De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 30 oktober pagina 3

30 oktober 1910 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

'Nö; 1740 DE AMSTERDAMMER W EK B L A D T O'Ó R M E D R L A N D. - ' ' 3 bij-topt. H j lundt «r d»n ook gelief koosde zedeiMtadiee" op sa, ivetïc '? avonds door de latwcrpsche straten en geeft daar i'n oogeto <JU>* (**1 zee» vteeschelijken) kost, die hem oveivloedig wtNrdt vooiftehoadeB. Ik verkeer echter in oprechten twijfel, of deze geli«ï|$mde Beden studie b$ hem wel heelemaal zuivere koffie ia. want hoewel hij danig legen de Antwerpeche zedeloosheid te keer gaat, blijkt 't niettemin, dat hij 'r pleizier in vtmd de draaiende, rok- op-zwaaiende volke meiden na te kijken, die zonder geneering rond-sprongen en sich nog erger gedroegen dan kerels." (Hetgeen, schijnt 't, nogal wat zeggen wil). Hij krijgt dan ook heel wat te zien, waartoe een zekere... nonchalance in de onder-kleeding der dames bezuiden den Moerdyk de gelegenheid zeer vergemakkelijkt. In den carnavalstijd krijgt hy' ken ais aan een mooi brneselEch mei? j e, dat voor de feesten over" ie. Ze verklaren" zich wederzjjdsch en 't wordt een compleet heimelijk engagement. Maar als zij weer in Brussel is, bevallen de brieven, die zij schrijft, hem volstrekt niet. Hij vindt er een onnatuurlijken, gedwongen, romaatischen, na ja boekerigen toon in; en nu worden we vergast pp een merkwaardig staaltje van mannelijke inconsequentie, want de eerste de beste keer, dat hu haar onder vier oegenontmoet, neemt hy hter meteen gedocht onder kandra n spreekt haar toe in dezer voege: Onderbreek me fefeV 'k verwek 'c je. Zowals ik je daar zei, fc'n verdriet, m'n innerlijk verdriet werd Mypender. Want heemeer t je brief Ia», hoe meer 'k zag wegtrekken de helder-witte wol leen van m'n prachtige illusies. Ze dreven »«g, vér weg en ? schenen me aan te staren met weemoedige blikken, als speet 't hun dat ze me reeds zoo gauw moesten verla kten" enz. ;, Niet waar, eenvoudiger en natuurlijker ion je 't toch al bijna niet ztfggeu l Hy bekent dan verder, dat hy' haar liefde niet voor ernstig houdt; als dit zoo is, of ze 'm dan maar wil waarschuwen, dan zullen ze weer vu elkaar gaaa. Er xal dan droefenis zijn in m'n hart, ik zal huilen, veel bnilen, maar dat verdriet zal overgaan" '?ver klaart hij dan nog heel sober. Het meisje U ganschelyk ontdaan door zijn preek, zegt 't is geen wonder ? dat ze tech heusch zoo Veel van 'm houdt en dat ze d'r best zal doen betere brieven te schrijven. Allea is dan weer in orde... Eioch, na eenigen tijd kcWt.de vuige laster en blaast Benneke in het oor, dat zflne Lydie vroeger al weleeBs met andere jongens... Enfin, 't was erg, hél erg; en boewei het nobele jonge mensch voorheen alles behalve rein als een engel geleefd beeft, vindt hij dit toch minstens genomen infaam van zijn Lydie. Hy ia des peraat, bedenkt nog even, dat ook hij van haar bnitengewone warmbloedigheid zou kannen profiteer en; maar met edele verott waardiging werpt hy deze daiveleche ge dachte verre van zich: hij wil de herinnering aan haar onbevlekt behouden. Evenwel, by' ai zijn adel en reinheid, komt er dan een heel leelijke aap uit des jongelings mouw; hij antwoordt het meisje op geen van haar zeer verliefde brieven, de ben), en verkneukelt zich in haar onrust: dat zy zyn wel miserabele wrake. Ten slotte worden we dan nog getrakteerd op een soort Feuer-zanber, waardoor heel Antwerpen, de Welloststad" vergaat, en waarin Benneke vanaf een brandvrije heuvel Lydie pardoes r terugstool als ze er eerst, wonderlijk genoeg, ongedeerd uit opgestegen is om tot haar geliefde te komen. Gelukkig gebeurt alles , maar in zijn droom en kunnen de Belgen in het algemeen en Lydie's ouders in het bijzonder gerust zijn, dank zij de naar ik verneem '?uitstekend georganiseerde brand weer der Scheldestad. Een jongeling heeft een ongelukkige liefde en is zeer begaan met «ijn eigen lot. Dit is heel treurig, en kan aanleiding zijn tot een -mooien reuuan. 't Behoeft echter niet. Men kan zich<nó,£ zoo ongelukkig en onrechtvaardig iiiMrrtiibitlriiiiiiimniiiiihi'niiniiiiiiiuiiiiiiiiiiiHtrMiiiitiiiiiiiiiiiiiiiii niet eindeloos te laten wachten en de menschel$ke natuur Kwam den kloeken en moedigen Zsere riit de pijnlykheid dezer diplomatieke «benarring verlosten, daar Kees plotseling zoo overmand scheen van slaap, dat hij in een soort van genoegelyke onwelbeid met kleine oofjee, onder een lachenden vloek ineenkron;kelde en op slag met een kinderlijke zucht jin het gras scheen in te slapen. ! Piet boog zich verrast over hem heen om jean oogenblik naar'z^n verdere voornemens He informeeren. Maar de-Zaere nam hem bij l den arm, en, na het 'viscbgerei bij -Kees te f hebben neergelegd, trok hij Piet mee vefder -defl tMg op. *chy»baar en tegenover de weüald 'die immer oordeelt, in innige vertroawel$kheid tya arm houdend, doch in waarheid, . wijl ook deze broeder in den moeilyken tocht jEaar de plaats fan den strijd reeds menige ?bitteren droppel geslikt en veel van zijn kracht [en zekerheid scheen te hebben ingeboet. Zoo i dar, terwijl hy' zich voelde als een soldaat, 'die op weg naar da zekere zege reeds den leenen makker had zien vallen, en Van den i anderen, ernstig getroffen, weinig meer te (verwachten had, bereikte de Zeere met Piet "als getrokken gevolg het terrein van'den !wedstrijd waar midden in zwaar geboomte '.de plas in de reeds aan-warmende zon bijna f rimpelloos lag te blinken. Daar was 'een plechtig gekrioel van heldhaftige, nau ty van zenuwen bewogen strijders het water rond, een geblink v*n blikpnntjes aan de toppern der hengels, als het.--gmHS§n en schitteren van zoovele koel-wreede lanstoppen vóót den schrikkelijken aanvang van den strijd. Daar, onder_de.. blauwe lucht,''die in haar wijze -Df-jaardheid onbeweeglijk bleef, tusschén test machtige geboomte, dat wel bestemd scheen als een dichte wacht om bange samenzwe ringen, en dat wel de waardige omheining eaner zoo volkskracht-kweekende bijeenkomst genoemd kon worden, als eens het woud op den bodem van liet zelfde land, waar Claudins den Bataven opstandigen durf Isstookte daar zou dan binnen weinige óogènbllkken, na het knallen der schoten, een pittig deel der natie zijn geoefende handen strekken, opdat de edelaten uit het puik der strijdvaarfligèn-i elkander tarten zonden in-den strijd tegen het glibberig gedierte. En inderdaad, de plas lag daar mit binnen de omzoomig^fijSi nerveug-warrelig groen, als een waar'Mt' stellend Strijdperk, vlak en onbewogen iirgfti, schijnbaar koele wachting voor het schrik wekkende oogenblik, met alleen de weinige rimpels plots hier en daar, als vluchtige diepe zennwtrekken, kort-hevige benauwdheden van de aan het Groote te offeren visschen, die hei geweld van den kamp schenen te voorvoelen behandeld voelen en nochtans niet is staat zyn een goed boek, zelfs over dit onderwerp, te schrijven. Het talent is ook altijd nog een factor. Deze heer Abraham heeft wel talent, hu kan wel schrijven, maar hij komt me voor erg jong te zijn en z'n talent is nog niet rijp, zyn wetenschap niet bezonken en zijn gemoed niet beheerscht. Daardoor is zyn boek soms heel frisck, nsïf, aardig en gemoedelijk, maar soms ook heal cru, breedaprakig-, zonderling van- beelding en beslist belachelijk. Dit alles is zoo dooreengemengeld, dat een scheiding niet is aan te brengen. Hij kan heel smeei'g vertellen en zooals onlangs de Antwerpgche poe.'jene'lenkelder, heeft ook dit boek er ons weer eens aan herin nerd, dat Vlaanderen liet land van Brenghei, Jordaens en Rubens is, het land van de platte boert en van het sappige wellustige realisme by uitnemendheid. Een furies ie krullebol deze roman, met menige wilde weerbarstige krul, menige verschoten lok en menige dikke slordige klit; maar die?symbool van jeugd en kracht een eigen natuurlijke charme heef c en waar elke verstandige kapper zijn kam wel uit zal honden, omdat, als hij eenmaal aan het kammen ging, er misschien niet veel haar zou overblqven... en dit zou toch jammer zijn van zoo'n aardige krullebol. In ieder geval weet men na lezing van dit boek, waar (B.) Abraham den mosterd haalt. J. EVERTS. Kinderptyihologie. Een inleiding tot methodische kinderstudie door F. TRACT, uit het Eagelech door F. J. v. D. MOLEN. Zatphen W. J. Thieme. ? 1.75. Benige jaren geleden heeft dr. Ootmar te Haarlem met zyn verdienstelijk boek: de Wereld van het kind, de kinderstudie op popu laire wijze ten onzent ingeleid. Het boven staande boekje, dat oorspronkelijk als proef schrift geschreven (1893), in Engeland eenige drukken heeft beleefd, in vergcaeidene talen is overgezet, door prof. Stanley Hall met een waardeerende inleiding is vereerd, en thans, wel wat laat, aan het Hollandeche publiek wordt aangeboden, kan er dna niet op bogen, de experimenteele psychologie bij, ons in te luiden. Maar toch heeft 't op 'c werk van dr. Ootmar dit voor, dat 't beter gedocumen teerd is en systematischer is ingedeeld. Het behandelt de psychische ontwikkeling van het kind in de eerste levensjaren en geeft een overzicht van de observaties, die op dat gebied in verschillende landen gedaan en opgeteekend zijn. Het boekje geeft den indruk, dat 't feitenmateriaal, door de experimenteele psychologie verzameld, in 1893 nog van weinig omvang en van oppervlakkige beteekenis was. Sedert is die jonge weten schap met renzenschreden vooruitgegaan en ongetwijfeld zou een dergelijk geschrift van bevoegde hand met 't jaartal 1910 niet alleen rijker aan feiten, maar ook rijker aan con clusies zijn. Dientengevolge kan ik dit boekje dan ook geen hoogere beteekenis toekennen, dan die van inleiding tot de kinderstudie voor den ontwikkelden leek en den jongen onderwijzer, om hen te doen zien, wat de experimenteele psychologie eigenlijk wil, en hen op te wekken, zelf mee te werken, om den kleinen fchat van observaties uit te breiden door zorgvuldige waarnemingen bij hun eigen kinderen. Maar aia zoodanig beveel ik 't dan ook in de belangstelling van oudera en onder wijzers aan. Het is natuurlijk niet zoozeer te doen om die observaties, als wel om door vergelijking van een reeks observaties te komen tot betiouwbare conclusies omtrent den gang der psychische ontwikkeling en den invloed, dien wij daar door opvoeding op kunnen uitoefenen. Zoo wordt in dit boekje gewezen op enkele belangrijke verschijnselen, waarvan ik een paar met een enkel woord wil belichten. By den zuigeling openbaren zich al heel gauw schijnbaar psychische nitingen (bijv. schreien) als sidderende stieren in de arena-hokken. Na bet aandienen en wisselen van kaartjes en nummers had de Zeere, koen besloten, en met in zijn bijna gansjh heldergebleven kop een krachtige drifiige stemming tot aller vaardigheidsvertoon tusschen de vele deelnemers zijn plaats gei omen aan den graskant van het water. Achter hem stond de Rooie, bloed rood gewond van den wijn en nevelig van blit en bewustzijn doch trots alles biymosdig; hij neuriede liedekens van kaai en brugleuning en hoeseer dan door Manus geraden van den strijd,af te zien, hij had g.e:woren zich achter1"'den Zaere als schildknaap op te stellen en niet te wijken eer hy dien in triomf van baars en dobber naar zijn hopende hospita terug zou kunnen voeren. En boven dien, zag men omhoog, men moest ook om laag blikken, en vermocht hij zich niet blij te maken in de prikkeling van het bloedig toernooi?hij kon nochtans trotschzijn, zich in dsn kamp tegen de Klare te hebben staande gehouden, wanneer hy da velen opgemerkt had, die hier en ginds, overal in den omtrek, angs water en weg, in die worsteling waren gevallen. Hij had er bij groepen van drie en vier, en ontelbaren in eenzaamheid gezien, de ongelukkigen voor wie zelfs net genaken aan den roemruchtigen stiijd niet was weggelegd; zij lagen c! a M overal rondom, buiten het gewoel der moedig-beslotenen, en het knetteren van de bevelen der commandeurs en orde-commissarnsen, neergesmakt ia een ontzenuwende verslagen heid. De klare was verschenen als de machtige kampioen, die een aanzienlijk deel der hengelridiers 'buiten gevecht bad gesteld; het Bchein een SphinXdie zich vóór den toegang tot de ;s%r|dplaats had uitgestrekt, om de moedige ta'mpvechters, nadat zij vergeefs het raadsel van den brandewijn had ien pogen op te lossen, met schrikkelijke klauven ver wurgd en langs de wegen had neergeworpen. Geen van allen scheen geheel aan den greep van dit geweld te zijn ontkomen, geen scheen het raadsel volkomen te hebben afgewikkeld want ofschoon thans menig arm gestrekt stond boven het water geen die niet even beefde, geen aangezicht dat niet gekwetst was, geen blik waarin niet het mysterie vaöden brandewijn de vreemde verschrikking hSfer onvolledige igWpWtJaattïh'ëid had gespookt. Intnsschen, nadat de afstanden onderzoekend geschikt wa"réb, de herjgels gekeurd en de steenwurm, ah tasschen- oner hing te spartelen dan de kanten, gelijk on willigesfcidaten die het hun belang niet rekenen, voor de grooten van hun land'ten Oorlog te reizen had de Zeere,'.onder naar zijn schildknaap om te zien, met schijnbaar achtelooje beweging den dobber nog even ien die aanvankelijk beschouwd moeten worden als zuiver pbysische reacties en eerst veel later een werkelijk psychisch karakter krijgen Het is nu de vraag, hoe en wanneer die overgang van pbysisch tot psychisch plaats vindt. Ten tweede: het gevoel is in zyn eerste stadium een reflex van het organisme op aangename of onaangename toestanden. Eerst later wordt 't gevoel een product van verstandelijke overweging. Zoo toonde n mijner kinderen van heel jong af een ont zettenden angst voor harden wind, wat met het oof op den leeftijd niet anders te verklaten was, dan als instinctieve vrees voor hevige natuurverschijnselen. Toen het kind oud genoeg was voor suggestieve invloeden, heh ik een verhaaltje bedacht van den lieven zuidewind, die on mooi weer brengt, maar dan eerst de wolken weg moet blazen en dan bij on hel uk wel eens tegen de ruiten bonkt. En als dan 's nachts de wind om het huis gieide, dan werd mijn kindje wakker met de angstige vraag op de lippen: patie, ia dit nou de zuidewicd wel?" En dan nam ik mijn sidderend kindje in mijn armen en fluisterde met zoete woordjes m|jn mooi verhaaltje, maar geheel gerust stellen' kon ik de kleine niet. Hoe lang zal 't nog dnien, vóór 't ver stand de vrees overwint door gerustttellende verklaringen? Zoo zijn er talrijke dingen in het kinder leven, die op zichzelf al van beteekenïs zijn voor de psychologische wetenschap, maar bovendien van buitengewoon gewicht zijn Toor het juist begrip van ome taak als op voeders. ledere vader en moeeter zal zich dadelijk soortgelijke verschijnselen in bet kinderleven herinneren, maar wij merken ze u p als curio sum, denken in de verte niet aan experimenteele p&ycholosïe, houden geen geregel" aanteekeuing van onze observaties, en zoo bestaat La eenige jaren slechts als vage herinnering, wat voor de wetenschap mis schien waarde zou hebben, als 't diiect, ge dateerd, op schrift gesteld was. Hoe verwyt ik me dikwijls zelf, dat ik te zy'ner tijd niet allen arbeid heb laten liggen, orn mij geheel vrij te maken voor de txperimenteele studie van mijn eigen kleinijes, want nu ben ik bly'ven zitten met de bittere gedachte, dat ik schatten van kasteiyke obser vaties onbenut heb gelaten. Daarom een warm woord van opwekking aan alle ontwikkelde moeders, om een ge documenteerd levensbericht te schrijven van hun ei^en kinderen. Het hier aangekondigde boekje kan hun daarbij een gids zijn. Maar wie 't hooge belang van deze zaak duidelijk voelt, zal my toestemmen, dat een gids wel iets, maar nog niet allee is Er moet een centrale instelling zyn, die de observaties verzamelt, tchift en rangschikt, daaruit algemeene conclusies trekt, maar ook ouders kan voorlichten omtrent de beteekenis van hun observaties en de leiding, die zij aan een waargenomen verschijnsel kucnea geven. Daarom heb ik in mijn binnenkort verschijnen den Brief over Opvoeding" XII de oprich ting van een bureau voor medische en paedagogüche advüzen bepleit. En ik hoop met dit stuk genoeg harten te veroveren, ona binnen kort die instelling in het leven te kunnen roepen. J. KLEEFSTKA. VOOR BOEKENLIEFHEBBERS. Een belangrijk werk voor hen die belangstellen in de gtschiedenis van het boek verschijnt binnen kort onder den titel The romance ff bookselling, door F. A. Munby. Het werk geeft de ge schiedenis van den handel in boeken van de oudste tijden af, alsmede een schets van het ontstaan van Stationeis' Company", de Engelsche boekhandelaar s- vereeniging. MICHEL-ANGELO'S WERKEN. In opdracht der italiaangche ? regeering en onder leiding van drie voorname italiaansche geleerden, zal binnenkort de groote nationale-uitgave van leste onderzocht en kalmsnel den steenwnrm verwisssld voor blauwen wurmuit zijn jaszak. Hij had daar zijn massief beproefde vertrou wen in, nimmer nog had hij daarmee gefaald. Een oogenblik nadat het echot was gevallen dat de partijen t an water en land met bittere hevigheid op elkaar in had te drijven, dat de gestrekte armen met een trilling van moed en vaardigheids-spanning doorscbokken zou en de visschen als glinsterende bliksemstralen zju doen opschieten naar het verwenschta menschenras om den kostelijken epijj van den wurm met een listigen ruk te vermees teren terwijl als een leegte van geluid loosheid geworden wssrond het water, waarin de s:ry'd van mensch en dier nu hevig stil lag ontbrand, zag de Zeere reeds een echoonen worp beloond en had een kapitalen baars omhoog getild. En dat, terwijl niemand rondom nog beweging in zy'n dobber gevoeld of slechts een uitgeworpen, een ge banvloekte snoek, voorn of blanke blei ver geefs hal opgetrokken. Een luid gelach lolde achter de Zeere op, het was deKooie, die begre pen had en uitbundig vertrouwelijk juichte; hij was naderbij gekomen en weri luidruchtig, en reeds voelde de Zeere de beklemming van het gevaar der al te gunstige victorie. Doch hij dur/de niet beter dan met zyn onbegrepen blikken waarschuwen, opdat men niet dadelijk toesnellen en hem ontmaskeren zou. Hy' poogde het verboden aas vergeefs voor de Rooie te verbergen, en die stond reeds op de knieën te si f ui en uitbundig te dazen en te gieren: Jai kan de fan, Seerel" riep ie, gedorie, jai weet 'r ... jai weet 'i van of hoor, mit... mit je boarsies em je steenwurrum ... en hy stond met rood verhitten kop en gloeien de oopjss rond te roepen, van louter pleizier en innige zoetigheid om de Zeere zyn goochernig.üf. Terwijl men. de Rooie zat toe te sissen om zyn jolig lawaai, en hij als ant woord de visjchers bespotte en uit fijn plei zier luidkeels vieze liedjes begon te zingen, om de visschen op te jagen naar de dobberp, zei hij, haalde de Zeere een schoone serie beminnenswaardige baarzen op, tot men hem met wantrouwende blikken aan zag en van de eerlijkheid en de kemissie begon te spreken." Naast hem lagan de dob bers roerloos in het verraderlijke en als be hekste water, een enkele medestrijder in zijn labyheid was door een walhapper omver getrokken en bijna in de plas gevallen, Doch reeds daagde een commissaris op, terwijl de Rooie te luider te gieren en te zingen stond nu hij spul" zag komen. Je goat d'r uit," riep hij, Zsere, ik geloof dat je ze sellesan je hoak doet." De Zeere zag zuur-spijtig doch vrcolijk om: Hoe sterk hij gebleven Miehel- Angelo's werken verschijnen, die 'op het leven enden arbeid van den kunstenaar een geheel nieutr licht werpen zal. Corrado Ricci, Guido Bisgi n Giovanni Poggi zijn als leiders der uitgave, die vijf deelen zal omvatten, aangewezen. De briefwisseling van den grooten schilder en bouwkundige zal drie deelen beslaan, terwy'l de beide andere deelen zijne gedichten zullen be Batten, welke met kritische noten voorzien zullen worden. Verder zal deze uitgave de aan MicbelAngelo gerichte brieven, ongeveer 800 in getal, be fatten; waaronder o. a. correspondentiën van Franz I van Frankrijk, Cosimo I, Catharina di Medici, Sebastiano del Piomto, Jacopo Sansovino, Francesco da San Galla, Giorgio Vasari en vele anderen. ONKERKELIJKE EU:SISCHE SCHRIJVERS. Uit St. Petersburg komt het bericht dat de bis schop van Saratow bij de Synode de excom municatie van een aantal bekende russieche schrijvers heeft voorgesteld, die zijns inziens te paganiatiseh zijn. Oader de namen der vcorgestelden zijn o. a. Merescbkowski, L^onid Andrejew, Arzybaschef en Gorki. PoEKVEEKOorixG TE LEIDEN, Bij de firma Burgersdijk & Niermans Templutn Salomonig" i al van 14 23 Nov. een belangrijke boekverkooping plaatshebben. O. m. worden dan verkocht de boekerijen, nagelaten door Dr. F. F. C. Fifcher, rector van het Gere formeerd gymnasium te Arnhem; F. v. Rysens, historicus en district-schoolopziener te Alk maar ; N. A. Cramer, leeraar in de geschie denis aan het gymnasium te Zwolle; E. Oort, hervormd predikant te Ruurlo, benevens andere belangrijke verzamelingen ook op rechtsgeleerd gebied. De catalogus be^at 5200 nrs. De boeken zijn Vrijdagen Zaterdag 11 en 12 Nov. te zien. Dezelfde firma kon digt aan voor de maand Dec. eene auctie uitsluitend op het gebied der geneeskunde, scheikunde, exacte wetenschappen en natuur kennis. Den Gulden Winikel, No. 10 Johan Konir gr, De literatn ar-beweging van '80. Andréde Ridder, By Victor de Meijere. Annie de Grasff, Russische letteren, Tooneel, door Simoa B. Stokvip, enz. Da Samenleving, No. 17. Onze beschaving, ? Ty'dspiegelingen. Willem Maris, f. Da Invitatie. Het begrijpen van litteraire kunstwerken. Een Jeanne d'Arc-studie. Theaterkunst. De inlijving van Korea door Japan en hare vermoedelijke gevolgen. Een dag van een salondame onder Louis XV. Raskin als maatschappelijk denker, enz. Eigtn Haard: De bosrin van de Enghorst, door Lite Klaver, I. ? Nederland voor hon derd j *r en, door Generaal Wüppermann.III Dj onthulling der Graftombe van Prinses Amalia van Nassau Dietz, met af o. Vogelbescberming, door Ab. Wigman, met afb. naar foto's van C. J. de Wolff te 's Gravenhage, I. De Herfgt-tijdloos, door J. Sturing, met afb. naar foto's van den schrijver. Een Maleisch sproo>je, door Karla. Fetoflleton. enz. - ' iiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiumiiiiiiiii y-cr regel BOUWT te NUNTSPEET. Inlichtingen by het bouwbureatt Ar t i", aldaar. Piano-, Orgel- en Meyroos *V alshoven, ARNHEM KONINGSPLEIN 9 Interc. Telefoonnummer 913. VLEUGELS en PIANO'S in Koop en in Huur. REPAREEREN STEMMEN RUILEN. Klimaat kuuroord in Zuid-Tyro). Seizoen: Sept. Juni Beziek in 1SOS/10 27.000 gasten. Stedelijke Kuur- en Badplaats: Zanderinstituut, Kondwaterinricating, koolzuur en alle geneeskundige baden, zwembassir. InhaleeriBgs-geneeswyze, druiven-, mineraalwater dritkknren, terrain- en vrye lacht ligkuren 4 geka naliseerde boogebronwaterleidingen. Theater, Sportplaats, Concerten. 20 Hotels Ie Rang, Sanatoria, talrijke Pensions en vreemdenvilla's Prospectus gratis bij de KURVORSTEHUNG. STOKPAARDJES LELIENMELK-ZEEP maakt uw huid zuiver en zacht met jeugdig frissche rose, verbUndendschoone teint, verdrijft zomersproeten, puisten enz en alle verdere huidonreinheden. Verkrijgbaar * ' a 50 cent per Stuk bij Apothekers, drogisten, en coiffeurs. Koopt UITSLUITEND BOTKB ONDER RIJKSCONTROLE. D» STAAT GARANDEERT U een ONVERVALSCHT product* Boterhaiidel ZUIDLAREN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935. was toch had hem dan de Klare van den makker geve'd de Sphinx had hem aangeraakt en uitgewezen. En na een tumult, een opstand, een luidruchtigheid van ernstige vechtwoorden en van plechtig geformuleerde beschuldiging, waaronder steeds, ondanks het onherstelbare verlies, de Rooie «chateren en zingen bleef omdat de Zaere toeh zoo skandalig-euiver in de val liep, mit z'n boars as olifaute die-die vast uit de binne sak hoalde omdat de Ssere dan toch mit se proats as. 'n gehee'.-enthouwer d'r uit wier gemikmakt, mit se deftig smoel om de janges te verlakke, dat 't om te barste was van de sof die-die had, werd toch plotseling de Zeere zelf de leutigheid van zy'n uitgang gewaar en naast de Rooie Btond hij te schateren van den mislukten lol. U heb de eerbaarheid van de wedstrijd aangerand" veroordeelde de commissie-voor zitter, ik zie genoodzaakt U te schorse ik ken u nie langer an de wedstrijd doen ate deeineme". De Zsere stond hem aan te gapen, van zooveel geweld verbluft. Hij nikte, een oogen blik overmand, waarlijk verlegen, zwijgend, naar het plechtatati ge, dikke Zondagsgezicbt van den man der orde en der gerechtigheid. Dan.onderde deels af keurende,deels om leut en kansgroeioolijke of verheugde blikken van den kring van eerlijke bevoorrechten keerde hij zich naar den Rooie en nam diens arm. Lach moar," mompelde hij naar de hengelaars, soete j onges aüemoal, 'k mag laie da-je se vangt hoor, moar da je se ruike kan ook..." En lachend naar den Rooie, met wien ie reeds voortliep, we sai-je de' van? wat-e heer hè? ,'k hède vischvereeniging verkracht, niet? eèi-ie dat niet, de slokkert? 'c lijkt wel 'n moagd... gedoome Rooie, me motte mit de poote werom. Joa," zei-ie, Jai heb me verroaje, stinkert... mit ja sang-beweging en mit jauw drukte... skoreme luisekop l" De Rooie kon niet rechtstreeks antwoor den. Hij liep maar z'n maat op den schouder te slaan en in de zy te porren van het plezier, en hij herhaalde slechts zijn opgewonden beschuldigingen alg even zooveele liefkozingen om de vreugde van het brutale, dikke bedrog. Non," zei de Zeere met 'n zucht, fernit moar, wat selle me anders doen? we binne toch gesjochte lui." Toch towwe jonges," lachte de Rooie, we Seere? toch towwe jonges, wat ?loate me nou toch de pest an de gansche miktaakhebbe... wat Saere? De Zeere stemde wysselyk toe, en terwijl hij probeerde te foeteren tegen de commieseie, speende hy zich tegelijkertijd van het vooruitzicht, ooit een automobiel onder zijn manken poot te voelen wiegen en liep maar met den Rooie verder op. Op den weg vonden zy den Sïheele in 't gras liggen, zwaar snurkend met sijn kop half in een kuil. Zij xroeven hem met hun tweeën uit en brachten hem overeind, en die krachtige beweging met den schrik der plotselinge aanraking en beschreeuwing had den hjm dadelijk een stevig eind ontnuch terd. Hij wreef z'n oogen uit, en vroeg wat er gewonnen waf. Gewonne? Gewonne ?" zei de Kioie. We hadde bekans 'a pak mekasjen gewonne. We jai Ssere ? De Zeere zou straks wel verteller, en zag eerst rond, nadenkend over de goede ver dere leiding. Hij stelde voor, verder te loopen en vooraan in stad, om toch te rijden, een bakkie te nemen. Men juichte hem toe, en toen, na tien minuten, ze met hun drieën in het aapje geheschen zaten, was .hat als keerden zij in volle zege naar huis terug. De Zeere had zyn leed vergeten, da Rooie zong met smaak zijn nauw doordachte straat liedjes en Kees deed hen schuddan van dwaas plezier met het verhaal wat hij daar in 't gras had gedroomd: Hy had zijn vrouw een schitterende machien gekocht, waar het heele huis in gereinigd kon worden, 'k He se d'r allemaol in zien stappe", vertelde hij, me wëf en de beide jonges, en de heele santepietekroam mét de borde en de voate en de stoele en toafel en de hond d'r bai. en toen ik gong kake wie d'r stond te draaie, toe lachten ik m'n uge me moag stuk, aèg d'r stong me seo'n groote gkellevis s'n age't klapsuur aan 'n rad te droaje mit de boak nog in se bek en 'n stuk wurrum d'r an bengele man..." Men schaterde in het rijtuig en de koetsier, omkijkend van z'n bok, glunderde hen kameraadschappelijk toe, vrijgevig r onder'nsodig te achten de reden te weten. Zy reden langs een vischstal op de Haarlemmerstraat en kochten daar poon, drie zakken vol, en toen ze bij de Scheele thuis hwamen, slopen ze naar de keuken om zich in deu geur* en de pittigheid van d ie droge buit te verdiepen. Maar Jans, de vrouw, had het gerucht ge hoord e,n op de «cherpe lucht van de visca was ze uit bed gesprongen en in haar nacht jak schoof ze na een ommezien bg om haar deel van de lijne snoepefij als ontbijt te genieten. .,, ,. ? De nederlaag was volkomen vergeten, en zij zaten nu met-htm y^erefl jp tjjken^vrede te bijten en téscheuten ^n te .^.tikken van het lachen by" de gerookte poon, die de eer i ge droge herinnering was aan den grotesken tocht naar den vischwedstryd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl