Historisch Archief 1877-1940
£?
ir.
O
DE AMSTERDAMMER WE E K B L A D V'0'0 R NEDERLAND.
No. 1735
boe h«t, t& verband met de
uitspraak van de Cotimission, de teering naar
de nering meet «BtteD.
Van «ren groot belang voor het economisch
leren is de onzekerheid, door het
wederoprafeelen van de kwestie omtrent het
toltarief veroorsaakt. Fa« een jaar geleden, is
het Payne-tarkf in werking getreden, dat
4oor velen, als een geschikte overgang tot
een nieuwe toepassing van het beschermend
?talsel, gunstig werd beoordeeld.
Vroeger waa 't alleen de bedoeling, de
beschermende rechten zoo hoog op te voeren,
dat de binnenlandaehe industrie er door werd
beschermd. Het surplus van deze rechten
boren het verschil der prodnotie-kosten van
binnen- en buitenland zou, naar men meende,
?iet den Amerikaanichen consument bezwa
ren, daar de concurrentie van de producen
ten de p rij een zou brengen op een niveau,
dat slechts een betrekkelijke winst zon iaten.
Maar sedert dien hebben de combinatie's
?der producenten de concurrentie uitgescha
keld, zoodat de overmatige beschermende
vechten overmatige winsten root de industrie
hebben opgeleverd.
Voor 't eerst heeft het Bayne-tarief met
dit systeem gebroken en detechien verlaagd,
vooral voor grondstoffen en noodsakeljjke
levensbehoeften. Om nu in dese richting
roort te g/tua, ttl -een commissie de
productie-koeten van «Ie afzonderlijke takken
v*n nijverheid in btanen- en btiitenland
ondorsoekwt en *oo noodig beurtelings de
toltarieven hfcmer.
Nu dese kwestie weder op het tapijt komf,
rerkragen de verkiezingen voor bet congres
?at 't oog daarop een bijzondere beteekenis
en naar gebleken is heeft men boyen
dien rekening te honden met een nieuwe
fractie in de repnblikeinsche party, de z.g.
inaurgenter.
Aan het hoofd van deze fimctie, die zich
tegen de conservatieve oude garde keert,
heeft Roosevelt plaats genomen en, hoewel
voorstander van beschermend* rechten, schijnt
hjj toch geneigd aan de tarief-revisie nog
grootere concessiën te willen toestaan, dan Taf t.
Een radicale afschaffing van die rechten
w natuurlijk niet te verwachten, maar de
«gitatie, welke door dese kwestie de
verkieriagen bebeersoht, is een factor van
nadeel:K«n aard te meer voor de in dit opzicht zoo
gevoelige volkseconomie in Amerika.
Per saldo is deze agitatie misschien niets
anders dan een uiting van wrevel, die zich
?eer en meer meester maakt van de breede
lagen van den middenstand wegens de steeda
toenemende machtsnitbreiding van het groot
kapitaal. Maar de oplossing van de tarief
kwestie cal veel tijd in beslag nemen en
inmiddels zal de onzekerheid omtrent de
beslissing op den algemeen:en gang van zaken
ongunstig blijven inwerken.
23/9 '10.
iimniii
.V. D. S.
iiiiummiiimi Miniiiiiimi
HfTSJES
Entf' acte,
.... Dominéstaart op zijn bord, waar
venijnige glimlachjes van het lam plicht zijn
brandende oogen treiteren en heeft rnzie met
een hap die zich niet naarbeneden laat werken.
Alle eten is hem teveel. Een aHermalste ge
dachte gaat hem door het hoofd. Hoe kont
hjj cUUr nu op?! Hrj verdaagt haar, naar
s£ keert hardnekkig teiug. HU kijkt schuin
naar den overkant, naai het buffet en telt
?echanisch de libbels tusechen de twee
laden. HU voelt de oogen van Mevrouw
Al vin g en probeert ze onbemerkt te ont
moeten. Hu is laf. HU kieikanwt nog altjjd
over dienzelfden dikken we«ën hap, ver
veeld, zat «n toch hongerig, Hq voelt zijn
bloed tot in de fijnst» haarvaten oirculeeren.
Plotseling schrikt hij. Zou Oswald iets
merken ?
Mevrouw Alving houdt de conversatie
gaande. Zij spreekt met haar jongen over
zijn werk. Zij spreekt over Alvinji Toe
vlucht". Zij hoort zichzelf niet meer spreken.
Zij slaat door. Zij veelt baar hoofd in de
licht zweven. Zij denkt aan spoken. Zij
epreekt tot «poken. Een beest hangt aa»
haar hals. Lang, zacht en lenig als een
«ezel. Met zijn achterpooten zit het op haar
zachten boezem; het vreet van haar vleesch.
Het trekt haar over den tafelrand. Mevrouw
Alving strijkt met nerveuze witte vingers
haren ran beur vochte voorhoofd. Tranen
brokken samen in haar keel. Zjj knijpen
haar stem dicht. Mevrouw Alving slikt een
paar druppels wijn in. Mevrouw Alviag
weent niet. Mevrouw Alving weent nooit.
lUJHiijflilllimtMllimiilllliiiilMiiilmtilliiiimitliiiiiUHfiinnniiiiiiliii
Brieven van Oom Jodocus.
21.X/10.
Waarde Neef!
Ik ben in een jubileum-stemming
vanarond; waarom ook niet? Het is juist de
vijfenzeventigste maal, dat ik je een epistel
zend. Ia er geen reden tot dankbaarheid
in mijn hart voor zooveel rijken zegen?
Yijfenzeventig malen en toch is er nog
evenveel reden om door te gaan, als er
ooit was om te beginnen: je bent nog
weinig-wijzer, mijn beste! En bovenal
je hebt nog steeds niet het juiste onder
scheidingsvermogen voor wat waarlijk
goed is en schoon. De werkelijk heiligste
Zij is een Held: EU houdt de conversatie
gaande.
Manden gooit er na en dan een onver
standig woordje tneschen. HU zit met waterige
-geknepen oogjes door twee dunne roode
leden heen zijn lang-bekende en beproefde
brilleglazen te probeeren. Hij gelooft zich
van alle kanten beblikt. Godlof, daar
komt Begine met den laatiten gang. Zij bib
bert een beetje en probeert in 't voorbijgaan
Oswalds arm met den -haren te aaien. Domin
kijkt haar ». Zij draait zich echter bruusk
om en dominékrimpt verschrikt inén. Zjjn
eigen luster" . . . denkt bij. Ea de rare ge
dachte komt wér terug. Manders gaat de
ribbels nog maar eens tellen. Hij heeft zich
strak?, gelooft hij, een verrekend. Hij zit
aan een lange tafel ; heelemaal aan het onder
einde is luid gelach van gasten, twee stemmen
klinken boven de anderen uit. Het
istegende-borst-sfcuitend : de borden klirren grel
op eUfnr en Oswald schertst overmoedig
met Begine, die hem onophoudelijk zoete
liqueur in het lange glas schenkt en zijne
dadelijk ijlblauw-opwolkende sigaren aan
steekt. Waarom lacht hrj na opeens zoo hard
en schaterend? Dominéwerpt een blik
op mevrouw Alving. Maar Mevrouw Alving's
blikken dwalen een gansch andere richting
uit, naffr de kier van de deur daar tegenover
haar, . . . wat is dat . . . spoken ... de kamer
heer ... hij grijnslacht, honend ... hij heeft
een lange pijp in de hand, waaruit Oswald
zooeven heeft gerookt ... hu wijst met den
zwartnitgebranden kop op zijn beide kinderen,
als een kvankeinnig-geworden directeur van
een wassenbeeldenspel van wiens explicaties
geen mensen meer iets begrijpen wil ... .Zij
lijken toch op eli dar ?!"... achter hem steekt
een skelet den macaberen kop hol-kijkend
over zijn schouder; o, nog een, en nog een,
nog drie, nog vjjf, tien, twintig ... O ! ...
De stemmen van den wilden wind door
den schouw en langs de vensters gieren
samen in accoord : spoken .... «poken ....
Oswald, Oswald, . . . boor je niets ? . . .
Oswald glimlacht. Zou Oawald iets
merken ?
--- Zeg.jongmensch, zit-jetedroomen?
het tweede bedrijf is begonnen I"
MICHKI, MOK.
(Naar het Duitsch).
Vorsteltjl taefc en Taalkwestie.
Mijnheer de Redacteur,
Nu ook in een hoofdartikel van de Groene"
evenals reeds in andere bladen geschied is,
scherp wordt afgekeurd het gebruik van de
Fransche taal, kan ik niet nalaten op het
dwaze van dit artikel te wijzen. Ik heb 8
jaar in Gent gewoond, en heb gedurende
die jaren aanhoudend de Vlaamscbe steden
bezocht en, daarin geholpen door mijn kennis
van NederlandEch en den dagelijkechen"
o B gang met de plattelandsbevolking en
fabrieksarbeiders, heb ik het zoo ver gebracht,
dat ik Vlaamsen vloeiend kon spreken. Het
spreken van de Vlaamsche taal is zér moeilijk
en al verkeert men als Nederlander in gun
stige conditie, toch kan alleen hij Vlaamech
leeren spreken, die dit ernstig wil en geen
moeite ontziet. Tal van Hollanders in
VlaamechBelgiëzijn niet in staat, zich behoorlijk in
het Vlaamsch uit te drukken, niettegenstaande
een langdurig verblijf. NU is het mogelijk,
hoewel het mij zeer onwaarschijnlijk voor
komt, dat de Koning van Belgiëin staat is
gemakkelijk Vlaamsch te spreken ('t geen
iets anders is als een gedrukt stuk voor
lezen") maar zeker is het dat E ij geen
Nederlandech'' kan spreken, evenmin als
onze koningin Vlaamsch spreken of verstaan
kan. Op welke wijze stelt men zich nu voor,
dat het gesprek zei gehouden worden.
In Vlaanderen wordt, met uitzondering van
de lagere standen, (die er daarom niet mie der
om zijn) geen Vlaamech gesproken. De
koopman, die de fabrikanten in Aalst, Kort
rijk of Brugge bezoekt, deukt er niet aan,
zich van bet Vlaamsch te bedienen ; de
reuiger, die de groote winkels in Brussel of
Gent bezoekt al evenmin.
Het groote verschil tusechen de Vlaamsche
en Nederlandeche spreektaal aan te tooien
is niet zoo gemakkelijk, maar het is even
onbillijk te eifchen, dat onze koningin Vlaamsch
zou spreken, als dat de pasbenoemde burge
meester van b. v. Geldermalsen zich gemakke
lijk in het Geldersch kan uitdrukken.
Het is mjj niet bekend t f de Burgemeester
van Amsterdam vooraf verlof gevraagd en
bekomen heeft den Belgischen Koning in het
Nederlandsch toe te spreken. Ij dit niet t et
goederen der menechheid verdedig je nog
steeds niet met het zelfde vuur als waar
mede je de vliegsport aanwakkert, of
waarmede je door Braakensiek's
teekenstift de beste bedoelingen van alle groote
mannen onzes volks bespot. Misschien
dat een volgend jubileum mij op dit
punt geruster doet zijn, maar voorals
nog, heb je mijn hulp en steun nog ter
dege van noode.
Daar heb je bijvoorbeeld dien dubbel
gedenk waardige n dag van gisteren, waar
Tante en ik, zooals je dat noemt, als de
kippen bij waren. Natuurlijk. Maar ik
durf er een lief ding om te verwedden,
dat er geen haar op je hoofd ook zelfs
maar aan gedacht heeft naar de Hofstad op
te gaan,en daar de heerlijkheid te aanschou
wen, waaraan onze oogen te gast gingen.
Enfin, wij oude menschen hebben ten
minste de eer van de familie hooggehouden
en van een kostelijk plaatsje Harer
Majesteits gedenkwaardige rede mede aange
hoord. Tante had dat nog nooit gezien. Wel
hadden wij ocs tot nu toe geregeld onder
Harer Majesteits trouwe onderdanen ge
mengd of uit een of ander venster den
vorstelijken optocht bewonderd, maar van
zóó dichtbij als gisteren genopt zij er
nog nimmer van. Zij was er stil onder,
al die groote staatslieden te zien op hun
best uitgedpscht. Welk een schitterende
figuren bezit ons vaderland toch op zoo'n
galadag! Het is alles goud wat er blinkt,
zoo juicht ons hart, in weerwil van het
spreekwoord, dat ons verstand zou willen
prevelen. En hoe konden wij de goede
gedachte van zoo menig kamerlid op
geval, dan zal men en m. i. terecht in Brussel
het optreden van den Amsterdamschen Bur
gemeester onhoffelrjk vinden. Ik geef U de
verzekering, dat de Gentsche Burgemeester
er niet aan derken zal, zijn Koning anders
dan in het Fransch 'aan te spreken. Wanneer
de Brusselsche Correspondent van de Nieuwe
Rolt. Courant, die het blijkbaar met U eens
is eenigen tijd in ons land kon vertoeven en
de schrijver van uw hoofdartikel zich op de
hoogte kon stellen van Belgische toestanden,
zouden beiden Inzien, dat de eiech dat de
beide Vorsten elkander in het Nederlandsch"
toespraken een dwaasheid if.
Het £ou voor allen die belang in deze zaak
stellen in booge mate interessant zijn, de
opinie van den heer Cyriel Buysse te ver
nemen. Die is op de hoogte.
Voor een welgeaard Nederlander" is het
optreden van de Fiaminganten belachelijk
en hoogst onaangenaam.
G. A. HASSELJIAN.
's-Gra ven h a ge.
1. De Schr. verstaat onder Vlaamsch, blij
kens zijn eigen uitlegging, de taal (de taaltjes)
van de landelijke en kleine stadsbevolking
in Vlaanderen.
En dan zegt hrj: Vlaamsch is moeilijk,
onze Konicgin verstaat het niet". Natuurlijk
niet. Erenmin, veronderstellen wij, als zij
Baermondach of Pietersbierumech verstaat.
Maar met een klein weinig inspanning verstaan
wij Nederlanders den taal van den beschaafde
Vlaming, die een Nederlandsche taal is, zooals
wij zonder eenige moeite zijn literatuur
kunnen lezen.
2. Tegen het feit, dat in 't algemeen alleen
nog maar de kleine man in Vlaanderen
Vlaamsch spreekt en schrijft, is sedert jaren
in dat land een beweging gaande, die steeds
meer veld win*. Die beweging heeft de gelijk
betechtigdheid der beide talen veroverd en
is zeker van de ympathie des jongen Koningg,
die het geen Burgemeester kwalijk neemt
(integendeel), als hij hem toespreekt, ia
de ( fficieele Balgische taal, die het
VlaamschNederlandsch i«. Vóór het bezoek ten onzent
der Belgische vorster, maar toen bekend was,
dat zij in het Fransch zonden worden toe
gesproken, schreef trouwens de goed inge
lichte correspondent vau de N. B. C t.
een uitstekend Vlaamsch letterkundige,
het volgende:
Ik weet uit de beste, de
meest-rechtstreekeche bror>, dat onze vorst zeer bereid wa$,
hoofdzakelijk en officieel het Nederlandsch
te gebruiken bij zijn bezoek aan u w land. In
de hoogste kringen verkeerde men in de
meenicg, dat dit gebeuren zou, te meer wijl men
den eerbied van den Koning kent voor de
taal der Vlamingen."
Waar de Vlamen voor hun Nederlandsche
taal bij zooveel winst nog een moeilijkeu
dagelijkschen strijd voeren, dott een schrij ten
als van dezen inzender, zelf Nederlander,
niet aangenaam aan.
Red.
Aan de Redactie van
De Ams'erdammer, WeekbladvoorNederland,
Alhier.
Mijne Heeren,
Naar aanleiding van de in het artikel Wie
heeft Kippeveer" geechreven?" opgeno
men in Uw nummer ?an 18 dezer voor
komende beschuldiging aan het adres van
mijn vader (die buitenslands is): dat hy nit t
zou hebben gestand gedaan zijn den schrijver
ven Kippeveer" gegeven belofte diens pseu
doniem te zuUen eerbiedigen, acht ik mij
verplicht U het volgende mee te doelen:
Zelfs den leden van zijn gezin heeft mijn
vader nooit precies willen vertellen hoe
de vork in den steel zat. Wél hoorden we
later, dat de heer Huf van Buren Kippe
veer" waarschijnlijk ten deele had
geschrever, maar daarbij werd ons dan weer een
geheimzinnig verhaal gedaan belrcfiende een
medewerker, dien hrj gehad moest hebben,
en die misschien wel als de eigenlijke auteur
moest worden beschouwd. Zooals iedereen
hebben ook vrij nu pas voor 'c eerst de
preciese wordingsgeschiedei,is vernomen.
Bovendien blijkt uit 't feit, dat de heer Huf
van Buren in 1901 zich gedrongen gevoelde
in de zaak het licht te ontsteken", ten
duidelijkste, dat het geheim behoor .ij k be
waard was geblevep.
Voor zoover men erover kan cordeelen
heeft de heer Jan Henff, door u het stuk,
dat hij vond onder de door den heer Hnf
van Buren nagelaten papieren, ter publicatie
af te staan, een daad verricht, die niet van
piëteit getuigt; immers, zijn oom liet wat
hij opschreef, omdat bij zich eens over het
onderwerp uiten wilde, jaren liggen, en dus
is 't evenzeer mogelijk, dat hij publicatie
niet wenschelijk achtte als gelijk nu, moet
prijs stellen om wat afwisseling te brengen
in het eenvormige der kleedijen, door in
een ander dan hun volksvertegenwoor
digers-kostuum te verschijnen. Ik denk
hier niet aan de tien simpelen, die in het
zwarte pak kwamen, als om aan te geren
hoe weinig kleurig en fleurig hun demo
cratie is, maar aan die dappere krijgs
lieden op nonactiviteit, verschijnend in
het grootst tenue, buiten-model, dat het
lïerueil Militair toelaat. Ik denk aan den
grafelijken heer Van B y landt verschijnend
in de kleedij van gezant, aan den even
eens grafelijken Van Lynden, de baronnen
Van der Borch en Van Wassenaer, den
jonkheer Bosch van DrakesteyD, pralend
in den sleutelrok der koninklijke
kamerheeren, zij het dan ook slechts i. b. d.
Hoe fijn gevoeld, hoe decoratief ten uitvoer
gelegd. Immers hoe algemeener, ik mag
wel zeggen hoe gemeener het kiesrecht
wordt, hoe meer Jan Hip en zijn maat
invloed oefenen kan op de samenstelling
van onze honderdvijftig Besten, hoe
noodiger het voor de allerbesten onder
hen wordt zich op eenige wijze te onder
scheiden. Voor alles blijft men toch
militair, gezant of kamerheer, een hoogere
eere voorwaar, dan vertegenwoordiger
des volks te zijn, en men legge die
appreciatie in den gouden glans van zijn
kleed!
Maar nauw had ik met Tante dit
alles prijzend en dankbaar overlegd, had
ik haar onze leidende staatslieden aan
gewezen of nog schooner vertooniugtrok
onze aandacht: Hare Majesteit-zelve
omstuwd door al wat uitmunt door
ik aannemen, door den heer Jan Heuff onder
steld 't wellicht zijn bedoeling is geweest,
dat men na zijn dood zijn bekentenis open
baar zou maken. Mij komt de eerstgenoemde
hypothese de waarschijnlijkste voor, omdat
de heer Huf van Buren, nadat ze door
Kippeveer" met hem in relatie waren ge
komen, langen tijd een huisvriend van mijn
ouders is geweest, en omdat hij later óók
zijn grooten roman , Jonker van Duinen&tein"
allereerst der Maatschappij Elsevier" ter
uitgave is komen aanbieden.
Hoogachtend,
Uw Dienst w.
J. <!r. ROBBERS Ju.
Kiem e uiteen,
Louis COUPERUS, Van en over mijzelf en
andenn. Amsterdam, L. J. Veen.
CORNEUE NOORDWAL, Mathilde Poleniw.
Utrecht, A. W. B una & Zn.
ROSOTE KOETSTE, UitgeichaJceld,
Tooneelspel in vier bedrijven. Antwerpen, Gebroe
ders Janssen.
D. HANS, Het bruine monster, Vijftig voet
bal- sonnetten. Rotterdam, Willemsen & Co.
R. ROLAND HOLST, De Philosophie van
Dletzgen en hare beteekenis voir htt proletariaat,
(overgedrukt uit het Sor. Dem. Maandachrift
de Nieuwe Tijci".
JAN VAN DEN TEMPEL, DO Nederlands h
vakbeweging en haar toekomst (Sociale
Biblioteek No, 12). Rotterdam, itp. Mij. */b. H.
A. Wakker & Co.
De bakkerij de Ruyter" en de ontworpen
bakkerswet, door de firma VERKADE & Comp.
Zaandam 1910. Amsterdam, Boek- en
Steendrukkerij T'h Ellerman Harms & Co.
7e Jaargang. 25 September 1910.
Red.: C. H. BBOBEKAMP, Damrak 59 Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Probleem No. 171 is goed opgelost door;
A. Damgtra. K. C. de Jonge, A. D. Querido,
A'dam; K. Bonwes, N. Bouwes, D. Kikke,
Edam; J. Lutey'n, Groede; J. Jacobson Azn.,
J. Meijer, Haarlem.
SLAGZET IS DE PARTIJ.
De heer K. C. de Jonge, Amsterdam, spe
culeerde in bovenstaande stelling op 'een
aardige combinatie, en speelde daarom:
w ,36-31, waarop z 11-17. Nu vervolgde wit
met 27-22, verwachtende, dat zwart met 17-21
zou antwoorden, hetgeen ook geschiedde.
Hierna volgde: w 22 17, 33-29, 32-28, 38:9 en
25:51 een aardig uitgelokte combinatie!.
UIT DE DAMWERELD.
Volgt ns Het Damgpel", Orgaan van den
Nationalen Dambond", houdt genoemde
Bond op 2 October a.s. te Amsterdam zijn
Algemeene Jaarvergadering.
Als punt 10 der agenda wordt genoemd:
Fu&ie Nationale Dambond en Algemeece
Nederlandsche Dambond". Wel doet tiet ons
ietwat vreemd aan, dat deze belangrijke zaak
bijna asl laatste punt op de agenda is gebracht,
daar bij aanneming der Fusie, de punten 4
tot en met 9 toch ver vallen of overgenomen
worden door den nieuw te stichten Bond.
De heer Herm. Hoogland Jr., van TJtr< ebt,
geeft op uitnoodigicg van de damvereeniging
Zaandam", Maandagavond, 26 Sept. a.s., een
simultaan séance in CaféNenf" te Zaandam.
De rondreis, bet vorig jaar door dezen
meester simultanist, in ons land gemaakt, is
nog te overbekend, om ook nu anders dan
een volle zaal te verwachten.
Naar ons nog is medegedeeld, ontvangt ei ka
winner dien avond het pas verschenen werk
jede Dammer" van C. H. B , als souvenir. Een
aardig idee van Zaandam", en een prikkel
j te meer voor de deelnemers, om hun beat
te doen.
Partij, gespeeld in den Kampioen- Wedstrijd,
tusschen de heeten A. Cardozo. met wit en
M. Snijders, met zwart. Mei 1910.
OMGEWERKTE CENTRUM-OPENING.
Wit. Zwart. Wit. Zwart.
1.3328 1823 29.2621 7)17:26
2. 3 L 27 2024 30.2822 23281
3.3430 1721 31.32:23 19:17
4.3933 1218 32.30:10 5:14
5.3731 1420! 33.4842 8)1116
6.4439 1) 71212)344237 1722)
7.3934! 2126 3)35.3832? 22271!
8.50441 26:37 36.32:21 16:27
9.42:31 1014 37.4338 6 IL
10.4439 1117 38.3328 27 3L
11.4742 4)1721 39.3933 31:42
12.3126! 410 40. 3M7 1117:
13.26:17 12:21 41.4439 13181
14.4137 2126 42.3329 2024
15.36 31 20 25 43 29:20 15:24
16.4641 1520 442823 18.29
17.4136 1015 45.34:23 172
18.2722 18:27 46.3933 253011
19.31:22 611 47.4742 2631
20.3631 5)11171 48.3329 2433
21.22:11 16:7 49.35:24 3339
22.3127 812 50.2419 1420
23.4944? 16 51.1914 3943
24.373176)2637 52.14.25 4348
25.42:31 12171 53.4238 4837
26.312(3 711 54.2318 22:13
27.2721 281 55.2520 3136
28. 1712 8:17*) 56.4034 3651
opgegeven.
*) Stand van de partij.
Zwart: 3, 5/6, 9,11, 13/15,17,19/20,2?/25.
Wit: 26, 28, 30, 32/35, 38/40, 43/45, 48.
1) In de Dammer" wijzen wij er op, dat
deze zet thans gespeeld kan worden, indien
hij onmiddellijk gevolgd wordt docr den
zet 3934. Vroeger speelde mt n dien zet nier,
nit vrees voor opsluiten. Het is echter juist
dat opsluiten, hetwelk in de Gewijzigde
Centrom-opening" door wit wordt uitgelokt.
Een enorm verschil dus in de speel wijze van
voorheen en thans. Men onthoude echter
wel, dat wij den zet 31-26 prefereerer, omdat
bij goed tegenspel bet insluiten tcch niet
afgedwongen kan worden.
2) Op dit moment de juiste zetl
3) Bij correct spel moet wit nu in 't voor
deel komen. Het juiste antwoord was 12-17,
waarmede elk gevaar werd afgeslagen.
4) Beter dan 27 22, omdat zwart met 16:7,
zijn spel weder veel zou verbeterer.
E) Een groote positie-fout, waardoor n'et
alleen de betere stelling geheel verloren gaaf,
maar die tevens de oorzaak is van wit's ge
brek aan vrije zetten, waardoor de insluiting
niet gehandhaafd kan blyven. Dit is dan ook
juist hetgene, waarop wij in de Dammer"
in t bijzonder wijzen, daar het meermalen
blijkt dat in de Gewijzigde Centrum-ope
ning" elechts een klein positie-foutje vol
doende is, om groote nadeelen te bekomen.
Wit had e7enwel op dit moment overvloed
van goede voortzssttingen, b".: 49 44, of de
afrniling met 37-31 en 42:31. Zelfs had zwarl's
korten vleugel aangevallen kunnen worden
met 22 17 en 28:17, want speelde zwart hierna
16-21, dan volgde: w 49 44, 33 29, 38:7 en
32 28, met zeer sterk
spel6) Hier openbaart zich al het nadeelige van
den 20en zet 36 31. Toch was 28-22 nog te
verkiezen.
7. Een begin van het einde. Op 48 42 zou
volden : z 17-21,11:22, 23-29,19:48 enz !
8) Goed, hoewel niet meer afdoende.
Vooral het eindspel is meesterlijk door
zwart afgespeeld, en na het verkregen posi
tie-voordeel, is hij geen oogenbhk van den
j nisten weg afgeweken.
Jammer, dat wit zijn schoorde opzet, bij
den 20en zet onbedacht losliet, anders ware
het krachtige van zijn in genomen stand spoe
dig op den voorgrond getreden.
Wiesbaden.
Hotel WILHELMA.
Ie Rang. Termalbaden uit eigen bron. Prospectus Hotel
Informatie-Bureau, Amsterdam, Raadhuisstraat 16.
Dit blad ligt in bovengenoemd Hotel ter lezing.
soldatenmoed. Welk een schitterende
invasie in dat paisible milieu! Welkeen
heerlijk symbool: die jonge bloeiende
Vrouw met zoo heldere stem en hier en
daar met bijzonderen nadruk" lezend
die sobere rede, zoo indrukwekkend
omdat Zij haar las, en daar rondom ge
schaard, die kleurige en statige kring
van grijze groot-officieren, met den hel
denmoed op het gelaat, als wilden zij het
aan die luisterende burgers doen gevoe
len, dat zij de natuurlijke beschermers
zijn van Troon en Kroon. Een gerustellende
manifestie, dat solide weldoortimmerde
Militaire Huis rondom onze Vorstinne
opgetrokken. Tante en ik althans wij
voelden dat, en wij bewaren het gelukkige
beeld ervan in ons hart. Hoe het ook
moge spoken op de politieke zee in die
Tweede Kamer, zoolang die sterke macht
grijsaards daar staat en zoolang die mede
mag binnenkomen in 's lands vergader
zaal, zoolang behoeven wij niet te vree
zen voor de uitspattingen der democratie.
En moge weldra ook buiten die Kamers,
zoo droomde ik door, dit symbool tot
een werkelijkheid worden! Mogen weldra
de bloeiende landouwen onzes vaderlands
door zulk een met goud belegde heining
zijn omgeven, moge een kostbare, maar
dan ook kostelijke kustverdediging, als
een goudgalon zich slingerend tusschen
onze blonde duinen en onze smaragden
weilanden, aan onze bloeiende Neder
landsche Maagd een veilige plaats geven
voor haar meest welige ontwikkeling:
voor hare hoornen van overvloed, hare
vleesch potten, hare welgevulde schatkist.
Want al moge nu de troonrede over
deze laatste wat benard spreken, het
leidt geen twyfel of ons Christelijk be
wind doorgaande op den zoo moedig
ingeslagen weg zal eenmaal ook bij ons
die bijbelsche overvloeiing van melk en
honing weten tot stand te brengen.
En met deze heerlijke gedachte aan
het nieuwe, in de toekomst lichtende,
leven gingen Tante en ik ter beèraart
van het Binnenhof naar het weidsche
Juliana van Stolbereplein, waar ter eere
der lieve, kleine Hope des Vaderlands
een lieflijk monument op dezen zelfden
dag door den gelukkigen en prinslijken
Vader onthuld en door een welsprekend
generaal aan het Bestuur der Hofstad
was opgedragen.
Welk een bloemenweelde in dezen
naderenden herfst, welk een jong spruitsel,
in de regenvlagen der Septembermaand.
Ea bovendien: welk een rijkdom wederom
aan symbolen; immera zoo als ons be
minnelijk koningskind zelf zich gedragen
weet door de liefde Haars volks, zoo rust
deze monumentale Haar gewijde
bloemvaas op een solide onderstel van gewapend
beton, dit bouwmateriaal der toekomst.
Gewapend beton! Ai schoor onze kust
verdediging en onze Oranjeniin: draag
onze toekomst.
En gij, mijn jongen, hoe wars je yan
dit alles ook wezen kunt, moge desniet
temin iets van het zegenrijke van dezen
dag nederdalen in je hart, dcor bemid
deling van
JE OOM JODOCUS.