Historisch Archief 1877-1940
H°. 1751
DE AMSTERDAMMER
A°. 1911
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
On.cL©r reaactie ^rsun.
Bit nummer bevat een "bijvoegsel.
KL IP. L.
Uitgevers : VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post. f 1.65
Voor Indiëper jaar, bij vooruitbetaling mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2
Zondag 15 Januari
Advertentiën van l?5 regels / 1.25, elke regel meer. .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
f 0.25
, 0.30
«0.40
INHOUD:
TAN VERRE EN VAN NABIJ: Van
kwaad tot erger. Kroniek. Ean
Haarlemecbe Verordening. Haagsehe Brieven.
Zweedse h e Gymnastiek, door Bertba Adama
T*B Ssheltema. FKÜILLSTOH: Kiespijn,
door Marlen Kleun. - KUNST EN LET
TEREN : Eine Lebensmesse, van Jan van
Gilse, door Matthp Vermeulen. 't Pa'eis
van Circe, door Frederik van Eeden, beoor
deeld door dr. P. H. van Moerkerken Jr.
De Hollandeche Vrouw in Indië, door M. C.
Koog-Van Zeggelen, beoordeeld door Cirry
?ran Bruggen. Naar aanleiding van de
Tentoonstelling van Smaakmialeidmg in het
Stedelijk Museum, door F. Bodenheim.
BERICHTEN. ALLERLEI, door Allegra.
UIT DE NATUUR, door E. Heimang. _
Jan Musch in Vondei's Lucifer, met af b.,
door J H. Rössinp. De R.-K. Kerk De
Boom1' te Amsterdam, II, met af b, door
J. H. Rö&inp. Kinderboeken, beoordeeld
door Hessel Jongama. Portret van Mary
Deba, danseres der Schoonheidsivonden."
Een nieuwe Knnstzaal in de Kalvsrstraat, met
sfb., door W. S. Natura Docet," door
D. J. v. d. Ven. Portret <ran Greta
Braakensiek. Wilhelmus van Germanjeo, door
Fterke den Belg. Charivari.
FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK,
door V. d. M. en V. d. S. De
Volkspetitionnementen voor het Algemeen
Kieerecht, II, door Martina G. K'aiiers. Brieven
van Oom Jodocus. SCHAAKSPEL.
DAMRUBXIKK. ADVERTESTIEN.
Van kwaad tot erger.
In het nummer van 4 Deo. van de
Amsterdammer verscheen het artikel van
-een postman, die aanbood voor een reeks
door hem geuite ernstige beschuldigingen
tegen het Hoofdbestuur der Posterijen
en Telegrafie in rechten te staan.
Door bemiddeling van onze redactie
verklaarde deze ambtenaar (in-antwoord
op een desbetreffende vraag van den
heer Pop), dat hij echter ten bate van
'<CD onderzoek van het Hoofdbestuur in
eigen zaak geen namen van betrokken
ambtenaren wenschte te noemen: doch
tevens dat hij het volgaarne wenschte
te doen (behalve reeds voor de recht
bank) óók voor iedere onpartijdige
commissie ad hoc.
Kort hierop moest de Miaiater van
Wat-rstiat zijn begrooting in de Kamer
verdedigen. De gewone (zoo dikwijls
leugenachtige!) negeer-methode kon thans
moeilijk worden gevolgd, en Z. E. moest
van het geruchtmakend artikel van den
postman wel iets zeggen. Onze Minister
deelde dan mede, dat de man, die naar
zijn inzien dit artikel geschreven had,
een onbetrouwbaar" man was (alsof dat
aan de feiten, die deze genoemd had iets
veranderde!), en dat zijne weigering om
de namen der betrokken ambtenaren te
noemen verdacht"(Q moest klinken. En
hij betuttelde enkele gevallen....
Het is niet mogelijk, nietwaar, dat een
vergadering van (volwassen) volksver
tegenwoordigers met zulk een ... ver
klaring genoegen neemt?
Toch wel.
De Tweede Kamer hoorde den Minister
zoo'n beetje aan en sliep waarschijnlijk
zoetjes in (het was reeds laat op den
avond!). Aan het verantwoordelijk hoofd
van een bestuurslichaam, waar zooveel
over te doen is geweest als dat van
Posterijen en Telegrafie, werd niet eens
gevraagd: Waartoe al uw neerhalen van
dien postman toch? ladien de man wer
kelijk onwaarheden heeft verkondigd
en een onbetrouwbaar persoon is, wel
dan zal het immers klaar als de dag
kunnen blijken voor de onpartijdige com
missie of voor het gerecht, waarvoor
hijzelf, ondergeschikt ambtenaar, aanbiedt
zich te rechtvaardigen l
Geen kik.van dien aard!
Zoo was dan het eerste bedrijf.
Toen is . gevolgd de publicatie, door
het dagblad liet Volk, van de reeds
befaamde circulaire, geheime" circulaire
van den heer Pop, waarin zijn' directeuren,
inspecteurs, en andere hoogere ambte
naren werd te verstaan gegeven, dat
mondelinge" beantwoording van
vakvereenigings-vragenzoonoodiggeschieden
fcow, maar dat een schriftelijke" beant
woording ... minder gewenscht was
Een circulaire, waar u de onwaarachtig
heid onvermomd uit toeblikte.
Wij drukten die circulaire in haar
geheel af en zeiden er onze meening over.
Toen kwam wederom onze postman op
het tooneel met de koale mededeeling
(men herinnert hat zich uit het nummer
van de vorige week), dat de auteur van
deze geheime" circulaire n de hoofd
ambtenaar, van wien in het eerste artikel
verteld was, hoe hij een vrijzinnig-demo
cratisch kamerlid mondeling" had om
den tuin geleid, n en denzelfden naam
droegen dat hij n.l. was DE HEER
DIRECTEUR GENERAAL DEK POSTERIJEN
EN TELEGRAFIE.
Ea wederom zeide hij: voor deze
duidelijke beschuldiging stel ik mij in
rechten aansprakelijk.
Op dit aanhoudend met zijn naam en
toekomst zich-borg-stellen: geen ant
woord! Wij denken hierbij niet vooral
aan de groote dagbladpers, die, zich
voordoende of het algemeen belang haar
boven alles gaat, een maatschappelijk
zoo beteekenisvol optreden als dit een
voudig doodzwijgt 1). Wij denken in de
eerste plaats aan een Minister, die d)
verantwoordelijke m'ester is over Pos
terijen en Telegrafie en die dan toch
een naam te verliezen heeft. Hem stellen
wij de vraag: Kan dan zonder u te
ontroeren een van uw ambtenaren, onder
instemming van duizenden van zijn
ambtgenooten, zoo spreken als deze deed ?
Kan 't u soms niet schelen, Excellentie ?
***
Maar de Popsche geschiedenis is alweer
een schrede verder.
Blijkbaar toch wat onrustig, heeft het
Hoofdbestuur van Posterijen en Telegrafie
het nuttig geacht den slechten indruk,
door de publicatie der circulaire gewekt,
een weinig te temperen. De weg is
voor die gevallen als aangewezen: Het
heeft gesproken (o, zeer in-officieel!) met
een nieuwsgraag journalist. Wie een
klein beetjs te lezen weet kan gemak
kelijk in het stuk van dien collega (De
Telrgraaf) de passage aanwijzen, die,
bij wege van dictee of geschrift, van het
Hoofdbestuur direct afkomstig moet
wezen.
Eerst (men leze haar vooral nog eens
over!) de circulaire herdrukt:
No. 21859. GEHEIM.
's-Gravanhage, 27 Dec. 1910.
Betreffende verzoeken van be
sturen of afdeeliugflH van
vakvereenigingen.
Het komt nu en dan voor, dat direc
teuren van groote kantoren schriftelijke
verzoeken ontvangen betreffende den
dienst van hun kantoor, van besturen
van vakvereenigingen of af deelingen van
vakvereenigingen, en dan meenen daarop
schriftelijk te moeten antwoorden.
De vraag heeft zich nu voorgedaan of
het wel aanbeveling verdient het antwoord
op zoodanige verzoeken schriftelijk te
geven en of het zoo er antwoord te
geven is, hetgeen niet alt\jd noodig zal
wezen en niet gevorderd worden kan
niet beter is dit mondeling te ver
strekken.
De overweging van die vraag beeft
er toe geleid n büdeze mede te deelen,
dat c. q. aan mondelinge afdoening van
de bierbedoelde verzoeken de voorkeur
is te geven.
U gelieve zich voortaan dienovereen
komstig te gedragen.
De directeur-generaal,
(v.g.) G. J. C. A. POP.
Lees nu pal daarop de verklaring,
welke officieuselijk uitgaat van het Hoofd
bestuur van Posterijen en Telegrafie:
De circulaire is in geen enkel opzicht
tegen de vakvereenigingen gericht, of
bedoeld ah een poging, om hen, die
grieven hebben en daarover klagen of
over andere zaken spreken, minder waar
borgen te geven, dat hun belangen goed
worden behartigd. I tegendeel: de cir
culaire versterkt de rechtszekerheid
van het personeel. Zg stelt een wjjze
van behandeling vast, die tot dusver
niet algemeen bestond, deze nl., dat
directeuren thans verplicht zyn het
overleg en de gedachten wisseling met
vertegenwoordigers van vakvereenigingen
mondeling te doen plaats hebben.
Dit kan nooit in het nadeel van be
langhebbenden zjjn. Juist met een
schriftelijk ant voord zijn de direc
teuren in de gelegenheil zich met een
Jantje van Leiden van de zaak af te
maken, of er niet rechtstreeks op in te
gaan. Verplicht men hen, met de ver
tegenwoordigers van het personeel bij
voorkeur mondeling te overleggen,
dan is er veel meer waarborg, dat de
gedachtenwisseling tot haar recht komt.
Van boven af, d. w. z. door het hoofd
bestuur, wordt het overleg met vak
vereenigingen in noodige gevallen zoo
veel mogelijk aangemoedigd en in goede
banen geleid. Dat overleg is echter niet
altijd even gemakkelijk, waar er steeds
meer organisaties komen. Verschillende,
elkander bestrijdende bonden van h st per
soneel, verrezen naast elkander. Wat de n
vraagt, vindt de ander precies verkeerd.
1) Gunstige uitzondering maakten, zoover
wy zagen, het Nieuws van den Djg en Het Volk.
Door de circulaire zal nu echter het
mondeling overleg worden aangemoedigd
en daardoor wordt verzekerd, dat de
zaak, waarover het gaat, meer tot haar
recht komt. De veronderstelling ly'kt
voorts niet te gewaagd, dat n der
bykomende redenen voor de uitvaardiging
der circulaire deze is geweest, dat op
drachten en beslissingen van den direc
teur-generaal inzake arbeidsvoorwaarden
meer dan eens door directeuren schrif
telijk niet geheel juist aan vakvereeni
gingen en belanghebbenden z|jn over
gebracht. Ten slotte meenen wij, dat er
niet aan behoeft te worden getwijfeld,
c f de minister van Waterstaat is het
met de strekking der circulaire volko
men eens.
L?t wel dat het Hoofdbestuur deze
verklaring geeft in de gegronde ver
wachting, dat de meeste persorganen
haar zullan opnemen zonder nog eens
de circulaire af te drukken, die zij immers
reeds hadden gepubliceerd.
Maar bewonder dan ook het effect van
verklaring en circulaire neven elkander!
Is het geen merkwaardig staal van de
unverfrorenheit, waarmede het publiek
door een reeds te bef lamd Hoof Ibestuur
met open oogen wordt voor den mal
gehouden ? Een ander woord is er waar
lijk niet voor te vinden. Terwijl in de
circulaire, waarvan men natuurlijk hoopt,
dat zij bij de meesten zil zijn vergeten,
b.v. staat,
zoo er antwoord te geven 'u, hetgeen
niet altijd noodig zal wezen en niet
gevorderd worden kan...
wordt in de verklaring gezegd:
De circulaire versterkt de rechtszeker
heid van het perfonee'....
Directeuren ('-ijn) thans verplicht
het overleg en de gedachtenwisseling
met vertegenwoordigers van vakver
eenigingen mondeling te doen plaats
hebben. Dit kan" nooit in het nadeel
van belanghebbenden zijn. Juist met
een schriftelijk antwoord zijn de
directeuren in de gelegenheid zich met
een Jantje van Leiden van de zaak af
te maken, of er niet rechtstreeks op in
te gaan.
Men moet het Nederlandsche publiek
wel voor erger dan oliedom houden, om
te meenen dit te kunnen doen ingang
vinden: dit opzichzelf reeds allerdwaast
argument te kunnen doen aannemen uit
den mond van een Hoofdbestuur, dat met
vakvereenigingen op voet van
voortdurenden oorlog leefde!
Zie toch eens die teedere zorg in den
heer Pop voor zijn kostelijke vakver
eenigingen ! Nimmer hebben ze zeker ge
dacht . zulk een warmen vriend te bezit
ten ! Dan is er veel meer waarborg,
dat de gedachtenwisseling tot haar recht
komt." Nietwaar! Hoe onrechtvaardig
dan toch van het Sociaal Weekblad te
zeggen van die circulaire, dat het zulk
een perfide stuk" niet voor echt kon
aanzien....
Het Sociaal Weekblad vergiste zich !
Wij waren zelf abuis! D d circulaire
bedoelde het heil der vakvereenigingen!
Waarom dan, zal men echter vragen,
dat GEHEIM" boven het stuk gesteld?
Is de heer Pop een zoo ingetogen na
tuur? Stuit het hem tegen de borst te
poseeren? Is doe wel en zie niet om!"
zijne leuze ?
Moeten wij dit nu heusch alles gaan
geloo ven ?
Het Hoofdbestuur heef den moed ge
had (nog altijd is door dit Hoofdbestuur
het z.g. interview niet verloochend: en
het zal niet verloochead kunnen worden)
den Minister bij deze circulaire ta be
trekken. En de Minister?
Een Minister van Waterstaat (en
Posterijen en Telegrafie) moet wel zeer
onverschillig zijn, om zonder protest t'
laten de slotzin van die offieieuse ver
klaring, die hem solidair noemt ten
opzichte der circulaire, en waardoor
tevens op hem een deel zal vallen van
het odium der weerzinwekkende ver
dediging, die wij overnamen uit De
Telegraaf.
Zóó is dan de geest aan het Hoofd
bestuur dar Posterijen en Telegrafie.
De Minister sprak in de Kamer van
onbetrouwbaar".
Het woord krijgt thans een
eigenaardigen klank!
Zie, aan welk een van hoogze lelijke,
van kuische waarheidsliefde zoetrokigen
boezem hij zich zegt wél te gevoelen:
in den schoot van zulk een Hoofdbestuur!
Zie eens, Excellentie, wij zullen u een
simpele waarheid zeggen: Duizenden
eenvoudigen in den lande zouden ervoor
passen.
KRONIEK.
NEDERLANDSCH
VOOK DE NEDERLANDERS.
Een knipsel uit een Amsterdamsen dag
blad :
STADSNIEUWS.
Schouwburgen, enz.
Hed' n.
Frascati. 8. u. Zwijg mijn hart".
Grand Théatre. 8 u. Kussen streng
verboten". Paleis v. Volksvlijt.
8 u. Die Keusehe Su<anne". Stads
schouwburg. 8 u. T m Klubsessel".
De taal is gansch het volk"!
ATJEIISCHE CORRESPONDENTIES.
Uit het Alg. Hbl. van Maandag 9 Jan.
1911. Een Atjehcorrespondentie, aandeDefó
Ct. ontleend:
Op militair gebied valt ditmaal al
zeer weinig nieuws te vertellen, 't Voor
naamste succes dat in het afgeloopen
tydvak verkregen is, is het neerlegden
van tien olifanten. De bevolking
ergens in Groot Arjeh had veel last
van die dikhuiden en verzocht om een
patrouille, ten einde jacht op hen te
maken. Een jachtcommando werd hier
toe samengesteld en deze militairen
hebben in 9 dagen tijd... 10 olifanten
geschoten; dat is een mooi resultaat,
tenminste mooier dan dat, verkregen
bij een overvalling van een bende
dj*hats in Serbödjad', waarbij slechts
n man werd neergelegd.
Dat is inderdaad niet de nneite waard!
"Wie gaat nu op een kermis schieten en
raakt maar n pijpekop?
lutusschen : dat Atjeh is wel een prettige
schiettent: heeft allerlei interessante schij
ven: olifanten, inboorlingen.
Geen wonder dan ook, dat de stijl van
den verteller een levendige is!
Een Haarlemsche Verordening.
Er is onder Haarlems wapen Vicit Vim
Virtus"een verordening ter kennis gebracht
van de ambtenaren, beambten en werk
lieden" in dienst dier goede stad, en zoo waar
reeds in werking getreden", waarin Burg.
en Wethouders mededeelen, hoe de Raad
der Gemeente Haarlem het toezicht op den
gezondheidstoestand" (inbegrepen natuurlijk'.
op de simulatie) van de dienaren der ge
meente heeft vastgesteld.
Men leze deze twee artikels:
ART. 2. Zjj z^'n verplicht eenen door
Burgemeester en Wethouders daartoe
aangestelden geneeskundige in hunne
woning te ontvangen en zich aan een
onderzoek door dien geneeskundige te
onderwerpen, zoo dikwijls als bedoelde
geneeskundige een en ander noodig acht.
ART. 3. Zg zijn verplicht de door den
in art. 2 bedoelden geneeskundige te
geren voorschriften in echt te nemen
met ingang van den dag, waarop die
voorschriften zijn gegeven.
Zing na dit art. 3 een loflied op de Vrijheid.
Op een goeden dag werd gij beambte in
dienst der gemeente Haarlem, en na
eenigen tijd verordonneert uw werkgever, de
Gemeenteraad (zonder uw opinie te vragen),
dat gij de pillen zult slikken en betalen,
de drankjes zult innemen en bekostigen, de
ramen zult openen of sluiten, die een door
hem aangewezen arts u zal zeggen te slikken,
in te nemen en te sluiten of te openen.
"Wij gelooven niet, dat de Eaad precies
heeft geweten, hoever hij, deze verordening
makend, ging. Hij zal wel spoedig moeten
inzien, dat hij veel te ver ging! Hij heeft
niet begrepen, dat tusschen controleeren
(een uitvloeisel van het gezag) en eureeren
(een zaak van particuliere beschikking)
geen verband is hoegenaamd. Beide ge
schiedt, heeft de Raad gedacht, door
geneesheeren! En hij heeft toen des-onbewust
ingegrepen in tot nu gelukkig onvervreemde
persoonlijke rechten van zijn ambtenaren
In de Oudheid was Abdera beroemd om
de niet zeer slimme besluiten, die haar
volksvergaderingen in den grootsten ernst
nu en dan namen. In ons land en lateren
tijd ging van Kampen zulk een roep. Nu
is Haarlem zeker jaloersch en wenscht
vermaardheid':
Haagsche Brieven.
xv.
De vorige maal eindigde ik mijn brief
met de vermelding van het besluit, door
den Haagschen Gemeenteraad genomen, om
den stedelijken schouwburg, na afloop van
het loopend speelseizoen, op l Mei a.s. voor
goed te sluiten en dan zoo spoedig mogelijk
een nieuwen schouwburg te doen bouwen.
Men hoopte, dat, indien men zijn uiterste
best deed en geen minuut liet verloren gaan,
onze goede stad slechts n enkelen winter
zijn schouwburg aou behoeven te missen.
In het jaar 1912 zou men dan den nieuwen
schouwburg kunnen bespelen.
Ik vond, zooals ik den vorigen keer zei,
dit besluit een wijs besluit. "Want het brand
gevaar, waaraan volgens de rapporten der
meest bevoegde autoriteiten, do bezoekers
van den tegenwoordigen schouwburg voort
durend zijn blootgesteld, sloot alle verdere
overwegingen uit.
Van het oogenblik af, dat door menschen
als de commandant van de brandweer was
verklaard dat men nu reed) met zekerheid
de plaatsen kan aangeven waar, in geval
van brand of van een ander motief tot paniek,
de lijken der slachtoffers zouden worden
gevonden, mocht geen enkel raadslid, dat
maar een flauwen schijn van verantwoor
delijkheidsgevoel bezat, medewerken om een
toestand te bestendigen, die eiken avond
vele menschenlevens in groot gevaar bracht.
Maar ik had te vroeg de wijsheid, het
karakter en het verantwoordelijkheidsgevoel
van de meerderheid onzer raadsleden ge
prezen.
In een volgende zifting kwam de raad
met n stem meerderheid op haar besluit
terug; men bepaalde dat de schouwburg
niet op l Mei as., maar op l Mei 1912 zou
worden gesloten.
Niemand gelooft nu nog, dat zelfs in 1912
tot sluiting zal worden overgegaan. "Want
de motieven, zoowel de formeele als de
werkelijke die thans in'den raad werden
opgegeven voor de wenschelykheid om den
schouwburg tot 1912 open te houden, be
staan alsdan evengoed als thans.
De formeele motieven waren van een
gehalte als dit: Ziet u, meneer de voorzitter,
ze zeggen nu wel, dat onze schouwburg zoo
gevaarlijk is, maar in het buitenland zijn
er schouwburgen, die nog veel gevaarlijker
zijn. Ea zelfs in onze eigen stad zijn ge
bouwen, waar het brandgevaar grooteris."
En de werkelijke motieven? Och, er was
er eigenlijk maar n, maar dit beheerschte
dan ook alles. Het was de invloed op den
raad geoefend door of vanwege de menschen
die bij de sluiting van den schouwburg
geldelijk nadeel zouden lijden. Van n
categorie dezer lieden, de schouwburg
beambten namelijk, was bekend, dat zij van
gemeentewege schadeloosstelling zouden
krijr n. Maar deze beambten waren het
n ie . wie- belangen zwaar wogen bij de
meerderh id van den Raad.
Wie bij deze endergelijkegelegenhedende
gemeenteraad naar hun pij pen laten dansen,
zijn personen van veel meer maatschap
pelijk aanzien en veel grooter economisch
weerstandsvermogen."
Laat ons hopen, dat er in de toekomst
nooit reden zal zyn, om de verantwoorde
lijkheden voor dit laakbare gemeenteraads
besluit vast te stellen.
Nog andere schouwburgk mesties houden
onze gemeentenaren thans bezig.
Sinds geruimen tijd namelijk zijn hier
combinaties van personen bezig met plan
nen voor de oprichting van nieuwe schouw
burgen. Ieder dezer combinaties heeft zijn
eigen plan. De een wil een intiem theatertje
van bescheiden afmetingen, waar de bloem
onzer geld- en geestesaristocratie zich een
paar avonden in de week zal kunnen ver
meien in de nieuwste snufjes, welke het
moderne tooneel ons thans vermag te bren
gen, de ander streeft naar de oprichting
van een groot opera-gebouw, waar een vaste
troep duitsche opera's, en vooral de thans
zoo succesvolle duitsche operettes zal geven.
Van tijd tot tijd duiken deze en dergelijke
plannen in de bladen op hetzij door een
bericht omtrent de een of ander wijziging
in de samenstelling der voorbereidende
commissie, hetzij door de verspreiding van
weer een nieuwe circulaire of weer een
gewijzigd prospectus waarna zjj weer
voor een poosje geruischloos verdwijnen.
Het meest wordt de aandacht in de pers
en ook in de gesprekken van belangstel
lenden en belanghebbenden thans in beslag
genomen door een grootsch opgezet plan
tot stichting van een "Wagner-theater te
Scheveningen. Berlage heeft er de
teekening al van ontworpen, en zoowel de
Wagner-vereeniging als de directie van het
Zeebad-Soheveningen hebben haar steun toe
gezegd. Deze laatste omstandigheid maakt
dat aan dit plan een grootere kans van
verwezenlijking moet worden toegekend,
dan aan de andere.
Immers, hier heeft men te doen met
machtige en financieele zeer krachtige be
langhebbenden, die stellig in staat zijn om,
als er onder het groote publiek niet veel
animo mocht zijn, een aanzienlijk deel der
benoodigde fl. 1,800,000 bijeen te brengen,
of het ontbrekende bij te passen.
Bij deze en dergelijke plannen is het niet
altijd liefde voor de kunst, doch ook wel
eens doodgewone fiaancieele speculatiezucht,
die de plannenmakers drijft.
Als een gouden berg, als eeu visioen van
rijkdom en weelde, als een nimmer opdro
gende bron van alle goede dingen des levens,
staat het jaar 19i:i reeds lang voor de verbeel
ding van al wat in onze stad zaken doet" of
wenscht te doen. "Want ia dat jaar zal het
Vredespaleis worden ingewijd. Ea stel je
voor: een Vredespaleis, een middelpunt van
internationalisme, op dezelfde plek, waar
zich te vees een bekende internationale bad
plaats be «indt! Hoe zullen de vreemdelingen
zich hier verdringen, hoe zal hun goud
stroomen! Het is nu maar da vraag, wie
een zoo groot mogelijke hoeveelheid van
dien stroom voor zich weet af te dammen!
En heel veel plannen worden gemaakt,
kleine en groote. De kleine plannen zijn
van den kleinen man," die zijn winkel
uitbreidt, een nieuw melksalonnetje oiest
of zijn stalhouderij met een paar nieuwe
paarden voorziet; de groote plannen zijn
van de corporaties, die reeds thans ons
tramvervoer, onze badplaatsuitspanningen
en onze huizenbouw voor een belangrijk
deel hebben gemonopoliseerd.
Nu ik van monoppliseeren" spreek, is
het misschien niet ondienstig, met een enkel