De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 18 december pagina 2

18 december 1910 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1747 achter, zoo ab een dyfc bezwijkt door den druk van het stijgende water. In het Warenhuis" had de menschenririar kleine «u-takjes afgesplitst, zoodat ook in heel dit groote gebouw de maniehen schouder aan schouder «tonden en er van koopen of verkoopen geen sprake kon zijn En zoo ging het dag aan dag en avond aan avond. Nu moet men niet denken, dat dit gedrang door de menschen die er zoowel subjectief als objectief in betrokken waren als iets onaangenaams werd ondervonden. Integendeel, men vond het gezellig" en ging.er juist met het oog pp deze gezelligheid heen. Dit werd ons uitvoerig uiteengezet in een ingezonden stuk in een der haagsche bladen. De schrijver keerde zich namelijk tegen de plannen tot het scheppen van een verkeersweg, evenwijdig aan de Spuistraat, de Vlamicgstraat en de Poten. Van zulk een weg zal men geen gebruik maken, meende hij, omdat de menschen, die op drukke dagen en uren door de Spui straat gaan, dit niet doen om spoedig hun bestemming te bereiken, doch uitsluitend om de gezelligheid". Men zou dus van den nieuwen verkeersweg eenvoudig geen ge bruik maken. E a als voorbeeld noemde hu de N.Z. Voorburgwal te Amsterdam, die men expresse] k gedempt had om de Kal verstraat van het te drukke verkeer te ontlasten, een maatregel die volkomen zijn doel had gemist. E renais nu de Amsterdammers da nauwe K al verstraat verkiezen in plaats van de b:eede N.Z. Voorburgwal, zouden de Hage naars aan de smalle Spuistraat de voorkeur geven boven den nieuwen verkeersweg, al was deze iaatste ook nog zoo breed. Het is niet te ontkennen dat er juistheid ligt in dit betoog. De ervaring van eiken dag, in elke groote stad kan dit bevestigen. Toch kan de toestand ten onzent niet blijven zooals züthans is. Meer dan een, die de opeengepakte, lang zaam voortschuivende menigte in de St. Nicolaasdagen aanschouwde, vroeg zich met schrik af, wat er wel gebeurd zou zijn, wanneer er om de een of andere reden brand bijv. eens een paniek ware ont staan I Het is niet te veel gezegd, wanneer men beweert dat er in zulk geval een aantal slachtoffers zouden zyn gevallen. Er moet dus verandering komen. Maar hoe? Da nieuwe verkeersweg, indien hu komt, zal voor een deel worden gevormd door demping van grachten en doorbreking van verschillende gebouwencomplexen. In beide gevallen worden er geen nieuwe gebou wen gezet, doch blijven de oude onoogelyke huizen op hun plaats. De nieuwe ver keersweg, hoe breed hij ook moge worden, blijft daarmede het achterbuurtkarakter behouden. Ea daar de verkeersdrukte voor zoover het de voetgangers en gedeel telijk ook de [voertuigen betreft, voor het leeuwendeel wordt gevormd door de vrouwelijke bezoeksters der groote win kels en door de mannelijke bewonderaars dezur bezoeksters, volgt daaruit, dat men hot verkeer niet kan verplaatsen wanneer men niet t vens de winkels verplaatst, of tenminste zorgt voor de oprichting van nieuwe,,even groote en even aantrekkelijke winkels. Msn zon dus óf een nauwe winkelstraat breeder moeten maken door de winkel huizen aan de eene zijde te onteigenen en eenvoudig weg te breken, en daarna een heel eind naar achter weer op te bouwen, het geen natuurlijk in de praktijk onmogelijk is door de buitensporige onteigeningskosten, of langzamerhand trachte te bevorderen, dat op de daarvoar in aanmerking komende plaatsen hoe langer hoe meer groote winkels worden gebouwd. Dit laatste nu zou in den Haag zeer goed a. DOOE M. VEESTER?BOSCH BEITZ. Z) zaten verslagen. Had 't lot ben al wreedeljjk getroffen in de hevig teleurstel lende lotgevallen van Agamemnon, den raszuiveren Boxer en waakschen beschermer, weinig weken later viel een nieuwe slag, plots vernielend 't ongerept evenwicht van villa Dole s far-Niente's gansch paisiebele huishouding. Dat kwam zoo. De jeugdige meid-alleen- met-de-heele-kost en 's avonds naar huis, 't nog onbedorven dorpskind had, wanneer zij samen met Fine, de oudste der dames Cnussewinckel, de huishou lelijke bezigheden waarnam, met voor der juffrouw vertellingsgave hoogst vleiende aandacht, de korte of langere ontboezemingen geeolgd, die voor 't grootste deel ontsproten uit der juffrouw hevige ondervindingen van minder onbedorven gedienstigen in. de stad harer vroegere inwoning. Zoo werd dan met gloaiende kleuren 't leven en bedrijf der stadsdienst bode, voor de verbaasde oogen van 'c jeugdige dorps kind afgeschilderd, de hooge eischen, de hooge loonen, de brutail bedongen vrije uren en dagen, hun verslaafdheid aan uit gaan en opschik En als de door haar eigen welsprekendheid opnieuw ontketende verontwaardiging haar opwond tot steeds meer ontsluieringen, als gloedroode vlekken aan haar bals en kaken iich afceekenden als onmiskenbare bewijzen van niet twijfelachtige temperatuursverhooging, dan stond daar de jeugdige meid al een stil, luister-zwijgend, met goedig ver baasden blik, niet-ziende hoe juffrouw Fine die toch altijd zoo kreen" was op alles" zich 't verhitte gelaat af bette met de vette glasdoek van de petroleumlamp waarmee zij doende was, en achteloos de rwart-bepitte eu bekorste schaar waarmede zij den brander ha i afgeschrapt, op de beige lakengchen-kip, Dolce-far-Niente's universeele eierwarmer, deponeerde. Neen, haar naief verbaasde blik boorde in een wondere wereld van ongekende geneuchten, van vrijheid en plezier, van schit terende winkels, komedie's en mooie kleeren, geneuchten weliswaar heftiglijk door juffrouw Fine gelaakt, en als gansch ongepast voor 'a eerbaar dienstmeisje ver-indext, maar... ook in dorpsmeisjes schuilt de Eva, en de appel der kennisse is voor haai niet minder verleidelijk, al sleten zjj hun onbevangen jeugd temidden van boomgaarden vol goudreinetten en princ asses-nobles. mogelijk zijn. Wij hebban een paar prach tige breede lanen die in alle opzichte beant woorden aan de eischen waaraan de groote verkeerastraten in een groote stad moeten voldoen-IederHagenaar denkt hier natuurlijk aan het lange en het korte Voorhout, de Vijverberg en de Kneuterdijk. Laatst genoemde straat of avenue, zooals men haar eerder zou kunnen noemen heeft reeds ten deele deze hervorming ondergaan. Er zijn een paar groote winkels, er is een bekende lunschroom" en er is op een der hoeken een bekend duur restaurant. Reeds thans is het verkeer er in de middag uren vrïiruk. De "V|F»«rberg en het Voorhout winnen het nog in lengte en breedte en vooral in... schoonheid. Eu de groote massieve heerenhuizen ware paleizen, waarvan vele een historische beteekenis hebben zijn uitnemend geschikt om te worden om gebouwd in grootsche winkels. Het is waar, dat n Vijverberg n Voor hout veel van hun imposante rust en hun voorname schoonheid zouden verliezen, wanneer de hooge stoepen en de stemmings volle ramen werden vervangen door groote winkelruiten met kleurige etalages. Maar de lengte- en breedte verhoudingen tusschen de huizen en hun omgeving zijn van dien aard, dat de winkels, -ook al zijn zij nog zoo groot en zoo machtig gemonteerd, toch niet geheel zullen domiueeren, en het schoon van de groene boomenlanen op het Voorhout, en de klare stilte van het water büde Vijverberg niet geheel zullen ver duisteren. En dan het verkeersleven eener moderne groote stad heef'c nu een maal eischen, waarvoor zoowel het natuurschoon als het oude karakteristieke stedenmooi overal onverbiddelijk; moet wijken. Men kan daaraan niet ontkomen. Hoogstens kan men trachten, de on vermij lelijke om schepping met zoo weinig mogelijk nadeel gepaard te doen gaan. Nog meer urgent, nog veel sposdiger om een oplossing vragend don de verkeerskwestie, is het schouwburgvraagstuk. Ik bedoel nu niet de in den laatsten tijd op gedoken plannen tot stichting van een nieuwen schouwburg naast den bestaanden. Maar het betreft den bestaanden schouw burg zelf, die naar aanleiding van een rapport van den directeur der brandweer, op l Mei aanstaande voor goed zal worden gesloten. Het dagelijkach bestuur onzer gemeente heeft niet langer de verantwoordelijkheid willen dragen voor het groote se vaar, waarin de bezoekers avond aan avond by brand blootstaan. Natuurlijk heeft dit besluit bij de belang hebbenden eenig gepruttel veroorzaakt. Ei hier en daar werd de ietwat honende vraag gehoord, waarom het brandgevaar nu eens klaps zoo verschrikkelijk was geworden, dat men de sluiting nog niet n enkel jaar kon uitstellen. Maar men heeft zich door deze en der gelijke opmerkingen gelukkig niet laten influenceeren. Er moest OBT termijn worden gesteld voor de onherroepelijke sluiting en dit is geschied. Dat de toestand reeds jaren lang onhoud baar was is geen reden om hem nog langer te laten bestaan. Het plan is nu om zoo spoedig mogelijk met de bouw van een nieuwe schouwburg te beginnen en dan te trachten dezen nog voor het begin van het volgende speelseizoen voltooid te krijgen. Memand gelooft echter dat men daarin zal slagen, Reeds de wijze waarop men zich het plan voor den nieuwen schouwburg zal hebben te verschaffan, geeft aanleiding tot meeningsverschil en twutgeschrijf. Maar beter is het eea jaartje of zelfs twee Zoo vervulde dan de niets kwaads-ver moedende Fine C juasewinckel wel ganscheljjk tégen haar bedoeling ia, de rol van de slang, en op zekeren dag gebeurde 'c dat de jeugdige meid alleen triomfantelijk haar dienst opzegde omdat zü'reis werk bad gemaakt van 'n betrekking in de stad, en dtt ze nou zoo mooi was klaargekomuae".... Zoo trok dan ook deze jeugdige naieve een der moderne Babels binnen, en hadden de bewoonsters van Dolce far-Niente eenige moeite om hun geschokt moreel equilibre terug- en 'n nieuwe jeugdige gedienstige voor de vacante plaats van meid-alleen te vinden. Dac was gebeurd. Al een paar maanden geleden. Zelf j was de nieuwe gedienstige tot dag en, nacht-die ast bode gepromoveerd, als blgk ran bijzondere ingenomenheid met de praestaties van 't vol-ijverige, goedwilsche jonge kind. En nu... ze zaten verslagen. Gut, Gat, dat Rienkje... J9 mag zeggen wat je wil, maar ik kan 't niet gelooven," protesteerde Bartha. En Fine trachtte haar niet met argumen ten te overtuigen maar bleef 't in bewerking zijnde onderdeel van een gehaakte sprei dat tusschen haar werkelooze vingers op den tafelrand rustte, somber-nadenkend bestaren. Maar hóe heb je 't gemerkt?" vroeg Louise nieuwsgierig ongeloovig. Om Fine's genepen lippeu trok een ge wichtig lacbjs. Gemerkt... ja hoe merk je dat hè?... 't kind dee zoo raar soms, zoo .. . zoo schich tig ... Dan ga je vanzelf op allerlei letten." Toen, onmiskenbaar blij knenkelig over h du r menechen-kennis, haar gauwen kijk op vreemde gebeurlijkheden, verraadde zij haar eigen overwichts-trots door wat beschermend te zeggen : Jelui kunt 't niet helpen dat je niet zoo attent op alles ben; ik heb altijd aanleg gehad om de menschen gauw te door gronden" ... Bertha haalde snuffelend haar neus op; hoe verknocht de drie zusters ook waren, maakte Fine's zelf-verheerlijking haar toch lichtelijk kregelig. Gut,... als je dat dan weer zoo prachtig doorzien had, dan had je dat óns tok wel eens kunnen zeggen." En ik zeg 't nou;" ... ging Fine's stem, hitsig door de zusterlijke geringschatting de hoogte in. Maar zeker weat je eigenlijk niets," zei Louise lijzig, tergend kalm tegen 't heftige due in. Zéker, zéker ... m'n hemel, wat noem ja nou zeker,... ik heb m'n oogen de kost gegeven, en op d'r gedragingen gelet, meer kan je toch al niet doen, hè?"... Ik vind, als js met zóó'n verdenking rondloopt dan moet je 'c meisje onder vragen ... dat ben je aan d'r zélf verplicht." jaar zonder schouwburg te zijn, dan een schouwburg te bezitten, waaruit er, ingeval van brand, maar weinige bezoekers levend zouden ontsnappen. JAN BRAMSEN. De assistenten in Deli. Geachte Redaksie. 't Is opmerkelik, hoe slecht Holland (de jaarlikse tabak produksie daargelaten) op de hoogte is van wat alzoo in Deli voor valt, en hoe weinig 't er van horen wil; zoo nu en dan, wanneer weer eens een assistent voor z'n leven verminkt of naar de eeuwigheid geholpen wordt door onze gele of bruine broeder, en vooral als hij in Holland veel familie en kennissen had, wordt de goegemeente wakker en intresseert zich sterk voor dat geheimzinnige Deli, waar zulke rare dingen gebeuren; een kreet van verontwaardiging gaat op, die echter al heel gauw zonder weerklank in de ruimte versterft; in 't gunstigst geval wordt de minister geïnterpelleerd, maar 't resultaat is altijd nihil. Nu de rechtsverhouding tussen werkgeefster- me vrouw en werkneemster-meid in Holland zoo geheel ten voordele 1) van laatst genoemde geregeld is, zou het nu niet lang zamerhand tijd worden dat, Waar bijna iedere middenstandsfamilie een zoon of neef in Deli heeft, men zich die niet alleen in flanellen tennispakjes door tropiese natuurpracht flinerende voorstelt, voor tijdverdrijf rottan wandelstokken kapot ranselende op naakte ruggen van uitgezogen inlanders, als grand seigneur en werk-gever dus, maar ook als werk-n e m e r van de grote tabaksmaatschappijen, wier ideaal, maximum dividend, evengoed bereikt wordt door uit buiting van den assistent, als van den koelie. Ieder, die in Dali was en z'n ogen de kost gaf, weet, dat een assistent niets anders is al 4 slaaf van z'n manager meestal, maar in ieder geval van z'n hoofdmanager, met 't voortdurend dreigend zwaard van ontslag boven z'n hoofd, en wat dat ontslag be tekent, begrijpt ieder, die weet hoe moeilik een oud-militair met rooie streep door z'n paspoort of een uit de gevangenis ontslagene 'n betrekking vindt. Sslidariteit, 't enige radikale middel hiertegen, wordt in Deli wel gevonden büde Hoofdmanagers maar ontbreekt bij de assistenten door angat-voorontslag, onderlinge naijver, ogeniienst enz. Tot voor kort, verleden jiar, waren alle pogingen, om een vereniging van assistenten op te richten mislukt, of werd deze kort na oprichting door inwendige tweedracht weer opgehesen. Dat, in 1909 pas, een vakvereniging van tabaksassisteuten opgericht werd dpDr men sen van ontwikkeling, terwijl tientallen jaren her onontwikkelde arbeiders in Europa al georganiseerd waren, is wel 'n bewijs voor den druk, waaronder de assistenten gehouden worden van 't ogenblik, dat ze ah si*gkeh2) aankomende, hun manager als halfgod leren beschouwen, tot ze in l van de 6 gevallen zelf dat onbereikbare punt bereikt hebban. Ofschoon 't nogal duidelik was, dat de vakvereniging tot stand kwam onder het motto Eendracht maakt macht' z)u m-m toen toch moeilik iemand gevonden hebben, die daarvoor uitkwam, en misschien nu nog niet; nee" werd ge zegd de vakvereniging heeft niet ten doel zich te stellen als tussenpersoon tussen assistent en administratie, als bemiddelaar ster dus en desnoods als stakingscomité, fiioac! hoe komt men er bij,'' en 't moest 1) Moet wel luiden: minder dan vroeger ten na^esle. Rad. 2) = baar. Red. MimiiiiiiimiiiMiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiHiiiiiiiiii Nou dos jij dat dan," vinnigde Fine werkelijk boos terug; achter haar ooren en in haar bals gloeiden weer de hevig roode plekken van opwinding en Fint'ó vingers ritsten met zenuwachtigen ruk, een gansche toer steken van twijfelachtige qialiteit uit de in wording verkeerende bed-sprei. Dit voorstel was van zoo hevige enormiteit dat Bertha en Louise een oogenblik ge slagen zaten, en volkomen stilte ganschelijk de kamer vulde. Als we haar eens binnen lieten komen ?" zei Lonise die 't eerst met't schokkend voor uitzicht vertrouwd scheen te geraken. Maar Bertha zenuwachtig er tegen in: Gut, je kan er toch zóó maar niet over beginnen... zoo... zoo in-éas"... Er zijn oogenblikken in 't leven dat 't nood lot zelf, der besluiteloosheid, die menschelijkste aller menschen zwakheden, te hulpe komt, en zelf ingrijpt. Er klonk een bescheiden tikje op de kamer deur, en op dit geluid ontmoetten de drie zusterlijke oogenparen elkander in n blis van begrijpen, van verstandhouding van soli dariteit, n blik die ganschelijk, alle vooraf gegane meeningsverschillen te niet deed. Van Fine's lippen klonk met nerveusgenepen fausBet: Ta ... binne" ... En om den hoek der slechts nauw geopende deur schoof Rienkja na« b'innen; R'.enkje, 'c amper zeventienjarige dienstmeisje, met 't frissche maar bij 't simpele af, onoozele boerinnekopje, Eienkje, met 't groenig geel en wit gestroomde haar, strak weggetrokken onder 'D dienstmnt«ja, de stijf gestreken, wijduitstaande korte dienstjurk, de groote zwartbekousde en be-pantoffelde vosten, Rienkje, met de rond-open, altijd verbaasde, goedige kol-oogen, en da breede roode knokelige werkhanden ver uit de nauwe, krinkeligstijve mouten. Rienkja schoof naar binnen, met een draagemmer anthraciet en 'n leege prullenmand; evea omvademden haar kol-oogen 't trio rondom de tafel, dat haar wereldlijke macht vertegenwoordigde, haar overheid, haar mo narchaal bestuur. Toen stond de kolenemmer met ketsenden plof op de kachelplaat, en de prullenmand met iets minder lawaai in den hoek bij 't buffet. Als in onderlinge afspraak volgden de drie paar oogen, zij 't dan ook heel in 't geniep, elke beweging, elke geste, elke houding van 't zich nu juist niet los en zwierig bewe gende Rienkje; maar als deze zich met vrouwe lijke intuïsie bewust was van de verwarrende contr6'.e, waaraan zjj op dat omineuae oogenblik bloot stond, dan zou dat voor elke goed gezinde criticus een volkomen aannemelijk excuus zijn geweest voor haar wel zeer linksche en schichtige gebaren. Toen zij de kam« weer zou uitgaan, voeden de drie paar oogen elkaar in een veelbeteeuitdrukkelik bezworen worden dat de vak vereniging met haar orgaan de Planter" geen rooie neigingen zou vertonen; toen kwamen zoet j es-aan de dappersten zich aanmelden, en toen er geen ongelukken gebeurden, waagden zich ook de voorzichtige broeders 'n stapje naderbij. Wat deden intussen de administraties? Niets afwachten en doodzwijgen en niets. 't Spreekt, dat, nadat de statuten goed gekeurd waren, niet dan na 't nodige gehaspel natuurlik, verbetering van de rechts positie van den assistent het Ie punt van bespreking vormde, met dat gevolg, dat nu ruim een jaar geleden een petitie, in optima forma opgesteld, aan H. M. de Koningin werd verzonden waarin, nu 't gevaar van afschaffi ag van de poenale sanctie dreigde, tengevolge waarvan de assistenten gerechtelik machteloos zouden staan tegen over de koelies, aangedrongen werd op ver hindering daarvan; kortom de hoge be scherming van H. M. werd ingeroepen. Tot op heden is zoover ik weet hierop nog geen antwoord ontvangen. De petitie ver scheen in haar geheel in een van de eerste nummers van de Planter" en ieder werd er toe oogewekt te tekenen. Wat deden oidertussen de administraties ? Onrustig op hun administratiezetels heen en weer schuiven, maar dat gaf niet veel; de koppen bij elkaar steken. Torentje, torentje, bussekruit Wat komt er uit ? Een goue fluit en op die goue fluit een roerend symphoniek geluid, van alle Hoofdadministraties tegelijk, in den vorm van printa haloes", de Maleise uitdrukking voor gentle hint'1; die zoo klonk: wanneer door de Vakver eniging de petitie zoo maar direct naar de 2e Kamsr en de Koningin gezonden werd, met voorbijgang van Z. Ex deGoeverneur Generaal, o shame! dus niet langs den be roemden bierarchieken weg, zou het kunnen zijn, dat Z. Es. zich hierdoor gepikeerd konde voelen en zoodoende 't doorslag gevende gewicht van z'n gunstig advies onthouden zou enz., de lezer vuile zelf aan en vergete niet dat 't tooneel speelt in Indië. Behalve als argument van niets, was deze bedenking en passant een belediging voor den land voogd, op z'n zachtst manque de respect. De assistenten waren natuurlik volkomen vrij om al of niet te tekenen, maar door middel van de administrateurs werd hun namens de Hoofdadministraties op het bezwaar, dat deze tegen tekening hadden, gewezen. De HoofJmanager van de Deli-Maatsehappij, een staf van + 130 assistenten commanderende, de koning van Deli, man, gewend op te treden, het doodkalm de mededeling circuleren, dat diegenen van de H. H. assistenten, die wél tekenen wilden, vóór dat ze hun handtekening zetten, maar even op 't Hoofdkantoor moesten komen, om 't geval nog eens duidelik te bespreken. Nu staat 't komen op 't Hoofdkantoor van een tabaksassistent gelijk met 't komen bij de Baas" van een stoute schooljongen. Conclusies make ieder voor zich. 't Eind was in ieder geval dat de petitie met een vierhonderd handtekeningen werd verzonden: een verblijdend verschijnsel. Nu kwam de kwestie op 't tapijt, die al sinds jaren reden van ontevredenheid is onder de assistenten: het huweliksverbod, de huweliksbeperking. Ik zal trachten zoo kort mogelijk de ver strekkende gevolgen van dat in Deli alge meen verbreide kwaad aan te geven. In z'n onschuld zou men denken, dat het regelen van huweliken tussen Nederlandse burgers op de Staat neerkwam; mis, de kenenden blik, en terwyl Rienkje juist de deurspleet bareikt had, waardoor zij haar vrijheid, in dit geval haar keukendepartement, hoopte te aerwincen, klonk 't van Fine's lippen : Eb ... Rienkje... Ei... trek nog even de gordijnen wat verder open... wil je? Ea Rienkje, schichtiger dan te reren, schoof weer hoekig langs en door de vele meubeldingen, om aan 't bsvel te voldoan. Ea weer volgde 'c half dosijn oogen, haar linksche wendingen, haar verlegen schuiven, gleden f al-onderzoekende blikken langs 't wat achterover gedragen bovenlijf, langs de van voren tippende korte rok de... meer dan maagdelijke rjndingder breede heupen... Ea, o, vrouwelijke wreedheid.,, toen R'enkja nogmaals haar Liberia hoopte te bereiken en zij de deurspleet al naderde met haastige voat, toen riep Bertha haar terug en zei: Rienkja je moest meteen de kachel maar even vullen..." Ea weer bezat Rienkje haar ziel in lijdzaamhjid, al kolden haar rond-open oogen vervaarder dan ooit naar de drie represen tanten der wereldlijke macht. Maartoen zij denzwaren kolen-emmer om hoog wou tillen, toen kreeg Louise een zon derlinge openbaring: Nee, nee. als 't eens waar was.. . dan m3cht Rienkje niet"... schoot er bliksemsnel door haar hoofd; en volkomen overtuigd van de noodwendigheid om haar gedachtengang tegenover Rienkje niet open baar te maken, bediende zij zich van baar E:gelsch, oen taalkennis die sinds haar school jaren, slechts door 't lezen van Raoda Broughton's romans, voor algeheelen ondergang was gespaard gebleven. When it is really the matter, she must not... not... she must not.. . not useles 5... tillen of zwaar sjouwen" ... kwatn er opeens gedempt van haar lippen. Fine en Bertha keken verschrikt. De authraciet ratelde heftig uit den hoog opgeheven bak in de vulkachel. Louise stond schielgk op. Laat ik't dosn, Bienkj^," zei ze kort, zenuwachtig. Willoos liet Rienkje zich den emmer uit de handen nemer, bleef rood-glimmend, suf kollend staan, jee, tjee... wat hadden de jiffers toch... ze dee jen zoo raar, zoo eng tegen d'r. Toen bereikte ze werkelijk onverlet de deur... a haar keuken. "Nou?" zei Fine, me dunkt 't is niet twijfelachtig hè?'' Nae... zei Bartha, ;,nou ja mij op't idee gebracht hebt, moet ik oak zeggen dat ze" ... even hield ze op, toen met wat maagdelijken schroom: dat ze rg vreemd van postuur is"... Toen, als oude jonge juffrouw zich toch wel een beetje verkneuterend om dieper op 't geval in te kunnen gaan: Wist jij dat ze 'n vrijer had.... Want dut moet toch in elk geval." Deli tabak-maatschappijen voelen zich ge roepen de burgerlike wetsbepalingen te kompleteren, wel te verstaan als zorgzame voogden in 't belang van hun pupillen, de tabaksassistenten, wie twijfelt daaraan? Integendeel, is 't niet op prijs te stellen, dat zij bij afwezigheid van de ouders, hun plaats innemen ? en immer met. 't heil van den assistent voor ogeh hem verbieden te trouwen vóór hij 5 jaar assistent is (in 't gunstigste geval), omdat hu dan nog niet in staat is 'n vrouw overeenkomstig zijn en haar stand te onderhouden? is 'n dergelike be zorgdheid niet roerend ? Vooral wanneer de betreffende assistent, of het meisje, dat hij wenscht te trouwen, zelf genoeg bezit; em in dat geval is het huweliksverbod dan ook als boven-, dus on-menselike naasten liefde te beschouwen, daarop gegrond, dat de liefde door 't wachten gelouterd wordt; zulke naastenliefde is meer dan een assistent van zijn maatschappij kan verlangen: het is waarlijk apenliefde! Dat 'tmakkeliker is 'n vrij gezel-assistent een paar maal 's j aars te laten verhuizen, dan 'n getrouwde dito met z'n vrouw; dat door 't trouwen der assistenten de maatschappijen zedelijk verplicht zouden zijn beter bewoon bare huizen te bouwen, dat 'n ongetrouwd assistent beter op straat te zetten is, dan een met vrouw en kinderen; dat n getrouwd assis tent een deel van zijn energie aan zijn huis gezin zou wijden, en dat deel, hoe gering ook, dus zou onttrekken aan de tabakscultuur (de gewetenlooze moest zich schamen), wie heeft het recht te beweren dat deze utiliteitsbszwaren bij de administraties van de . philantropiese instellingen, die tabaksmaat schappijen heten, den doorslag gaven? Naar aanleiding van de door mij ge bruikte uitdrukking op straat zetten" moge hier copie volgen van een zinsneda uit 'n contract tussen assistent en tabaks maatschappij : De administratie der X maatschappij behoudt zich ten allen tijde het recht voor, u uit haren dienst te ont slaan", of uit eenander: DeHoofdadministratie der Y maatschappij zal het recht hebben, om geheel ter eigen beoordeeling, contractant ter andere, desnoods op staande voet te ontslaan enz." Deze voorbeelden zijn uit contracten met twee van de toon aangevende tabaksmaatschappijen; büde kleinere en particuliere is 't mog erger. Ik zei al, dat 't vörbqd van huwelik gedurende de eerste vijf jaar" feitelik nog de gunstigste hu weliks-bepaling is, die in Deli voorkomt. iSimmige maatschappijen hebben er zogenaamd niets tegen, dat 'n assistent trouwt, geen mens die hem daarin hindert! alleen zien ze niet ia waarom 't nodig is; trouwt de assistent toch, dan zijn de gevolgen voor hem. Misschien wil hu graag administrateur worden bügelegen heid, en misschien... wordt hij het dan niet. Post of propter? Andere maatschappijen verbieden 't bot weg, en in Deli komen jonge assistenten die getrouwd zijn, niet v o o r, en oudere getrouwde, vormen voorlopig nog de uit zonderingen. Waar 't op neerkomt, is, dat al deze graden van gedwongen coelibaat, onwettige beperkingen van de persoonlike vrijheid van den assistent zijn en dat de tabaks maatschappijen zich 't recht van onmondigheidverklaring aanmatigen, dubbel onrecht matig, waar geen enkel motief tot ondercnratele-stellen voorhanden is. Rest nog tot 'n duidelik begrip te komen van de gevolgen van deze misstand. 't Gemis van alle huiselikheid en de een zaamheid, op 'n leeftijd, dat 't zwaarte punt van den mens nog buiten hem ligt (20?23 jiar) en de rijkdom van z'n geest nog niet groot genoeg is om hem te wa penen tegen het alleen-zijn, speelt hem der UllllllllltlllllllMlllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIItm Deze vooropstelling beaamde Fine, diep zinnig hoofdknikkend, ten volle. Kan 'cnog geen verbeelding zyn," ver goelijkte Louise, 't kind is nog zoo piep jong ... zoo onschuldig"... . Juist," viel Fine niet meerdere mensehenke mis haar in de rede ... die vliegen er 't e wat in"... Weer hing een zwoel zwijgen in de kamer; torn zei Fine vastberaden: Ik zal haar m>rgm onderhanden nemen... en dan krijg ik 't er wel uit". ... Rienkje lag voorover te snikken op de keukentafel. Ze,had den heelen morgen al gemerkt dat juffrouw Fine wat in d'r schild voerde ... ieder oogenblik de keuken in drentelen met 'n larie-boodschap of 'nsmoesja over dit of dat En dan als maar dat kijken wat de j ufler naar d'r dee... en toan ineens zoo had de juffrouw 't tegen d'r gezeid ... dat zij en de andere j offers alles begrepen hadden ... dat ze 't wisten van d'r... en dat 't ver schrikkelijk slecht van d'r was... en hoe of ze k'r in Godsnaam toe gekomen was... en wat d'r moeder er wel van zei... Och God, och God .., nog zooveel meer ... ze had de juffer a's maar hooren preeken, totdat ze 'c was gaan uitbulderen van huilen. Tjee, tjee... ze had er niks kwaads mee bedoeld en ze benadeelde er toch niemand mee . ..zyaelf had er toch allén maar de last van... In de huiskamer zaten de drie zusters, n b^j dan standaard met de Aspedistra, n bij 't achaaktafeltja, n tegen de muur, ouder 't stofdoekmandje, gansch overstuur van de gewei iige emotie die 't verslag van 't zooeven afgespeelde dramatisch conflict in Dolce-far-Niëute's keuken bij hen had teweeg gebracht. Af en toe zei een van hen met gedempte stem een opmerking, deed 'n ander een be schroomde vraag. Want... 't geval bleef voor de drie bedaagde, ongetrouwde dames een sujet a caution" hoe fel ook 't half weten, 't half begrijpen van b j'zonderheden over Rienkje's toestand, hun zy 't dan ook, zeer kuische nieuwsgierigheid kittelde... Als haar moeder haar maar niet verstoot," klonk in een nieuwe stilte opeens Louise's stem, trilierig van ingehouden ontroering, van ouder 't stofdoekmandje. Daar heb je best kans op," meende Fine zwartgallig. En toen in de allengs schemeriger gewor den kamer, de stilte, na deze lugubere uit spraak, ongerept bleef, toen zei Louise: 't Arme, arme kind.... Voor de ne vrouw een weelde, voor de andere een schande!... Wat 'n ander tot zegen zou kunnen zijn, wordt b&ilr ten vloek l" Deze hoogst melodramatische uiting van haar, door de zoo ongewone gebeurlijkheden,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl