De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 15 januari pagina 2

15 januari 1911 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T P] R D A M M E U W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D. Ho. 1751 *? L f woord de aandaeht te vestigen op een monopolie dat zich hier zoo langzamer hand ia alle stilte bezifc is te ontwikkeléji. Bet is het monopolie der verhuur kantoren, van huizen. D» ongelukkige, die hier verhuizen Vil, moe£ zich niet voor stellen, dat hij, zooals elders, eenvoudig de stad eens heeft door te kuieren en aan ie huizen, die te huur staan, aan te bellen om zich naar den huurprijs en het verder veten»waardige te informeeren. Ook de gewoonte om de meest elementaire inlich tingen omtrent een te huur staand huis op een briefje voor het raam te zetten, wordt .hi«r maar b\j hooge uitzondering gevolgd. De Hagenaar die ergens een huis te huur ziet staan, dat hem misschien wel lijken zou, kan maar n ding doen Hij moet zich begeven naar het verhuurkantoor, waarvan de naam op het verhuurbordje vermeld staat. Daar kan hu de noonige inlichtingen krügen. Wellicht is dit kantoor juist aan het andera eind van de zeer wijd uiteen gebouwde residentiestad gelegen. Het doet «r niet toe Hij moet er heen. Want aan het huis zelf is geen enkele andere inlich ting te verkrijgen. Er is zelfs niet aange geven op welke dagen en uren het te zien w. Wellicht, als hij heel stoutmoedig is, ?chelt hij toch even aan. En als de bewp»er een heel vriendelijk en hulpvaardig «ensch is want hu is er om den dood nit4 toe verplicht! dan laat deze het linis soms wel eens zien. Maar hoe vele Tbewoners van te huur staande hui»en zün vriendelijk en hulpvaardig? En vooral! aan welken Hagenaar, die een huis zoekt, is de moed, ook al was deze in den beginne nog zoo groot, niet reeds na een enkelen dag zoekens in de ?choenen gezonken? Ge gaat dus naar een verhuurkantoor. Dvar onderwerpt men u aan een nauwkeurig Tttrhoor. Ge moet uw naam en adres op geven, en alles wordt netjes en nauwkeurig dn een register opgeteekend. Is dit geschied dan d«elt men u mede, wanneer het huis 4e zien is, en hoeveel de huurprijs bedraagt. Staat het huis leeg, dan wordt u een adres ?opgegeven waar ge den sleutel kunt krijgen. Dikwijls echter is de sleutel aan het opge geven adres niet te vinden, en dan begint «en nieuwe ontdekkingstocht. Men kan gerust zeggen, dat bijna ieder Hagenaar na-korter of langer^tijd een prooi van deze verhuizings-misère wordt. Want het bouwen van nieuwe straten en wijken gaat nog maar altijd ongestoord voort. Is nu een nieuw huis gereed, dan wordt dit het eerste jaar of de twee eergte twee jaar verhuurd voor iets minder dan den vastgestelde huurprijs. Maar daarna wordt deze verhoogd.Wil de huurder de verhoogiug niet betalen, dan moet hij verhuizen naar een pas gereed gekomen huis in een nóg nieuwe aangelegde straat. En daar dit systeem in alle buitenwijken van de stad strengelijk wordt doorgevoerd er schijnt hier een onderlinge afspraak van de huis eigenaars in het spel te zijn is het aantal verhuizende menschen elk jaar wel nergens soo sjroot als in Den Haag. Bij den 'aanvang van het nieuwe jaar hebben wij dan ook nu weer, als gewoonlijk de huurbordjes allerwege op de huizen zien verrijzen als paddeetoelen of liever als een epidemie welks besmetting geen enkele wijk, hoe aanzienlijk of gering ook, heeft gespaard. Een ander verschijnsel van het nieuwe j»ar was het beschrijvingsbiljet voor de nieuwe gemeentelijke inkomstenbelasting, die wij voor het eerst kregen thuis gestuurd. Maar over deze nieuwe, proefneming op het gebied van gemeentelijke belastinghiffiog schrijf ik nog wel eens nader. JAN BRAMSES. Zweedsche Gymnastiek. Het Zweedsche Stelsel van Gymnastiek uit het oogpunt voor lichamelijke vorming beschouwd, onder andere in vergelijking met het Duitsche stelsel, door W. P. Hubert van Blijenburgh, eerste luitenant der artillerie, opgedragen aan den Nederlandschen bond voor lichamelijke opvoeding. De heer W. P. Hubert v. Blijenburgh heeft een verdienstelijk werk verricht. Gede tacheerd aan l'école normale de Gymnastique et d Escrime" te Brussel, tot bestu deering van het schermonderwijs in het Belgische leger, had hij tevens gelegenheid kennis te maken met de Zweedsche gym nastiek. Overtuigd van de groote voordeelen van dit stelsel, overtuigd ook dat diezelfde voordeelen voor Nederland een weldaad zouden zijn, vatte de schrij ver het plan op een werk te schrij ren met bo venstaanden titel. Uit alles blijkt, dat v. Büjenburgh een ernstige studie heefc gemaakt van het Zweedsche systeem. Miliiiitiiiimiiimiiiimiii ....... i ........ """ ...... >"" ........... " ....... i"" KIESPIJN. DOOR MAKTEN KLEUN. Pa had kiespijn. Kermend was hij 's morgens opgestaan. Wakker worden kan niet gezegd worden, want hy had niet geslapen, den heelen nacht n:et. J&ühad, woedend-rondwoelend in bed, den gang van de torenklok gevolgd, die zijn wijzers tergend-langzaam langs de verlichte wijzerplaat schoof; en het duurde eeuwicheden, eer de kwartieren tot halfuren en de halfuren tot uren waren volgroeid. Den heelen nacht was het, alsof de kies, die- hem al een paar dagen jeukend zeer deed, in zjjn mond been en weer schoof en nu, hij had een gevoel in de onderkaak of de kies telkens dieper-in werd gedrukt. De pijn trok hem dan door het geheele gezicht, tot boven de oogen toe. Hoofdpijn had-ie er ook al van. En zoo gruwelijk als dat ding steken kon, zoo in-geniepig, dat je dacht in mekaar te zullen krimpen l 't Minste koude lucht-stroompj e in z'n mond déhet hem; dat gaf hem zoo'n vinnige prik, dat-ie a'n vuisten balde en de teenen met geweld krulde, om het niet uit te brullen. Niks kon ie in z'n mond nemen met die k:es, letterlijk niks. Vanochtend had ie nog geprobeerd te ontbijten met heel kleine proefkauwinkjes, voorzichtig-aan voor in den AU militair kende hu reeds lang de Duitsche gymnastiek, en was hij hier een ijverig aanhanger van. Nu komt h\j in Belgiëen ziet daar een ander syeteem toe gepast op de scholen en in het leger. In Brussel bezoekt hij een instituut, waar mannen en vrouwen opgeleid worden voor het onderwijs in de gymnastiek. Alles het Zweedsche stelsi l en met welke resultaten ! In het eerste hoofdstuk wijst de schrijver er op, hoe er verschil moet gemaakt wor den tusschen gymnastiek ea sport. Gymnastiek moet alleen ten doel hebben: stelselmatige lichaamsont wikkeling. Bij sport treden twee doelen op: lichaamsoeiening en het sportieve doel. Dit laatste overscha duwt het eerste doel, zoodat de lichaams oefening bij de sport van minder beteekenis is dan bij de gymnastiek. Gymnastiek heb ben wij dus allen noodig. De vraag blijft welke gymnastiek is de beste?" v. Blijen burgh gaat nu na het ontstaan van het Zweedsche en het Duitsche eysteem. Ling, de Zweed, voerde zijn oefeningen in, om lichamen die veelal blootgesteld waren aan slechte invloeden, gezond te maken en te houden. Jaho, de Duitscher, gebruikte de gymnastiek in de eerste plaats, om de mannen bestand te doen zijn tegen den oorlog. Waar dus oorspronkelijk, het door Jahn ingevoerde stelsel, met kindergymnastiek niets te maken had, daar mag het bevreemdend heeten, dat datzelfde ttelsel een zoo langen tnd op onze scholen stand gehouden heeft! (A.1 moge Spiess de gym nastiek van Jahii voor dn tchool nog zoo gewijzigd hebben. A. v. S.) In het 2e hoofdstuk behandelt v. Blijen burgh de beide stelsels, hij geeft hier ver gelijkende beschouwingen. Hij zet uiteen, waar een Duitsche, en waareen Zweedache les uit bestaat. Een Duitsche gymnastiekles bestaat veelal uit 3 indeelingen: 1. vrije oefeningen, 2. spring-(loop)oefeningen, 3. toesteloefeningen. Men gaat hierbij niet nauwkeurig na, welke spieren bij verschil lende standen en bewegingen ingespannen worden. Een gevolg hiervan is, dat, door een te langdurig in werking treden van dezelfde spieren, deze vermoeid raken. Men denke slechts aan de lange reeksen van oefeningen aan rek en bru^. Anders is dit nu bij een Zweedsche les Men begint met z g n. voorbereidende oefe ningen, hierna hef-, balans-, loop-en zwaar dere rompoefeningen, gevolgd door springen en eindelijk de afleidendebewegingen, waar door een normalen bloeds-omloop verkregen wordt. De groote voordeelen van zulk een les, zijn duidelijk. Hoewel men flink door werkt, krijgt men nooit een afmattend ge voel, omdat dan de ne, dan de andere spiergroep in werking treedt. Er wordt in korten tyi veel werk verricht, waarbij <ie gymnasten steeds hun aandacht noodig hebben. Een gevolg *eer (en dit is bij kindergymnastiek zeer zeker van groot belang) een gevolg ip, dat zij, die bezig zijn, zich geen minuut vervelen en dus minder neiging vertoonen laurier te zijn l Waar nu beweerd wor.lt, dat de Zweedsche gymnastiek wél droog en vervelend is, daar halen wij, aanhangers van deze gym nastiek, da schouders op en denken, zij weten wel beter, doch zij willen niet." Ot) blz. 16 haalt v. Blijenburgh de woorden aan van den luitenant kolonel Cjste On a parléde la monotonie de cette méthude d'éducation, de son peu d'attraits pour les enfants... C'est oublier d'abord qu' elle est extrêmoment riche ea mouvements de toute sorte"; en iets verier C'est enfin, n'avoir jamais assisté, ainsi que nous en avpns eu la bonne fortune, au spectacle difiant ^ d'une lfijon de gymnastique donnée a des bambins suédois, garrans et fillette?, par des maitres dignes de ce nom." Verder wijst de sehrij ver er op, hoe veel eenvoudiger de oefeningen over het geheel genomen bij de Zweden zijn. Hier'oor zijn de standen zuiverder en kan men alles beter controleeren. Ook kan men beter den invloed nagaan van de verschillende bewegingen en houdingen. Ondergeteekende zou nog een voordeel willen opnoemen: deze gymnastiek nl. komt direct het lichaam nu er ten goede, omdat de hersens minder ingespannen worden. Geen onthouden van lange reeksen van oefeningen is hier noodig, de geest lust uit, het lichaam werkt. Duidelijk en voor ieder begrijpelijk legt de heer v. Blijenburgh uit, welk groot voor deel er ook ligt in de Zweedsche adem halingsoefeningen, iïierloor toch worden de longen ontwikkeld (men verhoogt de longen capaciteit) en men verkrijgt een broedere, bewegelijker borstkas. Ook wordt door deze oefeningen, die in elke les voorkomen, alle vermoeidheid vermeden, door de ruime toe voer van zuurstof. Als van zelf komt nu de schrijver op de ontwikkeling van de verschillende spieren. Sommige moeten bij voorkeur in de lengte (de borstspieren) andere weer in de dikte mond etend, maar toch echoten hem telkens kruimelijes in de holte van de kies, en weg was het wei ieje eetlust, dat-ie had. De kruimels er uit peu'eren durf Ie bij niet, dit deed nog meer pijn, maar de kruimels erin laten zitten ging al evenaar. Dan maar zuigen met de tong, maar het duurde op z'n minst een minuut, eer de kruimels er uit waren: een eeuwigheid van pijn! Z'n maag was ook v. n streek. Hij was eigenlijk htelemaal niet in orde. Wie zou ook bij zóó'n pijn normaal kunnen blijven I Hij niet, en hij zette bet een ieder, zich goed te houden, als een kies je zoo gemeen zeer deed! Nu liep hy ie de voorkamer te stamp voeten met z'n hand tegen «.'n wang, z'n gebit verwenschend. Maar de warmte van z'u hand deed de kies zóó venynig-geniepend steken, dat-ie maar gauw losliet. Even hield bet steken op, maar direct begon het getreiter weer van voren af. Hy liep nu trap pelend en mopperend door de mooie kamer. Alles hinderde hem; al die pronkerige opschik om hem heen had hij wel in dig gelen kunnen slaan, als het hem van zijn pijn had afgeholpen. Een stoel die hem wat in den weg stond, schopte hy op zy. Msar hij dacht er niet aan, da'-ie geen schoenen aan had, en van pijn het been hoo^optrek kend, stond hy een poosje op n been rond te springen, nog woedender dan zoo pa?. Toen begon hij weer te ijsberen: van het open raam naar de slaapkamerdeur, van daar naar den schoorsteenmantel en weer terug Zou kou misschien helpen? Hy hield z'n gloeiende wang tegen de koude ruit, maar (rugspieron), ontwikkeld worden. In de landen, waar hoofdzakelijk de Duitgche gymnastiek beoefend wordt, Duitschland, Holland, Zwitserland, wordt hiertusschen geen verschil gemaakt. En toch is het van zoo groot gewicht, dat door de tonus d.w-z. de natuurlijke spaniing der spieren, een normale houding verkregen wordt! Er moet rekening gehouden worden met de natuurlijke functie der spieren. Men denke nu eens aan de vele nadeelige oefeningen aan Duitsche toestellen als brug en rek! Met een reeks van photo's worden den lezer de vele romp-oefeningen duidelijk ge maakt, die er in het Zweedsche stelsel bestaan. Hier wil ik even wijzen op de aardige photo's van leerlingen van een meifjeskostschool. De direjtrice verklaarde, dat na het invoeren van een dagelijkscho Zweedsche gymnastiekles de meisjes zoo heel veel sterker waren geworden. IVrwijl ik dit boek las, moest ik telkens even denken aan toestanden, zooals die hier in Holland zijn. Welk een minimum van tijd wordt hier aan d- gymnastiek gegeven! Hoe is 't hier, op meisjes kostscholen?? Waar op blz. 50 de heer Van Blijnnburgh zegt, dat de oefeningen in Z *eden bij voor keur langzaam .en bedaard uitgevoerd wor den, ben ik het met geheel met hem eens. Het tempo, waarin een beweging gedaan wordt, hangt af van den aard dezer be weging. Een armstrekking mag gerust vlug zijn, oit wordt reeds te kennen gegeven door een kernachtig, kort kommando. Een uitval wordt daarentegen langzamer uitgevoe d, wat weer aan het kommando te hooren is. Andere oefeningen weer gaan vlugger dan een uitval, doch in minder vlug tempo dan een eenvoudige armstrekking. In het 3 i hoofdstuk krijgen wy te lezen de nadeelen, volgens de Duitschers aan het Zweedsche stelsel verbonden. Het werk van Ling zou volgens de be strijders verouderd zijn. Hier merkt schrij ver op, dat er in de medische wereld natuur lijk velerlei is, waar Ling g1 en verstand van had. Toch blijft het een feit, dat men na iedere Zweedsche les, zich opgefrischt en opgewekt voelt, dat de invloed dus wel dadig is. Even wikondergeteekende hieraan toevoegen, dat op de gymnastiekinstituten in het Noorden, en ook reeds op sommige scholen, douches dicht bij de gymnastiekzaal gevonden worden. Esrst als men hier van gebruis maakt na iedere gymnastiekles, wordt bereikt, wat bereikt worden most. Verder gelooven ook de Zweden niet, dat de gymnastiek hun door Ling geschonken, alle eeuwen door dezelfde blijven zal. Als slechts de basis gezond is. Verder wordt door bestrijders ba weer J, dat het stelsel deugt voor een volk, dat diciplinair ont wikkeld is. Ik zou haast zeggen, dat ziet er treurig voor ons uit. Als men eens een proef wilde nemen met het invoeren der Zweedsche gymnastiek, om daarmede de dicipline in de hand te werken? Het Zweedsche systeem zou wel deugen vo3r noordelijke, niet voor zuidelijke volken. Door het opnoemen van een reeks zuide lijke landen, waar hutzelfde systeem met zaer goede resultaten ingevoerd is, bestrijdt v. B. deze meeninj. Nauwkeurig wordt in een volgend hoofJstuk nagegaan, hoe iemand door gere geld Zweedsche gymnastiek te doen, een veel beter figuur krijgen kan. Zeer duidelijk kunnen wij dit zien op blz. '91, waar een Fransch onderofficier afgebeeld staat met ingevallen borst, uitstekende schouderbla den en eenigszius vooruit stekenden buik. Na 10 maanden vertoonde hij een heel ander figuur, nu met breede borst, teruggetrok ken schouders ea ingetrokken buik. Dit is het typ?, dat men zooveel in het Noorden ziet en bewondert. L3zen wij verder op blz. 121: De gemiddelde levensduur is in Zweden onder den invloed van de beoefening der Zweedsche gymnastiek, welke beoefening voor alle kinderen op school verplichtend is van het Te jaar tot hun 15e jaar, sterk toegenomer; van 1816 tot 1848 was zij 41!^ jaar; van 1881 tot 1891 was zij EO jaar; alzoo een vooruitgang van 8K jaar." Verder staat er: De gemiddelde lichaamslengte der jongelieden, die in dienst treden, is in 50 jaar met 3 centimeter vermeerderd enz Het sterftecijfer is verminderd van 2,226 tot 1,627 pCt op het platteland en van 3,441 tot 1,805 in de i-teden, resp. van het tijdvak 1816-1840 tot op het tijdvak 1891?1892. Tevens wordt geconstateerd, dat de gymna stiek van Ling in 't bijzonder een buiten gewoon bestrijdingsmiddel van longtering is gebleken. De heer v. Blijenburgh gaat na in welke landen de Zweedsche gymnastiek reeds doorgedrongen is. In Noorwegen, Fipland en Denemarken vindt men ze uitsluitend. Wel wijkt ze hier en daar af, doch overigens worden de Zweedsche beginselen streng doorgevoerd, in Engeland is de Zweedsche de pijn, die eveu minderde, vinnigde toen weer heftiger op. Ia drie groote stampstappen was bij weer bij de slaapkamerdeur. En de pijn bleef. Hij sloeg ziüh tegen de wang met een kracit, die ande-ia wel drie gezonde kiezen zou losgemaakt hebben; nu raakte de zieke ze'fs niet van 'r plaat?. Was het niet om dol van te worden? Es-entjes tam hij een slokje water, zonder er bij te denken, maar daar begon het te kloppen en te vlijmen en te zinderen in z'n onderkaak, zóó geweldig en zóó gemean, dat-ie van woede over z'n stommiteit het glas tegen den grond smeet, waar het in scherven spatte. Moe kwam uit de keuken raar voren loopen, verschrikt. Wat is er? Niks, ruk maar in, ik riep je niet. Wat dee je V Brak je wat? Nte, 't was niks, ruk maar gauw in l Ik kan toch niet helpen, dat je... Kan me niks schelen, bemoei je maar met je eigen; Maar, Henk... Schei uit, je maakt me dol. Wees nou's kalm... Nee, snij uit, of ik gooi je d'r uit. Zijn vrouw begon de stukken glas op te rapen, Blijf d'r maar af met je pooten. Maar, Henk i au je wel? ? 't Kan me niet schelen, zeg ik je. 'k Trap de heele boel zoo meteen kapot. Zij zweeg, keek hem even aan, z'n dikke, roode wang, z'n weedende oogen, z'n ver warden kop haar, heel z'n verwilderd pyngymnastiek officieel ingevoerd. In Grieken land wordt ze algemeen gebruikt. Sedert langen tijd wordt aan de Hooge School te Athene het Zweedsche stelsel onderwezen. Ook het Duitsche Turnvorschrift fü> die Infanterie' van 1895, herdrukt in 1904, hoewel nog steeds op Duitsche grondslagen berustend, heeft onder den invloed der Zweedsche school reeds vele verbeteringen ondergaan. In Luxemburg, Portugal, Rusland, Turkije, de Vereenigde Staten van Noord Amerika en Mexico, Arg-ntinio, Chili, Japan en Tunis is de Zweedsche gymnastiek eveneens officieel icgavoerd." Enkele afbeeldingen toonen ons Zweed sche en andere deelnemers bij de Olympische spelen in Athene en Londen. Merkwaardig om na te gaan, wat een schitterend figuur de Zweden steeds maakten! De schrijver komt tot de eekere conclusie, dat het Zweedsche stelsel verre te verkiezen is boven het Duitsche. Hij komt tot deze conclusie, na grondige studiën gemaakt te hebben. De heer Hubert van Blijenburgh is de eerste militair hier in den lanie, die openlijk voor de meening uitkomt, dat de Zweedsche gymnastiek overal, ook in het leger, be hoort ingevoerd te worden. Ik zou wenschen, dat, R u er weer opnieuw geageerd wordt tegen deze voortreffelijke gymnastiek, dit boek'door autoriteiten en leeken heel veel gelezen werd. Het schijnt zoo moeilijk te zijn in Holland iets nieuws ingevoerd te krijgen. Zij, die hier het gymnastiek-onderwijs in handen hebben, hebben, zelfs onbewust, neiging het oude te handhaven; zij varen er wel bij. Gij, doktoren, gymnastiekleeraren en leeraressen, en gij militairen komt allen in onze gymnastiekzalen, komt en ziet hoe er gewerkt wordt! Eerst, na beide systemen grondig bestu deerd te hebben, kunt gij immers oordeelen. Mijn dank aan den schrijver, dat hy dit boek geschreven heeft! B. AllAMA VAN" SCHELTEMA, Eine Letiensmesse van JAN VAN GILSB. Waarom Van Gilse dit jongen onvolgroeid muziekstuk nog liet uitroeren, waarom hy het liet d'ukken (iy Kistner, Leipzig in 1909) zijn vrager, welke ik achterwege laat omdat ik get-n antwoord zie. Het valt me trouwers moeilijk de juiste gedragslijn te vinden ten opzichte dezer 'iiusiek; ginda lokt de onmiskenbare begaafdheid van den componist tot i'ajhte vergoeüjkicg, ddar eiacht de zeer vage artisticiteit van dit jeugdwerk oprechte woorden. De tekit der Lebensmesse werd door den toenmaals or-geveer 20 jarizen musicus bijna geheel en al mis verstaan. R'cbard Dahmel, de Duitsche fantas*, dichtte de» beeldenserie, eene V-aüade des inneren Lebens, als vergriöRtc it ziener onzer wereld, met een rust van lythme, eoberte en kracht ^an beeldspraak, welke mea haast enkel v'ndt bij de Oiiien. Veie verzen deden mij denken aan koren uit Aescbylos' Oreeteia of Smeekelinger. De fatalistische hoofdgedachte, de mem oh zijn eigen onweerstaanbaar God, (niet pantheïstische, zooals van Gilse zegt in zijn inleiding) is met deze klassieke spraak en vifie in volkomen overeenstemming. Nu kan de componist een van beide volgende mid delen kiezen wanneer hij een zoodanigen tekst vertolken wil: het speurt het voor elk onderdeel onveranderlijk heerschei d senti ment en zet dit om in tonen ; of hij neemt het rythme, geeft dit ongeschonden weer en laat den tekst de uitdrukking en duidelykhe d, waaraan 't hem niet ontbreekt; of hij voege beide saaien. Van Gilse deed geen van drieën. Het koor der Grijsaards, met hetwelk Dehme s Lebensmesse opent, de ervarenen, wien in dt-n kiingloop van 't leven de kinder lijke onbewustheid terugkeerde, teekent hy met een forsch militant bazuinen-motief, (op zich zelf verd.enstelijti) hij concipiëeit het als marsch-trio-marsch ! Van bet rythme der woorden kwam nergens veel terecht, de metriek tran Dehrnel verzwond in den klank. Ik leg hierop den nadruk. Eén toch moet regeeren. Hetzij de stemming, geïllustreerd als Ricb. Strauss b.v. dit doet (die echter dikwijls te ver gaat, want wat beeld was voor het oog, verdubbelt hij tot beeld Toor 't ooi) of verklaakt hij tot pure muziek, waarbij woord en toon het allerzuiverat samenvloeien (i?e'ijk in l! ethovens An die ferne Geliebte); hetzy de dichter zelf, zooals dit volgens de traditie het geval was in de Griekache tragedie, uiterlijk. Toen, met iets meewarigs in haar stem : Laat je kies trekken. Zaker 'k laat daar in m'n mond knoeien. Of 'k er al niet genoeg p!esier van heb. Je kon toch 's probeeren.. ? Zeur niet. Bestee je raad maar aan 'n ander. Nee... iaat dat glas maar liggen, En als je er in trüpf. Je bent op je kouser. Wat maakt dat uit. Voor mijn part, val ik dood ! Henk .. zeide z'n vrouw langgerekt. Gauw i u ! Hij stampte op den grond. Laat me nu asjeblieft alleen. Zij ging, probeerde aan de deur nog wat scherven op te rapen... Wil ik even I Vooruit l Zij zuchtte en ging. Hij liep de kamer rond, voorzichtig de scherven mijdend, gaf zich nog een slag met de vuist tegen z'n wang. Even doofde de pijn, maar vinniger treiterde ze weer op. Wat had je aan een gebit op zoo'n manier. Hy hield z'n wang weer tegen het raam. Even hielp de kou een weinig. Maar het plaatsje, waar hij zijn wang hield, werd warm en dan kwam de pijn weer opzetten met vinnige scheuten. Dan naar een ander plekje. Maar spoedig was z'n wang zóó aan kou gewoon, dat ook dit niet meer hielp. Z'n pafferig dikke wang gloeide weer even rood als te voren. AU 't maar hielp, zou je je kop zóó door de ruiten steken.... '8 Pro beeren niet aan de pyn te denken.... Op wat, ofschoon in den nieuwen tyd tot heden onbeieikt, nog verkieslijk blyft boren de pnre muziek; want waarom neemt men 't vers, wanneer men het niet vérs laat ? Den solo der Jungfrau" ga ik niet voorbij. Die scay'nbaar-at'lle mijmering welke toch is een van hartstocht verweerd snakken, diep-in wendig naar de keel wroetend in den levensfriaschen lentetijd, welke haar (de Jungfran) drijft naar het Schicksal, dat zij wel won omarmen, metamorphoseerie Van Gilse tot zacbte, gevoeliee elegie I Die bewoning van het koor des Vaders: Eine wandelnde Wage i at der Menscb. M U Haupt, Herz, Handen wagt er sein Wohl; een aardige liedertafelmuziek, in bupsche marschbeweging, past ongelooflijk slecht bij de streng doorgevoerde hyperbool der Weeg schaal en den ernst der beteekenie. De Held werd goed gekarakteriseerd. Het koor der Moeders daarentegen: Mit Schweisz und Tjünen und manghen tiefen Schmerz naaren wir Kinder au f dieser Erde und lehren sie Vorsicht und ben Nachsicht bis sie sich selbst mehr lieben als uns. schryft hy' in den vorm van een gemoe delijk-d eunenden w al si Hij typeerde Eine Waise (allen zoeken hun Noodlot) het best en geeft in de solo der twee eenzamen uitnemende fragmenten. Wél had ik den n en in plaats van tenor liever gehoord gelyk den anderen, als bas of bariton, omdat hier een groot deel der plastiek van den Held, ook een tenor (het Heroieke ligt helaas hoofdiakelyk in het timbre der stem) ver vaagt. Het koor der kinderen (kerstlied) klinkt mooi; het slotkoor heeft dezelfde ge breken als boven werden omschreven. Tot zoover de tekst-behandeling. Ging ik het geheel na, het zou mij niet moeilijk vallen te bewijzen dat Van Gilse in den psycaologischen ondergrond, de dramatische ont wikkeling is te kort geschoten: Wees en eenzamen vereenigen zich gemeenschappelijk, dit treft den Held, die op zijn symbolieken stier zege-vierend rondrijdt; hy roept de Jungfrau" en wil den stier slachten voor haar, die hem kinderen zal baren, tegen 't Noodlot opgewassen; dan ontroert het naieve kerstliedje de ouderen tot een innerlijke ver morzeling en tevreden onderworpenheid, naklauk uit het koor der grijsaards: hier merkt men een lijn, al blyft Dehmel's be doeling af en toe duister, welke by Van Gilse ontbreekt. Onjuist ook mij zijne splitsing in twee afgescheiden helften, niet gemotiveerd door de poëzip. De muziek ze>f der Lebensmesae is 't zwakst in de Cantilene. Ditar gaat de inspiratie het traagst. Diepte eu emotie ontbeert men er overal; van Gilse tracht dat te verbloemen door contrapuntisch bywerk, en dit boeit wel een oogenblik, doch bevredigt niet het verlangen naar grondigeren klank. Het best bewijzen dit de twee passages in es uit de ouverture. Deze gefft m. i. van Dehmels gedicht een voortreffelijk resumé; de archi tectuur in gezond, duidelijk, bondig en interessant. Overigens vindt men in de Lebensmesae weinig wat men gewoonlijk muziek noemt: absolute melodie of motievenweik. Hier en daar een toespeling of her haling van brokken uit de ouverture, een heel lichte aanduiding, een koite doorvoering; voor de reat is alles enkel klank en rhapsodische illustratie. De harmoniek lijkt rijk doch is in wezen arm, daar alles haast onveranderlijk berust op den grooten, kleinen of verminderden terts-gang der accoorden, zóó dikwijls her haald als modulatie of bediiegelyk slot, dat het ten langen laatste wel wat zeer verdoft, vereenzelvigt en verveelt. Zelden treft men een eigen-gevonden overgang; nog zeldener een organische harmonie-ry en dan nog (bid;. 62 o?.) onbeduidend van inhoud. Dt mttrumentatie is brillant en handig. Eén fijn détail: gedeelde violen, samenklinkend met het lichte koper, zonder bas. De bekkens evenwel zijn te veel aangewend als knaleffect; oofc hindert er een overvloed van roekoeloerend hoorngeluid, en vogue sinds Wagner. Doch eren talentvol als de compo sitie zelf, maar volmaakter. De uitvoering door de Arnhemsche afdeeling van Toonkunst Zaterdagavond j.1. aldaar, met medewerking van het versterkt Arnhemsch orkest, was goed. Een tekort aan strijkers, het ietwat schrale vrouwenkoor, een klanklooze bas-soliet (Olto Sdhwendy) uit Bjrly'n, stoorden wel eens erg, daartegenover staan de uitnemende praestaties van mevr. Alida Loman, sopraan, en den heer Jules Moea; deze laatste vooral zong een pracht-geluid als Held ea tenor! Jan van Gilse dirigeerde zelf. MATTHIJS VEBJIEULEN. straat kijken.... Jonge, jonge, wat vorderden die lui van de tram toch langzaam. Die waren nu al een heele week bezig en je zag ze maar niet opschieten.... Verdienden hun geld ook makkelijk.... Au, daar bad je weer zoo'n gniep.... Dank nou 's aan wat anders, als je telkens zulke steken krijgt.... Toch maar probeeren.. .. Kijk, daar liep zoo'n opzichter te lanter fanten. ... Wat schreeuwden die kerels toch telkens onnoodig.... Natuurlijk een slagers jongen met 'n flets er ook by... als die er met hun brutale snuit niet bij staan, deugt het niet.... Daar kwamen 'r weer een stuk of wat met een rail aansjouwen, natuurlijk op a'n elf-sn dertigst Oei, wat 'n duivelsche pijn l... Hij stond weer met z'n eenen voet op z'n anderen, persend, als om de pijn af te lei den. Maar 't hielp niet.... Je dag was heelemaal bedorven en van nacht had-ie ook al zoo slecht geslapen. Zoo'n rottig endje kies en zoo'n last er mee! Ale-ie 's een oogenblikja probeerde te slapen; hij was toch zoo moe, misschien lukte 't wel. Marie l Ja, klonk het uit de achterkamer. Is m'n bed in orde? 'K. Ga 'n poosje slapen, misschien gaat het over. 'k Zal 't even opmaken. 'K. Waarschuw je we). Goed, maar dan gauw wat. Hy begon werkelijk weer kregel te worden, zoodra er meer tegen ham gesproken werd. Maar by zoo'n hellepgn zou iedereen zoo worden. Enfin, als-ie maar slapen kon strakkies

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl