Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1749
l
producenten en de sterke Steel corporatlon,
in ttlWdfe herhaalt e prijsverlagingen, heeft
de awselènde la»tfcevert evenmin er' toa
knnneï' brenger*, daarvan gebrnik te maken
en hanne1 bestellingen te bespoedigen. De
steeds afnemende cijfers der onuitgevcerde
tirtfett toonen dit duidelijk genoeg aan en al
weiden nu en dan opdrachten van meer
dart gewone beteekenis gegeven, m merendeels
gMfebledde dit onder voorbehoud van leve
ring op' lateien termen of werden ze later
geheel of gedeeltelijk .weer ingetrokken.
Ia elk geval is de beperking, waartoe onder
deze omstandigheden de vjzer-indastrie in
Amerika gedwongen is, een doeltreffende
politiek, tegenorer de gestadige opeenhooplng
van de groote voorraden rnwe grondstof.
Want het ijzer-erts is in zoo groote mas?a
in den b>dem aanwezig, dat het onverpoosd
voortgaan met het te voorschijn brengen
geenerlei moeite of bezwaar voor de industria
schijnt op te leveren.
Man heeft zich wel eens gekweld met de
vraag» voor hoe langen tgd die erts- roorraad
oog toereikend zoa zjjn, om in de steeds
toenemende consumptie te kannen voorzien.
BeB geruststellend antwoord is gegeven op
die vraag tijdens het in.den loop van dit
jaar te S ockholm gehouden internationaal
geologen congres, waarvoor door een aantal
Zweedsehe autoriteiten van naam een onder
zoek ia ingesteld geworden naar de
vermoedelpe hoeveelheid ijzer-erts, die de aarde
nog in haren schoot verborgen hond'.
Volgens dit onderzoek, kan men van 13.3 pC'.
van riet Werell-gebled de erts-voorraad
berefcen*, van 10.3 pCt. moet men zich met
een rkmln&ti'g benadering tevreden stellen,
van 51.6 pCt. kan reen zelfi niet bg bena
dering den aanwezigen voorraad schatten
en omtrent de rest, dns 24.8 pCt., verkeert
men, wat 't onderwerpene vraagstuk be
treft, geheel in onwetendheid.
Voor zoover men dan kan nagaan, bedragen
de werkelijke ijzererts-voorraden, D.', van ds
terreinen, die thans in exploitatie z\jn, 22.408
millioen ton, hetgeen met ongeveer 10.192
millioen ton ijzer overeenkomt.
Maar da dan nog overblijvendeonontgonnen
gronden, die jjjer-e.rti bevatten, worden ge
schat een hoeveelheid van minstens 123.000
millioen ton erts te kannen opleveren, waar
uit 53.000 millioen ton ijzer kan worden
verkregen.
De thans beschikbare hoeveelheid ijzer
bedraagt dus volgens de berekeningen ruim
10.000 millioen ton en da-tr in den laatsten
t$d gemiddeld 60 millioen ten ijzer jaarlijks
Wordt vervaardigd, zon dit voor heel wat
jaren voldoende zijn.
Maar in 1891 werd slechts 26.2 millioen
en in 1901 reeds 41.2 millioen ton ijzer ver
werkt. Blijft dus het verbruik in dezelfde
verhouding toenemen, dan zou het in 20
jaren nagenoeg verdubbeld zijn en die 10,000
millioen ton slechts gedurende 00 jaren in
de behoeften der consumptie kunnen voor
zien. Maar reeds lat g te voren zullen dan
déontzaglijke voorraden, die thans nog in
oer toestand rusten, door verkeerswegen en
radere middelen beschikbaar komen voor
het verbruik.
Van délanden, waar men erts van meer
dan 60 pCc. ijzergahalte vindt, waarvan de
totale hoeveelheid op 1300 millioen ton
wordt berekend, is Zweden no. l met 1035
millioen ton in het noorden en circa 60
mülioen ton in het midden- en zuidelijk
deel des lande, te samen overeenkomend
met 700 millioen ton ijzer.
De voorraad, in Europa thans in exploi
tatie, bedraagt ruim 12030 millioen ton erts,
d« 5. bijna 4733 millioen ton ijzer, waarvan
de voornaamste producenten zijn:
Landen.
Duitschland. . .
Frankrijk 3500
Engeland 1158
Zwiden 1095
Busland 865
Spanje 711
Noorwegen .... 367
Oostenrijk .... 250
Luxemburg .... 270
MUlioenen torj.
erts ijzer
3607 1270
1140
455
740
387
349
124
90
90
terwijl de overige landen van Europa te
zamen worden aangenomen op ICO millioen
ton erts = 50 millioen ton ijser.
Amerika bevat volgens de berekeningen
in 't geheel 9855 millioen ton erts, zijnde
ongeveer 5154 millioen ton ijzer, waarvan
de Ver. S:aten 4257 millioen t«n erts (2304
mill. t. ijzer) en New Foundland 3G35 millioen
ton erts (1961 mill. t. ijzer).
Algiers, dat in den laatsten tijd als producent
de aandacht van Europa trekt, wordt
geIII II II 1111 II III Illll
Brieven van Oom Jodocus.
Waarde Neef l
28,XII,'10.
's Menschen eerste gedachte is toch
steeds de juiste. Toen ik van middae bij
een zenuwachtig haastig gebel aan Theo
dacht, stond hij waarlijk bijna dadelijk
daarna vóór mij. En hij zat, toen ik hem
amper begroet had. Op zijn gemak was
hij niet, dat kon ik wel zien : hij teekent
zoo gauw de beste jongen! Jij en je
heidensche kornuiten, die hem voor onver
schillig en luchtig verslijt, jelui slaat de
bal zoo ver mis! D*n moet je hem eens
zien, zooals hij soms bij mij komt om zijn
hart uit te storten en kracht te zoeken
bij een verwante ziel! Zijn kuif hangt
gebat een voorraad van 65 tot 110 millioen
ton erts te bevatten.
30/12/'10. V. D. S.
IIIIIHlHIlimlIlimillHlIliniHllllllllHIIII
Een overdreven keuring.
Nu er eenige maanden verloopen zijn,
sedert wij onze denkbeelden omtrent de
Scheep vaart-inspectie in dit Weekblad*)
ten beste gaven, en van geene enkele zijde
daarop iets afgedongen is, mogen wij
misschien zoo optimistisch zyn de hoop te
voeden, dat genoemde inspectie voortaan
meer in de door ons aangegeven betere
richting zal plaats vladen.
Zoo niet dan hebben wij in elk geval
onzen plicht gedaan.
Wij zullen het thans eens hebben over
de nadeelen van de Sehepenwet voor den
Nederlandschen Koopvaardij officier.
De aandacht moet er n.l. eens op geves
tigd worden hoe weinig rooskleurig de
positie is van den koopvaardij-officier, op
dat ouders en voogden zich eens beter
bedenken alvorens hunne kinderen of pupil
len voor die betrekking te doen opleiden.
Wy willen niet spreken over de gevaren
en de ontberingen van het beroep deze
zijn zwaar, landrotten" kunnen daarvan
werkelijk geen denkbeeld vormen maar
wy - zouden om die enkele reden' nooit
iemand afraden het zeegat uit te gaan,
want tegenover de zwarigheden staat zoo
veel goeds en schoons dat er voldoende
reden is voor den Hollandschen jongen met
durf en ondernemingsgeest, het ruime sop
te kiezen.
Wij hebben meer op het oog het totale
gemis aan steun, welke de zeeman van
regeeringswege en van de zijde zijns reeders
zou behooren te ondervinden inzake arbeids
wetgeving of regeling van dienst- en rust
tijden, alsmede regeling van zijn, zoo
onzekere positie.
Dat er in de volksvertegenwoordiging
niemand is, die zich voor de opvarenden
ook maar eenigzins warm maakt, daarvan
gaven tijdens de behandeling van de Sehe
penwet voor de Kamer de verslagen in
de bladen voldoende blijk, telkens gewagend
van besprekingen dor als een Sihara",
weinig interessant en vaak onduidelijk",
terwijl het ontwerp de kamer bijzonder
kond liet" eet! Een dagblad meende daar
aan zelfs te moeten toevoegen dat het hare
lezers vermoedelijk nog veel minder zou
kunnen schelen.
Eo dat zijn dan dezelfde bladen en per
sonen die bij eventueele de Euyter en
Hudson pretjes vol zijn van Hollands
roem en glorie op de Zee! Of bij rampen
als van de Berlin en Prins Willemll.een
meelij-wekkende keel opzetten over de
gevaren van het beroep! Die heeren rang
schikken de zeelieden zeker onder de
beroemdheden, die pas geëerd worden na
hun dood!
Wij zouden zoo zeggen: geef er ons
nu maar vast een deel van, dan hebben
we er nog wat aan. En men zal dan niet
meer behoeven te hooren, dat vele gezag
voerders dejongliedtn waarschuwen niet naar
zee te gaan, met liet oog op de g root e risico
van een gelrokm carrière", zooals onlangs
de Vereeniging voor de zeevaart zich uit
sprak.
Zoolang dan ook de genoemde bespre
kingen" in ons Parlement zoo dor" blijven,
roepen ook w\j ieder toe wordt geen koof"
vaarf!ij-officier het is eene positie, welke
door de zorg" van den Wederlandschen
Staat op broodeloosheid uitloopt".
Er was niemand in de
Volksyerteegenwoordiging die er bij de behandeling van de
Sehepenwet aan dacht hoe nadeelig scherpe,
keuring voor de opvarenden kon worden
als niet aan eenige Compensatie gedacht
werd in den vorm van pensioen of eene
evenredig belangrijke betrekking aan land.
Och over dit laatsto sprak men maar liever
niet, -wél begrijpende dat dit voor het Rijk
of voor den reeder wel eens wat duur koe
worden, hetgeen het wetsontwerp vermoe
delijk met vlag en wimpel zou doen ver
werpen. In ieder geval zou de discussie,
zóó gevoerd, niet meer dor" geweest zyn
en de heeren waren vermoedelijk wel wat
warmer geworden.
Inmiddels staat dan de Nederland-icne
koopvaardij officier eensklaps voor het feit.
dat hij aan een keuring wordt on^rworpen
die, zooala de Nederlandsche
Keedersvereeniging terecht opmerkte, bij de marine
niet eens plaats vindt, omdat men dan nog
*) /ie het nummer van 28 Augustus j.!.
din ietwat neer en de rimpels
groevea z:ch diep op zijn anders zoo zonnig,
zoo rayonnant voorhoofd En dan zit hij
maar stil vóór zich te kijken, tot ik het
oogenbük gekomen acht om hem, met
een zicht klopje op zijn schouder, terug
te rorpen tot de werkelijkheid van het
leven, en hem een trouwenaar aan te
hielen, die hij in mijn interieur maar
zelden weigert.
Ik zag nu ook wel waar het hem
schortte: de brave Cool zat hem in de
maag en in den winter weten wij wat
dat zpggen wil! Alles ging juist weer
zw goed, na > lle tegenslag, klaagde hij.
DJ dood ontroofde mij Bwers, Indi
rukte mij Idenbunïvan het hart, de
arbeid deed mij Ne'issen ontvallen, de
verantwoordelijkheid sloopte Sibron aan
mijn zijde, maar nu waren wij juist zoo
penosgelijk onder ons: Wentholt en
alma, die er immers niet over denken
om ook weg te gaan, het Maastrichtsche
broederpaar, dat veel te veel swiet
slaat" met zijn auto's om Den Haag weer
te verlaten, Mareesje en Kolkman, die
't ook kalmpjea opnemen, de brave
Malefijt, die uit puur plichtsbesef blijven zal,
en ten slotte oome Cool, die toch ook
heusch meegaande genoeg was om zich
bij ons thuis te voelen. E a waarachtig
daar laat hij zich om zeep brengen. Ik
zit er maar mse! Weet u het verhaal
van dien baanwachter, die een heertje
waarschuwde niet meer vóór den trein
om te gaan ? Het is mijn eigen corpus
en ik zal daarover zelf beslissen", zei de
gewaarschuwde, nuar de baanwachter
ad rem, accoord, mijnheer, maar wie
moet de vuile boel opruimen?" In dit
meer moeite zou hebben ons vloot j e te
bemannen.
Maar zal iemand ons tegemoet voeren,
voor dergelijke krasse maatregelen bestonden
dan voorzeker wel zeer geldige redenen?
Neen, men kan gerust zeggen, dat zij niet
bestonden. Wel uitte de heer Mees zich in
de Tweede Kamer als voorzag de wet in
eene lang gevoelde behoefte", daar er zoo
vele scheepsongevallen' hadden plaats ge
vonden, maar wij hoorden noch in noch
buiten de Tweede kamer n geval noe
men, waar een ramp of ongeval was toe
te schrijven aan het slechte gezichts- of
gehoorvermogen van de verantwoordelijke
personen.
Dit heeft zich dan ook nooit voorgedaan
en zal zich niet voordoen, men is op de
koopvaardij voorzichtig genosg en gevoelt
er zijn groote verantwoordelijkheid vol
doende. Maar wél zou het goed zijn eens
te onderzoeken, of de menschen, die de
verantwoordelijkheid dragen, instaat zijn
hunne oogen en ooren open te houden,
d.w.z. of hun door oververmoeidheid niet
belet wordt bevel te voeren en de
veraatwoording te dragen voor menschenlevens
en waardevolle goederen.
Waarlijk, mijne Heeien Hoogmogenden
indien de dorre" zaak u inderdaad ernst
is, vestig dan daarop Uwe aandacht, en
wij zijn overtuigd dat ge zult vinden wat
ge misschien niet verwacht had. Gij be
hoeft niet ver te zoeken! Een we'nig atten
tie op de verhandelingen van de
vakvereenigingen leert reeds veel. Men leert daar
uit, dat vierentwintig uur werken aan n
stuk geen zeldzaamheid is, en dat een werk
dag van des morgens 5 tot des avonds 10
uur (en dat nog wel in de tropen) op vele
booten vrij wel regel is en op andere boo
ten geen uitzondering. Dit betreft voor
namelijk de stuurlieden. Maar onmogelijk
lange diensttijden treft men eveneens aan
voor gezagvoerders, die uren lang onder
de slechtste omstandigheden op een brug
moeten vertoeven, en dat in dezen tijd van
jagen en vliegen, met de verantwoording
voor honderdtallen van menschenlevens.
Stelt de Regeering zich inderdaad op het
standpunt dat zij mede verantwoordelijk is
voor een veilig vervoer, dan zou een
enquête in dat opzicht veel
wetenswaardigs opleveren. ' In ieder geval zou
uitkomen, dat de qualiteit van oog en
oor van oneindig geringer beteekenis is
dan de maatregelen die kunnen bewerken
dat de personen, welke een wacht gaan
betrekken of een reis aanvaarden, instaat
zijn oog en oor te gebruiken. Om niet te
spreken van het varen met onvoldoende
bemanning waar nu, terwijl de Sehepenwet
een jaar in werking is, «rog op gewezen
moest worden door de Vereeniging van
Ned. Gezagv. en Stuurl. t. Koopvaardij!
Wij zien niet in waarom de diensttijd
van het personeel aan boord niet e vee goed
geregeld kan worden als van dat aan land.
Er heerscht nu nog te veel een zeker
ideefixe, dat de tijd tusschen aan- en afmpnsteren
alleen diensttijd is rust is maar bijzaak
er wordt weinig rekening medegehouden,
hoelang men aan den gang is, zoodat het
meermalen voorkomt dat de menschen in
eene verantwoordelijke betrekking veel te
lang staan en daardoor natuurlijk ongeschikt
zijn om een reis of een wacht te aanvaarden.
En nu heeft de Sohepenwet daarin ook
al op een zeer eigenaardige wijze voorzien
door te bepalen dat personen die een wacht
betrekken, minstens drie uur voor dien tijd
moeten gerust" hebben. Ei, ei! Drie volle
uren!
Het moet dan toch wel een bovenaardsch
wezen zijn, die zeeman! Het komt er niet
op aan of hij 24, 48 of soms 56 uren achter
een staat '(zie het orgaan Neptunus")
als hij drie uur gerust heeft, is hij weer
klaar voor een zee wacht, klaar om over
leven en dood van vele menschen te be
schikken !
Wij herinneren ons het antwoord van een
chef op een klacht van een stuurman over
een korte rust, 't welk doodleuk luidde:
Nu. wat zou dat? Dan slaap j3 maar een
beetje vlug afl"
Die goede inval van den chef heeft zeker
bij de heeren samenstellers van de Sehe
penwet, op dorre" manier, ook voorgezeten:
drie uren slaap is meer dan genoeg voor
den koopvaardij man hij moet dan maar
wat vlugger slapen!
Wij .spreken uu maar niet van de omstan
digheden waaronder men aan boord van
een schip gewoonlijk slapsn gaat onder
een gestadig geraas, 't geen hot laden en
lossen medebrengt on de dikwijls zoo met
geval de waarnemende voorzitter van dea
ministerraad, mijn beste", z ;i ik, ,,»naar"
voegde ik daaraan toe ik k;'i; mij
niat begrijpen, dat js da.rover nu rtog
nu da rust van h.;t Kerstfiest zoj van
je stuk gebracht bent. 1) : zaak is toch
zoo eenvoudig migelijk. DJ oplos«iüg ligt
vóór de hand, is amgewez^n. man
uit de Kanaalstraat is er toch nog!"
Abram ? ' viel hij oneerbi :di<j uit en
wat nerveus-boos. ^een ia ij n (vste, ik
zeg toah niet de groote min!'' Kom,
wie woont daar nu drie huizsa vaa dea
L")idjr af, als een brave vleuje!-arlj idant
neergestreken als oader deu rojk vaa
zijn generaal?'' Dat kunt u in er^st
niet meanen,'1 sprak Toe) trie^, ik kan
Duimpje toch niet nemen!' Kan. kin,
beste jongen, wij vragen nu niet wat
kan, maar wat mÖ3t, nietwaar, en als je
nu toch bij mij o ra raad komt, dan wil
j3 van mij ook hooren wat het beste is.
Ea heuseh, Theo," ging ik zo:)
gemoeielijk mogelijk voort, heusch, dit is het
beste. Voor jou en voor j-3 ministerie;
voor den vrede in de coalitie en de rust
onder de Broederen." Is kan het niet
begrijpen," zuchtte mij a j meere vriend,
en ik hoorde hem tusschen ds tanden
zooiets van jongen windbuil" mippsren;
hij schrok, dat ik het hoorde. Mtar ik
stelde hem gerust. Zeg het vrijuit,"
zei ik, zeg het tegen mij precies zooals
je het meent, want dit is juist wat hem
in mijn oogea zoo aantrekkelijk maakt,
zoo buitengemeen geschikt voor j m w
ministerie. Kijk eens," ging ik voort,
want ik zag, dat hij wat verwonderd en
ook bijna boos deed: kijk eens, in deze
dagen moet men den wind, en de
windzorg" uitgekozen plaats van de
slaapgelegenheden!
Ons dunkt, hier ontbreekt nogal iets aan
de veiligheid. Maar nietwaar? de menschen
aanboord zijn gekeurd, de daarvoor aan
gewezen geneesheeren hebben de certifica
ten uitgereikt, dus" de passagier vaart
veilig!
Voor meer bijzonderheden verwijzen wij
naar het tijdschrift Neptunus", wij hopen
van harte dat dit artikel aanleiding moge
zijn dat velen, en vooral Volksvertegen
woordigers, de moeite zullen nemen om
zich van deze zaken die niet alleen ons,
Koopvaardijmannen, maar ook het algemeen
belang raken, op de hoogte te stellen.
A(jrARius.
Geloop le!eiref,ereD.
Telegrafeeren naar plaateen binnen ons land
is niet duur, maar naar het buitenland is
het dit wel. Dit geldt vooral ooi van ons
Indië, waar tienduizenden van onze
landgenooten wonen. Yoor Java en Madoera kost
het een rijksdaalder per woord, voor de
andere eilanden is het duurder. Telegrammen
vice versa worden dan ook samengevat in
zoo weinig woorden als mogelijk is. De handel
heeft zijne codes ; zij, die daar buiten staan,
en maar bij uitzondering telegrafeeren, ver
zinnen er iets op. Gewoonlijk is van te voren
overeengekomen wat een enkel woord of een
telegram zonder inhoud zal beteekenen.
Nemen wij een voorbeeld. De heer X....
te Bandoeng op Java heeft twee zoons voor
hun studie naar hier gezonden. Zij wonen
bij familie in Den Haag, waar zij het gym
nasium volgen. Frits zit in de derde, Louis
in de eerste klasse. Beiden moeien overgangs
examen doen. De ouders zijn natuurlijk
nieuwsgierig, n daarom moet er, na afloop
van het examen, getelegrafeerd worden. Is
er niets van te voren afgesproken, dan luidt
het telegram bijv. :
A'. . . Bandoeng,
Frits bevorderd, Loui» herexamen.
Y...
Dat zijn zeven woorden, kostende zeven
rijksdaalders oftewel \TA gulden Heeft men
vaa te voren afgespioken, dan is wellicht
gezegd : wiens naam niet genoemd wordt ie
onvoorwaardelijk O7erge^aan, en de
onderteekening zullen wy maar weglaten. Dan zou
het telegram dus luiden :
X . .. Bandoeng, Louis herexamen.
DU zijn nog vier woorden, koaiende tien
gulden, wat vijf gulden meer is dan noodig was.
In z«!k een geval spreke men af op deze
wijze. Er wordt in ieder jieval getelegrafeerd:
A" ... Bmdoeng
zonder meer, wat vyf gulden kost.
De volgende gevallen zyn mogelijk :
Frits gaat over, Louis ook.
, heeft herexamen.
, blijft zitten.
h eft herexamen, Louis gaat over.
, ook.
, ,, blyfc zitten.
bl fc zitten, Louis gaat over.
heeft hereximen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Er zijn dus negen gevallen. Het in den
beginne veronderstelde geval is No. 2. En nu
kome men overeen :
Bij geval l wordt het telegram verzonden
uit 'sGravenbage, bij 2 uit Delft, by 3 uit
Leiden, btf 4 uit Arnhem, by 5 uit Tiel enz.,
geheel naar keuze.
IQ het door ons gekozen geval moest dus
getelegrafeerd worden uit Delft. Men schrijve
op een formulier de twee wooiden:
A" ... Bandotng,
plakke op dat formulier vijf telegramzegels
a ? l, en zende het per post aan den
directeur van het telegraafkantoor te Del/t.
Onderaan moeten naam en woonplaats van
den afzender vermeld worden. Men zorge dit
dui lelyk te gchryven, daar anders bezwaren
zouden kunnen gemaakt worden.
Wij bebben gemf end, dat bet bovenstaande
allicht van nut zal kunden zijn voor de vele
lezers van da Groene", die betrekkingen in
Indiëhebben, en voor die belrekkingen zei ven.
A in s t., 22 Dec. 1910. M. J. WG.
Een nieuwe melliofle om de
on te f ji
Esnigen tijd geleden ver;ond de koninklijke
redding- maatsc lappij een rondschrijven,
waarin het publiek op de boogie weid ge
bracht van allerlei <naatre;jelen, om de
bezitters niet geriag achten. Wil je
blijven bovendrijven. cUn is lichter dan
de lucht de huze: of j s overigens het
stijve, of zooals jij, het slappa stelsel
varkiest. Hoe rneïr wind ho; b3ter. Blazen
zij ia de Kauer,' d.m moet j s kunnen
tsru,;blazen. E3n minister-president vaa
jouw slag-, nuet zijn als Miiachhauaea
met zijn zeven knechts, die van alle
markten thuis waren: diar was de sterke
man, die ze alle dragen kon, daar was
de hardloDper, en de man die het gras
kon hooren grosien, c n daar was ook de
blazer bij: als hij z>jn ae neusgat open
zette kon hij een halve campagnid ruiters
van de sokken blazen, en als nij op volle
kracht was vloog hij het heele vijandelijke
lager de lucnt in. Z)0 moet jij het ook
hebban: een sterke, en een vlugge, en
eea goedhoorende, ei ook een blazer,
een winduiaker, die op het j ais te moment,
zijn wangen vult, in de positie gaat staan
en d,in z>gt, als Oaze Lieve Heer-zelf
tegen de Onoverwinnelijke Vloot: kom
maar op". F la rit Jehova et dissipati
simt: de Heer blies en zij waren naar
alle windstreken verstrooid!
Dat werkt extra mu>-os ei intm, naar
buiten, maar ook naar binnen. Daar heb
ja Ciinonicua Wentholt bijvoorbeeld, een
man voor de windrichting uitermate ge
voelig. Bedenk eens hoe het om hem
heen stormde verleden week in de Kamer
en al is hij het toen te boven gezeild, hij
zou toch da ware richting van den
Christelijken wind eens kunnen kwijt
raken. Hij kent er de lucht nog niet
zóó goed van als jij en ik. Dus als je
hem nu eens zoo dagelijks onder den
wind van Duimpje bracht dan bleef hij
levensgees'en op te wekk-n bij ben, die lang
in het wa'er hebben gelegen of door ver
stikking of elektrische schokken schijnbaar
dood zijn. P/ofessor Sebafer te Edinbnrg:
heeft daarvoor een bijzonder eenvoudige
methode uitgevonden, die zich aldus laat
resumetren:
De kunstmatige ademhaling moet zoosnel
mogelijk worden beproefd, daar elke aarze'ing
over leven en dood kan beüiseen. Heeft de
ademhaling geheel opgehouden, dan leggo
men den verongelukte met het gezicht raar
beneden, daarbij zorgend, bet hoofd zóó te
draaien dat neus noch mond den grond
rakt-n. Dan knielt men neer voor het hoofd
en legt de banden vlak op den rug van den
patiënt, :óó. dat de duimen elkaar bijna
raken en du vin.ers aan weers ijden van l <it
lichaam in de streek der onderste ribten;
uitgespreid zyn. Nu buigt men zich over
denpatiënt heen en oefer t regelmatig een stevige,
maar niet al te heftige drukking uit mar
beneden en heft dan deze drukking weer op,
door zich achterover te buigen, zonder echter
de banden ran het lichaam op te bc tl in.
Deze afwisselende drnkking dient, zonder
bepaald te panseeren, ongeveer alle vier of
vijf sekonden herhaa'd te worden, totdat de
natuurlijke ademha'ine weer is teruggekeerd.
Door deze behandeling wordt telkens door
de drukking de bedorven lucht uit de Ion gen
geperst en door de terugtrekking veriche
lucht binnengelaten, ongeveer zooals dit bij
de gewone ademhaling geschiedt. Zoodra
deze bij den patiënt terugkeert, keert men
hem met het geacht naar boven en bevordert
den geregelden bloedsomloop door het pebeele
lichaam te wrijven. Daarna legt men Lera
zoo spoedig mogelijk Ie bed.
Deze aanwijzingen zijn inderdaad zoiveel
eenvoudiger dan de tot hedea bakende
methodes en zooveel gemakkelijker te ont
houden en eventueel door leeken toe te
passen, dat het stellig goed zou zyn, al* ze
ook hier te lande algemeen bekend werien
gemaakt.
Natuurlijk mag een leek in dezen alleen
toegrypen, wanneer er niet onmiddellijk een
medicus büde hand is en d ent fr in elk
geval zoo spoedig mogelijk deskundige hulp
te worden gehaald.
P.
Een practisclie katenler.
1911. AMSTELHOTEL-KALENDEB. 1911.
DAG
DER
M. V A Nu.
Jan. 31 d.
i'cbr. 28 d.
.Mrt. 31 d.
Apr. 30 d.
Mei 31 d.
Juni 30 d.
Juli 31 d.
A ng. 31 d.
Sept. 30 d.
Oct. 31 d.
Nov. 30 d.
Dcc. 31 d.
1
8
15
22
Q(J
Zo.
Wo.
Wo.
Za.
Ma.
Do.
Z;l.
Di.
Yr.
Zo
Wo.
Vr.
2
9
Ifi
23
30
Ma.
Du.
Do.
Zo.
Di.
Vi-.
Zo.
Wo.
Za.
Ma
Do.
Za.
S
10
17
24
31
Di.
Vr.
Yr
Ma.
Wo.
Za.
Ma
Do.
Zo.
Di.
V r.
Zo.
4
11
]8
25
Wo.
Za.
Za.
Di.
Do.
Zo.
Di.
Vr.
Ma.
Wo
Za.
Ma.
5
12
J!)
20
Do.
Va.
Zo.
Wo.
Vr.
Ma.
\Yo.
Za.
Di.
Do.
Zo.
Di.
C
13
20
27
Yr.
Ma.
M-i.
Do.
Za.
Di.
Do.
Zo.
Wo.
Yr.
Ma.
W0.
7 .
14
21
28
Za.
Di.
Di.
V r.
Z>.
Wo.
V r.
Ma.
Do.
?,,
Di.
DJ.
Deze practische kalender, beslaande een
oppervlak, veel kleiner dan uu hier inneemt
op het papier, werd door het Amatel-Hó el
te Amsterdam aan zijn begunstigers" ron
1gezonden, in gouddruK op schildpad, met aan
de andere zijde een memorandum', waai op
potloodnotities kunnen worden gemaakt, en
waaivin zs weer gemakkelijk kunnen worden
weggeveegd. De text is, in 't be!arjg van
het internationale hö:el-publiek in het Franitch
gesteld.
Dtze kalender is werkelijk uiterst
p"actiech. Als men een beetje aan zijn taai ge
wend i«, beantwoordt bij dadelijk alle vrpgen
die rnen een kalender stelt.
M. r.
wel goed op het kompas zeilen. En Makfijt
kan ook wel een koelij^ in zijn rug
velen. Denk bovendien e-ns aan dn kust
verdediging. D.ia'bij zul'en alle zeilen
moeten worden bijgezet er. zou j3 ze
kunnen vallen mat des winds
vooruitstuwande kracht a's Duimpje niet naas.
j=) met bolle waagea ste blazen stoadr
Xeeu mijn bsste, wat j >uw ontbrak, dat
was de jaiste winderigheid. Kolkman
en jij, kunnan wel zoo'ii aangename
labbarkoelte om j i hsan verspreiden,
maar de bries, die een orkaan wordt,
dia niets dan wind, d in de meest winderige
wind is, daarvoor moet je toch bij
Duimpje wezen. Inplaats dat hij je nu
met a neusgat de ministers wegblaast.
moet j 3 hem met de duimsn in de arms
gaten van zijn vest en met beide neus
gaten open naast j J zetten: beter hard
geblazen dan den mond gebrand! Dat
is politiek, m'n beste!"
Theo was werkelijk door mijn
lana;ademigeredevoeringheelemaal opgehaald.
Het was als had hij zichzelf terugge
vonden, en toen hij een half uurtje later
opstapte was hij de oude weer. Ea mijn
advies, zei hij, zou hij niet in den wind
slaan: Wee uwe wederpartijders," be
sloot ik, als gij hem volgt, het zal wezen
als de Psalmist zegt: de goddeloozen
worden heengedreven door den wind
als het kaf."
Zoo zij het, mijn jongen, ten spijt van
jou en je vrienden: de wind waait uit
den goeden hoek, en wij drijven boven!"
Je Oom Jooocrs.