Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O Q R NEDERLAND.
No. 1734
De Amsterdaineche Poesjenellenkelder.
DE TOESCHOUWER : Dit ie toch een primitief tooneel, waar men cle regie zoo voortdurend ziet l
imiUIMIIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIJIIIIIIIIIIIIIIIMMMmillll
door de a.e. nieuwe kapitaals-uitgifte waardoor
weer een flinke claim zal worden buitgemaakt.
Behalve de aandeelen voornoemd onder
vonden ook de Oriena vrij sterke fluctuctieg,
na eene verbeteridg tot ca. 145 pCt. liep de
koera successievelijk tot 125 pCt. terug.
Ook ten opzichte van deze maatcchappij
worden met kwistige hand berichten ver
spreid, die geenszins te controleeren zijn en
vermoedelijk meestentijds aan manipulaties
?zijn toe te schrijver.
Aangaande Cultuurwaarden valt wederom
eene vaste tendenz te vermelden, al konden
de koersen zich dan ook niet geheel handha
ven; in ons vorig overzicht vermeldden wij
reeds, dat gustiger berichten omtrent de
suiker-compagne in Indiëhiervan de oorzaak
waren.
Het blijkt nl. dat het lagere riet kwant urn
meerendeels wordt opgewogen door een
grooter aapgehalte, zoodat de suikeropbrengst
vermoedelijk niet veel lager zal zijn, waar
dan oog bij komt, dat oogst 1910 belangrijk
hooger werd verkocht dan de vorige, terwijl
bovendien een gedeelte van oogst 1911 reeds
ia gerealiseerd tot weer betere prijzen dan
die van 1910.
Zoo heeft o. a. de Voratenlandeja
haargeheele oogst 1911 tot schitterende prijzen
afgedaan.
Men voorziet das ook voor de goede
Cultuur-waarden in dea loop van het vol
gende jaar beduidend hoogere koerson o. a.
voor Vorstenlanden,
HandelavereenigiagAmaterdam, Ned.-Indisehe Handelsbank etc.
Ook de aand. Ned. Handel Mij profiteerden
van deze gunstige tendenz.
, Tabaks-aandeelen varieerden slechts binnen
zeer enge grenzen;.de uitgebrachte taxaties
voor de eerste najaar s inschrijving op heden
beloven geen bevredigende prijzen, wat
echter blijkbaar van geen invloed op de
aandeelen-markt was.
.Van Mijn-waarden ontstond eene kortston
dige reprise in Gnyana's, die echter weer het
geheele avans moeaten prijs geven; de vorige
soorten blijven volharden in haren toestand
van apathie.
jpnder diverse goorten merken wij eene
?lllglIlllllimillllllllMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMlIllllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIII
Irieven van Oom Jodocus.
Waarde Neef!
Je dacht zeker al, dat ik mijn handen
van je aftrok en je voortaan te midden
der Groene bladeren als in een aange
name loofhut alleen zou laten, waar je
over je onverstandige jeugd en hare
dwaze sprongen peinzen kon, zonder dat
de vermanende stem van je wereldwijzen
bloedverwant je tot de werkelijkheid
terugriep, en zijn stramme maar nog
krachtige hand je ophief? En ja waarlijk,
mijn jongen, toen ik daar met je Tante
de goddelijke weelde genoot van de rust
in des Scheppers vrije Natuur en de
koersverbeteiing van ca ? 3 of in
Lindeyndlcater; Peruvians waren vast van toon
zonder dat nochtans de koereen van
beteekenis verbeterden. Naar men wil weten
bestaan reeds gernimen tijd onderhandelingen
omtrent de overname van de spoorwegen der
Corporation door een kapitaal-krachtige
groep.
Mocht werkelijk op den duur eere voor
de Corporation voordeelige transactie tot
«tand komen, dan zou voor hare waarden
allicht in de toekomst eenige koersverbete
ring zijn weggelegd.
De geldmarkt bleef in denzelfden toestand,
in tegenstelling met het buitenland, waar,
vooral in Londen, het geld abondant is.
16 Sept. v. D. M.
* *
*
Handelsvrijheid in Belgisch Congo.
Door de Belgische Eegeeiing is sedert
l Juli 1910 vrijheid van handel in den
Congo-Staat toegestaan.
Hiermede wordt echter geenszus bedoeld
in deze Belgische kolonie het
vrijhandelstelsel in praktijk te brengen. En zelfs de
thans verleende vrijheid is voorloopig nog
slechts van kracht voor een gedeelte van het
aan voortbrengselen rijk en uitgestrekt
Congogebied, maar in elk ge cal tot dat gedeelte,
dat voor de wereldmarkt van het voornaamste
belang mag worden geacht,nl. tot het
Catangadistrict.
Eerst met l Juli 1911 zal het centrale ge
bied en nog een jaar later het overige gedeelte
van den Congo-Staat voor de handsls vrijheid
worden ontgloter.
Tot dusver waa het recht om de schatten,
welke de bodem dezer kolonie voortbrengt,
te realigeerer, grootendee'.s in handen van
den Belgischen Staat, die zich het eigen
domsrecht op de voornaamste producten des
lands had voorbehouden eu het handel drij
ven daarin door anderen, niet daartoe door
hem gemachtigd, als heling strafbaar stelde.
Een ander gedeelte van dezen handel was
en is nog toegestaan aan maatschappijen, die
daartoe concessie hadden verKreger, in welke
maatschappijen echter de Belgische Staat voor
iiiiiiiniilliiiMiiiiiii
Augustuszon onze oude leden doorstoofde,
toen is het wel eens bij mij opgekomen
waarom ik, bedaagde man, mij eigenlijk
zoo moeilijk maakte met al die nietig
heden van het wereldsch leven. Waarom
ik mijzelven niet de rust en den vrede
gunde, waarop een welbesteed leven mij
recht geeft. Heb ik daarvoor dan zooveel
jaren de Beurs bezocht, dat ik me nu
aan journalistiek zou bezondigen ? Maar
ach, mijn beste:
Het bloedt kruypt, daer 't niet gaen
[en kan,
Alsiemandt deur affectie werdfc ghedreven,
Tot syn bloedt en vleesch, 't zy wijf
[of man...."
en zoo komt ten slotte mijn oomelijke
genegenheid als overwinnaresse uit den
strijd.
Misschien echter verhoovaardig je
maar niet is zij het niet alleen. De
echte vaderlander toch, wien het hart
gloeit op de rechte plaata, hij gevoelt
ten alle tijde hoe de PJicht hem drijft,
en hoe in deze dagen van slechtheid en
onverstand, het goede woord, de edele
gedachte, de hoopvolle toon, zich niet
stellen mogen onder de korenmaat.
En eerlijk gezegd ik heb van mijn
lange zwijgen al spijt gehad ook. Zou
het, in alle bescheidenheid, met het
electriciteitsrelletje in den Amsterdamschen
raad zoo raar geloopen zijn als ik de
moeite genomen had om nog eens even
de puntjes op de i's te zetten, door de
heeren te raden om nu al die
paradeverhalen van eerlijkheid en goeden trouw
maar in den zak te houden en
gewoonEngelschen en Duitschers, hebben reeds lang
te voren op deze opheffing van de commer
ciële slagboomen gerekend en de noodige
maatregelen genomen om daarvan te zijner
tijd de vruchten te kunnen plukken.
Maar deze 7.g. handelsvrijheid is altijd nog
door zeer hooge rechten beperkt, want ook
thans nog moet o.a. 10 pCt. invoerrecht
worden betaald en 60 ets. invoerrecht per
Kg. caoutchonc enz.
In elk geval wordt den inboorling door
gioote btdMger, somtijds vcor 50 & 75 pCt.
van het maatschappelijk kapitaal, als aan
deelhouder is geïnteresseerd.
Exploitatie door derden was tot dusver
tamelijk beperkt en werd kunstmatig
bemoeielijkt, door zware belastingen en
vergunniogsrechten aan de toestemming daartoe
te verbinden.
Aan deze belemmeringen zal nu, even als
aan het exploiteeren van de inboorlingen,
voor zoover het geen concessie territoriën
betreft, een einde worden gemaakt, doch,
zooals hiervoren reeds gezegd, eerst na twee
jaren zal deze hervormingsmaatregel over
het geheele Congc-gebied kunnen in werking
treden.
De beide groote handelsconcurrenten,
het nieuwe stelsel het recht van vrije be
schikking toegestaan over die voortbrengselen
van eigen arbeid en eigen grond, o.a.
caoutchouc en copal, die tot dusverre het eigen
dom van den Staat waren, en is dientengevolge
ook het verbod tot verkoop aan handelaren,
dat tot dusver van kracht was, vervallen.
Echter moet men niet uit het oog ver
lieten, dat de districten, die reeds in exploi
tatie bij de concessie-maatschappijen zijn, niet
handels vrij worden verklaard, maar evenals
te voren voor den vrijen handel gesloten
blijven. En dit zijn juiat de meest belangrijke,
als bijv. de 22 % millioen H. A. landbezit en
45 millioen H. A. concessie-terrein voor
mijnbou w-ontginning, afgestaan aan het
Comitéspécial du Catanga", de 11 millioen
H. A. landbezit en 140 millioen H. A.
mijngronden in concessie bij de Sociétéforestière
et miniere'', de 4 millioen H. A. grond en 25
millioen H. A. mijnconcessiërj, in handen van
illiitiiiiuilllliiiMtjiHiiiiMiinlliiiiiiimiiinilliiiiiiiiiiiMimiiMiiimilllii
weg practisch te redeneeren: zaken zijn
zaken. Of je nu een gemeentebedrijf te
beheeren hebt of een particulier bedrijf
dat moet gelijk blijven en dan komt het
er op aoo'n beetje knoeierij niet aan, als
je de klanten maar krijgt en je concurrent
met leege handen blijft staan. Het geld
stinkt immers niet, gemeente geld ook
niet, en, zooals een practisch man in den
Raad wij blijken er helaas te weinig
van dat soort te hebben gezegd heeft:
wat hier gebeurd is bij de Centrale:, ge
beurt immers in elk particulier bedrijf,
vaak nog erger. En daarvoor zou men dan
een paar handige zakenmensehen op straat
zetten ? Daar heb je nu al het malle van
die gemeentelijke exploitatie waartegen
ik reeds mijn heele leven gemopperd
heb: de zakenmenschen eruit en allerlei
ambtenaarsvolk erin met controle van
den Raad en de kiezers en weet ik veel.
Alles in naam der democratie van eerlijk
duurt het langst! Ja, vóór je je penningen
terug ziet!
Maar het ergert mij om na te pleiten,
en dat te meer nademaal de gemeentelijke
eleetrische lampen vastgeklonken worden
rondom Naatje, als een schitterend sym
bool, van. het licht dat van de Eendracht
uitgaat, zoodat onze oude Dam-maghet
den vroeden vaderen dit wijze lesje spe
lenderwijze geven kan.
Ja, jullie bent in de feestvreugde als
je deaen leest. Welk een gedenkwaardige
ontmoeting, welk een historisch
oogenblik, dat samenkomen van deze beide
vorstenparen, heerschende over zoo
stamverwante volken. Van harte stem ik
dan ook in met het .welkom" door het
de Compagnie des grands Lach" enz. enz.
Een der meest bekende z.g.
concessiemaatschappijea is de groots Union miniere
de Haut-Catanga", een uitvloeisel van boven
genoemd Comi;éspecial" en
deTanganikamaafscbappij. Zij werkt deels met Europeesch
kapitaal, deels met dat van den Belgischen
Staat.
De voornaamste handelsproducten van
Belgisch Cougo zijn koper, caoutchouc en ivoor.
Voor de koper-productie komt in de eerste
plaats het Catarga-gebied in aanmerking,
waar het naar gemeld wordt in zoo groote
massa aanwezig is, dat men er gedurende
ICO jaren in de wereld-consumptie mee kan
voorzien. Aargenomep, dat deze raming wat
ruim i?, komen evenwel alle opgaven daarin
overeen, dat de koperlagen in het
Catangagebied van meer dan gewonen rijkdom zijn.
Bovendien zijn de productie-kosten van dit
koper buitengewoon laag en wel zóó, dat felf8
by een noteerirg van .£21.?per ton nog
een lootende winst wprdt gemaakt.
Het is dan ook zeer goed mogelijk, dat
door den jongs'.en cocamercieelen maatregel
ingrijpende veranderingen op de kopermaikt
plaats vinden; de veronderstelling wordt dan
ook geopperd, dat de sterke daling van den
koperprijs sedert 1906 ten deele reeds werd
veroorzaakt, door de productie in Congo en
wel speciaal van het Tangajika-meer, waar
van het product weldra aan de wereldmarkt
zal komen.
En wanneer tot heden deze aanzienlijke
hoeveelheden koper in niet nog sterkere
mate hare uitwerking op de markt hebben
doen galden, dan is dit alleen te verklaren
door het feit, dat tot dusver nog de middelen,
cm het goedkoop te kannen vervoeren, heb
ben ontbroken.
M&ir in dit gebrek zal spoedig worden
voorzien; hiervoor heeft de Engeleche onder
nemingsgeest en Engelands naijver tegenover
iederen mededinger op handelsgebied al
weder in tijds de noodige maatregelen weten
te nemer.
In Elisabethville zal in het laatst van dit
jaar een begin worden gemaakt met de ont
ginning der kopergroeven en tegelijkertijd
wordt waarschijnlijk de Engelsche spoorweg
Kaapstad-Caïro tot Elieabethville doorge
trokken, waardoor het vervoer der ertsen,
die van 6 tot 25 pCt. koper bevatten, be
langrijk wordt vergemakkelijkt.
Voorts bouwen de Engelschen nog twee
andere lijnen, die naar het Catanga gebied
voeren, wel een bewijs dat zij, die d in ook
tn dit district de mijn-ontginning voor het
grootste gedeelte in handen hebber, in tijds
de beteekenis en de waarde van dit gedeelte
des lands hebben begrepen.
Behalve den Engelschen Benguela spoor
weg, die van uit het Westen naar Catanga
leidt en die in ongeveer 6 jaren zal gereed
zijn, zal nag een lijn van de Oostkust van
Afiika, van Btira uit, naar Catanga worden
aangelegd.
Zoo naderen dus de Engekchen van drie
zijden tegelijk het veel belovend terrein en
dientengevolge is reeds thans het Engelsche
element ia zuidelijk Congo in sterke mate
overbeenchend en maakt Catauga den indruk
van een Britsche kolonie.
Naast koper, neemt caoutchouc in Congo
als hoofdproduct een eerste plaats in. Tot
dusver gold dit product als het < igendom
van den Staat en waren de inboorlingen
gedwongen het als belasting op te brenger.
Volgens de opgaven, onlangs door het bestuur
der Congo-Ligue verstrekt, is het aldus ver
kregen caoutchouc sedert 1887 uitgevoerd
tot een hoeveelheid van 63.C03.000 Kg., ter
waarde van ongeveer 500 millioen francs.
De waarde van het sedert 1887 geëxpor
teerd ivoor uit Congo bedraagt ruim 120
millioen francs, voorzeker een niet te ver
smaden bedrag, vooral als men in aanmer
king neemt, dat die uitvoer aan een belas
ting van niet minder dan 50 pCt is onder
worpen.
16/9 '10. V. D. S.
neergeschreven, dat h«t Hnlttertoo", zoo
menigvaliig in den Vos Reinaerde genoemd,
zou cqn bet tegenwoordige Nieuw-Namen of
de Kouter in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Bestaat er voor deze bever ing eenigen
grond? Ik meen van neen. Men heef c Bleek t3
op enkele jaarcijfers te letten.
j De Dietsere omwerking van het beroemde
' dierenepos kwam tot stand in de eerste helft
i der Xllle eeuv.
Serrnre stelde de tot standkoming van dit
gedicht vast op omstreeks 1220, doch
Jocckbloet vindt dit te vroeg, doch bij gelooft ook
niet, dat het veel ouder kan zijn dan 1250 l)
Vsel na 1250 kan het ook niet zijn, watt
anders had Maerlact in zijn Rijmbijbel, welke
io IJ70 verscheen, er geen melding van
kunnen maken.
Zelfs indien de Diettche Eeiiaert in 1270
tot stand is gekomen dan ook nog kon met
het daarin genoemde Haleterloo" nooit
bedoeld zijn Nieuw-Namen of de landstreek
daaromtrent, om de eenvoudige reden, dat
de landstreek omtrent Nieuw-Namen eerst
in 1825 door Jan, heer'van Namer, is inge
dijkt. Vóór dat jaar 1285 waa het lacd aldaar
door de zee bedekt. 2)
Dat het door Jan van Namen ingedijkte
land, later in 1714, volgens anderen in 1717,
weer ondergeloopen is doet niets ter zake,
maar zeker is het, dat de geschiedenis wel
vermeldt, dat bij dien vloed het toenmalige
dorp Namen ia verwoest, maar geen melding
maakt van Hulaterloo".
Blijkbaar heeft hier een naa-usverwaning
plaats. Omdat de heer Da Keyjer zoo dicht
bij Hulst wooct is hem ongetwijfeld ontgaan,
dat *r in de Belgische provincie Oost-Vlaan
deren ook nog een Hulst is.
Verschillende schrijvers heb ben danookaltijd
met het in de ReinaerC bedoelde
Hulsterloo" gehouden voor een plaatje in
OostVlaanderen 3), waarvan ook Bnddingh gewag
maakt 4) die zegt, dat Hulsterloo" b i, oen t ligt.
Hoe gaarne of ik ook ion willen mede
werken, om den dichter van de Re'natrl een
Noord-Nederlander te doen zijn, gaat dit niet
op. Wij moeten in deze het Belgisch Vlaan
deren de eer laten.
U voor de plaatsing dankend heb ik de
eer te zijn, Uw dw. dier.
J. J. F. VAN ZEYL:
Hulst, 6 Sept. 1910.
]) Verg. Jorjckbloet GeicJi. N«i. Letttik.
dl. I, bladz. 113.
2) Verg. Sanderua Flar<dria ill. deel IIÏ,
bladz. 259.
Mijnheer de Redacteur,
In Di Amsterdammer van £8 Aug. heeft de
heer M. L de Keyser uit Graauw de bewering
Wie het kleine versmaadt bewijst, dat hij
het groote verlang*.
*
Wie over de waarheid in vuur gt-raakt
verbrandt haar zeer licht.
* .
Wie zich duidelijk uitdrukt, beleedigt de
menschen slag op slag.
*
Het eerste blijk van men?chenkennis i*
den menfciien.niet te laten blijken dat men
ze kent.
*
Bescheidenheid kan de hoffelijkheid der
onverechillighei i zijn.
*
Wie niet alles van iemand weet, weet
niets van hem. Ontbreekt n schake', dan
is er geen ketting.
*
Iemands pbysionomie is dikwijls slechts de
fossiel van een hartstocht,die zijn voorvaderen
beheerechte.
*
Een vrouw die niet tegen haar man opliet,
ziet over hem naar een anderen man.
*
De droomerigste hersenschim heeft voor
ons ik toch altijd nog meer werkelijkheid
dan een steen waaraan men zich stoo*.
J. M. v. D. VEE.V.
Wiesbaden.
Hotel WILHELMA.
Ie Bang. Ter mal bad en uit eigen bron. Prospectus Hotel
Informatie-Bureau, Amsterdam, Baadhuisstraat 16.
Dit blad ligt in bovengenoemd Hotel ter lezing.
iiimiMiiimiiiifimi»!
Handelsblad heden avond het Belgisch
Koningspaar toegezongen: Koning
Albrecht, welkom! Welkom, Koningin
Elisabeth! Niet alleen de Koninklijke
Standaard van den koepel van het Paleis,
ook de Nederlandsche driekleur uit onze
openbare gebouwen en uit onze huizen
wappert U een welkom toe!"
Wij hopen dat dit Handelsblad-p\a.n
gelukt, dat werkelijk onze vlaggen het
duidelijk zeggen zullen, en het Konings
paar het begrijpt. Zouden zij de taal van
het dundoek verstaan ? Een ding echter
begrijp ik van het Handelsblad met: dat
het meent dat ook de Koninklijke Stan
daard het welkom" wappert. Immers
hij doet dat, de traditie getrouw, in het
Fransch, evenals zijn en onze Vorstin
een welkomstgroet zal uitspreken' in
die taal der hovelingen en diplomaten.
En die standaard heeft gelijk, dat hij
niet breekt met de Traditie. Ik behoor
niet tot hen die in spanning wachten of
onze Vorstin, de moeder van onze Juliana,
den vorst der Belgen, waaronder vier
millioen Vlamingen, toch nog zal toe
spreken in het Nederlandsen. Zelfs na
al het min eerbiedig lawaai dat de
kranten daarover believen temaken. De
Traditie", dat zegt immers volkomen
genoeg. Wat zou nu een Hof zij n zonder
de Traditie! Ik las van avond in het
Handelsblad dan ook met een bitter onaan
genaam gevoel een opruiend stukje
tegen die traditie van zekeren heer
Teirlinck, die nota bene eindigt met de tirade,
dat demoedersprake een gave is van God",
en van de heeren de Vries en te Winkel
zou ik erbij willen voegen. Maar dan is
die heer toch wel zér in de war. Immers
noch de moedersprake van onze geëer
biedigde Vorstin, noch die van onzen Prins,
noch die van koning Albrecht, noch die
van koningin Elisabeth is het
Nederlandach. Waarom zoude dit eenigszins
polyglottisch getint gezelschap zich niet
van het vlotte en galante Fransch bedienen
ook al ware daar de Traditie niet?
Omdat er onder beider onderdanen vele
zijn wier moedersprake het Nederlandsch
wél is? Maar er zijn ook rele Hebreeërs
onder, zoo hier als ginder, en vele
Duitschers. Doch deVlaamsche litteratuur,
zucht de heer Teirlinck; de stakkerd
vergeet dat de Traditie van een vorsten
huis zich niet regelen kan naar een
litteratuur die het uit Traditie niet leest!
Neen, mijn jongen, bezin je nog eerst
eens vóór je met al die
in-spanning-verkeerenden mede moppert, mede critizeert.
Bedenk eens wat er van ons geliefd Ko
ningshuis zou overblijven als het zelf begon
te tornen aan de eerbiedwaardigste tradi
ties ! En, nietwaar, wij zijn allen wel eens
in Parijs geweest, kun je voor een hoofsche
begroeting nu iets beters vinden dan het
zoet vloeiende Fransch, zoo veel verheven
boven dat gewone taaltje van ons: van
boeren en schippers", zoeals een onzer
vroegere vorsten het terecht noemen kon.
Ik althans, zoo ik yoor n huisje het
heilig uitspreken zal, dan is het voor de
Traditie. En het zal mij een gelukkig
en bovenal een veilig gevoel geven als
in deze Juliana's Koninklijke Moeder
staat naast
Je OOM JODOCUS.