Historisch Archief 1877-1940
B'. 1750
DE AMSTERDAMMER
A°. 1911
WEEKBLAD YOOE NEDERLAND
red.a.ctie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
:F. L.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden . fi . . . . f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar, bij vooruitbetaling, mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar , 0.12'/z
Zondag 8 Januari
Advertentiën van l?5 regels / 1.25, elke regel meer. .
Advertenliën op de fmantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
f 0.25
, 0.30
0.40
INHOUD:
TA» VEERE EN VAN NABIJ: Nog eens
Pope geheime circu'aire Orer
VolkspetitionnementeD, door Johan de Zeeuw.
Kroniek. Indische Ambtenaarssalarissen,
door G. Marius Nienwenhnip.
FEUILJjETON: De natte baard. E m
IJslandeche sage van T ai t Jen<en. Vertaling van
Emll Wagelin. KÜN8T EN LETTEREN:
Be Tentoonstelling van Smaakmisleiding in
het Stedelijk Museum, door Frans Coenen.
ISGEZONDEN BERICHTEN.
VROUWENRUBRIEK: De Volkspetitionnementen
voor het Algemeen Kiesrecht, I, door Martina
G Kramers ALLERLEI, door Allegra.
UIT DE KATUUR, door E. Heimane.
_Karel de Neréa tot Bibberich, met portret
ea «f b., door W. Steenhofl. De R.-K. Kerk
De Boom" te Amsterdam, met af b, door
3. B.. Eösein?. Dansavjnd van lAli Green
en Andreas Pavley, door Frans Mjjnssen.
Grafschriften.door Chari rarius.?Chari vari.
INAN'IEELE EN OECONOMISCHE KRO
NIEK, door V. i. M. en V. d. S. Kruller,
1. SCHETSJE. Ghetto ghüntjcs door
A.M.Reens. SCHAAKSPEL.
DAMRUBRIEK. ADVERTENTIËN.
?llllllllllllimillllllllHIIMHHMIIMMIIHIIIMIIMHIIMIIHI
Mog eens Fops geheime
circulaire.
Een paar blade», Pops geheime circu
laire besprekend, waren van oordeel, dat
er toch wel niet zulke bedoelingen achter
souden zitten, als Het Volk, haar open
baar makend, geloofde en ook wij zie
ons laatste nummer veronderstelden.
"We kunnen, naar aanleiding hiervan,
het volgende mededealen, waartoe de
heer X, de schrijver der bekende arti
kelen, ons heeft gerechtigd en waarvoor
hij in rechten staan wil.
In zijn eerste stuk komt voor het vol
gende geval, dat wij hier in des schrij
vers eigen woorden nog eens herhalen:
Esn ambtenaar moest binnen a ht
dagen verhuizen naar een E egorij aan
het andere eind van het land, omdat hij
omging met socialisten: 't was in den
stakingstijd en in de negorij, waar hij
heen moest, waren die niet. Hij kreeg
eenig vermoeden, klaagde zijn n od bij
een vrijzinnig-democratisch kamerlid,
want, let wel, de man was niet eens
socialist. Het kamerlid, thans geen lid
meer, wendde zich tot het hoofdbestuur,
waar hij van den hoofdambtenaa», die
de overplaatsing gelast had, te hooren
kreeg: Maar die mijnheer vergist zich
heelemaal, wij hebben daar in X (naam
van de negorij) een flink ambtenaar
noodig en toen is ons oog op mijnheer
Z gevalle'"". "Welken indruk kreegt
n?"" vroeg de heer Z aan het kamer
lid, toen die hem het antwoord mede
deelde was het werkelijk gemeend ?""
,,Ja"" antwoordde de ander, het werd
met zooveel oprechtheid gezegd en zóó
direkt, dat ik er niet aan twijfelen kan.""
Eenige jaren later hoorde de heer Z.
uit den mond van denzelfden hoofdamb
tenaar, zich bij de opsomming van andere
grieven toevoegen: Wy hebben u toen
ook nog naar X. moeten verplaatsen, om
dat u zooveel met die socialisten omgingt.""
(Laten we hier bijvoegen, dat de be
doelde ambtenaar niet alleen uit den mond
van dien hoofdambtenaar zelf dit laatste
hoorde, maar dat nog een ander chef, in
tegenwoordigheid van derden, hem hier
van in kennis had gesteld, terwijl het hem
evenzeer bekend is, op welke wijze en
door wien het Hoofdbestuur van zijn
omgang met socialisten" op de hoogte
gebracht was).
"Wie was nu die hoofdambtenaar, die
zoo knap kamerleden weet om den tuin
te leiden ? Men raadt het reeds: Hij en
de man der geheime circulaire zijn een
en dezelide persoon. Hier werd ten op
zichte der volksvertegenwoordiging het
systeem toegepast, dat ieder sedert de
publicatie in liet Volk weet, dat toege
past moest worden tegenover de vakverte
genwoordiging. Dit is ook dezelfde man,
die onze redactie leukweg vroeg de namen
te noemen der bij de door X bedoelde
feiten betrokken ambtenaren ten einde
een onderzoek te kunnen instellen"! Wij
zullen deze Robert-en-Bertrampolitiek
niet nader kwalificeeren. We hebben er
hier een staaltje van gepreciseerd, wel
licht zullen wij, of zal X zelf nog wel
eens verder gaan.
Over Yolkspetitionnementen.
Door de Sociaal-Democratische Arbei
ders-Partij ia dit najaar, zooals men weet,
een beweging op touw gezet om te ge
raken tot een Volkspetitionnement voor
Algemeen Kiesrecht.
Deze beweging is gegrond op artikel 8
van onze Grondwet, waarin den staats
burger het recht van petitionnement wordt
gewaarborgd in deze woorden :
Ieder heeft het recht om verzoeken,
mits schriftelijk, aan de bevoegde macht
'n te dienen.
Elk verzoek moet door den verzoeker
onderteekend zijn.
Onderteekening uit naam van anderen
tan alleen geschieden krachtens
schrifteijke, bij het verzoek overgelegde, vol
macht."
DJ actie voor het Volkspetitionnement,
n geluid door een nationale betooging
voor Algemeen Kiesrecht, te Amsterdam,
op 18 September jl., zal plaatselijk wor
den gevoerd, onder leiding van de respec
tieve federaties en afdeelingen der
S. D. A. P., met medewerking van de
organisaties der vakbeweging en van de
andete corporaties, welke op voormelde
nationale betooging waren vertegenwoor
digd. Het plan van actie is verder uit
voerig uiteengezet en toegelicht in de
provinciale meetings, welke op 6 Novem
ber jl. in veertien plaatsen zijn gehouden.
Nadat in een gecombineerde vergade
ring van het partijbestuur der 8. D. A. P.
en de hoofdbesturen van Liberale Unie
en Vrjjzinnig-Democratisohen Bond, op
15 October jl., door eerstgenoemde orga
nisatie was beslist, dat haar adresbe
weging veor het Algemeen Kiesrecht een
uitsluitend sociaal-democratisch karakter
zal dragen, zoodat zij een gemeenschap
pelijke actie met de genoemde burger
lijke" partijen niet kan aanvaarden, heb
ben deze laatsten besloten een zelfstan
dige propaganda te voeren.
In de vergaderingVan het hoofdbestuur
der Liberale Unie, op 20 November jl.
in Den Haag gehouden, is besloten tot
een openbare betoogings-bijeenkomst
aldaar in Januari a.s., waarbij de aan
gesloten kiesvereenigingen tot vertegen
woordiging door afgevaardigden zullen
worden uitgenoodigd. Yerder zal de actie
bestaan in het uitzenden van sprekers
in den lande om voor Algemeen Kies
recht propaganda te maken en in het
uitgeven van vlugschriftjes, waarin de
urgentie van Algemeen Kiasrecht wordt
uiteengezet.
De Vrijzinnig-Democratische Bond, op
27 November jl. te Utrecht bijeengeko
men, heeft besloten, naast hat Volks
petitionnement der 8. D. A. P. een tweede
adresbeweging voor Algemeen Kiesrecht
op touw te zetten, in samenwerking met
andere op dit punt gelijk-gezinden.
De beweegredenen waarom, de gronden
waaróp deze adressen bij de regeering
zullen worden ingediend, zijn bij de
S. D. A. P. andere dan bij den Vrijz.
Dem. Bond. Het doel, dat zij beoogen,
is echter bij beide hetzelfde, nl. dat het
beginsel van rechtstroeksch en enkel
voudig, door geen zoogenaamde correc
tieven verzwakt, Algemeen Kiesrecht voor
meerderjarige mannen en vrouwen in de
Grondwet worde vastgelegd.
Het ligt buiten de bedoeling van dit
artikel, de beteekenis en de al dan niet
noodzakelijkheid eener afzonderlijke alge
meen-democratische adresbeweging naast
het sociaal-democratische Volkspetition
nement na te gaan.
Misschien is er echter aan den voor
avond dezer adresbeweging plaats en
belangstelling voor de herinnering aan
een paar andere Volkspetitionnementen
ea wel in de eerste plaats aan die der
Churtisten, in Engeland, in de jaren
1837?1848, wier streven in menig opzicht
met het thans aan de orde zijnde over
eenkwam.
Het zag er met de samenstelling van
en het kiesstelsel vóór het Parlement in
die dagen treurig uit. De afgevaardigden
van het Lagerhuis werden deels door de
graafschappen gekozen, deels door de
steden, deels door da plattelandsgemeen
ten, terwijl er ook nog vijf door de Uni
versiteiten werden aangewezen. D 3 ver
houding van het aantal afgevaardigden
en dat der vertegenwoordigde ingezetenen
was in verschillende gedeelten des lands
verre van billijk. Zoo zonden bijv. tien
graafschappen in het Zuid-Oasten van
Engeland 237 afgevaardigden, terwijl de
overige dertig graafschappen er slechts
252 mochten benoemen. In de graaf
schappen en in de groote steden waren
dikwijls niet mér candidaten dan er
afgevaardigden moesten zijn, en dat waren
dan de aanzienlijkste heeren der streek.
Zoo wordt er verhaald van een graafschap,
waar onder de veertienduizend inwoners
slechts n-en-twintig kiezers waren, van
wie er slechts n kwam opdagen, die
na vervulliag der voorgeschreven forma
liteiten zichzelf ten slotte tot afgevaar
digde verklaarde, met algemeene stem
men gekozen! De stemmingen waren ook
niet geheim, ze geschiedden door het op
steken der handen of door onderteekende
aanwijzing in stemregisters. Er heerschte
corruptie op groote schaal; sommige
grootgrondoezitters schreven aan hun
pachters voor, op wie zij moesten stem
men, en daar de stemmingen meestal
weken lang duurden en dikwijls ver uit de
buurt werden gehouden, bleven vele
stemgerechtigden liever maar thuis.
Vele beteekenende steden, als
Birmingham, Manchester, Leeds e,a., welke
E a de regeling van het kiesrecht waren
opgekomen, konden dientengevolge geen
afgevaardigden zenden. Daarentegen
waren er verscheidene dorpen, ja zelfs
geheel vervallen plaatsen, die somtijds
uit niet meer dan een ouden muur of
een park bestonden (?rotten boroughs"),
die twee vertegenwoordigers mochten
aanwijzen, wat dan geschiedde door de
groote grondeigenaars, op wier goederen
de plek was gelegen. Van de 658 afge
vaardigden waren er 424 vooraf aange
wezen, hetzij door de regeering, hetzij
door aanzienlijke heeren^ Vertegenwoor
diging en kiesbevoegdheid berustten
dus geheel bij den hoogen adel; het
House of Commons was elechts een
schijn van een
volks"-vertegenwoordiging, en dat zou allén kunnen veran
deren als aan den werkenden stand het
stemrecht werd toegekend. Daarmede zou
de weg gebaand worden voor sociale
hervorming, welke men enkele jaren
tevoren (1831?1834) door de organisatie
der arbeiders (Trades Union) vergeefs
had pogen te verkrijgen.
Zoo ontstond de beweging der
Chartisten, dus genoemd naar hun charter",
het program, waarin zij hun eischen
hadden saamgevat. Dit omvatte een zestal
punten : lo. algemeen mannenstemrecht;
2o. geheime stemming; 3o. bezoldiging
van de afgevaardigden; 4o. algemeene
verkiesbaarheid; 5o. jaarlijksche hernieu
wing van het Lagerhuis en 60. betere
verdeeling van het land in kiesdistricten.
Voorzien van omstreeks l,280,000
handteekeningen, werd deze volkscharter",
op karren geladen, op 14 Juni 1839 naar
het Parlement gebracht door de radicale
leden Thomas Attwood en John Fielden.
Een maand later, 12 Juli, kwam de
charter in behandeling. De beide ge
noemde afgevaardigden verdedigden ze,
maar de regeering wilde er niets van
weten, en met 237 tegen 48 (radicale)
stemmen weigerde het Parlement, ze in
behandeling te nemen.
De teleurstelling en verbittering waren
groot en in sommige steden, o. a. te
Birmingham, kwam het tot ernstige on
geregeldheden. De hoofdleiders, O'Gonnor
en O'Brien, keurden die echter af.
Allengs keerden vele arbeiders den
Chartisten den ru» toe en trachtten
hun lot te verbeteren door nauwere
aansluiting te zoeken met hun patroons
en aan het Parlement wetten op den
arbeid te vragen.
Op 2 Mei 1842 werd een tweede Volks
petitionnement met veel plechtigheid
naar het Parlementsgebouw gebracht,
onder leiding van den radicaal Thomas
Ducombe. Deze stelde ook in het Parle
ment de motie voor en verdedigde ze,
maar ook ditmaal werd ze afgestemd,
met slechts 56 stemmen vóór behanieling.
Deze charter ging van ongeveer 3,300,000
handteekeningen vergezeld, maar later
bleek, dat vele ervan valsch waren.
Niet onafgebroken is de beweging der
Caartisten van 1837 tot 1848 blijven
voortduren; zij hing daarvoor te veel
samen met de crisissen in de industrie.
De Februari-Rsvolutie van laatst
genoemd jaar in Frankrijk gaf den
Chartisten moed, om een nieuwe poging
in het werk te stellen. Te Kensington
werd een groote betoogiig gehouden,
die de regeering korten tijd zóó bevreesd
maakte, dat zij aan Wellington de veilig
heid van Londen toevertrouwde, en
170,000 burgers zich als vrijwillige politie
agenten aanboden. Maar O Cjnnor, de
leider, was af keerig van geweld. Op 13
April bracht hij de monsterpetitie zelf
per rijtuig naar het Parlement. Zij telde
ruim 5,700,000 handteekeningen, miar
toen men haar onderzocht, bleken er
maar 1,975,496 echt. Niet alleen kwamen
vele handteekeningen meer dan eenmaal
voor, maar ook was de petitie
onderteekend met de namen van... de Koningin
en Wellington!
Zoo werd de Chartistenbe weging over
geleverd aan de algemeene baspotting
en stieif een roemloozen d>od.
Ook ons land heeft een tweetal Volks
petitionnementen gekend, en al stonden
,ij in geenerlei verband met het
kiesrechtvraagstuk, 't is m sschien toch wél
nteressant, even aan het verloop te
ierinneren.
Het eerste is meer algemeen bekend
onder dea naam van April-beweging",
en viel voor onder het eerste
ministerieThorbecke (1849?1853). Tot dien tijd
tiad de Katholieke kerk in ons land
bestaan als missie", onder het bestuur
van bisschoppen in partibus infidelium
[d. i. in landstreken, door ongeloovigen
bewoond) en de algemeene leiding van
den vice-superior, die gewoonlijk de
internuntius was. De nieuwe grondwet
van 1848 had het re^ht van placet"
opgeheven, zoodat de van Rome uit
gaande mandementen niet meer door
den staat behoefien te worden goed
gekeurd. Op grond hiervan meende de
Paus voortaan de kerkelijke inde«ling
geheel vrij naar eigen inzichten te mogen
regelen. De regeering beaamde dit, maar
in strijd met haar wensen om vooraf te
worden ingelicht over den inhoud der
nieuwe organisatie en het tijdstip waarop
deze zou worden ingevoerd, werden on
verwacht bij een nieuwe Kei korde vijf
bisdommen ingesteld: Utrecht, dat de
zetel van den aartsbisschop zou zijn, en
de suffragaanbisdommen Haarlem, Den
Bosch, Brdda en Roermond, wier biischop
aan dan aartsbisschop ondergeschikt zou
zijn. De regeering achtte zich door den
Paus genegeerd, de Protestanten gevoel
den zich gekrenkt door 's Pausen spreken
van Calvijns dwaalleer" en van?Utrechts
aiouden luister en roemrijke herinnerin
gen". Een storm van verontwaardiging
stak op, en al wat Protestant was
teekende druk mede op het adres aan Koning
Willem III, waarin deze verzocht werd
het dreigend gevaar" af te wenden.
Te Amsterdam werd den Koning een
adres met meer dan 200,000 handteeke
ningen aangeboden. Dat wis de
Aprilbeweging van 1853, die de aanleiding
werd van het af treden van het ministerie.
Niet een uitspraak van het Parlement
had het ministerie ten val gebracht,
maar de wil des Konings.
Het tweede ministerie-Van Hal'
trad op (1853?1856), waaronder het
tweede Volkspetitionnement viel. Was
bij het eerste een kerkelijke kwestie de
aanleiding, thans de school. Evenals de
eerste maal ging ook nu de leiding uit
van de jonge Anti-Revolutipnnaire partjj,
die zich om Groen van Prinsterer begon
te vormen. Van Hall wist een wet op
de kerkgenootschappen te doen aannemen,
waarin bepaald werd dat vreemdelingen
voor de aanvaarding der kerkelijke be
diening koninklijke toestemming noodig
hadden en het kerkelijk gewaad slechts
binnen gebouwen en besloten plaatsen
mocht worden gedragen. Minder voor
spoedig was de minister met zijn wets
voorstel op het Lager Oaderwijs (1856),
waarin de neutrale openbare school,
zónder erkenning van het bijzonder onder
wijs, werd geregeld. Da wet ondervond
in de Tweede Kamer veel tegenkanting
van de zijde der Anti-Revolutionnairen,
die de school zooveel mogelijk aan het
staatstoezicht wilden onttrekken en in
richten in overeenstemming met de
Christelijke beginselen. (Ia 1854 was
een gelijkluidend voorstel van Groen van
Prinsterer door de Kamer afgewezen).
De Anti-Revolutionnairen wisten een
nieuw Volkspatitionnement op touw te
zetten, dat den Koning op Het Loo
werd aangeboden.
Het ministeriaviel en werd vervangen
do ir het kabinet-Van der Brugghen
(185°1858), dit de wet op het Lager
Onderwijs van 1857 tot stand bracht.
Het regeeringsvoorstel om in sommige
gevallen bizondere scholen subsidie te
verleenen kon echter in de Kamer geen
meerderheid verkrijgen. Het eenige wat
de beweging der Anti-Revolutionnairen
uitrichtte, was, dat De Rappard erin
slaagde het bizonder onderwijs vrij" te
maken, d. w.z. het werd nu, na 1857,
onder zekere voorwaarden geduld.
Zaltbommel, JOIIAX DE ZEEUW.
30 Dec. 1910.
KRONIEK.
GKAAG or HAANTJES."
Den katholieken is verweten, door de
N. B. Ct, dat ze graag op de baantjes zijn.
Zeer onbillijk was het van dit liberale
orgaan van graagheid als van iets heel
leelijks hen te beschuldigen, die zoo lang
zoo heel lang hadden mosten hongeren!
Natuurlijk zijn de anti-revolutionairen en
de katholieken, die om velerlei redenen,
waaronder zeer gerechtvaardigde en zeer
ongerechtvaardigde, achteraf stonden, op
iet oogenblik des te grager nu hun buikje
minder gevuld is! En het is zeer
begr\jpelijk, dat zij, in de haast die ze hebben
om hun baantjes-honger te stillen, met een
zekere schrokkigheid te werk gaan
net als, onder precies dezelfde omstandig
heden, de liberalen het zouden doen:
beialve dan natuurlijk de N. B Ct., die men
zich niet anders dan verzadigd denken kan.
Nu hebben de Katholieken, boos over dat
graag op baantjes' eens lijsten afgedrukt,
waarop netjes statistisch uitkwam hoe
uiterst gering het aantal katholieken is,
dat in de openbare ambten zijn plaatsje
beeft.
Dit zijn aardige statistieken, die natuur
lijk wel hoogst onvolledig en zeker al te
select" zijn, maar die toch ongetwijfeld
het recht geven te concludeeren, dat de
katholieken in de openbare ambten zeer
slecht vertegenwoordigd zijn.
Voor den doorsnee-lezer van Tijd, van;
Centrum en van Maasbode beteekenen die
statistieken natuurlijk: dat de katholieken
volstrekt niet graag op baantjes" zijn, in
tegendeel zeer bescheidea!
In werkelijkheid echter beteekenen ze
wel niet anders, dan dat de katholieken
achteraf zijn op dit gebied, en ongetwijfeld
tot zekere hoogte zijn achteraf gesteld.
Met belangstelling hebben wij weken lang
gewacht op wat de N. R. Ct. zou betoogen
ter beantwoord'ng dezer druppelsgewijs
gepubliceerde statistieken.
Dat het blad zou erkennen: zeker, gij zijt
oo&achteraf gesteld, door ons, deugdz tme libe
ralen, zoolang wij aan het bewind waren,
gij, zoo goed als de fijnen", - zie dat
verwachtte niemand die de defcigheid, ds
ware deftigheid kent! Maar het is n u j u's t
zulk een intellectueel genosgen de deftig
heid in den knel te zien. Esn kat doet, in
de benauwdheid, gekke sprongen. Maareen
statige burgerheer, van het genre als in de
advertenties net" wordt genoemd, doet
er zér amusante.
Het artikel, dat zooveel moeite had ge
boren te worden, begint in den toon der
geveinsd-hooge onverschilligheid: vervolgt
met argumenten die, gegeven om de libe
ralen geheel en al schoon te wasschen,
aannemelijk maken hoe niet alle schuld op de
liberalen rust: wijst verder op de geringe
belangstelling, die katholieken hebben voor
de publieke zaak, hun weinige lust in open
bare ambten! Ai! Arme N. E. Ct.! maar
dan zijn die Roomsehen dus weer NIET
graag op de baantjes" ? ?
Ziedaar de poes, die al ronddraaiend, in
haar eigen staart beet!
De Roomschen waren, naar onze meening,
niet zoo graag op de baantjes gewis óók
hierom, omdat zij buiten de groote klieken"
stonden, die de lakens uitdeelden sinds jaar
en dag, onder den zegen van de N. R. Ct.
Nu vormen de Roomschen zelf een deel
van een machtige coalitie: En zoodra zij
evenlang hebben geregeerd als de liberalen,
geeft de N. B. Ct. statistieken om te
bewijzen, hoe men fijn" moet wezen of
Roomsen om op baantjes" kansen te hebben.
Faganist of uitverkorene, de mensen
is graag"!
Indische Ambtenaars-salarissen.
Bij de algemeene beschouwingen over de
Indische Begrooting in de Tweede Kamer
heeft de heer Bogaardt terecht gewaarschuwd
tegen het gevaar van uitbreiding der
bestuurs-uitgaven en opdrijving der trakte
menten. Dat is een gevaar, dat men niet
onderschatten mag. Elke begrooting komt
met nieuwe salaris-vei hoogingen, nieuwe
sommen voor administratieve doeleinden,
terwijl de uitgaven voor onderwijs en irrigatie
tot een minimum worden beperkt omdat
de middelen geen grootere uitga ven toelaten!
Jaar op jaar heeft de heer Bogaardt op
dit aanbeeld gehamerd, zegt.hu, maar zijn
stem was die eens roependen in de woestijn.
Waarom laat de heer Bogaardt het dan
toch immer bij hameren? Waarom komt
hij niet eens met iets positiefs voor den dag ?
In 1905 schreef die zelfde heer Bogaardt
uit Bat a via aan De Echo: 1)
Als ik iets in de melk te brokkelen had,
zoo ik voorstellen, de traetementen te
brengen als volgt:
Landvoogd ?8000 'smaands;
Vice-president en leden van den Raad
van Indiëieder ? 2000 'smaands;
Directeuren van algemeen bestuur, ieder
? 1750'smaands;
Algemeene secretaris ? 1750 's maands;
en zoo naar rato van bovenaf. Op deze
wijze bazuinigende zou men minstens een
paar millioen overhouden om dat te ge
bruiken voor andere en nuttiger doeleinden.'*
1) Da heer U. maakte er in Indiëgeen
gebeim van dat hij correspondent van DA
Echo was.