Historisch Archief 1877-1940
1747
D K AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
verveling m handen; in de dwaze veronder
stelling, dat gemeemohappelik gedragen
verveling, h»!VB verveling ii, zoekt hy zyn
ouden kallega's op en hoort spoedig ran
hen, dat ate hij sonn geëngageerd i», van
trouwen natnnriik niets komen kan; de
toon waarop se dat «eggen, prikkelt hem,
't lage wil Tan hun conversatie leert hy
pas goed kennen als ze een borrel op heb
ben, dingen die hem heilig zyn, worden
door de modder getleurd, en als hij zich
niet meer inhoudt en hun z'n verontwaar
diging in 't gezicht slingert, is 'n hoon
gelach 't enige antwoord en naderhand
wordt hem in vertrouwen door 'n kollega
die't goed met hem meent aange
raden, zich niet zoo aan te stellen, omdat 't
slecht voorde spijsvertering is,en tevens geeft
deze hem de verzekering, dat hij over 'n paar
jaar zelf net zoo zyn zal. 't Gif van deze
indiese theoriën werkt na, als hij weer al
leen op z'n afdeeling zit, hij werkt hard,
(want in Deli wordt niet geluierd, dat is
maar 'n sprookje, 't minimum van den
werkdag is er tien uur), tracht zich te ver
zetten tegen de dageliks meer opdringende
bondgenoten Eenzaamheid en verveling",
maar geeft op 'n gegeven ogenblik den
strijd op, schrijft z'n meisje af en neemt
op aanraden yan z'n sohadenfroh ginne
gappende vrienden" een huishoudster,
ook omdat z'n boeltje verloopt en hij door
z'n boy en waterdrager bestolen wordt,
terwijl hij geen zin heeft z'n korte vrije
tijd te vergallen door'scènes.
Wanneer men zich vleit met de gedachte
dat zijn zoon of neef de uitzondering van
l op 1000 vormt, is dat bekrompenheid,
zoo gaat 't allen, vroeg of laat geven ze
ach ge WOB nee, moe van 't vechten tegen
indolentie, berusten ze en nemen een huis
houdster, van dat ogenblik zijn ze verloren
en worden indies. Nu mocht men in Hol
land denken dat toch niet ieder
noodzakelikerwijze zoo'n inlandse vrouw neemt bah,
griezelig zoo'n bruin mens", ontkennen
helpt niet, een huishoudster nemen allen,
laat a Deliaan of oud Deliaan dit eens
openlik tegenspreken.
Zij die geen vaste huishoudster hebben,
z\jn er nog erger aan toe, d. w. z. vallen
nog eerder ten prooi aan de pest, die
venerische ziekte heet, > 't is evenwel maar een
fradueel verschil:, geen van beide
lassen blijft er van vrij.
Weet men dat in Holland? Weten de
ouders, die hun kinderen zoo maar klakke
loos naar 't geldland Deli sturer, dat die
kinderen door de onmogelikheid om te
trouwen vaak voor hun leven vergiftigd
terugkomen, maar dat zij in ieder geval,
b ij na zonder uitzondering, ik
zou dat bijna" bijna kunnen weglaten,
dóór die onmogelikheid, daardoor alleen,
zich geslachtsziekten op den
hals halen, waarvan ze, getrouwd,
natuurlik vrij waren gebleven. Me dunkt,
dat als dit niet duidelik is, es ein Beweis
isr, dasz einer mit der gröszten
Deutlichkeit reden kann, aber von niemand gehort
wird."
Weten de Hollandse ouders dit? en be
seffen ze ten volle de omvang yan de ver
woesting waaraan de gezondheid van hun
kinderen in Deli blootstaat? Dan is't m aar
de kwestie of ze 't nog langer willen dulden,
want where there isa will.thereisa way."
Wat is er dan tegen te doen?
De enige afdoende manier om de gevolgen
van de sexuele omgang der assistenten met
de inlandse vronwen te bezweren is, om do
assistenten niet alleen absolute vrijheid van
huwelik te waarborgen, maar tevens hun
er toe aan te moedigen.
Daar voor de tabaksmaatschappijen een
assistent in de Ie plaats employéder maat
schappij is, en pas in de 2e plaats mens,
IHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
hevig overspannen gevoelen3, had een
zonderlinie effect op de twee andere zusters.
Plotseling klonk 'n zenuwachtig, onderdrukt
nensenuiten uit de richting van de Aspedistra,
gevolgd door 'a zacht snikken bij 't schaak
tafel t j e.
Fine's en Bertha,'d toorn over 't gevallen
R'.enlje was gebroken.
E r was een eigenaardig waas over
Dolcefar-NieEte's huishouding gekomen; een wat
plechtige, tcch b ijmoedige geheimzinnigheid
scheen 'tgamche intérieur te vullen.
De drie zuster) leefden in zeer zachte,
flkaar week-begrypende verstandhouding, de
blik hunner'oogen verraadde haar onuitge
sproken gedachten, gedachten die, alle, zich
keerden en wendden rondom 'c toekomstig
gebeuren, 't verwachte kindje dat, verschopt
t n verstooten door de maatschappij, voor
tda>, de drie maters, een zonnetje, een
weelde, een wonder geschenk zou worden.
En wat hen ook zwaar viel bij 't vol
brengen van de taak die zij vry willig samen
op zich hadden genomen, zij droegen 't blij
moedig, zooals de eerste Christenen, gesteund
door hun onwrikbaar gelocf in 't goede,
torechten 't Lun opgelegde kruie.
Met algeheele omverwerping van hun
nooitie(s-te- verbergen hebbende handel en wandel,
waren zij in hun gedragingen een omzichtig
heid gaan betrachten, geroutineerde nihilisten
waardig.
Want bemoeizucht van buren of
mededorpsbewonerp, achterklep of bedillerige in
menging moest tot eiken prya vermeden
worden. D£t waren de drie eerzame zusters
roeiend eens: ze waren de grootste ge
beimkouding verplicht aan de eer van ienkje,
aan de eer van zichzelf l
Poste-restante, met ingesloten postzegels
voor betaling hadden zij bij een wildvreemden
boekhandelaar De ontwikkeling van het
kitd, naar lichaam en geest", Handleiding
?voor moedere, van Dr. G. A. N. AUebó, ge
kocht. Ze waren gantch gesluierd als auto
mobilisten, in een twee uur sporens verwij
derde stad, een wieg gaan koopen, n 'n
kinderbad, 'n volledig gesorteerde luiermand
en, op niet afteketsen aanraden van de
winkeljnffrouw, 'n duur tafeltje met 'n matras
er op, waarvan zy 't nat absoluut niet be
grepen en een gansche avond tevergeefs
gebruikten om 't in Dr. Allel: e's Handleiding
voor moeders na te slaan.
En b\j 't opgeven van hun adres ter ver
zending van de geheele collectie die zij tol
hun eigen vertwijfeling, geen kans zagen om
als passagier8goed mee te zeulen, vonden de
drie in 't nauw gedreven dames 't meer dan
hoog noodig om, ter beveiliging van hun
streng incognito, een raadselachtig, zeer
woorderrijk verhaal op touw te zetten, van
een plotseling uit Indiëgekomen nicht die..
m daar een ongetrouwd assistent
goedtoper en makkeliker is dan een getrouwde,
zooals ik boven al aangaf, zal men niet
zoo optimitties (euphemisme voor dom)
zijn, om de tabaksmaatschappijen als
philanthropiese instellingen te willen zien ageren,
en neme dus zelf in Holland 't initiatief
;ot verbetering; met zachtheid komt men
tegenover 't kapitalisme zeker niet verder;
me* dwinge de maatschappijen door een
wetsbepaling, die hun de verplichting op
legt zioh te onthouden van : 't maken yan
enige mondelinge of schriftelike bepaling
of overeenkomst, ten doel hebbende het
langaan van huweliken door hun assistenten
te verbieden, bemoeiliken, of beperken.''
Nog eens, van de ex assistenten zal men
de volle omvang van de sexueele misstand
sn haar gevolgen in. Deli niet te weten
komen, men bespare zich die moeite,
schaamte is menselik, maar men informere
bij doktoren, die een jaar of wat bij een
van de grote tabiksmaatschappijen als hos
pitaalarts fungeerden; in afwachting daarvan
tart ik ieder, die zelf in Deli was of is, me
van overdrijving, laat staan onjuistheid in
m'n beweringen openlik te beschuldigen.
Zoolang de angst van de assistenten in
Deli voor hun hoofdadministraties nog zoo
groot is, dat alle klachten gesmoord, alle
misstanden geduld worden om den broode,
is 't enige middel waarvan verbetering te
verwachten is: onbekrompen publiciteit in
Holland.
Dit aan het adres van hen, die een onder
werp als nu door m\j besproken, niet oor
baar vindea; trouwens: und rede ich von
schtnutzigen Dicgen? das ist mir nicht das
Schlimmste."
Alabama, Nov. 1910. A. P. PRINS.
MIMIIIIIIIIIIIIIlllllllMMimlIIIIMMIlmlHIIIIIIIlmlIIIMIIMHMIIMIMIlmlII
Oud-tfedtrlandiche Steden in haar ontitaa-n,
groei en ontwikkeling, door Dr. H.
BKUGMAXS en C. H. PETERS. De
Nederkndsche Stedenbouw II, Sgthclf 19LO.
Toen ik hier verleden jaar het eerste deel
van het plaatwerk over de Oud-Nederlandsche
Steden van de heeren Peters en Brugmans
aankondigde, legde ik er den nadruk op,
dat de ingenomenhei i met deze groot
scheeps aangelegde onderneming vooral het
ruim geboden prentenmateriaal tot oorzaak
had. De tekst kon niet altijd bekoren. Het
veel-woordige en nadrukkelijke, dat den be
toogtrant van den heer Peters eigen is en
dat den lezer eer vermoeit dan overtuigt,
kwam toen wel wat al te veel uit. Er was,
leek het wel, ia dat aangeven van het alge
meen stadsbeeld weinig gelegenheid tot het
aanknoopen aan het conciete, waarmede een
bouwmeester bovenal vertiouwd is Boven
dien, de geen aanbeveling verdienende ge
woonte van den heer Peters om mjna nimmer
te vermelden hoe bij aan zijn meeningen
komt, welke litteratuur door hem is geraad
pleegd, of nog liever want hij mag er
gerust geheel-eigen meeningen op na hou
den, waar zijn bewijzen zijn, maakt vooial
zyn meer algemeen-gehouden be-chouwingen
weinig aangenaam te volger. Ja, het kwam
mij toen bijna in de pen te vragen, of juist
voor dia «ede Hen de raad van den mede
welker, prof. Brugman?, niet ingeroepen had
moaten worden; of het 't karakter van het
boek niet tctiaden zuu, dat deze in het derde
deel wel hier en daar heel adeie dingen
zal komen vertellen?
Maar i>jj dit tweade deel is er naast de
eb, die... haar bevalling in Holland ver
wachtte... en... en die ze nu met allerlei
wenschteu te verrassen''. . .
Maar toen dreigde eene nieu ie complicatie.
Da vol-ijverige winkeljufl'rouiv van 't dure
tafeltje met de raadselachtige matra?,
bewetrde onomatootelijk dat voor Indische
babiej, een i l andere uitzet noodzakelijk
was dan voor Hoilandsche; en oogenblikkeüjk
scholen op een paar harer bevelen, eenige
helpsters toe d e der dames Cnu^sewiuckel
weer ganach oubeken Ie horizonten in
kinderverpleging, opender.
Ea helaas, elke :eugen vindt vroeg of laat
haar straf, zoo geviel 't dan dat door
temiddelingder totaal ontdane zusterp, Riet kje's
toekomstige cffjpiing, een complete Ind:tche
uitrusting ten deel zou valler.
Den avond van dien onheilzwaren dag
zaten Fiie, Bertha en Louise bekommerd te
zanun.
lis 't nu nog maar in denzomer kwam,"
prevelde Bsitha die, ca den bladwijzer van
Dr. Alleté's Handleiding doorbladerd te
hebben, opnieuw 't hoofdstuk Meeding van
den Pas^eoorene" g «g bestudeeren.
Weet jij niet ongeveer den datum," v
Louise aan Fine.
Nee ..." zei dese bedrukt, na dien nen
keer heb ik er met Rienkje niet meer over
gesproken ... en zij-zelf heeft óók niets gezegd.
Maar gut... dat moeten wij toch weten,"
begon Louise weer, angstig nu, in 't voor
uitzicht van de gevolgen die de tropische
leugen, voor den verkleumden zuigeling zcu
.kunnen na zich sleper.
Als jij 't haar eens ging vragen," opperde
Fine, na al de gebeurlykheden van dien dag,
strijder, srnoede.
Louise dacht na. Ja 't mósst, 't was haar
plicht. Nu zij op zich genomen hadden om
Rienkje's kind als hun eigen te beschouwen,
nu mocht niets haar te zwaar valler.
En met groote waardigheid stond Louise
op; zij voelde zich verantwoordelijk voor 'c
ongelukkige wicht, en oen niet te loochenen
!iefde;olle weemoed zeeg door haar gedachten
aan baar, zij 't dan ook msar gelesnd, toe
komstig moederschap.
Rienkje zat te breien, ps n on vree lag over
't bol-ronde simpele bakkepje.
Toen zij Louise in haar keukenje zag
komen, combineerden haar sloome hersenen
dit bezoek hoogstens met de een of andere
huishoudelijke opdracht; maar Louise ging
naast haar zitten op den tweeden aanwesigen
keukenstoel, keek haar ontroerd in de
goedigverbaasde kolcogen en zei: Rienkje,.. ik
moet je wat vragen ... heb vertrouwen in
my, kind, en antwoord ma oprecht;... 't is
voor je eigen bestwü" ...
Rienkje's breiwerk zakte in haar schoot,
beduusi staarde haar ronde kijkers Louiee
ingenomenheid, waarmede het moet worden
begroet niet zooveel voorbehoud te maken.
Immers de architect komt hier, nu wy' onder
zyn leiding de gebouwen bekijken gaan, mér
dan de historicus aan bet wooid, en deze
bl\jkt wel ieraand naar wien leerzaam te
luisteren valt. Daar is heldeiheid in het be
toog ea een uit veel zien en overwegen be-.
zonken begrip. Laat hij u b.v. in het hoofdstuk,
waarmede dit deel begint, de ontwikkeling
van het ge we f bij den kerkbouw uitleggen,
en dcen zien hoe ia de Hervorming die
ontwikkeling langs heel andere banen loopen
moest, dan blijft er voor etkele opmerkingen
nog wel ruimte, maar wordt de zaak u toch
overtuigend duidelijk. En zoo zyn er telkens
redeneeringen en uiteenzettingen die ons
boeien om het eigenaardige talent van dezen
bouwmeester, wiens opmerkingsgave de din
gen allereerst in hun ontwikkeling ziet. Zoo
hy' al geen historicus blykt par droit de
conquête, bij f chijnt het althans te zijn par droit
de iiaissanee. HU' heeft van nature dieiantasie,
zonder welke alle geschiedschrijving een doode
letter ie. Laat ze hem parten spelen, waar
z\jn drukke bezigheden hem beletten haar
altijd vaat te houden binnen de rooilijn der
feiten, laat de nie'-vakman het bewijs geven,
dat hij niet is verontrust door de tallooze
problemen, die de moderne
wirtsebaft-geechichtb" juist op het gebied dei
stedenontwikkeling, heeft open gelegd ons blijft
de hoop dat prof. Biutmans dasrdoorheen een
er.aieii gids zal blijken... en bij dat alles blijft
toch die fantasie het frietche hebben, (Jat wel
dadig aandoet. Hij ziet werkelijk al die stads
gedeelten, die gebouwen en pleinen hun leven
hebben, niet kunstwerken of cultuurproducten
zjjn zonder mér, maar functiën vervullen in
het maatschappelijk midden, waarin zij zijn
geplaatst. Een raadhuis is niet in de eerste
plaats de schepping van een bouwmeester,
maar de ziel van de stad; bij ziet er de
magistraten met gepaste deftigheid binnen
komen, hy luistert uaar de gewichtige be
raadslagingen in de besognekamers, bij let
op het geloop der dienaars en geniet van het
onophoudelijke af en aan van wie er uit de
burgerij te nuken hebben. Da groote pleinen
ziet hij vol beweging van menschen en karren,
de waaggebouwen gevuld met koopers en
verkoopers, de markten diuk van woelige
neiinidoenden. Lees eehter rüzoo'n hoofd
stuk te hebben genoten, nog eens de wandeling
van Kackerlack in Bredtro's Moortje, of
Huygens Voorhout, of Van der Does' geaicht op
'« Gravtnhagf, dan komt gij dank hun
groo er Deeid< ni vermogen nog dichter
bij Peters bedoelen; maar erken tevens, dat
gij nu die dichters ook beter volgen en be
vatten kunt.
Niet overal is dat soort werk even goed.
Bij wat over de gasthuizen en hun inrichting
gezegd wordt, missen wij noode het gebruiken
dergegevensdoordr.Chiis*. Ligienbergin hare
studieo ver Leidschearmenzorg bijeengebracht.
K-n betcbrij viog als die, welke de>ze schr^fster,
die trouwens over een veel fijner plastiek
beschikt, van het Leidfche Elisabethgasthuis
geeft, had hier gerustelijk kunnen worden
gevolgd. Het hoofdstuk zou niet zoo magur
zijn gebleren als het nu i?. Ook hier en daar
elders treft het niet gebruiken van de moderne
litteratuur over het onderwerp.
' Ik zeg dat niet, omdat ik het zóó erg
vind l Immers het gaat niet wel aan, dat ook
nog van den heer P. te easchen.Maar wat ik wel
zou willen eiachen is, dat bij, die ten opzichte
van allerlei dingen met volte recht een eigen
inzicht heeft, geregeld aangaf vanwaar hij
zijn gegevens heeft, zoodat hy de controle
zijner mededeelingen gemakkelijk maakte.
Bijna nergens geeft hij bronnen aan; wij
kunnen dus niet weten of eenige opmer
king het resultaat is van eigen onderzoek, of
van dat van een vertrouw baar historicus, of
bloot berust op een mededeeling of gissing
aan. Tjse, Ijee... wat hadden dejufiarsnou
weer ... tegenwoordig hadden zij toch alevel
wat raars....
Rienkje," vervolgde Louise, zacht dr ukkend
de breikous nderuwe werkhanden, Rienkje,
je moet 't mij eerlijk zeggen... vtdnneer
verwacht je 't?"
Rienkje keek haar vol aan.
Nou, juit'er, a's u 't dan weten wil...
aanstaande Zondag is de tijd oia;... ik tref
't net op m'n vrijen dag ... dan hebben de
juffers er ook heel geen last mee...."
Louise duizelde.
Bitnen 'n week dus.
Rienkje... weet je moeder al wat?'1
tfee natuurlijk niet juffer... 't is 'n ver
rassing voor a'r...."
Een verrassing! Groote genade, was 't kind
nu volkomen simpel, of sprak er uit haar
woorden een ongeloofelijke perversiteit.
Louiae keek Rienkje stijf in de ronde
glanzende oogen die haar onderzoekende blik
niet zochten te ontkomen. Toen legde zy haar
arm om Rienije's schouders en zei: Kind ...
weet je wel wat je zegt?... Een ?én4seing
voor je moeder?..."
Ja, vaet," knikte Rienkje onverstoorbaar,
't is wat 'n aardige bij verdienste... en
moeder kan 't best gebruiken.. .."
In baar diepst innerlijk geschokt, verliet
Louise 't keukentje.
Toen zij aan 't wachtende zusterpaar ver
slag had gegeven van haar gesprek met
Rienkje, was 't drietal 't volkomen eens, dat
't am.e kind niet geheel toerekenbaar was;
mogelijk was deze aberratie 'n gevolg van
haar toestand, cf, van in't begin, veel ver
kropte angst, mogelijk kon dr. Allebéook
op dit punt wel eenig licht geven.
Maar zeker was 't dat 't arme -nog ong6'
boren wicht hun des te liever zou zijn, en
zij hun moederlijke plichten met nog hooger
wijding zouden aanvaarden, juist nu 't arme
moedertje zelf haar grootsche roeping niet
scheen ta kunnen bevatter.
En 'n blije, zonnige verwachting glinsterde
in de oogen van de drie bedaagde zusters,
die in hun leven een nieuwe lente voelden
komen... een nieuwe lente en een nieuw
geluid .. ."
Die week werd Rieckje, wier ocgen steeds
verbaasder kolden, tot schuw wordens toe,
met liefdevolle zorgen omrirgd, en
Zaterdagsavonds werd haar met zachten drang aan 't
verstand gebracht, dat zij dien volgenden
Zondag kalm bij de dames thuis zou blijven
Buiten Rienkje om, was besloten om den
dokter slechts op 't nipperije in kennis te
stellen van wat te verwachten was om 'l
geheim, zoolaug ala maar eenigzins mogelijk
wa?, binnen de vier muren van
Dolce-farNiente te houden.
Wij hebben voor alles gezorgd Rienkje
van een niet al te kritisch aan gelegd auteur.
Sier ia een fout in den opzet, die, meen ik,
met niet te vél moeite had kunnen worden
vermeden. Niet, dut ik noten san den voet
der bladzijden nu zoo fraai vind, waar zij
Bovendien afschrikkend zijn voor den leek.
Maar per slot van rekening is het toch ook
wel wat waard, dat de werkelijk
belangateler.de lezer wete, waar hij over het onderwerp,
dat hem interesseert, nog mér zal kunnen
vinden, en hoe het hem vóórgedragene zich
verhoudt tot wat er over dat onderwerp tot
nu toe is gedacht en gezegd.
En, helaas, deze fout herhaalt zich by de
prenten. Waar een zeer groot deel van de
waarde van het boek juist ligt in zijn
irjk illustratief materiaal, voel ik de fout
eigenlijk nog erger hier dan bij den tekst.
Maar ik moet dat met voorbeelden aantoocen.
Afbeelding 271 geeft te zien het binnen
plein van het O. L. Vrouweklooster op het
Westnieuw el ar d te Rotterdam, vóór den
brand van 1563," naar eeneoudeteekening."
Nu zou het mij zér verwonderen, indien
deze teekening een autentbieke afbeelding
gaf, en dus dateerde van vóór 1563. Zg lijkt
mij heel wat jonger. Maar w;iar bevindt zij
zich? Hoe ia te controleeren of zy werkelijk
niet slechts oud" is, maar zóó oud als zjj
wezen moet om inderdaad betrouwbaar te
zij D, en iets voor te stellen, dat de teeker. aar
ze f heeft kunnen waarnemen? Een dergelijke
opmerking geldt voor af b. 299, het kasteel
te 's Gravenhage in het begin der 14de eeuw",
pure fantasie, hetgeen bij voorbeeld hieruit
blijkt, dat de Vijvereropgeteekendie, dietocb,
in de grafelijke rekeninger, eerst omstreeks
1360 vermeld wordt. Maar zoo'n fantasie,
waarbij dat niet vermeld s'.aat, misleidt den
argeloozen lezer als hij haar te midden van
welaatenthieke prenten aantreft. Ook over af b. 236
de Sint Jacobskerk te 's Gravenhage met
bare kapellen en altaren, naar eer e teekening
van 1540" ben ik niet geheel gerust. Die
plattegrond is heel interessant, maar de aan
wijzingen die er op voorkomen zijn geschre
ven met een hand, die zeker niet op 1510,
msar minstens op 125 jaar jonger wijst. Het
zal echter zaak zijn, om t óór men daarom de
betrouwbaarheid der teekening heel wat
minder absoluut acht, haar-zelve eens in
oogenschouw te nemen. Maar waar is zijl
Van den Brandeler, die een boekje over de
kerk schreef keEde haar nitt, en in de Haagsche
verzamelingen ligt zij evenmin. Reden te meer
voor den schrijver om bij deze eerste repro
ductie t« vertellen, waar het origineel if. Ik heb
tr daarom den heer Peters-zelf maar naar ge
vraagd en werd door hem welwillend op het
spoor gebracht: de teekening zou in d» collectie
Bodtl-Nijenhuis (Lsidsche Univ. Bibl.) wezen.
Helaas ze is er niet, en dus voor het
oogenblik blijkt zij zoo goed als zoek. Ik moet
dus wel bij my'n gissing blijven en de vraag
doen, of de klakke oo;e opneming van een
17de-eeu WE ch e prent van een loden eeu wechen
toestand niet misleidend werkt 1 Ten slotte
om het hierbij te laten, waarom nam men
ais frontispice nr. VII een ommegang uit de
X 'de eeuw, die uit een zoetelijke Duitsche
ulus'.ratie is «eggeioopen, en die in geen
enkele Nederlandtcae i«tad passen kan? Dat
wijst terug op een manier van illnstreeren
van historifche stof, die wij te boven zijn,
en die juist djor v,erken als dit stedenboek
is vervanger.
Zooals men ziet, er valt wel wat aan te
merken. Maar men moet er het goede, het
vele goede niet om voorbij zien. Er is per
slot van rekening hier etn massa
wetenswaardigs bijeengebracht en aangenaam aan
schouwelijk gemaakt. Men zal genot hebben
van een kennismaking, en den heer Petera
dankbaar behooren te zfjn, dat hu by zijn
drukke bezigheden ty'd en lust gevonden
heeft om zóó de vruchten van zijn
spenrtalent voor ieder op te disschen.
H. E. v. GELDEK.
*lN KEN VEEGETEN KAMERTJE VAN PALAZZO
VECCHIO in Florence heeft Giovanni Paggi,
directeur van het Bargello, het studeervertrek
van Francesco de Medici herkend en is er
in geslaagd uit Florentijnsche verzamelingen
op de plaats al de kunstwerken ook de
deuren van de kasten in de wanden, waar
onder schilderwerk van den Nederlander Jan
van der Straet by een te brengen en het
heele vertrek tot den.toestand van het einde
der zestiende eeuw terug te brenger.
4$ c«mtn y*r regel.
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen bij het bouwbureau Art i",
aldaar.
l/TOMOBI
NAYBE
AMSTERDAM
l4.SUdl>ouiIeisK*
LEONAM) IA
. Een van de mooi! t gelegen
kuurplaatsen van Zwitserland eervele
wandelwegen en uitstapjtp. Zac it, gematigd
klimaat. Temperatuur in den winter gemid
deld 26°C. Geen mist. Heerlijkste verblijf
plaats voor den Wiriter 70 hoteh en pensions
met meer dan 4500 bedden. Op verlangen gr. en
fr. e< ll. gids No. ] 8, door het cfi. Verkeersbur.
in L u ga n o of door het Interr. Verkeersbur.
Amsterdam, Raadhuisstraat 16.
Klimaatkuuroord
in Zuid-Tyrol.
Seizoen: Sept.
Juni Bezoek in
UOP/10 27.000 gaeter. Stedelijke Kuur- en
Badplaats : Zanderinstituut, Koud water
inrichting, koolzuur en alle geneeskundige
baden, zwembassin. Inbaleericgs-geneeswyze,
druiven-, mineraalwater drinkknren,
terrain- en vrije lucht ligkuren 4 geka
naliseerde boogebronwaterleidingen. Theater,
Sportplaatg, Concerten. 20 Hotels Ie Rang,
Sanatoria, talrijke Pensions en vreemden
villa's
Prospectus gratis bij de
KURVORSTEHUNG.
Koopt UITSLVITMNJD BOTJEB ONDEft RIJKSCONTROLE.
De STAAT GARANDEERT V een OJWERTAL.SCHT prodact,
Boterhandel ZUIDLAREN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935.
leg dua je hoofd maar gerust neer," sprak
Fice ontroerd.
Rientje's oogea gliniterder. Ik ben toch
zoo in rn'ii schik dat de juffars 'c nou foch
ook nog aardig zijn gaan vinden;... en is
er n >u ook wat om ze in te leggen?"
Fine n Bertha, a Louise, ze waren per
plexe; groote genade rekende 't kind nog
wel op 'n tweeling?
Ja, j», wees gerust/' stamelde Fine, ga ...
ga nu maar naar bed". ...
Dien nacht deden de zusters geen oog dicht.
Ee volledige installatie voor baby's komst
stond klaar voor gebruik op 't afgesloten
logeerkamertje; in de laatste dagen waren
zij zich daar herhaaldelijk van gaan verge
wissen.
En nu, in die laatste nachtelijke uren
hield de angst voor 't onbekende dat ge
beuren ging hun keel als toegenepen, maar
soms ook weer goochelde 't wondere voor
uitzicht van hun fictief en toch zoo weeldevol
moederschap, allerlei intieme tooneeltjea voor
hun klaar- wakkere ooger.
Dien Zondag-ochtend was in vele opzichten
ande B dan andere Zondag-ochtenden. Geen
der zusters ging ter kerke; ook Rient je niét.
Er hing een geheimzinnige, wat plechtige
stemming o*er alles, over de kamers waar
de dames zenuwachtig, onbezig
ronddribbelden, over de keuken, waar Rienkje bij
algeheele ontstentenis van arbeid, kommetjes
kcilie dronk en breide.
Toen opeene riep Lcuise die den weg
opgekeken had: oca gut, och gut, wat
moeten wij nu beginnen... daar komt
Rienkje's moeder aan"
't Sloeg in, als 'n hevige donder.
Zelf opendoen... gauw.,.. Wy moeten
Rienkje alle emotie sparen", riep Fine heesch
van opwinding, en schooi do kamer uit,
naar de voordeur.
Kienije's moeder wer i binnengelaten,
en ... daar 't nu niet meer te ontgaan was,
langzaam op 't heel erge, voorbereid.
't, Begin was niet al te mouilp; de vrouw
was ongerust geworden omdat Kienkje niet
op den gewonen tijd, dien Zoniag thuisge
komen was; ze begreep dus al dat er iets
niet in den haak wa?.
Maar allengs begon zij te begrijpen.
Dat... dat... dat?
Zij trilde van verontwaardiging; 't foreche,
volbloedige boerinnehoofd zjvol paars van
heftige gemoedsbeweging.
Geen geluid kwam over haar lippen; ze
liet de drie dames vertellen, zonder ze met
n enkel woord te onderbreken.
Breed-uit zat ze in een der salon-stoelen,
n ruige groote hand tot vuist gebald op
tafel, de andere QP baar knie.
En 'n felle, snerpende vijandigheid spatte
uit haar harde, fonkelende oogen.
En Fine pleitte: val haar niet hard,
moeder Klaassens, ... wij óók hebben haar
vergeven". . . .
Tot opeen9, ditmaal zonder voorafgaand
bescheiden tikje, de kamerdeur wtrd
openge Iraaid en Rienkje binnenkwam, . . . Rienkje
glimmend van genoegelijke opwinding.
O juffer? . . . zeven zjjn d'r uit ... zeven
prachtige eendjes, en neerhurkend op den
grond liet zij de onbehouwen, geelharige
vleesch-k walletjes over 't vloerkleed waggelen.
En toen zij baar moeder zag: 't Was 'n
verrtssing voor jou;... tien had ik me d'r
om m'n lyf gebonden, maar 't is 'n dobber
hoor, om ze heel te houwe onder je werk.
Onder m'n armen doe ik 't niet meer sinds
die fazanten-eieren verlee-jaar, allemaal struif
zijn geworden ....... Ben je blij . . . zeg ?"
Maar liitnkjo'a moeder antwoordde niet;
fel boorden haar oogen in de vertufte ge
zichten der drie dames, toen barstte zy los.
Geen seconde, hoor je... geen seconde
langer blijft ze meer onder jelui dak. . . .
Wat 'n efiront, wat 'n sflront. . . . Denkje'ui
zóó de kroon van d'r hoofd te halen? God
bewaar-me . . . denk jelui soms dat 'n
boeremensch ook geen ponteneur heeft?... dit,
dat te dürve... nee maar te dürve denken
van 'n eerbaar meissie ... 'n onnoozel kinu
nog! Ga mee, Rienkje, ja dadelijk mee, of
ik zou me op mijn manier hier nog ver
geten . . . dat . . . dat ... 't is om 'n ongeluk
aan jelui te begaan." . . .
Louise keek ze door 't raam na; Rienkje
liep te huilen, moeder stapte hoog, breed-uit,
recht voor zich heen; in Rienkjö's
toegeknoopt schort dat zij in de hand droeg,
krieuwel-spartelden de jonge eendje?.
Toen zei ze bits, achterom naar de zusters
die zij in de kamer wist: Dat heb je nu
van je menschen- kennis."
Dien Zondag heerschte er geen harmonie
tusschen de drie dames Cnussewinckel.
Ook leed de stemming onder 't gemia van
Rienkja's werkelyk ^oade zorgen, een ge-nia
j dat vooral pijnlijk gevoeld werd, toen de
i dames maandag-ochtend voor al de
calami! teiten van 'n plotseling dienstbode looze
huishouding stonden.
j Toch kwam er 'n cogenblik van
toenadeHelp even," zei Fine tegen Bertha, we
moeten de vuilnisbak buiten zetten, anders
wordt-ie niet geleegd."
Samen zeulden zy de zware, smalle houten
bak langs 't tuiupaadje; bij 't hek j a kantelde
de deksel, viel klapperend op 't grind ; boven
op den afval lagen zeven stuk gepikte schalen
j van eenden-eieren. . . .
Even keken Fine en Bertha elkaar aan, . . .
toen schoten hun oogen vol tranen, beefden
hun lippen van saamgeweten teleurstelling,
van saamgedragen leed. . . .