De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 25 september pagina 10

25 september 1910 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

£? ir. O DE AMSTERDAMMER WE E K B L A D V'0'0 R NEDERLAND. No. 1735 boe h«t, t& verband met de uitspraak van de Cotimission, de teering naar de nering meet «BtteD. Van «ren groot belang voor het economisch leren is de onzekerheid, door het wederoprafeelen van de kwestie omtrent het toltarief veroorsaakt. Fa« een jaar geleden, is het Payne-tarkf in werking getreden, dat 4oor velen, als een geschikte overgang tot een nieuwe toepassing van het beschermend ?talsel, gunstig werd beoordeeld. Vroeger waa 't alleen de bedoeling, de beschermende rechten zoo hoog op te voeren, dat de binnenlandaehe industrie er door werd beschermd. Het surplus van deze rechten boren het verschil der prodnotie-kosten van binnen- en buitenland zou, naar men meende, ?iet den Amerikaanichen consument bezwa ren, daar de concurrentie van de producen ten de p rij een zou brengen op een niveau, dat slechts een betrekkelijke winst zon iaten. Maar sedert dien hebben de combinatie's ?der producenten de concurrentie uitgescha keld, zoodat de overmatige beschermende vechten overmatige winsten root de industrie hebben opgeleverd. Voor 't eerst heeft het Bayne-tarief met dit systeem gebroken en detechien verlaagd, vooral voor grondstoffen en noodsakeljjke levensbehoeften. Om nu in dese richting roort te g/tua, ttl -een commissie de productie-koeten van «Ie afzonderlijke takken v*n nijverheid in btanen- en btiitenland ondorsoekwt en *oo noodig beurtelings de toltarieven hfcmer. Nu dese kwestie weder op het tapijt komf, rerkragen de verkiezingen voor bet congres ?at 't oog daarop een bijzondere beteekenis en naar gebleken is heeft men boyen dien rekening te honden met een nieuwe fractie in de repnblikeinsche party, de z.g. inaurgenter. Aan het hoofd van deze fimctie, die zich tegen de conservatieve oude garde keert, heeft Roosevelt plaats genomen en, hoewel voorstander van beschermend* rechten, schijnt hjj toch geneigd aan de tarief-revisie nog grootere concessiën te willen toestaan, dan Taf t. Een radicale afschaffing van die rechten w natuurlijk niet te verwachten, maar de «gitatie, welke door dese kwestie de verkieriagen bebeersoht, is een factor van nadeel:K«n aard te meer voor de in dit opzicht zoo gevoelige volkseconomie in Amerika. Per saldo is deze agitatie misschien niets anders dan een uiting van wrevel, die zich ?eer en meer meester maakt van de breede lagen van den middenstand wegens de steeda toenemende machtsnitbreiding van het groot kapitaal. Maar de oplossing van de tarief kwestie cal veel tijd in beslag nemen en inmiddels zal de onzekerheid omtrent de beslissing op den algemeen:en gang van zaken ongunstig blijven inwerken. 23/9 '10. iimniii .V. D. S. iiiiummiiimi Miniiiiiimi HfTSJES Entf' acte, .... Dominéstaart op zijn bord, waar venijnige glimlachjes van het lam plicht zijn brandende oogen treiteren en heeft rnzie met een hap die zich niet naarbeneden laat werken. Alle eten is hem teveel. Een aHermalste ge dachte gaat hem door het hoofd. Hoe kont hjj cUUr nu op?! Hrj verdaagt haar, naar s£ keert hardnekkig teiug. HU kijkt schuin naar den overkant, naai het buffet en telt ?echanisch de libbels tusechen de twee laden. HU voelt de oogen van Mevrouw Al vin g en probeert ze onbemerkt te ont moeten. Hu is laf. HU kieikanwt nog altjjd over dienzelfden dikken we«ën hap, ver veeld, zat «n toch hongerig, Hq voelt zijn bloed tot in de fijnst» haarvaten oirculeeren. Plotseling schrikt hij. Zou Oswald iets merken ? Mevrouw Alving houdt de conversatie gaande. Zij spreekt met haar jongen over zijn werk. Zij spreekt over Alvinji Toe vlucht". Zij hoort zichzelf niet meer spreken. Zij slaat door. Zij veelt baar hoofd in de licht zweven. Zij denkt aan spoken. Zij epreekt tot «poken. Een beest hangt aa» haar hals. Lang, zacht en lenig als een «ezel. Met zijn achterpooten zit het op haar zachten boezem; het vreet van haar vleesch. Het trekt haar over den tafelrand. Mevrouw Alving strijkt met nerveuze witte vingers haren ran beur vochte voorhoofd. Tranen brokken samen in haar keel. Zjj knijpen haar stem dicht. Mevrouw Alving slikt een paar druppels wijn in. Mevrouw Alviag weent niet. Mevrouw Alving weent nooit. lUJHiijflilllimtMllimiilllliiiilMiiilmtilliiiimitliiiiiUHfiinnniiiiiiliii Brieven van Oom Jodocus. 21.X/10. Waarde Neef! Ik ben in een jubileum-stemming vanarond; waarom ook niet? Het is juist de vijfenzeventigste maal, dat ik je een epistel zend. Ia er geen reden tot dankbaarheid in mijn hart voor zooveel rijken zegen? Yijfenzeventig malen en toch is er nog evenveel reden om door te gaan, als er ooit was om te beginnen: je bent nog weinig-wijzer, mijn beste! En bovenal je hebt nog steeds niet het juiste onder scheidingsvermogen voor wat waarlijk goed is en schoon. De werkelijk heiligste Zij is een Held: EU houdt de conversatie gaande. Manden gooit er na en dan een onver standig woordje tneschen. HU zit met waterige -geknepen oogjes door twee dunne roode leden heen zijn lang-bekende en beproefde brilleglazen te probeeren. Hij gelooft zich van alle kanten beblikt. Godlof, daar komt Begine met den laatiten gang. Zij bib bert een beetje en probeert in 't voorbijgaan Oswalds arm met den -haren te aaien. Domin kijkt haar ». Zij draait zich echter bruusk om en dominékrimpt verschrikt inén. Zjjn eigen luster" . . . denkt bij. Ea de rare ge dachte komt wér terug. Manders gaat de ribbels nog maar eens tellen. Hij heeft zich strak?, gelooft hij, een verrekend. Hij zit aan een lange tafel ; heelemaal aan het onder einde is luid gelach van gasten, twee stemmen klinken boven de anderen uit. Het istegende-borst-sfcuitend : de borden klirren grel op eUfnr en Oswald schertst overmoedig met Begine, die hem onophoudelijk zoete liqueur in het lange glas schenkt en zijne dadelijk ijlblauw-opwolkende sigaren aan steekt. Waarom lacht hrj na opeens zoo hard en schaterend? Dominéwerpt een blik op mevrouw Alving. Maar Mevrouw Alving's blikken dwalen een gansch andere richting uit, naffr de kier van de deur daar tegenover haar, . . . wat is dat . . . spoken ... de kamer heer ... hij grijnslacht, honend ... hij heeft een lange pijp in de hand, waaruit Oswald zooeven heeft gerookt ... hu wijst met den zwartnitgebranden kop op zijn beide kinderen, als een kvankeinnig-geworden directeur van een wassenbeeldenspel van wiens explicaties geen mensen meer iets begrijpen wil ... .Zij lijken toch op eli dar ?!"... achter hem steekt een skelet den macaberen kop hol-kijkend over zijn schouder; o, nog een, en nog een, nog drie, nog vjjf, tien, twintig ... O ! ... De stemmen van den wilden wind door den schouw en langs de vensters gieren samen in accoord : spoken .... «poken .... Oswald, Oswald, . . . boor je niets ? . . . Oswald glimlacht. Zou Oawald iets merken ? --- Zeg.jongmensch, zit-jetedroomen? het tweede bedrijf is begonnen I" MICHKI, MOK. (Naar het Duitsch). Vorsteltjl taefc en Taalkwestie. Mijnheer de Redacteur, Nu ook in een hoofdartikel van de Groene" evenals reeds in andere bladen geschied is, scherp wordt afgekeurd het gebruik van de Fransche taal, kan ik niet nalaten op het dwaze van dit artikel te wijzen. Ik heb 8 jaar in Gent gewoond, en heb gedurende die jaren aanhoudend de Vlaamscbe steden bezocht en, daarin geholpen door mijn kennis van NederlandEch en den dagelijkechen" o B gang met de plattelandsbevolking en fabrieksarbeiders, heb ik het zoo ver gebracht, dat ik Vlaamsen vloeiend kon spreken. Het spreken van de Vlaamsche taal is zér moeilijk en al verkeert men als Nederlander in gun stige conditie, toch kan alleen hij Vlaamech leeren spreken, die dit ernstig wil en geen moeite ontziet. Tal van Hollanders in VlaamechBelgiëzijn niet in staat, zich behoorlijk in het Vlaamsch uit te drukken, niettegenstaande een langdurig verblijf. NU is het mogelijk, hoewel het mij zeer onwaarschijnlijk voor komt, dat de Koning van Belgiëin staat is gemakkelijk Vlaamsch te spreken ('t geen iets anders is als een gedrukt stuk voor lezen") maar zeker is het dat E ij geen Nederlandech'' kan spreken, evenmin als onze koningin Vlaamsch spreken of verstaan kan. Op welke wijze stelt men zich nu voor, dat het gesprek zei gehouden worden. In Vlaanderen wordt, met uitzondering van de lagere standen, (die er daarom niet mie der om zijn) geen Vlaamech gesproken. De koopman, die de fabrikanten in Aalst, Kort rijk of Brugge bezoekt, deukt er niet aan, zich van bet Vlaamsch te bedienen ; de reuiger, die de groote winkels in Brussel of Gent bezoekt al evenmin. Het groote verschil tusechen de Vlaamsche en Nederlandeche spreektaal aan te tooien is niet zoo gemakkelijk, maar het is even onbillijk te eifchen, dat onze koningin Vlaamsch zou spreken, als dat de pasbenoemde burge meester van b. v. Geldermalsen zich gemakke lijk in het Geldersch kan uitdrukken. Het is mjj niet bekend t f de Burgemeester van Amsterdam vooraf verlof gevraagd en bekomen heeft den Belgischen Koning in het Nederlandsch toe te spreken. Ij dit niet t et goederen der menechheid verdedig je nog steeds niet met het zelfde vuur als waar mede je de vliegsport aanwakkert, of waarmede je door Braakensiek's teekenstift de beste bedoelingen van alle groote mannen onzes volks bespot. Misschien dat een volgend jubileum mij op dit punt geruster doet zijn, maar voorals nog, heb je mijn hulp en steun nog ter dege van noode. Daar heb je bijvoorbeeld dien dubbel gedenk waardige n dag van gisteren, waar Tante en ik, zooals je dat noemt, als de kippen bij waren. Natuurlijk. Maar ik durf er een lief ding om te verwedden, dat er geen haar op je hoofd ook zelfs maar aan gedacht heeft naar de Hofstad op te gaan,en daar de heerlijkheid te aanschou wen, waaraan onze oogen te gast gingen. Enfin, wij oude menschen hebben ten minste de eer van de familie hooggehouden en van een kostelijk plaatsje Harer Majesteits gedenkwaardige rede mede aange hoord. Tante had dat nog nooit gezien. Wel hadden wij ocs tot nu toe geregeld onder Harer Majesteits trouwe onderdanen ge mengd of uit een of ander venster den vorstelijken optocht bewonderd, maar van zóó dichtbij als gisteren genopt zij er nog nimmer van. Zij was er stil onder, al die groote staatslieden te zien op hun best uitgedpscht. Welk een schitterende figuren bezit ons vaderland toch op zoo'n galadag! Het is alles goud wat er blinkt, zoo juicht ons hart, in weerwil van het spreekwoord, dat ons verstand zou willen prevelen. En hoe konden wij de goede gedachte van zoo menig kamerlid op geval, dan zal men en m. i. terecht in Brussel het optreden van den Amsterdamschen Bur gemeester onhoffelrjk vinden. Ik geef U de verzekering, dat de Gentsche Burgemeester er niet aan derken zal, zijn Koning anders dan in het Fransch 'aan te spreken. Wanneer de Brusselsche Correspondent van de Nieuwe Rolt. Courant, die het blijkbaar met U eens is eenigen tijd in ons land kon vertoeven en de schrijver van uw hoofdartikel zich op de hoogte kon stellen van Belgische toestanden, zouden beiden Inzien, dat de eiech dat de beide Vorsten elkander in het Nederlandsch" toespraken een dwaasheid if. Het £ou voor allen die belang in deze zaak stellen in booge mate interessant zijn, de opinie van den heer Cyriel Buysse te ver nemen. Die is op de hoogte. Voor een welgeaard Nederlander" is het optreden van de Fiaminganten belachelijk en hoogst onaangenaam. G. A. HASSELJIAN. 's-Gra ven h a ge. 1. De Schr. verstaat onder Vlaamsch, blij kens zijn eigen uitlegging, de taal (de taaltjes) van de landelijke en kleine stadsbevolking in Vlaanderen. En dan zegt hrj: Vlaamsch is moeilijk, onze Konicgin verstaat het niet". Natuurlijk niet. Erenmin, veronderstellen wij, als zij Baermondach of Pietersbierumech verstaat. Maar met een klein weinig inspanning verstaan wij Nederlanders den taal van den beschaafde Vlaming, die een Nederlandsche taal is, zooals wij zonder eenige moeite zijn literatuur kunnen lezen. 2. Tegen het feit, dat in 't algemeen alleen nog maar de kleine man in Vlaanderen Vlaamsch spreekt en schrijft, is sedert jaren in dat land een beweging gaande, die steeds meer veld win*. Die beweging heeft de gelijk betechtigdheid der beide talen veroverd en is zeker van de ympathie des jongen Koningg, die het geen Burgemeester kwalijk neemt (integendeel), als hij hem toespreekt, ia de ( fficieele Balgische taal, die het VlaamschNederlandsch i«. Vóór het bezoek ten onzent der Belgische vorster, maar toen bekend was, dat zij in het Fransch zonden worden toe gesproken, schreef trouwens de goed inge lichte correspondent vau de N. B. C t. een uitstekend Vlaamsch letterkundige, het volgende: Ik weet uit de beste, de meest-rechtstreekeche bror>, dat onze vorst zeer bereid wa$, hoofdzakelijk en officieel het Nederlandsch te gebruiken bij zijn bezoek aan u w land. In de hoogste kringen verkeerde men in de meenicg, dat dit gebeuren zou, te meer wijl men den eerbied van den Koning kent voor de taal der Vlamingen." Waar de Vlamen voor hun Nederlandsche taal bij zooveel winst nog een moeilijkeu dagelijkschen strijd voeren, dott een schrij ten als van dezen inzender, zelf Nederlander, niet aangenaam aan. Red. Aan de Redactie van De Ams'erdammer, WeekbladvoorNederland, Alhier. Mijne Heeren, Naar aanleiding van de in het artikel Wie heeft Kippeveer" geechreven?" opgeno men in Uw nummer ?an 18 dezer voor komende beschuldiging aan het adres van mijn vader (die buitenslands is): dat hy nit t zou hebben gestand gedaan zijn den schrijver ven Kippeveer" gegeven belofte diens pseu doniem te zuUen eerbiedigen, acht ik mij verplicht U het volgende mee te doelen: Zelfs den leden van zijn gezin heeft mijn vader nooit precies willen vertellen hoe de vork in den steel zat. Wél hoorden we later, dat de heer Huf van Buren Kippe veer" waarschijnlijk ten deele had geschrever, maar daarbij werd ons dan weer een geheimzinnig verhaal gedaan belrcfiende een medewerker, dien hrj gehad moest hebben, en die misschien wel als de eigenlijke auteur moest worden beschouwd. Zooals iedereen hebben ook vrij nu pas voor 'c eerst de preciese wordingsgeschiedei,is vernomen. Bovendien blijkt uit 't feit, dat de heer Huf van Buren in 1901 zich gedrongen gevoelde in de zaak het licht te ontsteken", ten duidelijkste, dat het geheim behoor .ij k be waard was geblevep. Voor zoover men erover kan cordeelen heeft de heer Jan Henff, door u het stuk, dat hij vond onder de door den heer Hnf van Buren nagelaten papieren, ter publicatie af te staan, een daad verricht, die niet van piëteit getuigt; immers, zijn oom liet wat hij opschreef, omdat bij zich eens over het onderwerp uiten wilde, jaren liggen, en dus is 't evenzeer mogelijk, dat hij publicatie niet wenschelijk achtte als gelijk nu, moet prijs stellen om wat afwisseling te brengen in het eenvormige der kleedijen, door in een ander dan hun volksvertegenwoor digers-kostuum te verschijnen. Ik denk hier niet aan de tien simpelen, die in het zwarte pak kwamen, als om aan te geren hoe weinig kleurig en fleurig hun demo cratie is, maar aan die dappere krijgs lieden op nonactiviteit, verschijnend in het grootst tenue, buiten-model, dat het lïerueil Militair toelaat. Ik denk aan den grafelijken heer Van B y landt verschijnend in de kleedij van gezant, aan den even eens grafelijken Van Lynden, de baronnen Van der Borch en Van Wassenaer, den jonkheer Bosch van DrakesteyD, pralend in den sleutelrok der koninklijke kamerheeren, zij het dan ook slechts i. b. d. Hoe fijn gevoeld, hoe decoratief ten uitvoer gelegd. Immers hoe algemeener, ik mag wel zeggen hoe gemeener het kiesrecht wordt, hoe meer Jan Hip en zijn maat invloed oefenen kan op de samenstelling van onze honderdvijftig Besten, hoe noodiger het voor de allerbesten onder hen wordt zich op eenige wijze te onder scheiden. Voor alles blijft men toch militair, gezant of kamerheer, een hoogere eere voorwaar, dan vertegenwoordiger des volks te zijn, en men legge die appreciatie in den gouden glans van zijn kleed! Maar nauw had ik met Tante dit alles prijzend en dankbaar overlegd, had ik haar onze leidende staatslieden aan gewezen of nog schooner vertooniugtrok onze aandacht: Hare Majesteit-zelve omstuwd door al wat uitmunt door ik aannemen, door den heer Jan Heuff onder steld 't wellicht zijn bedoeling is geweest, dat men na zijn dood zijn bekentenis open baar zou maken. Mij komt de eerstgenoemde hypothese de waarschijnlijkste voor, omdat de heer Huf van Buren, nadat ze door Kippeveer" met hem in relatie waren ge komen, langen tijd een huisvriend van mijn ouders is geweest, en omdat hij later óók zijn grooten roman , Jonker van Duinen&tein" allereerst der Maatschappij Elsevier" ter uitgave is komen aanbieden. Hoogachtend, Uw Dienst w. J. <!r. ROBBERS Ju. Kiem e uiteen, Louis COUPERUS, Van en over mijzelf en andenn. Amsterdam, L. J. Veen. CORNEUE NOORDWAL, Mathilde Poleniw. Utrecht, A. W. B una & Zn. ROSOTE KOETSTE, UitgeichaJceld, Tooneelspel in vier bedrijven. Antwerpen, Gebroe ders Janssen. D. HANS, Het bruine monster, Vijftig voet bal- sonnetten. Rotterdam, Willemsen & Co. R. ROLAND HOLST, De Philosophie van Dletzgen en hare beteekenis voir htt proletariaat, (overgedrukt uit het Sor. Dem. Maandachrift de Nieuwe Tijci". JAN VAN DEN TEMPEL, DO Nederlands h vakbeweging en haar toekomst (Sociale Biblioteek No, 12). Rotterdam, itp. Mij. */b. H. A. Wakker & Co. De bakkerij de Ruyter" en de ontworpen bakkerswet, door de firma VERKADE & Comp. Zaandam 1910. Amsterdam, Boek- en Steendrukkerij T'h Ellerman Harms & Co. 7e Jaargang. 25 September 1910. Red.: C. H. BBOBEKAMP, Damrak 59 Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 171 is goed opgelost door; A. Damgtra. K. C. de Jonge, A. D. Querido, A'dam; K. Bonwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edam; J. Lutey'n, Groede; J. Jacobson Azn., J. Meijer, Haarlem. SLAGZET IS DE PARTIJ. De heer K. C. de Jonge, Amsterdam, spe culeerde in bovenstaande stelling op 'een aardige combinatie, en speelde daarom: w ,36-31, waarop z 11-17. Nu vervolgde wit met 27-22, verwachtende, dat zwart met 17-21 zou antwoorden, hetgeen ook geschiedde. Hierna volgde: w 22 17, 33-29, 32-28, 38:9 en 25:51 een aardig uitgelokte combinatie!. UIT DE DAMWERELD. Volgt ns Het Damgpel", Orgaan van den Nationalen Dambond", houdt genoemde Bond op 2 October a.s. te Amsterdam zijn Algemeene Jaarvergadering. Als punt 10 der agenda wordt genoemd: Fu&ie Nationale Dambond en Algemeece Nederlandsche Dambond". Wel doet tiet ons ietwat vreemd aan, dat deze belangrijke zaak bijna asl laatste punt op de agenda is gebracht, daar bij aanneming der Fusie, de punten 4 tot en met 9 toch ver vallen of overgenomen worden door den nieuw te stichten Bond. De heer Herm. Hoogland Jr., van TJtr< ebt, geeft op uitnoodigicg van de damvereeniging Zaandam", Maandagavond, 26 Sept. a.s., een simultaan séance in CaféNenf" te Zaandam. De rondreis, bet vorig jaar door dezen meester simultanist, in ons land gemaakt, is nog te overbekend, om ook nu anders dan een volle zaal te verwachten. Naar ons nog is medegedeeld, ontvangt ei ka winner dien avond het pas verschenen werk jede Dammer" van C. H. B , als souvenir. Een aardig idee van Zaandam", en een prikkel j te meer voor de deelnemers, om hun beat te doen. Partij, gespeeld in den Kampioen- Wedstrijd, tusschen de heeten A. Cardozo. met wit en M. Snijders, met zwart. Mei 1910. OMGEWERKTE CENTRUM-OPENING. Wit. Zwart. Wit. Zwart. 1.3328 1823 29.2621 7)17:26 2. 3 L 27 2024 30.2822 23281 3.3430 1721 31.32:23 19:17 4.3933 1218 32.30:10 5:14 5.3731 1420! 33.4842 8)1116 6.4439 1) 71212)344237 1722) 7.3934! 2126 3)35.3832? 22271! 8.50441 26:37 36.32:21 16:27 9.42:31 1014 37.4338 6 IL 10.4439 1117 38.3328 27 3L 11.4742 4)1721 39.3933 31:42 12.3126! 410 40. 3M7 1117: 13.26:17 12:21 41.4439 13181 14.4137 2126 42.3329 2024 15.36 31 20 25 43 29:20 15:24 16.4641 1520 442823 18.29 17.4136 1015 45.34:23 172 18.2722 18:27 46.3933 253011 19.31:22 611 47.4742 2631 20.3631 5)11171 48.3329 2433 21.22:11 16:7 49.35:24 3339 22.3127 812 50.2419 1420 23.4944? 16 51.1914 3943 24.373176)2637 52.14.25 4348 25.42:31 12171 53.4238 4837 26.312(3 711 54.2318 22:13 27.2721 281 55.2520 3136 28. 1712 8:17*) 56.4034 3651 opgegeven. *) Stand van de partij. Zwart: 3, 5/6, 9,11, 13/15,17,19/20,2?/25. Wit: 26, 28, 30, 32/35, 38/40, 43/45, 48. 1) In de Dammer" wijzen wij er op, dat deze zet thans gespeeld kan worden, indien hij onmiddellijk gevolgd wordt docr den zet 3934. Vroeger speelde mt n dien zet nier, nit vrees voor opsluiten. Het is echter juist dat opsluiten, hetwelk in de Gewijzigde Centrom-opening" door wit wordt uitgelokt. Een enorm verschil dus in de speel wijze van voorheen en thans. Men onthoude echter wel, dat wij den zet 31-26 prefereerer, omdat bij goed tegenspel bet insluiten tcch niet afgedwongen kan worden. 2) Op dit moment de juiste zetl 3) Bij correct spel moet wit nu in 't voor deel komen. Het juiste antwoord was 12-17, waarmede elk gevaar werd afgeslagen. 4) Beter dan 27 22, omdat zwart met 16:7, zijn spel weder veel zou verbeterer. E) Een groote positie-fout, waardoor n'et alleen de betere stelling geheel verloren gaaf, maar die tevens de oorzaak is van wit's ge brek aan vrije zetten, waardoor de insluiting niet gehandhaafd kan blyven. Dit is dan ook juist hetgene, waarop wij in de Dammer" in t bijzonder wijzen, daar het meermalen blijkt dat in de Gewijzigde Centrum-ope ning" elechts een klein positie-foutje vol doende is, om groote nadeelen te bekomen. Wit had e7enwel op dit moment overvloed van goede voortzssttingen, b".: 49 44, of de afrniling met 37-31 en 42:31. Zelfs had zwarl's korten vleugel aangevallen kunnen worden met 22 17 en 28:17, want speelde zwart hierna 16-21, dan volgde: w 49 44, 33 29, 38:7 en 32 28, met zeer sterk spel6) Hier openbaart zich al het nadeelige van den 20en zet 36 31. Toch was 28-22 nog te verkiezen. 7. Een begin van het einde. Op 48 42 zou volden : z 17-21,11:22, 23-29,19:48 enz ! 8) Goed, hoewel niet meer afdoende. Vooral het eindspel is meesterlijk door zwart afgespeeld, en na het verkregen posi tie-voordeel, is hij geen oogenbhk van den j nisten weg afgeweken. Jammer, dat wit zijn schoorde opzet, bij den 20en zet onbedacht losliet, anders ware het krachtige van zijn in genomen stand spoe dig op den voorgrond getreden. Wiesbaden. Hotel WILHELMA. Ie Rang. Termalbaden uit eigen bron. Prospectus Hotel Informatie-Bureau, Amsterdam, Raadhuisstraat 16. Dit blad ligt in bovengenoemd Hotel ter lezing. soldatenmoed. Welk een schitterende invasie in dat paisible milieu! Welkeen heerlijk symbool: die jonge bloeiende Vrouw met zoo heldere stem en hier en daar met bijzonderen nadruk" lezend die sobere rede, zoo indrukwekkend omdat Zij haar las, en daar rondom ge schaard, die kleurige en statige kring van grijze groot-officieren, met den hel denmoed op het gelaat, als wilden zij het aan die luisterende burgers doen gevoe len, dat zij de natuurlijke beschermers zijn van Troon en Kroon. Een gerustellende manifestie, dat solide weldoortimmerde Militaire Huis rondom onze Vorstinne opgetrokken. Tante en ik althans wij voelden dat, en wij bewaren het gelukkige beeld ervan in ons hart. Hoe het ook moge spoken op de politieke zee in die Tweede Kamer, zoolang die sterke macht grijsaards daar staat en zoolang die mede mag binnenkomen in 's lands vergader zaal, zoolang behoeven wij niet te vree zen voor de uitspattingen der democratie. En moge weldra ook buiten die Kamers, zoo droomde ik door, dit symbool tot een werkelijkheid worden! Mogen weldra de bloeiende landouwen onzes vaderlands door zulk een met goud belegde heining zijn omgeven, moge een kostbare, maar dan ook kostelijke kustverdediging, als een goudgalon zich slingerend tusschen onze blonde duinen en onze smaragden weilanden, aan onze bloeiende Neder landsche Maagd een veilige plaats geven voor haar meest welige ontwikkeling: voor hare hoornen van overvloed, hare vleesch potten, hare welgevulde schatkist. Want al moge nu de troonrede over deze laatste wat benard spreken, het leidt geen twyfel of ons Christelijk be wind doorgaande op den zoo moedig ingeslagen weg zal eenmaal ook bij ons die bijbelsche overvloeiing van melk en honing weten tot stand te brengen. En met deze heerlijke gedachte aan het nieuwe, in de toekomst lichtende, leven gingen Tante en ik ter beèraart van het Binnenhof naar het weidsche Juliana van Stolbereplein, waar ter eere der lieve, kleine Hope des Vaderlands een lieflijk monument op dezen zelfden dag door den gelukkigen en prinslijken Vader onthuld en door een welsprekend generaal aan het Bestuur der Hofstad was opgedragen. Welk een bloemenweelde in dezen naderenden herfst, welk een jong spruitsel, in de regenvlagen der Septembermaand. Ea bovendien: welk een rijkdom wederom aan symbolen; immera zoo als ons be minnelijk koningskind zelf zich gedragen weet door de liefde Haars volks, zoo rust deze monumentale Haar gewijde bloemvaas op een solide onderstel van gewapend beton, dit bouwmateriaal der toekomst. Gewapend beton! Ai schoor onze kust verdediging en onze Oranjeniin: draag onze toekomst. En gij, mijn jongen, hoe wars je yan dit alles ook wezen kunt, moge desniet temin iets van het zegenrijke van dezen dag nederdalen in je hart, dcor bemid deling van JE OOM JODOCUS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl