Historisch Archief 1877-1940
No. 1750
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND,
een jongen man in ondergeschikte betrek
king,^ feu bBadeJsflraaa) waar by neg
bewfMB moet. of bq yoornit r al knnnen
komea, weet vooruit, dut »ij sich alle weelde
ral nte*t«n oatiecgea en zeer zal moeten
rekenen <an tomA te kamen.
Maar een meisje, dat in liet ba weljjk treedt
met een jvag Der!-assistent, weet niet voor
uit wat baar te wachten staar.
Zjj moet knimen wennen aan een eenzaam
pfontenleven in de binnenlanden van Sumatra;
als eenige passage voor bare woning, heeft
zjj voorbijtrekkende Koelies, in hoofdzaak
Cbineezeo, wier eenige kleeding is een gore
lenden-doek.
Haar eenige conversatie is de paar andere
dttnea op de onderneming en de
administratwtrsvrouw, zy kan dns baar conversatie niet
biezen.
De maatschappijen knnnen wel een jong
inenten, aanstellen en opleiden en hem het
aoodige salaris geven om in de eerste jaren
van te leven, maar zy kunten hem niet
direct een positie garandeer er, zoo, dat hu
aicb met een gezin kan vestigen.
De assistenten zien zelf de vele bezwann,
die er aan verbonden zijn jong in het huwelijk
te treden zeer góéd in: er heeft tot nog toe
e*a klein percentage gebruik genaakt van
de bepaling dier maatschappijen, dat zij na
htm vijfde dienstjaar in het huwelijk kannen
treden.
Ik kan in deze materie des te
onbevoor?ord«*lder spreken, omdat ik niets met
TatakomaatEchappjjen of hunne Directies
tob uit te staan, naar door langdurig
verWijf in Deli in de tabak in diverse rangen
?lij dankt het recht heb, in deze my'n opinie
ten beste te geven.
En ate de heer Bas Veth racen bad in
Holland met zijn «f brekende critiek van alles
wat iets met Nederlandsen. Iniiëte maken
had, zoo voorspel ik ook den beer P. veel
toecM bij de lezers van de Groene", die al
rillen bjj de gedachte, dat de
tabaksmaat«ebapprjen er op uit zijn, hnnne zonen, hnnne
broeders met voorbedachten rade bloot te
stellen aan ren leren van geslachtsziekten
en al de gevolgen van dien.
De jonge mannen, die in Deli mijn colle
ga's waren, ook zij die naderhand bij mij
gewerkt hebben als assistent, ten elotte zij,
die ik als verlofgangers in Holland mocht
ontmoeten, zagen er over het algemeen zoo
bizonder gezond, vroolijk en opgewekt uit,
d*t ik n>y voorloopig nog niet zoo erg ongerust
maak over hnn l'chamelyken en geestelijken
toestand.
De beer P. maakt zich van deze zeer
ernstige beschnldifiing af door lichtvaardig
uit te roepen: Informeer maar eens bij
doktoren, die een Jaar of wat bij eene van
de groote tabaksmaatschappijen als hospi
taaiarts fungeerden."
De doktoren bij wie wij moeten
informeeren, zijn door hun ambtsgeheim gebonden
informaties ie geven op dat gebied. Ten
tweede: al konden zij vertrouwbare statis
tieken overleggen, dan zou men die moeten
kannen vergelijken met die van ongehuwde
jonge mannen in Nederland om tot een
zuiver beeld te komen of de toestand zoo
onrustbarend is als de heer P. ons die wil
afschilderen. Zonder het corcubinaat in Indi
ook maar eenigsiins te willen verdedigen
boven een wettig huwelijk, heb ik dikwijls
ervaren artsen in Indiëhoeren beweren, dat
bet leven -van een jongen man met een z.g.
huishoudster veel minder gevaren aanbiedt,
dan dat van een ongetronwden jongen man
in de groote steden van Europa.
Zeer gaaine wil ik medewerken om de
maatschappelijke positie van den assistent
in Deli te verbeteren, die feitelijk al meer
gerezeld is als die van adm. tegenover
boofdadm., maar wanneer men aankomt met
eenzijdig overdreven stukken om het
Nederlandeche publiek weer eens te laten zuchten
over de ontzettend immoreele toettanden in Leli,
dan meet ik daar even tegen cpkomer.
Amersfoort,
JJD. 1910.
E. ROODIIUYZEN.
Aan het bovenstaande gaven wij plaats,
omdat wij na de ernstige beschuldigingen,
door den beer Prins geuit, aan een verdediger
der Delircbe tabakmaattchappijen gaarne het
woerd lieten. Daar de heer Prins, in Amerika
wonend, niet zoo spoedig zal kunnen ant
woorden, willen wüer voorloopig op wijzen,
dat geen van zjjre bezwaren is weerlegd.
De inzender vangt aan met te zeggec, dat
ook hij het gedwongen coelibaat" afkeurt
en in het algemeen het gezinsleven wil
bevorderen, en in het bizonder dat onder de
assistenten in Deli," maar hrj doet verder
niets anders dan de dwang tot dat coelibaat
verdedigen, en slechts voor h*t gezinsleven
met inlandsche huishoudsters spreekt hij een
tenminste ver-goelrjkend woord.
Natuurlijk hebbeu de Delhche financieele
ondernemingen het recht een billijken
j.roeftijd te eischen van hnn assistenten. Zulk
een proeftijd, in Nederland zes maanden of een
jaar. kan wellicht twee, zeg twee en een
balf jaar worden in 'Indië, (dan kan men
iemand toch kennen I) Maar een ondergeschikte
vijfjaar lang openlijk en bedekt den huwe
lijken staat verbieden is ons dunkt dit
glashelder werkge, vers-willekeur: Des te
minder te vergoelijken waar geslachtsziekten
er regel door worder, volgens da pertinente
verklaring ?an den heer P ins, welke verklaring
do«r den grachten inzender niet i's weertproken.
De heer Roodhr.yien zegt alleen: se zien
er gezond uit"l En: de medici zijn door
ambtsgeheim gebonden." Jawel: medici zijn
gebonden door hun ambtsgeheim, zoodra
bet betreft bijzondere personen maar niet
als iet geldt d« erkenning of ontkenning
van een i gen tegel in een gaEBche landstreek !
Het ganecbe, zér errs'ige reqiisitoir van
den beer Prins tegen de Delische
tabakmaatschappijen staat dusonireechokt overeind.
Wübegrijpen niet, dat het Nederlandsche
publiek dit zoo flegmatiek opneemt.
EED.
Be Reclificrtib" yaa den toer J. Kiestra,
De heer Kleefstra heef c de vriendelijkheid
gebad mij te doen toekomen zijn artike1,
voorkokende in De Amsterdammer van 27
November j.l, Iets over het onderwijs in de
Wiskunde", naar aanleiding van mijn brcchnre:
Wordt de rekenkunde logisch behandeld?"
Toen ik dat artikel gelezen bad, dacht ik :
Hoe is het nu? Kan mijn brochure den
beer Kleefstra in den waan gebracht hebber,
dat ik de daarin behandelde onderwerpen
aan mijn leerlingen van de H. B. 8. onderwijs?"
Daarom tchreef ik hem meteen, het met
hem eens te zijn, dat die stcf niet geschikt
ia voor jeugdige leerlingen, dat ik aan de
H. B. . van het besprokene ook alleen
behandel zooveel van de evenredigheden,
als noodig is voor het onderwijs in de
meetkucde, dat de brochure niet handelt over
het onderwijs in rekenkunde aan de H. B. S.,
maar over dat onderwijs aan
candidaat-hocfdonderwijzfrf. Eo ik verzocht hem daarom zijn
oordeel in De Amsterdammer te herroeper.
Het antwoord daarop van den heer Kleefstra,
waarin hij me o. a. meedeelde, dat bij de
brochure nog eens zou nalezer, om te zien
of bij r66 verkeerd geleien bad, stelde mij
gerust omtrent de herroeping, die, naar ik
vertrouwde, zeker komen zou.
De rectiflcatib" is gekomen. Maar hoe?
Zóó, dat ik niet nalaten mag er iets van te
zeggen.
In de eeiste plaats kom ik er tegen op,
dat mijn leerlingen van de P. B. P. ztuden
gediend hebben als proefkonijntje?, wel niet
voor de nieuwe theoiie der rekenkunde,
maar dan toch voer de nieuwe theorie df J
evenredi(ihe-d»-r. Ik zal daar ni«t meer van
zeggen dan dat r;et niat waar ia, omdat dit
iets ip, dat ailpt-n mij en mijn leerlingen
aangaa'. pn ?ii noch ik er onder iiidfn, als
de heer Kleif-tra ren verkeerde meening
over DU ij n onderwijs hfeft.
Maar inde tweed* plaat?: de beer KJetf.^tra
meent, dat zijn r-etoo* in het minst cut
veizsvakt wordt. Dat is erger. Wat ia het
geval ? Naar aanleiding van myn brochure
schrijft de heer Kleefstra, in den waan, dat
die brochure handelt over htt cnderwijt in
rekenkunde aan de H. B S. een heel betoog
over t et verkeerde van dat onder wij ?, van
welk betoog bet slot is: Maar is het dan
niet te mal om van te praten, dat een
twaalfjarige Hoogere Burgerscholier, geheel
buiten het practiech rekenen om, bezig ge
houden wordt met voor hem onveiteerbare
theoneë? "
Bünalezing die op juister tijd zou heb
ben plaats gehad, als zij geschied was, vóór
bet betoog ter perse ging blijkt den heer
Kleefstra, dat de brochure handelt over het
onderwijs in rektnkunde aan
candidaat-fioofdonderwijzeis, en hij herroept zijn betoog?
Neen, hjj schrijft: Maar mijn betoog wordt
er in htt minst niet door verzwakt,...."
En waarom niet? ...want de leerlingen
eener Ie klaese H. B. S. worden wel degelijk
algemeen gekweld met de phiiosophieche
grondslagen der wiskunde, wat volgens een
gerenommeerd man juist zoo goed is, om al
direct de tcbapen vandebo ken te scheiden."
Naar aanleiding van een brochure wordt
betoogd, dat het onderwijs in de rekenkunde
aan de H. B. S niet deugt; maar als bij
betere lezing blijkt, dat die brcchure daartoe
geen aanleiding kon geven, wordt dat betoog
toch in het mimi wet vtizwakl, omdat.... de
heer Kleefstra over dat onderwijs zelf zijn
meening h et f t en dank zij de u ttpraak van
een gerenommeerd man.
't Is mogelijk, want er is veel mogelijk.
Maar als door het uitschakelen van mijn
brochure des heeren Kleef;tra's betoog niet
wordt verzwakt, dan kan zijn betoog ook niet
versterkt worden door die brochure er bij
te halen. Och, waarom is ze er dan bijge
sleept ? Daardoor kon het toch schijnen, alsof
het betoog er wel door versterkt werd.
H. C. DEBKSBN.
* **
NASCHRIFT.
Be heer Derksen is niet gauw te rieden.
tiet naakte feit is dit: de theorie der
rekenkunde is vak van onderwijs op elke
H. B. 8. De leerboeken f oor dat vak sijn
geschreven volgens htt oude recept van de
rationalistische pbiloEOpbie der 18de eenw.
Kinderen van 12 jaar wordendieniengevolge
bezig gehoudtn met voor ben onbegrijpelijke
theorieën, waarvan de best aangeleiden de
portee eeist snapper, r adat :e de wiskunde
otd r de knie geiregen hebben. Door deze
taktische fout is du belangstelling voor de
wiskunde brj het tegenwoordige jonge ge
slacht in bedenkelijke mate verzwakt.
Uit liefde voor de wiskunde en uit liefde
voor het kind hoop ik een ingrijpende her
vorming in de methodiek der wiskunde tot
stand te zien komen.
De brochure van den heer Derksen was
mij een gereede aanleiding, om mijn stieven
eens in de Gicece te piopageerrn. Ziedaar
de epil van dei e zaak.
Dat de brochure van den heer Derksen
handelt over de rekenkunde voor
candi.daaihoofdonderwijzers blijkt cer^ers uit. Er is geen
aparte rekenkunde voor candidaat-hoofdon
derwijzer?, er bestaan t Leunt en der reken
kunde, en die worden in tanden gegeven
vt>n 12-jaiige kinderer.
Ste.t de teer Derksen weh op het stand
punt: weg met allf, philoKphisih gezeur toor
knoeten van 12 jaar? Volt trekt tiet. Hij
vindt de btttaaude tijue fi.rmuleeringen niet
logisch genoeg, getft nieuwe formuleringen
in de plaats, die anderen weer zullen wraken.
Allemaal ten dienste vaii
candidaat-hoofdonderwijzers? Maar ik zie al een tteorie der
rekenkunde van H. C. Derkstn aankomen,
opgesteld volgens c'e nituse logische grond
slagen. Zal d«n de heer Derksen een zuur
gezicht trekken, als dit boek nas85 zijn
meetkucde en algebra gebruik* wordt in de Is'.e
kiasse eener H. B. S. cf Gymnasium?
Dit moeten we ra.i. bereiken:
1. leerboeken der wi-kande voorkinderen
IKIIEiEt
IVIEUW
; 1911
Industrieele Maatschappij
TROMPENBURG,
Amsterdam.
iimiiiiiiiiiMiiiiiniiiiiiimiHiiiMiiiiiiiiKiniiiiiimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii
kun gevoel was afgestompt door <ie n
eentonigen neerslag en de uren lang volgehouden
waakzaamheid. Eensklaps onderscheidde Sira
Skuli een ster in den zwarten nacht, die als
het ware een vonk in zijn verwarden geest
deed ontvlammen een ster ? Neen, dat was
immers bet licht in zijn eigen pastorie? on
der dezen lichttcbyn sliep Jornn met Sofie
aan baar borst.
De scLirnmel stond aan den oever van de
Noorderbeek, op de plaats, waar Skuli voor
zijn huwelijk steeds overstak, dat diepe, moe
rassige gedeelte niets dan die donkere
s ang, die beek, nog een schaduw donkerder
dan de nacht, was magenen hem en het licht
daarginds, tusfchen hem en Jorur. Haar
mond zou zeker, als gewoonlijk in den slaap,
een klein eindje open staan, en de t wee lange
mnizentandjas waren dan even in het roode
fluweel der onderlip gedeukt.
Diep beneden zijn verslapte zintuigen be
woog zich zijn belofte, sprak zij als het ware in
den slaap.
Doch thans dezen natten nacht den
omweg van een uur en hij had het vroe
ger immers zoo dikwijls gedaan...
En de schimmel wilde bet immers zelf.
Het was eigenlijk geen bewast wikken en
wegen, dat door zijn hersenen trok, het was
slechts een reflf xbeweging van vroegere ver
zoekingen, om direct over te steken. In zijn
binnenste was niete, de zelfstandigheid was
ingeslapen, bij liet den schimmel handelen,
zioals hij den gebeelen tijd gedaan had,
Slechts n zwakke rak aan de tengels en
de schimmel zon opzrjde afwijken, lange den
oever der beek, tot aan de doorwaadbare
plaats.
Doch deze ruk kwam niet.
Uit gewoonte trok Sira Sknli de stijg
beugels op en bond ze kruiselings over den
hals van het paai d, opdat het dier er niet
onder het zwemmen met de pooten in ver
ward zou geraken en in zijn bewegingen
gehinderd worden toen stapte de schimmel
voorzichtig in het water.
Sira Skuli voelde iets als vloeibaar fluweel
rondom hem opstijgen; vocht gevoelde hu niet,
zijn huid was doortrokken met water en had
alle gevoel verloren. Het geronnen fluweel
besteld door H. M. de Koningin.
12, 16, 18 en 25 P.K.
Indiistrieele .Tlantsehappij
TROMPENBURG,
Amsterdam.
omvloeide hem murmelend, hij hoorde bet
rnischecde vloeien, hij boorde bet zacht
klinken van den toom en het proesten van
den schimmel tegen het spatten van bet
water. Totn voelde bij, hoe het paa-d op
het water zwom, hij lag als hut ware in
kussens gebed, werd zacht wiegend door de
watergoifjes gedragen, vee de zich half sluime
rend hoog in delucat onder den iemei geheven
en voortgewiegd door zachte veeren wolken.
Hij naderde den overkant, het licht slak
tegen het donker nf a!s ten gouden gedenk
penning tegen zwart zwanendons1.
Eensklaps steigerde de schimmel, hij ge
voeld?, hoe het moeras sluipend om zijn
voorpooten kroop, gevoelde het als een beet
van een onderaardecfcen vijard, die daar
beneden lag en het juiste oogenblik af wachttp.
Doch het steigfren maakte, dat bij voor de
tweede maal dieper in bet zuigende tlijk
zonk, en toen vergat het dier zijn meester ge
heel het steigerde opnieuw, sloeg met de
pooten in het rond en streed om zijn leven.
En de stroom greep het dier aar. Xiet
meer een stroom van fluweel, die door den
nacht murmelde, neen, een siroom vol
begeerige afgronden met echnimtanderj, die
bleek door het duister lichtter,
golvenscoeten, welke het moede dier voor zich uit
stieten, onbarmhartig, onweerstaanbaar als
vloeiend, doodkoud, metaal. De schimmel
wierp zich opzijdr, zooals dieren in den
uitersten doodsnood doen, met den rug
trachtte hij de kracht van den stroom te brek er.
En Sira Bkuli giet d van hem af, teen hij
zich omwierp; aan de stijgbeugels had hij
immers geen houvast, hij bad alleen de
tengels en die t(ok de schimmel mede in
zijn doodstrijd.
Zoo streden zij dus ieder voor zich.
En eensklaps ontdekte Sira Sknli, dat de
poedel medezwom. De sterke stroom drukte
zijn wolligen pels tegen Sira Skuli's waug,
wieechbaaraf?en het ging Sira Sknli door
merg en been, dat de dood hem nabij -was.
Doch sterven wilde hij niet. Hij plaatste zijn
reuzenlichaam tegen den stroom in, beproefde
met een uiterste klachtinspanning het on
mogelijke en vergat het eenig mogelijke, om
zich namelijk met den stroom te laten gaar.
'n de Noorderbeek smeet hem omver,
smakte met ziju reusenlichaam in zijn
go1veümuil als een reuzenslang, die zijn
prooi eerst weak maakt en kauwt, voor zij
eindelijk s'ik t.
Met gebroken oog, half verstikt, keek Sira
Skuli cog nmaal naar het land, keek naar
het licht, dat nog stil afjtak tegen de duis
ternis als een geulen gedenkpenning tegen
zwart zwanendons.
Eu in zijn doodstrijd, lerwijl hij bewuste
loos met ddn stroom werd nae ".e^esleurd, zag
hij Jorun's warme borst en haren
halfgeopenden mond....
De kleine Sofie schreide zach'jes en Jorun
legde het kind aan de andere borst. Doch
Sofia verlangde niet te drinken, zij wilde
alleen maar anders liggen en zoodra zij baar
zin had, eliep zy weier ir, het warme
znigelingenkopja op den weeken bovenarm der
moeder. Jorun keek naar de klok, het was
twee uur, Skuli zou wel in den loop van den
nacht thuiskomen, doch zeker nu neg niet...
En terugzie kend in haar lichten
moederslaap moefct zij in haar binnenste er over
glimlachen, zooals het kinderkopje, zonder
kracht, alleen door de warmte aangetrokken,
steeds vaster tegen haar lichaam aandrong
en ten slotte het geaeele gezichtje zich in de
okseH.olte nestelde. Zy hief het een weinig
op, uit vrees dat de kleine zou kunnen stik
ken, doch dadelijk daarna was het kind eigen
zinnig wederraar het oude plebje
gedrongenals een lichthongerig twygje dat de zon
Eastre*fN
Toen sluimerde Jorun in, half luisterend
naar de lichte ademhaling van het kind, half
naar de deuren buiten...
Tot zij eensklaps in haar bed overeind
sprong en om zich heen staarde met
groote, verwilderde oogen, met de hand langs
den mond veegde en toen naar heur hand
keek. De band was niet nat.
Zij deed het nog eens en bekeek de hand
van binnen streek er met de andere hand
langs en bekeek ze beide l Zij waren niet rj at.
Toen gilde zy het uit!
Meiden en knechts kwamen uit de andere
kamer allen, die in de groote badkamer
v»n 12?16 jaar, ontdaan van alle philosophie,
aansluitende bij de eindresultaten van het L
O. en opgesteld volgens de methodische be
ginselen van het L. O.
2. een algemeene beschouwing van de
logische grondslagen der wiskunde, al»
eindonderwijs aan leerlingen bij bet M. O, die
een philosophische richting uitgaan.
Met 2. kunnen dan ook candidaat onder
wijzers en dito hoofdonderwijzers gediend
worden.
J. KLBEFSTRA.
GERHAKT HAUPTMANN'S nieuwste
tooneelwerk Die Ratltn. Beiliner Tragikomedie,
wordt eeta'daaps in het Lewingtheater te
Berlijn opgevoerd, en veifcbijnttegelijkertijd
in boekvorm.
GEOEGE OHNET, bekend door'zijn Ma'/re
de forges en vele andere romacp, :a' dcztr
dagen zijn earste historifc'ie roman doen
verschijnen onder den titel Pour tuur Bo
<aparte. H--t bo>k zal vele illustraties bevatten
van A. de Pa'y3.
oftccïamas
40 cents per regel.
BOUWT te NUNSPEE1
Inlichtingen bij het bouwbureau Arti"
aldaar.
Hoofddepöi » AMSTERDAM- (ialverntr. 166
K. F. OBOSCHLE-BENGBE^
Piano-. Orgel- en Muziektiande!
!91eyr*»<>s «ir Halsltoven.
ARNHEM KONINGSPLEIN 9
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur
RFPAREFREN STEMMEN RUILEN
r.nnaNTIFIEDER STUK DAT KRIMPT
UHKnll 111 WORDT TERUGGENOMEN
FABRIKAMTEd VALTOI1 ZONEH AMSTERDAM
te
ATT RH v MAR~HI>"
AU BOS MAR , H l,
Amstnniiuj ij:
Kal verst? aa».
^ gQlier8breestraat.
J G. HERBERVIAN, Dam'ak.
JACOBSON & MANÜS, Kilverstaat
H. MEYER. IK H., Koninasplnn.
AHR. SCHAKEL, hi fl., Heiiits'-nwe?.
SCHADE <S ULi)ENKOT'\ N euwniijk.
N E D. IK D IK:
Hefren Kleeding Ma?. M. DE KONING,
Batavia.
Wit k -'-Mij EIREN HULV'. Bi'nvia.
W. S1VH.KOGU Soera >'ji.
V'-'deie adreceen verstrek *f p wjj
BORMES-LES-MIMOSAS. Fr- R' ?ierf>. L:jn MarpMlle-Toulor?Hyeres?St. R.) b, el. P
p rf . . lig^iue. Alle kamers ( / i Z. met t eerlijk uit-.ioht '>v 2<-n «n ?
uranu-noiei. det, Park van UO.OOOM-. p^sio- f^.s?15. p--r.su « . ,-n f>. i
Verfeeersour., Raad uisHr 16, A'dam. Ei?. G. B iü-KNSrOSZ./oorb.e -?. Rits- !r>tt>',L>
:\nr m.
STOKPAARDJES
LELIENMELK-ZEEP
^^???^^"^^^^^^^^^^^^?? ?'?'? ?^^^^^^?^?^^^^
maakt uw huid zuiver en zacht met jeugdig frissche rose, verblindendschoone teint,
verdrijft zomersproeien, puisten enz en alle verdere huidonreinheden. Verkrijgbaar
a 50 cent per Stuk bij Apothekers, drogisten, en coiffeurs.
Koopt UITSLUITEND BOTER OXDER
»e KT .4 AT GARAWOEERT U een
Boterhandel ZUID LA R K N", PBIRSENGRACHT
313.
prodnef .
TELEFOON 8935.
sliepen, kwamen, bleek van angsr, aanloopen.
Jorun etond m haar hemd voor et bed, met
oogen vol ontzetting.
Sïuli is verdronken/' riep zij uit. Hij is
zeker verdronken l Hij kuste mij en zeide mij
vaarwel en zijn baard droop van het water."
Toen vloog zij langs allen voorbij naar
buiten doch bij de huisdeur hielden de
meiden hfar tegen, wat wilde zij buiten in
den nacht ?
Zij zeiden haar, dat het een droom was. Het
bad niets te beteekenen, in het geheel nietp.
T t1 gen den morgen zou Sira Sinli wel komen,
eerder kon hij immers in het geheel niet
thuis zijn.
Hij kon niet, dat wist Jorun zelve wel, by
zoo'n langen, langen weg ...
Zwijgend en beweegloos stond Jorun voor
het venster, de mei ien sloegen haar wat om
en niemand g':ng naar bed. Dat Sira Skuli
omgekomen was, daaraan twijfelde niemand,
die bekentenis sprak uit ieders oog en de
wangen werden doodsbleek.
Jorun bleef staan en de nacht verstreek;
het kind schreide, doch zij hoorde het niet.
Zij keek slechts naar buiten inde duisternis,
steeds naar buiten, voelde hare vingertoppen
jeuken en wist, dat iy alleen verlangden om
in het duister te graven, heoi uit te graven
uit der aarde diepate graf. En van tijd tot
tijd gevoelde zij weder den kus op haren
mond, het natte wisschen van den baard
over haar gelaat en telkens, wanneer de
herinnering baar als een kaude rilling over
het geheele lichaam voer, was het baar,
alsof een au van smart, geel als een vlam,
zich uit haar keel een weg moest banen. Met
de vingers in de gehaakte kant van heur
hemd gestoken,versteend door hetlangestaren,
stond zij daar met een gevoel, alsof zij
zichzelve verliet, haar eigen lichaam hier aan het
venster, en naar buiten schreed in de duis
ternis, deze opzij de duwend met hare handen
zooals de kiel van een schip het water opzyde
duwt weg, weg, door de duisternis lot hem.
Zij waagde bijna niet adem te halen, in het
vage bewustzijn, dat iedere ademtocht den
dag nader brecht, en daarmede ook het ontzet
tende haar nadeide.
En gepijnigd door de gedachte, hem nooit
weder te zullen terugzien, zag zij iem juist
zoo voor zicb, zooils dij haar tiet duidelijkste
voor den geest stond. Zooals hij in den zotner,
op zijn schimmel gezeten, tot model cediend
had voor den vreemden beeldhouwer, die een
ontzaggel ij k gedenkteeken uit IJsland's
sagentijd wilde scheppen. Zij rau die beiden voor
zich den sterken benget met ds ranke borst,
den bevenden bek, de snuitende neusgaten,
de oogen, waaruit het ras straalde, de spitse
beweeglijke ooren, die als het ware zijn ver
stand verrieden, waaruit zijn onvermoeide
aandacht sprak.
En hem!
Zoo slank, zoo groot en sterk, het gelaat
met den vollen baard hong-opgericht tegen
den wind, de open, zelfbewuste oogeu, die
met een zuiver geweten de weield inkeken,
in ds omlaaghangende band de zweep met
de zilveren steel die de beeldhouwer in
een staalblanke bijl had herschapen.
En ergens daar buiten in het duister lag
hij dood? haar vingers jeukten l
Graven, graven, graven naar hem.
Den schimmel vonden zij spoedig; h\j lag
niet ver van den oever, zat vast in het
opgewoelde slijk, omspoeld door de witte
schuimtanden der beek. Hij was lang dood. Op een
andere plaats werd een hond, die geen baas
scheen te hebben, door niemand geiien, aan
den oever gespoeld.
Verscheidene dagen verliepen; zy vonden
Sira Skuli niet.
Niet vóórdat Thora, de meid-huishoudster,
angstig en aarzelend Jorua aan Sira Sknh's
droom van eenige weken geleden herinnerde.
Toen had hy gedroomd, dat hij iets kostbaars
had verloren, dat B iemand kon vinden, voor
de tuinman Jon er bij kwam. Die vond het.
Jorun keek met verbijsterde oogen naar
Jon en zeide iets, zij wist zelve niet wat.
EQ Jon vond hem.
Sira Skuli lag in een hoek in een der vele
bochten van de beek, in zwemmende houding
verstijfd, omhuld door zyn stijven, gelen
mantel van wasdoek.
Het was Jorun nu reeds tot gewoonte ge
worden, om zich langs den mond te vegen en
dan naar heur hand te zien ....