Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1747
achter, zoo ab een dyfc bezwijkt door
den druk van het stijgende water.
In het Warenhuis" had de
menschenririar kleine «u-takjes afgesplitst, zoodat
ook in heel dit groote gebouw de maniehen
schouder aan schouder «tonden en er van
koopen of verkoopen geen sprake kon zijn
En zoo ging het dag aan dag en avond
aan avond.
Nu moet men niet denken, dat dit gedrang
door de menschen die er zoowel subjectief
als objectief in betrokken waren als iets
onaangenaams werd ondervonden.
Integendeel, men vond het gezellig" en
ging.er juist met het oog pp deze gezelligheid
heen. Dit werd ons uitvoerig uiteengezet
in een ingezonden stuk in een der haagsche
bladen. De schrijver keerde zich namelijk
tegen de plannen tot het scheppen van een
verkeersweg, evenwijdig aan de Spuistraat,
de Vlamicgstraat en de Poten.
Van zulk een weg zal men geen gebruik
maken, meende hij, omdat de menschen,
die op drukke dagen en uren door de Spui
straat gaan, dit niet doen om spoedig hun
bestemming te bereiken, doch uitsluitend
om de gezelligheid". Men zou dus van den
nieuwen verkeersweg eenvoudig geen ge
bruik maken. E a als voorbeeld noemde hu
de N.Z. Voorburgwal te Amsterdam, die men
expresse] k gedempt had om de Kal verstraat
van het te drukke verkeer te ontlasten, een
maatregel die volkomen zijn doel had gemist.
E renais nu de Amsterdammers da nauwe
K al verstraat verkiezen in plaats van de
b:eede N.Z. Voorburgwal, zouden de Hage
naars aan de smalle Spuistraat de voorkeur
geven boven den nieuwen verkeersweg, al
was deze iaatste ook nog zoo breed.
Het is niet te ontkennen dat er juistheid
ligt in dit betoog. De ervaring van eiken dag,
in elke groote stad kan dit bevestigen. Toch
kan de toestand ten onzent niet blijven
zooals züthans is.
Meer dan een, die de opeengepakte, lang
zaam voortschuivende menigte in de St.
Nicolaasdagen aanschouwde, vroeg zich met
schrik af, wat er wel gebeurd zou zijn,
wanneer er om de een of andere reden
brand bijv. eens een paniek ware ont
staan I Het is niet te veel gezegd, wanneer
men beweert dat er in zulk geval een aantal
slachtoffers zouden zyn gevallen.
Er moet dus verandering komen.
Maar hoe? Da nieuwe verkeersweg, indien
hu komt, zal voor een deel worden gevormd
door demping van grachten en doorbreking
van verschillende gebouwencomplexen. In
beide gevallen worden er geen nieuwe gebou
wen gezet, doch blijven de oude
onoogelyke huizen op hun plaats. De nieuwe ver
keersweg, hoe breed hij ook moge worden,
blijft daarmede het achterbuurtkarakter
behouden. Ea daar de verkeersdrukte voor
zoover het de voetgangers en gedeel
telijk ook de [voertuigen betreft, voor
het leeuwendeel wordt gevormd door de
vrouwelijke bezoeksters der groote win
kels en door de mannelijke bewonderaars
dezur bezoeksters, volgt daaruit, dat men
hot verkeer niet kan verplaatsen wanneer
men niet t vens de winkels verplaatst, of
tenminste zorgt voor de oprichting van
nieuwe,,even groote en even aantrekkelijke
winkels.
Msn zon dus óf een nauwe winkelstraat
breeder moeten maken door de winkel huizen
aan de eene zijde te onteigenen en eenvoudig
weg te breken, en daarna een heel eind
naar achter weer op te bouwen, het
geen natuurlijk in de praktijk onmogelijk
is door de buitensporige onteigeningskosten,
of langzamerhand trachte te bevorderen,
dat op de daarvoar in aanmerking komende
plaatsen hoe langer hoe meer groote winkels
worden gebouwd.
Dit laatste nu zou in den Haag zeer goed
a.
DOOE
M. VEESTER?BOSCH BEITZ.
Z) zaten verslagen. Had 't lot ben al
wreedeljjk getroffen in de hevig teleurstel
lende lotgevallen van Agamemnon, den
raszuiveren Boxer en waakschen beschermer,
weinig weken later viel een nieuwe slag,
plots vernielend 't ongerept evenwicht van
villa Dole s far-Niente's gansch paisiebele
huishouding.
Dat kwam zoo.
De jeugdige meid-alleen- met-de-heele-kost
en 's avonds naar huis, 't nog onbedorven
dorpskind had, wanneer zij samen met Fine,
de oudste der dames Cnussewinckel, de
huishou lelijke bezigheden waarnam, met voor
der juffrouw vertellingsgave hoogst vleiende
aandacht, de korte of langere ontboezemingen
geeolgd, die voor 't grootste deel ontsproten
uit der juffrouw hevige ondervindingen van
minder onbedorven gedienstigen in. de stad
harer vroegere inwoning.
Zoo werd dan met gloaiende kleuren
't leven en bedrijf der stadsdienst bode, voor
de verbaasde oogen van 'c jeugdige dorps
kind afgeschilderd, de hooge eischen, de
hooge loonen, de brutail bedongen vrije
uren en dagen, hun verslaafdheid aan uit
gaan en opschik
En als de door haar eigen welsprekendheid
opnieuw ontketende verontwaardiging haar
opwond tot steeds meer ontsluieringen, als
gloedroode vlekken aan haar bals en kaken
iich afceekenden als onmiskenbare bewijzen
van niet twijfelachtige
temperatuursverhooging, dan stond daar de jeugdige meid
al een stil, luister-zwijgend, met goedig ver
baasden blik, niet-ziende hoe juffrouw Fine
die toch altijd zoo kreen" was op alles"
zich 't verhitte gelaat af bette met de vette
glasdoek van de petroleumlamp waarmee
zij doende was, en achteloos de rwart-bepitte
eu bekorste schaar waarmede zij den brander
ha i afgeschrapt, op de beige lakengchen-kip,
Dolce-far-Niente's universeele eierwarmer,
deponeerde.
Neen, haar naief verbaasde blik boorde
in een wondere wereld van ongekende
geneuchten, van vrijheid en plezier, van schit
terende winkels, komedie's en mooie kleeren,
geneuchten weliswaar heftiglijk door juffrouw
Fine gelaakt, en als gansch ongepast voor
'a eerbaar dienstmeisje ver-indext, maar...
ook in dorpsmeisjes schuilt de Eva, en de
appel der kennisse is voor haai niet minder
verleidelijk, al sleten zjj hun onbevangen
jeugd temidden van boomgaarden vol
goudreinetten en princ asses-nobles.
mogelijk zijn. Wij hebban een paar prach
tige breede lanen die in alle opzichte beant
woorden aan de eischen waaraan de groote
verkeerastraten in een groote stad moeten
voldoen-IederHagenaar denkt hier natuurlijk
aan het lange en het korte Voorhout, de
Vijverberg en de Kneuterdijk.
Laatst genoemde straat of avenue, zooals
men haar eerder zou kunnen noemen heeft
reeds ten deele deze hervorming ondergaan.
Er zijn een paar groote winkels, er is een
bekende lunschroom" en er is op een
der hoeken een bekend duur restaurant.
Reeds thans is het verkeer er in de middag
uren vrïiruk.
De "V|F»«rberg en het Voorhout winnen
het nog in lengte en breedte en vooral
in... schoonheid. Eu de groote massieve
heerenhuizen ware paleizen, waarvan
vele een historische beteekenis hebben
zijn uitnemend geschikt om te worden om
gebouwd in grootsche winkels.
Het is waar, dat n Vijverberg n Voor
hout veel van hun imposante rust en hun
voorname schoonheid zouden verliezen,
wanneer de hooge stoepen en de stemmings
volle ramen werden vervangen door groote
winkelruiten met kleurige etalages. Maar
de lengte- en breedte verhoudingen tusschen
de huizen en hun omgeving zijn van dien
aard, dat de winkels, -ook al zijn zij nog
zoo groot en zoo machtig gemonteerd, toch
niet geheel zullen domiueeren, en het
schoon van de groene boomenlanen op het
Voorhout, en de klare stilte van het water
büde Vijverberg niet geheel zullen ver
duisteren. En dan het verkeersleven
eener moderne groote stad heef'c nu een
maal eischen, waarvoor zoowel het
natuurschoon als het oude karakteristieke
stedenmooi overal onverbiddelijk; moet wijken.
Men kan daaraan niet ontkomen. Hoogstens
kan men trachten, de on vermij lelijke om
schepping met zoo weinig mogelijk nadeel
gepaard te doen gaan.
Nog meer urgent, nog veel sposdiger om
een oplossing vragend don de
verkeerskwestie, is het schouwburgvraagstuk. Ik
bedoel nu niet de in den laatsten tijd op
gedoken plannen tot stichting van een
nieuwen schouwburg naast den bestaanden.
Maar het betreft den bestaanden schouw
burg zelf, die naar aanleiding van een
rapport van den directeur der brandweer,
op l Mei aanstaande voor goed zal worden
gesloten.
Het dagelijkach bestuur onzer gemeente
heeft niet langer de verantwoordelijkheid
willen dragen voor het groote se vaar,
waarin de bezoekers avond aan avond by
brand blootstaan.
Natuurlijk heeft dit besluit bij de belang
hebbenden eenig gepruttel veroorzaakt. Ei
hier en daar werd de ietwat honende vraag
gehoord, waarom het brandgevaar nu eens
klaps zoo verschrikkelijk was geworden,
dat men de sluiting nog niet n enkel
jaar kon uitstellen.
Maar men heeft zich door deze en der
gelijke opmerkingen gelukkig niet laten
influenceeren. Er moest OBT termijn worden
gesteld voor de onherroepelijke sluiting en
dit is geschied.
Dat de toestand reeds jaren lang onhoud
baar was is geen reden om hem nog langer
te laten bestaan.
Het plan is nu om zoo spoedig mogelijk
met de bouw van een nieuwe schouwburg
te beginnen en dan te trachten dezen nog
voor het begin van het volgende
speelseizoen voltooid te krijgen.
Memand gelooft echter dat men daarin
zal slagen, Reeds de wijze waarop men zich
het plan voor den nieuwen schouwburg
zal hebben te verschaffan, geeft aanleiding
tot meeningsverschil en twutgeschrijf.
Maar beter is het eea jaartje of zelfs twee
Zoo vervulde dan de niets kwaads-ver
moedende Fine C juasewinckel wel ganscheljjk
tégen haar bedoeling ia, de rol van de
slang, en op zekeren dag gebeurde 'c dat
de jeugdige meid alleen triomfantelijk haar
dienst opzegde omdat zü'reis werk bad
gemaakt van 'n betrekking in de stad, en
dtt ze nou zoo mooi was klaargekomuae"....
Zoo trok dan ook deze jeugdige naieve
een der moderne Babels binnen, en hadden
de bewoonsters van Dolce far-Niente eenige
moeite om hun geschokt moreel equilibre
terug- en 'n nieuwe jeugdige gedienstige voor
de vacante plaats van meid-alleen te vinden.
Dac was gebeurd. Al een paar maanden
geleden.
Zelf j was de nieuwe gedienstige tot dag
en, nacht-die ast bode gepromoveerd, als blgk
ran bijzondere ingenomenheid met de
praestaties van 't vol-ijverige, goedwilsche jonge
kind. En nu... ze zaten verslagen.
Gut, Gat, dat Rienkje... J9 mag zeggen
wat je wil, maar ik kan 't niet gelooven,"
protesteerde Bartha.
En Fine trachtte haar niet met argumen
ten te overtuigen maar bleef 't in bewerking
zijnde onderdeel van een gehaakte sprei dat
tusschen haar werkelooze vingers op den
tafelrand rustte, somber-nadenkend bestaren.
Maar hóe heb je 't gemerkt?" vroeg
Louise nieuwsgierig ongeloovig.
Om Fine's genepen lippeu trok een ge
wichtig lacbjs.
Gemerkt... ja hoe merk je dat hè?...
't kind dee zoo raar soms, zoo .. . zoo schich
tig ... Dan ga je vanzelf op allerlei letten."
Toen, onmiskenbaar blij knenkelig over
h du r menechen-kennis, haar gauwen kijk op
vreemde gebeurlijkheden, verraadde zij haar
eigen overwichts-trots door wat beschermend
te zeggen :
Jelui kunt 't niet helpen dat je niet zoo
attent op alles ben; ik heb altijd aanleg
gehad om de menschen gauw te door
gronden" ...
Bertha haalde snuffelend haar neus op;
hoe verknocht de drie zusters ook waren,
maakte Fine's zelf-verheerlijking haar toch
lichtelijk kregelig.
Gut,... als je dat dan weer zoo prachtig
doorzien had, dan had je dat óns tok wel
eens kunnen zeggen."
En ik zeg 't nou;" ... ging Fine's stem,
hitsig door de zusterlijke geringschatting de
hoogte in.
Maar zeker weat je eigenlijk niets," zei
Louise lijzig, tergend kalm tegen 't heftige
due in.
Zéker, zéker ... m'n hemel, wat noem
ja nou zeker,... ik heb m'n oogen de kost
gegeven, en op d'r gedragingen gelet, meer
kan je toch al niet doen, hè?"...
Ik vind, als js met zóó'n verdenking
rondloopt dan moet je 'c meisje onder
vragen ... dat ben je aan d'r zélf verplicht."
jaar zonder schouwburg te zijn, dan een
schouwburg te bezitten, waaruit er, ingeval
van brand, maar weinige bezoekers levend
zouden ontsnappen.
JAN BRAMSEN.
De assistenten in Deli.
Geachte Redaksie.
't Is opmerkelik, hoe slecht Holland (de
jaarlikse tabak produksie daargelaten) op
de hoogte is van wat alzoo in Deli voor
valt, en hoe weinig 't er van horen wil;
zoo nu en dan, wanneer weer eens een
assistent voor z'n leven verminkt of naar
de eeuwigheid geholpen wordt door onze
gele of bruine broeder, en vooral als hij in
Holland veel familie en kennissen had, wordt
de goegemeente wakker en intresseert zich
sterk voor dat geheimzinnige Deli, waar
zulke rare dingen gebeuren; een kreet van
verontwaardiging gaat op, die echter al
heel gauw zonder weerklank in de ruimte
versterft; in 't gunstigst geval wordt de
minister geïnterpelleerd, maar 't resultaat
is altijd nihil.
Nu de rechtsverhouding tussen
werkgeefster- me vrouw en werkneemster-meid in
Holland zoo geheel ten voordele 1) van laatst
genoemde geregeld is, zou het nu niet lang
zamerhand tijd worden dat, Waar bijna
iedere middenstandsfamilie een zoon of neef
in Deli heeft, men zich die niet alleen in
flanellen tennispakjes door tropiese
natuurpracht flinerende voorstelt, voor tijdverdrijf
rottan wandelstokken kapot ranselende op
naakte ruggen van uitgezogen inlanders,
als grand seigneur en werk-gever dus,
maar ook als werk-n e m e r van de grote
tabaksmaatschappijen, wier ideaal, maximum
dividend, evengoed bereikt wordt door uit
buiting van den assistent, als van den koelie.
Ieder, die in Dali was en z'n ogen de
kost gaf, weet, dat een assistent niets anders
is al 4 slaaf van z'n manager meestal, maar
in ieder geval van z'n hoofdmanager, met
't voortdurend dreigend zwaard van ontslag
boven z'n hoofd, en wat dat ontslag be
tekent, begrijpt ieder, die weet hoe moeilik
een oud-militair met rooie streep door z'n
paspoort of een uit de gevangenis ontslagene
'n betrekking vindt. Sslidariteit, 't enige
radikale middel hiertegen, wordt in Deli
wel gevonden büde Hoofdmanagers maar
ontbreekt bij de assistenten door
angat-voorontslag, onderlinge naijver, ogeniienst enz.
Tot voor kort, verleden jiar, waren alle
pogingen, om een vereniging van assistenten
op te richten mislukt, of werd deze kort na
oprichting door inwendige tweedracht weer
opgehesen.
Dat, in 1909 pas, een vakvereniging van
tabaksassisteuten opgericht werd dpDr men
sen van ontwikkeling, terwijl tientallen
jaren her onontwikkelde arbeiders in Europa
al georganiseerd waren, is wel 'n bewijs
voor den druk, waaronder de assistenten
gehouden worden van 't ogenblik, dat ze
ah si*gkeh2) aankomende, hun manager
als halfgod leren beschouwen, tot ze in l
van de 6 gevallen zelf dat onbereikbare
punt bereikt hebban. Ofschoon 't nogal
duidelik was, dat de vakvereniging tot stand
kwam onder het motto Eendracht maakt
macht' z)u m-m toen toch moeilik iemand
gevonden hebben, die daarvoor uitkwam,
en misschien nu nog niet; nee" werd ge
zegd de vakvereniging heeft niet ten doel
zich te stellen als tussenpersoon tussen
assistent en administratie, als bemiddelaar
ster dus en desnoods als stakingscomité,
fiioac! hoe komt men er bij,'' en 't moest
1) Moet wel luiden: minder dan vroeger
ten na^esle. Rad.
2) = baar. Red.
MimiiiiiiimiiiMiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiHiiiiiiiiii
Nou dos jij dat dan," vinnigde Fine
werkelijk boos terug; achter haar ooren en
in haar bals gloeiden weer de hevig roode
plekken van opwinding en Fint'ó vingers
ritsten met zenuwachtigen ruk, een gansche
toer steken van twijfelachtige qialiteit uit
de in wording verkeerende bed-sprei.
Dit voorstel was van zoo hevige
enormiteit dat Bertha en Louise een oogenblik ge
slagen zaten, en volkomen stilte ganschelijk
de kamer vulde.
Als we haar eens binnen lieten komen ?"
zei Lonise die 't eerst met't schokkend voor
uitzicht vertrouwd scheen te geraken.
Maar Bertha zenuwachtig er tegen in:
Gut, je kan er toch zóó maar niet over
beginnen... zoo... zoo in-éas"...
Er zijn oogenblikken in 't leven dat 't nood
lot zelf, der besluiteloosheid, die
menschelijkste aller menschen zwakheden, te hulpe
komt, en zelf ingrijpt.
Er klonk een bescheiden tikje op de kamer
deur, en op dit geluid ontmoetten de drie
zusterlijke oogenparen elkander in n blis
van begrijpen, van verstandhouding van soli
dariteit, n blik die ganschelijk, alle vooraf
gegane meeningsverschillen te niet deed.
Van Fine's lippen klonk met
nerveusgenepen fausBet: Ta ... binne" ...
En om den hoek der slechts nauw geopende
deur schoof Rienkja na« b'innen; R'.enkje,
'c amper zeventienjarige dienstmeisje, met 't
frissche maar bij 't simpele af, onoozele
boerinnekopje, Eienkje, met 't groenig geel en
wit gestroomde haar, strak weggetrokken
onder 'D dienstmnt«ja, de stijf gestreken,
wijduitstaande korte dienstjurk, de groote
zwartbekousde en be-pantoffelde vosten, Rienkje,
met de rond-open, altijd verbaasde, goedige
kol-oogen, en da breede roode knokelige
werkhanden ver uit de nauwe,
krinkeligstijve mouten.
Rienkja schoof naar binnen, met een
draagemmer anthraciet en 'n leege prullenmand;
evea omvademden haar kol-oogen 't trio
rondom de tafel, dat haar wereldlijke macht
vertegenwoordigde, haar overheid, haar mo
narchaal bestuur.
Toen stond de kolenemmer met ketsenden
plof op de kachelplaat, en de prullenmand
met iets minder lawaai in den hoek bij 't
buffet.
Als in onderlinge afspraak volgden de drie
paar oogen, zij 't dan ook heel in 't geniep,
elke beweging, elke geste, elke houding van
't zich nu juist niet los en zwierig bewe
gende Rienkje; maar als deze zich met vrouwe
lijke intuïsie bewust was van de verwarrende
contr6'.e, waaraan zjj op dat omineuae
oogenblik bloot stond, dan zou dat voor elke goed
gezinde criticus een volkomen aannemelijk
excuus zijn geweest voor haar wel zeer
linksche en schichtige gebaren.
Toen zij de kam« weer zou uitgaan, voeden
de drie paar oogen elkaar in een
veelbeteeuitdrukkelik bezworen worden dat de vak
vereniging met haar orgaan de Planter"
geen rooie neigingen zou vertonen; toen
kwamen zoet j es-aan de dappersten zich
aanmelden, en toen er geen ongelukken
gebeurden, waagden zich ook de voorzichtige
broeders 'n stapje naderbij.
Wat deden intussen de administraties?
Niets afwachten en doodzwijgen
en niets.
't Spreekt, dat, nadat de statuten goed
gekeurd waren, niet dan na 't nodige
gehaspel natuurlik, verbetering van de rechts
positie van den assistent het Ie punt van
bespreking vormde, met dat gevolg, dat
nu ruim een jaar geleden een petitie, in
optima forma opgesteld, aan H. M. de
Koningin werd verzonden waarin, nu 't
gevaar van afschaffi ag van de poenale sanctie
dreigde, tengevolge waarvan de assistenten
gerechtelik machteloos zouden staan tegen
over de koelies, aangedrongen werd op ver
hindering daarvan; kortom de hoge be
scherming van H. M. werd ingeroepen.
Tot op heden is zoover ik weet hierop nog
geen antwoord ontvangen. De petitie ver
scheen in haar geheel in een van de eerste
nummers van de Planter" en ieder werd
er toe oogewekt te tekenen.
Wat deden oidertussen de administraties ?
Onrustig op hun administratiezetels heen
en weer schuiven, maar dat gaf niet veel;
de koppen bij elkaar steken.
Torentje, torentje, bussekruit
Wat komt er uit ?
Een goue fluit
en op die goue fluit een roerend
symphoniek geluid, van alle Hoofdadministraties
tegelijk, in den vorm van printa haloes",
de Maleise uitdrukking voor gentle hint'1;
die zoo klonk: wanneer door de Vakver
eniging de petitie zoo maar direct naar de
2e Kamsr en de Koningin gezonden werd,
met voorbijgang van Z. Ex deGoeverneur
Generaal, o shame! dus niet langs den be
roemden bierarchieken weg, zou het kunnen
zijn, dat Z. Es. zich hierdoor gepikeerd
konde voelen en zoodoende 't doorslag
gevende gewicht van z'n gunstig advies
onthouden zou enz., de lezer vuile zelf aan
en vergete niet dat 't tooneel speelt in
Indië. Behalve als argument van niets, was
deze bedenking en passant een belediging
voor den land voogd, op z'n zachtst manque
de respect. De assistenten waren natuurlik
volkomen vrij om al of niet te tekenen,
maar door middel van de administrateurs
werd hun namens de Hoofdadministraties
op het bezwaar, dat deze tegen tekening
hadden, gewezen.
De HoofJmanager van de
Deli-Maatsehappij, een staf van + 130 assistenten
commanderende, de koning van Deli, man,
gewend op te treden, het doodkalm de
mededeling circuleren, dat diegenen van de
H. H. assistenten, die wél tekenen wilden,
vóór dat ze hun handtekening zetten, maar
even op 't Hoofdkantoor moesten komen,
om 't geval nog eens duidelik te bespreken.
Nu staat 't komen op 't Hoofdkantoor van
een tabaksassistent gelijk met 't komen bij
de Baas" van een stoute schooljongen.
Conclusies make ieder voor zich.
't Eind was in ieder geval dat de petitie
met een vierhonderd handtekeningen werd
verzonden: een verblijdend verschijnsel.
Nu kwam de kwestie op 't tapijt, die al
sinds jaren reden van ontevredenheid is
onder de assistenten: het
huweliksverbod, de huweliksbeperking.
Ik zal trachten zoo kort mogelijk de ver
strekkende gevolgen van dat in Deli alge
meen verbreide kwaad aan te geven.
In z'n onschuld zou men denken, dat het
regelen van huweliken tussen Nederlandse
burgers op de Staat neerkwam; mis, de
kenenden blik, en terwyl Rienkje juist de
deurspleet bareikt had, waardoor zij haar
vrijheid, in dit geval haar keukendepartement,
hoopte te aerwincen, klonk 't van Fine's
lippen : Eb ... Rienkje... Ei... trek nog
even de gordijnen wat verder open... wil je?
Ea Rienkje, schichtiger dan te reren, schoof
weer hoekig langs en door de vele
meubeldingen, om aan 't bsvel te voldoan.
Ea weer volgde 'c half dosijn oogen, haar
linksche wendingen, haar verlegen schuiven,
gleden f al-onderzoekende blikken langs 't
wat achterover gedragen bovenlijf, langs de
van voren tippende korte rok de... meer
dan maagdelijke rjndingder breede heupen...
Ea, o, vrouwelijke wreedheid.,, toen
R'enkja nogmaals haar Liberia hoopte te
bereiken en zij de deurspleet al naderde met
haastige voat, toen riep Bertha haar terug
en zei: Rienkja je moest meteen de kachel
maar even vullen..."
Ea weer bezat Rienkje haar ziel in
lijdzaamhjid, al kolden haar rond-open oogen
vervaarder dan ooit naar de drie represen
tanten der wereldlijke macht.
Maartoen zij denzwaren kolen-emmer om
hoog wou tillen, toen kreeg Louise een zon
derlinge openbaring: Nee, nee. als 't eens
waar was.. . dan m3cht Rienkje niet"... schoot
er bliksemsnel door haar hoofd; en volkomen
overtuigd van de noodwendigheid om haar
gedachtengang tegenover Rienkje niet open
baar te maken, bediende zij zich van baar
E:gelsch, oen taalkennis die sinds haar school
jaren, slechts door 't lezen van Raoda
Broughton's romans, voor algeheelen ondergang was
gespaard gebleven.
When it is really the matter, she must
not... not... she must not.. . not useles 5...
tillen of zwaar sjouwen" ... kwatn er opeens
gedempt van haar lippen.
Fine en Bertha keken verschrikt.
De authraciet ratelde heftig uit den hoog
opgeheven bak in de vulkachel.
Louise stond schielgk op. Laat ik't dosn,
Bienkj^," zei ze kort, zenuwachtig.
Willoos liet Rienkje zich den emmer uit
de handen nemer, bleef rood-glimmend,
suf kollend staan, jee, tjee... wat hadden
de jiffers toch... ze dee jen zoo raar, zoo
eng tegen d'r.
Toen bereikte ze werkelijk onverlet de
deur... a haar keuken.
"Nou?" zei Fine, me dunkt 't is niet
twijfelachtig hè?''
Nae... zei Bartha, ;,nou ja mij op't idee
gebracht hebt, moet ik oak zeggen dat ze" ...
even hield ze op, toen met wat maagdelijken
schroom: dat ze rg vreemd van postuur is"...
Toen, als oude jonge juffrouw zich toch
wel een beetje verkneuterend om dieper op
't geval in te kunnen gaan:
Wist jij dat ze 'n vrijer had.... Want dut
moet toch in elk geval."
Deli tabak-maatschappijen voelen zich ge
roepen de burgerlike wetsbepalingen te
kompleteren, wel te verstaan als zorgzame
voogden in 't belang van hun pupillen, de
tabaksassistenten, wie twijfelt daaraan?
Integendeel, is 't niet op prijs te stellen,
dat zij bij afwezigheid van de ouders, hun
plaats innemen ? en immer met. 't heil van
den assistent voor ogeh hem verbieden te
trouwen vóór hij 5 jaar assistent is (in 't
gunstigste geval), omdat hu dan nog niet in
staat is 'n vrouw overeenkomstig zijn en haar
stand te onderhouden? is 'n dergelike be
zorgdheid niet roerend ? Vooral wanneer de
betreffende assistent, of het meisje, dat hij
wenscht te trouwen, zelf genoeg bezit; em
in dat geval is het huweliksverbod dan
ook als boven-, dus on-menselike naasten
liefde te beschouwen, daarop gegrond, dat
de liefde door 't wachten gelouterd wordt;
zulke naastenliefde is meer dan een assistent
van zijn maatschappij kan verlangen: het
is waarlijk apenliefde!
Dat 'tmakkeliker is 'n vrij gezel-assistent
een paar maal 's j aars te laten verhuizen, dan
'n getrouwde dito met z'n vrouw; dat door
't trouwen der assistenten de maatschappijen
zedelijk verplicht zouden zijn beter bewoon
bare huizen te bouwen, dat 'n ongetrouwd
assistent beter op straat te zetten is, dan een
met vrouw en kinderen; dat n getrouwd assis
tent een deel van zijn energie aan zijn huis
gezin zou wijden, en dat deel, hoe gering
ook, dus zou onttrekken aan de tabakscultuur
(de gewetenlooze moest zich schamen), wie
heeft het recht te beweren dat deze
utiliteitsbszwaren bij de administraties van de
. philantropiese instellingen, die tabaksmaat
schappijen heten, den doorslag gaven?
Naar aanleiding van de door mij ge
bruikte uitdrukking op straat zetten"
moge hier copie volgen van een zinsneda
uit 'n contract tussen assistent en tabaks
maatschappij : De administratie der X
maatschappij behoudt zich ten allen tijde
het recht voor, u uit haren dienst te ont
slaan", of uit eenander:
DeHoofdadministratie der Y maatschappij zal het recht
hebben, om geheel ter eigen beoordeeling,
contractant ter andere, desnoods op staande
voet te ontslaan enz." Deze voorbeelden
zijn uit contracten met twee van de toon
aangevende tabaksmaatschappijen; büde
kleinere en particuliere is 't mog erger.
Ik zei al, dat 't vörbqd van huwelik
gedurende de eerste vijf jaar" feitelik nog
de gunstigste hu weliks-bepaling is, die in
Deli voorkomt. iSimmige maatschappijen
hebben er zogenaamd niets tegen, dat 'n
assistent trouwt, geen mens die hem daarin
hindert! alleen zien ze niet ia waarom 't
nodig is; trouwt de assistent toch, dan zijn
de gevolgen voor hem. Misschien wil hu
graag administrateur worden bügelegen
heid, en misschien... wordt hij het dan
niet. Post of propter?
Andere maatschappijen verbieden 't bot
weg, en in Deli komen jonge assistenten
die getrouwd zijn, niet v o o r, en oudere
getrouwde, vormen voorlopig nog de uit
zonderingen.
Waar 't op neerkomt, is, dat al deze
graden van gedwongen coelibaat, onwettige
beperkingen van de persoonlike vrijheid
van den assistent zijn en dat de tabaks
maatschappijen zich 't recht van
onmondigheidverklaring aanmatigen, dubbel onrecht
matig, waar geen enkel motief tot
ondercnratele-stellen voorhanden is.
Rest nog tot 'n duidelik begrip te komen
van de gevolgen van deze misstand.
't Gemis van alle huiselikheid en de een
zaamheid, op 'n leeftijd, dat 't zwaarte
punt van den mens nog buiten hem ligt
(20?23 jiar) en de rijkdom van z'n geest
nog niet groot genoeg is om hem te wa
penen tegen het alleen-zijn, speelt hem der
UllllllllltlllllllMlllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIItm
Deze vooropstelling beaamde Fine, diep
zinnig hoofdknikkend, ten volle.
Kan 'cnog geen verbeelding zyn," ver
goelijkte Louise, 't kind is nog zoo piep
jong ... zoo onschuldig"... .
Juist," viel Fine niet meerdere
mensehenke mis haar in de rede ... die vliegen er
't e wat in"...
Weer hing een zwoel zwijgen in de kamer;
torn zei Fine vastberaden: Ik zal haar
m>rgm onderhanden nemen... en dan krijg
ik 't er wel uit". ...
Rienkje lag voorover te snikken op de
keukentafel.
Ze,had den heelen morgen al gemerkt dat
juffrouw Fine wat in d'r schild voerde ...
ieder oogenblik de keuken in drentelen met
'n larie-boodschap of 'nsmoesja over dit of
dat En dan als maar dat kijken wat de
j ufler naar d'r dee... en toan ineens zoo had
de juffrouw 't tegen d'r gezeid ... dat zij en
de andere j offers alles begrepen hadden ...
dat ze 't wisten van d'r... en dat 't ver
schrikkelijk slecht van d'r was... en hoe of
ze k'r in Godsnaam toe gekomen was... en
wat d'r moeder er wel van zei...
Och God, och God .., nog zooveel meer ...
ze had de juffer a's maar hooren preeken,
totdat ze 'c was gaan uitbulderen van huilen.
Tjee, tjee... ze had er niks kwaads mee
bedoeld en ze benadeelde er toch niemand mee
. ..zyaelf had er toch allén maar de last van...
In de huiskamer zaten de drie zusters,
n b^j dan standaard met de Aspedistra,
n bij 't achaaktafeltja, n tegen de muur,
ouder 't stofdoekmandje, gansch overstuur
van de gewei iige emotie die 't verslag van
't zooeven afgespeelde dramatisch conflict in
Dolce-far-Niëute's keuken bij hen had teweeg
gebracht.
Af en toe zei een van hen met gedempte
stem een opmerking, deed 'n ander een be
schroomde vraag. Want... 't geval bleef
voor de drie bedaagde, ongetrouwde dames
een sujet a caution" hoe fel ook 't half
weten, 't half begrijpen van b j'zonderheden
over Rienkje's toestand, hun zy 't dan ook,
zeer kuische nieuwsgierigheid kittelde...
Als haar moeder haar maar niet verstoot,"
klonk in een nieuwe stilte opeens Louise's
stem, trilierig van ingehouden ontroering,
van ouder 't stofdoekmandje.
Daar heb je best kans op," meende Fine
zwartgallig.
En toen in de allengs schemeriger gewor
den kamer, de stilte, na deze lugubere uit
spraak, ongerept bleef, toen zei Louise:
't Arme, arme kind.... Voor de ne vrouw
een weelde, voor de andere een schande!...
Wat 'n ander tot zegen zou kunnen zijn,
wordt b&ilr ten vloek l"
Deze hoogst melodramatische uiting van
haar, door de zoo ongewone gebeurlijkheden,