Historisch Archief 1877-1940
3IV1741
DE AMSTERDAMHER
1910
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Onder recLacti© -van.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
?
LUitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ....../ 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar, bij vooruitbetaling, ..... B mail 10.
A&onderujke Nummers aan de Kiosken verknijgbaar 0.121/»
Zondag 6 November.
Advertentiën van 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer. .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
f 0.25
. 0.30
,0.40
INHOUD:
! TAS VERRE EN VAN NABIJ; Eengroot
man. De geschiktheid der vliegmachines
voor militair gebruik, I, door E. A. A. van
Heekeren. Uit bet Noorden, door Rad
boud. SOCIiLE AANGELEGENHEDEN:
Het goed recht der christelijke vakbeweging,
door M. J. G. Knijpers. FEUILLETON:
Hoe Egbert Hazewinckel dan
vier-en-twintifBten Juli zijn vrijen Zondag-middag door
bracht, door J. Everts. KUNST EN LET
TEREN : Carry van Bruggen, De Verlatene,
beoordeeld door Frans Ccenen. Ingezon
den. BERICHTEN. - yROUVFESR
BBIEK: Jodendom en Feminisme, door R.
de Vries-Brandon. ALLERLEI, door
AlIcgm. UIT DE NATUUR, door E.
Heiaotaft. Fritz Rsuter's honderdjarige. ge
boortedag, met portretten, door Gaorg
Grnnewald Kzn. De Hagespelera met
.De Rivalen" en Agnes Sorma-Mjina Vanna,
door dr. P. H. van Meerkerken Jr.
Tentoon? elling Louis W. van Soest in deo Larenechen
kunsthandel, door W. Steenhoff. C. K.
H. de Nbréa tot Bibberich. Een beschouwing,
door PlMechaert. Agnes Soroaa door
lAhasky. Charirori. _ FINAN.IEELE
EN OECONOMI8CHE KRONIEK, door V.
d. M. en V | d. 8 Br even van Oom
Jjdocns. SCHAAKSPEL
DAMRUBEIEK AOVERTftNTDBN.
«HIIMIIIHIIHMIIIIIIMIIMIIMIIIIIIIMIIHIIIIIIimHIIIMMnilllimillMIIIMIIII
Een groot man.
Frankrijk, bet land van het klein be
ek (en dikwijls van de groote phrase)
?verlangt telkens te inniger naar rust,
naarmate de politieke stormen er heviger
hebben gewoed.
Het is een vreemd land, waar de kunst
zich zoo dikwijls verjongt, terwijl ner
gens, in breedere lagen, de dofste tra
ditie zoo onuitroeibaar voort woekert; een
vreemd land, waar de moedigste en
oorspronkelijkste gedachten openbloeien
op een harden bodem van onwankelbaar
conservatisme.
Het is het land, waar de wedstrijd
voor ieder open staat welk verleden
hij ook hebben mag naar de hoogste
eereposten, die hij echter alleen bereikt
en behouden kan, als hij een
voortdurenden waarborg geeft voor het al mach
tige Behoud.
Reeds merkten wij vroeger op, hoe
men de positie van Briand duidelijk kan
verstaan, indien men tusschen de regels
der groote Europeesche pers weet te
lezen: Briand is de zaakwaarnemer der
rustverlangende burgerij: Briand ziet,
dat zijn voorloopige taak geen andere
wezen kan, dan zich den onmisbaren
-directeur te maken der groote naamlooze
vennootschap, die het vaderland" heet,
en feitelijk een samenrotting is van machts
posities, waaronder vele overleefde zijn,
en van financieeleibelangen, die slechts tot
schade worden behartigd van de
algemeene.
Men vraagt Briand niet waar hij
vandaan komt en wie hij is. Verstaat
hij de directie? Houdt hij de boel bij
elkaar" P Zal hij, zelf dief, het best de
dieven vangen? Men behoeft toch geen
sympathie te koesteren voor zijn zaak
waarnemer, geen achting voor een
politieepeurder men houdt desnoods, op een
afstand, een bewonderende rederoering
orer hen, als ze goed hebben gewerkt;
men wil, als het nut heeft, een stuk
teekenen dat men ze hoogschat... men
valt hun nimmer af....
E a eindelijk, als men niet meer buiten
zoo iemand kan, vangt men vanzelf ook
aan zoo langzamerhand ? een eerst
onverschillige, daarna meer en meer
bewonderende, werkelijke hoogachting
voor hem te koesteren ... zoo zijn wij nu
eenmaal gemaakt l
**»
De heer Drumont, die een der groote
mannen is van een totaal failliete partij,
veroorlooft zich dikwijls de weelde de
zaken te zeggen zooals ze zijn.
Het is eigenlijk", zoo schreef hij kort
geleden ongeveer, een naar het krank
zinnige neigende immoraliteit:vanzoo'n
man als dien Briand, die zijn zwakkeren
broeder nog kortelings aansporend tot
algemeene werkstaking en revolutionair
verzet, op dit oogenblik zich evengoed
eocialist noemend aan werkstaking en
begin van revolutie op alle manieren den
kop indrukt, de zwakkere broeders op
straat zettend opdat hij zelf op het
kussen blijft zitten".
Zonder twijfel is het een volstrekt
immoreele vertooning. Maar het ia een politieke
vertooning. En politiek wordt gaarne van
een reeds meer ingeroepen, en in deza
nog ruimer te begrijpen
zakenstandpunt" beoordeeld. Da ontzaggelijk groote
belangen, die de pers te bewaken heeft,
maakt het haar onmogelijk anders dan
in vleiende leugentaal over hen te spreken,
die, gelijk Briand, een deel dier belangen
behartigen.
*,*
Wat Briand zeker goed gezien heeft
is de onvruchtbaarheid van het socialisme
voor den roemzuchtigen staatsman. Daar
is alles te halen a condition d'en sortir.
De tijd, dat er voor de revolutionaire
beweging der arbeidende klassen iets
wezenlijks in Europa te winnen zal zijn,
schijnt nog zoo buitengewoon veraf. De
massale macht der burgerlijke belangen
is eigenlijk nauwelijks even in haar
voegen geschokt; de veelbesproken ont
aarding en verdorvenheid der burge
rijen, al is haar verloop wat sneller,
bereikt in de meeste landen op verre na
niet de weeke verslapping van den adel
in het Frankrijk der achttiende eeuw,
en mag gezondheid en kracht heeten,
vergeleken bij de toestanden in het Eome
der décadence.
Met instemming kan men aanhalen
wat, volgens de N. Ct., de anarchist
Biebke zegt in zijn rapport aan het
orgaan der Duitsche vakvereenigingen,
over den politieken toestand in Frankrijk:
Wij hebben (zoo echryft hy) weer eens
gazien, dat de burgerlijke maatschappij
vaster zit dan wügemeenlijk denken...
Neen zy valt niet om gelijk de muren
van Jericho wanneer wjj er tegen schreeu
wen. Neen, wij beliegen ons zelf, wan
neer wij gelooren, dat zij door ean koenen
aanloop uit het zadel te lichten is...
Hier b$ de spoorwegstaking is gebleken,
?waartoe zij nog in staat is. En dit, niet
tegenstaande het geheele staatsraderwerk
in Frankrij k in wanorde, verwoest, gebult
en verbogen werd, niettegenstaande de
sabotage van hst syndicalisme werkelijk
verschillende deelen van het systeem
onbruikbaar heeft gemaakt.... De
heerscbende klaste in Duitschland is sterker,
innerlijk steviger, veel
weentandskrachtiger, dan ds in staat van ontbinding
verkeereude Fransche bourgeoisie. Onze
strijd zal veel heviger zyn. Hoeden wij
ons daarom voor zei f misleiding."
Zijn te zwakke vriend, het syndica
lisme, heeft Briand, wiens revolutionaire
gezindheid in 1904 op het
Amsterdamschfe congres bizonder in het oog liep,
maar ineens in zijn armoedje alleen
laten staan, en hera verlaten, om over
loopend naar den machtigen vijand, aan
diens overdaad van roem en heerlijkheid
zich beter te warmen.
* *
*
Briand is overigens een type, als de
historie noa; niet geleverd had, en die
voor de volledigheid toch niet kon worden
gemist: de socialistische avonturier.
Men wijze niet op Millerand en Burns.
Zg zijn theoretici geweest en niet vooral
revolutionairen. Ook niet op den nu reeds
gekantelden, zwakken Viviani. Briand:
dat is de groote proletarische editie der
klassieke Alcibiades-figuur: een volks
editie en mitsdien niet varguld op snee,
maar een dik boek toch, en waar de
wereld van spreken zal!
Als die elegante Athener, die na
eerst haar roem te zijn geweest, met de
Spartanen op zijn moederstad aftrok, om
later, met een Perzisch satraap de twee
Grieksche rijkjes tegen elkander ophitsend,
beide vaderlanden te verzwakken, en te
eindigen in een in brand gestoken huis,
door pijlen doorboord, terwijl hij in de
armen lag eener courtisane, zoo heeft
men in Frankrijk den proletarischen
overlooper, die van dezen naar genen zal
gaan om de grootste rollen te kunnen ver
vullen, en die misschien ooit nog als de
dictator, waarvoor men hem te vroegtijdig
gescholden heeft, door een vulgaire bom
van zij a slim maar onwaardig leven zal
worden beroofd, of zeer burgerlijk als
president der Republiek zijn carrière zal
eindigen....
Deze wereld levert geen Alcibiades
meer van edele structuur. Da tijd dei
militaire gelukzoekers schijnt met
Napoleon I te zijn afgesloten. Een
uiterst glad advocaat, niet belast door't
gewicht van een geweten, en unverfroren
in alles en ten allen tijde is onze avon
turier van nu.
Het is niet verheffend te bedenken,
dat het voor de groote mannen", willen
ze slagen, gewenscht is van de makelij
te zijn van dezen man.
De geschiktheid der
vliegmachines voor militair gebruik.
i.
Er is in den laatsten tijd, vooral in
Frankrijk, zooveel met de vliegmaohine
gepresteerd, dat men daar te lande, meer
nog dan elders, van plan is van den
aeroplaan voor militair gebruik partij te trekken.
Met rechtmatigen trots wordt o.a. gesproken
van den tocht door kapitein Marconnet met
luitenaat Féquand volbracht. Men herinnert
zich wellicht dat die twee officieren den
160 K.M. langen afstand van Chalons tot
het oefenterrein van Yincennes op hun
tweedekker in drie uur hebben afgelegd.
Toen zij aankwamen was er van de mee
genomen 75 L. benzine en 30 L olie, naar
men wil, genoeg over om nog 100 K.M. af
te leggen. Féquand had aan het stuur
gezeten, terwijl kapitein Marconnet den weg
aflig van een op den rug van Féquand
bevestigde kaart, welke doer een vernuftig ?
uitgedachte inrichting op- en af kon rollen.
Marcocnet bracht zijn aanwijzingen aan
Féquand over door een microfoon van eigen
vinding.
Ook de vlucht in het Noordoosten van
Frankrijk heeft de noodige geestdrift ver
wekt en veel merkwaardigs te zien gegeven.
Dit alles maakte, dat het Frangche
legerbestuur in ruime mate wenschte te kunnen
beschikken over vliegtoestellen. Binnenkort
zullen bij het leger dan ook 20 vliegtoe
stellen in dienst gesteld zijn. Tevens werd
den 15en Juni te Vincennes de eerste school
ter opleiding van militaire lucbtschippers
geopend. Deze school staat onder leiding
van kapitein Marconnet en de luitenants
Cammerman en Féquand. Voor het einde
van dit jaar zullen er reeds 200 kapiteins
en luitenants tot bestuurders van vlieg
toestellen zijn opgeleid, ongerekend de in
de vliegscholen van Pau, Sedan, Villacoublay
e.a. gevormde officieren. Tegelijk met de
opening der school van Yincennes zouden
er 8 loodsen voor vliegmachines gereed zijn
en spoedig hoopte men er nog vyf klaar
te hebben. Met de opleiding tot bestuurder
van vliegtoestellen gaat gepaard een op
leiding tot balloncommandant. Het kan zijn
nut hebben er hier de aandacht op te ves
tigen, dat men ook in Frankrijk de grootste
waarde blijft hechten aan het doen van
tochten in vrije ballons en het opstijgen in
kabelballons. Zoo kan men toch alleen
officieren vormen, die behoorlijk onderlegd
zijn voor de veel moeielijker verkenningen
uit de zich snel voortbewegende vliegtoe
stellen. Dit tot naricht van degenen, die
smalend spreken over de tochten van vrije
balloos.
In het bovenstaande werd in het kort
weergegeven wat in den laatsten tijd in
Frankrijk van militaire zijde voor de
aviatiek is gedaan. Dat men ten deze ook in
andere landen niet heeft stilgezeten mag
beken i verondersteld worden, maar in
Frankrijk heefc het vliegtoestel meer dan
elders de harten der militaire bewindvoer
ders veroverd. De geestdrift heeft het koele
verstand echter hiermede ook parten ge
speeld, zoodat het tijd wordt eens na te
gaan in hoeverre de hooggespannen ver
wachtingen bij het tegenwoordige standpunt
der aridtiek gerechtvaardigd zijn.
Men heeft bij de schitterende prestatie
van al die koene vliegers te veel vergeten,
dat dit alles slechts de voorbode is van
hetgeen een rlieg toestel met automatisch
evenwicht te zien zal kunnen geven. Nu
moet men helaas nog het treurige feit ver
melden, dat van elke 15 luchtschippers er
een doodvalt. En bij de hooggeprezen vlucht
in het Noordoosten van Frankrijk zijn er
van de 26 ingeschrevenen slechts 8 ter be
stemder plaatse aangekomen en van deze
8 hebben er maar 3 of 13 pCe. volkomen
aan de gestelde eischen voldaan. Een toe
stel, dat nog zooveel onzekers biedt, heeft
nog een langen weg van proefneming voor
zich, alvorens men er in den oorlog ten
volle op zal kunnen bouwen. Dit neemt niet
weg, dat reeds nu in den oorlog onder gun
stige omstandigheden van de diensten der
vliegtoestellen gebruik zal kunnen worden
gemaakt. Ik stel mij voorindeondervolgende
regelen aan de hand van hetgeen deskun
digen ter zake hebben bekend gemaakt, aan
te geven welke diensten wel en welke niet
van de aeroplaans kunnen worden verwacht.
Alle deskundigen z\jn het er wel over eens,
dat de vliegtoestellen, mits bemand door
stoutmoedige bekwame bestuurders en goed
onderlegde verkenners, onder gunstige om
standigheden goede diensten zullen kunnen
bewyzen voor de verkenning in ruimeren
zin. De bewering, dat de aeroplaans heele
cavaleriedivisies zouden kunnen uitsparen,
moet worden voorbijgegaan. Daargelaten,
dat aan de ruiterij niet uitsluitend de ver
kenning wordt opgedragen, behoeft men
maar te denken aan de veelvuldig voor
komende regens, nevels, mist en stormen
om te beseffen, dat het vliegtoestel nog te
veel van den weerstoestand afhankelijk is
en dat dan de cavalerie als van ouds vooruit
zal moeten gaan om het gordijn, waarach
ter de vijand zijn bewegingen verbergt, te
verscheuren.
Zijn de omstandigheden echter gunstig,
d»n is het zeer goed moaelijk uit een vlieg
toestel te iverkennen. Men heeft beweerd,
dat de groote snelheid waarmede een vlieg
toestel zich beweegt de tweedekker van
Wright maakt b.v. 72 K.M. per uur een
bezwaar oplevert voor een zorgvuldige ver
kenning uit een aeroplaan. Die meeniag
wordt echter van deskundige zijde bestrede_a.
De schrijver van een artikel ter zake in
Der Tag", verklaart eenige jaren geleden
met den later omgekomen kapitein v. Sigsfeld
een ballpntocht gemaakt te hebben, waarbij
de gemiddelde snelheid 148 K.M. per uur
bedroeg. Ook bij zulk een snelheid kan men,
zegt hij, met genoegzame nauwkeurigheid
militaire verkenningen uitvoeren, als men
zich maar hoog genoeg bevindt, d. w. z.
600?1000 M. Dat men hierbij geen kijker
zou kunnen gebruiken wordt door denzelfden
schrijver op grond van eigen ervaring ont
kend. HU zegt: Men kan zelfs zijn kijker
voor het oog zetten en in het terrein bij
zonderheden opsporen. Wij konden b.v. met
den kijker duidelijk de witte borden op een
sneltrein Berlijn-Breslau lezen. Mocht het
noodig zijn aldus diezelfde schrijver
een streek te doorzoeken, welke door steile
hellingen geen goed overzicht toelaat of
door zwaar geboomte overhuifde wegen,
waarlangs groote troepen massa's verwacht
worden, waar te nemen, dan staat het den
bestuurder van een vliegtoestel vrij langen
tijd kringen te beschrijven; en of die kringen
dan 20 M. meer of minder middellijn hebben
dan beslist noodig is, doet daarbij niets ter
zake. Uit een technisch oogpunt is er geen
bez waar tegen het beschrij ren van kringen
met een vliegtoastel. Men hou Ie daarbij
vooral in het oog wat een officier uit een
aeroplaan heeft waar te nemen! Hu behoeft
geen enkele soldaten op te zoeken, maar de
al of niet aanwezigheid van groote troepen
afdeelingen vaststellen en den opperbevel
hebber een overzicht schenken van een zoo
groot mogelijk gedeelte der vijandelijke
strijdkrachten.
Een nadeel is het, dat in oorlogstijd altijd
uit een groote hoogte zal moeten worden
verkend om het gevaar van neergeschoten
te worden te ontgaan. Op 600?800 M is
een militair vliegtoestel pas in zijn element;
de vluchten dicht boven den grond, zooals
tijdens de allerwegen georganiseerde
yliegweken wel eens worden vertoond, zijn uit
een militair oogpunt waardeloos. Op die
groote hoogte zal de vlieger, het is inder
daad een bezwaar, doorgaans een wind aan
treffen, die tot 5 M. per seconde sterker is
dan in lager sferen. Technisch bestaat er
echter geen bezwaar tegen het op groote
hoogte vliegen. Reeds ten vorigen j are heeft
zoowel Hubert Latham als Orville Wright
verklaard, dat het vliegen op groote hoogte
slechts een-kwestie van persoonlijken moed
is. In den laatsten tijd schijnt men echter
de ervaring opgedaan te hebben, dat 3000 M.
de grens vormt, daar dan de motor neiging
vertoont minder goed te werken. Deze grens
is echter zoo ruim, dat er voor militair
gebruik der vliegtoestellen geen rekening
mede behoeft gehouden te worden.
Bij het verkennen uit groota hoogte zal
het onmogelijk zijn tegen gezicht van boven
gedekte, in bosschen, boereDhofsteden, of
derpen opgestelde troepen te ontdekken.
Yan Duitsche zijde wordt er b.v. de aan
dacht op gevestigd, dat ook verkenners in
vliegtoestellen bij de verkenning voor
Gravelotte-St. Privat de Franschen niet in het
boschperceel Oost van Yerneville hadden
kunnen o afdekken en zeker hadden züniet
kunnen melden, dat de laatste aanval over
een zacht glooiende geheel dekkinglooze
helling van een 1200 M. zou moeten ge
schieden. Zulk een belangrijk bericht kan
men slechts verwachten van de zich over
de aards bewegende patrouille, die haar
plicht doet.
Zoo komen we tot een ander bezwaar,
verbonden aan het verkennen uit groote
hoogte, n.l. dat dan het geheele terrein zich
voordoet als een vlakke landkaart; hoogten en
inzinkingen kan men slechts in den vroegen
ochtend of des avonds er aan herkennen,
dat de geringste verheffing van den bodem
dan een lange schaduw werpt. Men moet
dan in den geest het beeld van het terrein
samenstellen, zonder echter geheel voor de
juistheid te kunnen instaan. Vooral het vlieg
toestel, dat steeds in snelle beweging moet
worden gehouden, verkeert te dien aanzien
in een ongunstigen toestand. De vlieg
machines zullen vooral diensten kunnen
bewijzen door snel te melden, dat er groote
troepenafdeelingen oprukken of dat er tij
dens een gehecht groote flankbewegingen
worden begonnen. Om dan echter goede
betrouwbare berichten te verkrijgen moet
een officier in het vliegtoestel als verkenner
den tocht medemaken, die in het verkennen
uit den alles behalve rustigen kabelballon
ter dege geoefend is. Aan de opleiding van
verkenners moet dan ook de meeste zorg
worden besteed.
Uit het bovenstaande volgt wel vanzelf,
dat een voor de verkenning bestemd vlieg
toestel minstens door twee man moet be
mand zijn, n.l. een voor de besturing en een
voorde verkenning. Dit is echter in verband
met den huidigen stand der
vliegtoestellentechniek geen bezwaar.
Als vanzelf rijst nu de vraag welk type
ran aeroi>laan 'hit gexrltikit r oor de ver
kenning is Het Antoinette-toestel, dat de
toeschouwers steeds door zijn sierlyken vorm
verrukt, kan niet in aanmerking komen,
omdat de verkenner daarop al heel weinig
uitzicht heeft. Voor hem snort de schroef
en ter weerszijden spreiden zich de
vleugelvlakken uit. Hetzelfde geldt voor het Bl
riottoestel, dat overigens in de lucht zich wel
het beste houdt. Een Duitsch schrijver zegt
het niet onaardig, dat op een Blériot-toestel
de waarnemer de plaats heeft van den
duimeling op de zwaluw." Voor een sterrekijker
een uitstekende plaats, maar aan sterre
kijkers hebben we bij de verkenning geen
behoefte. Het geschiktste model voor de
verkenning schijnen wel de tweedekkers te
zijn, waar bestuurder en waarnemer onder
de vleugels van den reuzenvogel zitten.
Voor den kondschapsdienst zullen de vlieg
toestellen dikwijls ook gewichtige diensten
kunnen bewijzen, door belangrijke beriahten
over groote afstanden zeer snel over te
brengen. Zij zullen dan zonder dalen ver
schillende afdeelingen of kwartieren zulk
een bericht kunnen bezorgen door het aan
een zwaar voorwerp verbonden te laten
vallen. Er ware dan voor elke groote
troepenafdeeling of kwartier een teeken vast te
stellen, dat het vliegtoestel maar heeft te
vertoonen om de belanghebbenden te
waarschuwen, dat er voor hen een bericht aan
boord is. Een voordeel hierbij is, dat dan
de wegen een beetje ontlast worden van de
door hun gtofrorming zoo hinderlijke auto
mobielen, die nu veelal de beriohten hebben
over te brengen.
E.A.A.VAN HEEKEREN,
(Slot volgt) gep. kap. N. I. L.
Dit het Noorden.
De nieuwe burgemeester van Bolsward
is verleden week geïnstalleerd. Men weet
dat over diens benoeming nog al wat te
doen is geweest De man heette een mis
lukt student te zijn, was nu rijwielhandelaar
en had het b\j de jongste stemming voor
een raadslid niet eens tot herstemming
kunnen brengen. Er werd dan ook op ge
zinspeeld dat hij zijne benoeming wel zou
hebben te danken aan het feit dat hij een
zwager was van wijlen 't Kamerlid H. Okma
en aan den grooten invloed welke de familie
Okma in Saeek en omstreken bezit.
Wat daarran Jwaar zij, zal wel moeilijk
bewijsbaar zijn; wel is het waar dat de
familie Okma nog al in aanzien is, wat ze,
behalve aan haren maatschappelijkan wel
stand, voor een deel moet hebben te danken
aan hare jovialiteit en de demokratische
neigingen van enkele harer leden.
Het eerste Kamerlid (niet het
EersteKamerlid) Okma, gekozen omstreeks 1887
in 't distrikt Weststellingwerf heette zelfs
christelijk-socialistisch te zijn, doch heeft
als Kamerlid aan geen enkele verwachting
beantwoord. Zijne verkiezing is echter in
de herinnering gebleven door de omstandig
heid, dat hem mogelijk werd gemaakt door
stemmenruil tusschen anti-revolutionairen
eocialist er, in de districten Sohoterland en
Weststelliügwerf. In eerstgenoemd district
was toen n.l., tegen aller verwachting in
Domela Nieuwenhuis, pa* uit de gevangenis
ontslagen, in herstemming gekomen met
Heldt en in Weststellingwerf de
antirevolutionaire boor Okma met den liberaal.
De leiders der anti-reyolutionaire en die
der socialistische vereenigingen hebben toen
de hoofden bij elkaar gestoken en de handen
ineen geslagen, om in Weststelling werf Okma
en in Sjhoterland Nieuwenhuis gekozen te
krijgen, dat met beiden isjgelukt. Wel wor
den Dr. Kuyper eu de zijnen niet gaarne
aan deze geschiedenis herinnerd, maar niet
temin is deze toen alzoo afgespeeld. Bij de
volgende periodieke verkiezing vielen Okma
en Nieuwenhuis beide weer uit, de eerst e mede
omdat hij als Kamerlid totaal niets gepres
teerd had. Ook het latere Kamerlid Okma,
de advokaat H. Okma te Saeek, beteekende
als Kamerlid weinig; waarschijnlijk omdat
bij te Saeek een te drukke
advokatenpraktijk had, om zich de
Kamerwerkzaambeden genoeg te kuonen aantrekken. Des
niettemin bleef hij bij zijne geestesverwanten
zeer gezian en oefenen werkelijk enkele
zijner familieleden een nog al grooten
invloed uit; maar als de liberale bladen
hierover min of meer smalend schrijven,
dan moeten ze niet vergeten, dat hetzelfde
eveneens met sommige liberale families,
adellijke en niet-adellijke het geval is en
dat het er maar aan ligt of rechts of links
aan 't roer is, hoe deze invloeden zich laten
gelden bij 't bezetten van vacatures in open
bare betrekkingen.
Dat de nieuwbenoemde burgemeester van
Bolsward zijne studiën niet heeft kunnen
voltooien, is opzichzelf nog geen bewijs dat
hij een domkop is. Er zijn meerdere mannen
voor en na geweest, die ongeschikt bleken
te zijn voor studie in een bepaalde richting,
maar die desniettegenstaande zich wel
degelijk heldere koppen en flinke werk
krachten toonden als ze zich konden wijden
aan zaken die hunne voorliefde genoten.
Bovendien is Bolsward, een stadje met
ruim 7000 inwoners, nu juist niet eene ge
meente, die om haar te besturen een man
van buitengewone capaciteiten of theore
tische kennis zou eischen. Iemand met een
goede dosis gezond verstand en goede werk
kracht kan zich daar in de gemeentezaken,
dunkt mij, wel inwerken.
Mijn oordeel is dus dat enkele liberale
bladen over deze benoeming wat al te hard
alarm hebben geblazen en zelfs al» mocht
blijken dat de heer Oberman niet de rechte
man op de rechte plaats is, dan nog mogen
die bladen wel bedenken dat ook onder
liberaal bewind wel burgemeesters ia Fries
land en elders zijn be:oemd, die aan snug
gerheid nooit gebarsten zijn. Man moge het
voor eigen partij willen ontkennen, tot
dusver hebben evenmin liberalen als
kerkelijken zich vrij kunnen houden van vrien
den-invloed bij benoemingen, en het spreekt
pok wel vanzelf dat men verbazend sterk
in zijn schoenen moet staan, om daaraan
weerstand te kunnen bieden. Zelfj al be
doelt men inderdaai de meest geschikte
personen voor te dragen, dan nog werken
onwillekeurig de raad en de we^nschen van
vrienden, geestverwanten op ons in. Laat
men dit erkennen en gemeenschappelijk het
kwaad tot een minimum trachten te beper
ken, door niet alleen bij daden van tegen
standers, maar pok bij die van medestanders
de kritiek, indien noodig, te laten gelden.
Een ander nieuwtje in Friesland, hoewel