Historisch Archief 1877-1940
No. 1751
DE A M S T E R D A M M ER W E E K B L AD V O O R N E D E R L A N D.
HIRSCH A C
Amsterdam.
De TOTALE LIQUIDATIE wegens afbraak
onzer H;i$azijiicii Leidscbeplein 13-25,
wordt vooritgezet Maandag 16 Januari a.s.
Verkoop uitsluitend a contant.
Geen zichtzendingen^ uocb stalen.
illllllltlllllllllllHIIIIIIIIIIIIMJJUUHIIMIIIIUIimMllimmilMIMMIIIHHIIIIIIII
AErDE^DEI.
Amtrikaansche vrouwen.
In Amerika wordt geklaagd over de
sporto verdrijving on Ier de vrouwen. Men
treft er onder de dames uit den hoogsten stand
werkelijk vrouwelijke athletea engymnasten
aan, ea er ontwikkelt zich daar dus zonder
scherts gesproken een derde geslacht,"
Het zich met al te veel geestdrift wijden
aan lichamelijke oefeningen heeft ten gevolge,
'dat de gratie der lijnen van het lichaam
verdwijnt, dat het vel r a w, enhetbeendergestel
' soheip «n hoekig word'. De Arowikaarsche
sport-dames krijgen mannelijke trekken in't ge
laat, zware henpen en veel te breede leest,z ware,
gespierde halzen en armen, groote voeten en
groote handen, die voor alles beter geschikt
zijn dan voor een zachten handdruk en eea
vriendelijk kneepje. Dat de sportopvoeding
ook op het gemoed der amazones haar stempel
drukt en daar das ewig-weibliche" onher
roepelijk doodt, behoeft voorzeker geen
betoog.
IIHIMIIIIIMIIUIMIII
* *
*
Smiilgraag.
In een klein plaatsje in het Noorden van
Frankrijk stierf onlangs een welgesteld oud
vrijer, in wieni teitament een
allerzonderJUlllllllltllllllIJéUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIJIIIIIIIIIIHIHIIIII
UIT DE NATUUR
CDIX. Homo Diluvii testis.
Beingeiütt einet in der Sundftat ertrunkenen
Menschen.
Een fossiele mensen, getuige van den zond
vloed. Maar het was een salamander.
Een wetenschappelijke dwaling mag het
eigenlijk: niet genoemd worden; geologie "as
ia het midden van de 18de eeuw nog geen
watenschap en nog veel minder de
palaeontologie het onderdeel ervan dat zich met de
leer der versteeningen bezig houdt. Toch heb
ik, en niet alleen ik, verbaasd gekeken, toen ik
voor het eerst hoorde, dat de geleerde doctor
Scheuchzer, die den flater beging, een doctor
in de medicijnen, een geneesheer was; du»
iemand, die toch wel in staat geacht mag
worden, al was het in de 18 ie eeuw, het
geraamte van een mensch te kunnen onder
scheiden van dat van een galamander.
En als ge in Teyler komt en daar, authen
tiek in steen en been, den gewaanden
zondvloedmensch van Scheuchzer ziet liggen, dan
moet het n, als mij en ieder, die wel eens
geraamten van menschen en dieren heef c
bekeken, opnienw verbazen, dat ooit dit dui
delijke kikkerskelet, met die verbazend groote,
en voor atnphibiën kenmerkende ooggaten
en die ware salamanderpootjea, voor de re
stanten van een mensch kon worden
aangeiien.
Er zijn twee oorzaken te bedenken, waar
door zulk een dwaling ontstaan kon. Ten
eerste een phyaische: Schenchzer ken het
inderdaad niet beter ge «veten hebben doordat
bü, bij toeval geen salamander geraamte kende
en hij, misleid door de grootte van het on
bekende dier, er steeds meer de omtrekken
van een menschenschedel en romp in is
gaan zien. Hij zelf twijfelde geen oogenblik
en benoemde alle onderdeelen: Het is on
twijfelbaar," schrijft hij in 1727, dat deze
steen de helft of bijna de helft van een
menschelijk geraamte bevat; dat niet alleen de
beenatof, maar wat meer is, nog wat vleesch
en nog weekere deelen (zooals de lever)
in die steen bewaard zijn gebleven; in n
woord: dat wühier de zeldzaamste over
blijfselen voor ons hebben van het gevloekte
ras dat door de wateren werd verdelgd."
De andere oorzaak kan een psychische
zijn; dan hebben wij hier een bizonder tref
fend voorbeeld van zelfsuggestie door voor
opgezette meening; en wel bj; een zeer ont
wikkeld menscb.
? .Dan geldt het woord van Cuvier, in 1824
esc dreven: II fallait tont l'aveuglement de
espr.it de système, ponr qn'un homme tel
lingste clausule werd aangetroffen.
DeeifUtmJacqnea _ - a»
een geducht vrouwenhater, en in zijn testament
verklaarde hij, dat bij steeds zich op een
afstand had gehouden van de vrouwen en
nooit tot een huwelijk gekomen was, omdat
tan gevolge van studie en sport, de
tegenwoordige dames zoo weinig houden
van... lekker koken, en dit was naar de
meening van dezen fijnproever een van de
hoofddeagden van de vrouw.
Zjjn kritiek intnsschen wilde opbouwend zijn,
en daarom vermaakte hij zijn geheele vermogen
aan d»;gemeen.te voor de stichting van eene
kook- en huishoudschool, waar de jonge
meifjes uit de kleine stad zouden leeren, hoe
ze hun smnlgrage echtgenóoten eiken dag
met een kostelijk maal gelukkig konden
maken. Ieder heeft zoo zijn levensopvatting.
En zie, ik vermoed, dat niet velen mijner
zusters het met dit fonkelnieuwe feminisme
van den heer Vaateur eens zullen zijn.
Schijn en wezen.
Tooneelgevechten zijn lang niet altijd zoo
onschuldig als ze er uitzien, en menigmaal
is het gebeurd, dat een acteur, die een wrok
tegen zijn partner had, een worsteling op de
imillllimilllllllllliiiiifliilllMtlllllMiHtliiiiiiimiumMmiiiiMiliillDliii
que Pcheuchzer, qui tait méiicin et qni
devoit avoir vu des equelettes hnmains, put
se tromper aussi gro'sièrement; car cette
imagination, qu'il a reprodnite «i opim'Atr
ment, et qoe l'on a Bi longtemps réjétée sur
sa parole, ne peut supporter Ie plu» léger examen.'t
Inderdaad een sterke geesten ver olinding,
die belette dat de lichamelijke oogen zagen,
wat voor ieder bij het geringste onderzoek
duidelijk is: zoo iets moat er wel bij komen,
anders is deze klassieke zelfmisleiding niet
te verklaren.
In Schau :hzerg tijd onderstelde men dat
alle fossielen, alle in den grond gevonden
overblijfselen van dieren afkomstig waren
uit den tijd van de Zondvloei; en nu ver
wonderde bet ieisrec onderzoeker uit dien
-'inken aangreep als een gelegenheid tot
wraakneming.
Dit geschiedde nog niet zoo heel lang
geleden in het Drurylane taeatre teLonder,
toen de tooneelspeler Charles Bock in het
bljjspel The Whip" een rol vervulde, waarin
hjj door eenige bookmakers op een wedren
afgeranseld werd. Deze scène werd hoogst
belangwekkend en met veel gloed gespeeld,
en het publiek juichte de spelers toe met
daverend applaus; maar men wist. niet, dat
Rock, toen het scherm gevallen was, opstond
met een bloedenden neus en een blauw oog,
waarop oen zijner vjjftndan kern tijdens de
worsteling'onthaald hia. 7 "
Nog erger bedroog deathja.toen op .zekeren
avond in de Comédie ftaEcaise, het publiek
twee der grootste actrices van de wereldstad
in een vriendinnen-scène elkander inniglu'k
zag omhelzen en kussen.... Er gebeurde in
werkelijkheid heel iets anders: uit jaloezie
over een minnaar, diédoor beiden begeerd
werd, bad het eene dametje het andere al
kussende in den wang gebeten, dat het bloed
er uit kwam. *
* *
*
Sardientjes.
Hoeveel busjes met Sardines er elk jaar
worden verorberd? Het aantal is reusachtig.
tijd, dat er nooit een kenbaar beentje gevon
den werd van de vele 'tnenschen, die by den
Zondvloed te gronde moesten zijn gegaan.
Óók Scheuchzer verdedigde met vunr de
Zondvloed-theorie tegen haar bestrijders, en
in zijn ijver was hij zoo zeer verrukt toen
hij eindelyk uit Oeaingen een steen ontving
met een versteening die, wat de grootte
betreft, van een mensch met middelmatig
gestalte afkomstig kon zijn, dat hij zich alle
moeite gaf, te vinden wat er niet was en b
verklaarde iat de versteening de overblijfselen
van een mensch te zien gaven; eindelijk dus
een Homo Diluvii testüf. Een getuige in dub
belen zin.
Toch moet iemand, die in Haarlem dezen
raren meebelever van den zondvloed
aanFransche stat is i ieken deelen ons mede, dat er
alleen op de Fransche kust aan de
Middellandeche Zee niet minder dan 200
Sardinefactoryen worden aangetroffen.
Veertiendureend vrouwen zijn dagelijks bezig, om de
viscbjes schoon te maken en te prepareeren,
die door de visschers werden binnengebracht,
en vijf-en-twintighonderd mannen hebben
volop werk met het vullen en soldeeren
der blikjes. Jaarlijks worden dicht bij de zes
millioen van deze blikjes afgeleverd, om door
de geheele wereld als een extra versnapering
bij de boterham genuttigd te worden. Men
begrypt, dat de olie, die voor de viscbjes
noodig ie, ook ettelykelijke duizendtallen
vaten vult. En dat is dan alleen nog maar in
Frankrijk. De Italiaansche Sardine-industrie
is minstens even vruchtbaar.
*. *
Citronade.
Er wordt dikwijls veel te veel weggeworpen
dat van uitmuntende praktische waarde is.
Wat ik n raden mag, gooi toch nimmer de
schil van een citroen weg, want «r is meer
kracht en meer aroma in deze schil dan
overigens in de geheele viucht. Leg de schil
gedurende een paar dagen te weekeu in een
schaal met water, doe haar dan in een flesch,
bedek haar met suiker, sluit de flesch
luchtschouwt, wel bedenken, dat Scheuchzer zyn
fossiel nooit zoo gezien heeft, als het daar
in de vitrine ligt. Dan was het inderdaad
ongelooflijk, dat een werkelijk geleerd genees
kundige, als Scheuchzer was, al was deze
nog zoo in verrukking over een lang ver
heide vondst dat geraamte ooit voor
het skelet van een mensch heeft kunnen
houden.
De zaak is, dat Scheuchzer den steen dien
h\) ontving niet of weinig verder uitwerkte;
hy heeft alleen den schedel en het bovenstuk
van den wervelkolom bekeken, dat blijkt uit
de teekening in zy'n boek en waarschijnlijk
heeft hu gemeend, een menechelyk schedel
dak te zien, dat plat gedrukt en daardoor
abnormaal breed geworden was; de groote
dicht en bewaar deze op een niet al t e koele
plaats. Uit de schil ontwikkelt zich dan na
verloop van tijd een zeer fijne en zuivere
citroenstroop, waarvan n eetlepel vol een
geheele pudding frisch en geurig maakt. Ge
kunt nergens kostelijker essence koopen.
* #
*
De ring.
Voor een Schotache rechtbank werd onlangs
een klacht tot schadevergoeding ingediend
door een jonge dame, die op een fabriek aan
een machine de vierde vinger van haar
linkerhand had verspeeld. De voorzorgen,
beweerde zü, waren onvoldoende geweest, en
het ongeval was dus te wijten aan de houders
der fabriek. Zübetreurde het verlies dezer
vinger in 't bizonder ... omdat ze nu nooit
een engagementsring zou kunnen dragen.
Haar advocaat vond dit standpunt zoo ideaal,
dat hij voor haar een schadevergoeding
eisehte van 200 pond sterling. De rechter
dong honderd pond af.
ALLEGHA.
"mi "i" > Himmmmim uimm mimim
VOOR VOLKSPETIONNEMENTBN" VAN MEJ.
M. KKAMERS, ZIE PAO. 10.
Links skelet van een moderne salamander. In 'c midden de fossiele salamander, zooals Scheuchzer hem teekende. Rechts de {vermeende
homo, zooals die door Cnvier in Teyler te Haarlem verder uit den etcen is gewerkt.
Uit Recherche» tur Ie» Onemens fostiles par Jf. Ie Baron 6. Cuvier.
oogkassen konden door uitbreken ont
staan zijn.
Cuvier, wien de eer toekomt de dwaling
van Scheuchzer publiek te hebben gemaakt,
was niet de eerste, die op dégedachte k wam,
dat het een dier kon zy'n.
In 1758 al vond Gesner een tweede zoo
genaamde anthropoliet of menechentteen, en
beschreef dien in een werk, te Leiden uitge
geven; daarin sprak Gesner de meening uit
dat de vermeende mensch wel eens een
visch kon zijn geweest, «en meerval; die
waren immers van ongeveer dezelfde grootte
en die hebben ook zulke breede en ronde
kaken.
Korten tyd daarna werd er opnieuw een
dergelyken menschensteen gevonden of ontdekt,
in het Augustijner klooster te Oeningen;de:e
gaf een bijna volledig geraamte van een
reuzensalamander; het is het beroemde exemplaar
dat nu in het Britsch Museum berust. Toen
de afbeeldingen van beide vondsten naast
elkaar konden gelegd worden, kreeg de the
orie van Qesner meer aanhangers.
In 1787 al Echreef onze geleerde anatoom
Pieter Camper in een geschrift door Teyler's
stichting bekroond: Een versteende hagedis
is voor een menschelijk fossiel aangezien!"
De groote Cuvier kreeg in 1811 van den
directeur Van Marnm te Haarlem verlof,
aldaar den gewaanden anthropoliet van
Scheuchzer verder uit te kloppen, om even
tueel nog in den steen verborgen beenderen
bloot te leggen. De operatie geschiedde .in
tegenwoordigheid van den inspecteur-generaal
van Onderwijs Van den Ende.
De heeren hadden bij het werk een teeke
ning van een salamander naast den steen
liggen, en het was een genot, schrijft Cuvier
in zy'n Ossemens foisiles achtereenvolgens de
beenderen te voorschijn te zien komen, precies
op de plaats die de teekening aanwees. De
steen, door Scheuchzer gela-en als in flg. 2
kreeg het tegenwoordig aanzien (3g 3) Het
op gelijke schaal vergroote salamander
geraamte is in fig. l weergegeven.
De versteende mensch was dus nog niet
gevonden. Cuvier zelf verviel later by' het rede
neeren in bijna dezelfde font als Schenchzer
vy'ftig jaar te voren had begaan. Hij beweerde
dat fossiele menschelyke overblijfselen nooit
best a in konden blijven; hij heeft door het
gezag van zijn woord veroorzaakt dat er niet
naar gezocht werd en er bij uitgravingen ook
veel te weinig op gelet is L'homme fossile
n'existe pas l" Eerst weer bijna vjjftig jaar
later is ook Cnvier ten volle door de feiten
gelogenstraft.
E. HEIMANS.