Historisch Archief 1877-1940
ftfH
J'
Ko. 1734
D K AMSTERDA MttE'R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
WM, b| ham bekrMgd, ?? htm er «p ge
WOMB, toen bet boek bekend raakte ea men
naar de a tctuQver fin? weken, dat het veel
intemeanter ww, indien men dien niet kende
en vtrtchillende andwe meoichen daarvoor
noemde. P| WM dit werkelfjk met mij eens, en
heeft toen ten sterkste verzekerd en laten
venekeren dat «t de schrijver niet wae.
De kwestie van 't vaderschap werd interes
sant gevonden, zooa'.s blijkt uit een bericht
in Het Vaderland van 21 Jan. 1889: Dt
Arnhemeche Courant vernam van den heer Hvf
van Buren ztlf dat hij niet de auteur is van
Kippeveer". W a hebben nimmer geloofd
dat hij het wél was en men zal zich herinneren
dat wy het bericht uit Arnhem niet dan onder
réserve opnamen".
De Directeur van Elzevier", die my dit
bericht overbriefde, toekende bij het gecur
siveerd* aan: C'est trop forti!! N'est ce
pas?"
Maar wat wil men? Men wordt soms wel
genoodzaakt om de waarheid te ver draaier.
Het boek, dat den 19den Juli 1888 in zee
ging, werd door Elsevier"goë&geëxploiteerd.
In de eerste weken, ja maanden, ging de
verkoop slecht, maar plotseling werd het
bekend. In Juli, Augustus en September
waren er reeds gunstige en opzienbarende
receniies verschenen. Den ISden October
schreef de Haagsche Courant dat het boek
nog weinig aandaetot had getrokken. Den
14den December 1888 meldde de Directeur
mij: We zetten het met Kippenveer",
zooals u zal gemerkt ztrit hebbes, op haren
en staren. Aan ad verteeren geen gebrek.
De eerste druk moet uit verkocht worden.
Zoover we kannen nagaan, zullen er nu 1000
esc. verkocht zijn van de 1500, de resteerende
500 moeten echter ook de wereld in''. Juist
vgf weken later fchreef dezelfde hand: Er
zal hei l heel spoedig behoefte komen aan een
nieuwe editie; we hebben een half dozijn
exc. in huis; dat is alles''. En den 7den
Februari: De aanvraag naar Kippeveer"
houdt aan, 18 orders liggen op uitvoering
te wachtea ; er is geen enkel exemplaar in
voorraad. Wanneer kunnen wy aan het
drukken gaan voor de nieuwe editie 1"...
De nieuwe uitgaaf werd den 2lsten Februari
reeds in een aantal bladen aangekondigd;
zij werd reeds in Juli door een derde gevolgd.
My' werd door den heer Robbers verzekerd
dat beide oplagen weer 1500 ex. groot
waren. Ik had voor een nieuwen druk, waar
ik geldelijk belang bij heb, het aantal ex.
niet vastgesteld.
De tweede druk WM nog al bekort; want
Publiek", ofschoon niet iedereen, had het
beek, althans het 21e deel, te lang gevonden.
DB heer Robbers, die zelf het boek óók te
lang gevonden had, schreef my den 14den
Febr. 183), toen ik hem een verkorte copie
gezonden had: Ik ben geheel van uw ge
voelen, dat er in het boek niet veel
overbodigs voorkomt". Hij komt tot deze meening
waarschijnlijk op gezag van zyn letterkundigen
adviseur, den heer A. Winkler Prins, van
wlen hy schreef: Gaziet dat die geen coupeuses
van eenige beteekenia aanbeveelt".
De 2e druk werd door my zelf herzien en
gecorrigeerd en mag dus als de beste gelden.
Over de kritiek had ik my niet te be
klagen, Integendeel. Over 't algemeen waren
de heeren van de Pers erg lief voor bet boek
en de uitgever liet daarom op my'n raad een
stiooiblaadj* drukken en verspreiden met
uittreksels uit die beoordeel in gen, waarvan,
?öoals hij mij schreef, 40.000 ex. opgelegd
werden.
'Thans (1901) raakt het boek vri] wel verge
ten, en met den Zieken Jongeling" van Van
Beers kan ikdnszeggen: Ach, vergeten eer
ik dood ben l"
Ik heb ook een blijspel Kippeveer" ge
schreven. L3 Gras 'en Haspels, die destijds
directeuren waren van het Rotterdamscbe
gezelschap, dat voor zoo'n stuk zulke goede
krachten had, had ik het plan er voor mee
gedeeld, en zy' verklaarden zich bereid tiet
iiiiiiiiiiMiiiiiHiiiiiiHiiiiiiniiiiiiiiiiiiimiiiitiiiifiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiinii
DE WAARDROOMER
Een IJslandsch verhaal.
Vertaling van E. WEGELIN.
Neen.
Neen, de oude Gudjon wilde niet mede.
Maar waarom toch niet?
Neen, hy wiide niet. Waarom?... Nu ja,
hij wilde eenvoudig niet l
Gndjon stond voor de deur. Achter hem
strekte zich een lange, smalle gang uit, zoo
donker a'.s een vossenho'. Het geheele huis
was zoo als alle oude Yslandgche hoeven uit
leem opgetrokken en de grond bestond uit
samengestampte aarde. De gang leidde naar
het kleine berookte v uur huis", n.l.de keuken,
waar de skyrpot *) boven het vuur stond,
dat met scbapenmest gestookt werd. De gang
scheidde de badkamer van den koestal; tot
beide vertrekken gaf een deur in den aarden
muur toegang, terwijl aan het einde van de
gang slechts een opening zonder drempel was,
om in de keuken te komen. De hoeve van
den ouden Gndjon was ook oud, evenals njj
zelf en bovendien onsmakelijk; doch hy' zelf
was coo gastvry mogelijk.'
Neen, Gudjon wilde niet mede. Hij zag er
oud en geheimzinnig uit, zooals hij daar voor
de deur stond; zyn witte baard leek wel
schuim en zon indien hij netjes gedragen
werd een prachtezemplaar zyn geweest.
Van de neus liepen twee koolzwarte strepen
over den snor naar beneden tot op de boven
lip: dat waren de beide beddingen van de
snuif, die voortdurend langzaam uit de neus
gaten omlaagzy pelde. Gudjon's oogen waren
blauw en zoo helder als de schaduwen der
zon op de sneeuw; een peinzende, nadenkende
trek lag over zyn oude gelaat.
Een groepje mannen stond voor de deur.
Zfj behoorden allen tot de achtien koppen
tellende bemanning van de visachersboot en
de een na den ander trachtte van Gudjon te
vernemen, waarom hij niet mede wilde. Hy
was toch niet ziek? En de vischvangst liet
zich goed aanzien en op den terugweg was er
zelfs nog iets extra te verdienen, want de boer
van het Videiland had hun verzocht, een
lading schapen mede te nemen. Het weder
was goed en de zee kalm.
Het waren allen baardige gezellen, rmwe,
eenvoudige lieden, allen zwart van de snuif. Zij
gaven geen van allen een mystiefcen indtuk.
Doch Gudjon volhardde. Hu keek naar het
*) gfcyr?een soort dikke melk, bet nati
onaal voedsel van Ysland.
op te nemen; over de voorwaarden waren
wühet reeds een?. Maar toen ik
hun het blygpel zond, vonden gij het niet
goed genoeg en ze waren ook bevreesd
zooals ze schreven voor schandaal van
menschen die aanstoot zonden nemen.
Het is toen door tusschenkomst van den
heer Robbers aangeboden, aan da
Amsterdameche directie Kreukniet, Blaaser en Bigot,
die het in den winter van 89 en 90 gespeeld
heeft, en er, voor zoover ik weet, minstens
£0 voorstellingen van gaven.. Ik bleef voor
die heeren onbekend en heb met den heer
Robbers slechts ne voorstelling, incognito,
bijgewoond. Na de eerste voorstelling schreef
my genoemde heer: Dit gezelschap moest
zoo'n stuk niet opvoeren". De vertooning was
dan ook grof en het succes niet groot.
Het betoog van den bekenden Lncius des
tijds in de Tijdspiegel" voorkomend over
stukken die uit romzna getrokken zyn, wat
hy ook op mijn werk toepaste, sloeg de plank
echter mis. Het bly'spel trachtte den roman
niet weer te geven; het stond op zich zelf.
Maar menfchen die er den roman in gezocht
hebben, znllen teleurgesteld zyn geweest.
Dat erken ik ik gaarne, evenals ik wel eens
teleurgesteld ben ah ik bemerk dat er zoo
velen van het jenge geslacht zyn die Kippe
veer" niet kennen, studenten zelfs. Maareen
auteur went daaraan.
T ie I, 20 Maar'01. J. HUP VAN BÜHEN.
P. S. Toen ik den 28sten Augustus 1901,
by gelegenheid van het Letterkundig Congres
te Nijmegen (het llde dat ik achtereenvol
gens bezocht) met eenige vrienden in de
sociëteit de Harmonie" aldaar zat, kwam
Kippeveer" ter sprake, en liet ik, door
enkelen in het nauw gebracht, my ontvallen
dat ik er niet geheel onschuldig aan wa°.
Wat kan die Robbers toch liegenl'' zei mr.
Lammerts Hurrelbrink toen (den ad vc c ia t
bedoelend) want hij heeft mij pas gezegd,
dat gij er part noch deel aan hall".
Nu,- een uitgever die een pseudoniem te
verdedigen heeft, heeft recht om zoo te
liegen, en mr. Robbers bleef dus goed in de
rol die hy van zyn vader overgenomen had.
Maar plotseling is de Directie van Elzevier"
daaruit gestapt. Ik werd r.l. in October 1902
zeer verrast door een advertentie van Gebr.
Cohen, de bekende tweedehandc-boekhandel,
waarbij aangekondigd werd dat zij thans dit
boek verkochten tegen verminderden prijs.
Nu, er zijn tegenwoordig veel uitgevers die,
om geld te maken, in eens het restant van
een fonds-artikel opruimen. Dos vreemd is
bet niet, maar ik b&d toch verwacht dat
Elzevier" dit boek houden en warm houden
zoo. Nor. 1902.
Den Uden Juni 1903 kwam ik bij Gebr.
Cohen te Arnhem. Da heer Cohen begon
dadelijk met me te vragen of ik aanspraak
zou maken op honorarium bij een nieuwe
druk van Kippeveer". Ik zei ja, en dat ik
contract har". Hij antwoordde dat hy zich
aan dat contract zou houder, en vervolgde:
Dat boek is dood, mijnheer; heelemaal dood.
Maar ik zal het weer levend maken en er
een ge illustreerden vierden druk van geven,
waot ik heb tegenwoordig een goeden teeke
naar; en dan moet n de proeven van die
teekeningen nazien.
Daarop liet hij eenige illustraties zien van
dien teekenaar, voor een ander werk bestemd.
De heer Cohen Jr., die er by' wap, sprak
over het boek Hanepen" door Sinuü,
een imitatie van het andere en zei: dat
is niets geweest wat ik niet tegensprak.
Wy hadden het over den pseudoniem
Cohen Echeen niet te twijfelen; hij was het
met mij eens dat het interessanter was om
het publiek daaromtrent niet in te lichten:
de schrijver van het boek moest zooveel
mogelyk onbekend blijven. By die gelegen
heid liet hy, zeer in vertrouwen, de fraaie
proefdrnkplaaten zien van het zeer kostbare
iiiiliiiiMtiiiiiliiiiiiiiiiiiiniii
Zuiden, waar de kegel" **) tegen den hemel
afstak als een toegespitst reuzenblok. En naar
de E'jafjord, aan gene zijde der boe ut van
Reytjavik; die lag daar in den zonneschijn
als een kraam, die hare vele schoone kleuren
in lagen heeft uitgestald. En verder dwaalde
zyn blik naar de schitterende, sierlijke
Skarheidi", d te er uit zag als de slankste
danseres met witglinsterende sneeuwvlokken
ia het haar. De avondrust lag o Ter het
water: slechts een paar kleine golfjes rolden
zacht murmelend naar den oeve> ; op hun
blauwe ruggen, door de avondzon verguld,
droegen zij een heen en weder sahommelende
vloot van eidervogels. De zon stond juist
boven den Snefjordgletscher en het leek wel,
of men den koloaealen, mijlenver zichtbaren
gletscher een hoofd had opgezet een
groot, gouden, matgünst erend hoofd op den
«neeuwigen, verblindenden hals. Ergensachter
de hoeve klonk het zilveren gezang van een
jongen, met echt-Yslandtchen, zwaarmoedigen
metaalhelderen klank.
Godjon liep de lange gang door naar
binner>. Fijne, groene grassen hingen als zijachtig
vrouwenhaar van da graszodea, die het dak
bedekten, naar beneden. Bleeke, lange spriet
jes naren het, die in het donker naar be
neden waren gegroeid, in plaats van omhoog
in het licht. Gndjon iiad daar reeds dikwijls
staan .peinzen over die grasspriet j e?, welke
door hun verkeerd-groeien zijn gedachten in
beroering brachten. Gudjon vond eenzekere
samenhang tuscchen hun kleurloos
omlaaggroeien in het donker, dat toch tot niets
kon leiden en de gedachten der menschen,
die ook in het duister trachtten te ont
luiken, zonder te willen begrijpen, dat zy op
die wij se nooit iets anders zouden bereiken
dan een langzaam verwelken. Omdat er toch
niets te bereiken viel. Zy groeiden tegen hun
natuur en bestemming in.
De mannen gingen heen en Gudj on drukte
op de kliak van de smalle, lage, ruw be
werkte deur der badkamer. Daar binnen
zaten de vrouwen te breien. En aan hen
vertelde de oude Gudjon, waarom hy niet
mede had willen gaan.
Hij was immeis een waardroomer, dat wisten
zy. En nu had hij vannacht gedroomd, dat
ky allerlei zag gebeuren daar beneden by de
boot, welke op hare gewone plaats lag. Het
scheen avond te zy'o, een eigenaardige stilte
lag over alles en het was vrij donkar. Om
de boot stonden mannen en er kwamen er
steeds meer by, tot de geheele bezetting van
18 man by'een was; hij herkende ze allen,
ook zich zelf. Zy' duwden met de ruggen
tegen de boot en spanden zich zeer in en
duidelyk kon hij zien, dat zy' haar te water
**) Kegel Hekla.
werk dat by uitgeven ia! over Jozef Israëls
en z^jn Oeuvre.
Den 19den Juni 1903 kreeg ik een blief
van den heer van Kampen te Amsterdam,
die myn nieuwen roman Johannes de
Speelman" zal uitgever. Hy vraagt my:
Zou ik misschien het boek mogen annon
ceer en als van den auteur van Kippeveer''?
Ik antwoordde, dat ik het publiek geen zand
in de oogen wil strooien.
HF.
Berichten.
KIPLIXG. Den 4dfn October zal eennieuw
werk van Rudyard Kipling verschijnen onder
den titel Rewards and Fairies. De elf ver
tellingen, welke het boek zal bevatten, zijn
geïllustreerd door Frank Craig, en geschre
ven in den geest van zyn Puck of Pook s hul.
WILLIAM MORRIS. Eere uitgave van de
verzamelde werken van William Morris,
waarvan de oplage is bepaald op 1050 exem
plaren, zal in dezen hei fut verschijnen. Deze
uitgave zal vier-en-twintig deelen beslaan en
twaa f guineas's netto kosten, terwijl geen
afzonderlijke deelen verkrijgbaar zullen wor
den gesteld. Behalve eenige tot nog toe on
uitgegeven artikelen ^ an belangrijken inhoud,
zal deze editie ook een i ge lezingen en andere
kleine stukken van Morris bevatten.
ROODKAPJE UP TO DATE". De onderwijzeres
vertelde de geschiedenis van Eocdkapje. Zij
had het juist gehad over het boïch en de
wilde dieren, die daar leefden. Plotseling",
zeide zij, Voorde Roodkapje een luid geraas.
Zij zag rond, en wie denk je dat ze daar zag
staan, haar aanstarende en haar al zijn scherpe
wiite tanden toonend?"
Teddy Eoosevelt," riep een van de jongens.
Riem itsayen,
J. BCUBKEG WILSON, Uit htt Kinderleven
met teekeningen van m* j. C. v. D. HART.
Groningen, G. Röoaellngh & Co.
FHED. VAN EEDEN, Htt lied van Schijn en
Wezen, II, en Don Torribio. Amsterdam, W.
Versluys.
Lieutenant Henckens, Memoiris se
rapportant a son service militaire au 6 me Regi
ment de chasseurs i. cheyalfrar 5iis de férrier
1803 a ai ut 1816 publiés par eon fils E. F. C. ^.
HKKCKBNS, Genera!-M»jor en reiraite
del'armée des Pays Bas. Preface de FREDBEIK
MASSOK. La Haye, Martinns Nyhoff.
Drie Smidiliedenn voor middenstem met
begeleiding van piano, gecomponeerd door
HEHEI ZAGWUN.Rotterdam.W, F. Lichtenauer.
Zes Nederlar,dsche Liederen (op briefkaart).
Uitgegeven door de afi. Rotterc'am van de
Nationale Vereeniging voor den Volkszang,
gesteund door het Alg. Ned. Verbeid. Rot
terdam, H. A. J. Houtman.
L. WAGENAAH, De Joodsche ceremoniën.
Kerk en Stcte, Serie IV, No. 7.
Uit onzen Bloeitijd, serie II, No. 7, dr. P.
J. BLOK, De Gilden.
Paedagogische Vlugschriften, serie II, No. 9,
A. H. GEHHARD, Waar zijn en waar ipreken.
Opmerkingen over de Opvoeding van den
Waaiheidszir.
Redelijke Godsdienst, serie I, No. 7, K.
GEBETSMA, Over Godsdienstige Opvoeding. Alles
te Baarn bij de Hollandia-drukkery.
CH. BRÜGQEMAN, I» doeltreffende beslrijdirg
der geslachtsziekten mogelijk f Rotterdam, Njjgh
& Van Ditmar.
Mr. G. HELPMAN, Over chantews en wat hun
sterkte is. Amsterdam, C. L. G. Veldt.
ANNA POLAK, Nogmaals: Vrouwenarbeid in
de Sfeenfabrieage. No. 16 dei Goedfr. Uitgaven,
bewerkt door het Nationaal Bur. v. Vrou
wenarbeid te 's Gravenbage.
Dr. H. W. HEINSIÜS, Htt afcallender bladeren.
MIIIIIIIIMIIMinlIlllnillllllllllllllllllllMIIIMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMlIIIIIII
wilden laten. Dat gelukte dan ook, doch
zoodra zij op het water dreef, sloten de
golven zich over het geheel en zag hij niets
meer.
En nu g»f Gudjon déze uitlegging aan zijn
droom, dat de boot met de geheele beman
ning op haar eerstvolgende tocht zou vergaan.
Daarom wilde hij aiet mede. Ea den anderen
vertellen, wat hu gedroomd Qad, wilde hij
ook niet. Paste ket hem, ellendige worm,
hen te waarschuwen, die de almachtige Go l
als de Zijnen uitverkoren had? En zeker
zondigde hij, door zelf niet mede te gaan,
doch hij kon er nu eenmaal niet toekomen.
Zoodoende was dus de boot zonder Gudjon
uitgevaren. En den namiddag van den vol
genden dag kwam zij teing. Gurijonzagmet
verbazing, dat züdiep in het water lag; de
raad kwam maar even hovende waterspiegel
ui*. Hy zag, dat zy volgepropt was met
schapen en alle mannen op hun post waren.
Maar juist, toen de vrouwen giechelden, dat
deze keer zijn droom toch niet uitgekomen
was, ontstond «r rumoer in de boot; de
Echapen waren angitig geworden en drongen
plotseling naar ne zijde. In een oogenblik
waa de boot omjeslage*. Gurtjon had juist
nog tijd, om een God in dea hemel' te
uiten, toe a de golven zich reeds over mensch
en dier sloten.
Van toen af vielen Gudjon de uren lang.
De zeventien mtn waren dood en het k wam
hem voor, alsof hij daar de gehuld van was.
Hij alleen. Had hu niet in den droomzelf
medegeholpen, om de speokboot in zee te schuiven;
was hij zelf niet een van de 18 man «n zat hij
nu niet hier in hit uiterste hoekje der bad
kamer, ongedeerd, in levenden lijve ? Omdat hij
het vooruit geweten had l Hadden de anderen
het ook niet vooruit kunnen w step, zoo hij
slechts gesprok an had ? En menige vraag, bange
twijfel, waarover ^Judjen vroeger reeds ge
tobd bad, rees thans weder met een macht,
waarvoor hij moest bukken en die bij
niet kon afschudden. Was de gave van
waardroomen den mensehen gegeven, opdat zij hun
broeders zouden waarschuwen, vreeselijk
ongeluk konden afweren en onnoodige smar
ten ontgaan? Nu heerschte smart en ver
twijfeling bij 17 families en had hu dat niet
kunnen verhoedec, zoo hy zijne gave op het
dagelijksch leven toegepast en gewaarschuwd
had. In plaats daarvan had hy" slechts gedacht:
de wil des Heeren is niet uw wil en gij kent
de wegen des Heeren nier. Gij zyt een
waardroomer en daarom gist gij geheime draden in
het leven, waarvan anderen geen flauw ver
moeden hebban Gij moogt niets zeggen, want
zoo als bepaald is, zal het ook geschieden en
dat zal zeker ook het beate zijn voor allen.
En toch het hoofd van den ouden Gudjon
baratte bijna van smart was hij alleen,
Ams'erdam, S. L. van Looy voor de Mg. tot
Nut v. 't Algemeen.
Auo. BEBSL, Uit mijn Leven, afl. 3?4.
Amsterdam, Brochurenhandel der S. D. A. P.
Dr. K. H. E. DE JONG, Wijsgeer!g
Broddtlwerk. 's Gravenhage, ^condpoat-drnkkery.
Dr. J. W. WICHBRINK, Dt onverdedigbaarheid
en ontoelaatbaarheid van het Groenloopen. Hil
versum, J. A. Wormser.
Verslag over het voorgevallene in de Ge
meente Verzameling in 1S09 aan burgemees
ter en Wethouders aangeboden door de vaste
Raadscommissie van bijstand in het toezicht
op het oud-arcbief der gemeente Utrecht.
Verslag van den directeur van het
RjjksEthcogriflech Mnsem te Leiden, over het
tijdvak van l Oct. 1908 tot 30 Sept. 1909.
's-Gravenhate, Ministerie Binn^nl. Zaken.
V^rde Jaarverslag van de Nntscommissie
voor Onderwijs 1909?1910.
Rapport der Comm'ssie benoemd in zake
hygiënische toestanden aan boord van
zeevieschersvaartuigen, uitgebracht aan het 15e
Congres voor Volksgezondheid te Leiden op
23 en 24 Sept. 1910. Zwolle, Erven J. J. Tyl.
Waal-ch Comitévoor de zaken der
Waldenzische Kerken Herdenking van zijn 175-jarig
bes'aan (1735?9 Sept. 1910) en Venlag over
het jaar 1909
Het Looiwütiraagstuk, beoordeeld door prof.
dr. H. WEPBRS BETTINK. Utrecht, Electrische
drukkerij L. E. Bofch & Zn.
Klinker-Tentoonstelling (n Wegencongres te
Brussel, Uitgegeven door de Vereenigitg van
Nederlandeche baksteenfabrikanten.
Rappoi ten, uitgebracht door M. J. van Löben
Sels en C. J. Hendricks aan het 2e Internatio
naal Wegeneongres te Brussel, gehouden van
31 Juli tot 6 Augustus 1910. Amsterdam, L.
J. Veer.
Catalogue d'une collection de Thérèie de
Droit défendnes aux Uuiversités des Pays-Bas
depnis Ie commencement du 18e siècle, juequ'
a 1875. VGravenhage, Van Stocknm's antiqua
riaat.
CORRESPONDENTIE.
Voor abonnementen, advertenties, quaesties
van bezorging van het Weekblad en van
uitbetalirg van het honorarium, e. d. wende
men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATIE
van De Amsterdammer, Keizeisgiacht 333,
Amsterdam.
Voor quaesties, artikels en ingezonden
st ukken bet rt ffend e, uite luit end tot deRED ACTIE
en aan hetzelfde adres.
Om teleurstellingen te voorkomen is het
gewenfcht, dat de inzender zoowel op zijn brief
als op zijn bijdrage en dit iederen keer,
dat bij een bijdrage zendt zijn volledig
adres duidelijk leesbaar vermeldt,
dat de inzender een voldoend bedrag in
postzegels toe voege (los in den brief) indi>n
bij miet-plaatsing terugzending verlangd wordt» '
iiiiiiiliiiiitiiiiiitiiiHitiirniliiiiniitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiiiiiiiiitu»
4C cemti >er
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen bij t et bouwboreau Ar t i",
aldaar.
UNAY BELL
AMSTERDAM
l* SUdlwud<rak«
LEONATO LA
Piano-, Orgel- en Moziekhandei
Meyroos «fe Halshoven,
ARNHEM. KONINGSPLEIN 9
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
REPAREEREN STEMMEN RUILEH.
Klimaat k u ui oord
in Zuid Tyrol.
Seizoen: Sept.
Juni. Bezoek in
ItOP/lO 27.000 ga?tep. Stedelijke Kuur- en
Badplaats: Zanderinstituut,
Koudwaterinrictiting, koolzuur en alle geneeskundige
baden, zwembassin. Inhaleerings-geneeswijze,
druiven-, mineraalwater drinkkurer,
terrain- en vrya lucht ligkuren. 4 geka
naliseerde Looge'ironwaterleidingen. Theater,
Sportplaats, Concerten. 20 Hotels Ie Rang,
Sanatoria, talrijke Pensions en vreemden
villa's
Prospectus gratis by' de
KURVORSTEHUNG.
Stokpaardjes
JelienmelK-Zeep
van BERGMANN&G.RADEBEUL-QRESDEN ,
maakf uw huid mivtr en zariit met jeugdig j^\
? fmsche rase.verblindendschoone teint. </%>
verdrijft zomersproeten, puisten enz M.
en alle verdere huidonreinheden.
Verkrijgbar a 50 cent per Stuk '?
bij ftpotbEkers.dtoijisten, en toifteurs.
Koopt UITSLUITEND BOTEB ONDEB BIJKSCOHTTBOLK.
De *T i AT GARANDEERT U een O1TVERVALSCHT product,
Boterhandel ZUIDLAREN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935.
ofschoon hy tot de uitverkoren 18 behoorde,
ondanks alles, ontstapt. Was de Heer dan niet
machtig genot g, dat een gewone, kleine
menschenwil zijn plannen in de war kon sturen
en naar goeddunken de nummer 18 in zijn
gebod uitwisechen?
Hoe langer hoe meer werd het den ouden
Gudjon duidelijk, dat hij de 17 man had
kunnen redder. n rondom zich hoorde hu
weenen en jammeren; gebroken vrouwen
sleepten zich voort naar het strand, omgeven
door snikkende kinderen. En telkens vischten
de lieden een doode uit de zee en kwamen
dan met hè' druipende lijk aan land. Gndjon
kon hit niet meer aanzien; hij sloop weg,
verliet met gebogen hoofd de hoeve, wist nier,
waarheen hij ging, liep over lava, die in groote
koeken gestolten was, klap, klap, weerklonken
daar zijn voetstappen. Op andere plaatsen,
waar het tevreden, grijze mos op desteeneu
groeide liep hij geluidloos, en inmiddels
streden de gedachten in zijn oude hersenen.
Inditn hij slechts wist, o God, indien hij slechts
wist l
Waarom was hij tot de kwelling van het
waardroomen gedoemd, wanneer hij niet wist,
of hy ijn gave mocht gebruiken om te waar
schuwen l Óf was het slechts een toevallige
bekwaamheid, een mengsel van verschillende
gaver, die in de menschelijke hersenkas
ineangevloeid en aan bepaalde omstandigheden
onderworpen waren? Of was dit misschien
een vingerwijaing Godg, een vingerwijzing
naar dat land, waar hij thans moest binnen
treden? Een aanmaning, om zijn ziel voor te
bereiden ?
Was bij maar medegegaanl Acb, was hij
maar medegegaanl De dood der 17 mannen
drukte op zijn oud gemoed als een zwaie
zondenlast. De oude Gudjon misgunde de dooden
hun vrede, ja, hij bood vol vertwijfeling zijn
leven zeventien maal aan als zoenoffer voor hen.
Maar ach, wat hielp dat? Die 17 daar waren
lijken en hun huisgenooten beweenden hen.
Gudjon hief zijn bedroefd gelaat tsn hemel
en sloot de heldere, klare o ogen, die als het
ware blauwe schaduwen waren op een be
snee u w den grond. Gudjon bad niet, want hij
was zoo oud, dat hij om niets meer behoefde
te bidden, en al het denken had zijn gedachten
verward. Hij zeide alleen maar in stomme
spraak tot den grooten Schepper, aan wien
hu geloofde; Ik weet niet, hoe te handelen
met de gave, die Gij mij geschonken hebt.
En daarom heb ik haar misschien dan ook
niet goed gebruikt. Maar d&t kunt gij gelooven,
o Heer, dat het mg niet aan goeden wil ont
brak. En wanneer ik verkeerd heb gehandeld,
vergeef mij dan, en mocht ik U op andere wijze
kunnen dienen, dan weet Gij, waar de oude
Gudjon te vinden is ...."
Het was nacht, toen Gudjon zijn hoeve,
die het dichtst bij zee lag, weder bereikt*.
Binnen in de lange gang was het zoo donker
als ia het graf, doch de on ie Gndjon wat
de duisternis gewoon en trad zonder aarzelen
binnen.
Daar streek zijn hand in het donker l anijs
een natte jas aan den muur. Hy liep onwille
keurig dichter langs den anderen muur van d«
ganp, doch ook daar stiet hij tegen een nat
matrozen wambuis. Hy wist nauwelijks, wat
hij deed, doch liet de hand er langs naar
beneden glijden «a voelde nu ook de grove
matrozenbroeken en groote waterlaarzen.
Hij deed nog een paar stappen en tastU
met de vingers naar beide zijden, doch ner
gens gevoelde hij den ruwen muur, altijd maar
weer natte mannen en nu onderscheiIda
hy langzamerhand bij den zwakken
lichtschjjp, die door de deur viel, aan beide zijden
barmhartige God zyn kameraden! D»
drenkelingen! De zeventien l Zij stonden daar
in twee lange rijen en wachtten op hem, den
achttiende! Zy wachtten daar zonder erbar
men en nu bemerkte Gudjon ook, dat hij
diep in het water stond. Kwamen zij, om
hem ter verantwoording te roepen, of kwa
men zij, om het gebod van den goddelyken
wil volkomen uit te voeren tot op
denachttienden man ?
De oude Gndjon durfde geen stap meer
verzetten. Zijn hoofd duizelde de zwakke
lichtschyn, die door de deur viel, vervloeide
voor zy'n eogen de grond onder zyn voeten
golfde en Gudjon zonk
Den volgenden morgen vonden zübemin
de gang. Hij was dood. Voorover gevallen,
lag hij met het gezicht in een der vele groote
gaten, die de jaren in de vastgestampte aarde
hadden geboord en die nu met water ge
vuld waren. De geheele gang stond tot aan
den drempel onder water, dat gedropen waa
uit de kleederen der drenkelingen, die aan
de muren waren opgehangen, om te drogen.
De 18 mannen kwamen samen in n groot
broedergraf te liggen. O rer het groene
wormkruid, de eenige versiering van het kerkhof,
welfde zich van de eene zijde tot de andere
n enkele, groote regenboog. De kegel*
teekecde zich groot en helder in het Zuiden
tegen de lucht af; op de kerk van Bessastadir
rustte het zonlicht, als op een wit zijden
tent. De Eejaf jord had weder al zijn schoone
kleuren mi t gestald, de Snefjord-gletscher
glinterde in de verre verte en de atlantnche
oceaan strekte zich in het onmetelijke blauw
uit, alsof hij een rustig middagslaapje deed.
Heele scharen eidervogels wiegden zich vat
en weibel agely'k op de golfjes.
De menechen zeiden, dat de schrik den
ouden man gedood had. En in zekeren zin
zon men ook kunnen zeggen, dat hy ver
dronken was.