De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 27 november pagina 5

27 november 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1744 DE A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD V 00 R N ii D E R L A N D; Hetty Beek, van de Hagespelers, in de rol van Lucy in De Rivalen" van Sheridan. Puntig gespeeld, veelbelovende actrice. Meute Men roor ie mi Tim en Torn, door CHR. VAN ABKOUDE, met illustraties van LOUIS KAEMAEKEKS. B| Gebr. Kluitman te Alkmaar. Een van de kinderboeken, die bij onze jengd den grootsten opgang hebben gemaakt, ia wel, Dik Trom" van Joh. Kie net. Dit be grepen ook verscheidene van onze jongere auteur*. Wat een navolgingen van dit vrooHjke boek zyn er sedert al verschenen! Het genre begint waarlijk te vervelen zelfs een boek als De Zoon van Dik Trom" van den zelfden schrijver kan hen, die veel kinder boeken in handen krijgen, niet meer recht behagen. Men kan zich dan ook niet begrij pen, hoe de Heer van Abkomde nóg eens weer met Inat en ijver aan 't werk kon «aan, om een dito produkt te fabriceeren. Het is volgens 't oude recept bewerkt alleen is hier de hoofdpersoon «en tweeling, wat ontegenzeggelyk de komische werking verhoogt. Als ik van dit boekje alleen den tekst gezien had, zon ik 't tot de goede middelmatige soort rekenen maar daar is een talentvol artUt gekoonw, ; WMlje Jheeji de waarde van ^ge heel dóór zfln geestige teekeningen zoozeer verhoogd, dat dit Tim en Tom-boek toch nog iets by zenders gewerden is. Het is een lust, die van geest en leren tintelende plaatjes te zien, en te merken hoe volkomen de tee kenaar zich heeft ingeleefd in de bedoelingen van den antenr. Eigenlijk zou men haast kannen zeggen, dat hij er meer nit haalt, dan t r in sit, maar dit is natuurlijk, waar zjjn talent zooveel grooter is dan dat van den schry ver. Men zon wenschen dat alle illustrators hun taak met zooveel toewijding en belangstelling mochten opvatten eerst dan krijgen we, wat we noodig hebben : een in alle opzichten harmoniiche kinderliteratuur. Ook de uitgeUKP DE NATUUR. CDU. Vogelsteentjes en Sandalen. Een half uur ten Westen van Gerolstein ligt het dorpje Pelm, en daar vlak bij, op den weg naar Gees, is de klassieke plek voor Trilobieten. Al voor meer dan honderd jaar werden er die merkwaardige diertjes gezocht. Bg macsa's zijn ze sedert opgeraapt n mee genomen of verzonden naar alle oorden van de aarde. Waar een geologisch museum be staat, het zij in Amerika of in Australiëof Japan, ge zult er fossielen nit het devoon van den Eifel vinden en altijd zyn er trilobieten bjj. Er was dan ook een tijd, nog niet zoo heel lang geleden, dat de boeren in het voorjaar na het ploegen van de akkers een flinke regenbui afwachtten; en dan ging jong en oud by Gees aan het fossielen rapeu; ze verdienden er een aardig extra duitje mee. Als je dat weet en je bent eenmaal in Gerolstein, dan pak je natuurlek het over bodige nit je taech en zakken om ruimte te hebben voor alle vondsten en gaat er op uit. Zoo ook wij; we wandelden 's morgens al vroeg eerst naar Pelm, en namen den mooien weg door de bosschen; die ons nog al ophielden, want de flora is er prachtig. Maar het oponthoud hinderde niet; we hadden den ty'd; het middagmaal zouden wij in Pelm gebruiken, een dorpje aan de spoorlijn on se Eifelführer noemde er een paar pensions en om te avondeten in OEB hotel te Gerolstein behoefden we eerst om acht uur terug te zijn. Het is maar gelukkig, dat je op voetreizen altijd nog al eetlust hebt; want een opwek king tot middagmalen, doe je in Pelm nu niet bepaald op. 't Is er zoo schilderachtig vies door al de mestfaalten, dat we driemaal met hongerige magen het onsmakelijk dorp doorkruist hebben, eer we besluiten konden ver heeft dapper meegewerkt om het boek tot een smaakvol geheel te maken,'door de plaatjes te drnkken tusechen den tekst, in plaats van ze er, op glad papier gedrukt, in te plakken. Ook de druk is uit stekend. Alleen de band had smaakvoller kannen zyn. * * * Huize Labor, door NANNIE VAN WEHL, met teekeningen van W. POTHAST. Bij L. J. Veen, te Amsterdam. Toen ik dezen zomer Aan den Waterkant" van dezelfde schrijfster zoo warm aanbeval, had ik gehoopt, dit ook baar verdere werken te kannen doen. Maar hier ligt er een naast me, dat weer vél te vluchtig en oppervlakkig is neergeschreven, om op den naam van serieus werk aanspraak te kannen maken. Het is en blijft jammer, dat een schrijfster met zooveel aanleg en uitbeeldingstalent zoo weinig zelf kritiek schijnt te bezitten. Juist omdat men voelt, waf ze zon kunnen, kan men haar al die noodelooze oppervlakkigheden en onbe duidende gesprekjes des te minder vergeven. Van deze gezonde, werkzame familie had iets keel goeds kunnen worden geschreven. En er zijn dan ook werkelijk veel goede blad zijden in dit boek. In elk geval staat het, zooals, 't nu is, nog altijd een heel eindje boven de gewone bakvisschen-literatuur; er gaat ten minste een frissche, krachtige invloed van uit een geest van werk en je nuttig maken in de wereld." Wel is 't wat heel romantisch dat de oudste dochter de muzikale die zich gaat wijden aan een oude tante, die als erg atü'f en lastig bekend stond, maar meevalt, op eens van gezegde tante een heel buiten goed cadeau krfgt: zoo'n echte boek nverrassing! Liever hadden deze Labor"j on gel ui geheel door eigen inspanning vooruit moeten komen! Een eigen!gke clou" is er niet in 't ver haal 't wil alleen zyn een greep uit het familieleven op Huize Labor". En dat is voldoende. Met zoo'n ferme, stevige fami lie mee te leven, kan niet anders dan een verkwikking zijn voor onze dikwijls nog al verslapte en verweekely ite bakvisschen en nog meer zou bet dat zyn, als de sehry'fster haar werk een tijdje had laten liggen, eer het ter perse ging. Dan zou ze zelf zeker de gebreken gezien hebben, en heel veel ge schrapt, en enkele dingen wat dieper door voeld en beter uitgewerkt. Dan had 't een kunst werkje kunnen worden nu is't alleen een friich boek. De plaatjes zyn niet met veel animo en zien-inleven in den tekst geteekend. Drie ervan zijn artistiek wel goed, maar de andere drie hadden liever moeten worden weggelaten. Ze zijn ook alweer op glad-«rit papier gedrukt, in plaats van op het geelachtige van 't boek zelf. De bandteekening is heel aardig, maar niet erg passend bij den Labortitel. Zoo'n dansend meisje met een tambourynl Overigens is 't boek goed uitgegeven. « * * Nog een boekje, niet vóór, maar over kinderen: Joehrmpie, Uit het Kinderleven, door J. BOUBEBG WILSON, met teekeningen van C. VAN DER HART. By' G. K melingh, te Groningen. En dan is er nogal een toevoegsel bij den titel; n.1. dit: (Hoe gaan wij om met onze Kinderen?) Het getuigt wel van veel zelf vertrouwen bij Mevr. B. W., dat ze dit boekje inleidt als een leiddraad voor an deren. Zeker, er komen wel een paar goede momenten in voor: waar ze haar jongen vertelt waar de kindertjes vandaan komen, en waar ze hem proefondervindelijk bewijst dat 't toch niet prettig zou zyn, een deftige" moeder te hebben, njaar deze dingen kan men ook elders vinden en verder zonden sommige ervaren paedagogen nog al fouten vinden in dit boekje, b.v. al in 't begin, waar ze haar jongen niet tijdig belet, den tuinman met een oude slof te gooien. Het jongetje zelf is wel goed getypeerd, er te b y <ren eten; maar er zat niets anders op; we trokken moedig het pension" bij 4e brug binnen, en toen wij eenmaal in de her berg voor de withouten tafel zaten en niets meer van de buitenwereld zagen dan de donkere bosscben in de verte, viel het toch nog weer mee; wat er opgedischt werd, was inderdaad niet onsmakelijk, al was het onge looflijk goedkoop. Zoo gesterkt ging het naar Gees op de fossielen jacht. Op den hoek, waar de groote weg zich solitst en een tak afbuigt naar dat dorpje, daar, vlak tegenover den molen, moest het beroemde terrein al beginnen. We vonden er een groot haverveld met een hooge berm, waar een bruin-gele leem bloot lag; en al dadelijk bleek het, dat wij op een goede plek waren gekomen. Een hamer hadden wij hier niet noodig; het gesteente was by'na geheel verweerd tot akkerbodem; ons plantenschepje was voldoende om den grond wat los te werken. En daar kwamen de eerste fossielen voor den dag; vreemd gevormde mosseltjes leeken het; by'na alle dubbel; eigenlijk was het de opvulling van de gesloten schalen, de zoogenaamde steenkern van een mosselachtig dier, dat in onge looflijk hoeveelheden tasschen de koraalriffpn in de demonische zee moet geleefd hebben. In korten tijd hadden wij er een twintig verzameld; alle zoo het scheen van de zelfde soort of tenminste van nauw ver wante soorten. We hadden er zonder twy'fel duizend op dien middag by'een kunnen zoeken, ze lagen op een enkele plaats zoo menigvuldig, als bij ons kiezelsteentjes in het zand. De meeste waren door den vorm van gewone steentjes te onderscheiden, de eene zy'de is bol de andere veel platter; aan de bolle baik?chelp is een krom vooruitstekend puntje, als een snavel; en dat alles Hamen geeft aan de steenkern een gedaante, die aan een vogel lijfje doet denken, zonder poot of staart dan. Sandaal t j es Links geteekend naar zelf uitgegraven voorwerpen; rechts: een naar een bijna gaaf gebleven exemplaar; het deksel er naast. hoewel de moeder te gecharmeerd op hem is om geheel objectief te zyn, en hem wel wat veel mokkelt." Als dit werkelijk alles uit het leven van haar eigen zoontje is, dan beklaag ik dien armen jongen, als later zijn schoolkameraden dit boekje eens in handen mochten krijgen! Het kleine werkje is tamelijk goed uitge geven, de teekeningen hadden echter evengoed weggelaten kunnen worden. N,. VAN HICHÏUM. AErErEEiLrEL Vlieghoed. De Engelsche hoedenmode kenmerkt zich minder door de uitbreiding van het opper vlak der hoofddeksels dan wel door het vinden van zeer eigenaardige modellen. En vogue is vooral het steek-model, met lage, ronde bol en grillig opgebogen breede randen, die aan de met eenige virtuositeit bewerkte steken der onde Pruisische soldaten herinneren. Ook deze modellen, indien ze met smaak gedragen worden, hebben ontegenzeggely k hun charme. Niet zelden zijn ze van gekleurd vilt, en met goud brocaat banden en ttruisveeren opge maakt. Een weinig s«hotg en scheef, op de pernqne blonde" gedrukt, doen ze geestig en ccquet en hebben meer karakter dan de parasol-hoeden. Zeer kwistig is de Eogelsche mode ook met veer-veraieringen. In The Sketch", het meest mondaine aller Engelsehe tijdschriften, zag ik een hoed, zoo rijk met lang-pluimige struisveeren, van zuiver wit versierd, dat deze terecht een waterval-hoed" genoemd wordt. Nochtans meer kostbaar dan elegant is dit hoofddeksel. Fantastischer nog was de hoed, die door een bekende Londeneche tooneelspeelster ter gelegenheid van een der groote conrsea gedragen werd. Het steekmodel was daarbij ten grondslag genomen, maar het had zich onder de handen van een geestige chapellense, waarly'k tot een monoplane vliegmachine vervormd, met een stuurrad van zwarte gitte i als pièee de milieu. Het was slechts een gril van deze tot vluchtig heid en vliegen geneigde hersen'je*, die ver moedelijk niet veel navolging vinden zal. * * * Op rollen. Schaatsen a doubléusage, voor zomer- en wintergebrnik, zyn nog een nieuwtje op de schaatsenmarkt. Men heeft ze dezer dagen in Duitschland voor 't eerst in toepassing ge bracht Eigenlijk is het slechts een goed koop en aard1 g-gevonden appendix van de winterschaats, die daartoe behoeft te worden aangekocht. Door het breede schaatsen ijzer van de hooge Engelsche schaats worden gaten geboord, n voor, n achter, en door deze gaten worden kleine stalen asjes gebracht, die op stevige wijze aan beide zijden met moeren bevestigd zijn. Bollen met kogelbearings worden aan beide uiteinden van het asje bevestigd, en ziedaar de winterschaats in zomer schaats getransformeerd. In enkele oogenblikken kunnen de rólletjegz onder eenige moeite weer verwijderd worden, zelfs zonder de schaats van den voet te nemen, en de sierlijke draaien en krullen, op het aap hal t begonnen, kan men zonder noemenswaardige interruptie op hét y's voortzetten. Voetbal-duiven. Een niet onaardige gewoonte op h«t>Engelscbe voet bal-veld is het loslaten van post duiven door spelers, die van verre gekomen zijn. Büelke goal, die door de team gemaakt is, wordt een duif nit de mand gelaten, die klapwiekend naar boven stijgt in de blauwe lucht en als een pul nit den boog voortschiet naar zijn verwijderd home" om daar aan de belangstellenden het bly'de nieuws mede te deelen: een gevleugelde telegraaf zonder draad, poëtischer dan de echte. Een heel enkele vonden wij van een andere soort, die nog de oorspronkelijke schaal liet opmerken, ef tenminte een deel ervan, en dan was er in het overstekend snaveltje een kleine opening. Het weekdier dat in die dubbele schelp leefde, stak daardoor een voet naar buiten, waarmee het zich aan de rotsen onder water kon vasthechten. Een eigenlijke mossel is het dan ook niet; bij mooi ge conserveerde exemplaren, waarvan een schelp gedeeltelijk is afgebroken, komt het binnenste voor zoover het bewaard kon blijven, duidelijk te zien ; daarin vertoonen zich twee spiralen; dat waren de kalkachtige stennsels van de kieuwen van het dier, zooveel als het ge raamte ervan; naar deze spiralen is een ge slacht ervan: Spirifer spiraal-drager" [ge noemd. Nu nog leven er in de tropische zeeën enkele weekdieren, die verwant zyn met die welke w\j vonden, en die ook een kieuwgeraamte bezitten, dat eenigszins met dat van deze fossielen overeenkomt. Ook zy hebben in de schaal een opening, waar door de voet uitgestoken wordt, die hun ver oorlooft zich onder water vast te hechten. Onze mossels doen dit door verharde sljjmdraden, de Byeaus-draden. Een oud mannetje, dat naar ons kwam ky'ken, noemde ze Vogelsteine"; als zulke dingen volksnamen hebben, is het zoo goed als zeker, dat ze veelvuldig voorkomen. Hij kende ze dan ook best, onderscheidde er soorten van; maar vertelde meteen, dat die dingen haast geen waarde meer hadden; alleen soms nog een bijzonder groote of een van een andere zeldzame soort. We zeiden, dat wij eigenlijk ook wel eens wat anders wilden vinden en naar trilobieten zochten. O, suchen Sie Krebse?" Ga maar mee; dan zal ik je de goede plek waar ze liggen precies wijzen." Hij bracht er ons heen, honderd pas verder. Wij natuurlijk erg dankbaar voor zoo'n gids van het land; blij met zoo'n buitenkansje, lieten we ons niet onbetuigd; en hy' ging meteen verder de haogte in ; een kwartiertje later zagen en hoorden wij hem in de verte stcenen kloppen aan den weg. Wij waren al aan het kloppen, zoeken en graven op het groote braakliggende veld, vlak aan den weg en op de bermen ervan. De grond was blijk baar op verschillende plaatsen pas omge woeld ; groote en kleine steenen lagen er stuk geklopt; dat leek ons een goed teeken. Drie amateur steenkloppers gingen wet goedeu moed aan het werk. Maar het was mis; na drie uur hard werk hadden wij wel een paar andere soorten van vogeltjes en ook verscheidene mooie koralen gevonden, maar geen spoor van die vurig Een handvol. Een zeer merkwaardig legaat werd eenigen tijd geleden gemaakt door een Fimchen edelman. In zijn testament omschreef hij, dat boven op zqn grafmoment een vaas moest worden aangebracht, die gedurende de wintermaanden (en dat zijn er nagenoeg acht in Finland) steeds gevuld moest zijn met kopergeld. De armen van het dorp mogen tweemaal in de week tot het met een hoog hek omgeven monument worden toegelaten, bij de vaas klimmen en daaruit een volle greep doen. Voor de voortzetting van dit zonderlinge armenfonds is een eotn van 100,000 gulden vastgezet, waarvan de rente elk jaar nagenoeg geheel verbruikt wordt. De armen van het dorpje, zy'n byzonder in hun schik als ze zeer grooten handen hebben. *** Een vlieg-hotel. In het Carlton-hotel, in het schoone Biaritz heeft men voor de gasten een nieuwe attractie verzonnen. Nabij den ingang leest men op een groot geschilderd bord. Pour promenades en aéreplanes s'adresser au con ciërge." Een geoefend vliege'MonaieurTabutau is de leider dezer luchtige uitstapj as, waarvan bjj t\jd en wijle door Engelsche en Amerikaaneche gasten gebruik wordt gemaakt. Carlton is het eerste hotel van de wereld, dat een vliegmachine op stal heeft. Duur rijden. Het duurste rijtuigtoertje, dat elk jaar in Londen gemaakt wordt, is de jaarlyksche zegetocht van den nieuwen Lord Mayor, van diens huis naar Gnild Hall. De koets, welke voor deze rit gebruikt wordt is een merk waardige antiquiteit, die slechts eenmaal in de driehonderd vijfenzestig dagen van stal wordt gehaald. Op dezen paradedag moet ze er echter dan ook uitzien als een goud haantje en telke jare wordt ze nieuw gevernist en bijgelatt, en verbeterd, en van verschillende nieuwe stukken en onderdeelen voorzien. De gewone jaarlyksche kosten van onderhoud voor het rijtuig beloopen dientengevolge zel den minder dan 200 pond sterling of 2400 goede holiandsche guldens. Duurder wordt er zeker nergens gereden. De koets, die 150 jaar oud is, kostte oorspronkelijk 1000 pond ster ling. Gedurende haar bestaan heeft zij echter voor jaarlykache reparatiën en opfrisschingen ongeveer 240.01 O gulden noodig gehad, dus 20 maal haar oorspronkelijke waarde. In die anderhalve eeuw is ze echter nagenoeg geheel vernieuwd. * * * Een schitterende carrière. Een politie agent te Hall, een der meest bekende van het corps, heeft zich na 27 jarigen arbeidstijd uit den dienst teruggetrokken. Hij heeft gedurende al die jaren een dagboek gehouden, waaruit de volgende merkwaardige statistiek wordt medegedeeld. Hy beeft ge durende 121 dag- en nachtwachten n straat 10.447 maal op en neer gewandeld ; hy ver leende eerste hulp by' 121 ongeva len ; hij is ter assistentie geroepen by 124 twisten tusschen man en vrouw. Hij liep vijftien maal een blau v oog op, ontving dertien maal een schop, en werd zes maal gebeten, uitsluitend door . . . dames. ALLEGRA. flienwe 1. Ter wijle der actualiteit en dit voorrecht mag men onze muziek-uitgevers wel gunnen, beginnen wy met een bespre king van Van Gilse'a Variaties over een S t. Nicolaasliedje. Ons eerste plan was zoo goed mogelijk bokken van schapen te scheiden om ieder gemakkelijker hun volle part te geven en wy erkennen begeerde trilobiet, dat kreef tachtig of keldermot-achtig dier uit de primaire zet en. Dat moest aan ons liggen; wel kende ik de dingen die wy zochten, van plaatjes en nit musea, maar misschien zochten wij te diep of namen we niet de rechte steenen. De beroeps-s teenklopper daar boren, die zyn halve-mark zoo kalm in zyn vestjeszak had laten glijden, zou ons wel eren te-recht helpen. Hy keek heel glunder. Ja, dis Stelle" was het gewias" en genau," maar de Krebse" zyn tegenwoordig heel zeldzaam. We moesten maar ijverig kloppen, net zoo lang wy er eent ja vonden. Een boerer jongen kwam er ook nog by en die beweerde, dat hy er in het voor jaar n gevonden had, zoo maar aan de op pervlakte en dat hij er 80 Pfennig voor gekregen had. Nu, toen gaven wij het maar op; dingen die zoo prijzig zyn, laten de lui zoo maar niet liggen; we dachten aan de les vanProfeseor en gingen langs een drassig paadje het bosch in, om In de schaduw wat te bekomes van het zware werk in de bare zon. Het pad werd een ondiepe beek, die een diepe bedding had uitgeschuurd in den har den kalkigen grond. Het water stroomde flink en het was al te verleidely k, om er niet lekker in te plassen; er naast loopen ging ook niet, want er was geen pad en de dunbemoste bosch-bodem bleek verbazend glib berig te zyn. Al spoedig bemerkten wy, dat wij hierop veel gemakkelijker en lang niet zoo warme wijze fossielen konden verzamelen; de beek groef ze voor ons uit den grond en legde ze ne jes neer, met het slib dat op hoopjes en in vegen tusschen de rotkeitjes besonk. De vogelsteentjea waren ook hier verre weg in de meerderheid, wel wat afgerond door het rollen, maar lang niet zoo ver weerd als in het harerreld; de meeste droegen nog duidelijke groeven op de schaItn. Tot onze blydscbap vonden we hier LIBERTY BELANGRIJKE PRIJSVERMINDERING VAN MODELHOEDEN IM mr7 A. f*f\ LEIDSCHESTRAAT IVI t l£ OC UU AMSTERDAM EENIGE VERTEGENWOORDIGERS IN NEDERLAND dat de goede soort van A. A. Noske te Mid delburg niet in onderstaande omgeving thuis hoort. Wie Van Gilse kende uit zijn eymphonie Erhebung"e.a., ver wachtte van den Nietzecheaanschen auteur geen gemoedelijk, leutig tonenspelletje als deze variaties. Zij zijn ge bouwd op 3 thema's, waarvan de twee ge wichtigste algemeen bekend zijn: De stoom boot uit Spanje en Zie de maan schijnt door de boosnen. Het eerst vormt de hoofdmelodie. Uit een derde, denkelijk van Franschen oorsprong, in aardigen Musette-styl, maakt hij zy'n korte inleiding. Het werk is te uit gebreid (18 variaties) om het geheel te ont leden. Wy' gelooven echter, dat hier de smaak der Hollanders niet minder goed getroffen werd dan in de Piet Hein Bhapsodie en vooral het klavieruittrekael voor vier handen, dat wij hier recenseeren, zal zijn populariteit vinden. Alles is melodiena en vlot-rythmisch, licht en lief, Haydn of Mozart konden de eerste 6 geschreven hebben. Poëtisch en fijn klinkt de serie in Dea; een zeer klankschoon inter mezzo. Jolig en feestelijk het dan volgend tnsschenspel in a groot en klein, a la Mareia. Het thema wordt omgewerkt tot levendige volksmelodie in No. 14, tot wiegende pasto rale in No. 15. De drie overige vormen met fougeuze stijging een slot. Niettegenstaande het ongezochte, on-middely'ke, spontane bleeft het nobele muziek. Dat het een werk is van artistieke waarde blijkt genoeg hieruit dat de zes vaste orkesten van ons land bet reeds aankochten voor hun programma's. Ik hoop en wensch voor het goedkoope klavieruit treksel, dat veel mooier gedrukt werd dan de partituur, een zelfde succes. 2. Vier liederen van Oscar Brandt. Oscar Brandt is zeker een jong componist. Hy werkt serieus, doch is de stof nog niet meester. Zijn harmoniseering is nooit buitengewoon of gedurfd en tech druiscit zy dikwijls tegen alle logica in, b.v. No. 3. Das lied der Walpurg and ibre Mutter. Deze zwakte uit zich ook in geringer détails. B.v. 4 Liedenen" een vrij goed stukje met een fijne ostinatofiitnur in de bovemstem, welke de zangstem melodisch conrapunteert. Waarom noteerde Brandt dit niet in 9/s 12/s % in plaats van %. 4/4 2/4 ? No. 2 Maria Boodschap" geelt een eigenaardig mengsel van accoorden uit onde toonaarden en moderne en harmoniek. In deze laatste ontbreekt weer de bel y n de gedachtengang. Uit vele verouderde wendin gen concludeer ik, dat O. B. hier of daar kerkorganist is. Hij zweere dezen stijl zoo gauw mogelijk af. Dit te meer, daar zyn innerlijk wezen nog niets belangrijk aan het licht bracht. Zyn werk mist levend sentiment en forsch uitklinkende stemming. Hij ontzenuwe het niet verder, door allerlei liflaffer ij t j es. By degelyken arbeid zal hij anders wel iets te berde kunnen brengen, want talent is er. MATTHIJS VEBMBTJLEN. IIIIIIIHIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIMIIIII iets, waarvan we al dicht bij Gerolatein een onduidelijk brokje hadden gevonden. Het is een heel vreemd fossiel zoo'n sandaal je of sandaal-schoentje (Calceola faadalina), zooals de volle naam luidt. Wie ze niet kent, houdt ze op het eerste gezicht voor kleine hoeven van schapen of geiten. De s eenklopper met de halve mark in zijn vestjeszak noemde ze schaapaklanwen, en zei, om ons lekker te maken, dat het een zeld zame vondst was, evengoed als Krebse." Die dingetjes lijken inierdaad op afgebroken klauwtjes, sommige hadden nog een vol komen gave omgebogen punt; dan leek het fossiel weer meer op ren miniatnnrboeren-klompje, of ook wel op een Chineesch muiltje van de oude porceleinkast; we zoch ten nu met ijver en volharding tot het donker werd, en brachten het tot vier gave en nog een paar defecte en afgeslepen sandaalties. Die sandalina's zyn nu eens geen week dieren maar koralen; en wel van zeer ongewonen vorm, zooals er geen meer bestaan; de holte in het klompje werd gesloten door een dekseltje dat er precies op past; met het spitse pun'je, of waarschynlyk vlakke zool, zat het eenzaam levendedier onder water vastgegroeid op de rotsenof op andere koralen. In het hotel hoorden we, dat h (-t fossiel hier tot de zeldzaamheden ging behooren, dat het bij de vaklui ook scandalina" heette, om de manier waarop er handel ingedreven werd, zoodat het een tref was, er nog een gaaf exemplaar van te vinden. Op Trilobieten kregen we weer hoop, door dat Herr L"hrer Do Dm, met wien wy dien avond kennis maakten, ons nadere inlichtingen gaf en beloofde zalf eens mee te gaan. E. HIDCAXS. Vogelsteentjes, op zy'de, van voien en van onderen gezien.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl