De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 25 december pagina 3

25 december 1910 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1748 DE A M S T E R- B A M ME II W E E K B L A D V O O R NEDERLAND. schreef het geciteerde in de eerste plaats als zeer kunstige foge; ten 2de kan de boven ste/n ba* worden en de bas bovenstem; ten 3de kan mes ze lezen en spelen in avelechtecfae volgorde, dna van achteren te beginnen; ten 4e kannen ook in deze rang schikking bas en «opnan hunne plaats rui len. Het wonderlijkste van alles ia dat het geheel vlot en vloeiend klinkt als een can tilene van Verdi en wie ook maar een grrjntja van componeeren kent, weet wat dit bier zeggen wil. Ik zon den bewonderaars van Reger, die ook houdt van polyphone kunst stukjes, van vice versa>, muzikaal spiegelccbrifc en dergelijks, maar het nooit gebruikt in bovenstaanden grandiozen zin, verplette rend-gemaal, visionnair en als een ideaal van kunnen 166 gnotech dat men den kop buigt, ik zeu se deze beide meestere tokken wel thuis willen sturen als reclame-borden. Hun oogen zouden dan open gaan. Ziedaar ten minste techniek, welke men vereeren kan met ontzag, met respect als iets onbereikbaar-goddelijks. Ik dacht echter nog aan enkele anderen. De lezer kent prins Gesnaldo van Venosa? Deze schakelde Cisgroot reeds zonder overgang aan A-klein, dit aan B-groot, dit aan G. HU leefde van... 1560?1614! Marenzio? van 1550?1599! lazjjn Madrigaal O voi che sospirate passeert die ook in enkele maten alle toonsoorten. Ziede madri galen eens door van Vicentico, Cypriane de Rore, etc.! Is de tegenwoordige enüarmoniek wel iets meer dan een renaissance der z. g. Caromatici der 17e en 17e eeuw? Ik wil hiermee «eggen dat men Max Regers muziek slechte in zeer betrekkelijken zin bewonderens waardig-technisch of modern kan noemen en dat men haar vooral daarom niet moet Vereeren of verfoeien. Dat ze maar betrekkelijk naolem ie, blijkt ook uit den opzet, alweer vrtj trouwe copie van een Bach-cantate en klaarder nog nit de tekstbehandeling. Ware Reger een man geweest van zy'n tgd, dan h»d hy den eersten regel: Mein Odem ist sehwach und meine Tage sind abget.ü<-zet" niet een 25 keer doen herhalen; dan had hij No. 3 niet uitgeschreven in koraal vorm, t eb. 18e eeuwEch ondanks de harmoniek, hy oad op N o/4 geen dnbbelfuga gecomponeerd. Dan had hjj uit het boek Job de essence genomen van dien hartstochtelijker! kamp tnsschen Mensch en God en gean nuchter By'bel-citaat! een rësuaaédesnoods van 10 volle bladzijden; dan. had hij- de muziek gegeven ter wille van het woord en niet omgekeerd; de passie ware dan ptychisch geweest, niet muzikaal In plaats van fantas tische polyphonie had hy dan gevonden een fantastische opzet; hy had de tekst dan liever recitativie'ch behandeld, het woord voorop en als contour, als vlagge sein, als wakkere signalen van een onzettende mengchelijkhaid, hooger en hooger, luider en luider, of anders om of anders, zoo ge wilt, brokken schaterende muziek; in ieder geval een idee verklankt, een nieuw idee. Ja, het is jammer dat Reger Pythagoras' reinekwinten- systeem niet aanhangt: in het stelsel van diens Metempsychose zon hij wonderwel passen. Ik vereer dan ook allerlei oude meesters, van wier zielen zooveel verhuisden in van Keger, tévurig om Reger niet te vereeren. Ik ben echter afgedwaald van.de uitvoering, waar nog een ander belangrijk nummer trof: de nieuwe Hymnus van Ant. Averkamp, op tekst van Thomas a Kempi?. De componist zette in zijn programma-boekje een beknopt levensoverzicht van zijn dichter, waaraan ik over diens Hymne volledigheidshalve het volgende wil toevoegen. BJJ werd genomen nit de 20 Cantica Spiritualia, vormt er den tweeden zang van en draagt den glorieuien titel: Over de Hemelache Vreugden en de negen koren der engelen." Averkamp cou peerde er den opzet van (4 regele), met de 3de 4de en laatste strofe, er zrjn er 6, dos ruim de be'.ft. Waarom begrijp ik niet recht. Beter b.v. bad de Amen" weg kunnen big' ven. Toegegeven zy, dat wie de oer tektt niet kent en wie kent hem? 't niet zal merken. Toegegeven zy', dat de weggelaten strofen eigenlijk maar herhalingen zijn, de musicus bad ze even interessant kunnen maken als de overigen. De zetting is beurtelings tienstemmig, vier- of acht-ëtemmig, etc., een- of dobbel-kprig (ie Sanctus b.v.); zij klinkt eotoor en wijst op een seer degelyke beheersching van den a-cappella-stijl, een gave, die in den loop der eeuwen tamelijk te loor ging. Wat de, compositie aangaat, men kan haar van a tot z analyseeren zonder zwarig heid, een duidelijkheid, die ook opviel bij Reger en welke men den dirigent dankt. Men vindt er den muzikalen vorm nauwkeurig geobserveerd. Nu dit zoo is, had ik toch op de woorden Cives hujus", waar het hoofd motief voor de laatste maal intreedt, gaarne een styging of een culminatie-punt gezien. tllMIMimlIMllmlIIMIM schroom, zoowel om zy'n uiterst spaarzame kleeding als om het belachelijke van zjjn handeling en positie, geheel te voorschijn. Zyn eerste werk was: in z'n pantoffels te schieten, daarna op z'n nachttafeltje z'n lorgnet te zoeken en die op te zetten. Ver volgens snoof hij een paar keer nerveus en zei ontevreden: Wat is dat nou weer voor een aardigheid?" Het eenige antwoord was een vette dave rende schaterlach uit drie ver vaar ly k groote en sterke monden. De tegenstelling was inderdaad grote&k, niet alleen in klank. In het midden van de kamer, waar 't flauw daagde, de mizerabel-gewone, gevaarlooze, gansch en al on-dramatische kamer: hij, bleek en ontdaan nog, machteloos boos kykend achter zijn lorgnetje, bibberend in ey'n nachthemd, de schrik nog in zijn kram pend hoofd en zyn knikkende spille beenen; en vóór het raam, als voor een plaatje BOO in den lijst bij elkaar gebracht, drie malle koppen, de hoeden scheef en achterover, drie roode, wezenloos-slap-an breed-lachende kop pen, die hem een nachtmerrie op het lijf gejaagd zouden hebben, als hy' ze niet zoo goed gekend had. Jiogge" zei Toon, op eens heel kalm en ernstig, alsof er niets bijzonders was voor gevallen. Mogge" volgde Bram op dezelfde wyze. Mogge" sloot Gerrit, en zijn zwaar geluid klonk bijna waardig. Verrek" beet Sarie kort af. Wat hadt je in eens een haast" grin nikte Gerrit sarrif. Wat dach-ie, Sarie ?" vroeg Bram kinder achtig da' ze je kwamme molle? Da' je laatste nnr geslagen was?" Hy gaf geen antwoord. Be' je nou boos, Sarie T' Ook de zeer ryke rijmen, die mooie deugd der miideneeuwfche hymnologie, leken mij wel wat veronachtzaamd, en daar juist ware met een a capella-koor pracht van klank te bereiken geweest. Men heeft mij verweten (Toonkunst van 2 Dec.) dat ik mijn kunstbroeders tot lijken (rap. Goed, maar als de. God des Doods van de Hindoes wil ik twee gezichten hebben, eau droef en een blij en ditmaal met een lach, een aardig knik j 9 en blinkende oogen Julia Culp aan boord klampen, angeregt, dit moet ik zeegen, door baar aanstekelijke gracie, doir haw onuitsprekelijke bevallig heid, door haar eindelooze glimlachjes, aardige knikjes, lonkoo^jes, enz., waarmee ik haar Zaterdagavond Brahms zag voordragen. Dcch niet a's god des doods, maar ook niet als Victora met den lauwer, al vereer ik Julia Culp om hare onvergelijkelijke zangkunst. Mevr. Noordewier-Keddingius fioor ik Zondag middag en kon niet laten beide te verge lijken, met de conclusie dat me?r X. B. alle zelf beheersching bezit welke den kun stenaar past en het ook wint in klaarheid van dictie, dat Julia Culp haar de baas is in stralende glans van geluid er. joynus te i peramenr. Doch des onlanks geef ik mevr. N. B. myn voorkeur. Julia Culp bad ala begeleidster aan den vleugel mevr. B. Rgkena-Culp, eese zeerstemmige,statige dame. Zitdaar de hemelsche en aardsche lieMe van Titiaan redivivus l Grooter contrast is niet denkbaar en waarlijk ter wille der kcnet ik hoop het niet dikwijls meer te OLtmoeter. Op een schilderij moge het be koren, op een podium zoeken oog en oor eenheid en vragen zoo weinig mogelijk ver strooiing. Eenmaal bezig met da kamermuziek, wil ik er over doorvaar. Franz von Vecaey s'aat ons hier het naast in de verbeelding. Want iedere uitvoering grifc in de herinnrring een beeld van den kunstenaar, en de indruk teekent de lijnen, al naar de waarde van 't gehoorde of naar de fantasie van den luisteraar, peuterig of grootecb, grotfsk en grappig of imposant. Voor Franz von Vecsey als kind hebban vele Wijzen den knie gebogen en schatticg geofferd, bij heeft ook de psyche van den goddelijken mensch, den waaraehtigen kunstenaar. Maar de jeugd en haar heerlijke onbewustheid, waarin de Daimoon opper heerschappij voejrt zyn begrens i; ia die be reikt dan begint de wil den pelgrimstoAt naar zyn ideaal. Von Vecsey'j ;a!ent bevindt zich in dat stadium. Vroeger gaf hij de muziek als muziek, gelijk ean kleine Joachiir, zonder mengsel van individualiteiten. Na is zyn Zelf bewust geworden en een nieuw leven vangt aan; dit bleek wel uit de Ciaconna van Bachf Kan men dat gelukkig noemen? Geen ernstig mensch zal't met zy'n Ciaconnavoordracht eens zjjn en toch duif ik ja zegden; men mag zyn opvattingen slecht noemen en werkely'k zijn ze nog droevig en onbeholpen; maar Vecsey is geniaal; hij zal wel leeren vrekkig worden met de overdaad van dronken geestdrift; want hy' goochelt niet met gevoeligheden, maar met zijn over vol enthousiasme, men merke dit onder scheid wel; hij heeft zich in de toekomst enkel te boeden voor het virtuosendom. Technisch staat hy al hoog genoeg; wat een fligt olet-spel en dnbbel-flageolet spel in dat ne nummertje van Paganini: II Palpiti l Het viertal: Jan Vel, viool, S. van Adalberg, alt, J. Mossel, violoncel en J. W. Kers berger', piano, doet 't minder goed, rnaar een belangry'k programma vult dit te koit altijd aan. Het trio Trio Caprice van Paul Juan is nota bene het tweede werk dat dese Bus componeeirlo naar Selma Lagerlöfs Göjta Balling! Wie verklaart rnij zulke zielige aberraties van een musicus ? Toch interessant werk. Zis eens die precieuze jythmiek; de eigenaardige combinatie van a groot als domi nant van b-klein in 't hooflthema van het eerste deel; die gestadige wisseling van ggroot en g-kleiu in no. 2 welke (in andere toonsoo t) ook terugkeert in het Scherzo. Diep gaat hij nooit evenmin als Leone Sicigaglia in zyn Serenade voor ?:oo), alt en cello, eveneena voor 'c eerst hier uitge voerd door de Hollanders. Dit is oven melodieuze muziek f n even leege; e?en als in 'r, Trio Ciprica klinit ook hier de bewer king oorspronkelijker dan de vinding; door alie deeltjes heen boeit echter een fijn gevar arde thematische eenheid. Beide stukken behooren echter tot de kunst, waardoor de hoorder geen minuut uit i>ijn innerlijk even wicht raakt. Maar ik noem haar belangrijk omdat zij de kamermuziek van den allerkatsten tijd aardig typeert. Mtt bescheiden middelen schijnt een componist niet veel meer te kunnen doen. De overgang ia wat bruusk: van dezan onnoozelen zingzang naai schetterende falderalderire's, kermieclowns met trompet en llMiiMiiiiiiiiitniiiiMiiiiimiiiiiimiiMMiiiiumiiiiMiuiiiiiiiimmiiMiuii Toen scheen z'n tong op eens los te raker. Da' zy'n fliuare kwajongensstreken" foeterde hij. a's geen aardigheid. Nee, da's geen aardigheid meer. L'r zijn grenzer. Je zou iemand een ziekte op se hals jagen van de Echiik.1' Deze gedachte, waarby bij een groot meelij met zichzelf kreeg, gaf hem meer kracht: En die ruit kenne jullie betalen !" viel hy plotseling uit, heftig, brutaal. Wat een lef, jonge?. Wat hed-ie lou in eens een lef l' goedig laclte Garrit. Sarie?" zei Toon ernstig, en 't was of hij zelf reden had trotsch te zyn op be'geen hij nu zeggen ging Sarie heb spinhuislef, wat ik ie brom." Sarie, die heb spinhuis-lef" begon Gerrit te zingen op de wijze van het bekende lied : Tarada-boemdijeY' De twee anderen vielen dadelijk in; Sarie, die heb spinhuis-lef, Sirie, die heb spinhuis-lef, Sarie, die ,.. het. .. spinhuis-lef!" 't Was een eentonig dronkenmansiied, want ze zongen alle regels precies eender; alleen bij de laatste, die gebruld werd, rekten ze de woorden tot in het overdrevene en ein digden in een hoogen langen galm. Hun koppen werden er nog rooder van. Sarie, die voor een oploop vreesde, had vergeefs getracht hen te sussen: Nee jongea, hou nou op. 't Is welletjes geweest. Wat zal je d'r de buren nou ook nog bijhalen. Ga nou fesoenlijk na huig." Jonges" riep Bram krjk-tie is een haar op z'n beenen hebber." Toen begon Gerrit weer te zingen, en de anderen voegden hun stem dra bij de zijne: Sarie, die hed biidr op z'n beenen, FalderalJerire, falderalderire! Sarie, die hed TL-&&T op z'n beenerj, Fal dei alderalderidera!...." groote trom en marktichreeuwers voor een schel geverfde kraan, die me nu voor den geest komen. Wie had ooit gedacht dat er in den heer Cornelie Dopper zulk een excen trieken Uylespiegel stak ? Ik bedoel dit niet als verwijt! Hij heeft ons doen lachen en waarlyk, dat was nog niemand overkomen in een concertzaal, ze; f s niet onder de boertigste tonen der oud-Hollandache Coansonniers en die kunnen leutig zyn l Vraag u niet af of het nog kunat bleef; wie zegt u dat dit Concert met obligaat toii voor trompet en pauken niet bedoeld was als travesti of parodie, b.v. op een Gloria symphonie op den strijd tuggcben Marsyas en Apollo! ia den geest van Wagenaars Schipbreuk b.v., maar ongelooflijk veel geestiger l Maar de heer Dopper doet in zijn motieven en ihemabewerking overal e^en serims als Mendelseobn! En ook in zyn vormen even streng als dj meest academische klassicict! Ik durf niet uit te maken waa-om de componist trompet en pauken koos tot solo-ins'rumeu ten, omdat hy nergens in zijn concert" een een ordent ijke reden bloot iegt. Is het programma muziek ? Stelt het werkelijk een kermis voor ? Wie aal 't zeggen ? Ia ieder ie Ier geval is 't een enorme grap, want wie houdt zijn lach ais in 't midden van 't 2de deel, ald variati-) op de ernstige koraal klanken, de r-aukenist een donderende cadens afrr ffrfli ? M&ar waarom dan geen Hup Marjaimekti", Sientjj laat me los", of K ibussie" ingevlochten ? Daartusschen een tiental straat-roepen! Zoo'n bescbrij ving van htt volksieren bestaai er nog niet ia da rnusiek-litteratuur en my dunkt dat het Unicum zeifs de S ag ran Waterloo op de programma's zou verdringen Oadertu=schen is het gebleken, dat ons Concertgebouw orkest een zeer virtuo;en solo-trompetter (D. Spreu) en een zeer kranigen paukenist (B. Pcnnartf-) tot medeweikeis rekent. MATTIIIJS VEEMEULEX. VERTELLINGEN OVER PO&TZKGELS Bebotfre is de moeder der uitvindingen, zooals ook een jong journalist, W. Dwi<ht Barrou^hs te Biltiinore, onlangs ondervond. De heer Burrougbs is ean hartstochtelijk postzegel verzamelaar, fdij is ook de vader van vier kinderen, die altijd door we?r om nieuwe vertellingen vroegen, totdat hij alles waarover iets te verhalen was, had gehad. Toen begon hij met de ware geschiedenissen, verbonden aan de teekeniugen op de postzegels, voor hen te vertellen en deze vielen zoo in den smaak, dat bij er verscheidene honderden van verhaalde. Deze vertellingen hetfi hij nu verzameld en uitgegeven onder den titel The wonderland of stamps, met afbeeldingen van de beschrevon postzegels. Kienwe Uitgara. Dr. H. DRIESSEN, Ord. Carm., Het Mcdemiime van Arthur i^choptnhautr. 'sHertogenbotch, G. Mosmans & Zoon. «gjBgtëgg! JoofcT VAN DEN VONDEL, AdaminBallingschap of aller t'nurtpetlen treurspel. Prima malorum causa. Gedruckt te Hferlein bij Johanues Enschedé& Zonen voor Aiie Oosthoek, Uytgever op de Nieuwe Gragt tot Utrecht, Anno 1910. SHAKEH'EARE'S Jiomea en JuVa. Vertaling van JAC, VAN LOOY. Amsterdam, S. L.van Looy. J. WiNKLEu PRINS, Qedichhn, ingeleid en uitgezocht door J. EEDDINGIUS Xederl. Bibl. bij de Mij. voor Goede en Goedk. Lectuur te Amsterdam. J. G. v. D. HAAR, Ett lei-end verleden. (3edichten). 's Gravenhage, Van der Haar & Van Ketel. Het Jaar der Dichters. Muzer almanak voor 1911. Simenjsesteld door J. G HESIIOIF. 's Gra venhage, Drukkerij Luctor et Emergo." .üe Toonkunst en hare beoefenaren. Bïknopt overzicht van de ontwikkeling der muziek, door Jhr. A. RAPPARD, met eeu hoofdstuk o^er de beoefening der muziek door DAN. DB LAXGK. Haarlem, P. Visser Azn. MAURITS SABBB, De fdoioof van 't Sashuit. G. VERMEERSCII, Ut t rollende Leven, deel l en 2. BUPSUOI, (j. A. J, van Disaoeck. Mrs. GEORGK DE HORNE VAIZKY, (Jessie Mansergh] Belty Trevor. Naar het Engelsen, door K. JORISSEN en W. J. ANKERSMIÏT. Almelc, W. Hilarius Wzn. G. K. CIIESTERTON, Orthodoxie. Den Haag, M. Hols. MAK.IORIE P^YEN, Ik zil handhaven. Naar bet Engelfch. door M. F. DE BAS. Den Haag, D. A. DAAMI.N. E. VIOU.ET-I.E DUC, Geschiedenis van een Teeketiaar, door ELISABETLI Ze hadden elka r bij de hand genomen en dansten als waanzinnigen in het rond, tel kens bij het woord haar" op den grond stampend. Sarie begreep dat er met dit drietal niets aan te vangen wa°. Desperaat ging hij met een stroef gezicht op een stoel zitten, de armen gekiuist in mannelijke berusting. Dcch de plagerijen hielden nu allerminst op. Ze vervielen alleen plotseling in een geheel anderen toon. Ze waren weer alle drie voor het raam komen staan en leunden in min of meer pitoreske houdingen op het kozyn. Wat ben je nou mooi" zei Bram, als in vrome bewondering, Net een beeld." Radboud vósr de doop." Mit se pince-nez op, ja." Zoo zou ik je willen beitelen" zei Gsrrit. Mag ik zoo je portret maker, Sarie?" Nou, is 't nou haast uit?'1 schreeuwde Sarie buiten zich zelven van woede, huilend bijna. Uit... ? Uit... ? We beginnen pas." Je mot iemand se nach'rus'reapecteere." Sarie brauwde zwaar. Nach' rus', nach' rus'!" bootste Bram hem verontwaardigd na wij hebben nog heel geen naoh' rus' geproei'l" Noern-ie dat nach"... Waseh je oogen uit, man. De zon staat al een uur an de hemel." Jonge, Sarie, nooit geweten, dat jij zoo mager WAS." Je bin mit een lusiferretje te door lichten." Je mot nog meer eiljes eten," Nauw' was 't gesproken, of Gsrrit begon 't te zingen en daar ging 't weer gezamenlijk uit volle borst, op de wijze van: Domela mot zakkies plakken": VAS DER HOOP. Met 108 illustraties naar teekeningen van den schry ver. Met een voor woord van S. JESSURÜN DE MEEQUITA. Ge autoriseerde uitgaaf. JAN GODEFROY, De Empire-Stijl (1801?1814) en zijn or titaan. Amsterdam, Wed. J. Ahrend & Zn?. Uit g-Mij. Dr. K. HEERISGA, U'schrijritg van Schiedam. Schiedam vóór 1600. I. Schiedam, H. A. M. Roelants. Jbr. C. H. C. A. VAS SMPESTKYN, OudNederlandiche Tuiikuntt.Geschiedkundigoverz-cht van de Neierl. Tuinarchitectuur van de 13 ie fot da 19de eeuw (met 111 afbeeldingtn). 's Gravenhage, Mart. Nijhoif. BERNARD ZWEERS, Drie liederen voor kinderff vrouwenkoor: Wat het beduidt", Johaones en Jeuken" en Hoe men 't vernam". Groriingtn, P. Noordhorf. Dr. E. VORKNKAMP, De strijd tuitchen Gods dienst en Wetei.sckap. Eea protest van den christelijken kansel tegen bet optreden der psycldstierp. Leeuwarden, Meyer & Schaafama. ./.J. HARTMAN, De Avondzondes Heidendom». He; Lyreu en Werken van den Wijze van Chwrocae. de< l II. Leiden, 8.C. van Doesbnrgh. Om'ir Khayyarris Rubaryat. Naar het Engelech van FJT/-GERALD, met iilustr. door Jessie M. King en bandteekening van C. L. van BaU'n, door Chr. v, n Balen Jr. Amster dam, Sche tens & Giltay. Pro en Contra. Serie VI, No 9. De Vry'e Wil. Pro, Dr. H. W. Pb. E. v. d. Bergh van Eysing». Contra, Dr. W. Meijer. | Redelijke Godsdienst. Serie I. No. 9. Dr. J. ! v. d. Btrgh van Eysirga-Eiias, Een Historisch- j Materialistische beschiijjjng van het Curie- j tendom. B.aarn, HolJandia-Diukkery. J. KI.EEFSTRA, Brieren cv ir Opvoeding, XII. Een Bureau voor Medische en Paadagogische adviezen een publiek belang. Hilversum, N. Venr. de Mercuur." FEI.IX ORTT, Professor Zwaardemaker orer Vivisectie. Uitgave v. d. Nederl. Bond tot Bevrijding van Vivisectie. D. VAN HixLooi'EN LABBERTON, Qtïllustretrd handbiek vr,n Insulinde, zijnde een synthe tische catalogus van den oeconomischen staat van deu Nederlands I \dischen Archipel, naar de geg wens -an regeering kmre UK en be voegde deskundigen op ieder gebied bewerkt. Amsterdam, Uitgevers Mij. Visat." M. ROELVINK. Lessen in Gezondheidsleer. Uiava r. d. Nederl. Centr. Vereeniging 1ot bes! r. dfr Tuberculose. H. GRAS, Boer L'ian en zijn vrienden. Gtflustrt-erd )o< r Jan lnyterp. J. LEEWIS, Ue.rman's luchtreis. De nachtelijke avnrj',ur«n van een Ams'erdamsche jongen. J. W. KEKKMUJER BAKKER, Hannie'tpoppen. E» nieuwe vertelling met talrijke teekenin gen van J. van Dijk. Beide te Almelo, bij W. Uilaiius Wzn. CUEY NA-lïASL, Tiie fdrslner ad-vtr.twes of O' nt.ill in HoUu- d. CUE\- NA GAEL, An Irishnwn'» D'ffieulde» witk ike utcli Language. Eotterdam, J M Brede'. Dr. HEINKICII I IIOTZKY, De Schaapje?. Wat fe Biïbol en do Natuur ove- de chaapjes te veru !ien hehhm. Ve talirg van Nellie. Am sterdam, A. II. Krnyt. Dr. F. P. H. PKK-IC VAX WELY, Vierlalig aamu/lend t-lnl/>ii:o'mte,:tioe/c vaar Groot-NederInnd, veroif-erderd mat door Prof. Dr. H. Kern hcrtixii e^y^uologicch aanhangsel. 3e uigave. Weltesrrtdej, X. V. Boekhandel, Visser en Co. JAN FEITH De geheimzinnige uitvinding of de toovermacht van den H. B. S.-jongen. Am sterdam, Schellens & Giltay. K. BES, UU de theorie der Algebraïsche Ver gelijkingen, iaarlem, P. Visser Azn. J. VAN BAREN, Ut Morfologische bouw van het diluvium ten Oosten van den IJsel. Leiden, Boekhandel en Drukkerrj v/a. E. J. Brill. Mr. PRO.IANÜS, Waarom tegen en waarom voor de doodstraf Baarn, H. A. Stidermann. MiiiMimiiiimiMimiMMiiimmi cnzclamw 40 cents per regel. BOUWT ts NiJNSFSEï. Inlichtingen bij het bonwburaaa Arti" aldaar. Een van de mooi-1 gelegen kuurplaatsen van Zwitserland Zser vele wandel*eten en uitstapje?. Zac it, gematigd klimaat. Temperatuur in den winter gemid deld 2 6°C. G<wT) mist. Heerlijkste verblijf plaats voor den Winter 70 hoteh en pansions met meer dan 4500 bedden. Op verlangen gr. en fr. tilïl). gids No. 18, door het off. Verkeersbur. in Lugaro of door het Intern. Verkeersbur. Amsterdam, Raadhuisstraat 16. «)JVr Eenige j^r Fabrikanten ri JrW. BengerSöhne Hoofddepot ie AMSTERDAM: Kalverstr 166 K. F. DEUSCHLE-BENfieR, Piano-, Orgel- en Muziekhandei Meyroos <$? Btalshoven, ARNHEM. KONINGSPLEIN 9 Interc. Telefoonnummer 9i3. VLEUGELS en PIAWS in Eoop en in Huur. REPAREEREN STEMMEN RUILEN. BORMES-US-MIMOSAS. p rf H , , ranu-noiei. FrLyn Marseille?Tonlon?Hyerfs?St. fiai haël. Pracht. Alle kamers c/i Z. met heerlijk uitzicht op Zee en eilander Park van UO.OOOM-. Pension frs.S- -15. Pi-osp. g', en fr. Intern Verkeersmir., Raad uisa'r l(i. A'dam. Eig. G B iGGENSTOSZ.voorb.ei?. Ritz-Hotel, Londen.' De beste medische zeep tot het verkrijgen en behouden van een rose, jeugdigfrisch uiterlyk, van een witte fluweelzachte huid, een blanke verblindendschoone teint, zoomede tegen zomersproeten en alle huidonreinheden is beslist slechts de allein echte Stokpaardjes-Leliënmelkzeep Voorradig a 50 cent oer Stuk in de Apotheken, drogisteryen en parfumeriezaken Koopt UITSLUITEWD BOTER ONDER RIJKSCONTROLE. ]>« STAAT «ARAXDEERT V een ONVERVALSCHT product, Roterhandel ZIT ID L AREN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935. Sarie, die mot eiljes eten, hl-ha-ho ! Sarie, die mot eitjes eten, hi-ha-ho I Sarie, die mot eitjes eten, hi-ha-ho! Sarie, die mot eitjes eten, hi-ha hooo l!!" De l&atste regel kreeg weer een extra na druk en een hoogen langen uithaal, als een krul, op het eind. 't Klonk overigens buitengewoon treiterend in zijn herhalingen. Sarie, geef ie niks weg? Sch echenk-ie niks?" vroeg Toon, die een drogen keel van het schreeuwen kreeg. Denk er niet over." Heb ie niks in buis?" Nee." tv ou He... lieg-ie weer." Goed, dan lieg ik maar." Ja maar, da's hél leelijk" zedemeesterde Bram. Weet je dit wel?" 't Zal je d'er na vergaan, Sarie, iemand an je deur een alemoes te weigeren." Een pale ale-moes.'' Mijn zaak." Jlijn zaak, mijn zaak... Jouw zaak... Het knooppie van je nach' hemp is los." Raakt jou niet." Ga ja altijd zoo nonchalant, zoo gei colliteerd na bed ?" Za! jou een zorg zyn, zeker, is 'c niet?' Ik mos' je vrouw niet weaen. Heb-ie altyd zoo'n HefelijK humeur as je wakker wor'?" ,Ta. Ten minste, as ik drie zulke boeventronies voor me zie." Jonges" zei Toon, en 't scheen of hij nu werkelijs boos werd nou is't genoeg. Pak an. Hij mot d'r uit." Hrj maakte een beweging, als ging hrj het raam inklimmen. Sarie stoof op en stelde zich met op elkaargeknepen lippen te weer in den versten hoek van de kamer, bij het hoofdeinde vaa zij a bed. Denk erom" dreigde hij ik heb Ulmlliillimiii een revolver. Als je binnenkomt, schiet ik je verdomd door je pooten." Hij zei 't zoo grof en zwaar mogelijk, en dit maakte uit den mond van het bange tengere ventje een ailer-komieksten indruk; entoen hij daarop inderdaad een revolver onder zijn hoofdkussen uithaalde, schoten ze buiten alle drie in een homerisch gelach. Nou mannen" zei Toon Sarie is nog niet uitgeslapen. Hjj is nog van git ter er. En hij wordt nog gevaarlijk ook" proestte hy. Laten we maar gaan." Ze gaven elkaar een arm, en de hoeden achter op het hoofd, de jassen slobberig om, de beenen slap ónder hun lyven, slingerden ze we»: on-frissche nacht-figuren in den zui veren jongen morgen. Daar hief Gerrit nog eens aan: Sarie, die heb spinhuis-lef!" Toon viel mee in. Maar Bram schreeuwde er koppig dwars tegen in: Sarie, die heid bitér op z'n beenen, Mderalderire, falderalderire." Sarie keek hen verwoed na, en schopte driftig de glasscherven by elkaar in een hoek. Hy bleef luisteren, zoolang hy hen hoorde. Uit de verte drongen hun stemmen nog tot hem doo', maar ze echenen nu meer eens gezind, want hy' hoorde hen duidely'k in koor brullen: Sarie, die mot eitjes eten, hi-ha-ho! Sarie, die mot eitjes eten, hi-ha-ho I" Die bezopen kerels denken, dat ze altijd maar alles doen magge" zei hy bijna hardop, om zijn woede te luchten. Da's buren gerucht I Ik mag lyen, da'ze alle drie een bekeuring krijge. Dat hebbe ze verdiend." Die gedachte troostte hem een weinig. t»,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl