De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 25 december pagina 6

25 december 1910 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE A M STERDAM M EU WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1748 sw t ? Christus' geboorte. Naar een kopergravure van AI br echt Dürer. Kerstfeest en Kerstgebr alken. Ik meem, dat er hier en daar weieens stemmen zqn opgegaan, die in de meer en meer gebruikelijke kerstfeestriering ook hier te lande een nationaal gevaar wilden ontdekken, en die een geduahte concurrentie vreesden voor den ouden, goeden, gezelligen St. Nicolaas-avond, welke sedert de dagen van olim als het bij uititek nationale Hollandsche feest gold. Ik wensch geen onrecht te doen aan den weldadigen ouden Bisschop van Myrra, die gedurende den nacht bij yrienden, die geldelijke verliezen hadden geleden en daardoor in moeielijke om standigheden verkeerden, klompen goud door het venster gooide. Deze legende is vermoedelijk aanleiding geworden tot het zoogenaamde strooien," waarvan de vriendelijke prelaat nog immer in de kindervertellingen beticht wordt. Thans echter moeten wij ons met pepernoten en chocolade en suikererwten behelpen, en de klompen gedegen goud blijven achterwege, helaas! Nochtans wij hebben groote kindervreugde gekend om hem en zijn feest, en ook zander goud is hij ons dierbaar, hoewel wij nochtans moeten erkennen, dat de pompeuse viering van dezen heiligen-dag geen historische gron den vindt, en in geenendeele verband houdt met onze nationaliteit, terwijl ze uit ften Sinmlicissimns. Schier, den Haan, Er ia hier ten eerste een aantal teekeningen van Heilemann. Deze missen den scher pen beteekeniavollen trek der anderen. Terbovendien, koel beschouwd, geheel en al de heerlijke symbolieke beteekenis en de stralen kroon van dichterlijke legende en poëtische werkelijkheid mist, die het kerstfeest zoo sympathiek en aantrekkelijk maken. De geschied vorschers hebben daarenboven met tamelijk groote zeker heid kunnen vaststellen, dat onze Sint en de Kerstfeest-viering feitelijk een t weeeenheid zijn, en dat ons niets letten zou desnoods op den 25aten December onder den van glans en schittering stralenden kerstboom den goedgeefschen bisschop te geienken, die in de kerstweek in sommige streken van Duitschland als helper en knecht van das Christkindlein" de huizen bezoekt, en er met even groote mildheid als hier zijn gaven ronddeelt. Het kerst feest, zooals het thans voornamelijk in Engeland en Duitschland gegierd wordt, met den verlichten kerstboom aU schit terend attribuut, is niet zoo oud als men in vroeger tijd meende. Otto Schwerdgeburt, die een in Duitschland zeer populaire prent maakte van een kerstfeestviering in Luthers huis, waarop men het geheele gezin van den hervormer vereenigd ziet rondom een brandenden kerstboom, was een stevige phantast, die dat geheele, gezellige en poëtische tafereeltje, uitgezonderd de scenerie, welke hij aan 't nog bestaande Luther-huis ontleende, uit zijn kunstenaars-duim zoog. Men heeft namelijk uit Luthers dagboek kunnen wyl Reznicek in zijn wat gemakke. jjk erotische werken de mindere waa van de bekende mede werkers, ia deze Heilemann een nog geringere. Te erkennen is dat hy een aantal dingen kan. Dit is iets dat niet vergeten mag en zal wor den tegenover een tijd die het niet-knnnen bnitenmate verheerlijkt heeft, en tegenover vaststellen, dat hij St. Nicolaas als het groote kinderfeest vierde, en bovendien is gebleken, dat er in zyn tijd van ver lichte kerstboomen nog nergens sprake was. De kerstboom is een van de jongere kerstgebruiken, hoewel reeds sedert zeer, zeer ouden tijd de heilige nacht, zelfs vóór de kerstening van noordelijk Europa, met velerlei eigenaardigheden gevierd, en door een menigte legenden o m weven werd. De 25ste December, die door de christelijke kerk ter geboortefeestviering van den Heiland werd geadopteerd, is op tijdrekenkundige gronden als zoodanig niet te handhaven. In het nieuwe testament komt geen enkele plaats voor, die melding maakt van den tijd des j aars en nog minder van den datum, waarop de Christus ter wereld kwam. De oude kerk zocht boven dien niet naar dien geboortedag, en de kerkvader Origines verklaarde zelfs het vieren van verj aarsfeesten voor een zon dig en heidensch gebruik en wees er op, dat in de heilige schrift slechts twee personen vermeld worden, die op hun geboortedag feesten aanrichtten, en nog wel een tweetal, dat bij de geloovigen in een zeer slecht blaadje stond, nl. in het oude testament de booze Pharao en in het nieuwe koning Herodes, die dezen dag in ijzingwekkende herinnering liet door aan de Prinses Salome, als beloo ning voor haar dans, het hoofd van Johannes den Dooper te schenken. Noch tans schijnt men in later tijd niet alge meen van de onomstootelijkheid dezer redeneering overtuigd geweest te zijn, want na allerlei tijdrekenkundige trans acties is door Hippolytus de 25ste Dec. als geboortedag van den Heiland aange wezen in de 3a eeuw. Paus Julius I heeft dezen datum bavestigd, en men weet thans met zekerheid, dat in de jaren 353 of 354 in Rome voor het eerst het Kerstfeert is gevierd. Bij de keuze van dien dag schijnen evenwel overwegingen van meer praktischen aard in ruime mate te hebben medegewerkt. De vroege, christelijke kerk heeft er namelijk met bewustheid naar gestreefd, de godsdienstfeesten der heide nen, die ze bekeerde, in haar systeem in gewijzigden vorm op te nemen. En zoo werd dan het Mid winterfeest, dat ter eere van Wodan gevierd werd in de Germaansche landen langzamerhannd ge kerstend, terwijl tevens den heidenen ^an het oude Rome een vergoeding ge boden werd voor het verlies der Sitnrnaliön, die eenige dagen vroeger in December pleegden gevierd te woifden. Augustinus bevestigde deze gedaanteverwieseling o. a. in Engeland in 596 met de woorden: Wij vieren den 25sten December niet om de geboorte der zon, gelijk de ongeloovigen, maar om de ge boorte van hem, die de zon geschapen heeft". En zoo gingen dan tevens de heidensche offers aan de goden in het christelijke feest over. De ossen, die door de oude Angelsaksen in 't geheiligde woud gebraden werden, de zwijnskop die vooral vroeger aan het kerstmaal in Engeland een hoofdschotel vormde, de kerstgans, die bovenal in Eigeland nog immer onafscheidelijk is van de kerst feest-viering, zijn allen de gekerstende offors aan de oude goden, die na de goden schemering in een nieuw licht verschenen. En zoo geschiedde het ook met "Wodan zelf, die als schimmelrijder zich vertegen woordigde in de gedaante van St. Nicolaas (Santa Claus), on wiens oud recht het is, om in Engeland en een gedeelte van Duitschland gedurende de kerstweek op een wit paard over de daken te rijden. Als Wanderer" verschijnt de oude Germaatsche godheid nog in 't bizonder in Duitschland in de gedaante van den ouden en zwaar gebaarden Knecht Ruprecht", of als Weinachtsmann", een land als het onze waar de handvaardig heid van den kunstenaar, van den teekenaar en van den schilder, te gering geacht wordt. Kunnen is realiaeeren, en gerealiseerde din gen hebben «Heen recht. Verwerkelijkte ge voelens tellen altijd tegenover aanduidingen." Hij, Heilemann, is dus niet een die te veel iiHiiiiiimiMiiiMiimiMiiuMiiiiiimiiiiiiii Di Amsterdammer, Januari 1910. Job. Braakengiek: Knijp het dier maar dood, Aequith!" Dt Amsterdammer, December 1910. Hercules- Aequith: Nu gaat hg er aan, Braakensiek!" De kerst-trompetten van den (oren te middernacht. Teekening van Lndwig Richter, 1855. kindervriend en kindervreeze tegelijk, en zich in zijne wijze van optreden maar zeer weinig onderscheidend van den Nederlandschen Sinterklaas, wiens koek en gard" men met allerlei variatiën terug vindt. Niet alle kerstgebruik?n nochtans, en er zijn er legio, zijn tot een oorsprong in het oude Germaansche heidendom terug te brengen. Het meest-verbreide en meest eigenaardige dier gebruiken is de van licht en glans en schittering stralende kerstboom, die den grootsten en gezelligsten feestavond van het jaar op luistert in vele Duitsche en Engelsche gezinnen. Een bekende, eenigszins senti menteel- Duiteche plaat, stelt ons het enge vertrek voor van twee licht wachters in een vuurtoren, die zich op deze afgelegen en gevaarlijke kust nochtans hun kerst boompje veroverd hebben Deze af beelding is toch een kriterium voor de charme, die van dit volksgebruik vooral in Noord-Duitschland en in Engeland uit gaat. Binnen zeer korten tijd nochtans heeft de kerstboom zich het hart des volks veroverd, want de aêloudheid van het ver lichte sparreboompje als kerst-attribuut, waarin men vroeger kritiekloos geloofde, is door onderzoekingen tot een leeftijd van slechts enkele eeuwen teruggebracht. Wij weten thans, dat de fantaisiën van dichters en romanschrijvers over kerstboomavonden uit zeer ouden tijd slechts opeen bizonder ruime op vatting der dichterlijke vrijheid" berusten. Zóó deed Victor von Scheffel, toen hij in Ekkehard" de beschrijving gaf van een kerstfeest uit de 10e eeuw, zóó Von Wildenbruch in zijn Heinrich IV" waar de kinderen van de stad Worms den zonen van het verlaten keizerpaar een kerstboomavond bereiden.... Deza tooneeltjes, hoe lief en aantrekkelijk ook, zijn geheel en al verdichting en vinden geen historischen grond, want pas in de 17e eeuw begon de kerstboom in Duitschland zich lang zaam vrienden te winnen, en vooreerst IIIMlimiMMHIl Hollanders met hooghartig gezicht ter zijde kannen zetten, maar te midden van de andere teekenaars van dit satyrische blad ia hu een die te weinig begaafdheid bezit om mede te kunnen dingen. Hy mist het innerlijk verband der figuren; de personen, die h\j teekent,ne men niet gezamenlijk deel aan een actie, die hen allen interesseert. Er ia geen eenheid in dit opzicht in de teekeningen Dit ia hun zwakheid. Daarbij waa de roekeloosheid om het erotische in Reznicek soms zoodanig dat ze uit wat het burgerlijke heet een enkle maal het werk hief. Heilemann blijft te Duitscü, en te week van gevoel zonder de moderne snelheid" in de omtrekken. Wat h\j kan, zie Jaehtreiten (No. 25) PiauderBtündchen (No. 13), en (No. 16) Aus der geaellschaft. Een tegenstelling ia Schuit*. Hij ia Duitscb, maar van een wezen dat we aannemen kannen en aannemea willen. Hij ia meer. Hy heeft een teederheid om oude dingen, oude wijzen van leven, oude manieren en zachtzinnige gebruiken, die sterk genoeg is om alles m den kring van dat weemoedige gevoel te houden. De titels der werken geven den anderen aard van dezen teekenaar aan, waardoor hy een somg cbarmeereode tegen stelling vormt met de cynische, of lustvolle, of ontuchtvulle teekenaars van het zelfde blad. Er zyn hier van hem naast enkele teekeningen uit het dagelykache leven (zoo heet dat immers?) der Wasserman (No. 59) die Böae Frau, Beim Teufal zur Beicateeic. Van die uit het dageljjKsche le^en is te noemen om de satyre. Baim Arzte, ea F rstenabechied (No. 69) waar de gelijkheid treft tasEchen den vorst en zijn koetsier (een juiste observatie, daar plots opduikende z wendelaars, die zich indringen in de beaie kringen", te Parijs dikwijls menschen zijn van de ont wikkeling der heere-knechts etc). Dudovich is zeker te noemen om zyn Ein Tip". Een gele jockay staat b\j een ranke, welgekleede vrouw. De jas van den jockey ia van leniger makelij en van fijner nnanceering dan die van de anderen die zulke gegevens ook teekenen Hij is zoudt ge zeggen een Thöny, die zijn scüerpte liet nog in een andere gedaante dan de tegen woordige. Da vergissing, die onder het volk in Nederland tamelijk veelvuldig gemaakt wordt, om te spreken van een kers boom" in plaats van kerstboom" blijkt bij onderzoek nog zoo heel onnoozel niet, want de eerste Weihnachtsbftume", die in de Duitsche landen verschenen, waren vermoedelijk vruchtboomen, kersen,peren, appels, die door een bizondere bemesting kunstmatig tot bloeien waren gebracht. In zeker opzicht waren deze boompjes na verwant aan den os en het ezelken", die in de naieve middeLeanwsctie liederen en legenden zelden bij diet Kerstfeest falen. Dezelfde vrome eenvoudigheid, die er toe kwam om de dieren 'den geboortedag des Heilands te doen Meevieren, scheen ook geneigd dit voorrecfit aan de planten te gunnen, en zoo geschiedde het dan sedert overoude tijden, dat allerlei geruchten de ronde deden over vruchtboomen, die in den Kerstnacht hadden gebloeid en vruch ten gedragen. De meest poëtische dief legenden is wel het sprookje van de Kerstrozen. Christus aldus de legende had zelf medelijden met de wilde doorn struik, wier twijgen door zijn vijanden misbruikt waren om ze hem als doornen kroon op het hoofd te drukken, terwijl de plant geheel onschuldig was aan deze misdaad. Daarom zegende hij de struik, aan welke de mecschen een zoo groot onrecht hadden gedaan, en sedert dien droeg ze de heerlijkste rozen. Nog ge schiedt het eiken Kerstnacht, dat het Christkindlein", wanneer het op aarde daalt, met zijn kleine handjes even zulk een doornstruik aanraakt, die dan opeens opleeft tot schooner glorie en volle, geu rende rozen draagt, zoo heerlijk als ooit te voren. Vindt men zulk een roos, dan is ze een voorbode van groot geluk, en boven dien bezit ze wonderkr&chten en is een geneesmiddel voor velerlei ziekten. In 't algemeen speelden bloeiende of vrucht dragende planten bij de viering van het gaan een oogenblik, en weliger kleurend, niet meer typeert, maar van kleur zachter is. Ook de vrouw ia gied gegeven in haarsterken stand. Een bezwaar is er tegen deze Ein Tip" aan te voeren: de groote laarzen van den als jockey in het geel gekleede zgn veel minder. Van dezen zelfden Dnlovich is nog Offizier mit Dame te melden. Von Eeznicek en Kirchner geren geen aanleiding tot eenige wijziging in de inzichten omtrent hem. Thöny heeft hier acht en dertig teekenin gen. Hoewel hg nooit tot den grooten atjjl komt, die eenvoudig ia, en vol meening, is hij een belangrijk werker. Zgn waarneming is zoo nauwkeurig" dat ze haast een photographwche Ijjkt. Allerlei détails zjjn met scherpe raakheid waargenomen. H.ij bezit, wat ik soms de snelüeid" mocht noemen in de moderne lyn. Ge ziet dit zuiver wan neer ge hem waardeert, naast Heilemann hem leggend. De ipanning van eiken trek is veel grooter. De observatie dringt verder door. De aatyre ia kosmopolitisch. Het zwakke, het vormlooze, het burgerlijke van het Dnitsche is er uit. Wat het dichterlijke heet, vindt ge zelden in hem. leta er van is in Frühlinge morgen, een vrouw op een paard, terwijl een lakei voor de deur van het bui ten staat. Er is meer bewogenheid hierin te zien gegeven dan hy gewoonlijk doet. Gefangne Helden" Bussen en een Japansche zyn een type van het meer gewone werk; Nord Africa met 3 bedouienen een teekening met voor hem groote allure. Verder zgn nog aan te duiden : Souée (108) Klatschbaaen (109) lm Nachtca/émet de twee verschrik kelijke wijven, waarin hy meer dan gewoon lijk uit het obaerveerende komt tot het ruim-typeereode van het geval. Gulbranason' satyre is niet zonder opge ruimdheid. Des Pfarrer'* zorn, een do minus, die het te kwaad heeft met ijdel op den wind wapperende dames-dessous. Zy'n Adam il eveneens te noemen. Een ding treft me alty'd: hoe leelijk de Duitschera zichzelf moeten vinden om op de wijze te spotten waarmee deze teekenaars haten, hoonen, epotten. Paul in zyn Bürgerball

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl