Historisch Archief 1877-1940
No. 1744
DE A M S T E R D A M M E II WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
grostartif: een cadeau van «en neef uit Ame
rika, die psa in Musenen geweest is: een
prachtwerk" ooals het prospectus seg*.
Maar niet alles wat men van
Amerikaansche neven uit Mftnehen ontvangt, mag in
dezen SmterkhwBly'd tering geteld 1 Wy zijn,
al leven w$, hier in Holland, in een klein
centrum der groote beschaving, en al BC h ij n t
?DM natie de knoop der moderne cultuur,
toch hebben wg neiging voor exclusiviteit
en accepteeren eerst na veel geptuttel de
bjdtenlMdsche dingen, die niet eerste klas
zijn. Ons hindert maar weinig het peuterize
en kleintevredene, dikwijls suffe in onze
eigen uitingen, maar wjj trekken den neus
wel hoog op, zoodra bet mw-germaaiiEche, of
lichtzinnig-Frarsche ons in de
niet-eersteraogs w«rken v»n over de grenzen treft.
Dit bock als een tafelblad is Münchensche
konst. Het heeft de onbehouwen charme van
een eenigszins zwaarlijvig vrouwspersoon, dat
all prinses zich heeft uitgedost. Dit is kunst
mit het lat d der scherpe kleurcon trapten in
de natuur en der zware bourgeoisie van
groote potten bier, die toch van prinselijke
sprookjes houdt. Het is degelijk als een diner
van gevulde gans en toch fijn van geur als
de Rijnwijn, die bjj het diner hoort. En de
prijs 9 galden is gering voor zulk een
kunst-Lucuila» maal.
Wat HIÜals aangenaam oog aandeed was
de zeer taalftevoelige overzetting van mevrouw
rnn Rijn?Naeff en de bMeheidenheid van
den verteller, die zich uit in het versje:
Geen kleurendruk siert hier het sprookverbaal,
Geen platen die, gevoegd, den tekst behoorden.
De schilder echiet het sprookje in dichtertaai,
De dichter beeft het toen verlucht met woorden.
M. PKNTIS.
kts fiïf tet iüterwjis i ie funie
vaar aaa> leiding van: Wordt de rekenkunde
logitch behandeld f Brochure door B. C.
DBBKSBIT, directeur der H. B. 8. te
Coevorden. Uitgave J. Schaaf al al te
Hoogezand Prijs 50 ets.
Wat OES de «ijzen ate waarheid verkonden,
Straks komt een wijzer, die 't wegredeneert,"
dacht ik met de Genestet, na lezing van
bovenstaande brochure.
Een kleine 40 jaar geleden heeft de beer
J. Versluys de scboolwereld in beroering
gebracht door ȆB pbllippiea's tegen de toen
malige wiskundige specialiteiten: Strootman,
Kempees, Badon Gbyben e. a. die de wiskun
dige logica keetten te mishandelen en daardoor
de vormende waarde" van dit vak heetten
te kert te doen. Vervolgens heeft de heer
Verslnys de wsknndige litteratuur verrijkt
met een reeks niet alle e ven oorspronkelijke,
maar dan toch mooie leerboeken, die tot op
den huldigen dag bun goede reputatie inde
schoolwereld hebben gehandhaafd.
Thans bevat de bovengenoemde brochure
een phillippica tegen mannen als Verslnys,
Gravelaar en grootheden van minderen rang;
die op aun beurt de wiskundige logica heeten
te hebben verkracht en daardoor de vor
mende waarde heeten te hebben gefnuikt,
welke meening al dadelijk in het weord
vooraf" rniterlijK wordt geformuleerd in het
volgende:
Heefi de beoefening der lektnkunde een
vormenden invloed f
rln vele deelt n beilist niet, als zij geschiedt
op de in dtn regel gevolgde wijze.
En verder:
lo. Er wordt allerdrofvigtt omgesprongen
met de begrippen: aantal, som, breuk.
Zo. Er wordt een axioma gegeven, dat net
zoo nietszeggend als waar is.
3o. Er worden bewijzen geleverd zóó, dat
men bij het begin denkt: waar moet dat
heen?'' en het is nog mooi, dat men aan't einde
ten minste moet erkennen, aangekomen, te zijn,
waar men wezen wilde."
Ik kan geen lange citaten inlasscben, anders
zou ik den lezer eens laten zien, met welk
een positieve beslistheid in een prospectus
ter aanbeveling van dezo broohure alle oude
thecrieën worden gewraakt en alle nieuwe
van den hter Deikeen worden geprezen.
Maar ??als wy ons dertig jaar lang hebben
laten foppen d w da definities van Versluya,
woning van den machtigen kadi had beperkt
kunnen blijven, was gevolgd.
Toen zonderde zy zich met de bijvrouw
Chadidfja, een Circas«sehe slavin, af, en
beraamde, onder de inblazing van Iblis, den
Booze, een plan, zooals de wereld in heleche
snoodheid, er nog geen had zien volvoeren.
Kunt gy het zonder afschuw vernemen?
By de eerste gelegenheid, dat de beurt was
van bibi Heyat om de gunsten van baar
heer en meester te ontvangen, schonk zij
hem, in overleg met bibi Chadidfj-*, een
betelpruim, *) waar ran da kalk vermengd
was met een hevig werkend venijn. Binnen
twaalf uur was de kadi een lijk, en daar
men juist in dien ty'd, vanwege de langdurige
droogte, vreesde voor pestilentieele koortsen,
binnen nog twaalf mér bijgezet. Sterfgeval
en ter aarde bestelling zoo plotseling en zoo
s:, el, dat de Bazaar nauvelyks tijd had om
over de een haar verwondering wast de
kadi stond bekend als feöft kerngezond man
uit te spreke», of de andere was reeds geschied.
MaSru*-°*I> ook "*e eerwaardige kadi in zijn
8t"?*;liJK overschot van op den bodem van
dit aardsche jammerdal wan verplaatst er
. onder, toen werd de verwondering over zijn
plotseling afsterven veelstemmig. Binnen een
uur ging het gerucht, 't welk weldra de
logge ronddeelen van het kasteel van Golconda
bereikte, er doorheen drong, dan door de
ooren van den Sultan werd opgevangen, dat
de kadi vergiftigd zou zyn, en aan dit vuig
bedrijf bibi Heyat en bibi Chadideja echuldig
zonden staan!
Dit nauwelijks uitgesproken, of de vorst
beval oogenblikkelyk het lijk weer op te
graven, te openen, te onderzoeken. De
geleerdste artsen en kruidmengers van het
hof werden daartoe aangewezen. Zjj deden
dit werk en wè,t vonden zij? De kadi
was vergiftigd met het snelstwerkende ver
gif, dat de Indische slangenbezweerders
uit de muilklieren der cobra's weten af te
eeheiden. Ojgenblikkelyk werden de twee
satanische vrouwen van den overledene ge
vangen genomen, ondervraagd, en onder
nedreiging van gruwzame pijniging, bekenden
2.ij aan het misdrijf schuldig te zy'n.
Nu, de Wet van Zy'n Hoogheid den Pro
feet tot den jongsten dag ga over zyn
naam het hoeannah der Mannen des Heus",
amen I laat geen twijfel bestaan, Gode zij
is het ons dan kwalijk te nemen dat wy de
definities van Derksen eer s goed aankijken
uit vreep, dat wij opnieuw in de luren ge
legd worden?
In de laatste bladzijden stelt hy ons wel
gerust met de mededeeling, dat de 12 jarige
leerlingen van de 1ste klasce H. B. S. te
Coevorden als proefliertjes voor zyn nieuwe
theorieën hebben gediend en overeenkomstig
de verwachting functioneerden, maar ik was
by die madedeeling de ironische toespelingen
van den heer Derksen zelf op de
goedgeJoovigheid van kinderen en ouderen betref
fende philosophis che formuleeringen nog niet
vergeten en trok dus onwillekeurig een pa
rallel. E sn.enkel voorbeeld. De heer Derksen
stelt als nieuw axioma in de rekenkunde vóór:
Wat het aantal betreft in elke eenheid gelijk
aan elke andere eenheid.
Dat lykt gesneden koek. Niet waar? 1 = 1.
Maar er schuilt een addertje in het gras.
Denk u een oogenblik in 't ge?al, dat de
rekenkunde geleerd moet worden door iemand,
die daaromtrent geen enkel ervaringsbegrip
heeft. Waar haalt die ineens 't begrip aantal
van daan?
Een andere kleinigheid:
Oude theorie: Elk ding, op zichzelf be
schouwd, noemt men een eenheid. (Leerboek
der rekenkunde door J. Versluys 1ste deel,
6de druk 1882.)
Nieuwe theorie: Zoo'n ding met ailes wat
er toe behoort noemen we een eenheid (H. C.
Derkseo, blz. 9 der brochure.)
Niet waar ? het is deze regels aan te zien,
dat er een tijdsverloop van een kleine dertig
jaar tusschen ligt, waarin't menschelijk den
ken om den drommel niet stil gestaan heeft.
Doch scherts ter zijde.
De heer Derksen meent 't goed met de
wetenschap, en deze zal er wél bij varen
wanneer za van tijd tot tijd verjongd wordt
in het verfrisschende bad van eerlijke critiek.
Maar hij dient een kwade zaak. Want in
trouwe als nu de formnleering van die
axioma's, bepalingen en eigenschappen zóó
lastig ia, dat zelfs vakmannen er tegenop tornen,
is 't dan geen onzin, twaalfjarige kinderen al te
plagen met een theorie, die ze bij gebrek aan
verstandelijke rijpheid, logisch inzicht of hoe
gy 'c noemen wilt, enkel op gezag van den
leermeester aannemen? ledere
wiskundeleeraar zal my moeten toegeven, dat hij zijn
leerlingen op 't gebied van de philosophische
wiskunde alles wijs kan maken wat hij wil,
als bij zyn gezicht maar in een ernstigen plooi
weet te houden.
Gesteld eens, het M. O. had van meet af
zyn natuurlijke bestemming gevolgd, om het
L. O. voort te zetten, zou 't dan niet, met
vermijding van alle getheoretiseer, uit den
aard der z lak op de resultaten van het L. O.
voortgebouwd hebben, totdat de leerlingen
op den leeftijd van een jaar of zeventien
letterwys zyn in de wiskundige vakken en
dan ter bevestiging van het genoten onderwijs
een jaar les kry'gen in de zuivere wiskunde,
of onkundig worden gelaten van de
pbiloiophische grondslagen dezer wetenschap, al
naarmate hun einditudiën dit eischen?
Want de kennis van de philosophische
grondslagen der wiskunde is onmisbaar voor
vakmannen, wenschelijk voor a.s, studenten
in n of andere technische wetenschap, niet
btpaald noodig voor litteratoren en
handelgmenichen.
Wanneer ik my niet volkomen bewust was
van de taaie levenskracht van sleur en tra
ditie, dan zou 't mij volkomen onbegrijpelijk
zyn, dat niet 't gansche corps leeraren in de
wiskunde zonder dralen een omzetting in de
leerstof der wiskunde tot stand brengt: eerst
de praktische kennis, dan de theorie; voorop
het kennen, achteraan de philosophie van
hat kennen.
Alle theorie is immers dor en dood, als da
leerling de praktyk, wanrop ze slaat, nog niet
ondar de knie heeft?
m maar by de Btof te blijven, die de heer
Derisen behandelt: als jongen van 14?18
jaar kreeg ik les in de theorie der reken
kunde volgens n der toen in gebruik zijnde
leerboeken. Voor een adapirant-onderwijzer,
die straks geroepsn zal worden kinderen van
6?12 jaar rekenoüderwya te geven, is dit
onderwys stellig onmisbaar, want de baker i.at
van die r»k^nkundige grondwaarbed^n, waar
*) In onze Oost sirih genoemd.
geprezen: de doodstraf is de terugslag van
dit misdrijf, de doodstraf door steenigin^.
Da twee misdadigsters werden, nauwelyks
had ds Saltan zelf dit oordeel uitgesproken,
naar het plein vau de Sjeharmenar gesleurd,
waar intusachen twee kuilen waren gegraven.
De kleeren werden haar van het lichaam
gerukt, ieder werd in een kuil gezet, deze
volgegooi i tot aan hare schouders, en zoo
zonden zij dan gesteenigd worden. Een vol
trekking van de doodstraf door den Profeet
wellicht niet bedoeld iii die veiiijning van
wreedaeid, welke het in ulke dingen zoo
spitsvondige lodische verstand er aan wist
te verleenen. De stadsomroeper verkondigde
met hoorngeschal, dat iedere voorbijganger,
op straffe van twintig pagoden, door de
Hollandsche Compagnie geschat op honderd
gu'.den, genoodzaakt werd ieder der vrouwen
een steen op het hoofd te gooien.
Da twee zondaressen waren jong, gezond,
krachtig, bovendien schoon, wel zeer mis
dadig tevens. Haar te sparen kostte voorts
nog twintig pagoden. De steenen, welke men
haar naar het hoofd wierp waren dus klein,
schramden nauwelijks. Zij waren klein, wijl
sommige voorbijgangers medelijden voor deze
twee menschelijke wezens gevoeldeü. Immers,
welk een lijden was het hunne l Met het
lichaam gedrongen in de vastgestampte aarde,
het hoofd, waarvan het haar door modder en
bloed een dikke en daardoor, helaa?, nog be
schermende vuile massa geworden waf, uitden
grond opstekende, waren zij op den dag bloot
gesteld aan da verschroeiende hitte der Indi
sche zon in deze laatste dagen van het
aemechtige jaargetijde, blootgesteld ook aan mishan
deling, vervloeking en gescheld, 's nachts aan
allerlei insecten. Om niet te spreken van de
straathonden, die haar het bloed van het
gelaat kwamen likken, ofschoon dan toch
telkens verjaagd door de nachtwachten. Da
steenen waren klein, ook wijl vele voorbijgan
gers lang van het lijden der twee vrouwen
wenschten te genieten, wier dood na zuli
een misdrijf: vergryp tegen het leven van
haar heer en meester, niet verschrikkelijk
genoeg een wraak kon zyn. Het was een
feest van innig wreedheidsgenot voor al het
manvolk van Bijderabad en Golconda.
Ongelukkig geschiedde deze strafpleging
op nauwelijks honderd schreden afgtands van
de logie der Edele Compagnie, en drcugen
de heer Derksen zich zoo druk over maakt,
is te zoeken in de eerste klasse dar lagere
school.
Helaas in de door my ontvangen lessen
werd van dit kostelijk verband met de prak
tijk niet gerept, dus He al dat gephiloeopheer
mij koui en onthield ik er geen jota ran.
Toen ik als jongmensch van 18?20 jaar
rekenonderwijs moest geven aan kinderen
van 6?8 jaar kwam ik voor't heete vuur te
staar.
Bij intuite zccht ik de bruggetjes om over
de moeilijkheden heen te komen; paste ik de
grondwaarhed«n der rekenkunde toe, op myn
woord zonder mij bewust te zyn, dat ik ze
al eens grleerd had.
6 + 7 -6 + (4 + Z) ~(6 + 4) + Z
= 10 + 3?13.
235 9-i = 235 (100 2) = (285
100) + 2 = 135 + 2 = 137.
6 X 17 = 6 (10 + 7) = 6 X 10 +6 X
7 = 6 i + 42 = 102. Enz.
Nier, waar? dat zyn de eigenschappen, die
zooveel moeite geven in de theorie Of ik
't thars begrijp; hoe beter d» vakman
dcorkneed is in de theorie, boa solieder hij de
kleine kleuters inwijden kan in de <eheimen
van het rekenen. Maar zooala gezegd: toen
wts de theorie nog dood voor mij.
Voor myn toafdakte-ezamen aangewezen
op zelfonderricht, bestudeards ik nog da oude
door J. Versluys gewraakte boeken, en ge
lukkig liep dit examen niet over de grond
slagen «an het praktisch rekenen.
Maar kort daarna werd ik op het examen
Wiskunde Ki, door den heer J. Versluys in
eigen persoon or genadig aan den t ar d geveeld
omtrent mrjn kennis van de theorie van het
rekenen met geheele getallen, zooals die in zy'n
my toen nog onbekend leerboek der re
tenkunde uitvoerig wordt bebandeld. Ik kon de
axioma's, bepalingen en eigenschappen niet
eecs stamelen, dua keerde ik met de kous op
den kop naar huis terug, altijd nog in zalige
onbewustheid van het verband tusschen die
theorie en het dagelijks door mij verstrekte
rekenonderwijs.
Maar tengevolge van die ervaring vielen
mij eindelijk wel de si hallen van de oogen
en zoo werden de philosophische grondslagen
van het rekenen ten flotte nog een stok
paardje van mij, dat 'k van 't moment afin
mijn leisen aao canci iaat-hoofJonierwijzers
druk bereed.
Daar waren gebaarde mannen bij, die grcote
ocg n opzetten, toen ze in de theme alles
geoidsnl en goed gefo-muleeri herkenden,
wat i o i zij dagelijks in hun praktigcüc
nierwijs gebrekkig en op den taat af toepasten.
Sadert is er stellig in de opleiding vaa den
onderwijzer een groote verbetering gekomen.
Ook blijkens de brochure vaa den heer
Derksen zyn de grondslagen van het rekenen
met geheele getallen nog altijd een hoogst
belangrijke examenkweitie voor den candi
daat-noofdondeiwijzer. Maar is het dan niet
te mal om van te pi aten, dat ean twaalfjarige
Hoogere Bnrgerscholier, geheel buiten het
prak iecn rekenen om, bezig gebonden wordt
met voor hem onverteerbare theorieën, waar
van eerst de candidaat-hoyfdonderwyzer of de
adspirant voor Ki, de «ezeclyke beteekenis
inziet, omdat ze door de prait^k van het
onderwys tot hem spreken?
J. KLEEFSTRA.
UB BIBLIOTHEEK VAN DEN KONIKQ VAN SlAM.
Een Deen, die een reeks van jaren bij den
onlangs gestorven koning Chulalongkorn van
Siam de functie van bibiiothecaiis heeft be
kleed, (zooals bekend is nam de vorst een
groot aantal Denen in zy'n dienst en in het
leger en de vloot van Siam), vertelt over de
koninklijke bibliotheek o. a. het volgende.
Toen ik bibliothecaris van den koning
werd, vond ik eene verzameling voortreffe
lijke werken, maar alles op een verschrik
kelijke wyze door elkaar. Er moest eerst
opgeruimd, uitgeschoten en verder de
benoodigde catalogussen gemaakt worden.
Heerlijke boeken waren er ondar, behalve
oudere boeddhistische letterkunde een massa
europeeeche, zoowel uit vroegeren als lateren
tijd, en vooral werken over kunst.
VoornaIIH1IIIIIIIIIIIIIIIM1IIIIIIIIMII
de klachten van het jammerlijke tweetal
nacht en dag daar binnen door. Ja, wanneer
men door het mat-vlechtwerk van het ven
ster keek het eenige in het gebouw
boven de poort als een sierlijk Moorsch
balcon uitgebouwd, dan kon men over en
door de menigte heen de hoofden der twee
ongelukkigen, nienechelijke overblijfsels nog
slechts, levend nog, maar geen vrouwen meer,
boven den bbdeni zien opsteken. Nyendaal
hoedde zich wel dit te doen. Maar door zijn
ziekelijk gestel, verkoortst door de onduld
bare hitte dier nu reeds eerste Aprildagen,
verkreeg zijn gehoor een kracht van waar
neming, dat hij zich in geen luimte, afge
sloten of niet, van het groote gebouw met zyn
tuin en aijre binnen plaateen, zijne woningen
en opslagen kon ahonderen, of hij hoorde
het tweetal kermen en vleemen of toch een
genadige ziel aan het lijden een eind wilde
maken mat een enkelen zwaren steenworp.
Het ergste wa^ dat hy deze jammerplek
niet kon my'den: het Sjehar-menarple>iüwas
de sleutel van de Bazaar. Het kantoor te
Mazoelipatnam, beneden aan de kust, wachtte
op de halfjaarly'ksche bezending gedrukte
goederen en edele eteenen; daar lagen nog
enkele dagen de schepen der E'ie'.e Compagnie
op de reede om voor dit seizoen de laatste
reis te doen. Een dag was hij het plein
overgegaan: men had hem aangehouden om
de twee misdadigsters met een steen te treffen,
zelfs twee steentjes ter grootte van een noot
in zy'n hand geduwd. Hy had geweigerd.
Ongetwijfeld, men kende en achtte hem, maar
de gemoederen waren verhit, n door de
langdurige droogte, n door de langdurige
strafoefeninjr. Immers het was reeds de derde
dag van de marteling der twee vrouwen.
Maar zy'n weigering om aan de steeniging
mee te doen was kwaad opgenomen. Er
was veel volk verzameld, dat hem niet
kende, dat hem dadelijk Chrigtenhond"
schold en bedreigde. Hij had toch geweigerd.
Openlyk en luide had hy verklaard waarom.
Hij wist, dat deze d walende menigte, die den
bedrieger Mohammed als haar profeet vereerde,
tevens een groote vereering gevoelde voor
zijn Heer Jezus, dien zy den Profeet Isaï"
noemde. Welnu, eeist In het Hindoestaansch,
toen in het Perzisch had hy luide verklaard,
dat de Nebi Issï" by gelijke gelegenheid
strengelijk aan ieder, die zich niet vrij van
zonden gevoelde, had verboden, een zondares
met een steen te treffen.
melük de italiaaoiche kunst, sculptuur en
architectuur was door een reeks standaard
werken vertegfnwoordigd. Bovendien wa' er
veel staathuishondkundige en philoaophische
lectuur, voornamelijk engeleche, voorhanden,
terwyl ook de bellettrie ruim vertegenwoor
digd was. In het geheel waren, toen de
catalogi gereed waren, meer dan 10 000 deelen
opgenomen. De koning zelf kwam slechts
wein'g in de bibliotheek, voornamelijk omdat
hij in het paleis zelf een boekerij bezat,
maar meermalen deed hy toch van zijne be
langstelling in de bibliotheek blijken, en
voornimelijk werd zy door de prinsen ijverig
benut.
Nifjnwe
De Goede Raadgever. Almanak voor 1911,
uitgegeven door de Ne ierl. Vereeniging tot
afschaffing van alcoholhoudende dranken.
8t. Anna Parochie, J. Kuiken Jr.
The Hague Prace Conference» of 1899 and
1907, the results obtained, the principes
applied and hèinfluences feit A Lecture
detivered at Toe Hagne on the lOth of August
19 LO büJ. Pir. ScrLixa, professor
extraordinary of international law at the Leyden
Universiiy before a group of English frienda of
peace paying a visit to Holland. The Hagne,
Martin us Sijhoff.
Techniscn Comptabele bibliotheek, deel II,
P. VAN DER KAM, Geslichls Boekhouden, 's
Gravenhage, G. Delwei.
Levensvragen, Serie V, No. 2: Dr. PAUL
EoHEEACn. Geboren uit de Maagd. Het Ge
tuigenis van het Nieuwe Testament tegen
de leer <ran de bovennatuurlijke geboorte
TBD Jezus Christus.
Redelijke Godsdienst, Serie I, No. 8 : Dr. I.
v. D. BBKOH, Over Qebedsverhooring.
Paedaiioeische Vlugschriften, SerieII, No. 5:
W. JANSEN, Intellectualisme en Opvoeding,
P. A. SPARKKBÜBQ Jr., Het ouderlijk huis te
Nazareth Iets over de omgeving waarin de
Heere Jezus 01 groeide. Alles te Baarn b. d.
Hollan dia-drukkerij.
B. H. F. SIKKBS, Het regelmatige
Toovervierkant. Haarlem, P. Visser Aza.
Inbond ran Tijdschriften.
Eigen Hawd: IQ ballingschap, door F. B.,
II, slot. Vogels van diverse pluimage, door
Ab. Wigman, I, slot, met af>. Nederland
voor hondt-rd jaren, door Genmaal W
ppermann, met af ??., I. Moderne Knust by de
Firma C. F. Roos & Co., met t f o. Mi a's
boodtchip, door Edith Heide. Zjjn eerste
procej-verbaal, door H. J. Smid. Feuil
leton. De Paleatica-Tentoonstelling. Een
Lucifer" opvoerin? Een school op
wiei-D. Louis Bouwmeester 1850?1910.
Op da vlieskampan te E ie?Saestsrbersr.
Vereeniging Prins Hendrik." Het
gf/isschen van de Vondelpark-vijvers Hoe
goede raad zijn loop neemt, alles met af o.
Portret van H M de Koningin Wilhelmina,
naar de schilderij van mevr. Tcé/èss Vai
Duvl-Sehwartze.
BOUWT te NUNSPEET
Inlichtingen by het bouwbnrean Arti",
aldaar.
W.BengerSühne
Shittga
HoütdtlepOi w. AMSTERDAM: Kalven.tr.166
K. F. DSPSÜHLE-BENÜER
Piano-, Orgel- en Muziekhandel
Meyroos & Halshoven,
ARNHEM KONINGSPLEIN 9
Interc. Telefoonnummer 9i3.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
REPAREERF.N STEMMEN RUILEN
Kumaaikuufoord
-n Zuid Ty rol
Seizoen: Sept.
Juni Bezoek in
ivo»/-o 27.000 Katien. Stedelijke Kuur-en
Badplaats: Zanderinstituut,
Kondwaterinric iting, koolzuur en alle geneeskundige
baden, -zwembasein. Inhaleeringa-geneeswyiie,
druiven-, mineraalwater driokknrcn,
terrain- en vrye lucht ligkuren 4 geka
naliseerde tooge bron waterleidingen. Theater,
Sportplaats, Concerten. 20 Hotels Ie Rang,
Sanatoria, talrijke Pensions en vreemden
villa's
Prospectus gratis by de
KURVORSTEHUNG.
Stokpaardjes
lelienmelK-Zeep
van BERGMANN&CÜ.RADEBEUL-DRESDEN f
maikt uw huid zuiver en iadit met jeugdig f~"'
fnssclie rase.verblindendschaone teint. <
verdrijft zomerspioeten, puisten enz ,
en alle verdere huidonreinheden.
Verkrijgbar a 50 cent per Stuk
bij Apothekers,drogisten, en coiffeüfs.
Koopt UITSLUITEND BOTEK ONDER RIJKSCOJïTItOLI<:.
De STAAT GARANDEERT C een OJTVERVALSCHT product,
Boterhandel ZUIDLAREN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935.
Natuurly'k had deze toespraak niet de ge
ringste uitwerking ten goede getud, dan dat
men hem verder ongemoeid had laten gaan,
ecbter rjiet dan t adat hij de 20 pagoden
had betaald, door den schraapzuchtigen Sultan
op de overtreding van zy'n gebod gesteld.
Op dien derdea daa; van de marteling was
een vierde, eeu vijfde gevolgd, en de vrou
wen leefden nog, kermden nog, vleemden
nog om den worp des doods uit erbarmende
hand. Maar de menigte wierp in 't geheel
niet meer. Verwonderd, verbaasd zelfs, be
vreesd ietwat voor Iblis, den Booze, die deze
twee zijner dieraresaen zulk een
we^-rstandsvermogen achonk, wilde zij zien hoelang de
martelaressen het konden uithouden. En
met zulk een zachte stem van reeds stervend
gekerm konden zij haar weeklagen niet uiten
of in zijn verscherpt gehoor moest Johannes
Nijendaal het onder zyn werk of rust vernemen,
maar dan tevens hoorde hij de vermaning:
Wie uwer zonder zonde is, hij werpe den
eersten steen op haar I" Welnu, hy was het
zich bewust: hy allerminst was zonder zonde.
De koorts van zyn krank lichaam, van de
verfoeilijke dorre hitte, van zgn geest al
maar bezig met de gedachte, dat de goederen,
welke men aan de kust nog van Uolconda
verwachtte, niet op tijd zouden kunnen ver
trekken, het wel steeds zachter wordende,
maar door h?m nog vernomen gekerm dier
twee martelaressen daar buiten, zelfs de
angst, dat het wie weet? misschien
nog de belangen der Compagnie kon schaden,
dat hij niet als de andere een steen opnam
om de ter dood veroordeelde vrouwen
te treffen, maar daarbij de zeer duidelijke
vermaning van den Heiland, dat niemand,
zich van schuld bewust, den eerst» n steen
mocht opnemen, dit alles te zamen maakte
hem schier krankzinnig. Eseds zoolarg dit
afechu "velijk drama gaande was nu reeds de
zesde dag had hij niet kunnen slaper». Wie
uwer zonder zonde is, hij werpe den eersten
steen op haar l" Om deze woorden woelden al
zyne gedachten van ver en van naby, van zy'n
verleden in het lieve vaderland, waar nu
O, God l de lente begon, en van het
heden in dit door de hand des Heeren met
dorheid en hitte geslagen Golconda, waarin
de straten als gloeiende ovens waren; ge
dachten aan de belangen der Compagnie en
de schepen aan de kust, en aan het verblinde,
wreede volk in deze Indische stad, dol ge
worden door het genot van wraak op twee
lllllllttlllMlIIIIIMttlllllllllllllllM
weerlooze menschenhoofdcn, het etnijre og
over van twee jonge en eertijds schoone
vrouwen. Wie uwer zonder zonde is, hy
werpe den eersten steen l"
Zoo lichtte, na opnieuw een slapeloos-door
leefden nacht, de dageraad van den ze ven d on
dag, en het gekerm daarbuiten waf, wel is
waar met steeds 'aagere tnsschenpoozpn. te
vernemen. Toen kon Johannes Nijendaal het
niet langer harden. Zijne gedachten lagen
vérsufd in zyn hoofd neder, alleen herhaalde
hy maar steeds door den eersten steen"
den rsten steen". Gekleed had hij zich
dien nacht op het Perzisch tapijije neder
geworpen, dat hem tot slaapplaats diende.
Nu de Oostersche dag bijna onmiddel ijk na
den dageraad lichtte, sprong hij van zy'n
leger op en wenkte zyn slaaf om hem raar
de binnenplaats te volgen. Zonder te weten,
wat hij deed, maar nu, met het laatste be
wustzijn van zy'n denken, in zy'n eigen taal
roepende den IMtsten steen l" <ien
laatsten steen!" snelde hij den trap af naar
de ruime binnenplaats. Daar, aan den voet
van een areekpalm, lagen eenige kleine
molensteenen. En nu zagen de slaven, zag
het inlandsch dienstvolk een wonder. De
ziekelijke, aamborstige, zwakke
Nijdaalsahib" hief, terwyl hij zyn lijfslaaf ge >ood
zijn voorbeeld te volgen, een dier steeraen
op, met gemak, dien de stevige zwarte
nauwelijks kon tillen.
De poort van de logie was reeds geopend :
de inlandsche soldaten hielden er de wacht.
Met zijn zwaren last snelde Nyendaal naar
buiten, de straat op, de honderd echreden
ver, naar het op dat uur nog weinig bevolkte
Sjehar-menarplein, tot hy bij het hoof l "an
een der martelaressen bleef stilstaan. Zelfs
toen nog vond hij de kracht om den etuen
omhoog te heffen en op het nog legende
hoofd te laten vallen I... Zijn werk WAS
daarmee niet geëindigd: op geringenefjtatjd
stak daar het andere hoofd uit den bud^m
op l Hij wendde zich om of zyn slaaf hem
gevolgd was : daar, inderdaad, naderde moei
zaam de gespierde neger met den anderen
molensteen. Hij rukte den steen uit zijn armen
weg, ging er mede naar het andere hoofd,
hief hem op, liet hem vallen. Hy blet-f nog
een oogenblik opstaan, alsof h\j tot bezinning
kwam. Hij streek met de hand o^er zyn voor
hoofd, en met de woorden : de Idatste steen l"
viel hij bewusteloos naast het verpletterde
hoofd van bibi Chadidsja neder.