenen van koninklijke onderscheidingen ter gelegenheid van den jongsten verjaardag der Koningin afgeweken van de veelal ge volgde gewoonte, om voor een decoratie alleen die personen uit de arbeidende klasse voor te dragen, die op een zeer langen diensttijd bij nzelfden patroon konden terugzien, en heeft men ditmaal ook ge meend, voor een onderscheiding personen in aanmerking te doen komen, die zich bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt in het uitvinden of toepassen van veiligheids maatregelen bij machines en arbeidswerktuigen, in verband waarmede de zilveren eeremedaille van de orde van Oranje-Nassau is toegekend aan twee meesterknechts te ? Amsterdam, die in hun positie er zeer veel toe hebben bijgedragen, om de gevaren, die de machinale beroepsbezigheden aan

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl