De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 11 december pagina 10

11 december 1910 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 1) E AM STERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1746 i'. rtn «inzet dan gewoonlijk, pHJshondend. Waarschjjniyk is de produetieopgaaf van de Bubberenltuar M?. Amsterdam hieraan niet gehfcel vrefettd g%we«St. Volgens dien staat dan blykt ten eerste eene geregelde toeneming van de opbrengst en ten tweede, dat die opbrengst van Maart tot en met November ca. 25000 pond heeft bedra gen, wat voor het geheeïe jaar, rekening hondend met de matmdeHjfcsche vermeerde ring van oa. '/»> Bon neerkomen op circa 31000 halve K,G., térwfll de maatschappij tevens ongeveer 460000 halve K.G. koffie heeft geoogst. In de op 15 Dao. a.s. te honden veiling van eaontehonc brengt de .maatschappij ca. 2400 K.ö. Hevea- en 750 K.G. Ficus rubber, die sïs volgt zijn getaxeerd: 330 K.G. ?423, 1500 K.G. ? 395, 255 K.G. ? 360, 390 K.G. ? 323 en 750 K.G. ? 245 per. 50 K.G. of resp. ca. ?8, ?7.50, ? 6.25 en ? 4.90 per K.G. Aannemend, wat echter niet waarschijnlijk is, dat deze partijen niet boven taxatie-prijs worden verkocht, dan zal de opbrengst van deze 3GOO K.G. o», ? 22000 vertegenwoordigen en nogmaals aannemend, dat de tot nu toe geproduceerde 30000 pond voor nagenoeg dencelfden prffs zijn of zullen worden gere aliseerd, dan zou de te gelde gemaakte rub ber dit jaar ongeveer ? 110000 opbrengen, terwijl dan bovendien nog de 4600CO pond koffie een aanzienlijk bedrag, stel ? 180000, vertegenwoordiger. Ofschoon wij niet bij benadering de bedrij fsonkosten zonden kunnen becijferen, wijten toch deze cijfers aap, dat de Maatscb. eene goede toekomst tegemoet gaat. Die echter, het dient erkend, reeds behoor lijk in den koers der aandeelen is verdis conteerd. Mijnwaarden hadden eveneens slechts zeer geringen ormet en Cultuuraandeelen verging het niet anders. Ook de bewegingen in diverse soorten toonden meerendeels eene neergaande neiging zoo Internat. Landsyndicaten, Pernvians en dergelijke. Laatstgenoemde waren in den aanvang der week vastgestemd op het bericht, dat op de preferente aaodeelen l M pCt. diridend zal worden uitgekeerd, tegen l pCt. in 't vorige jaar, de winsten der maatschappij zijn be duidend heoger, met name die uit het trans portbedrijf. Staatsfondaen zonder fluctuaties van beteekenis. De geldkoersen bleven zich vrijwel op hetzelfde niveau bewegen. 9 Dec. v. D. M. P.S. Heden warenPetrolenm-aandeelen,met name Koninkl. en Geconsolideerde beduidend lager in verband met berichten, dat de olie prijzen in Amerika opnieuw zijn verlaagd. De overige w a»rden bewogen zich op vorig: e koersen. *** Mexico's handel en financiën. I. De berichten omtrent de oproerige be wegingen in een gedeelte van Mexico mogen al dan niet zijn overdreven, in elk geval heelt deze ongunstige toestand langer ge duurd, dan men had verwacht en bleek het verzet tegen de regeering van meer beteekenis, dan de tegenspraak van oflicieele zyds ne' wilde doen voorkomen. En dit verzet moge reeds volgens de jongste berichten zijn onderdrukt, zoolang de leider der oproerige beweging aan de waakzaamheid der overheid weet te ont snappen, waartoe het noordelijk bergland een geschikte gelegenheid aanbiedt, is de rust in het land nog niet afdoend verzekerd. De tijding van oproer in Mexico heeft Eturopa ontegenzeggelijk verbaasd, want na de' eerste helft der vorige eeuw, althans na de treurige gebeurtenis van Qaeretaro, was men gewend geraakt Mexico, evenals Chili, te beschouwen als de eenige Spaansch-Amerikaaneche staten, die niet voortdurend door burger-oorlog werden geteisterd. In het eerste gedeelte der 19e eeuw, nl. van 1808 af, toen Mexico begon zich los te maken van de Spaansche overheersching, tot in het laatst van de zestiger jaren, was het land echter aan verschillende opstanden en burger-oorlogen ten prooi. T t sas scheidde zich af en toen de Ver. Staten van Noord-Amerika dit gebied bij het hunne voegden, begon Mexica den ongelijken strijd met dezen machtigen nabuur, waar door het bovendien Californië, Arizona en Nieuw Mexico verloor. De oorlog met Frankrijk had den val der Mexicaansche republiek en de stichting van het keizerrijk Mexico onder FeidinandMaximiliaan ten gevolge, waarvan het droevig einde bekend is. Toen de slaven-oorlog tusschen Noord en Zuid was geëindigd en Noord-Amerika zich Brieven van Oom Jodocus. 7.XII/10. #'aarde Neef! Je kent de oude gewoonte van Tante en mij om zoo om en bij den verjaardag van den ouden Sint eens in het.Haagje te gaan kijken. Dan is het daar op zijn drukst en de lucht bovendien dusdfcig bezwangerd van de politiek, dat men seden met een belangstelling voor het Algemeen Heil als de mijne daar volop genieten kunnen. En ik moet zeggen, dat wij het gisteren al bijster het lot van Mexico ernstig aantrok, verlieten de Franse hètroepen onder Bazaine het land, van waar »ij zoo treurige herinneringen naar Europa medenatnen. President Jnarez bracht daarna eenige orde in den toestand des lande, maar de taak om een algemeen herstel tot «tand te brengen, was weggelegd voor Paifirio Diaz, die de ;roote oude man" van Mexico wordt genoemd en thans voor de 7e maal tot President der Mexicaansehe republiek is gekozen. In 1876 werd hij tengevolge eener revolutie, die den val van den toenmaligen President Lerdo de Tejada veroorzaakte, voor de eerste maal tot deza waardigheid geroepen en sedert dien steeds opnieuw gekozen. IQ de vorige maand echter is in een ge deelte des landa een opstand tegen hem uit gebroken, die tot dusver tot de noordelijke provinciën beperkt bleef en waaromtrent men, door de strenge censuur van ovtrheid»wege, in Europa niets weet, dan hetgeen de regeeringB-berichten vermeldden. Mexico ia, evenals zijn groote natuur, een federale republiek Het telt 27 staten, 2 tirritoriën en een bondsdistrict met de bocdshoofdstad. Het land heef c eea oppervlakte van bijna 2 millioen rj K.M. met een be volking van ongeveer 16 millioen zielen. Het grootste gedeelte des landa is in de gematigde luehtetreek, het zuiden echter in de tropische zone gelegen. Het is een zeer groot plateau, dat zich van het oosten naar het westen, van den Atlantiechen naar den Stillen Oceaan uitstrekt. Het zuidelyke deel van het plateau van Anabuac ligt meer dan 2000 meter boven het oppervlak der zee, terwijl de hoofdstad Mexico op een hoogte van 2280 meter is gelegen. Da bevolking des Unds is zeer geoien^d; het aantal Europeanen wordt op ongeveer 20 pCt. geraamd, meerendeels Spaansche Creolen of Europeanen, die zich later in het land hebben gevestigd, en hunne nakome lingen. De inboorlingen van zuiver ras ver tegenwoordigen nauwelijks 40 pO. van het totaal zielental, terwijl de rest bestaat uit gemengd ras, deels mestiezen, deels mulatten of nakomelingen van deze beiden. Enkele Indianen-etammen, vooral ia het noorden des landp, spreken nog hunne oude taal, maar overigens wordt algemeen Spaansch gesproken. De heerschende godsdienst is de katholieke en, hoewel er volkomen vrijheid van godsdienst is, is het aantal protestanten (Amerikaner, Engelschen en Duitecher.') naar verhouding zeer gering en wordt op ongeveer 65.000 geschat. Van de orerige 70- d 80.000 vreemdelinger, die zich in het land ophou den, is het meerendeel Spat jaarden, alsook lieden uit Guatemala, en eeuige duizenden Chiaeezen. Mexico is een door de natuur rijk gezegend land met een zeldzaam EChoone plantengroei. In het tropisch gedeelte vindt men prachtige palmen-bosechen en verschillende kostbare houtsoorten in rijke verscheidenheil. In de gematigde ióne groeien allerlei zuid en mid den-Europeesche plan'.en. Het is het vader land van de cacao, vanielja en m;n, die van uit Mexico het eerst in Europa werden in gevoerd. Een aantal geneeskrachtige platten en kruiden, o. a. copaiva, ipecacuahnt», rhabarber enz. tieren er welig. Minder rijk is de dierenwereld van Mexico. Voor zoover de Europeefche huisdieren er niet inheemech waren, zijn ze er door de Spanjaarden overgebracht. Beweerd wordt, dat de paarden den bewoners, toen Cortez landde, volkomen onbekend waren. In de bosschen leven jaguars, kleine tijgers, wilde katten en andere kleine roofdieren, in de stroomen houdt zich de alligator op. Maar op het gebied van mineralen is Mexico een der rijkste landen der wereld ; als pro ductie-land van het zilver neemt het de eerste plaats in. De voornaamste zilvermijnen zijn in Guanajato en Zacatecas gelegen, terwijl in het noordelijk gedeelte goud wordt ge vonden en ia groote hoeveelheid lood, zink, tin, alsmede kwikzilver. Voorts bevat de bodem verschillende soorten edelgesteenteu, voornamelijk diamant, granaat, agaat en opaal. In de laatste jaren bedroeg de handelsinvoer gemiddeld 250 millioen, de uitvoer ongeveej 260 a 270 millioen pesos per jaar. De voornaamste iaaporteur in Noord Ame rika, dat jaarlijks gemiddeld voor een waarde van 150 i 160 millioen pesos invoert, waarop Engeland en Duitschland elk met ongeveer 25 millioen en Frankrijk met 17 a 18 mil lioen pesoa volgen. Eveneens is Amerika Mexico's grootste afnemer en wel voor gemiddeld jaarlijks 175 milüoen pesos, terwijl naar Engeland voor ongeveer 33 millioen en naar Duitschland voor circa 20 oaüiioen ptsos wordt geixporteerd. 2/L2'10. V. D. S. (Slot volgt). goed getroffen hebben ook. "Wij be gonnen, als altijd, met een eerbiedig be zoek ter. Hove. Dat wil zeggen, wij gingen er niet binnen, maar wachtten met vroom geduld ia den schaduw van des Zwijgers ruiterstandbeeld tot wij iets zouden mogen zien van het Koninklijke daar achter die witte muren, onder dien vroolijk wapperenden standaard, met zijn blauw en orarje, zijn leeuwen en jacht hoorns als vorstelijke poëzie afstekend tegen hetgrauw vandenHemel.En waarlijk hetbehaagdeeenHarerMajesteits hofdames juist op dat pas uit te rijden en het twee span, fier op zijn last, draaide vlak langs ons de Oranjestraat in. Ach hoe her leefde in ons plotseling de herinnering hoe eens een Koninklijk rijtuig dienzelt'den weg nam om slechts enkele minuten later bijna verpletterd te worden tegen de beroemde Paal in de Parkstraat. Dies wachtten wij vol ontzetting eenige mi nuten. Gelukkig gebeurde er niets. Toen zetten wij langzaam koers naar het Bin nenhof. Hoe rustig ligt dat daar achter dien stillen Vijver. Als men er binnen komt is het alsof de Godin des Vredes u de hand op den schouder legt. En toch achter die muren woeden de orkanen der politiek, laait het vuur van den hartstocht, strijdt het ongeloof en de revolutie evenals Lucifer en zijn Luciferisten hun wanhopigen strijd tegen God, Oranje en Vaderland. Juist toen Tante en ik dat bespiegelden, zweepte daar de heer Patijn de geesten op en ?an TiscMfleii. Dt Natuur, afl. 11: A. Slinger voet R»mont, Iets over reproduktie-techniek. P. Fransen 3i<a?De neushorenkever. M. v. d. Boon, Koel machines in dienst der textiel- industrie. D. 8. P., De Knight-Motor. - Dr. C. L. v. d. Broek, De bouw van het Heelal II. J. Baron, De eik. D. Bieselaar, De geschiedenis der suiker fabricage. «nz. Di, Aarde en haar Volken, No. 52: Napels en de Compagna, naar het Frans van Gerard en J aan de Beauregard (slot). De Niesenspoorweg. Op de grens van Nederl. en Dnitsch Nieuw-Guinea.?L'.cht en schaduw. In het Land der Slovaken. Molesehott, No. 21: Het aanleggen van verbanden VUT. Kook, roet en de ge zondheid. Herman Boerhaave. Molesehott, No. 22: Herman Boerhaave. Jicht. Eigen Haard: Hoa de stiile man" SintNicolaas vierde, door P. Heinoo, II, slot. Nederland voor honderd jaren, door Generaal Wüppermann, met afb., III. Landschapbescherming, door D. J. van der i en, met afb. naar foto's van Jos. Raemaekers en H. Wagenaar, f. Op reis naar 't gebergte, door Sa! p ha, met afb., II. Feuilleton. IIIIIIIMIIMIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIMtllllllllMltllflIlllllllfllllllllllllllllllllllllllll HETSJES Naar het Duits van HERMME VILLISGER, door B. P. Daar waar onze lieve stad in het oosten ophoudt, zat, tegen het zwar e hek van 'c kerkh.jf, gindj mensenheugenis, een groen tevrouw en verkoc'at haar waar, die in appels, eieren en kaaa bestond. Als het oudje zoo bewegingloos teneerzat, met het hoofd tegen 't hek geleund, maakte ze deindruk van een vrouwtje jiit de Hoüandsche schilderechool. Dat kwam d lor de donkerrode katoenen man tel met rraed omgeslagen kap, waar uit een gelimpel i gezicht blauwe ogen en sneeu w wit haar zich scherp aftekenden. Zij telde tachtig jaar, had altijd bij 'c kerkhof geze'en en de poëzie van haar leven waren begrafenissen. Al haar tranen, haar zuchten en gebeden golden de doden, die in hun kist stil langs haar heentrokken. De armoede, die zonder «toet en zouder bloemen langs kwam, deed haar aan, maar een rijke stoet deed haar in tranen van bewondering smelten, en wanneer de wind haar een graflied overbracht, als bo7en baar de populieren ruisten en de avonl- of middagzon haar warm op het hoofd scheen, dan was het oudje in de zevende aeme'. Maar niet dik *els mocht baar dit geluk te beurt vallen; er stierven meer armen dan rijken, en langer dan een half jaar bliei de wind om haar oren, en regen en sneeuw kletterde op haar grote, blauare paraplu. Maar, omdat alles wat dit oude hart kon aandoen, hüa betref die binnen de kerkhofpoort lagen, blesrf er natuurlik voor de leven den bui en dia poort, weinig c f zelfs in 't geheel niets over. De verzuchtingen van de arme vrouwen over de du-e eieren, raakten de oude evenmin als het morren van de mannen over de prijs van de kaas. Zg bleef volkomen overscbillig als ze hongerige kin derogen zag; want armoede, honger en kou waren vojr haar de natuurlikste zaken van de wereld. Ze week nooit af van de eenmaal bepaalde prijs, maar als schijnbaar welgestelde mensen vruchten by' haar kwamen kopen, kwam 'c ook niet in haar op ze te over vragen. Ze was eerlik in zaken en recht vaardig in haar oordeel, het ourlj». In 't hele steegje was er geen mens die kon zeggen dat het oudje opzettelik vriendelik tegen hem geweest was, om daardoor een klant aan hem te winnen. Integendeel, als iemand zich soms de een of andere opmerking veroor'oofde,als: nou maar, vandaag zy'n de kaakjes toch erg klein uitgevallen," dan antwoordde ze kort: ga naar de winkel en laat ze je by' de el afmeten!" Op 'n mooie herfstmorgen het oudje zat al op haar plaats verscheen op de trap van een oud huig aan de overkant, een kleine jongen van uauweliks vijf jaa>\ Hy' keek ertft'tg de wereld in, hield een lange, r'zsren haak ia de hand, en op zijn rug hing een blikken ketel. De blikken van de vrouw en de jongen ontmoetten elkaar; zij hadden kunnen zeggen dat men niet licht ouder en en nauweliks jonger kon zijn omzijn dageliks brood te verdienen, maar zo iets viel hun niet ir. De jongen zatte zy'n kromme, met oude lappen omhangen benen in beweging, die hem regelrecht voor de appelmand brachten. Toe," zei hij, geef me een appel!" wierp hij zijn schandelijke beschuldigingen den van God gegeven ministerpresident van 190 l naar het hoofd, dat gelukkig niet aanwezig was. En juist toen wij binnentraden op de gereserveerde tribune wierp de jeugdige grijsaard, de heer Lohman, zich op als de moedige onver schrokken kampvechter voor het Regle ment van Orde. Je hebt natuurlijk in de couranten gelezen welk een leidcnsclt tumult de linkerzijde maakte. Maar men moet het hebben bijgewoond om al het gruwelijke daarvan te beseffen. Wij zagen den heer Thomson vuur braken als een Kruppkanon, en de heer de Meester als inleiding zeker op zijn journalistieke loopbaan opspringen en hoorden hem zelfs schande" roepen; wij zagen den heer Troelstra den heer van Nispen omver loopen, en dat alles leek ons een voorbeeld hoe het wezen zou, wanneer wij door linksch werden overheerscht. Hoe kan men zonder eerbied voor het Reglement van Orde het schip van staat sturen in den juisten koers ? Welk een bewondering dwong ons daartegenover de rechterzijde af. Welk een nobel Godsvertrouwen lag er in de intonatie van baron Van der Borch van Verwolde toen hij stemmen" riep; welk een christelijke volgzaamheid, welk een haast oud-testamentische liefde voor het reglement sprak er uit den ijver, waarmede de broederen zelfs hun mede broeder Yan Idsinga niet aan het woord wilden laten. Maar het meest juichten wij toch over broeder Snoeck HenGod bewaar me!"? zei de vrouw, en na een onheilspellende pauze, keerde de jongen zich om en begon zy'n werk: hij raapte afval op van de steeg. In der loop van de middag kwam hij wat moe onder de last van de gevulde ketel aangezeuld. Weer trokken de lachende appels hem onweerstaanbaar aan. Hu bekeek ze lang, eindelik'zti bij tegen de oude vrouw die hem scherp aankeek: Zeg, ik geef je daar zo wat uit mijn ketel tenminste als je het lust." En ik geef je daar zo ook wat l" zei ze met een veelbetekenende handbeweging: wat duivel weg met je voddenrommell" Bedroefd droop hij af. De volgende morgen stond hy' er weer, een stoet ging juist voorbij, en het oudje schreide. De jongen wachtte het geschikte ogenblik af en vroeg toen: Zeg, geef je me een appel als ik dood ben?" Wie dood is heeft geen appel meer nodig," antwoordde het oudje. Maar ik wel," meende hij. Is me dat een bengel," riep ze woedend, niet eens kan ik rustig naar mijn lijken kyken! Maak dat je wegkomt zei; ik l" De volgende keer bleef de jongen voor de veregevulde eiermand staan. Waar.komen die allemaal vandaan?" vroeg ht, en toen hy geen antwoord kreeg, gaf hy het zelf: o, ik weet 't van de kip het is heel aardig van een kip zulke goede eieren te leggen." Nu, daarvoor is 't ook een kip," bromde de oude. Na een pauze van diep nadenken verklaarde de j -ingen: Ik zon 't niet kunnen, al was ik ook een kip." Maar ook deze woorden, waarin stellig een grote waardering voor haar waar lag, konden het oudje niet vertederen. Een ander keer berichtte hij heel opge wonden: Zeg, daar op de hoek van de steeg staat een vrouw, die roept je al lang toe dat je bij haar moet komen. Ga naar haar toe en zeg haar dat ze hier komt," antwoordde de vrouw en de kleine leugenaar ging en kwam niet weer terug. Toen eens een deftigp, in 'c zwart geklede dame langs de vrouw en de joegen ging, blies het oudje de wans-en geweldig op. Poe, zei ze, dat is een defdge, die ziet msnsen als wy' zy'n, in 't geheel niet, maar wij komen allen op hetzelfde kerkhof, dat is altijd mijn pleizier. Is er dat een die niet werkt?" vroeg de kleine, die kry'gen er op van Sr. Nicolaa?." Hemelse goedheid," viel hem de vronw in de rede, «Is iemand ook zo niets van de wereld weet sedert wanneer werken dan de rijke mensen, domme jongen?" Maar die gaf het niet op. Vader zegt: werken of oorvijgen heus l" Houd op met die praatjes," schreeuwde het oudje, je bent een eze !" De jongen bedacht zicti een ogenblik, dan verklaarde hy: non, mij best, maar wanneer geef je me een appel?" De vrouw greep naar een touw dat ze altijd om haar manden bond en de kleine begreep het gebaar en maakte zich uit de voeten. Hij giDg het huis binnen, klom op Landen en voeten de steile trap op en ging het lage dakkamerije binnen, dat nooit gesloten was. Daarin stond een bed, een tafel en een paar stoelen, de vloer was zwart van het \uil, ook de ruiten, die daardoor slechts een gedempt licht binnenlieten. Er lagen en hingen een paar kleren; verse lucht scheen er in weken niet binnen gekomen te zijn. Hier was de kleine voddenraper opgegroeid; helemaal verlaten van jonas af aan, lag hij bijna altijd in bed, tot d<s vader ttuis kwam en zijn broodje met hem deelde. De man nam de kleine dan TÖr zich op tafel, at zy'n brood en zijn kaas en stak van tyd tot tijd het kind wat in de mond. 's Zondags zeepte en waste hy' hem flink en nam hem mee naar de herberg. Nu was de joegen vy'f jaar, en de vader vond dat het tyd was hem het niets doen af te wennen. Als hij 's avonds van zijn werk thuis kwam, oy was lantaarnpoetser viel zy'n eerete blik op de kleine kete'. Vond hij die gevuld, dan was 't goed, maar was dat niet het geval, dan kreeg de jongen zijn straf met de woorden : werken of oorvy'gen l En dat was de enige wereldwijs heid die de kleine jongen tot EU toe begrepen had en waaraan hij ook trouw vasthield. Hoewel de groente vrouw zich else keer ergerde als hij voor haar manden post ratte, gebeurde het toch dat zij plotseling de hele steeg begon langs te kijken, a's de jongen eens langer dan gewoonlijk uitbleef. Kwam by, dan was ze nieuwsgierig raar zijn nieuwste aanslagen, die er alle op neerkwamen, een appel te krijgen. Maar haar weerstandskracht was even sterk als zijn verlangen, e a zo hielden ze beiden de grap met lofwaardige volharding vol. kemans, wiens liefde voor de orde juist begon toen een paganist spreken wou. Dat is toch per slot niet slechts chris telijk maar ook politiek, dat is de hoogste regeeringawijsheid in den meest beknopten vorm: dien van een ter snede uitge brachte stem. Bij den heer Lohman wordt die zuiver christelijk-politieke zin somwijlen ietwat verduisterd door den hartstocht en de zij het ook edele verontwaardiging over de boosheid der wederpartijders, maar de ware toepassing van het woord des Heeren in de politiek is tocb, dat men stil zit, wacht, en stemt, en altijd stemt tegen den zin der heidenen. Dat is het zuivere beginsel van den heteronomen mensch, die niet handelt naar de inspraak van zijn eigen, immers met de erfzonde belast geweten, maar naar de wijzing van Hoogerhand. En daar voelden Tante en ik plotseling welk een licht het ontdekken dier schei ding wierp op alle verhoudingen! Welk een dienst doctor Abraham nogmaals den lande bewezen had, padat hij toch ons al de onsterflijke scheiding der antithese had gebracht. Al de duisterheid van de zaak van Heeckeren waarover men zich zoo druk maakte veranderde voor ons in helderen schijn. Daar was de eenmaal heteronome van Heeckeren, het geloovig oor te luisteren leggende aan de lippen des Leiders; eveneens heteronoom, maar om zoo te zeggen eerste graad, direct zich zelf afleidende van Gods wil; tot op een De gele bladeren boven de oude kerkhof poort lagen langzamerhand aan de Toeten van de groentevronw. Hoe kaler de takken aan de andere kant van de poort in de Inch t staken, des te steviger trok zy' haar mantel om zich heen. Nu kraakten de wielen van de lijkwagen over de verse sneeuw en alleen de donkere cederboomen staken nog boven de gravenryen uit. Ging de zon onder, dan scheen er een vuur door do kale takken, en de groentevrouw, in haar rode mantel, leunde een paar minuten lang, als met goud overstraald, onder da zwarte, met sneeuw bestoren poort. Op zulk een koude avond had het oudje baar blikken potje op het kolenbekken gezet en verwarmde van lijd tot tijd haar maag met een slok hete ko/fie. De maan stord aan de hemel, uit de verte klonk het ge oei van de sleden, alles wat kwam en ging had haast om de bevroren ledematen warm te maken. De vrouw stond telkens op en keek de steeg in, hy was nog alty'd niet te zien. Hoofdschuddend dronk zij haar koffie, en omdat die haar heden niet 't gewone genot gaf, begon ze te schelden: De beugel de duivel hale hem zit daar natuurlijk ergens in de sneeuw onnut volkj», die kinderen moesten liever dadelik groot op de wereld komen. Weer stond ze op ja waarlik, daar kwam wat aanwaggelen door de sneeuw, een kleine, krombenige, voorovergebogen gestalte! Als ik niet te lui was om op te staan, dan zou ik je vlugger leren lopen," bromde bet oudje, en wendde geen blik van de jongen af. Hij tcheen heden echter alle lust tot een avontuurlik gesprek rerloren te hebben ; tril lend klom bij de paar treden op om in 't huis te gaan, maar toen hij op de klink drukte, vond hy de deur gesloten. Ja, da's waar ook," zei bet oudje, de mensen zy'n naar een bruiloft, de boel is gesloten en aan bet kind heeft niemand gedacht." De jongen zette zy'n ketel en baak voor de deur en ging op de drempel zitten. Daar zat bij een»oogenblik als radeloos, plotse ing ftoud hij op en liep naar de groentevrouw toe, builend, haar de blauw-bevroren handjes toestekend. Ja, knikte ze, dat komt je net toe, denk je soms, dat ja 'n appel kry'gt oorvy'gen krijg je, maar geen appel l Daarbij hield ze hem het schotel'je met koffie voor, en hij dronk met volle teugen, de ogen angstig op het oudje gericht, dat maar aldoor aan 't schelden bleef. Plotseling, ze wist zelf niet, hce 't zo ge komen was, had ze de verkleumde joag« n op de echoot, ze sloeg de wijde mantel om hem he.en. en alty'd door scheldeed, hield ze hem zó dicht tegen z'ch aan gedrukt. Spoedig hoorde se aan da rustige, diepe adem van het kind, dat het ingeslapen was, en ze zweeg en bewoog zich niet meer. Aan het hart van deze tzchtigjarige had nooit een menselik wezen gerus , de strakke armen hadden z;ch nooit voor liefde of vriemdecbap, of medeiijden geopend. Want ze was abijd brommig geweest, en had alleen aan Laar voordeel gedacht, en dat scheen haar sieeds twijfelachtig, zo dikwijls t r een man bii in 't spel kwam. Nu ging van het jonge leven daar een weldadige warmte op haar over, ze luisterde raar het ademhalen van het kind, dat met zijn hoofd onder haar kin rustte, :e wiegde het zachtjes en er viel fcaar een lied in, dat ze op echool had ge leerd, ze begon het te zingen, geheel zonder betekenis, met sissende klanken. Toen de lantarenpoetser thuis kwam, riep ze hem bij z:cb. Daar heb je je jonger, 'k heb hem voor het laatst voor je verzorgd bedank me maar" en ze legde het slaapdronken kind in de armen van de map. Daarca reed ze een uur later als gewoonlik met haar man den naar huis. De vo'gende morgen trad de kleine man op het gewone uur uit 'c l UH om ;ijn beroep uit te oefenen. Toen hij de blikken van de vrouw aan de overkant ontmoette, biet f hy ttaan en keek baar ernstig aan, alsof bij over iets nadacht. Vaag herinnerde by zich het behagelike gevoel van de voriae avond. Hij was zonder moeder opgegroeid en wist mets van de liefdevolle zorg, niets van de zachte aanraking van een trouwe moederhand. Had hij er iets van gevoeld aan het hart van (ie (uie vrouw? Plotseling stond hy op zy'n oude plaats voor de mand rode appels, maar by keek er over heen, het oulje in 't gezic'it en zei deze keer zonder enige by'bedoeling zeg, ik trouw met jou." Ze moest lachen 'c was de eerste keer dat ze om 't kereltje lachen moest, en zonder zich te bedeaken, gaf ze hem de mooiste appel die ze in de mand had. Maar het was dan ook het eenige huweliksaanzoek in haar leven geweesf. oogenblik de gezant, die zoolang wel en wee van vier koninkrijken in de hand gedragen had, meende autonoom te mogen interpreteeren wat zijn oor had op gevangen, zich zoo waarlijk was gaan verbeelden dat een heteronoom-tweedegraad evengoed een meening hebben mag als een heteronoom-eerste. Doch gelukkig, de zonde der autonomie straft /ichzelve: zij wordt uitgestooten in de buitenste duister nis. Zou er wel ooit een zaak-van Heecke ren geweest zijn als de baron heteronoom ware gebleven en uit zijn duim als poli tiek fantast slechts die wijsheid hadde getrokken die samenviel met die des Leiders ? Misverstand en wanbegrip ziedaar de vruchten der autonomie; gemoedsrust en zaligheid, vrede, eer en aanzien zoowel op aarde als hiernamaals, ziedaar de zegeningen der heteronomie! Is het al niet een rijke winste als de be handeling der begrooting ons dit jaar dat heerlijk inzicht heeft gebracht ? Tante en ik althans: na die stem van Snoeck Henkemans verlieten wij weder met opgelucht harte de Kamer en zijn gebouw, om na een toertje door de stad langzamerhand weer huiswaarts te trekken. Zoo'n dag in den Haag mijn beate, hij sterkt mij altijd weer voor tijden in de veilige overtuiging, dat het Heil onzer natie wél bewaard is in de handen van rechts, rustende nog immer, en on danks alles in Abrahams schoot. Als steeds Je Oom JODOCU*.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl