Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO R N E DERL AN D.
No. 1747
Lily Green en Artreas PaYley,
Nieuwe dramatische Danskunst
van LUy Green en Andreas Pavley.
PersooHijteberiueriflpaanViicenty.liOjLk,
Onder bovenstaanden titel deed Mevr. dn
Qnesne van Gogh een boekwerkje van royaal
formaat en kenrigen druk by J. F. van de
Ven te Baarn verschijnen. Terillaatratieeen
zelfportret van den schilder, en een zeer
belangrijk naar het schijnt, buitengewoon
klemmend van expressie. De schrijfster is een
eigen zuster va» Vincent; dit zal voor velen
een aantrekkingskracht van het boek uit
maken. De biographie krijgt hierdoor meer
de pikante zjjde van onthullingen.
De wereld, het veelveischeiden Men heeft
altijd een gretig oor als verhaald wordt van
de particuliere aangelegenheden betreffende
hem, die zich als een enkeling tnsschen
duizendtallen heeft doen onderscheiden. Men
il belust te weten van zij a privaat leven,
van zyn eigenaardige plaats in het huis
houden der maatschappij, en boa zoo een
zich toch wel voegde in het gareel van het
dagelykïch bestaan, met al zqn banaliteiten
gebrnikeiykheden. Men tracht te berekenen
in hosrer hjf zich de gelijkwaardige van het
vulgus betoonde, hu, die ntar zijn overige
gedragirgen in de burgergemeenschap toch
als de excentriek, de abnormale mensca aan
te dniden was. Het is de belangstelling voor
het curiosum en ik geloof niet, dat die kittele
weetgierigheid zoo caow let tosschen kunste
naars en misdadigers. Toch is misschien deze
belangstelling voor het ongemeene die
nauw verwant is aan het reikhalzen naar
de chroniqne scandaleuse nog een gunstig
verschijnsel te achten; want bij den meest
afgestompten krnideniersgeest laat zich in
die geprikkeldheid door het sensationeele
nog mei ken de behoefte aan eenige emotie,
opheffing, in den sleur van hun grauwe leven,
dat dag aan dag gelijkmatig en bastendig
afloopt, als het gewicht van een haDgklok.
De lezing van dit boek zal bij velen den in
druk wekken van een onverstandige zoo niet
roekelooze in het leven, wiens maatschappelq ke
gang was een aaneenschakeling van schok
kende evenementen, van verwarde wendingen
naar een ongewis doel. Maar anderen, die van
deze lotgevallen in het bestaan by Vincent
van Gogh kennisnemend, het psychologisch
probleem bij den mensca trachten te door
gronden, zullen er de schoone evenredigheid
uit ontdekken kunnen tnsschen den
weerbarstigen miatschappymensch
endenintr*nGesneden schildery-iyst.
Meubelen ran J. f. e Graaff,
De herleving onzer meubelkunst, die als
een reactie te beschouwen ie op de periode
van lof- en draaiwerk uit het midden en
einde der negentiende eeuw, zy kenmerkte
zich door een o ver groot en eenvoud, door een
negeering schier van' alle ornament.
Eensdeels was de beweging naar beter
huisraad uitgegaan van architecten, die, de
constructieve voorwaarden in hunne bouw
werken vooropstellende, deze ook in hun
meubelkunst duidelijker wilden doen spreken,
anderdeels waren het kunstenaars die afkeerig
van de onoordeelkundige materiaalbewerking,
van de onlogische en weinig smaakvolle
versieringsvorm, in soberheid van lyn het huis
raad weder tot juiste vormen en verhoudingen
wilden terugbrengen.
Waren beide beginsels op zichzelf verklaar
baar en prijzenswaardig; het lag voor de
hand dat noch de doorgevoerde constructie,
noch de logische bouw, het meubel de
schoonheid der middeneeawen, den rykdom
der renaissance zonden hergeven.
Het einde der negentiende, het begin der
twintigste eeuw brachten ona die tafel *, stoe
len, kasten, betimmeringen, die alle overtol
ligheid misten, die doordacht waren wat
bouw en constructie aangaat, die in de meeste
gevallen ook aan de eisenen van het gebruik
beantwoordden, maar waaraan duidelijk te
bespeuren viel, dat ze het werk waren van
denkers, van mannen die het hoe en waarom
nauwkeurig wogen, die samenstelling en be
stemming ernstig overdacht hadden, maar
die by deze overdenkingen hun gevoel niet
hadden laten meespreken.
Die meubelen waren goed, d.w.z. zy' beant
woordden aan hui doel, zy waren waar, d, w. s.
het materiaal was naar zyn eiich
bewerkt: het hout was niet gekneed
als stopverf, noch gebogen als rjzer,
het wai niet van buiten eiken- of
mahonie en van binnen vurenhout.
De onderdeelen waren niet klakkeloos
tegen elkaar gelijmd of gespijkerd,
doch met rationeele verbindingen ge
hecht; maar by deze zeer deugdelijke
eigenschappen misten zij echter die
ne welke het voorwerp tot een ge
noegen voor het oog zou maken: de
schoonheid. l
De versiering, die langen tyd het
voornaamste geweest was, die
overheerscht had, was nu over het hoofd
gezien. Men meende ze te kunnen
ontberen aanvankelijk, maar het bleek
dat met die ernstige en strakke meu
belen tot een interieur by elkaar ge
plaatst, [de genoegelykheid, de gezel
ligheid uit de kamer verdwenen was.
Die strakke, rechte lünen waar het
licht langs schoof zonder er op te
spelen in schitteringen en schaduwen,
zy waren arm en vervelend op den
duur. Met zeer vlak snywerk, met
sobere inlegstnkjes, als angstig de
groote ly'nen te verstoren, poogde
men het te verhelpen, men waagde
het voorhands nog niet den beeld
houwer ter hulpe te roepen en toch
het lag zoo voor de hand.
Gaan wy|de historie van het meubel
eens na, en bezien wjj wat de
bloeityien in de gothiek en renaissance,
of de regeringsperioden der Fra»sohe
vorsten, ons aan meubelkunst gegeven
hebben, dan was het meestentijds de
beeldhouwer, die, by logischen ver»
sigenten kunstenaar, wiens geheele leven er
op gericht was rechtstreeks uiting te geven
aan de schoone drifcen zijner ziel. En dan
kan bij deze levensbeschrijving in't bijzonder
de volgende overweging van de schrijfster
op baar plaats lijken: 't I* mij by wijlen
voorgekomen als zon de ware kunst allereerst
haar oorsprong vinden in 4e allergrootste
menschlievendheid; als zou dit ideaal-gevoel
worden neergelegd in elke schepping van
waarde; een liefde die zich altijd we ar op
nieuw zal openbaren in ieder nieuw werk,
als een offer dier liefde, telkens opnieuw
gebracht ter vertroosting der gansene
menschheid in haar lijden en in haar strijd."
De Persoonlijke herinneringen" vangen aan
by de kinderjaren en we krijgen da voorstel
ling van een in zich zelf gekeerden knaap,
die liefst op zijn eentje ronddoolde door de
Brabantsche streken waar zijn vader pre
dikant was planten en dieren bespiedend
in hun natnnrleven." Aan teekenen doei. hij
nog niet, slecits 'n enkelen keer boetseerde
hy wat. Met den eenzelvigen, ernstigen ma w
nog al onbandelbaren knaap zaten de ouders
wel wat verlegen voor de keuze van een
levensstaat. Maar er bood zich de gelegenheid
hem in den kunsthandel te plaatsen en het
jongemensch kwam in betrekking by de be
kende firma Goupil.
Hoe ijverig en plichtgetronw hy in deze
functie zich ook betoonde, bleek hy er toch
maar ten halve op zyn plaats. Hy was voor
den kunsthandel een beetje.... te idealistisch
aangelegd en daar hy den klanten slechts
kou aaapryzen wat naar zijn gevoelen ook
ten veile koopwaardig was, diende hy niet
op de gewenschte w ij ie de belangen van zyn
patroon. Hij kreeg z'n congéen stond op
het onverwachtst weer voor de oudeilyke
woning in Brabant.
't Volgend bedrijf speelt in Engeland;
Vincent is onderwijzer bij een kostschool
houder; hq bleek daar echter, mér dan
voor het les geven, geschikt voor het op
halen van achterstallig schoolgeld by de
familie's in Londen. Maar toen hij andermaal
den deurwaarder zon gaan spelen, zag hij bij
die onwillige betalers zooveel nypende nood
in hun strijd om het bestaan, dat zyn hart
hem week werd en hy on verricht er zake by
zijn patroon weerkeerde. Een conflict was
ervan het gevolg en weer keerde hy terng
naar zyn vaders huis in Holland.
Daarna ontmoeten we Vincent als leerling
bediende in den boekhandel te Dordrecht
waarbij het van belang is aan te teekenen,
dat het werk van den wat
langoureueromantischen, maar in onzen tijd te weinig
geachten Arie Scbeffar, hem zeer
impressionneerde. In deze omgeving moet hy zich
meer op dreef hebben gevoeld, en het scheen
zelfs, dat in die verzamelplaats van weten
schap en studie zyn intellectueele aspiratie's
stuur zonden nemen. Ds patroon, ingenomen
met de vatbaarheid van geest en
begeerigheid naar kennis by zyn bediende, stond
hem toe inzage te nemen van merkwaardige
boekwerken" ... een predikant en geleerde
by wien Vincent herhaaldelijk op bezoek
kwam, verzekerde aan de familie, dat iemand
van zijne inzichten, van zóó diepgaande
levensopvatting stellig zon uitblinken, werd
hy in staat gesteld geheel voor de weten
schap te leven."
Kien we uitzichten openden zich; de aan
staande schilder gtng naar Amsterdam om
zich vóór te bereiden tot het toelatings
examen aan de Academie. Maar met hoeveel
vunr en ijzeren wil hy zich ook op de studie
in theologische richting toelegde, tot zijn
propaedeutiech examen geraakte hy niet ei
met de ideëele opvatting van ket verheven
ambt, waartoe hy zich geroepen voelde, be
sloot hy naar de Borinage te gaan om daar
aan de mijnwerkers, in hun zware bestaan,
steun te bieden door verkondiging van het
Evangelie. Tegen wil en dank berustten
de ouders in dit plan, wat geheel afweek van
ieder streven naar een eenigszins bevredigend
maatschappelijk bestaan, maar waarby een
goede bedoeling niet te misduiden was."
De aanstaande schilder leefde daar in den
vo'.sten zin als eea missionaris, want ook
met de daad toonde hy vervuld te zyn van
de begeerte leniging te brengen aan hen, die
hun levenslot ellende moeten heeten. Maar
door ontbering om hunnentwil, raakte hy
zelf eindelijk in de meest nooddruftige om
standigheden. Zyn familie daarvan ingelicht,
ging de vader op reis om den zoon weer in
het ouderlyk huis terng te voeren. En na
kwam er eindelijk de voor zyn verder leven
beslissende kentering. De artiest had naast
den missionaris geleefd, ginds in de Borinage;
ook de drang van den schilder was tot daad
gekomen en hy toonde zyn huis'genooten
teekeningen uit die wereld van duisternis en
weedom. Hy ging nu schilder worden, maar
ook in deze richting liep de lyn der ontwik
keling zigzagsgewys. Eerst naar Antwerpen
op de Academie na korten ty d plotseling
weer terug en zyn studie voortzettend door
zelfstandig werken in de Brabantsche natuur
(dit verloop blykt niet juist aangegeven te zyn,
S ) na onaangenaamheden met zyn familie
vertrekt hy, zonder te zeggen waarheen
komt in Den Haag terecht, werkt er onder
toezicht van zyn neef Mauve ook met
dezen oneenigheid en verwijdering terng
by zyn ouders, op een ander Brabantach
derp, aldoor kard werkende. Toen zyn
vader gestorven was, naar Pary's, waar hy
zyn grooten beschermer vond in den jongeren
broer Theo, die op waarlijk zeldzame wyze
met broederlijke liefde hem ten steun bleef,
geestelijk en materieel, die het eerst hem
begreep en tot aan het einde onwankelbaar
in hem geloofde. Na Parys, Arles (laartoe
weer in staat gesteld door Taeo) enz. eindelyk
het droevig einde. Zoo is in 't, kort het relaas
van Vincent's levensloop, ons verhaald door
dit boek. Het overzicht laat in de latere
belangryke, fransche periode zeer veel te
wenschen aan volledigheid. De
persoonlyke herinneringen van de gchryfster schijnen
zich niet' verder uit te strekken dan tot
den hollandschen tijd, de jaren waarin zy
als huisgenoot betrokken was in de spheer
van kommer, die alty'd binnen den familiekring
hing over dien lastpost. Maar dat ia dan ook
als de Stnrm- nnd Drang-periode, een wel
gewichtig tjjdvak in het leven van dezen
zeldzame» menscb.
Enkele gevoelige beschrijvingen en treffende
nevenbeschouwingen zyn onvoldoende om
het literaire gehalte van dit boek boven den
middelmaat te heffen. Het maakt den indruk
bedoeld te zyn als piëteitvolle herdenking
aan den broeder, tot vergoeding van een te
lang uitgebleven waardeering. De schrijfster
heeft de beminnelijke openhartigheid te be
kennen, dat de Ongewone" ook voor haar
lange tyden een onbegrepene was. Dit kan
nu wel wekken een sympathieke gestemdheid,
maar, moeten we daarom vrede nemen met
deze levensbeschrijving? Uit het kalme, in
hartelijke en kennelyk respectueuse herin
nering aan Vincent, door mr. Mendes da
Costa in het HmdeltUad geschreven stuk, is
gebleken, dat mevr. da Q lesne een onjuiste
voorstelling gaf van den studietijd in Amster
dam.De onj uistheid is erger dan een vergissing,
en van dien aard om het goed geloof in dit
boek te schokken. Van zeer betrouwbare
zyde weet ik, dat er talryke aanmerkingen
van dit slag op deze Persoonlijke herinne
ringen" zyn te maken en ik zelf plaatste
vraagteekens by' sommige mededeelingen
by v. waar de Zonnebloemen geschilderd heetea
in Anvers na Arles.
Als een exposévan den gang der ontwik
keling by den schilder, heeft dit boek geemerlei
waarde. Buiten foutieve mededeelingem b.v.
het vertrek naar Antwerpen's Academie valt
veel later in het verloop der eerste studie
jaren toont de cchrijfster niet veel meer
dan een bnitenafstaande af te weten van het
voor dezen onvergelijkelijk productieven
schilder belangrijkste Fransche tijdvak. (De
voorrede in den catalogus voor de groote
tentoonstelling in Amsterdam, 1905 door
Cohen Gosschalk, geeft in deze een volkomen
vertrouwbaren leiddraad). Maar het is jammer,
dat by dit nuchter te boek stellen van de
gebeurtenissen m Vincent's privaat leven, de
onjuistheden zulk een omvang aannemen,
dat het te zeer een door phantaeie aangeblazen
verhaal doet vermoeden.
Nu blyft de waarheid, ook by de meest
omstandige en getrouwe navertelling van
feiten in zoover relatief, dat de gezindheid
of opvatting van den mededeeler op de voor
stellingswijze haar stempel drukt hier iets
aflaat, daar wat aan toevoegt. Laten we de»
overweging nu maar eens sterk gelden, by
het inzicht dat vele als naar waarheid be
schreven gebeurtenissen in de lyn liggen
van Vincent's geaardheid, dan geeft het
geheel toch nog een juiste karakteristiek
van dezen mensca, die door velen een uit
zinnige, een verdwaasde werd geheeten, maar
wiens onwrikbare geestelijke houding en zie
dende levensbegeerte juist doen uitkomen de
erbarmelijke waanzin bij de massa's (ook by
de beroepsknnatenaus) in hun rolvervnlling
op het maatschappelijk wereldtooneel.
De belangrijkste en meest reëale kant aan
dit boek echter, is voor mij een zijdelingsche van
het eigenlijke onderwerp. Hat is de onthul
ling van de lijdensgeschiedenis, die daar
uitgeleefd werd in de vreedzame pastorie,
door de immer gespannen verhouding van
den zoon tot de overige hnisgenooten. De
ouders, die met het klimmen der jaren ook
den kommer steeds zwaarder voelen, om het
lot van dien oudste hunner kinderen, de
warsche, waarmee niet verstandig te rede
neeren viel over een behoorlijke maatschappe
lijke positie. En het pijnlijke in het gevoel
hunner onmacht, daar de zoon D iet tot inkeer
te brengen is, wijl hem immers edele bedoe
lingen moesten toegekend worden en hij
krachtig stond in zyn zelfbewustzijn. De
vader met deernisvol gemoed, achter een
vertoornd gelaat, tegenover den opstandige,
den onhandelbare, wiens zielsneigiagan in
diepste wezen echter ook gericht waren naar
een staat van sereene kalmte, de armen wy d
geopend tot een omarming der gansene
wereld. Het is de tragiek van een onwiltigen
maar rusteloozen stryd (de rampzalige itry'd
zonder verbittering) tnsschen twee uit het
instinkt elkaar tegenwerkende machten, die
IIINMIIMIIMIMtlMlllllllllintlllllinilllMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIMtlllllllllllinillllllMMIItlMIIIIMIIHM
lUIIIMIMIIIIIIIIIIIinillllHIMIIIinillllllllllUMIIlHIIIIIIIMIIItlltltltt
en bouw, aan stoel of kast, aan tafel of bank,
het achevéwist te geven, waardoor bet oog
gestreeld werd.
Ten deele sprak dit van zelf, omdat de
meubelont werper desty ds, meestal de maker en
tevens de beeldhouwer was en het dus voor de
hand lag dat deze meubelartiest al werkende,
by voorbeeld de eindigingsvormen : de onder
einden der pooten of de kopjes der
rngstylen of de grepen der armleuningen, tot
iets genoegelyks trachtte te maken, dat hy
er een beestenkbpje, een bladvormpje aan
sneed, kortom, dat hy niet tevreden kon zyn
met het simpele in elkaar maken van het
meubel, maar zyn pleizier in het werk hem
er toe zette er ook ie s moois van te maken.
Het kan zyn dat de arbeidsverhoudingen,
de concurrentie en wat daarmede samen
gaat, de menschen er toe gebracht hebben,
hun genoegen in het werk wat ter zyde te
stellen en den prys, de verkoopbaarheid voort
durend in het oog te houden, maar ik geloof
ook dat de werkwijzen van thans, waarby
voor een meubel noodig zyn de ontwerper,
de maker en ten slotte de be e'd bouwer, de
zaak omslachtiger en waarscbynlyk ook kost
baarder maken dan noodig is, en bovendien
aan het geheel de eenheid onthouden, die
een goed stuk werk moet kenterden.
Het is om deze redenen dat wy in de
meubelen van J. W. de Graaff uit Laren iets
Boekenkastje met gesnelen Ijjst en gesneden paneeltjes.
terugvinden, wat wy in die van anderen
missen. Hij zon, zoo hy een paar honderd jaar
geleden geleefd had, de meester meubel
maker-beeldhouwer hebben kunnen zyn, die
met zyn gezellen samenwerkende, de gebeeld
houwde kasten en banken ontwierp en uit
wiens werkplaats by wijlen een sierlyk beeldje
te voorschijn kwam. Hy heeft er, dankt my,
de kwaliteiten voor, als beeldhouwer voelt
hy beter dan een teekenaar of architect
welken vorm hy aan het hout kan geven. En
al zal hg vooraf in klei of gips zyn gedachten
vastleggen, het wil my toch toeschijnen dat
hy al werkende het modelézal wijzigen
naarmate dit in verband tot de bestemming
aan het meubel, hem noodzakelijk voorkomt.
Ware hy enkel beeldhouwer, zyn versie
ringen zouden allicht te buitensporig worden,
hy zou te veel willen maken, zyn stoel zou
een monument worden waar men dan ook
nog misschien op zitten kon; maar juist de
eigenschap dat ook hy zelf de meubelen ont
werpt, zich aan de eisenen van materiaal
en bestemming en zelfs aan verkoopbaarheid
dient te binden, is oorzaak dat de meubel
maker den beeldhouwer in bedwang houdt.
In zyn eerste dingen kon men zien, liet
de beeldhouwer zich nog wel eens wat veel
gaan, maakte hy by voorkeur paneelen in
te hoog relief, waren zjjn eindigingsn nog
wel eens te los en had by, waar een enkel
kopje voldoende geweest was, zich
niet kunnen bed wingen en maait e hy
een heel beestje.
Hy wil nog wel eens te veel geven ;
aan de bank met het overigens zoo
goede bekroninkje der stijlen, het in
elkaar gedoken vogeltje, is dit merk
baar, daar is de ruglyn en zyn de
paneelen wat te onrustig. Een stoel en
tafeltje daarentegen, die wy hierbij
gaarne gereproduceerd hadden, bewij
zen dat hy zich aan den anderen kant
ook wel weet in te houden, fiierby is
de versiering gebleven wat zy zyn
moet, een kleine verheugenis, een ver
fraaiing van het geheel, die wij op
merken, die wy waardeeren, maar die
ons niet afleidt.
Het kan zyn dat de bank, onze foto
is naar een schets in gips, bij uit
voering in hout gewyzigd is geworden,
de vormen zyn na ook nog wat lomp
en zwaar.
By de beide kastjes is het verband
van het beeldhouwwerk tot het meu
bel weer beter, is er meer eenheid
en is juist datgene versierd wat ver
siering behoefde, waar zy op hare
plaats was..
Van het glazenkastje zyn de pooten
wel een beetje simpel tegenover het
lygtja en de knoppen aan den boven
kant, maar als geheel getuigt dit
menbeltje toch wel van een juiste en har
monische samenwerking van beeld
houwer en meubelmaker.
By de schilderij-lijst daarentegen
die wy hierbij afbeelden, komt de
beeldhouwer weer wat te veel naar
voren. De oplossing van het geval is
niet kwaad, maar het versierende ele
ment had minder moeten spreken, de
Eindigingsvorm van een sty'l.
motieven kleiner en rustiger moeten zya. Nu
is de werking van licht en schaduw te sterk
en zal ongetwijfeld de aandacht van het
schildery' afleiden.
Wy plaatsen er dit niet by om op De
Graaff's tekortkomingen te wijzen, maar wel
om beter het noodzakelijk verband tnsschen.
de meubelmaker en de beeldhouwer te doen
uitkomen.
Wel is in het beeldhouwwerk de hoofd
vorm, de profileering van de lyst behomdeu,
maar het relief is te hoog, de versiering
treedt te veel op den voorgrond.
Het geval zelf is echter wel overdenkings
waard, want als wy op een
schilderyententoonstelling de ly'sten eens aaneen onder
zoek onderwerpen, dan zal het ons opvallen
dat deze over het algemeen heel leelyk en
onlogisch van samenstel en versiering tyn;
daarom is het wel van belaag dat iemand
als De Graaff er zyn gL dachten eens over liet
gaan en wy twijfelen dan ook niet of na
deze en nog andere pogingen zullen wy ly'iten
van hem kunnen krijgen, die beter aan d»
eisenen van een lyst, bescheiden afsluiting
van het schildery, zullen beantwoorden.
Trouwens wy verwachten nog veel meer
van De Graaff, want zooals ik in den aanvang
zeide, De Gras ff heeft m. i. door het samen
gaan van meubelmaker met beeldhouwer de
kwaliteiten in zich om onze meubelkunst een
eind vooruit te helpen.
Hiertoe is echter noodig dathy die eigen
schappen ontwikkele en ze hoe langer hoe
meer opvoere tot een schoon en harmonieus
geheel; maar.... de meeste onzer
kunstny veren kunnen helaas alleen stndeerenaan
hunne opdrachten, het ie hun doorgaans niet
mogelijk voor eigen risico vele meubelen in
voorraad te maken.
Het belangstellende en koopkrachtige
publiek zal dus dienen mede te werken, opdat
onze kUBStnyverbeid langzaam opgroeie, dat
ze van een herleving, die een reactie was, tot
een ryken bloei kome.
E. W. P. DI VHJJ» Jr.