De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 13 november pagina 5

13 november 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE A MS T E R D A M M E R W E E A D VOO-R N E D E R L A N D. aLIBERTY GEÏLLUSTREERDE CATALOGUS FRANCO COMPLETE BECROOTIMG CN SCHETSEN GRATIS MEUBELEERIHC GEÏLLUSTREERDE CATALOGUS FRAMCO MF l 9 O /R LfZIDSCHESTBMT rik l Mm Of \1 AMSTERDAM CEMCE VERTEGENWOORDIGERS W HEDERlAtlD IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII1IIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIII Zooate ik in myn vorig «tukje-meen aange toond te hebber, was de positie der vrouw in den Oud-Testamentiechen tijd niet zoo ongunstig, soms zelfa gunstiger dan haar po litie op heden, en bet ia vrq zeker dat het verblijf in Egypte, waar de vrouw hooger aangeschreven stond dan bq de omringende volkeren, grooten invloed op de samenstelling der Mozaïsche wetten beeft gehad. Een eigenlijk wetboek volgens moderne opvattingen vinden we echter niet in het O. T. Het zqn meeital bepalingen, ingeweven in de geschiedenis van het oude volk en passende aan de omstandigheden van dit verre tqdperk. In de Sinaïeche wetten, de Tien Geboden en hun uitbreiding, zijn zede lijke en sociale voorschriften, verbodsbepa lingen betreffende eigen lom, tontractbrenk, enz,, en»., opgenomen, en ook het crimineele recht heeft er zqn eisen in, maar pas na de verwoesting van den Tempel te Jeruzalem doer de Romeinen, heeft het Israëlietische recht een vasteren vorm verkregen. Een eeuw ongeveer na het vernietigen van het Godshuis der Joden, schreef een WJJB en vrootn man, Rabbi Jehoeda, wien door zijn volk den naam van heilige gegeven was, een code, de Mishna, welke nog heden bijna in zqh geheel tot ons is gekomen en bestudeerd wordt. Niet alleen in Jeruzalem, doch zelfs in Perziëbq de Joodeche neder zettingen kreeg deze code spoedig groote autoriteit. De Mishna, dóór de Rabbijnen uitgewerkt en gecommenteerd, stond weldra in hoog aanzien. Naast dit wetboek ontstonden later twee werken, bet ne in Palestina aan het einde der 4e eeuw, het andere in Babyloniëbjj het begin der 6». Beide zqn een uitbreidiag of aanvulling van de Mishna en heeten Talmoed. Wel hadden er yan t$d tot tijd nóg' codificaties plaats, de laatste in de 16e ' «nïf door Earo, 'én Portageescben joorf/ nïaar dfr kern van het Israëliètische rech't is tot op- heden gebleven wat het was ten tijde van Rabbi Jehoeda, een recht, gebaseerd en Steunende op de Religie van het oude volk. De Mishna bestaat uit zes gedeelten. De twee eersten en twee laatsten behandelen uitsluitend godsdienstige voorschriften 1), het derde en vierde gedeelte, respectievelijk het burgerlijke en het crimineele recht. Het eerste boek voert tot titel de Vrouwen',', het tweede Schadeloosstellingen". In het eerste wordt de inrichting van het huisgezin beaandeld, in het tweede de bescherming van den eigen dom, enz. Het koophuwelqk was toen by de Israëlie ten aiet meer van kracht; als overblijfsel van dit sooit huwelijk waren echter nog twee dingen in gebruik. Ten eerste dat de bruid imiimmiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiuiiiiiiiiiiiiiii UIT DB NATUUR. GGCC. De voortplanting van zeewier. Voor my op de schrijftafel staat een klein glazen bakje met zeewater; er ligt een steen in, waarop verscheidene soorten van wieren zqn vastgegroeid, groene, bruine en roode. Dat zijn zachte en goed harmoniëerende klearen; wanneer de zon of het gasgloeilicht erdoor heen schijnt, geeft dat zulk een fijn samenstel van tinten en vormen, dat ieder die het voor het eerst ziet, er verwonderd over is. Enkele rose en witte zee anemoontjes, die er op en er tnsschen zitten vastgehecht, als bloemknopjes op breede vertakte stengel?, zjjn nog te klein, om mee te werken aan de klenrmengeling; maar ze eten goed en groeien ook. , Wat in dit miniatuur-aquarium groeit, is echter niet het zeegewas, dat het meest onder den naam zeewier bekend staat, en dat wordt weggegeven door hen, dia volgens de Joodsche wet macht over haar hebben r va der, oom of bjj ontstentenis daarvan broer, een gebruik dat ook nog heden in-zwang is; en ten tweede kou de man het huwelijk voltrekken door de vrouw een geldstuk te schenken, terwijl hij zeide: <?ij zqt mq hei lig", of: gij zq't mq heden mqn echtgenoot", maar het geven van geld was toen reeds enkel symbool; want het meisje kon op dit tijdstip reeds niet meer tegen haar wil uitgehuwelijkt worden. Behalve het leggen van een geldstuk in de hand der vrouw, bettond er, al in Mozes' tqd, oog een andere wqse van huwelijks voltrekking, die echter pas, in de wetboeken van Rabbi Jehoeda van gewoonterecht, wet werd, n.m. het geven van een bruidschat door den man aan de vrouw. Ook voor een weduwe gold deze bepaling, ofschoon zij gewoonlijk de helft kreeg van de som, die een jong mei-je was toegedacht. De man heeft het beheer over die bruidschat, Khetoeba, 2) genaamd. Wordt het huwelijk ech ter ontbonden door den dood of door echt scheiding, dan eischt de vrouw het eerst haar bruidschat van de bezittingen vanhaar man op, dan pas kan de erfenis, ingeval van overlijden, verdeeld worden. Hier ia dus voorde gescheiden vrouw en voor de weduwe ge zorgd. De bruidschat, door den echtgenoot gegeven, dient om de vrouw, alleen gebleven, in staat te stellen in haar onderhond te voorzien. Bq de Romeinen en vroeger bjj de Grie ken moest de bruidschat, door den vader ge gund, door den echtgenoot worden terug betaald, als er echtscheiding plaats vond. Bq de Joden echter moest de man een gedeelte van zqn bezit geven, om de vrouw als weduwe of gescheiden vrouw te onder steunen In de Ond-Israëliet ische Wet ge vin g, dus vóór Rabbi Jehoeda mocht de vrouw geen scheiding vragen; in Mishna en Talmoed echter is haar dit, zq 't dan in beperkte mate geoor loofd. Trouwens, hier lag weer 'n klem voor het vrq'e optreden der vrouw; als zq schei ding vroeg, verloor zq het recht op de Khetoeba". En niet alleen bq 4e Oude Joden had de vrouw enkele voorrechten, die wq heden moe ten missen. In Perziëmoest een man, die een meisje had onteerd, het meisje en baar kind ge durende zeven jaar onderbou ien. In Egypte treedt de vrouw op als onafhankelijk persoon bq het maken van haar buwelqkscontracr, en ontvangt de bq schriftelijke overeenkomst, vastgestelde som voor baar huishoudelijke uitgaven en voor baar kleeding Heeft de a.e. ec W genoot e persoonlijk bezit, dan blijft zij eigenares en beheert haar eigendom, zonder dat baar man op n penning aanspraak kan maken. In de Oud-Brahmaansche wetgeving wordt de bruidschat der rroiw naar persoonlijk eigendom, blridhana; sterft ze zonder kin deren, dan gaat baar bezit naar baar echt genoot of haar vader. Laat zq kinderen na, dan erft haar dochtei(-). 'De man was niet aansprakelijk voor de schulden der vrouw, evenmin als de vrouwvoor de schulden van den man; waren haar schulden chter van hnishondelqken aard, dan moest hq zébetalen. De tqd is voorbij, dat de vrouw alles aan nam .op gezag. Het er staat geschreven' heeft de kracht van het orakelwoord ver loren. De vrouw wil nu zelf weten, wat er dan toch geschreven ataat. Trouwens de voortütgang der vrouw te wil len tegenhouden op grond der Bgbelsche wet ten of Rabbqnsche voorschriften, welke voor de toestanden van die tijdperken zeer zeker nit1) Reeda vroeger was er een Mishna ge schreven, door Hillel, die een andere indeeling volgde. 2) Thans heet de huwelijksakte van de godsdienstige huwelijksvoltrekking nog altijd Khttoeba. llllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIMIII vroeger veel voor peluwvulling werd gebruikt en nu- nog als veerend pakmiddel voor breek bare waar dienst doet. Dit wordt beter zee gras genoemd; want dat is in 't geheel geen wier; maar... ook geen gras, al staat het daar dichter bij in bouw en levenswijze. Zeegras heeft bloemen, zeer vreemde en eenvoudige, maar toch met stampers die door stuifmeel moeten worden bestoven, evenals bq alle bloem- en zaadplanten. Dit gebeurt onder water en de stuifaaeelkprrels hebben een zeer bijzonderen vorm, die overeenkomt met de buitengewone wy ze, waarop het stuifmeel de stempels moet be reiken. Dat moet door het water heen ge schieden, en de stnifmeel-?korrels" hebben den vorm aangenomen van lange dunne draden; die kronkelen door bet water en slingeren zich om de stempels heen zoodra ze daartegen aandrijven. De 10 of 12 stam pers zelf zitten in twee rijen, dicht opeen, of het roeiers waren, in een klein groen onderzeesch bootje; dat is aan een kort 1. Blaaswier. a. Drijf blazen, b. Voortplantingsb'azen. 2. Blaasje met eikapselp. 3. Blaasje met epermakapeelp. 4. Enkele kapsel met steondraden. 5. Steundraden met sperma-honderc. 6. Spermatozoïden, die bun houder verlaten, en 7. om een ei heen zwermen. 8. Drijvend kiem plant j e van een blaaswier. (Naar VON WETTSTEIN.) munten d warer.is toch wel heel onlogircb. Waar alles veranderd is, ,waar,de klimatologische en economische omstandigheden zoo geheel verschillend zqn, waar de sociale inrichting, toen zoo eenvoudig, nu is uitgegroeid tot een wqd-vertakte verhouding van de menseheu onderling, waar de menech uit alle Standen, zich tot het licht van geeatesbeschaving en sociale verbetering wendt, daar 20a de vrouw in désibadaw moeten blq ven, op de plek, waar eeuwen geleden, de Bijbel haar, in bet kader van geheel ander» be grippen, plaatste. Geen man en geen vrouw die het wél meent met de menechheid, kan dit in waar heid wensehen. RACHEL DE VBIES?BKANDON. St. Nicolaasftó Kindervrienden / Over een maand zal, hopen we, het Sint Nicolaasfeest op onze lagere en voorberei dende scholen weer gevierd kunnen worden. We vragen daarvoor, evenals vorige jaren, Uwe medewerkicg, die gq kunt verleenen door eene bijdrage te zenden aan onderstaand adre?. Elke bijdrage, hoe klein ook, wordt ver antwoord in De Volkeschool", orgaan van de Afd. Amsterdam van den Bond van Ned. Onder wij zei s, waarvan alle gevers na afloop een exemplaar ontvangen; In haar aan die verantwoording toege voegd verslag, eindigde onze penningmees teres verleden jaar met voor onze arme kleintjep, die zich al weken van te voren op het feest verheugen, te hopen, dat we in 1910 zouden kunnen zeggen : niet alleen dankbaar, maar ook zeer voldaan". Immers, in 1909 bedroegen onze totaalinkomsten pi m ?3250, tegenover in 1908 een som van ? 34UO. Er was dus een kleine achteruitgang te constateereo, wat heel jammer was voor onze kleinen. Helpt ons nu allen het totaalbedrag, dat de eerste 6 jaren steeds stijgende was, en dat nog ontoereikend is voor een feest, zooals onze kommissie het zich zoo graag voorstelt, weer op te voeren. Wq weten, hoe warm uw aller hart klopt voor dit sympathieke kindei feest, waaraan alle lagere en voorbe reidende scholen met arme bevolking, zoowel openbare als bijzondere, kunnen deelnemen. Laat dan dit jaar niemand ons vergeten, en ieder zqn beurs zoo wqd mogelijk voor ons openen. Zendt spoedig uwe giften aan onze pen ningmeestere s, Me j. H. G. Lnyks, Leidechegracht 58. Namens de Kommissie : J. J. VAN AABTSEN. Mej. L. J. BEKKBH. Mej. H. G. LTJYKS, Pennmgm. iiimiiiiliilillHllllllllllliiiiiiiiiillliiililMlIHM'l'HlIlliiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiii Winter b lot men. "' , Bloemen op de bont hoeden ... ik zag ze in allerlei variëteiten : bloemen ? van won derlijke vormen en even wonderlijke kleuren, rozen en dalia's van reusachtige afmetingen. ook bloemen, die op een au der e planeet ge groeid schenen, zoo vreemd waren ze van uitzicht en van tint. Niet onlogisch van de mode, dat za de winte»bloemen anders wil dan de zomer bloemen! De bloesems, die tegen de grillen van ons klimaat bestand zqn, moeten milder teer van blad zqn dan onze voorjaarsche lelietjes-van dalen, ef de fijne, aristocratische rozen van den zomer . . . Wie dus bloemen op z'n winterhoed wenscht zal 't met deze lichtelijk naar roode koien zweemende versierselen voor lief moeten m-men.. . Ik zou 't niet doen ... ik vind bloemen op een bontmuts een al te belangrijke afwijking van de natuur, al zqn 't dan ook bnitenmodel b oemen. De mode kwam vermoedelijk uit Duitschland. In Frankrijk draagt men veeren, dis zich oneindi j beter bq de grondstof van hut hoofddeksel aansluiten, en bovendien beter storm en sneeu w buien verdragen. en Bual zeegrasblad vastgehecht; de bekende lange grasbladeren zweven wqd uit in het water ver van de aanhechtingsplaats en r ijzen ?n dalen mee met den golfslag. Zeewier, van welke soort ook, mits het dezen botanischen naam met recht draagt, krq'gt nooit bloemen; e 'enmin de andere wieren of algen, de zoetwater wieren en de landwierm ; deze worden meer in het bijzon der algen" geheeten; zq zqn het die als microscopische kleine wezentjes de ruiten van onze aquaria en de scaors van onze hoornen met een groen laagje bedekken. . Al deze wieren planten zich f door knopvorming voort, waarbq elk atukje tot een lange draad kan uitgroeien, of ze hebben een wq'ze van voortplanting, die in vele opzich ten met die van de mossen en varens overeenkom*. Bq dese geschiedt de ver menigvuldiging door sporen; dat zqn zoo veel als zaden zonder kiem, die uit een bijsonderen knop van een varen ontstaan en op goed geluk de wijde wereld worden ingezonden. Uit zio'n spore ontstaat hier of daar een nietig plantje dat weinig of niet op een varen gelijkt en hierop ontwik kelen zich de eigenlijke voorplantingsorganen. Ze zqn zooa!s bekendis tweeërlei: flescbjes met eieren en doosjes met sperma'osolden. De laatste bewegen zich als kleine slange jes door het water en dringen in da eiflescbjes binnen. Uit een op die wq'ze bevrucht eitje groeit een nieuwe varenplant op, gelqk aan die welke, de sporen uitzendt; en die ook zelf weer sporen gaat vormen op of onder aan den top van zqn bladeren; soms is al het bladweefsel voor de sporenvorming in beslag genomen, en dan lijkt het, of de sporen op afjonderlqko dragers gevormd worden. Zulk een voortplanting nu door sporen en niet door bloemen hebben ook vele zee wieren ; maar jaist niet het meest bekende van onze inlandsche soorten, het groota bruine blaaswier. Bij deze en enkele andere soorten ondergaat het voortplanttegsproces een wijzi ging; die moet men kennen, om. te kunnen begrijpen hoe het komt, dat dit wier op onze pieren en zeedijken altqd een bepaalde groei plaats inneemt; het is of zqn terrein met een liceaal is afgebakend, of het gecomman deerd werd; tot zoover zult ge groeien en verder niet. Ieder die aan het zeestrand is geweest, al is het voor korten tqd en aan het vlakke zanrïige strand, kent toch wel die bruingroene, smalle, platte bladeren, welke na den vloed bq menigte op het strand blqven lig gen. Bq de kinderen heeten zq klap wieren, Astehepoes-af. ----- - --? : . Een zonderlinge mode, zegt men, (maar ik sta voor de betrouwbaarheid van het bericht niet it) wordt door de M nchener dames gepousseerd. Het geval wil namelqk, dat in de hoofdstad van Beieren een tamelijk gróót aantal oudere en jongere juffers leven, welke allerminst in't geval van Abschepoetster verkeer en, die 't kleinste voetje had van 't gebeele land. De dames leven op een grooten voet", en wenschen dezen levens plicht nu met eer en gratie te volbrengen, ze trachten dus de schoonheidswetten om te keeren en hebben een Vereeniging derGrootvoetigen" gesticht, voor welks leden het een dure plicht is om redevoeringen te honden en artikelen te schrijven over de schoonheid van groote voeten"... Een der voorkampsters heeft de opmerking gemaakt, dat het meerendeel der wq'ze en geleerde mannen zeer groote stappers had... Dus... weg met de glazen muiltjes & la AsschepoeUter l... pantoffels om schuitje in te varen zullen het ideaal worden !... Niet bjj ons in Amsterdam, hoop ik. *** Kostbare vondst. Te Daylesford in Australiëhad men een weg volgens de methode van Mac Adam bestraat. Een wandelaar, die op dit nieuwa plaveisel een namiddagkniertje maakte, werd getroffen door den glans van sommige der stukken steen, waaruit de weg bestond. Hq werkte eenige dier stukjes los en nam ze mee naar huis, waar ze bq onderzoek guud bleken te bevat ten. Yoor ongeveer 60 gulden haalde hq uit deze collectie, en een nieuwe onderzoekingstocht v er schal t e hem nóg voor honderd gulden van 't edele meiaal. Hoe 't verder met dezen kostbaren weg gegaan is, vermeld de histo rie niet. * * MentcJienredder. Wonderlijke en trouwe vrienden dermenschen i ij n sommige dieren. Geen onzer vier voetige makkers wellicht is sluwer en in telligenter dan de oliphant, die de traditie logenstraft, dat in groote licQamen soms het kleinste verstand huist. Een weldaad bewees zulk een dikhuid onlangs aan de In dische pelgrims te Benares, die in den heili gen stroom, de Ganges, baadden. Plotseling bief zich tengevolge van een aardscbndding de bodem van de rivier op, waardoor zult een geweldig wilde strooming en waterver plaatsing ontstond, dat duizenden menschen, die niet zwemmen konden en die aan den kant van den heiligen stroom baadden, wer den meegesleurd. Velen verdronken, maar meer dan duizend werden er gered door een reuaachtuen olifant die tot aan den nek in de ri »ier stapte. Men had hem een dik lang touw in den snuit gegeven, en dit slingerde hq op aanduiding van zqn kornak naar het midden van de rivier, waar velen het konden grepen en aldus veilig aan land komen, zoo dra het touw werd teruggetiokken. * * Schaken. la Engeland beschouwt men het schaken als een spel, dat de gemoederen kalmeert en de zedelijkheid bevordert, en heeft het in de gevangenissen ingevoerd, waar het vele misdadigers bezig houdt. Zelfs zq diécelstraf hebben, kunnen in hun cel een schaak oord krijgen om problemen op te lossen en met mede gevangenen correspondentie-partyen te spelen. Natuurlek zqn alle gevangenen lang niet dom, eii sommige boefjes worden heele bazen in het edelste aller spelen, dat mis schien sommige onder beo, die matadors worden, op dan duur nog wel op de been kan houden, wanneer ze de gevangenis ver laten. * * uitkoken. Eieren, die gebarsten zqn, kooken uit, indien men ze zonder verdere voorzorgen in het water legt; en dat neemt de smake lijkheid van 'c ei weg en maakt het onge schikt om te worden voorgediend. Dit euvel is echter gemakkelijk te ver helpen. Doet men het gebarsten ei in een iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiinntTTTTfniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii en dienen ze als speelgoed; er zitten lamelije op de lange linten o vale bladen. Deze zqn met lucht gevuld en als ge die stuk druk -.klappen ze heerlijk. Maar je kunt je soms raar vergissen bq die dingen; sommige zqn niet met lucht gevuld maar met een slqinhoudend voedt; en knijp j e die stuk, wat dicht bq ie gezicht, dan springt het vocht soms in je oogen. Wie er verstand van heeft, kan evenwel van te voren altqd en heel gem*ktelq°k zien welke blazan lucat en welke vocht bevatten De laatste bevinden zich bqna altqd aan de toppen en zij vertoonen zonder uitzondering kleine pukkeltjes. In den regel zqn ze ook niet zoo groot, maar daar kun je niet op aan. Waartoe de luchtblazen dienen, is gemak kelijk te begrqpan, voor wie het blaaswier heeft zien groeien op zqn natuurlijke stand plaatsen: rotsige kusten en klipp-tn; ofopde kunstmatige vervangers er van : steenen pie ren en zeedijken, houtstaketsels, betonblokken en bazaltdammen. Als bq eb het water eenige meters valt, komt langs den rotswand of langs de pieren een even breede strook van het bruine blaaswier bloot. Bqna evenwijdig met de horizontale bovenzijde van de pieren b. v. die van Ymniden loopt de bovengrens van de blaas wier-bedekking. Alle bladeren of linten hangen slap neer; van verre Iqkt de pier wel bruin geschilderd; van dicht bq eerst ziet men, dat het een dichte plantengroei is, die deze bruine tint veroorzaakt. Boven deze bruine strook, groeit no^ een smallere strook groen wier, en er onder ook weer een band van darm- of lintwier, dunne, smalle, licht groene lintjes als yan zeegras; dezeonderétrook is echter alleen bq zeer lage eo te zien, of voor een deel, als de gewone eb op zqn laag t is. Zoodra nu de vloed komt, kunt ge zien, dat naarmate het water «tij g t de wieren worden opgetild en dat zq grootendeels horizontaal en vlak uitgespreid in het water uitsteken; loodrecht op de rots of den muur, waarop ze wortelen. Dit stijgen en drijven in het water wordt dit wier gemakkelijk gemaakt door de lucht blazen, die zoo leuk klappen. De andere blazen aan de toppen van de linten vooral, l.ebbea een geheel andere beteekenip. Daarin bevinden zich de voortplantingsorganen ; of liever het wezenlqke mannelijke en vrou welijke deel er van: eieren of spermatozoïden. Bij de gewone soort van blaaswier, die niet tot aan den bovenrand van de wierstrook reikt, vindt ge op de zelfde plant alleen blazen met eieren of alleen met gpermatozuïden; ze zqn, evenals onze wilgen onder de bloemplanteo, of mannelijk óf vrouwelijk; de ZIELKUNDIG EAADSEL. Als ik Hans na eens nooit van mqn leven gezien had zou ik dan toch zóó storm achtig ver iefd geweest zqn?" IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHUMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHII zakje van dun perkament papier, en legt het aldus omwikkeld in den ketel, dan kookt het normaal, de breuk gaat niet verder, en de inhoud komt niet naar buiten. Men moet het maar weten l * * Voorzanger. In Amerika is men nog al nuchter en daar door bizender praktisch. In zekere Ameri kaanse hèstad kon men voor een kleine kerk geen goeden voorzanger vinden.... Goede raad was duur l.. neen ... goedkoop, beweerde een der kerkeraadsleden, want hq had er iets op gevonden. Zjjn voorstel vond ingang: men besloot met algemeene stemmen een mooie gramopboon te koopen en aan dit werktuig de voorzangers-plaats op te dragen. Men kocht een heel dure en heel mooie en was met dezen mechanischen voorzanger zonder bezoldiging op den dnur nog veel goedkooper nit, dan met een menschelqken voorzanger, die maandelijks om z'n trakte ment kwam. , . * , . , Cricket en viooltjes. Men heeft weieens beweerd, dat sport ruw maakt en het gemoed ongeschikt doet worde», om fijner en dichterlijke indrukken op te nemen. Geheel en al waar ech^nt dat toch niet te zqn, want bqna sentimenteel is de gewoonte van de Engehchc cricketters, om aan hun cricket bat sboscbj es van geu rende violen te hechten, die, naar men be weert, de spelers geluk aan brengen. Het i» een allervriendelijkst en zeer elegant bq ge loof, waarover men niemand het genot mag ontzeggen. Jammer is 't voor de lieve, teere bloemetjes, die bet onder den schok der aanstormende cricketballen vaak hard te ver antwoorden hebben. ALLEGBA. Snippers. De eenige manier om den weg naar den hemel te vinden, is een hemel op aarde te maken. beide geslachtsprodncten zqn dus over twee planten verdeeld; of zooals het in de botanische vaaktaal heeten: ze zqn tweehuizig. De soort die de allerbovenste rand van de bruine wierstrook vormt, heeft weinig of geen dr q'f blazen en is manneiq'k en vrouwelijk tevens. Dat de bruine wierstrook zoo botweg op houdt met de grens, die door het vloed water wordt bereikt, en ook, dat onder de eblq'n deze blaaswieren niet voorkomen, heeft zqn grond in de volgende omstandigheid: De pukkeltjes op de topblazen van dit wier zqn kleime bolle blaasjes, conceptacnia, die veer oögoniën en antheridiën bevatten. In dese berinden zich of 8 eieren of tallooze sper matozoïden, plus nog een menigte draden tusschen de eieren, en waarop, in de man nel ij s e blaasjes, de spermahonders zijdelings zijn vastgegroeid. Hoe moet nu de bevruchting plaats grijpen? Zelf bevruchting binnen de kap sels is immers uitgesloten, doordien er geen mannelijke of vrouwelijke organen of althans geen tweeërlei geslachtspro dncten inén blaasje voorkomen. Zoolang het blaaswier onder water is; ge beurt er niets; al zqn eieren en sperma beide volkomen rijp. Als echter op een drogen zonnigen dag, de bruine blaaswieren bq eb droog kom>-n, dan eerst en nooit anders, opent zich de mond der kleine geslachtsblaacjes; en de eieren en het sperma komen in een slijme rige massa naar buiten. Di vloed die straks opkomt, neemt ze mee het water in, ze drq ven op de schommelende baren, en ei en sperma ontmoeten elkaar. De eieren worden bevrucht; ze ontkiemen; en, óf al het ei, óf pas het drijvend kiempje wordt bq wassenden vloed of dalende ebbe tusschen de steenen gespoeld of tegen de palen geworpen, waar het kleverig worteltje bluft hechten. Daar groeit dan weer een nieuwe blaaswierplant. Hiei uit volgt, dat alleen op de strook van dammer), pieren of weeringen, die bq eb bloot komt, blaaswier groeien wil. Het wier moet voor zqn voortplanting profileeren van het ebget\jde,dat het droog legt; bo vendien de nieuwe beplanting geschiedt geregeld doordrijvende kiemen of bevruchte eieren; en die kunnen, ook als regel, door het water niet hooger of lager gedeponeerd worden, dan het zelf komt. E. HEIMANS. CORRESPONDENTIE. Mevr. T. K B. te Woerden. Duiven bren gen wel vogelluizen (luisvliegen), mee, maar geen wandluizen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl