Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1744
Scheep vaart-aandeelen varieerden nagenoeg
niet; slechts valt eene koersverbetering ran
4 pot. T«or de oblicatiën der Mjj. Zeeland
te vwmeiden, «alk» in verband met het be
richt, dat op eene buitengewone algemeene
vergadering zal -worden voorgesteld ? l
millioen Btanwe xandmlen uit te geven, welke
door de Staatespoorweg-Mij. & pari zullen
worden overgenomen.
Voorts zal deze Maatschappij de Zeeland
eene leening van ?800,000 verecbafien en
ligt het in de bedoeling, de preferente
*andeelen om te zetten in gewone tegen eene
vergoeding vso f50 in contanten, waardoor
dan het recht van preferentie komt te ver
vallen.
Zoo wij hierboven schreven, waren de fluc
tuaties in Amer. shares b ij kans van geene
beteekenis, slechts valt een scherpe
koersreactie te oonstateeren voor de preferente
en gewone aandeelen San t her n Iron & Steel Cv.
25 Nov. V. B. M.
* K
*
Natuurkracht in dienst der nijverheid
Van welke beteekenis de natuurkracht
vóór de nijverheid kan z^'n, blijkt voorzeker
pit de enorme hulpbronnen, welke Zweden
in zijn watervallen bezit, die het in staat
stelles voortdurend nieuwe krach t stations in
werking te brengen.
Eeeds heeft het dergelijke stations opge
richt nabij den Laga-etroom, die in het
Kattegat uitmondt, die in September 1.1.
feestelijk zijn ingewijd.
Een andere krachtbron van reusachtige
afmeting levert voorta de Ti
hattan-waterval, waar eveneens eerlang een station in
werking zal worden gesteld, dat de enorme
kracht van dezen beroemden waterval in
«lectrische energie 'zal omzetten.
By de watervallen van de Lsga, die door
de provincie Halland stroomt, ajjn vier groote
krachtstations gebouwd, van waaruit de
electriciteit tot in bet zuidelijkst gedeelte van
Schonen, ongeveer 150 K.M. ver, wordt
geleid, zoodat deze kracht-overbrenging een
der grootste van Europa is.
By deze voor het geheele zuidwesten van
Zweden hoogst belangrgke onderneming,
waarvan de kosten ongeveer SM milj. gulden
bedroegen, zijn zes steden rechtstreeks geïnte
resseerd, nl. Halmstad, Helsingborg,
Lardskrona, Malmö, Lund en Trelleborg, door
deelneming in het voor de uitvoering
benoodigd kapitaal. Zij zijn afneemsters voor een
bepaald* hoeveelheid kracht, terwijl boven
dien een aantal kleinere plaatsen van deze
zoo gunstige gelegenheid tot krachtverkrjjging
zullen gebrnik maken.
De aanleg aan de Laga kan 20 000 p.k.
ontwikkelen. Maar een n o e veel grootere
kracht zal de waterval vanTiöllhattan leveren.
Het station, tot dit doel door den Staat in
de laatste vier jaren gebouwd, waarvan de
kosten ongeveer 11A millioen galden hebben
bedragen, is op niet minder dan 80,000 p.k.
berekend en zal dan het grootste van Europa
zijn.
Wetenschap en vernuft hebben hier een
werk tot stand gebracht, dat alleen door de
practische toepassing van de kracht van den
Niagara-watergal wordt geëvenaard.
En een nog groot er werk van dien aard
is in voorbereiding, nl. het krachtstation van
den waterval ran den Bjukan in Telemarken
(Noorwegen), waarvan de voltooiing echter
noe eenige jaren zal duren.
Van Tiöllhattan wordt de electricche kracht
niet alleen naar verwijderde punten overge
bracht, o.a. is Gothenborgeen der voornaamste
verbrniksters, maar ook in de naaste omge
ving; van de krachtbron zelve zullen groote
industrieele ondernemingen haren zetel
vestigen.
In bet geheel zal dan de kracht, uit de
Zweedsche watervallen verkregen, 450000
p.k. bedragen. En dit is neg slechts een
klein gedeelte van de totale kracht, waarover
Zweden uit zijn natuur-bronnen zou kunnen
beschikken, die na het tot stand komen
VBB de noodige répuleeringswerken aan de
meren, die met de watervallen in verbinding
zijn, op niet minder dan 4 millioen p. k.
wordt geschat, Evenzoo zou Noorwegen o 'er
5 millioen p. k, kunnen be-chikken, waarvan
tot dusver slechts 500,000 in gebruik of in
voorbereiding zijn.
In Zweden is bet vooral de ijzer-industrie
en die van het houtzagen met aanverwante
bedijjven, die zich de waterkracht hebben
ten nutte gemaakt. Voorts profiteeren daar
van verFcbillende andere takken van nijver
heid, alsmede de landbouw in meerdere of
mindere mate, maar voor 't oogenblik is nog
niet te zeggen, welke ingrijpende veranderin
gen de rijke voorraad van waterkracht in
het land zal brengen.
De ijzer-industrie houdt zich bijv. bezig
met proefnemingen, om volgens een nienwe
methode ijzer en staal langs elecïrischen weg
te prodaceeren, die bij slagen de
Zweedsche nijverheid zullen in staat stellen
ook van het erts vau Lapland, dat thans
nagenoeg uitsluitend naar het buitenland
gaat, gebrnik te maken.
Voorts heeft de regeering des lands hare
aandacht gevestigd op de electrische kracht
ten dienste van het spooi wegwezen, waaraan
reeds een begin van uitvoering is gegeven,
door het besluit, om den spoorweg van
Lapland van Kiruna tot de grens van Noor
wegen van electmche br weegkracht te voor
zien.
Worden de betreffende plannen van staats
wege verder uitgevoerd, dan wordt de natuur
kracht toegepast op een wijze, die van groote
economische beteekenis zal zjjn, daar Zweden
jaarlijks van Engeland voor een bedrag van
ongeveer 4'! millioen gulden steenkolen be
trekt, want de eigen kolenmijnen in Schonen
leveren niet veel op. De Staat heeft zich
dan ook in de laatste jaren van een aanzien
lijke hoeveelheid waterkracht verzekerd,
zoodat hu thans van ongeveer 12 p C t. van
den totalen voorraad des lands eigenaar is.
Waar de watervallen over 't geheele land,
tot naar Lapland toe, zjjn verspreid, is er
geen ernstig beletsel voor de uitvoering van
het plas, om op het Zweedsche spoorwegnet
de electrieche beweegkracht in toepassing te
brengen.
Voor de industrie bestaat het bezwaar
daarin, dat de meeste watervallen zoo ver
van de kust of zoo hoog in het noorden
z;jn gelegen, dat het gebrnik van die kracht
aan de export-industriën grenzen stelt.
Het meeste vooruitzicht op grooteren bloei
der nijverheid by de toepassing van de water
kracht, heeft Gothenborg. Ook bet gebied
nabij de Lulea Elf, dat gedurende het geheele
jaar met de ijsvrije havens van Noorwegen
in gemeenschap kan blijven, heeft kans een
industrieel centrum van beteekenis te worden.
Maar in geheel het noorden des lands zijn
de havens aan de Bothnische Golf gedurende
6 a 7 maanden van het jaar door het ijs
ontoegankelijk, hetgeen vooral den uitvoer
van hout bemoeilijkt.
Maar ook deze moeielykheden zullen niet
verhinderen, dat Zweden voor zijn hout
steeds grootere afname zal vinden. Nu door
den enormen vooruitgang der techniek reeds
van watervallen ter hoogte van slechts u
meter geprofiteerd en de electrieche kracht
op grooten af-tand overgebracht kan worden,
is 't te verwachten dat hij iederen wat (r val
de krachtstations geleidelijk zullen opduiker.
Waar deze stations verrijzen, ondergaat
echter het landschap, zooala by de water
vallen van TI Uhattan en de Laga is gebleken,
een totale verandering.
De bruisende stroomen ve dwijnen of
worden zooveel mogelijk tot kleinere afme
ting beperkt en waar zich vroeger weiden
en bosechen uitstrekten, zijn groote meren
ontstaan en worden de dalen door zware
dammen ontsierd.
Aan het practirch nut moet het
natuurschoon worden opgeofierd.
25/11 '10 v D. S.
iimiimmHimiiiiimiiiMiMHHiiHUMiiiiiimiiMHiiiiH miiiimiiiimi 1111
De eerste braad wünstoier.
Volksvertelling van Leo N. Tolstoj.
Vertalk g: Emil Wegelin.
Een arme boer was, zonder ontbeten te
hebben, naar den akker gereden om te ploegen
en had slechts een enkele korst brood mede
genomen. Toen hij op de plaats van be
stemming was aangekomen, trok bij zijn jas
uit, leg Ie haar onder een struik en verborg
de korst brood onder de ja?. Na eenigen
tijd begon het paard moede te worden en
kreeg de boer honger. Hu «panda het paard
uit, liet het beest grazen en liep daarna naar
zijn jas, om zijn korst brood te nuttigen.
Doch toen hu de jas wegnam, zag hij, dat
het brood verdwenen wae. dij ze eht en zocht,
draaide de jas binnenste buiten, schudde
haar, doch het brood kwam niet te voor
schijn. De boer was buiten z'.ch zelf van
verbazing. Dat was nu toch al te gek l Geen
menscb. had hij gezien en toch was de korst
brood, naar het scheen, gestolen.
Er was echter een duivel, die, terwijl de
boer aan het ploegen was, de broodkorst
had weggepakt en achter de struikt-n zat.
om te hooren, hoe de boer zou razen en
tieren en hem, den duivel, er bij te pas
brengen. Doch ofschoon het den boer speet,
dat hij bestolen was, wist hu zich pp zijn
manier te troosten. Kom", zeide hij, van
honger zal ik nog niet sterven; wie het
brood heeft weggenomen, zal het wel hoog
noodig hebben gehad wel moge het hem
bekomen!"
En de boer liep naar een bron in de buurt,
dronk een paar flinke teugen water, rustte
een weinig, spande daarna het paard weder
in en begon opnieuw te ploegen.
De duivel ergerde zich inmiddels1, dat hij
er niet in geslaagd was, om den boer tot
zonde te verleiden. Hij daalde in de onder
wereld af naar den opperste der duivelen en
vertelde hem, hoe hij den boer het brood
had weggestolen en hoe deze, in plaats van
te schelden, had gezegd: -Vel moge het hem
bekomen!"
De opperste der duivelen werd rood van
kwaadheid.
Dat de boer u de baas is geweest," riep
hij in zijn toorn uit, is uw eigen schuld;
gij hebt het geheel verkeerd aangelegd. Dat
zon toch al te mooi zijn, wanneer de boeren,
en dan natuurlijk ook hun vrouwen, zulke
manieren zouden aannemen. Een leelijk ge
val, dat zeg ik u. Dat kan zoo niet blijven.
Ga verdien de broodkost van den boer.
Zoo gij den man in drie jaren niet over
wonnen hebt, zal ik u in gewijd water
doopenl"
Voor gewjjd water was de duivel ontzet
tend bang; daarom trok hij, zoo snel hij kon,
weder naar de aarde en dacht na, hoe hij
die zaak in het reine zou brengen. Hij dacht
en dacht en eindelijk was hij met zijn
plan gereed. H(j vermomde zich als een
goed mensch en verhaarde zich bij den armen
boer als knecht. En bij het begin van een
drogen zomer leerde hij den boer op
moerassigen grond te zaaien. By zijn buren
werd alles door de zon verbrand, alleen bij
den armen boer schoot het koren weelderig
op met volle dikke aren. De boer leefde er
van tot aan het volgende jaar en hield toen
nog veel koren over. Den volgenden zomer
raadde de knecht den boer, om op Ie bergen
te zaaien. En het werd een echte
reger.zcmer. Bij de anderen lag het koren
platgeregend, het verrotte en de aren werden
niet gevuld; doch op de bergen groeide het
overheerlijk en de boer hield sooveel koren
over, dat hy in het geheel niet wist, wat
hu er mede zou aan vangen.
Toen leerde de knecht hem. hoe bij uit
bet koren brandewijn kon stoken, en de
boer stookte brandewijn, dronk er van, begon
meer en meer te drinken en liet ook anderen
drinken.
De duivel ging naar den opperste der dui
velen en vertelde hem, dat hy de korst brood
verdiend had.
Met eigen oogen wilde de opperste der
duiielfn zich overtuigen. Hij ging naar den
boer en zag, dat deze de rijke lieden uit het
dorp bij zich genoodigd had en hen op bran
dewijn trakteerde; de boerin reikte de glazen
rond. Onder het rondgeyen stootte zij tegen
zijn tafel en liet een vol glas op den grond
vallen. De boer werd woedend en schold
aijn vrouw voor al wat leelijk was uit.
Duivelskind!" schreeuwde by. Is het
soms vuil water, mankpoot, dat je over den
grond giet'i"
De duivel stiet den opperste der duivelen aau.
Let op", fluisterde hij. Nu zegt hij niet
we', r: wel bekome het je i'
De boer schold nog eenigen tyd en gaf
zelf de glazen rond. Na korten tijd kwam een
arme boer, die niet uitgecoodigd was »n
vroes verlof om wat uit te rusten. En toen
hu zap, hoe de boeren dronken, kreeg hij
lust, om ook eens een slokje te proeven,
want zijn keel- was droog. Dcch, terwijl hij
verlangen! zat te kijken, riep de boer hoos
uit: Ga heen, ik kan jelui toch niet allemaal
brandewijn voeren!"
Ook dat beviel den opperste der duivelen.
En de kleine duivel fluisterde: wacht nog
wat, het wordt nog veel mooier."
DO gasten dronken en de gastheer deed
voor hen niet onder. Zij vleiden elkander,
waren zeer eendrachtig en het in alles met
elkander eens. De opperste der duivelen luis
terde fcherp en siste den kleinen duivel in
het oor :
Wanneer de drank hen zoo fl kflooieiig
heeft gemaakt, zullen wif hen spoedig genoeg
in onze macht hebben."
Wacht nog", antwoordde de kleine duivel.
Laat hen ma r eens het tweede glas ge
dronken hebben. Nu zijn het no? listige
vossen. Maar gij zult zien: zoo dadelijk wor
den het gevaarlijke wolven."
De boeren dronken het tweede glas ledig
en begonnen reeds rumoerig te worden.
Langzamerhand begonnen zij te schimpen,
overal klonken onaangenaamheden, ten s'otte
ontstond een vechtpartij en de gastheer sloeg
er even bard op los als alle anderen.
De opperste der dnirelen zag het en het
beviel hem zeer.
Goed! Zaer goedj" mompelde hij.
Wacht nog," zeide de kleine duivel, het
wordt nog veel mooie1". Laat han eerst maar
eens het derde glas gedronken hebben. Zij
zijn nu gevaarlijke wolven, doch daa worden
züvarken?."
En ds boeren dronken het derde glaasje.
Zij begonnen beelemaal suf te worden, mom
pelden en mopperden in zich zelf, en bemerk
ten nauwelijks dat de een den ander E iet
eens hoorde. Langzamerhand ging de een
na den ander weg alleen of met twee
of drie tegelijk allen vielen buiten op den
grond nee'. Da gaatbeer ging mede nsar
buiten, om hen uit te la'en, docb.... viel
zelfs met het gelaat naar beneden in een plas
water, geraatte vaa bovea tot onder vol
modder.... en laj ten slotte ook als een
vuil varken te ronken.
Dat beviel den opperste der duivelen
buiten ge woor.
Nu", zeide hy', gy hebt een goeden drank
uitgevonden en de korst brood verdiend.
Maar zeg mij, hoe beraidet gij dien drank?
Eerst naamt gij zeker het bloed vaneen VOP....
daarvan werd de boer zoo listig als een vos;
toen het bloed van een wolf..,, en hu werd
zoo wreedaardig als deze... en eindelyk
voegdet gij er zeker het bloed van een varken
aan toe.... tot bij een zwijn werd."
Neen", legde dekleineduivelhemnit, zoo
heb ik het niet gedaan.ik heb slechts overvloed
van koren voor hem laten groeier. Het dier
lijke bloed was steeds in den boer aanwezig....
doch zoolang er weinig br cd i?, vindt het
geen voedsel: dan kan zelf <de laatste brood
korst hem niets scheler. Het is de overdaad,
welke den man zoo maakt: dan bepint hij
dadelijk te bedenken, hoe hij zich zal
amusetren. Ik verschafte hem het middel, gaf
hem den raad, brandewijn te dunken. En
toen hij God'égave misbruikte, door er bran
dewijn van te stoken, werd het b!oed van
den vos en den wo'.f en het varken in hem
wasker. Zoolang hij brandewijn blijft drinken,
zal hij steeds een beest zijn.
Ds opperete der duivelen prees denkleinen
duivel en verleende hem de hoogste onder
scheiding.
uitgaven van J. B. WULTEBS ie Groningen.
HENR. DIETZ en KATH. LEOPOLD,
ZONNESTRALEN IN
SCHOOL EN HUIS.
TWEE DF.KL.KN, VIERDE DRUK.
Eik met 8 gekleurde platen naar
aquarellen van C JETSES.
Prijs per deel,
geb in linnen stempelband f 1.50.
HENR. DIETZ en KATH. LEOPOLD,
ONS BOEK.
Geïllustreerd met 20 pla
Prijs gebonden f 0.75
HENR DIETZ en KATH. LEOPOLD,
MIJN EIGEN BOEK.
Geïllustreerd. Prijs f 0.40.
KATH. lEOPOLD,
ZEGGEN EN ZINGEN
IN SCHOOL EN HUIS.
GELEGENHEIDSVERSJES. Prijs f 0.40.
JAN LIGTHART en H SCHEEPSTRA.
HET PRENTENBOEK
VAN OT EN SIEN.
Met 16 groote gekleurde platen
naar aquarellen vati C. JETSES
Prijs, gecartonneerd
in gelithografeerde omslag f 1.90.
S. MAATHUIS?ILCKEN,
PRAATJES Elf PLAATJES
VOOR KLEINE MAATJES.
Teekeningen van
B. MID 'ERI rH-BOKHOKST.
Prijs, in gelithografeerden
cartonnen band f 1.25.
J WORP.
DE ZINGENDE
KINDERWERELD.
Bekende Kinderliedjes voor een of
t wee stemmen m. piano-begeleiding.
Met 12 groote gekleurde platen
naar aquarellen "an C. JE L'SES,
Prijs, in gell'hografeerden
cartonnen band f 1.90.
NO. m
Lotisico maakt bekend dat boven
genoemd nummer in zeven series
is geplaatst. Hierop is in de eerste
klasse van de thans trekkende
Staatsloterij de prijs van twintig
duizend gulden gevallen. Voor het
incasso wordt gaarne gezorgd door
de betrokken Hoofdagenten,, te
weten:
I. SAJET, Blasiustraat 122,
Amsterdam (in 2 series),
Firma SCHAAP & Co.,
St>Janstraat 8, Amsterdam,
(in 2 series),
P, J. E. DAGNELLlE,Dam 8,
Amsterdam (in 2 series),
W. v. d. HAM,
Molslaan 100/lOOa, Delft.
Op schriftelijk verzoek aan
het adres van Lotisico. Juliana
van Stolbergplein No 11.
's-Gravenhage, worden prospectussen met
bijbehoorende documenten gratis
en franco per post verzonden.
Alom voorhanden:
IN DEN DOP.
DOOR
Uitgaven van I. B. WiLTERS te Groningen.
TOP NAEFF.
Prjjs ingenaaid f 2 50.
Keurig gebonden f 3.90.
uitgave YJH VAU HOLKEMA & WARENDORF, AffiSt,
Bruno
KLEE OERMAKER,
Rokin 61 Tel. 3514
Amsterdam.
Abonnementen van af /125.
Altijd de Xieuwste Stollen.
<weopend van H?<> uur.
YERWEY & LUGARD'S VLIEGKAMP
soi:s
Eerste Nat. Vliegwedstrijden, Zaterdag 26 en Zondag 27 Nov. 1910
A a tt t* tut*/ M tut
/ de** ioheiten MI
De Wedstrijden worden gehouden volgens reglement der Fédération Aéronautique Internationale en staan oade? sportieve leiding van H.H. Commissarissen
der Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart, ter wier beschikking de geldprijzen zijn gesteld.
WIJNIflALEH, 2. KÜLLER.
KOOLHOVEN
A. Wedstrijd om het eerste vertrek (gevolgd door minstens I baan rondvliegen), beide dagen. B Snelheidswed strijd over 4 ronden (10 E.M.) C.
Wedstrijdvlucht voor den langsten lijdduur (miustens 15 minute ). D Hoagtevlucdtwedstrijd (minstens 500 M). Bovendien z'jn nog uitgeloofd: a. Extra-prijs
voor het grootst aantal malen starten (gevolgd door minstens l baan rondvliegen), b. Exira-prijs voor den langsten tijdduur van de gezamenlijke vluchten.
Gemakkelijke en snelle treinverbinding over Utrecht en Amersfoort naar de stations Huis ter Heide en Soesterberg, waarvoor de N.C.S. bovendien ten gerieve van het publiek
extratreinen zal inleggen. Van de stations Huis ter Heide en Hoesterberg gaan motor-omnibussen ad ? 0.25. Motor-mailcoach en andere voertuigen naar het Vliegkamp en terug.
Lunch vanaf 111/2 uur in het restaurant Ie rang, koude buffetten op den 2en en 3en rang. iPV* Tevens is opengesteld een 4e rang ad ? 0.25.