De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 11 december pagina 5

11 december 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 174« D E A M STERDAMMER WEEKBLAD VOOR N K D E R L A N D. V^OUWEN^UB^IEfi. Mary Beter G. Ko photographs can do the leact j astvee to Mrs Ed iy, as her beautiful complexion and changeful expreaeion cannot thm be wproduced." (Daily Inter-Ocean, Cnicago, Dec. 31,1894). I. Heal the sick. Baise the dead. Cleanse the lepere. Gast out demons. Nauwelgks is de groote Russische christen denker begraven, op zijn sterven was men voorbereid en staan een deel van de be«chaafie men «hen de tranen nog in de oogen om het verlies van zulk een echat, of onver wacht en droef als een krassende kraai in een rose-wit bloeiemendeo lente-boomgaard, komt het bericht uit het verre Westen, dat de vrouw met het zilverwitte haar en de groote klare oogen, de grootste vrouw van deze a de vorige eeuw, dat de groote christin filosofe, mrs. Mary Baker G Eddy, in haar villa te Chestnnt-Hill, Boston Maesachusetts, is o verieder. Mr?. Eddy was de ontdeketer van Christian Science en de stichter van haar kerk.?Voor ik u echter in korte trekken iets van de hoofdmomenten uit haar leven ga vertellen, wilde ik u eerst in zeer beknopten vorm voor uitvoerige beschouwingen op dit gebied is het hier niet de plaats uiteenzetten wat ChrUtian Science eigenlijk is. Christian «Science is de terugkeer tot de oorspronkelijke leer van Christus en zijne Apostelen en tot hunne methode van genezen van zonde en ziekte, n.l. zonder toepassing van materieele geneesmiddelen als medicijnen, chirurgie, massage, enz. i Da basis van deze leer is het volkomen IIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIIIIIIirillllllllllllllllllllllllllllMIIIIIMIIMHIIIIIIIIIIMIIII UIT DB NATUUR. Het geheim van Aeolis en Obelia. Zij wonen samen in n ondiep plasje tusschen de steenen aan het zeestrand. Wie Obelia niet kent, houdt kaar voor een plantje, een fijn roodbruin of groenig ge was je met vreemd gevormde bloempjes. Maar wie goed toekijkt, ziet dat uit al de bloemkelkjes van tijd tot tijd heel kleine armpjes uitsteken, de tentakels, die rond waaien in het water. Daardoor verklapt het plantje haar geheim, het is een dier of beter gezegd het zijn dieren, die op de wij ie van koralen samen leven op n sterk vertakten steel, de gemeenschappelijke woning of polypeostok; elk diertje op zich zelf bestaat uit niet veel meer dan een pijp of zakje, waaruit aan den bovenrand de beweeglijke tentakels te voor schijn komen. In onze slooten komt een dergelijk diertje voor dat zich echtfr niet met zijns gelijken vereenigt tot een kolonie, maar eenzelvig blijft; er groeien wel zijdiertjes uit deze zoetwaterpolyp, maar die laten al spoedig los van het moederdier, en gaan ook op-zich-zelf leven. Dit zoo eenvoudig gebouwde dier, dat geen oogen of mond, geen kop of pooten, zelfs geen ingewanden kan vertoonen, deze Ooelia daar aan het strand, bezit, evenals de meeste polypachtige dieren, eenaanva!en verdediginzsorgaan, dat to' de ingewikkeldste wapenen be hoort van de heele dieren weid. Elk van de dieren van de kolonie draagt ia zijn tentakels een aantal harpoenen of torpedo's die uitge schoten wordea, zoowel als er ge vaar dreigt, als wanneer een prooi verlamd moet worden. De harpoen ligt in een doosje geborgen, en lijkt een opgeschoten touw met dun uiteinde; dit doosje of kapsel is weer geborgen in een ander hnlie), dat van een spitse en stijve punt is voorzien. De minste aanrakiag van die punt u vol doende, om het wapen te doen uitschieten, de draad strekt zich en het fijne eind er van schiet ver in het water uit. Tegelijk met de draad wordt een scherpe brandende stof afgeschei deo; raakt de draad een klein diertje aan dan verlamt het; soms schijnt het, of het er aan vast kleeft en bij het terug vallen van de draad mee terug wordt gevoerd naar de tentakels, waaruit de harpoen was afgeschoten. Dit laatste is waarschijnlijk gegeloof ir God, d.w.z. de drieëenheid van Liefde, Waarheid en Leven, als eenige, alom tegenwoordige Almacht, die düa het zelf standig bestaan als machten van zonde, ziekte en dood uitsluit. Verder erkent zij alleen een geestelijk leven, waarvan het voor ons zicht baar materieel*, lichamelijke, slechts een verschijniEgf-vorm op aarde is, zonder een zelfstandig, dus van den zeest onaf hankelijk, bestaan. Op grond van deze stellingen ge neest zij de stoornissen van het lichaam en van de ziel (ziekte, zonde, disharmonie) door de geestelijke oorzaken van deze stoorniseen (?errors", verkeerde gedachten, dwalingen) op te sporen, te vernietigen, en den geest weer tot het eeuwige Principe van L'.efde, Waarheid en Leven terig te voeren. Christian 8e'«nee is dus geen theosofie, noch heeft het iets met gezond-bidden (in den gebrnikelgk-en zin}), hypnose, magnetisme, spiritisme, suggestie e. d., te maken. Mre. Eddy heeft deze leer, berustend op boven-meegedeelde «n andere grondstellingen, rêergelegd in baar voornaamste werk Science and Health," waaraan is toegevoegd Key to the Seripfcares," 'hare geestelijke verkla ring der H. Schrift. En nu iets ait baar volle rijke leven. Maiy Baker was 'de jongste der zes kin deren van Mark Baker ea Abigail Baker Ambrose en werd den 16en Juli 1821 op een farm in de nabijheid van Concord in den staat New-Hatjapabiie feeboren. Oorspron kelijk stamt de familie Baker uit Engeland: Grootvader Baker was de Oceaan o ver ge stoken, omdat het hem in zijn vaderland aan godsdienstvrijheid ontbrak. Zoowel van vaders als van moedere zrjde, behoorde M r g. Eddy tot een geslacht van religieuze enthusiasten. AU kind droomde zij veel en zag zij visioenen. Toen zy acht jaar-oud was hoorde zij als Jeanne d1 Are -stammen; een jaar lang hoorde sij dikwijls zich duidelijk -driemaal achtereen, en op steeds hoogeren toon, bij den naam noemen; dan liep zij dikwijls naar haar moeder om te vragen wat zij wenschte, doch i mm-er bleek het de stem der moeder niet te zijn geweest. Op een avond was er een nicht op bezoek, en hoorde ook die de stem". Na begreep Mar j's moeder waarom zij zoo vaak naar haar toegekomen was, en bij het naar bed gaan drakte zij haar dochtertje op het hart, wanneer de sten weer zou roepen, te ant woorden, zooals de kleine Samuel uit het b ij beige hèverhaal hef, had gedaan: Spreek, God, Uw dienaar luistert." De stem kwam maar zij was te angstig om te antwoorden. Nu weende zij bitter en bad z(j God- dat Hij haar mocht vergeven, en nam zich voor den volgenden keer te doen, wat moeder had gezegd. Wér kwam de stem en nu antwoordde zij ook werkelijk met de woorden van Samuel; maar na dien tijd hebben menscheljjke zintuigen haar niet meer door dien stem booren roepen. Een andere bizonderheid is nog dat zij reeds zeer vroeg verzen schreef: zükon daarin beter hare gevoelens uitdrukken dan in proza. Haar geheele leven is de liefde voor poe sie en het gaarne schrijven van gedichten haar bijge bleven. Ook had zij een buitengewoon goed verstand en leerde zeer gemakkelijk. Hare lievelingsstudiën waren: Natuurfilosofie, Lo gica en Moraa'. Zij leerde oude talen van haar broer Albert: Hebreeuwsch, Grieksch en Latijn. In 1813 trouwde zümet Colonel Georse Washington Glover, een vrij-metselaar. Zij trok met hem naar bet Zuiden. Doch hij lesfde oog slechts n jaar: in 1844 stierf hij aan gele koorts. Mrs. Glover keerde naar het zichtsbedrog, de strooming in het water door de tentakels veroorzaakt, zal wel de oorzaak zijn dat het verlamde dier, tussehen de vele harpoendraden hangend, wordt aangezogen". Een takje van de polyp Obelia, met de zeeslak Aeolis er op. Daarnaast een rngetekel of leverpapil van de slak in doorsnede; in de bovenste holte zetten zich de netelkapsels vast. Op de pplypenstok staan bekers geteekend, met geheel ingetrokken, half en geheel uitgestrekte dieren. Bovenaan een kwallenbeker. Rechts onderaan een geladen netelkapsel en een afgeschoten gifdraad. De slak op ongeveer dubbele grootte, de papil ruim tien maal, de polyp veel sterker vergroot en de netelkapsels bijna 2000 maal. Naar de verre overeenkomt van deze wer king met die van brand-netelharen zijn de dieren, die deze wonderlijke wapens bezitten, neteldieren genoemd. Zulke netel-organen nu komen zoo goed als uitsluitend voor bij anemonen, kwalen, koralen en echte poDe Moeder-kerk te Boston Massachusetts (gebouwd 1894). <echts ziet men. heel klein, net allereerste kerkje ter wereld door Chr. cientieten gebouwd. ouderlijke hui i terug en kreeg daar, na eenige maanden, een zoom j e. Nadat haar moeder geitorven was en zij getracht had eenigen tüi in baar onderhoud te voorzien, hertrouwde zij. Maar dit huwelijk was zér ongelukkig, O. a. maakte men haar zoontje, dat intusschen vier jaar oud geworden was en bij een oude uurae'" in the Far West" werd opgevoed, wijs, dat zijn moeder dood en begraven was. Ook zaïde men haar dat bet kind verloren was gegaan.. Kerst toen bij vierendertig jaar oud was, getrouwd was en kinderen had, zag zij hem door een toeval terug. Later heeft hrj baar heel veel verdriet aangedaan.?Van haar tweeden echtgenoot was züintusechen leads laag gescheiden. In Februari 1868 ontdekte zy Chr. Sjieuce, in veroatd mtt een ernstig ongeval, waarbij artsen noch cbirurgen haar konden helpen, doch daarentegen haar geval hopeloos ver klaarden. Op een Zondagmorgen kwam haar predikant haar goedendag zeggen, alvorens naar den dienst te gaan, omdat hy ervan overtuigd was, dat zy er na zonsondergang niet meer zou zijn... Plotseling kreeg zij een goddelijke ingeving. Zij verzocht hen, die haar omringden, zich terug te trekken en slechts noode deden züdit; züdachten dat zij ijlde. Na korten tijd liep zij volkomen gezond, tot hun vreetelyke ontsteltenis, de aan grenzende kamer binnen; zjj dachten dat ik gestorven was, en dat zy mijn geest zagen," zegt Mrs. Eddy. (Slot Volgt). MICHBL MOK. Slagvaardig. Een zeker jong Ameifikaantje had z'n zinnen gezet op een der rijke erfdochters van NewYork, een geestig, mooi meisje bovendien. Set was pure verliefdheid die den jongeling aan haar voeten bracht, maar de booze wereld zag er iets anders in, en men fluisterde de onge dame met fatale gedienstigheid in 't oor, dat zgn liefde louter berekening was ypen, waartoe ook onze Obelia behoort. Ze zijn ook wel bij een paar dieren gevonder, die tot de wormen gerekend waren, maar deze zijn verre verwanten gebleken van de polypen. Geen geringe verbazing wekte het dan ook 3Üde dierkundigen, toen eerst bij een soort mktviscb, en daarna bij een slakkenfaoiilie zulke netelorganen werden ontdekt. En nog wel netelkapsels, die volkomen gelijken op die van de poiypen. Dat was zoozeer in strijd met de ontwikkelingsleer, dat het ongelooflijk zon zyn, als de feiten het niet bewezen. Een slak toch staat verder af van een polyp in de keten des leven?, dan een kip van een tonijn of een haring van een olifant; en dan toch zulke volkomen gelijke en uiterst ngewikkelde polypen-organen te besitten! Bier gaf de natuur, die eeuwige Sphinx, aan ;aar onderzoekers een raadsel op; waarvan de oplossing een onmogelijkheid scheen. Maar ook voor een schijnbaar onoverkomelijke moeilijkheid is een moderne zoöloog niet vervaard. Vroeger zouden de geleerden zijn gaan redeneeren en hypothesen opstellen op mogeijkheden of desnoods op onmogelijkheden steunend, er zou gekibbeld, dan heftig ge twist zijn over en weer en in het oneindige en zooals altijd zonder resultaat.Tegenwoordig ;aat men heel anders te werk, namelijk op de manier van de detectieve, die de waarheid bij een geheimzinnige misdaad heeft te ont sluieren. Het eersie wat die doet in zoo'n geval, is de plaats van actie, de betrokken personen en de omstandigheden met tot op bet uiterste gespannen scherpzinnigheid te bestudeeren, om een leidraad en een sleutel voor het verdere onderzoek te vinden ; waarna de rechter de zaak in handen krygt ter finale afdoening. De zoölogen die zich tot taak stelden dit raadsel op te lossen en deze e;olutionnaire paradox op te heffen, onderwierpen derhalve de betrokken neteldieron, de polypen en ook de slak Aeolis en zijn familie, aan een nieuw en zorgvuldig onderzoek naar levenswijze en bouw; biologisch zoowel als anatomisch, dus uit- en inwendig; vooral de slak; want dat was de vermoedelijke misdadiger, die de geleerden bij den neus nam. Aeohs nu is gemakkelijk te vinden. Wie met hem kennis wil maken behoeft maar een steenen zeewering af te zoeken; waar in bosjes de roodbruine Obelias groeien, zooals oij IJmuiden op de pieren en in de haven bij den overhaal, daar vindt ge allicht een of meer Aeoliden. Het is bepaald een mooi dier voor een huisjeslooze slak althans. Zijn rug is met een aantal groote stekels bezet; waren die niet zoo stomp en slap en mooi rood gekleurd, Aeolia zou de egel of het stekelvarken onder de slakken kunnen heeten, in maakt hij met zijn rose rugstekels, die heelemaal niet stekelig zijn, een heel vreemden indruk. Maar een slak is het op en top, dat toonen de vier horentjes", en dat 't hem meer te doen was om haar blinkende dollars dan cm haar schitterende oogerj. Ze liet zich zoo wat bepraten, en toen hij zijn aanzoek deed, hield Miss Ooula zich gereserveerd, zei ja, noch neen en zond hem den volgenden morgen een briefje met de koele regels: Of a certain young man the story is told: He cares nanght for me, but all for my gold". Maar de geestige vrijer liet zich geen vlieg af vangen ... reeds dien zelfden middag had zü't antwoord: That a certain young man loves gold,it istrue; Bnt believe me, it is not gold without U".... Zgn geest en slagvaardigheid hadden het pleit gewonnen: drie maanden later waren ze man en vrouw. * * * Naaldwerk. Mannelijke en vrouwelijke beroepen te on derscheiden is voor een groot deel kwestie van overeenkomst. Zoo schijnt o.a. het kunstnaald werk wel een bij uitstek vrouwelük be drijf; maar voor de jongste erfgenamen onzer beschaving, de Japanners, geldt dit geenszin', want verreweg het grootste deel der heerlijke Japansche borduurwerken zyn mannenarbeid en geen Europeesche vrouw ter wereld is in handigheid en smaak hun gelyke. In Perzi evenwel vernederen zich de strijdhaftige man nen niet tot de en arbeid, en het tapijt weven of borduren van sjwals, wordt er uitsluitend door vrouwen verricht, die zich in al haar eenvoud by dit werk kunstenaressen toonen van hooger rang en van fijn klenrgevoel. Hakende vingers. Wie borduurwerk maakte met zijde of katoen, zal zeker weieens gemopperd hebben, dat draadjes en pluisjes aan haar vingers bleven haken en haar niet alleen een onaangename gewaarwording bezorgden, maar ook geducht in den arbeid ophielden. Wie dit yermyden wil, make gebruik van een eenvoudig middel. Door de handen flink met citroensap in te wrgven, en ze daarna te laten drogen, ver zacht men de huid, en is in staat het fijnste borduurwerk te doen zonder haken of haperen. * * * Om de vrijheid. Een Spaansche tenorzanger, Hario, gaf onlaags een zangséance in ... de gerechtszaal. Hu was in een kleine stad door de politie ingerekend, omdat zyn uiterlijk sterke overeenkomst had met het signalement van een misdadiger, die sedert vele dagen gezocht werd. Den réciters, die bem ondervroegen, vertelde hu, dat ze een verkeerde voor zich hadden, want dat hij de tenorzanger Die-endie uit Zus en-zoo was. Zing dan eens l" zei een der juristen geslepen. Dat liet de beschuldigde zich geen tweemaal zeggen; dadelyk hief hu de bekende aria nit de Cavaleria" aan, en hij zong als nooit tevoren, want hij zong voor a'n vrijheid. Toen hij geindigd bad, daverde een spontaan applaus door de rechtszaal: men ontsloeg hem oogenblikkelijk, en hij kon rustig zijns weegs gaan. *** Wilhelminalinde. IQ Allerlei" van de Groene" van 4 Dec. 11. komt onder het opschrift Linden"o.a. dit voor: l propos van Wilhelmina-linden! Weet ge waarom men voor dezen herinneringsboom steels de linde genomen heeft en geen Wilhelmina-eiken of Wilhelmina-beuken plantte?... Lindb" is de eenige boomnaam, die in onze ook de kop en de zool dadelyk aan ieder die er op let. Vindt ge onze slak niet op «en Obelia, dan misschien wel eenige helder witte plakkaatjes; dat zijn de eieren van een of andere Aeolis; daaruit komen slak j es die in hun eerste stadium van ontwikkeling, onder de microscoop, nog tiet nietig huisje laten zien, dat ze later niet zullen dragen. De jonge slak j es beginnen al spoedig hun maaltijd op de plantachtige Obelia's; en bij de groeikracht van deze Dolypenkolonie zal hun het voedsel niet lic ut ontbreken; al is de verteerkracht bij de Aeolus ook niet gering. Het spüsverteringskauaal van deze merk waardige s'akken, die precies dezelfde netelaatterüen bezitten, als de diertjes die hun :ot voedsel dienen, is oek heel ongewoon. De maag heeft een groot aantal zijtakken en deze dragen weer zijtakken, die uitkomen ia de zooeven genoemde s'.ekels of papillen op den rug van de slak. Die mooie rugtepeltjes aebben elk een fijne opening op hun top, zoodat we hier het ongewone geval hebben van een dier dat een maag bezit met een menigte afvoerkanalen naar buiten; behalve natuurlijk het gewone darmkanaal, dat naar de aarsopening voert; die ligt zooals bij de meeste slakken vlak naast de geslachtsopening op de rechterzijde. De talrijke vertakkingen van de maaguitsteeksets van Aeolis, de ruipapillen incluis worden als de lever van het dier beschouwd; aoven in elke roode leverpapil nu bevindt zich een kleine holte vlak onder de eindopening en ... daarin schuilen de netelbat;erijen, die het dier beroemd hebben gemaakt en de ooi zaak zijn geweest dat Aeolis het voorwerp is geworden van zoovele mooie onderzoekingen. Daardoor ia de levenswijze van deze slaktenfamüie tot in bijzonderheden bekend ge worden. Dat de slak zijn raadselachtige batterijen wel degelijk ook gebruikt, althans gebruiken kan, is allereerst door proefnemin gen aangetoond; tegen kleine vucbjes, die hem zouden willen pakken, is het een goed verdedigingsmiddel; wel gaan ook geregeld een paar papillen verloren bij de preef die de vischjes nemen of Aeolis eetbaar is; maar dat hindert niet, die dingetjes groeien gauw weer aan. Als aanvalsmiddel zullen de giftige harpoenen wel niet noodigzyn; de prooi van Aeolit) immers bezit precies dezelfde wapenen, en is er allicht niet bijzonder gevoelig voor, bovendien de slak zal wel in zijn slijm een middel bezitten om zich tegen de harpoenen van de Obelia en andere polypen te bevestigen. De kwestie van de netelorganen scheen nog ingewikkelder te worden, toen het bleek dat Aeolis somtijds ook nog netelkapsels bezit, die met zulke organen van andere soorten van polypen overeenkomen, en eindelyk bracht een uitgebreid onderzoek van Wright aan het licht, dat een Aceolis precies de zelfde netelkapsels bezit all de soort van polyp waarvan hij leeft. Ea nu ligt de vraag voor de hand, hoe dwaas die moge klinken: LIBERTY PRIJSVERMINDERING VAN HOEDEN Vl^THOED iJX GEGARNEE3D MET LIBERTY ZIJDE TL. 8.50 IN VER SCHILLENDE FRAAIE KLEUREN A. f*f\ LEIDSCHESTRAAT CK OU AMSTERDAM LiNIGE VERTEGENWOORDIGERS IN NEDERLAND iHHHiiiirniiHiiiiiiin i in IMIIIIIII umi n IIMMIIII taal gramatikaal vrouwelijk is... 't Was dus vermoedelijk een poëtische inval van een onderwijzer der jeugd" om de linde uit alle fraaie Nederlandsche boomsoorten tot koninginneboom te kieken. Allegra." In de eerste plaats zijn in onze taal «amarind« en tamariik ÓÖk vrouwelijk, en in de tweede plaats is voor de Wilhelmina'Minde een veel minder fantastische reden. Toen n.l. de afgezanten der Nederlandsche gewesten in 1568 den Prins van Oranje te Dillenburg opzochten en hem stean verzochten in hun strijd tegen Philips II, troffen sjj hem aan onder een lindeboom op het slotplein Die boom Wilhelmslinde" genaamd, staat daar nu nog. Een tak hiervan, eeaige jaren geleden door den bliksem afgeslagen, is thans nog op het Prineenhof te Delft te zien. Dit is de reden dat er tusschen ons vorsten huis en de linde een poëtische band bestaat, en dat men Wilhelmina-linden plant en geen benken of eiken. Als Allegra" de ware reden niet weet, mag i niet gaan fantaseerenl Met vriendelijken dank voor de plaatsing A'dam, Sinterklaasavond'10. P. BR. MOLL. Ik dank den heer P. Moll voor zyn mededeeling. Se non e vero, e ben trovato ... Gelukkig, dat de linde nog een andere reden had, om koninginneboom te worden; want stel u voor, dat we eens Wilhelmma-tamariiken gekregen hadden: dat zou eenvoudig vreesely'k geweest zijnl... Of erger nog, om de Ja vaansche namen te gebruiken, een WUhelminakajoe-Asain, of een Wilhelmina-Mentjelaki... O, hozeurl ALLEGRA. MIMIIIIIlmillllMIIIIIII Krijgt de e lak misschien ook de netelcellen van de polypen die bij opvreet? Wie nu weet dat dia batterijen door de polyp bij de geringste aanraking worden uitgeschoten, zal dadelijk zeggen dat kan niet!" Immers de slak bezit gave en niet afgeschoten batterijen in bepaalde holten van z|jn lichaam ..." Maar op grond van redeneering alleen, hoe ogisch die zyn mag, kan in de levende natuur geen oordeel geveld worden, het onderzoek moet het uitmaken. En het onmogelijke ig waarheid gebleken. Door talrijke proeven en ontrole-pioeven is aangetoond, dat Aeolis zijn verdedigingswapenen van zijn slachtoffers overneemt en die zelf voor actie opstelt in zijn lichaam. Verschillende soorten van polyien werden een Aeolis gevoerd, die van ie voren een poosje moest vasten en steeds droeg de slak na eea paar dagen juist die soort van netelkapsels in zijn papillen, welke de polyp aad bezeten die hem tot voedsel was verstrekt. De netelkapsels werden gevolgd op hun weg in het liehaam van de slak; en in alle deelen van het spjjsverteringgkanaal ge vonden, ook zulke die onderweg waren naar de toppen der papillen, waar de kamertjes voor hen gereed liggen. De vraag echter hoe het mogelijk is, dat zoo iets buitengewooiis gebeuren kon, was met de ontdekking, dat het gebeurde, niet opgelost. Immers opgevreten worden is toch wel een niet zeer zachte aanraking; ook voor een polyp, al is die dan niet teergevoelig; en ;och werden de batterijen niet afgeschoten, maar gingen gaaf en wel in het lichaam van den vijand over. Eerst een paar jaar geleden hebben onder zoekingen hierin eenig licht gebracht. Toen, in 1908, is gebleker, dat ook in de polypen zelf die cellen met batterijen heele reizen door het dier maken. Ze ontstaan bij enkele soorten in den buitenwand van het pijp- of zakvormig lichaam van de polyp, wandelen naar den binnenwand en van cel tot cel omhoog naar de tentakels, waar zij zich vastzetten. En nu eerst worden ze prikkelbaar, nu eerst schieten ze hun giftige draad af bij aanraking. Zoo lang de reis duurde kon alleen schei kundige werking eenige beweging er in bren gen die tot ontrollen en uitschieten leidde. Ook dat is door proefnemingen met zekerheid aangetoond. Daardoor is althans verklaard hoe het mogelijk if, dat de netelcellen van een Obelia in het lichaam van ieolis kunnen overgaan zonder afgeschoten te worden. Het zijn de cellen die wel volkomen gereed, maar nog ongevoelig op reis waren naar de tentakels van de polyp die opgepeuzeld werd door de slak. Maar al is hiermee een raadsel opgelost, het wonder is er niet te kleiner om. Ia de toppen van de papillen op den slakkenrug zijn kamertjes gereed, om de veroverde wapenen te bergen en op te stellen. Die kamertje waren er toch al! E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl