Historisch Archief 1877-1940
8
D E A M S T E R D A M MER W K K £. R. L A U V O O R . N K 1) E R L A N D.
. 1741
Hecri Dnnaiit. t
De in Zwitserland deze week overleden
stichter van het Boode Kruis, Henri Dunant.
mede door hem oog gekregen voor al het
kostelijke dat óns goede onde dorp ons heeft
kannen opleveren; zqn wij' gaan waarnemen
met groeiende liefde al die schijnbaar dood
gewone, maar toch elk voor zich zoo bijzondere
menschenkinderen, die in onze jeugd j ar en on
ons woonden en leefden.
Want we hebben ze allen bezien in zqn
licht, en omgeven met verbeelding uit zyne
figuren. Hier stond voor ons de boerderij
van Jong Jochem en daar wasPümpelhagen;
en we hadden onder de dorpelingen die
ona aan Havermann en aan Briisig herin
nerden. ...
Liefde voor den mentch, in welken vorm
bqzich vertoont. Die leert ons zijn humor, welke
immers niet werkt met schrille kleuren, doch
licht en schaduw dooreen weet te mengen.
Wél teekent de schrijver ons in zqn figuren
besliste sympathieën en antipathieën; wél
stelt hu deugd en ondeugd vierkant tegen
over elkaar, en de fijne nuanceeringen onzer
moderne psychologen zqn hem te subtiel;
doch de karakterfouten zijner helden, hij
maakt ze belachelijk en stelt ze in baar
d vaagheid aan de kaak in plaats van er tegen
te toom; n
Zóó Raat daar door zijn hoofdwerk, de
Stromtid", de heer entspekter Braaig als
het meest alledaagsche menschenleven met
een hengelroede in de hand", zoo vrijpostig
en lomp ala een, boer op een jaarmarkt",
en neemt de vrqheid de schurken en ploerten
uit het verhaal als entfaamte jezuieters"
hun zondenregister te lezen. En de verma
kelijke wij se waarop deze onsterfelijke held
zqn toorn lacht, doet ons intasschen met de
belachelijke' boosdoeners vrede krijgen.
Ondanks zy'n groote liefde idealiseert Reuter
zqn creaturen niet; doch hq onthoudt zich
ervan hen onsmakelijk te maken. Hij is
realist, maar een die de wereld bekijkt uit
de eigen oogen zijner persoonlijkheid. Geluk
kig voor hem en voor ons, dat deze persoon
lijkheid eene blijmoedige was en deze oogen
van 't licht meer hielden dan van het duister.
Zoo is dan dit boek een boek vol liefde.
En een boek vol stoeren, eerlijken ernst. Een
boek vol blij vertrouwen. Een weldadige
geest spreekt uit deze bladzijden, waarin een
levend mensch zijn.teervoelendémaar kern
gezonde ziel heeft gelegd. Vél heb ik aan
dezen man te danken, en met; mij duizenden,
wier kracht en levenslust hij onder tnoeiely'ke
omstandigheden heeft staande gehouden.
Gezwegen nog van het genot, dat hij ons
door zijn zin voor't komische-in 't-leven heeft
geschonken; : ,
En dan te bedenken, welk een lijden het
leven dezen man beeft gebracht!
Zijn' mislukte studie; zijn gevangenissen;
z|jn droeve hartstocht, die hem lijf en ziel
sloopte. Welk een onverwoestbaar optimisme,
welk > een sterk geloof moet diar in dezen
mensch hebben gewoond.
Over de kunstwaarde zijner werken spreek
ik hier niet. Een honderdjarig jubileum;
andere Heimatskünstler" zijn gekomen;
we hebben Frenssen, we hebben Lazerlöf...
Is hu verouderd, Pritz Reuter ? Waarom
moeten we altijd vergelijkingen maken ? Laat
ze staan... nüast elkaar : Een heerlijk ge
slacht, en gén hunner die voor zijn nieuwe
genooten behoeft te wijken!"
Allerminst hij, aan wiens nagedachtenis
ik op dezen zijn honderdjarigen geboortedag
een persoonlijk woord van dankbare hulde
heb willen wijden.
GBOEQ GEÜNENWALD Kzn.
De flaiespelers met De Riyalen,"
Wanneer de lach van het publiek als
vernuftsmeter gelden kon, zou men The RivaU
van Richard Brinsley Sheridan onder de
sprankelend-geestige blijspelen mogen rekenen. In
een schouwburgzaal echter zijn de tot
vrooIqkheid gestemde toeschouwers reeds in hun
knollentuin, als daar vóór hen op het tooneel
maar wat mal gedaan wordt, als een zonder
linge huisknecht met een bezem lawaai staat
te inaken, als vreemde woorden verhaspeld
worden, in 't kort, als de grappigheid er
maar flink dik op ligt."
Wellicht moet men achttiend'eeuwer zqn,
of een zeer naïef twintigst'eeuwer, om de
aardigheden te kunnen genieten in dezen
.eersteling van den 23 jarigen Engelschen
schrijver, die, volgens historische getuigenis,
in 1775 met dit en andere werken al spoedig
de genegenheid van het schouwburgpubliek
wist te verwerven. Sinds die tijden en
hebbén wy zelf niet reeds eerder Asselijn
en Lingendijk gehad zijn er evenwel
zoovele kluchten en comedies met de typen
en intriges van het genus der Rivalen" ten
tooneele gekomen, dat men telkens denkt:
dat heb ik meer gezien l en de sfeer der
grapjes ia zoo droog en zwaar, dat wie gees
tigheid niet verwart met afgezaagde
tooneelboert, dezen achttiend'eenwschen B ritsenen
humor waarlijk niet meer verduwen kan.
Maar de diepere satire van een Beaumarchais
en de fijnere geest van een De Musset schijnen
(getuige het gering aantal opvoeringen
dat dezen auteurs indertijd bij den heer
Boyaards ten deel viel) voor ons publiek
nog geen dagelqkgche spqse te mogen zq'n.
Men voere de lieden dan maar met Engelsehe
en Daitsche blijspel-kost!
Toch zouden een meer dan middelmatig
spel, een smaakvoller aankleeding, de ver
tooning dezer niet bijzonder boeiende comedie
hebben kunnen redden. Wel deden de
Hagespelers hun best; wel werden door Sir Anthocy
Absolute de tirades vlot en met bravoure
de zaal in geworpen en wae er een komieoh
tooaeeltje msschen vader en zoon, waar de
tweegevechtplannen van den Captain door
den onden heer werden ontdekt; wel voelde
zich mevr. Eony Vreede blijkbaar in haar
rol van Lydia Lingoish tehuis; maar een
ras-echt acteurs-temperament, dat met zqn
boeiende eigenschappen en meesleepende
kracht zelfs aan de taaiste passages de be
koring van het dramatische weet te geven,
zulk een aangeboren temperament sprak hier
noch uit het gansene samenspel noch uit de
details.
Maar waartoe zooveel te eiachen? Troepen
van louter sterren zqn er niet. Evenwel blq'ft
het jammer van het gezelschap des heeren
Verkade, dat er niet oe kracht is, die de
welwillendheid der overigen kan bezielen,
ot, alleen gelaten, de ruimte vam het tooneel
door een enkel gebaar en een enkel geluid
weet te vullen.
Dit zy' niet gezegd in ondankbaarheid voor
het streven van den organisator der
Hagespelerp. Want Eiuard Verkade ia en blq'ft
de eenige onder onze regisseurs, die verlan
gend naar betere dingen uitziet, juist in zake
regie en tooneelomgeving. Men behoeft het
daarom nog niet alty'd met hem eens te zy D.
Bq de vertooning van deze Rivalen, oftewel
Medeminnaars, bleek reeds dadelq'k, als bq'
zoovele drama's uit de romantische dooi, de
noodzakelijkheid van een andere oplossing,
dan die de eerste de beste regisseur van
thans, met zqn pogen naar zoogenaamd ge
trouwe entourage, aan de hand zou doen.
De heer Ver kade heeft de toeschouwers niet
tusschen de 14 verschillende tafereelen
telkens een half uur op decor-verwisseling
laten wachten; vlot en handig heeft hq de
veranderingen volbracht, zoodat de tooneelen
ook snel en zonder de aandacht te verzwakken
op elkaar volgden.
Dit achter elkaar afspelen der 5 bedrijven
(of 11 tafereelec), slechts onderbroken door
eene, voor lichamelijke verfrissching en
vriendschappelqken kout noodzakelijke pauze,
is op zich zelf reeds een groote vooruitgang,
waarvoor men den Hagespelers dankbaar
moet zqn. Maar met deze technische verbe
tering alleen is alles niet bereikt. De regisseur
Verkade hangt nog te zeer aan de wanbe
grippen eener oude tooneel-traditie, olqkbaar
moeilqk met den wortel uit te roeien, om
nu maar ineens tot volkomen consequente
zuiverheid in zq'ne enscèneering te geraken.
Er waren ongetwijfeld enkele aardige schik
kingen te zien, zooals de kamerscènes tus
schen Faulkland en Jnlia. En zelfs de straat
in het eerste n enkele latere tafereelen, met
den rooden muur en het poortje, gaf een
smakelijk kleur geheel. Maar helaas! toen dat
poortje openstond en er weer zoo'n scherm
zichtbaar werd met geschilderde huisjes, van
't soort dat de heer Verkade op den zolder
der ordinairste schouwburg vinden kan
En zoo waren ook de achterschermen van
het interieur, met de geschilderde planten
achter de ruiten, en van Acrea' kamer, met
het stadsgezicht, allesbehalve getuigenissen
van een nieuw en logischer begrip der
engcèneering. Het was de oude winkel, op wat
primitiever en handelbaarder wijze ingericht.
In het laatste tafereel, de duelscène op de weide,
een onbetwistbaar soiakelooze sc.hikking,
kwam des regisseurs gebondenheid aan oude
opvattingen het sterkst uit. En toch zouden
voor al deze tafereelen schoone
kleurvoegingen te vinden zqn geweest, ook wat
costnums betreft, indien er met meer ernst
op de achttiend'eeuwsche Engelsehe
prentkunst ware gelet, niet ter wille van een on
mogelijke nabootsing der achtergronden, maar
om den sierly'ken zwier der lijnen en het
voorname kleurenschouwspel.
Maar al deze mijne opmerkingen mogen
en zullen het publiek niet weerhouden, om
zich met eenige oude grapjes te gaan ver
maken.
P. H. v. M. JR.
Agnes Soraa-Momia fauna.
Indien buitenlandsche tooneelisten ons land
komen bezoeken in den waan dat er hier
niets beters is dan 't geen zy, tenminste op
zulke tourneetjes, te zien geven, zoo vergissen
zq zich schromelijk. Neen, men moet,
terugdenkend aan het minderwaardig werk
van Agnes Sotma's satellieten, de
Nederlandsche gezelschappen loven om hun ernstig
plichtsbesef en hunne vaak uitnemende
praestaties. De met reclame-prijzen in
'omgekeerden zin als die der galanterie-bazars
en stemming-wekkende boekjes aangekondigde
DuitscheSter bleek in het geval-Monna Vanna
een tooneel-comeet, die ons, volkomen in
cometen-stql, zeer heeft teleurgesteld. Een
begaafde actrice, die vriendelijke
meisjesrollen, die Xatchen von Heilbron of das
Fiilulein von Barnhelm wellicht voortreffe
lijk vertolkte, eene vrouw van matige gestalte,
met een niet te klein hoofd van duitsche
rondwangigheid, met eenigsiius rossige haren,
zu k eene kan niet de kunstenares sijn die
de zuidelijk-donkere en ietwat-raadselachtige
figuur van Monna Vanna doordringt en levend
voor ons uitbeeldt. Met alle bewondering
voor haar technisch vermogen en allen eerbied
voor de enorme name a die in verband met
de gaven en uitingen dezer actrice door een
inleidend annonceboekje worden genoemd,
kan ik toch niet my'n leedwezen bewimpelen
over 't geen zij met haar gevolg in ons
vaderland kwam ten beste geren. Aan deze
rol had Agnes Sorma zich niet moeten wagen,
daargelaten dat het van romaanschen geest
doortrokken drama in de duitsche taal een
allerongeschikst orgaan vond.
Gesteld evenwel dat Sorma's verschijning
als Monna Vanna waarlijk dien buitengewonen
sterreglans had verspreid, welken hare jube
lende landgenooten der wereld willen
suggereeren, dan nog ware het haar niet te ver
geven, dat het werk van den
VlaamschFranechen dichter belachelijk werd gemaakt
door zulk een inferieur troepje medespelers.
Ik wil kort zijn; Monna Vanna's schoon
vader, Marco Colonna, geleek een suf diaken
huismannetje in plaats van een eerwaardig
humanist; Guido Colonna, haar man,
schreeuwde wel dat de zaal daverde en ratelde
zfcn rol zonder haperen af, maar by' voelde
niets er van; Prinzivalli, de belegeraar, deed
hetzelfde, legde bovendien verkeerde woord
accenten en sprak met een eigenaardig bijge
luid, dat niet zoo zeer aan Italiëals wel aan
een Poolech ghetto denken deed. De rest, met
de figuranten en de requisieten erbij, was na
venant." Vergeleken met de voorstelling van
Monna Yanna, waarin eenige jaren geleden
Georgette Leblanc Maeterlinck de titelrol
vervul ie, is deze Dnitsche praestatie een
jammerlqke mislukking geweest
v. M.
f.
iracbe Kiuiftaiiel.
Deze tentoonstelling met 32 nummers bad
gelukkiger samengesteld kunnen zqn; er
blq'kt, ter wille van het aantal te veel aan
geroerd by gebrek aan beter. Da
onbereidwilligheid tot tqdelqken afstand hunner
schilderijen by verzamelaars, ia altq'd een
gewichtig bezwaar bij het arrangeeren van
persoonlijke tentoonstellingen. Maar in het
bqzonder doet dit zich voelen bq eeu schilder,
die nog al eens ongelijk is in zqn producten
en wiens goede wet k om den bescheiden
aard der kwaliteiten, tusschen het minder
waardige zich niet zoo gereedelqk opmerken
laat.
Bovendien nog schuilen bq van Soest de
goede eigenschappen minder in zqn meer op
zienbarende groote schilderijen, dan in zqn
kleine stukjes. Bij taferealen van ruimer bestek
blq'kt, da1: deze schilder, wiens kracht vooral'
gelegen is in de scherpe doorvoering van het
mmutieuse, zqn onderwerp ongenoegzaam
beheerscht.
De constructie vindt te seringen steun
op een vast onderstel .vau lijnen, en in de
kleur en de toon verhouding is geen voldoende
gebondenheid. Soms ook, om het werk tot
een presentabel geheel ten einde te voeren,
zoekt deze andera eerlijke en grondige werker
uitkomst in banale aanlokkelqkheden van
gebruikelqke paletkleuren en de vaardigheden
van een geroutineerde, praktijk. Een anderen
keer slaagt hq ten deele in Hoog water
No. l is het voorplan met ruimtegevoel ge
geven, maar een andere lucht had het werk
wellicht meer klank gegeven. Ia No. 2 Win
terzon is de aanslag wel juist, maar bleef het
wat te veel bq een decoratief aapact; de
gelukkige verhouding by de toonwaarden van
blanke sneeuw in het zonlicht, de
kleurwaarschqnlq'kheid van grauw water ij a, hebben
in dit werk een wat o rermatige importantie.
Maar er zijn verschillende kleine stukjes,
die voor dezen schilder waardeering kunnen
afdwingen, die niet alleen prijzenswaardig om
technische kwaliteiten, maar ótn den inhoud
genietbaar zqn, en dan wel ia het bqzonder
dénos. 23, 24, 27, 26, 29 en de aquarel
Maneschijn, no. 14. De voordracht is hier
welverzored en keurig"; hét sentiment, niet
groot of ruim, innig en dikwijls van teedere
aanvoeling. De sohildsrwqs, zonder bejag van
uiterlijke praal, is soepel en fijn aangeslepen,
tot scherpe accentuatie van de verscheiden
rijkelükhedeh in het detail. "Een
sneeuwgroudje heeft zachte glansen als een ivoor
achtig wit, een grasveld is met verdiept
kleargevoêl en fijnduidende toetsjes ge
schilderd. .
Iedere, bqzonderlqkheid is in haar. kleur
waarde en vormkenmerk liefdevol aange
keken en mat delicate nautvleUendheid ge
noteerd, terwql toch Bet al te samen gevoegd
werd tot een behagaüjfe en compleet geheel.
Dit maakt,, de yej-djep|Jen uit van dezen
zachtzinnig1 gbaWden^écnilder. 's De twee
maanUcbtlanrJschaijés, 'het 'een |e'echildérd
hét troffel in aijiiEffel", <Joen misschien'<3üide-'
lijkst de kanten van zu'n ilein maar
zuivergeaard talent uitkomen. Ze brengen e/en
vroeger werk van Van der Valk in herinne
ring. De ^ejniainf^yan eet gegeven is er
spannend gebleven; de kleuren versmelten
er in wq'falend maanlicht tot een bekorenden
schyn. De lelietjes op het schilderijtje, het
hofje metfefle :boómp^3 in^deöblsiu ven gloor
vaa bet oïaanlieht op de aquarel, het was al
vol bekorend's van intimiteit, voor «Je belang
stellende waarneming, zonder dat de:e tot
het vergeestelijkte inlicht raakte, dat in den
tooverschijn 'der dingen het" mysterie van
den nacht voelde omdolen. En dit is dan
wel kenmerkend voor den innerlijken dracht
van Van Soest's kiese.he en gevoelige kunst.
In het voorzaaltje verscheidene stadsge
zichten uit Brugge door Kn«p; ze zij n breed
geschetst in pastei, sommige van een nogal
oppervlakkige koenheid, andere echter van
treffende kleurop vatting. Dan nog een schil
derijtje van Briët, wat kleintjes en dat den1
indruk maakt yan een repliek binnen zeer
gering bestek van. eea gelukkiger groot
schilderij en een werk van Laguna:
figuurstak, simpel-weg naai de natuur geschilderd,
afgeschilderd, maar met zeer deugdelijke
realistische kwaliteiten, diej een scherp turend
kleurgevoelig oog b$ dezen schilder doen
constateeren.
W. STEENHOFF.
Neierlaailsclielflclitreizeiiiil'185.
De eerste luchtvaart, die in Nederland
plaats had, was vermoedelqk wel de opstij
ging van den luchtschipper Blanchard te
's Gravenhage den 12en Juli 1785. In de
Nederlandsche Mercuur" van dat jaar wordt
deze gebeurtenis uitvoerig beschreven. De
vulling van den ballon, die eerst eenige
dagen in de zaal van het Oude Hof" te
kijk geweest was, geschiedde uit 24 oxhoofden
met waterstofgas, dat op het terrein zelf met
behulp van vitriool, olie, zink en water"
gemaakt werd. De vulling na-n ongeveer
twaalf unr in beslag en eerst '9 avonds om
zeven uur was men voor de opstijging gereed.
Het bleek toen intusschen, dat het gasvolumen
niet voldoend a was om den luehtschipper
te dragen en de beide passagiers, die gaarne
mee naar de wolken wilden. Na eenig
gehaspel werd besloten, dat de beide heeren
officieren, Bruilpont en Honinchtum, om de
eer zonden loten, Honinchtum trof het ge
lukkige lot, en de reis begon... met een
ongeluk. De balon bleef met het net aan
een schoorsteen haken en moest met Ie
renegevaar uit deze netelige positie verlost worden:
toen eerst stevende hy' onder luid gejubel
van de duizenden, die het schouwspel stonden
aan te staren op de daken, de wijde ruimte in.
De luchtschippers bleven slechts kort boven
en daalden in de nabijheid van een
veenplas De Moeren" niet ver van Gouda in
het ambacht Zevenhuysen." Wonderlyk
genoeg kwamen ze, hier in 't hartje van
Kederland, terecht tuaschen een bende kanni
balen. De boeren, die hen met hooivorken
en andere wapens van even ridderly'ken aard
opwachtten wisten niet beter te doen dan
de geheele nacelle kort en klein te hakken
en van alle versieringen en instrumenten,
die zich daarin bevonden, te berooven. Weldra
kwam ook de eigenaar van het land
toeschieten waarop ze gedaald waren, en eischte
op dreigenden toon een schadevergoeding
(niemand begreep voor welke schade), van
10 dncaten. Hy maakte met de overige kan
nibalen aanstalten om de balon te vernielen,
indien men zqn wensch niet inwilligde, en
voegde reeds de daad bq het woord door er
eeuige gaten in te snijden. Blanchard had na
de betuiging dat hq niet zooveel geld bij
zich had, de tegenwoordigheid van geest,
om schynbaar een soort van accept af te
geven, waarop naar hq zeide den volgenden
dag 10 ducaten te 'a Gravenhage in ontvangst
genomen konden worden. Dit waa zqn redding
en men hielp hem nu de ballon opvouwen
en verschafte hem zelfs een schalt voor het
vervoer. Later heeft de boer wellicht het
Fransch van zqn accept laten vertalen, want
hy is nimmer om zqn geld gekomen. Óp het
papier stond nauelqk het volgende:
Ik, ondergeteekende, verklaar,
uuargekomen te zij o des avonda te 9 uren op een
ledig weiland, toebehoorende aan een lompen,
brutalen boer, die hierdoor geen 't minste
nadeel geleden heeft, en nochtans zoo onbe
schoft was om van mq 10 ducaten teeischen,
nadat hq geholpen had om den ballon en het
schuitje te vernielen.
Blanchard."
B j zijn terugkomst te 's-Gravenhage werd
de luchtreiziger onder groot volksgejubel
ingehaald en door Stadhouder Willem V aan
het hof genoodigd, waar hij bleef dineeren.
Ruim 2 weken daarna, den 30 j t en Juli
steeg Blanchard op te Rotterdam, echter met
hoogen wind en slecht weer. De luchtreiziger
legde negen uur gaans (bijna 50 K.M.) in n
uur af, wat voor deze eerste luchtschepen
een groote snelheid schijnt te zqn geweest,
en landde te IJseelstein, waar de heer Lyklama
Nyholt aan 't, manoeuvreeren was met zqn
burger-compagnie. De soldaten hielpen Blan
chard aan 't bergen van den ballon, en hq
werd met gejubel in de kleine stad ontvan
gen, waar bq bq den heer Van der Meulen
logeerde.
Hq vertelde van dezen tocht, dat hij door
een vreeselyke donderbui was heen gedreven,
en ten einde aan deze te ontkomen gestegen
was tot «ene hoogte van 16000 voet, waar
hij 't geducht koud had. Misschien was bq
deze opgave wel een weinig
Inehtreizigerslatqn. Als een merkwaardigheid verdient
hier vermelding, dat Jean Pierre Blanchard
zich ernstig besigbield met het
vliegvraagstuk, en in 1782 te Parijs een vliegmachine
exposeerde in den vorm van een vogel, welke
echter nimmer vloog. Hy' beweerde tevens
de uitvinder te zy'n van die reddingsloep
der luchtreizigers, de parachute. Blanchard
was de eerste luchtschipper, die den overtocht
van het Kanaal tusschen Dover en Cilais
volbracht, in 1784.
In Amsterdam kwam Blanchard niet. Maar
ook daar wenschte men
luchtecheepvaartproeven te organiseeren. Door inteekening
bracht men geld bq elkander, en een ander
luchtreiziger, de heer Romain, zou den Uden
Augustus opstijgen. En ... ziehier het verhaal
letterlijk zooals de Mercuriua het geefc: Na
dat er lange tijd verloopen is voor de intee
kening om de onkosten goed te maken, voor
de luchtbol van den Hr. Romain, die te zien
is geweest voor twee -sesthalven in het
Logement De Stad Lion, in de Nes te
Amsteldam, waartoe de toevloed van menschen
dagelqks veel was, is deza ein'lelqk gisteren
Woensdag den 10 Augustus 's morgens naar het
Drilveld bq de Utrechteche Poort gebracht
daar aanstonds gewerkt is om de lucht uit
de vaten in de Bol te brengen, tot des avonds
ten 6 uuren, wanneer de Hr. Romain bq
toeval geen lucht genoeg daar in konde
krqgen, heeft hq schoon weer en wind
zeer gunstig was, het werk laaien steken tot
nader order, om 't weder te hervatten.
Inmiddels was de Amsterdamsche Nieuws
gierigheid en toevloed van vele plaatsen zo
groot, dat men nooit zo veel meuschen bq'
dfcander heeft gezien: het geduld van de
Aanschouwers ten einde geloopen zijnde,
verwekte dat 'er van de bijstaande huisjes
eenige pannen zq'n gevallen, waardoor som
mige menschen bezeerd zijn."
Amsterdam schy'nt geen bizonder gelukkig
oord te zijn voor het uitoefenen yan
luchtgcheepvaart. Vóór 125 jaar was iet tout
comme chez nous: overal ging men vlot de
lucht in behalve hier. Da gebeurtenissen der
geschiedenis herhalen zich.
v. D.
La Monna Vanna franyaise
Madame Georgette Leblanc
Etait tout-a-fait a mon aise,
Une femme de chair et de sang.
De Hollandsche Monna Vanna
Van Alida Klein-Tartand
Vond ik keurig-net en lieftallig,
Bezadigd en comme-il-faut.
Aber die Monna der Sorma
War (unter dem Mantel bekleid't
Mit Doctor Jaegers Reform) ja
Die Deutsche Grundlichkeit t
LABASKY.
CïariTari,
Er is geen blad dat de dingen zoo netjes
kan zeggen als de Arn. Ct. Te Dinxperlo,"
zoo lezen wq in het blad, kwam een woest
uitziend jongmensch uit de bosechen, die
wat eten vroeg bij den landbouwer Konings.
Toen hq niet gauw genoeg werd geholpen
trok hq broek en kousen uit en vluchtte
blootshoofd weer het boach in."
*
Ook lasten willen wel eens wat afwisseling
in hun gewone bezigheden. Zulke laaten
heffen hoofd en hart op," zegt het Hbl.
*
De Van dag tot dag"-schrijver klsagt er
over dat de oude gezellige, genoegelq'ke brief
stijl uit de mode is. De schrijver abonneere
zich op de Maasbode. Dat eerste beginsel
van staatkunde," schrijft dit orgaan, wordt
gewoonlijk uit het oog verloren, en wordt er
telkens gesproken alsof de staat nu eens wat
ging doen in 't belang van zekere groep."
*
Is 't niet de derde winter dat Kathleen
Parlow on» land bezoekt? Het meisje is
jonkvrouw geworden, de haartooi is ver
anderd en het kleedje gegroeid." (Hbl.)
Het mag als een wyze beschikking van de
Teekening Ko Doncker.
Agnes Sjrma in Manna Vanna.
iimiiMiMimmmii
iimiiinmiimmimii
Voorzienigheid beschouwd worden, dat de
groei altijd juist ophoudt, als de grond be
reikt is.
#
De schuldigen van allerlei soort vree
zen niet meer de vermolmde bliksems,
die er over hun hoofd rondgezwaaid
worden." (AT. S. Ct.)
Natuurlijk niet. In dezen toestand
rondgezwaaid, schijnen ze zelfs een zeer aange
name warmte boven 't hoofd te verspreiden.
*
De kermissen hebben tegenwoordig zóó'n
rustig verloop, dat de aardigheid er langzamer
hand afgaat
Hoewel de Amersfoortsche kermis een
ongewoon rustig verloop had, &yn er toch ?
ongelukken gebeurd. Een man werd van
achteren aangevallen. Hy' kreeg een mes
steek die de rechterlocg raakte, en herige
snq wonden aan hals en achterhoofd. Een
ander werd de wijsvinger der rechterhand
afgehakt". (Hbl.)
Als de N. R. Crt. een zér vroolqk bericht
plaatst, wordt zij zenuwachtig van vreugd
en gaat ijlen en stotteren. De gemeente
Honden," zoo juicht het blad, ?al aan elk
gezinshoofd dat vijf kinderen heeft, sede
zy'n overlijden geboren, vijfduizend frank
betalen, welke som binnen twee tiatinit nitnit
neineinei nei nei neinei neinei nenmaanien
na de geboorte van het vijfde kind uitge
keerd zal worden."
Wegens terugkomst uit Amerika bied
ik nieuw geïnstalleerde kamers te huur
aan, a ? 20. en ? 25 per maand. P/a.
Prinsengracht 1037." (Adv. Hbl.)
E. Tüierens v. Moppes.
Wie zal met deze risico de kamers willen
huren? Morgen kan E.Thierens v. Moppea weer
naar Amerika terag gaan, en de kamers zelf
betrekken.
DIRRSÜIMflBE
OP* KOPER* EN <ZIN»S.
]S_EJZER5GRACttT32jf
'^v^Vi?S^l^fif*' * - ?
J.JJieÉg
KUNSTHANDEL
Molenstraat 65,65a en 67
EYESTI6D
VAN.
Schilderijen en Aquarellen
meesters.
GRAVURES, ETSrSTMCADREENTE».
Inrichting voor het restaureeren en vernissen
van Schilderijen.
Belast zich met het honden van kunstveilingen
van collectiën uit nalatenschappen, enz.