Historisch Archief 1877-1940
Na 1752
D E A M S T E II D A M M E II WEEKBLAD VOOR N D E R L A N D.
Zygevel van het Hulpgebouw-Moiemagaz'fn van Kirsch en Cie., aan de Weteringschans.
Voorgevel van het Hulpgebonw-Modemagazijn van Kirsch en Cic.,
aan het Leidsche plein.
Het liDlp-ioifmajiazijQ m HiM en Cie.
't Zal er allerminst uitzien ala een
hulpgebonw, het tablissement op het
Leidscheplein en Baaogracht, bestemd voor het
modemagazijn van Hirsch en Cie, gedurende
den bouw van het nieuwe deftige en monu
mentale modepaleis op de grondvesten van
het oude en van andere af te breken huizen.
Het Auipgebouw zal den schijn hebben van
een blijvend, en de omgeving tot sieraad zijn.
Het is gebouwd volgens moderne richting
in, vormen", met een peristyle van groote
afmeting vóór den ingang, geschraagd door
zuilen. Het geheel heeft een lengte van
125 meter, een kleine buiging en een
uitbouwsel breken de rechte ljjn. De opper
vlakte bedraagt 2400 vierk. meter.
Boven de benedenzaal komt een verdie
ping, ten dienste van alle ateliers en kan
toren. In de lengte wordt ket gebouw ver
deeld door hallen van kapitale afmeting,
waarvan de lijnen' zich voortzetten tot aan
den glazen koepel.
Drie toegangen leiden naar binnen: e»
onder de peristyle en twee aan de zijde van
de Weteringsohanp.i Niet milder dan 28
uitstalkasten geven gelegenheid aan den
kunstenaar-nitetaller een Hollander en zijn
?taf van kleur- en smaakgevoeligen alle schat
ten voor het Paradijs der vrouwen op het
schoonst te doen uitkomen.
Om de kostbare levens der dames voor
alle brandgevaar in dit van hont opgetrok
ken gebonw te-beschermen, ie, door den archi
tect, den heer A. Jacot, het geheel brandvrij
opgetrokken. Daarvoor zijn gebruikt 2COO
vierkanten meter gecomprimeerde
asbestplaten en 8000 vierkanten meter
cocolythplaten, aangebracht mit Duitschland, om de
groote menigte, met extra-trein. Verder zqn
er achttien groote brandkranen. Nog meer! Alle
wiakelkasten hebben zelfwerkende
brandblnechmiddelen. Op een afstand van 2 meter
z^jn er springlings" aangebracht, in verband
met de Vechtwaterleiding, die door een ver
nuftige vinding bjj brand of Wjj een warmte
iMiiiimiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiifiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
UIT DE NATUUR.
CDX. Pauwen.
Meer dan eens heb ik kinderen van acht
of tien jaar, van wie ik Beker wist dat zij de
pauw niet van aanzien kenden of althans
maar een heel flauwe of verkeerde voorstel
ling uit een prentenboek van hem hadden,
onverwachts voor de pauwen in de dier
gaarde gezet.
Als het maar even mogelijk was, koos ik
voor de eerste kennismaking een oogenblik,
dat het dier stilstond of op een tak zat te
suffen. De drukke opgewonden jongelui werden
dadelijk stil, oogen en mond gingen wijd
open en toonden een paar seconden lang
verbastering; dan iets van ongeloof, ala een
vermoeden van gefopt te worden. En meer
dan eens heb ik op de
vraag gehoord: Ia het
een echt beest, meneer ?"
Wat ze bedoelden met
dit echt of niet echt, weet
ik niet precies; maar heel
stellig weet ie van mezelf
dat ik bij mijn eerste
pauw ook aam iets kunst
matigs dacht.
Ik herinner me nog
duidelijk dat dier, zooals
het stil, met
afhangenden staart op den hooge
mnar van een villa zat.
Een schoolkameraad zei :
Ga mee de pauw zien
bij Enthoven, die loopt
in den tuin." We drukten
de hoofden door de
spjjle« van het hooge ijzeren
tninbek en zagen niets,
tot we teruggingen,
omkeken, en daar zat
op een sieenen pilaar
van het hek de vogel,
onbeweeglijk; en even
onbeweeglijk moet ik
self hebben gestaan.
Dat onverwacht groote
dier, die flikkerende
kleuren, de gouden borst
en de staalblauwe hals
met het fijngesneden
kopje er op, dat was geen
gewone vogel; een
pronkvan 150 graden Fahrenheit onmiddellijk een
l stortregen van water neeilaten, en allen te
saam werkend een dicht re gen-gordijn vormen.
De minste brnad wordt zoodoende onmid
dellijk gebluscht. Tot volkomen veiligheid
ia 's nachts de bewaking van het geheele ge
bouw toevertrouwd aan een gepensioneerd
hcogeren beambte van de Brandweer.
's Zomers als de zon op den glazen koepel
en het glazen dak schijnt, zal het binnen
broeiend, benauwd zjjn, zou men meener. Ook
daarvoor geen vrees, ook daarop is de architect
A. Jacot bedacht geweest. Over de geheele gla
zen bekapping loopt een buis met tienduizen
den gaatjes, uit welke by openzetting eener
kraan al het glaswerk gelijkmatig bevlofid
wordt. Deze afkoeling wordt door verdamping
nog koeler, zoodat in de geheele zaal een
aangenaam koele, een lente atmosfeer, zal
zijn, zelfs in de bondsdagen. In den winter, bjj
guur herfstweer of een Novemberachtigen Mei
wordt het gebouw verwarmd door eene cen
trale verwarming (warmwater-snelcirculatie),
zoodat de dames zich in de geheele zaal, die
wil schijnen: een* tentoonstelling van alles
wat op mode betrekking heeft," er zich
behageljjk zullen gevoelen.
Den 20 of 21 sten Februari trekken de meer
dan 500 winkeldames, modisten, ouvrenaea,
kaasieroters.dameskleedermakej'sien de weinige
heeren die de geheele reusachtige zaak leiden,
het oude gebonw uit; de voleen ie vier dagen
worden onder leiding der chefs alle goederen
door tal van lieden nit het oude huis ia het
hulpgebouw gebracht en daar in de ver
schillende rayons en aangewezen plaatsen
door den uitstaller geordend. De verhuizing
en inrichting zal hoogstens vier dagenduren.
Den 25sten Februari a. s. wordt het mooie
hulpgebouv geopend en trekt er het eerst,
in den vroegen morgen, het halve legioen*
modisten binnen. In korten tijd zal het dan
door goed overleg, onverstoorde em
allergelakkigste samenwerking van A. Jacot, den
architect, het hoofd over allen en alles, met
den aannemer M. Stam nit Wormerveer, en
van beiden met alle werklieden, tot stand zijn
gebouwen. Er ia aan gewerkt door twee ploegen;
de eene ploeg werkte van vier uur 's nachts tot
half een 's middags, de tweede van kwart vóór
stuk, een versiering van de hekznil of zoo iets.
Maar toen daarop de pan w de vleugels
opsloeg en langzaam mot groot gesuis en een
ranwen schreeuw van het hek naar het dak
van het witte heerenhnis vloog, en zich op den
gevellijst posteerde, ja, wat ik dacht weet ik niet
meer. Wel dat ik naar huis holde om het nieuws
te vertellen en vijf minuten later al weer met
ander gezelschap bij hot pauwenbnis stond.
Als de pauw zijn fonkelenden reuzen waaier
uitspreidt, dan stijgt er nit den mond van groote
en kleine kinderen een hartgrondig: hal"
Dat werkt inderdaad als vnurwerk. Immers
het flikkert ook en het ritselt en knettert
zacht als een waar vuurwerk. Het wijfje
nadert; nu buigen de uiteinden van den
waaier naar voren en de kleine pittige kop
met de glinsteroogen en de diamant en kroon,
richt zich al hooger en hooger op; de
goudi-enen 's middags tot vier uur 's nachts. Voor
het werken van 4 uur 's nachts tot 6 uur
's morgens en van werk na 7 uur 's avonds
werd verhoogd loon uitgekeerd. In het geheel
werkten er aan 120 a 150 man. Overvloedig
electiiech licht heeft het werken bij avond
en nacht mogelijk gemaakt.
Hoewel de aanvang van het werk niet
makkelijk werd gemaakt, zal de geheele
bouw, volkomen voltooid op 25 Februari a.s.
niet langer geduurd hebben dan 58 weken,
maar dubbele weken, door het avond- en
nachtwerk.
De bemoeilijking bij den aanvang van den
bouw vond oorzaak in het bezwaarlijk w
gbreken der oude vestingmuren van 3 M meter
dikte. Zy moesten geheel tot aan de oude
fundeering worden weggegraven. Deze oude
fundamenten, zwaar beheid rooster werk,
werden na vele eeuwen nog orima bevonden,
volkomen gaaf. D«jze vestingmuur sloot aan
bij het bolwerk Schinkel van 1650, waarop
de Gevangenis gebouwd if>.
Den 25sten Febr. a.s. zal dus hetLeidscheplein
een mooi gebouw hoe tijdelijk ook
rijker zijn. Want het zal zich aangenaam en
vroolijk opdoen,daar van buiten en binnen alles
een roomkleur krijgt, tegen welke kleur zich
mooi zal afteekenen de schat van planten
en bloemen boven de peristyle en langs
de geheele lengte van het gebouw, tot aan
den achtergevel, die een soort moderne kapel
afsluit, waarin een groote afbeelding in gips
wordt tentoongesteld van het reusachtige
modemagazijn van Hirsch en Cie., dat op
de grondvesten van het oude en die der
aangrenzende huizen zal verrijzen om in
Maart 1912 te worden geopend. Tot dit
heilige der heiligen gaat men op breede
treden naar de plaats van het model.
Bij de opening van het nieuwe gebouw in
1912 zal men bejammeren dat het
hulpgebonw afgebroken wordt, want, gelijk men
thans reeds zien kan, draagt het niet weinig
b\j tot verfraaiing van het Leidsche plein,
dank zij, naast den heer A. Jacot, aan den
heer J. Crouwel Jr., die voor het aesthetisch
gedeelte zorgde.
Des avonds bij het schijnen van duizenden
electrische lichten zal het in waarheid gelij
ken : het Paradijs der vrouwen," een
Nederlandseh: A.u bonhenr des dames."
R.
IIMMMIIIIIIIIIIIIIIIMilillllllMIIIIIMHIlMIIIIIIIIimillMMIIimilllimillMIII
Alt Ir E HIT E I.
Sabbekn.
Een imeiikaanfche dame maakt de volgende
geestige opmerking tegen de mannen: Gij
beweert," zegt ze, dat wij praatziek zijn t
Maar dat is toch uw eigen schuld. Als we
geestige en mooie j mare meipjes zijn, luistert
ge naar elk gesnap en gebabbel, al ia het
nog zoo onbelangrijk, en we' krijgen den
indruk, dat ge 't charmant viadt. Zoodra
we echter met n getrouwd zijn, is 't uit
met luisteren: dan wordt het gebabbel, dat
n bekoorde, praalzucht, en ge beklaagt er u
over. Recht of onrecht?"
***
Alphabet.
Uit den Balkan komt toch ook nog wel
eens ieta goeds. Een Servische schoolmeester
Medakovitch, beeft een nieuwe manier uit
gevonden om de kinderen lezen te leerei,
de smakelijkste leesmethode welke men zich
donken kaa. Voor eiken leerling van zijn
school wordt een alphabnt aangeschaft van
chocolade-letters, en zoodra bij daarmee
fatsoenlijk zijn naam kan spellen, krijgt hij
permissie de hoofdletter van dien naam,
zelfs al is het een M of een W, geheel op
bronzen borst zwelt, de blauwe hals schom
melt heen en weer in extase, het heele
pracht werk groeit in schoonheid; het ritselen
zwelt tot geknetter, nog meer buigen de
waaiereinden naar voren em, en het zonne
licht kaatst vonkend terug uit den metalen
spiegel; nog een schokje vooruit, dan wat
achteruit, en het heeft allen se i ju n of
het wonderdier het bijna effen wijfje met
zijn prachtigen mantel geheel wil omvatten,
het in een toovertnin wil binnenvoeren.
Inderdaad de pauw is het sprookje der
natuur; en niet enkel kinderen vermeien
zich in het wonder. Hier is een natuurkracht,
heel niet zeldzaam, ja bijna algemeen in de
vogelwereld, tot het uiterste opgevoerd en tot
effect gekomen.
Hier is geen menschelijke kunst in het spel,
geen opzettelijk kweeken van zwak aanwezige
te eten. Met andere woorden gaat het evenzoo.
De kleine lekkerbekjea spannen zich geducht
in om het kunstje gauw te kennen, n er is
geen school ter wereld waar het leesonderwijs
zoo vlot van stapel loopt als in dit Servische
pensionaat, 't Middel is betrekkelijk duur,
andera zou 't wel meer navolging vinden,
want het werkt zacht en aangenaam.
* *
Tocht.
Tot de meest vatbare plaatsen van het
mecachelijk lichaam behooran het acbtergedeelte
van den nek en de scbeenbeenen. Een ernstige
koude door het geheele lichaam kan ver
oorzaakt worden door het aan tocht bloot
stellen van de scheenbeenen, 't zij door een
openstaande deur, een slechte been-bekleeding
of ieta dergelijks; vandaar dan ook dat uit
een hygiënisch oogpunt het dragen van
a jour konaen te veroordeelen is. Vooral
gedurende den winter moet het scheenbeen
tegen de gure vlagen, tegen rukwinden en
koude luchtstroomen gepantserd zijn met een
bedekking van vastaaneengebreide of geweven
wol, die het flink warm houdt. Nufjes, die
met uw fraai bewerkte a-jour kousen pronkt
boven een sierlyklaag schoentjemet blinkende
gesp ... bedenkt, dat ge uw gezondheid in
de waagschaal stelt.
* * *
Voor 't prinsesje.
Een van de deftigste en meest be
reisde koeien van da wereld was wel die
koe nit het verre Rusland, die uitsluitend
melk leverde voor het Russische prinsesje
Olga, aan wie de dokter .,melk van n koe"
had voorgeschreven. Het was natuurlijk een
prachtig rund, dat door de voornaamste vee
artsen van St. Petersburg werd uitgekozen, en
niet dan na zeer nauwkeurige inspectie tot
hofkoe werd benoemd. De viervoetige
voedster van 't koningskiadje behoorde voortaan
steeds tot het keizerlijk gevolg. Zij ging
mede op bezoek in Denemarken, logeerde
aan het Engelsche hof, en was gedurende het
bezoek aan Frankrijk stomme getuige van
de entente cordiale. Opdat zij haar goede
eigenschappen niet verliezen zou, werd zij
met de grootste zorg gevoed en gekoesterd
en had zelf een leventje als een prinses.
Zij reisde in een afzonderlijk daarvoor inge
richt gedeelte van den keizerlijken trein.
***
Bruidjes.
De Lomdensche vrouwen schijnen de meeste
kans op een huwelijk te hebben tuaechen
haar 21ste en 25ste jaar. Van de 33.419
huwelijken, welke in 1910 in de Engelsche
hoofdstad gesloten werden, waren er 14.832,
waarvan de bruidjes, de eerste helft ran de
20 jaar als haar rechtmatigen leeftijd konden
opgeven. Lagere leeftijden komen bovendien
minder voor dan hoogere. Honderd en drie
bruidjes waren zeventien en slechts n vijf
tien jaar. Al de overige waren onder dan
25. Dertig jaar en hooger geeft das ook nog
een goede kans op een huwelijk. Een hart
onder den riem voor volenl
***
Hoofdtooi.
De mode kent geen geleidelijke overgangen
en springt gaarne van uiterste op uiterste. De
hoeden, welke hun rand tot buitengewone
afmetingen hadden uitgebreid, zijn nn weder
zeer merkbaar tot bescheidener vormen in
gekrompen. De meta«orpho»e heeft zich
plotseling voltrokken, tulbandachtige wrongen
en gebreide mutsen, baretvormige en
pjakoachtige bonthoeden zijn thans aan de orde
van den dag. De liggende struisveeren en
hangende pluimen hebben plaats gemaakt
neigingen; tot versiering van het veerenkleed.
Chinees noch Japanner heeft er de eer
van. Menigeen denkt, dat, evenals by
gondvisschen het geval schijnt te zijn, de in het
dierenkweeken zoo ervaren en kunstmatige
Oosterlingen den pauw, uit een eenvoudiger
gekleeden vogel, gemaakt hebben tot wat hij
is. Maar het is alles zuiver natnurwerk, wat
bij dit dier te bewonderen valt.
In Voor-Indiëvan Ceylon tot in de voor
bergen van den Himalaya leef;, volkomen
oorspronkelijk, de pauw, precies zooals wij
hem als parkvogel kennen. Op Java woont de
tweede soort van onze diergaarden.
Daar in Indiëbewoont hu heuvelachtig
of vlak terrein met laag hont ijl begroeid,
en verlangt bovendien water in de nabijheid.
Daar, in gezelschap zy'n vijf of zes hennen,
zoekt hij op den grond zijn voedsel, op de
wijze van de meeste andere hoenderachtige
vogels. Zaden en groen, kevers en wormen,
alles is van zijn gading; ook de bekende
steenljespikkery behoort tot zijn eigenaardig
heden Maar er komt iets bij, dat wellicht
mee de oorzaak i», dat dit pronkstuk der
natuur tot den heiligen vogel der Indiërs is
verheven. Het is een groot en krachtig dier
en het kan daardoor ook forscker en ge
vaarlijker prooi bemachtigen dan de andere
hoenders; voor hagedissen van een paar
decimeter langte is hij niet bang, en met
zekerheid is bekend, dat hij ook kleine slangen,
juist de voor menschen schadelijke, aanvalt,
doodt en gedeeltelijk verorbert; of hij bij
voorkeur en met voorliefde deze gevaarlijke
prooi zoekt, valt te betwijfelen; maar in
een land ala Indië, het land bij uitnemend
heid, is een dier, dat kleine sooiten gifslangen
of jongen van grootere durft aanvallen, er
vaak genoeg toe in de gelegenheid. Onge
twijfeld wordt zoo iets door de inboorlingen
opgemerkt en het stemt tot dankbaarheid;
de afstand van daar tot vereering en
vergoding is by natuurvolken maar heel kleir.
Toch is de pauw volstrekt niet giftvrü", niet
immuun voor vergiftiging door slangenbeet;
waarschijnlijk is dit geen enkel dier, ook de
egel niet.
Het is de kunst om de noodlottige beet
van de slang te vermijden, die het den pauw
mogelijk maakt, in den strijd tegen bet venij
nig gedierte de overwinning te behalen. Nu
hebben alle vogels die gifslangen aanvallen,
hooge, krachtige pooten, die tot een eind
boven den grond onbevederd zijn en ook
(Le Rirf.
1811-1911. Gardehuzaar van Napoleon
in de vrouwen van heien geëerd.
voor spichtige staande veeren. De ruil is
een practische, en fiatteert zeker niet minder,
de vorm is even afwisselend als grillig, en
biedt aan de kunstenaressen der chapellerie
ruimschoots gelegenheid hare talenten te
toonen. De stoffen, die gebruikt worden zijn
voornamelijk fluweel, satijn en wol.
* *
#
Onder den kerstboom.
President Fallières vond onder den Kerst
boom op het Elysée te Parijs dit jaar een
zonderling stel presenten. De Negus van
Abessynië, Keizer Menelik II, had den voor
zitter der Fransche Republiek namelijk eens
een extra verrassing willen bereiden, hij
zond hem... een leeuw, een leeuwin en een
giraffe. Nimmer wellicht is op het feest der
goede gaven aan een Europeaan een zonder
linger surprise vereerd. Tot de menagerie
behoorde ook nog een zebra, maar deze arme
bewoner der wildernis leed gedurende de
zeereis zoodanig aan zeeziekte, dat bjj onder
weg stierf: het leeuwenpaar intusschen ver
heugde zich in uitmuntenden welstand, en liet
zich de eerste paardenbiefstnk, die het op
Franschen grond genoot, best smaken. Of de
giraffe, met zjjn lange hals er op gedresseerd
was om de hoogste lichtjes van de kerstboom
uit te blazen, meldt de historie niet.
ALLEGUA.
Het kleinste voetje wenschte ik mij
Daarvoor zou 'k alles willen geven
Ad item: want dat hoort er bij,
Den grootsten voet om op te leven.
PEERKE DEN BELG.
mimim i IIMIII i u iiiiipin immnn
boven den hiel nog een leerbarde huid dragen.
Dat de pauw voor een hoendervogel ongewoon
hoog op de pooten staat, dat die pooten zeer
sterk beschubd en b jj zonder krachtig zijn, is
zeker; en dat rechtvaardigt het vermoeden, dat
dit in verband staat met zijn neiging tot vechten
met slangen. De jongste, ook de pasgeboren
gifslangetjes kunnen al een doodely'ken beet
toebrengen, maar heeft de pauw de poot op
zoo'n dier gezet, dan zal de beet alleen den
kalen poot kunnen treffen, waar geen tand
indringt, of, zooal, geen schade doet, daar
het gif geen bloedader treft; vaak ook zal
de slang in de veeren bijter. De snavel van
den pauw is ook stevig genoeg, om de alang
onder zijn poot den kop in te hakken.
Nog met een ander dier van Engelsch en
Nederlandsch Indiëstaat de pau w in geheim
zinnig verband. Met den tijger. IE die is een
landstreek waar tijgers en pauwen voorkomen.
Er is wel beweerd dat de pauw als wachter
voor de tüger dienst doet; waarschijnlijk of
wel haast zeker is het, dat de pauw den tijger
als zijn natuurlijken vijand volgt of liever in
het oog houdt en dat hij door zijn geschreeuw
zijn hennen of jongen waarschuwt.
Ook in ons Indiëkomen pauwen voor; in twee
soorten ; de Javaasche vond ik mooier dan
de Indische, het kroontje is niet zoo sierlijk;
neer een kuifje; naar de houding en de
kleuren zijn edeler. De wite pauw, die in
diergaarden nog al eens te zien is, wordt
wel ala een plotseling ontstane soort, een
mutatie, beschouw*. By hem is de overwel
digende natuur tot artistieke soberheid en
tot ontzaglijke schoonheid geworden.
Ook komen in Indiëhalf wilde pauwen
voor in de nabijheid van de tempels; en al
sedert Salomo's tijd worden ze gefokt.
Alexander de Groote schijnt voor het eerst pauwen
aaar Griekenland te hebben overgebracht
en, dat in den tijd van Vitellius en dus van
Claudius Civilis de Romeinen al pastei)j ea
van pauwenlongen en panwenheisens aten,
weet elk schoolkind, dat al vaderlandscbe
geschiedenis leert. Bij Philips van Bourgondi
komt de pauw weer te pas; op het beroemde
feestmaal werd immers een heele pauw ge
braden en, weer aangekleed, op den diech
geb acht. In dien tijd was bet toch nog een
zeldzaamheid in Europa; een pauw bij het
maal goldt nog als bewijs voor den grooten
rijkdom van den gastheer; en armelui'»
kippetjes zijn pauwen nog altoos niet.
E. HBIMAKS.