Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T P] R D A M M E U W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D.
Ho. 1751
*?
L
f
woord de aandaeht te vestigen op een
monopolie dat zich hier zoo langzamer
hand ia alle stilte bezifc is te
ontwikkeléji. Bet is het monopolie der verhuur
kantoren, van huizen. D» ongelukkige, die
hier verhuizen Vil, moe£ zich niet voor
stellen, dat hij, zooals elders, eenvoudig
de stad eens heeft door te kuieren en aan
ie huizen, die te huur staan, aan te bellen
om zich naar den huurprijs en het verder
veten»waardige te informeeren. Ook de
gewoonte om de meest elementaire inlich
tingen omtrent een te huur staand huis op
een briefje voor het raam te zetten, wordt
.hi«r maar b\j hooge uitzondering gevolgd.
De Hagenaar die ergens een huis te huur
ziet staan, dat hem misschien wel lijken
zou, kan maar n ding doen Hij moet zich
begeven naar het verhuurkantoor, waarvan
de naam op het verhuurbordje vermeld
staat. Daar kan hu de noonige inlichtingen
krügen. Wellicht is dit kantoor juist aan
het andera eind van de zeer wijd uiteen
gebouwde residentiestad gelegen. Het doet
«r niet toe Hij moet er heen. Want aan
het huis zelf is geen enkele andere inlich
ting te verkrijgen. Er is zelfs niet aange
geven op welke dagen en uren het te zien
w. Wellicht, als hij heel stoutmoedig is,
?chelt hij toch even aan. En als de
bewp»er een heel vriendelijk en hulpvaardig
«ensch is want hu is er om den dood
nit4 toe verplicht! dan laat deze het
linis soms wel eens zien. Maar hoe vele
Tbewoners van te huur staande
hui»en zün vriendelijk en hulpvaardig?
En vooral! aan welken Hagenaar,
die een huis zoekt, is de moed, ook al was
deze in den beginne nog zoo groot, niet
reeds na een enkelen dag zoekens in de
?choenen gezonken?
Ge gaat dus naar een verhuurkantoor.
Dvar onderwerpt men u aan een nauwkeurig
Tttrhoor. Ge moet uw naam en adres op
geven, en alles wordt netjes en nauwkeurig
dn een register opgeteekend. Is dit geschied
dan d«elt men u mede, wanneer het huis
4e zien is, en hoeveel de huurprijs bedraagt.
Staat het huis leeg, dan wordt u een adres
?opgegeven waar ge den sleutel kunt krijgen.
Dikwijls echter is de sleutel aan het opge
geven adres niet te vinden, en dan begint
«en nieuwe ontdekkingstocht.
Men kan gerust zeggen, dat bijna ieder
Hagenaar na-korter of langer^tijd een prooi
van deze verhuizings-misère wordt. Want
het bouwen van nieuwe straten en wijken
gaat nog maar altijd ongestoord voort. Is
nu een nieuw huis gereed, dan wordt dit
het eerste jaar of de twee eergte twee
jaar verhuurd voor iets minder dan den
vastgestelde huurprijs. Maar daarna wordt
deze verhoogd.Wil de huurder de verhoogiug
niet betalen, dan moet hij verhuizen naar
een pas gereed gekomen huis in een nóg
nieuwe aangelegde straat. En daar dit
systeem in alle buitenwijken van de stad
strengelijk wordt doorgevoerd er schijnt
hier een onderlinge afspraak van de huis
eigenaars in het spel te zijn is het aantal
verhuizende menschen elk jaar wel nergens
soo sjroot als in Den Haag.
Bij den 'aanvang van het nieuwe jaar
hebben wij dan ook nu weer, als gewoonlijk
de huurbordjes allerwege op de huizen zien
verrijzen als paddeetoelen of liever als
een epidemie welks besmetting geen enkele
wijk, hoe aanzienlijk of gering ook, heeft
gespaard.
Een ander verschijnsel van het nieuwe
j»ar was het beschrijvingsbiljet voor de
nieuwe gemeentelijke inkomstenbelasting,
die wij voor het eerst kregen thuis gestuurd.
Maar over deze nieuwe, proefneming op
het gebied van gemeentelijke
belastinghiffiog schrijf ik nog wel eens nader.
JAN BRAMSES.
Zweedsche Gymnastiek.
Het Zweedsche Stelsel van Gymnastiek
uit het oogpunt voor lichamelijke
vorming beschouwd, onder andere
in vergelijking met het Duitsche
stelsel, door W. P. Hubert van
Blijenburgh, eerste luitenant der artillerie,
opgedragen aan den Nederlandschen
bond voor lichamelijke opvoeding.
De heer W. P. Hubert v. Blijenburgh heeft
een verdienstelijk werk verricht. Gede
tacheerd aan l'école normale de
Gymnastique et d Escrime" te Brussel, tot bestu
deering van het schermonderwijs in het
Belgische leger, had hij tevens gelegenheid
kennis te maken met de Zweedsche gym
nastiek. Overtuigd van de groote voordeelen
van dit stelsel, overtuigd ook dat diezelfde
voordeelen voor Nederland een weldaad
zouden zijn, vatte de schrij ver het plan op
een werk te schrij ren met bo venstaanden titel.
Uit alles blijkt, dat v. Büjenburgh een
ernstige studie heefc gemaakt van het
Zweedsche systeem.
Miliiiitiiiimiiimiiiimiii ....... i ........ """ ...... >"" ........... " ....... i""
KIESPIJN.
DOOR
MAKTEN KLEUN.
Pa had kiespijn.
Kermend was hij 's morgens opgestaan.
Wakker worden kan niet gezegd worden, want
hy had niet geslapen, den heelen nacht n:et.
J&ühad, woedend-rondwoelend in bed, den
gang van de torenklok gevolgd, die zijn
wijzers tergend-langzaam langs de verlichte
wijzerplaat schoof; en het duurde
eeuwicheden, eer de kwartieren tot halfuren en de
halfuren tot uren waren volgroeid.
Den heelen nacht was het, alsof de kies,
die- hem al een paar dagen jeukend zeer
deed, in zjjn mond been en weer schoof en
nu, hij had een gevoel in de onderkaak of
de kies telkens dieper-in werd gedrukt. De
pijn trok hem dan door het geheele gezicht,
tot boven de oogen toe. Hoofdpijn had-ie er
ook al van. En zoo gruwelijk als dat ding
steken kon, zoo in-geniepig, dat je dacht in
mekaar te zullen krimpen l
't Minste koude lucht-stroompj e in z'n mond
déhet hem; dat gaf hem zoo'n vinnige
prik, dat-ie a'n vuisten balde en de teenen
met geweld krulde, om het niet uit te brullen.
Niks kon ie in z'n mond nemen met die
k:es, letterlijk niks. Vanochtend had ie nog
geprobeerd te ontbijten met heel kleine
proefkauwinkjes, voorzichtig-aan voor in den
AU militair kende hu reeds lang de
Duitsche gymnastiek, en was hij hier een
ijverig aanhanger van. Nu komt h\j in
Belgiëen ziet daar een ander syeteem toe
gepast op de scholen en in het leger. In
Brussel bezoekt hij een instituut, waar
mannen en vrouwen opgeleid worden voor
het onderwijs in de gymnastiek. Alles het
Zweedsche stelsi l en met welke resultaten !
In het eerste hoofdstuk wijst de schrijver
er op, hoe er verschil moet gemaakt wor
den tusschen gymnastiek ea sport.
Gymnastiek moet alleen ten doel hebben:
stelselmatige lichaamsont wikkeling. Bij sport
treden twee doelen op: lichaamsoeiening
en het sportieve doel. Dit laatste overscha
duwt het eerste doel, zoodat de lichaams
oefening bij de sport van minder beteekenis
is dan bij de gymnastiek. Gymnastiek heb
ben wij dus allen noodig. De vraag blijft
welke gymnastiek is de beste?" v. Blijen
burgh gaat nu na het ontstaan van het
Zweedsche en het Duitsche eysteem. Ling,
de Zweed, voerde zijn oefeningen in, om
lichamen die veelal blootgesteld waren aan
slechte invloeden, gezond te maken en te
houden. Jaho, de Duitscher, gebruikte de
gymnastiek in de eerste plaats, om de
mannen bestand te doen zijn tegen den
oorlog. Waar dus oorspronkelijk, het door
Jahn ingevoerde stelsel, met
kindergymnastiek niets te maken had, daar mag het
bevreemdend heeten, dat datzelfde ttelsel
een zoo langen tnd op onze scholen stand
gehouden heeft! (A.1 moge Spiess de gym
nastiek van Jahii voor dn tchool nog zoo
gewijzigd hebben. A. v. S.)
In het 2e hoofdstuk behandelt v. Blijen
burgh de beide stelsels, hij geeft hier ver
gelijkende beschouwingen. Hij zet uiteen,
waar een Duitsche, en waareen Zweedache
les uit bestaat. Een Duitsche gymnastiekles
bestaat veelal uit 3 indeelingen: 1. vrije
oefeningen, 2. spring-(loop)oefeningen, 3.
toesteloefeningen. Men gaat hierbij niet
nauwkeurig na, welke spieren bij verschil
lende standen en bewegingen ingespannen
worden. Een gevolg hiervan is, dat, door
een te langdurig in werking treden van
dezelfde spieren, deze vermoeid raken. Men
denke slechts aan de lange reeksen van
oefeningen aan rek en bru^.
Anders is dit nu bij een Zweedsche les
Men begint met z g n. voorbereidende oefe
ningen, hierna hef-, balans-, loop-en zwaar
dere rompoefeningen, gevolgd door springen
en eindelijk de afleidendebewegingen, waar
door een normalen bloeds-omloop verkregen
wordt. De groote voordeelen van zulk een
les, zijn duidelijk. Hoewel men flink door
werkt, krijgt men nooit een afmattend ge
voel, omdat dan de ne, dan de andere
spiergroep in werking treedt. Er wordt in
korten tyi veel werk verricht, waarbij <ie
gymnasten steeds hun aandacht noodig
hebben. Een gevolg *eer (en dit is bij
kindergymnastiek zeer zeker van groot
belang) een gevolg ip, dat zij, die bezig
zijn, zich geen minuut vervelen en dus
minder neiging vertoonen laurier te zijn l
Waar nu beweerd wor.lt, dat de Zweedsche
gymnastiek wél droog en vervelend is,
daar halen wij, aanhangers van deze gym
nastiek, da schouders op en denken, zij
weten wel beter, doch zij willen niet." Ot)
blz. 16 haalt v. Blijenburgh de woorden
aan van den luitenant kolonel Cjste On
a parléde la monotonie de cette méthude
d'éducation, de son peu d'attraits pour les
enfants... C'est oublier d'abord qu' elle est
extrêmoment riche ea mouvements de
toute sorte"; en iets verier C'est enfin,
n'avoir jamais assisté, ainsi que nous en
avpns eu la bonne fortune, au spectacle
difiant ^ d'une lfijon de gymnastique
donnée a des bambins suédois, garrans
et fillette?, par des maitres dignes de ce
nom."
Verder wijst de sehrij ver er op, hoe veel
eenvoudiger de oefeningen over het geheel
genomen bij de Zweden zijn. Hier'oor zijn
de standen zuiverder en kan men alles beter
controleeren. Ook kan men beter den invloed
nagaan van de verschillende bewegingen en
houdingen. Ondergeteekende zou nog een
voordeel willen opnoemen: deze gymnastiek
nl. komt direct het lichaam nu er ten goede,
omdat de hersens minder ingespannen
worden. Geen onthouden van lange reeksen
van oefeningen is hier noodig, de geest
lust uit, het lichaam werkt.
Duidelijk en voor ieder begrijpelijk legt
de heer v. Blijenburgh uit, welk groot voor
deel er ook ligt in de Zweedsche adem
halingsoefeningen, iïierloor toch worden de
longen ontwikkeld (men verhoogt de longen
capaciteit) en men verkrijgt een broedere,
bewegelijker borstkas. Ook wordt door deze
oefeningen, die in elke les voorkomen, alle
vermoeidheid vermeden, door de ruime toe
voer van zuurstof.
Als van zelf komt nu de schrijver op de
ontwikkeling van de verschillende spieren.
Sommige moeten bij voorkeur in de lengte
(de borstspieren) andere weer in de dikte
mond etend, maar toch echoten hem telkens
kruimelijes in de holte van de kies, en weg
was het wei ieje eetlust, dat-ie had. De
kruimels er uit peu'eren durf Ie bij niet, dit
deed nog meer pijn, maar de kruimels erin
laten zitten ging al evenaar. Dan maar zuigen
met de tong, maar het duurde op z'n minst
een minuut, eer de kruimels er uit waren:
een eeuwigheid van pijn!
Z'n maag was ook v. n streek. Hij was
eigenlijk htelemaal niet in orde. Wie zou
ook bij zóó'n pijn normaal kunnen blijven I
Hij niet, en hij zette bet een ieder, zich goed
te houden, als een kies je zoo gemeen zeer
deed!
Nu liep hy ie de voorkamer te stamp
voeten met z'n hand tegen «.'n wang, z'n
gebit verwenschend. Maar de warmte van
z'u hand deed de kies zóó venynig-geniepend
steken, dat-ie maar gauw losliet. Even hield
bet steken op, maar direct begon het
getreiter weer van voren af. Hy liep nu trap
pelend en mopperend door de mooie kamer.
Alles hinderde hem; al die pronkerige
opschik om hem heen had hij wel in dig
gelen kunnen slaan, als het hem van zijn
pijn had afgeholpen. Een stoel die hem wat
in den weg stond, schopte hy op zy. Msar
hij dacht er niet aan, da'-ie geen schoenen
aan had, en van pijn het been hoo^optrek
kend, stond hy een poosje op n been rond
te springen, nog woedender dan zoo pa?.
Toen begon hij weer te ijsberen: van het
open raam naar de slaapkamerdeur, van daar
naar den schoorsteenmantel en weer terug
Zou kou misschien helpen? Hy hield z'n
gloeiende wang tegen de koude ruit, maar
(rugspieron), ontwikkeld worden. In de
landen, waar hoofdzakelijk de Duitgche
gymnastiek beoefend wordt, Duitschland,
Holland, Zwitserland, wordt hiertusschen
geen verschil gemaakt. En toch is het
van zoo groot gewicht, dat door de tonus
d.w-z. de natuurlijke spaniing der spieren,
een normale houding verkregen wordt! Er
moet rekening gehouden worden met de
natuurlijke functie der spieren. Men denke
nu eens aan de vele nadeelige oefeningen
aan Duitsche toestellen als brug en rek!
Met een reeks van photo's worden den
lezer de vele romp-oefeningen duidelijk ge
maakt, die er in het Zweedsche stelsel
bestaan. Hier wil ik even wijzen op de
aardige photo's van leerlingen van een
meifjeskostschool. De direjtrice verklaarde,
dat na het invoeren van een dagelijkscho
Zweedsche gymnastiekles de meisjes zoo
heel veel sterker waren geworden.
IVrwijl ik dit boek las, moest ik telkens
even denken aan toestanden, zooals die hier
in Holland zijn. Welk een minimum van tijd
wordt hier aan d- gymnastiek gegeven!
Hoe is 't hier, op meisjes kostscholen??
Waar op blz. 50 de heer Van Blijnnburgh
zegt, dat de oefeningen in Z *eden bij voor
keur langzaam .en bedaard uitgevoerd wor
den, ben ik het met geheel met hem eens.
Het tempo, waarin een beweging gedaan
wordt, hangt af van den aard dezer be
weging. Een armstrekking mag gerust vlug
zijn, oit wordt reeds te kennen gegeven
door een kernachtig, kort kommando. Een
uitval wordt daarentegen langzamer
uitgevoe d, wat weer aan het kommando te
hooren is. Andere oefeningen weer gaan
vlugger dan een uitval, doch in minder vlug
tempo dan een eenvoudige armstrekking.
In het 3 i hoofdstuk krijgen wy te lezen
de nadeelen, volgens de Duitschers aan het
Zweedsche stelsel verbonden.
Het werk van Ling zou volgens de be
strijders verouderd zijn. Hier merkt schrij
ver op, dat er in de medische wereld natuur
lijk velerlei is, waar Ling g1 en verstand
van had. Toch blijft het een feit, dat men
na iedere Zweedsche les, zich opgefrischt
en opgewekt voelt, dat de invloed dus wel
dadig is. Even wikondergeteekende hieraan
toevoegen, dat op de gymnastiekinstituten
in het Noorden, en ook reeds op sommige
scholen, douches dicht bij de
gymnastiekzaal gevonden worden. Esrst als men hier
van gebruis maakt na iedere gymnastiekles,
wordt bereikt, wat bereikt worden most.
Verder gelooven ook de Zweden niet, dat
de gymnastiek hun door Ling geschonken,
alle eeuwen door dezelfde blijven zal. Als
slechts de basis gezond is. Verder wordt
door bestrijders ba weer J, dat het stelsel
deugt voor een volk, dat diciplinair ont
wikkeld is. Ik zou haast zeggen, dat ziet
er treurig voor ons uit. Als men eens een
proef wilde nemen met het invoeren der
Zweedsche gymnastiek, om daarmede de
dicipline in de hand te werken?
Het Zweedsche systeem zou wel deugen
vo3r noordelijke, niet voor zuidelijke volken.
Door het opnoemen van een reeks zuide
lijke landen, waar hutzelfde systeem met
zaer goede resultaten ingevoerd is, bestrijdt
v. B. deze meeninj.
Nauwkeurig wordt in een volgend
hoofJstuk nagegaan, hoe iemand door gere
geld Zweedsche gymnastiek te doen, een
veel beter figuur krijgen kan. Zeer duidelijk
kunnen wij dit zien op blz. '91, waar een
Fransch onderofficier afgebeeld staat met
ingevallen borst, uitstekende schouderbla
den en eenigszius vooruit stekenden buik.
Na 10 maanden vertoonde hij een heel ander
figuur, nu met breede borst, teruggetrok
ken schouders ea ingetrokken buik. Dit is
het typ?, dat men zooveel in het Noorden
ziet en bewondert.
L3zen wij verder op blz. 121:
De gemiddelde levensduur is in Zweden
onder den invloed van de beoefening der
Zweedsche gymnastiek, welke beoefening
voor alle kinderen op school verplichtend is
van het Te jaar tot hun 15e jaar, sterk
toegenomer; van 1816 tot 1848 was zij 41!^ jaar;
van 1881 tot 1891 was zij EO jaar; alzoo
een vooruitgang van 8K jaar."
Verder staat er:
De gemiddelde lichaamslengte der
jongelieden, die in dienst treden, is in 50 jaar
met 3 centimeter vermeerderd enz Het
sterftecijfer is verminderd van 2,226 tot
1,627 pCt op het platteland en van 3,441
tot 1,805 in de i-teden, resp. van het tijdvak
1816-1840 tot op het tijdvak 1891?1892.
Tevens wordt geconstateerd, dat de gymna
stiek van Ling in 't bijzonder een buiten
gewoon bestrijdingsmiddel van longtering
is gebleken.
De heer v. Blijenburgh gaat na in welke
landen de Zweedsche gymnastiek reeds
doorgedrongen is. In Noorwegen, Fipland
en Denemarken vindt men ze uitsluitend.
Wel wijkt ze hier en daar af, doch overigens
worden de Zweedsche beginselen streng
doorgevoerd, in Engeland is de Zweedsche
de pijn, die eveu minderde, vinnigde toen
weer heftiger op. Ia drie groote
stampstappen was bij weer bij de slaapkamerdeur.
En de pijn bleef.
Hij sloeg ziüh tegen de wang met een
kracit, die ande-ia wel drie gezonde kiezen
zou losgemaakt hebben; nu raakte de zieke
ze'fs niet van 'r plaat?. Was het niet om dol
van te worden?
Es-entjes tam hij een slokje water, zonder
er bij te denken, maar daar begon het te
kloppen en te vlijmen en te zinderen in z'n
onderkaak, zóó geweldig en zóó gemean,
dat-ie van woede over z'n stommiteit het
glas tegen den grond smeet, waar het in
scherven spatte. Moe kwam uit de keuken
raar voren loopen, verschrikt.
Wat is er?
Niks, ruk maar in, ik riep je niet.
Wat dee je V Brak je wat?
Nte, 't was niks, ruk maar gauw in l
Ik kan toch niet helpen, dat je...
Kan me niks schelen, bemoei je maar
met je eigen;
Maar, Henk...
Schei uit, je maakt me dol.
Wees nou's kalm...
Nee, snij uit, of ik gooi je d'r uit.
Zijn vrouw begon de stukken glas op te
rapen,
Blijf d'r maar af met je pooten.
Maar, Henk i au je wel?
? 't Kan me niet schelen, zeg ik je.
'k Trap de heele boel zoo meteen kapot.
Zij zweeg, keek hem even aan, z'n dikke,
roode wang, z'n weedende oogen, z'n ver
warden kop haar, heel z'n verwilderd
pyngymnastiek officieel ingevoerd. In Grieken
land wordt ze algemeen gebruikt. Sedert
langen tijd wordt aan de Hooge School te
Athene het Zweedsche stelsel onderwezen.
Ook het Duitsche Turnvorschrift fü> die
Infanterie' van 1895, herdrukt in 1904,
hoewel nog steeds op Duitsche grondslagen
berustend, heeft onder den invloed der
Zweedsche school reeds vele verbeteringen
ondergaan.
In Luxemburg, Portugal, Rusland,
Turkije, de Vereenigde Staten van Noord
Amerika en Mexico, Arg-ntinio, Chili, Japan
en Tunis is de Zweedsche gymnastiek
eveneens officieel icgavoerd."
Enkele afbeeldingen toonen ons Zweed
sche en andere deelnemers bij de Olympische
spelen in Athene en Londen. Merkwaardig
om na te gaan, wat een schitterend figuur
de Zweden steeds maakten!
De schrijver komt tot de eekere conclusie,
dat het Zweedsche stelsel verre te verkiezen
is boven het Duitsche. Hij komt tot deze
conclusie, na grondige studiën gemaakt
te hebben.
De heer Hubert van Blijenburgh is de
eerste militair hier in den lanie, die openlijk
voor de meening uitkomt, dat de Zweedsche
gymnastiek overal, ook in het leger, be
hoort ingevoerd te worden.
Ik zou wenschen, dat, R u er weer opnieuw
geageerd wordt tegen deze voortreffelijke
gymnastiek, dit boek'door autoriteiten en
leeken heel veel gelezen werd.
Het schijnt zoo moeilijk te zijn in Holland
iets nieuws ingevoerd te krijgen. Zij, die
hier het gymnastiek-onderwijs in handen
hebben, hebben, zelfs onbewust, neiging het
oude te handhaven; zij varen er wel bij.
Gij, doktoren, gymnastiekleeraren en
leeraressen, en gij militairen komt allen in
onze gymnastiekzalen, komt en ziet hoe er
gewerkt wordt!
Eerst, na beide systemen grondig bestu
deerd te hebben, kunt gij immers oordeelen.
Mijn dank aan den schrijver, dat hy dit
boek geschreven heeft!
B. AllAMA VAN" SCHELTEMA,
Eine Letiensmesse
van JAN VAN GILSB.
Waarom Van Gilse dit jongen onvolgroeid
muziekstuk nog liet uitroeren, waarom hy
het liet d'ukken (iy Kistner, Leipzig in
1909) zijn vrager, welke ik achterwege laat
omdat ik get-n antwoord zie. Het valt me
trouwers moeilijk de juiste gedragslijn te
vinden ten opzichte dezer 'iiusiek; ginda
lokt de onmiskenbare begaafdheid van den
componist tot i'ajhte vergoeüjkicg, ddar eiacht
de zeer vage artisticiteit van dit jeugdwerk
oprechte woorden.
De tekit der Lebensmesse werd door den
toenmaals or-geveer 20 jarizen musicus bijna
geheel en al mis verstaan. R'cbard Dahmel,
de Duitsche fantas*, dichtte de»
beeldenserie, eene V-aüade des inneren Lebens, als
vergriöRtc it ziener onzer wereld, met een
rust van lythme, eoberte en kracht ^an
beeldspraak, welke mea haast enkel v'ndt
bij de Oiiien. Veie verzen deden mij denken
aan koren uit Aescbylos' Oreeteia of
Smeekelinger. De fatalistische hoofdgedachte, de
mem oh zijn eigen onweerstaanbaar God, (niet
pantheïstische, zooals van Gilse zegt in zijn
inleiding) is met deze klassieke spraak en
vifie in volkomen overeenstemming. Nu kan
de componist een van beide volgende mid
delen kiezen wanneer hij een zoodanigen
tekst vertolken wil: het speurt het voor elk
onderdeel onveranderlijk heerschei d senti
ment en zet dit om in tonen ; of hij neemt
het rythme, geeft dit ongeschonden weer en
laat den tekst de uitdrukking en
duidelykhe d, waaraan 't hem niet ontbreekt; of hij
voege beide saaien. Van Gilse deed geen van
drieën. Het koor der Grijsaards, met hetwelk
Dehme s Lebensmesse opent, de ervarenen,
wien in dt-n kiingloop van 't leven de kinder
lijke onbewustheid terugkeerde, teekent hy
met een forsch militant bazuinen-motief, (op
zich zelf verd.enstelijti) hij concipiëeit het
als marsch-trio-marsch ! Van bet rythme der
woorden kwam nergens veel terecht, de
metriek tran Dehrnel verzwond in den klank.
Ik leg hierop den nadruk. Eén toch moet
regeeren. Hetzij de stemming, geïllustreerd
als Ricb. Strauss b.v. dit doet (die echter
dikwijls te ver gaat, want wat beeld was voor
het oog, verdubbelt hij tot beeld Toor 't ooi)
of verklaakt hij tot pure muziek, waarbij
woord en toon het allerzuiverat samenvloeien
(i?e'ijk in l! ethovens An die ferne Geliebte);
hetzy de dichter zelf, zooals dit volgens de
traditie het geval was in de Griekache tragedie,
uiterlijk. Toen, met iets meewarigs in haar
stem :
Laat je kies trekken.
Zaker 'k laat daar in m'n mond knoeien.
Of 'k er al niet genoeg p!esier van heb.
Je kon toch 's probeeren.. ?
Zeur niet. Bestee je raad maar aan 'n
ander. Nee... iaat dat glas maar liggen,
En als je er in trüpf. Je bent op je
kouser.
Wat maakt dat uit. Voor mijn part,
val ik dood !
Henk .. zeide z'n vrouw langgerekt.
Gauw i u !
Hij stampte op den grond.
Laat me nu asjeblieft alleen.
Zij ging, probeerde aan de deur nog wat
scherven op te rapen...
Wil ik even I
Vooruit l
Zij zuchtte en ging.
Hij liep de kamer rond, voorzichtig de
scherven mijdend, gaf zich nog een slag met
de vuist tegen z'n wang. Even doofde de
pijn, maar vinniger treiterde ze weer op. Wat
had je aan een gebit op zoo'n manier.
Hy hield z'n wang weer tegen het raam.
Even hielp de kou een weinig. Maar het
plaatsje, waar hij zijn wang hield, werd warm
en dan kwam de pijn weer opzetten met
vinnige scheuten. Dan naar een ander plekje.
Maar spoedig was z'n wang zóó aan kou
gewoon, dat ook dit niet meer hielp. Z'n
pafferig dikke wang gloeide weer even rood
als te voren. AU 't maar hielp, zou je je
kop zóó door de ruiten steken.... '8 Pro
beeren niet aan de pyn te denken.... Op
wat, ofschoon in den nieuwen tyd tot heden
onbeieikt, nog verkieslijk blyft boren de pnre
muziek; want waarom neemt men 't vers,
wanneer men het niet vérs laat ? Den
solo der Jungfrau" ga ik niet voorbij. Die
scay'nbaar-at'lle mijmering welke toch is een
van hartstocht verweerd snakken, diep-in
wendig naar de keel wroetend in den
levensfriaschen lentetijd, welke haar (de Jungfran)
drijft naar het Schicksal, dat zij wel won
omarmen, metamorphoseerie Van Gilse tot
zacbte, gevoeliee elegie I Die bewoning van
het koor des Vaders:
Eine wandelnde Wage
i at der Menscb.
M U Haupt, Herz, Handen
wagt er sein Wohl;
een aardige liedertafelmuziek, in bupsche
marschbeweging, past ongelooflijk slecht bij
de streng doorgevoerde hyperbool der Weeg
schaal en den ernst der beteekenie. De Held
werd goed gekarakteriseerd. Het koor der
Moeders daarentegen:
Mit Schweisz und Tjünen
und manghen tiefen Schmerz
naaren wir Kinder au f dieser Erde
und lehren sie Vorsicht
und ben Nachsicht
bis sie sich selbst mehr lieben als uns.
schryft hy' in den vorm van een gemoe
delijk-d eunenden w al si Hij typeerde
Eine Waise (allen zoeken hun Noodlot) het
best en geeft in de solo der twee eenzamen
uitnemende fragmenten. Wél had ik den
n en in plaats van tenor liever gehoord
gelyk den anderen, als bas of bariton, omdat
hier een groot deel der plastiek van den
Held, ook een tenor (het Heroieke ligt helaas
hoofdiakelyk in het timbre der stem) ver
vaagt. Het koor der kinderen (kerstlied)
klinkt mooi; het slotkoor heeft dezelfde ge
breken als boven werden omschreven. Tot
zoover de tekst-behandeling. Ging ik het
geheel na, het zou mij niet moeilijk vallen
te bewijzen dat Van Gilse in den
psycaologischen ondergrond, de dramatische ont
wikkeling is te kort geschoten: Wees en
eenzamen vereenigen zich gemeenschappelijk,
dit treft den Held, die op zijn symbolieken
stier zege-vierend rondrijdt; hy roept de
Jungfrau" en wil den stier slachten voor
haar, die hem kinderen zal baren, tegen 't
Noodlot opgewassen; dan ontroert het naieve
kerstliedje de ouderen tot een innerlijke ver
morzeling en tevreden onderworpenheid,
naklauk uit het koor der grijsaards: hier
merkt men een lijn, al blyft Dehmel's be
doeling af en toe duister, welke by Van Gilse
ontbreekt. Onjuist ook mij zijne splitsing in
twee afgescheiden helften, niet gemotiveerd
door de poëzip.
De muziek ze>f der Lebensmesae is 't zwakst
in de Cantilene. Ditar gaat de inspiratie het
traagst. Diepte eu emotie ontbeert men er
overal; van Gilse tracht dat te verbloemen
door contrapuntisch bywerk, en dit boeit
wel een oogenblik, doch bevredigt niet het
verlangen naar grondigeren klank. Het best
bewijzen dit de twee passages in es uit de
ouverture. Deze gefft m. i. van Dehmels
gedicht een voortreffelijk resumé; de archi
tectuur in gezond, duidelijk, bondig en
interessant. Overigens vindt men in de
Lebensmesae weinig wat men gewoonlijk
muziek noemt: absolute melodie of
motievenweik. Hier en daar een toespeling of her
haling van brokken uit de ouverture, een
heel lichte aanduiding, een koite doorvoering;
voor de reat is alles enkel klank en
rhapsodische illustratie.
De harmoniek lijkt rijk doch is in wezen
arm, daar alles haast onveranderlijk berust
op den grooten, kleinen of verminderden
terts-gang der accoorden, zóó dikwijls her
haald als modulatie of bediiegelyk slot, dat
het ten langen laatste wel wat zeer verdoft,
vereenzelvigt en verveelt. Zelden treft men
een eigen-gevonden overgang; nog zeldener
een organische harmonie-ry en dan nog (bid;.
62 o?.) onbeduidend van inhoud.
Dt mttrumentatie is brillant en handig. Eén
fijn détail: gedeelde violen, samenklinkend
met het lichte koper, zonder bas. De bekkens
evenwel zijn te veel aangewend als
knaleffect; oofc hindert er een overvloed van
roekoeloerend hoorngeluid, en vogue sinds
Wagner. Doch eren talentvol als de compo
sitie zelf, maar volmaakter.
De uitvoering door de Arnhemsche afdeeling
van Toonkunst Zaterdagavond j.1. aldaar, met
medewerking van het versterkt Arnhemsch
orkest, was goed. Een tekort aan strijkers,
het ietwat schrale vrouwenkoor, een
klanklooze bas-soliet (Olto Sdhwendy) uit Bjrly'n,
stoorden wel eens erg, daartegenover staan
de uitnemende praestaties van mevr. Alida
Loman, sopraan, en den heer Jules Moea;
deze laatste vooral zong een pracht-geluid
als Held ea tenor! Jan van Gilse dirigeerde
zelf.
MATTHIJS VEBJIEULEN.
straat kijken.... Jonge, jonge, wat vorderden
die lui van de tram toch langzaam. Die
waren nu al een heele week bezig en je
zag ze maar niet opschieten.... Verdienden
hun geld ook makkelijk.... Au, daar bad
je weer zoo'n gniep.... Dank nou 's aan wat
anders, als je telkens zulke steken krijgt....
Toch maar probeeren.. ..
Kijk, daar liep zoo'n opzichter te lanter
fanten. ... Wat schreeuwden die kerels toch
telkens onnoodig.... Natuurlijk een slagers
jongen met 'n flets er ook by... als die er
met hun brutale snuit niet bij staan, deugt
het niet.... Daar kwamen 'r weer een stuk
of wat met een rail aansjouwen, natuurlijk
op a'n elf-sn dertigst Oei, wat 'n
duivelsche pijn l...
Hij stond weer met z'n eenen voet op z'n
anderen, persend, als om de pijn af te lei
den. Maar 't hielp niet....
Je dag was heelemaal bedorven en van
nacht had-ie ook al zoo slecht geslapen. Zoo'n
rottig endje kies en zoo'n last er mee!
Ale-ie 's een oogenblikja probeerde te
slapen; hij was toch zoo moe, misschien
lukte 't wel.
Marie l
Ja, klonk het uit de achterkamer.
Is m'n bed in orde? 'K. Ga 'n poosje
slapen, misschien gaat het over.
'k Zal 't even opmaken. 'K. Waarschuw
je we).
Goed, maar dan gauw wat.
Hy begon werkelijk weer kregel te worden,
zoodra er meer tegen ham gesproken werd.
Maar by zoo'n hellepgn zou iedereen zoo
worden. Enfin, als-ie maar slapen kon strakkies