De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 29 januari pagina 10

29 januari 1911 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ko. 1753 Zweette Geachte Redactie l De ten eenenmale onjuiste en onware voor stelling van onze schoolgymnastiek, naar aanleiding van mün verweer opnieuw in uw veelgelezen blad gegeven, verplicht m nog eens voor enkele opmerkingen beleefd plaatsruimte te verzoeken. In de dagbladen werd er kort geleden de aandacht op gevestigd, dat in Amerika, ten gevolge van de daar door dames beoefende sport, het vrouwelijke aaeer en meer verdween en als 't ware een derde geslacht werd ge vormd. Alhoewel de militante toon waarin mej. Adama van Sc heltema in hare repliek men denke slechts aan insinuatie" en leugen" 'vervallen ie, my alle aanleiding kon geven haar bjj dit nieuwe geslacht in te deelen, zie ik daarvan slechts af omdat zy Adama van Scheltema heet. Zij zal dus ook in het' bier volgende als dame" behandeld worde». Mej. A. v. S. zal met genoegen de verde diging overlaten aan den heer Hnbert ta* Blegenbargh, voor zoover mijn ingezonden stak dézen heer betreft. Zjj'heeft bLgkbaar meer vertrouwen in de ridderlijkheid van dien heer dan ik. Iemand, die een geheele categorie ernstig willende en dikwijls onder de meest ongunstige omstan digheden, met volle toewijding hard werkende menachen, in het openbaar de laagste be schuldigingen naar het hoofd durft werpen; die voor de aardigheid genomen photo's van mengchen, die zonder voortgaande lichamelijke opvoeding, op 20-jarig^iJe^ftyd n of tweemaal per week, na'hun dagtaak, in een gymnastieklokaal verpoozing zoeken, in vergelijking brengt met photo's van daar voor uitgekochte, poeeerende professionals, om een zaak in discrediet te brengen waar van hu letterlijk niet» weet en de hoogere bedoeling niet begrijpt, zoo' iemand moet ook den zedelyken moed hebben de menschen te woord te staan, die hu zoo grovelijk beleedigde. In eene opzettelijk belegde ver gadering is hem daartoe de gelegenheid geboden ;' men heeft de aan een cilicier van het Nederlandse hèleger verschuldigde be leefdheid zelfs zoover uitgestrekt, dat men de voorwaarden, waarvan hu zijn bijwonen van de vergadering afhankelijk had gesteld, alle had ingewilligd. De. heer Hubert van Bleqenburgh is niet verschenen ;' iemand, die zoo roekeloos met de eer van anderen speelt, wensch ik niet de eer van een verdere bestrijding te bewijzen. Ze- is trouwens geheel overbodig. Da 28 officieren, die verleden week, dank de wel willendheid van den rector van het Eraemiaansch Gymnasium, achtereenvolgens al mijne klassen zagen oefenen, zullen allen kannen verklaren, dat de voorstelling, die de heer H. v. B. van onze schoolgymnastiek geeft, geheel met de waarheid in strijd is. Alle belangstellenden kunnen zich daarvan dagelijks overtuigen. Myn antwoord op de repliek van mejuffrouw Adama Van Scheltema kan kort zijn, omdat de onbevooroordeelde lezer, die de repliek van deze dame met mijne critiek vergelijkt, wel zelf tot de conclusie zal komen, dat mej. A. v. 8. geen enkele opmerking weerlegt, ze daarentegen alle bevestigt. Daarom slechts het volgende. Om te beginnen zy opgemerkt, dat ik niet verantwoordelijk ben voor hetgeen anderen schrijven; ala mej. A. v. 8., na gezette studie, eens de jaarlijks bestaande gelegenheid ge bruikt om door bet examen voor Middelbaar On<Vrwy's de bevoegdheid te krijgen om gymnastiek-onderwijs te geren, zal bronnen studie haar misschien ook omtrent de ont wikkeling van het Duitsche schoolturnen hebben ingelicht. IIIHflIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIllllllMllllllllllllllllllllMMItlMllltlMIIIIIUIIII Tentoonstelling van Smaak misleiding M. de E.! Op de H. B. S. met vijfjarigen cursus op de Keizersgracht heb ik een zoon. Hij heet Frits en behalve dat hij de meisjes te veel aan haar vlechtjes trekt (dat is tot daaraan toe) schwarmt hij mij te veel met kunst. Kunst, M. de K., zonder iets er achter (zooals b.v.-boter) is, naar mijn door ondervinding degelijke meening, een ding zonder consistentie, en een gevaar voor de jeugd. Frits kwam thuis met een soort cata logus zonder nummers, een grijs boekje Korte uiteenzetting van het doel der Tentoonstelling van Smaakmisleiding". Pa, gaat u er maar niet heen", zei de jongen (de jeugd wordt met den dag arroganter !) en leest u 't boekje maar niet. Dat ia niets voor u!''!!! Ik heb het natuurlijk jui^t gelezen of tenminste doorgebladerd, en het heeft werkelijk mijn nieuwsgierigheid bijzonder gaande gemaakt. Ge moet weten, dat ik niets zoo erg verfoei als de tegenwoordige japonneamode, welke mij dwingt een half uur lang onder de bitse opmerkingen van mijn vrouw aan sluitinga-knoopjes te peuteren op haar nu ja 'wat spannenden rug, hetgeen mij altijd van streek brengt. Vooral vlak na het avond eten, dat ik graag uitvoerig doe, en dan met de camedie voor den boeg, grijpt zulk een inspanning mij aan. Welk een jammerlijke uitvinding! Welnu het ove rigens dood ver velen de boekje van mijn zoon Frits vraagt naar aanleiding van deze mode en van de dameskleederdracht in het algemeen: Wat zoii men wel zeggen van een boekenkast, die zóó nauw is, dat de boeken er in verkreukt en verknoeid worden, waarvan de deuren aan de achterzijde zijn aangebracht, zoodat men ze zonder hulp niet open of toe kan doen, die aan de voorzijde v«n onder tot boven met gchijnsleutelgaten versierd is, op te kleine wankele pootjes staat en een kuif draagt die eigenlijk op een veel grootere kast behoort ?" Mijnheer, houdt het mij ten goede, maar bij deze beschrijving heb ik mijn Hoe moeilijk 1 is met iemand, die daar van niets af weet, over een zaak van ge dachten te wisselen moge uit het volgende blijken. Mejufibuw A. v. S. beroept zich op bet boek van de heeren Disse en Scheffer om hare bewering, dat een 'Duitsehe gymnastiekles uit drie deelen bestaat, waarbij men niet 'nagaat welke spieren worden inge spannen" ingang te doen vinden. Onze leerstof is verdeeld in: l orden- en vrije oefeningen; 2 toesteloefeningen en 3 spelen. En omdat van deze leerstof in elke les een gedeelte beoefend wordt, spreekt men gewoonlijk van een driedeelige les. Maar dit wil nog volstrekt niet zeggen, dat deze drie deeten in bovengenoemde volgorde worden onderwezen J De heeren D. en S. bedoelden ongetwijfeld' niets anders dan het aangeven van een groepeering van de leerstof m de drie hoofdvormen ; door hare verkeerde inter pretatie bewijst mej. A. v. S. slechts, dat men een zoo bij uitstek practiech vak, zonder degelijke leiding, niet uit boeken kon leeren. De drie genoemde hoofdvormen worden elk afzonderlijk in andere vormer, voor de beoefening in de verschillende leerjaren, ver deeld. En by' deze verdeeling wordt rekening gehouden met de sekse, ? den leeftijd, de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling en de oogenblikkelijke behoefte van den leerling, met de temperatanr, de atmospheer, met de aan de gymnastiekles voorafgaande of de daarop volgende geestesarbeid en zelfs met désociale verhoudingen. Dit laatste b.v. ten opzichte van de kinderen van de volka«e'aolen van welken op 12 jarigen leeftijd de lichamelijke en geestelijke, op voeding voltooid worden geacht. Zij moeten den strijd om het bestaan uitsluitend met het lichaam voeren e,n daarom wordt hun bij onze schoolgymnastiek klimmen, springen, enz. geleerd, kortom de vaardigheid en de levenegereedheid verzekerd, waaraan züdagelijks behoefte hebben. En op de basis v«n de dan ont waakte lust in lichamelijke inspanning en oefening, trachten ,wy' hen in de goed-geleide ad'piranten-afiïeelirigen van onze vereenigirjgen en daarna in die vereenigingen zelve over te brengen, zoodat «ij, op den weerbafén leeftijd gekomen, als strijdbaar man in het leger voor de verdediging van onze onafhankelijkheid en voor ons volksbestaan, in den korten beschikbaren tijd, naarbehooren kunnen worden gevormd, 't Is waar, dat ze dan misschien niet kunnen dienen, om, met behulp «van' een handigen pbotograaf, als product van een stelsel van lichamelijke opvoeding oningewyden te bedriegen, ze zjjn echter voor de practyk van het leven geschikt gemaakt. En waar de in onze ver eenigingen voortgezette Schoolgymnastiek in dezen te kort schiet en tot critiek aanleiding geeft, daar wij t e men dit niet aan het bij ons gevolgde stelsel, doch aan de geringe waarde, die tot dusver door de ouders en opvoeders aan de" lichamelijke vorming en opvoeding werd toegekend; aan de boogit primitieve wijze waarop de onderwijzers worden opgeleid ; aan het gemis van leiding gevend toezicht" op het onderwijs in de lichaamsoefenixgen; aan de groote klassen in kleine, dikwijls niet van de noodigehulp middelen voorziene lokalen en aan den weinigen ti,d, die voor de lichamelijke opvoe ding beschikbaar wordt gesteld. Zao'n les dan begint met een eenvoudige, in den looppas of anderen bewegingsvorm, uitgevoerde orden-oefening en bestaat verder uit: oefeningen aan een hangtoestel; vrije oefeningen zonder of met 'c een of ander handger eedschap; (stok, staaf, halter of knots) oefeningen aan een steuntoestel; hoog-, ver-, bok-of paard-, enz., springen; vrije oefenin gen; klimmen of spelen en ten slotte uit eene in den gewonen pas uit te voeren ordenoefening. (Natuurlijk zijn, in verband met de toevallige omstandigheden, andere indeelin gen mogelijk of noodzakelijk). Nu kan mejufvaderlijken ernst nauwelijks kunnen handhaven. Ik dacht dat ik iets kreeg, zoo'n pleizier had ik! Welk een vergel ding ! Mijnheer, wat daar stond, was de schildering, als twee droppels water, van mijn lieve vrouw, die ik vier- en twintig jaar geleden onder het snikken van haar zalige moeder met een ,;ja", maar toen Goddank met knoopjes van voren, ge huwd heb. Wij zijn sedert op den Willemsparkweg gaan wonen in een heel huis en zij is tegelijk met mijn welstand vermeerderd in omvang. Maar zóó'n welgelijkend portret had ik nooit kun nen hopen! Ik heb het uit het boekje van Frits geknipt, met alles wat daar verder over yrouwenkleeding staat (de jongen zit pas in de 4de klas van de H. B. S.), en heb het gedeelte, dat u daareven gelezen hebt, mijne Bella als antwoord op een bedsermoen zwijgend (u had mijn gezicht moeten zien) in de handen gestopt! Dit alles vertel ik, M. de II. enkel en alleen om u er van te overtuigen, dat gén parti-pris mij bezielde tegen deze Tentoonstelling van Sniaakmisleiding: Ik ben handelaar in cellulo d-poederdoozen, maar ik ben groot-handelaar, en mijn kennissen getuigen graag van mij, dat ik een breeden buk heb. Trouwens in het boekje van Frits stond ook, dat celluloid een groote toekomst kan tegemoet gaan, en omdat dit een opmerking is, die van inzicht getuigt, en zelfs van inzicht in de toekomst van de cellulo dmarkt, heb ik mij vanmiddag de moeite gegeven de tentoonstelling te bezoeken. Ik wilde er meer van wetea. Mijn vrouw, die niets heerlijker vindt dan aan den arm van haar man haar van achter toegeknoopte japonnen (zeg u maar gerust: het werk mijner handen) te vertoonen, ging, zooals natuurlijk is. en zooals ook in onzen stand past. met me mee. Onbevooroordeeld, ik herhaal het, ging ik du- het museum Suasao binnen, waar die tentoonstelling gehouden wordt. Ik ben er uit gekomen. M. de II., geschandaliseerd! Ik protesteer en als het niet terstond helpt wensch ik een door mijzelf op gesteld request aan Burgemeester en Wethouders te doen circuleeren op den Willemsparkweg en de netste straten in frouw A. v. S. dit wel eene in Holland gevolgde domme opeenvolging van oefeningen noemen, omdat ze niet 100 j aar geleden door den teringlijder L:ng, den grondlegger van de Zweedf che school, is vastgesteld, dit neemt echter niet weg, dat zulke, zelfs buiten den schooltijd gegeven lessen, met enthousiasme door de leerlingen gevolgd worden. Zoo'n les voldost aan alle eischen, die men billij kerwijze aan een gymnastiekles stellen kan en is uit een pbysiologisch oogpunt beschouwd zeker niet bij een Zweedsche les achter te stellen. Ook niet ten opzichte van de ont wikkeling der boretkap, de vitale capaciteit der longen en het uithcudvermogen. Reeds lang geleden, door anderen en ook door mij, genomen proeven zijn daarvoor afdoende be wijzen, (Men zie o. a. het artikel in het marineblad van den kapitein der mariniers baron Melvill van Carnbee, het rapport van de doctoren Bowditsch en Porter in de American pbysical education review" en mijne sedert 1890 in bet militair weekblad, de(n) Militaire Spectator, het orgaan van de vereeniging ter beoefening der krijgs weten schap, 4e Gids" en elders verschenen artikelen. Mfj. A. v. S. durft (en stelligste te ont kennen, dat de werking der spieren büelke oefening in een Duitsche gymnastiekles nauw keurig zou nagegaan worden." Dit waagstuk is van weinig beteekenis, want nog nooit heeft iemard, die eenig inzicht heeft in de pbygiologie der bewegingen, deze bewering uitgesproken. Sedert Charles Bell in zijn werk The nervous tyatem of the human body," in 1830 verschenen, de basis voor de zenuwpbysiologie heeft gelegd en de Duiteche pbysioloog Du Bois-Reymond in zvjri in 1880 gehouden Rade ber diéHebung" de stel ling verdedigde Leibet bnugen sind nicht biosz Muskei sondern a'ncb. Nerven-Gymnastik, hebben de phy jiologen van 'den lateren lijd, Motto, Lsgrange, Rosenthal, Kraepelin, A'schsfFenburg, Sshmidt een tal van anderen in de Physiologie des Moüvements" van Duchenne (de Boulogne) en nog lang niet uitgeputte bron van studie geworden. Volgens Lagrange spant iemand, die met de handen een noot kraakt, zijn kuitspieren, en tofn ik eens aan een professor in de pbysiologie naar de spierwerking bij eenbe paalde Zweedeche oefening vroeg, antwoordde hij: de man, die meent die verklaring te kennen geven, is gek." De booggelerrde lichtte daarop zijn rechterarm schuin voor waarts omhocg en zei toen: Er is geen enkele physioloog, die een zuivere verklaring van deze eenvoudige beweging kan geven." En nu zegt mtj. A. v. S. wel zeer bescheiden dat er nooit iemand bij baar geweest is om van haar te leeren," voorloopig zal ik mij maar in de schaduw van het gezag van den beroemden hoogleeraar opstellen. De opmer king moet mij echter van het hart, dat ge woonlijk de meest besliste uitspraken af komstig zijn van de menschen, die het minste van de zaak in kwestie weten. Aangezien ik, om de oppervlakkigheid waar van mej. A. v. S., zoowel ten opzichte van de school als van de vereenigingsgymastiek, blijk geeft, nader aan te toonen, eigenlijk de geheele leerstof, de oefeningsleer, de methode en de paedagogische en pbysiologische grond slagen van de lichaamsoefeningen zon moeten bespreken, ben ik verplicht bare verdere op merkingen buiten beschouwing te laten. It moet echter, geachte redactie, nog even aan toon en dat ik uw B'ad niet misbruikte voor insinuatie" en leugens". (Deze terminologie is van mej. A. v. S.) Mej. A. v. S. weet, dat ik van het ongeval mj;ne dochter overkomen, met geen enkel woord tegen iemand, ook niet tegen haar, gerept heb. Ik heb opzettelijk gezwegen, om dat ik deze geheel persoonlijke aangelegen heid evenmin tegen mej. A. v. S. als tegen de Zweedsche gymnastiek heb willen uit spelen. En zoo weinig vyandig heb ik mij de omgeving om die voortdurende beleediging va^ de groote massa van ons, belastingbetalende burgers, te doen op houden. Ik acht ons tot het uiterste getergd. Van nature ben ik kalm en onder een hoedje te vangen. U, dien ik over dit protest kwam spreken, weet het M. de R. En het bewijs is voor ieder ander, wat ik daar net vertelde, dat ik mijn vrouw alle knoopjes toemaak op haar rug, als wij na den eten ons aankleeden voor de comedie, waar ik op dit oogenblik aan kan toevoegen, dat ik ze met even groote zelfbeheersching weer losknoop als we weer thuis zijn. Maar ER 'is EEX GRENS! Vier en twintig jaren heb ik gewerkt, eerst in houten en cartonnen, daarna met reuzensucces in celluloid poederdoozen. vier en twintig jaren heb ik mijn schouders gezet onder een reuzenhandel, en ik ben nu geacht. Oader hen die groot zijn geworden in mijn wijk tel ik mee. Het is een eer bij mij te worden ontvangen. Duizenden, die ik door mijn energie en mijn zakenkennis verdiend heb, heb ik uitgegeven aan mijn woninginrichting. En nu moest ik ieder curiosa, dat ik bezit, en de helft van mijn mobilair, M. de R., of alles maar geoorloofd is, zien afgekeurd" i n het publiek, voor uamaak" zien uit gescholden, niet toelaatbaar'', ..zonder ling samenstel", malle rommel", ik dacht dat de wereld onderste boven stond. Staat ze hierin soms niet onder ste boven ? Wie is die mijnheer, die die opmerkingen heeft mogen neerleggen, bij mijn curiosa's, bij mijn tafelkleeden, bij mijn vazen en aschbakjes ? Heeft hij het in zijn waanwijsheid zoover ge bracht in de maatschappij als ik, dat, hij zich een oordeel aanmatigt, dat mij beleedigen moet ? Dat mijn afgunstige keniiissen, voor wiun het een eer is zondagsmiddags mij te bezoeken, doet lachen, omdat ik evengoed afgekeurd" word als zij 't En dit geschiedt in het gemeente-museum, mijnheer, waar ik maar belssting voor opbreng, en geen klein beetje! Ik stond er te zieden. In de damesafdeelirg bleek dat mijn vrouw, die zes honderd gulden kleedgeld heeft, niet streefde in de goede richting", maar het voorbeeld was van smaakmisleiding" t jegens die gymnastiek getoond, dat ik zelfs een paar jaar geleden mij voor haar en hare onderwijzers partij heb gesteld. Een mijnbeer, die in Zweden die gymnastiek eenigszins had leeren kennen, wiïde zijne dankbaarheid toonen aan de Zweedsche Regeering en aan de schoolautoriteiten voor de hem etoonde hulp op vaktoezicht hier te lande aan te dringen, waardoor beiet zou worden, dat bij ons aonder Hollandsche bevoegdheid" door in Zweden gediplomeerden les werd gegeven. Letterlijk heb ik toen geantwoord:'c Is onge twijfeld een zeer zonderling blijk van dankbaar heid voor alde vriendelijkheid, die u in Zweden genoot, om de energieke Z we Ier, die hier, zonder reclame, hunne gymnastiek naar behooren onderwijzen, heel eenvoudig broodeloos te willen maken. Ik zou het vaktoezicht be treuren, dat zulke kleinzielige maatregelen uitlokte. Waar u wilt propageeren voor db Zweedsche school daar moest u veeleer die Zweedeche vaklui steunen en voorthelpen, ook omdat de collega's daardoor zonder kostbare reis, in hunne onmiddellijke om geving bij dévriendelijke en voorkomende Zweden in onvervalschten vormdegewenschte voorlichting kunnen vinden. Slechts langs dien weg kan het goede, dat in hun systeem zit, in het onze worden overgebracht." Waar nu echter opnieuw blijkt, dat niet de Zweden, doch de fanatieke adepten dier school, den strijd aanbinden en op lasterlijke wijze onze schoolgymnastiek, die gezonde basis voor ons expansievermogen en voor onze weerbaarheid aanvallen, daar acht ik mij verplicht te protesteeren en op de onbe voegdheid, ook van mej, A. v. S. de aandacht te vestigen. Mej. A. v. S. wy'st inbare boek beschouwing op de vele nadeelige oefeningen aan de Duitfiche toestellen als brug en rek." Ze noemt het leugens" waar ik zeg. .dat zij daaraan verkeerde oefeningen laat uitvoeren en een insinuatie" dat daar ongelukken -bij gebeurd zijn. De Zweedsche gymnastiek moge mej. A. v. S. een niet geringe' mate van Unvelfrörenheit" hebben bijgebracht, logisch* redeneeren heeft ze haar nog niet geleerd. Want enkele zinnen verder erkent zij, die ge ncrimineerde toestellen alle te gebruiken en ook, dat een van hare allerbeste leerlingen" daarbij een orgeluk heeft gekregen. N. b., bij een oefening, die door jongens in de hoogste klassen eener H. B. S. niet zonder de per soonlijke hulp van den onderwijzer mag worden uitgevoerd.'Die allerbeste leerling" ontleent dit fraaie pwedicaat aan de integrale lichamelijke opvoeding, die zy' te Rotterdam door de Ned. schoolgymnastiek ontving. Maar waar zelfs een der allerbesten" een ongeluk krijgt, aan walke gebaren stelt mej. A. v. S. hare beste, goede, middelmatige, slechte en slechtste leerlingen dan niet bloot?! Wat blijft er over van de Zw. gymnastiek, die, 'c wordt met zooveel ophef verkondigd, bijca overal is ingevoerd als daarbij alle Dnitsche toestellen worien gebruikt? En waaraan ontleent mej. A. v. S. het ree at over de vele nadeelige oefeningen" aan die toestellen te spreken, die ze nota bene zelf ?gebruikt? Het antwoord is geen ander dan dat die toestellen noodig zijn om aan het geesf- en lustdoodende tysteem levea te geven en wat het nadeelige betref r, omdat mej. A. v. S. de leerstof niet kent en niet heeft leeren onderwijzen. Of worden die nadeeliga oefe ningen" slechts onderwezen door de bevoegden, die gedurende twee dagen in alle deelen der leerstof, hare grondslagen, verdeelicg, enz., worden geëxamineerd en is onbevoegdheid een waarborg voor kennis en geschiktheid? ? Mej. A..v. S valt in navolging van anderen een zaak aan die zy niet kent; op dezen grond moet haar het recht ontzegd worden als voor lichtster van de publieke opinie op te treden. Onze schoolgymnastiek, die zich vrij heeft weten, te houden van verwelkte dogmata, die steunt op degelijke pb.ysiologische en opvoedkundige grondslagen, die desyrithesis van allen arbeid ia en alle lichamelijke en Daarvoor knoop ik haar van achter toe en open en krijgt zij een burgermans inkomen voor haar toilet. Deze tentoonstelling is een uitbroedsel van Troelstra of Domela Nieuwen hu is: zij predikt verachting voor de welgestelden. Een hoed, voor een dienstmeisje geschikt, heet in de goede richting"; de vergulde kaarsen, waarbij mijn oudste dochter piano speelt, en zelfs tot haar verloving is gekomen, zijn foutief ver sierd". Z3 kosten geld. Dat mag niet! Ik trof er Willems uit llotterdam, groot fabrikant van havermeel. Een steunpilaar. Een van zijn uitstekend rood en groen bedrukte pakjes lag daar tusschen allerlei typographisch werk, en op een karton stond te lezen onrustige samenstelling". Dat moet een concurrent zijn, die me dat levert", zei Willems, in deze tijden, dat de kinders zenuw achtig genoeg zijn, mijn havermeel ..on rustig" te noemen!" Ik hoorde rechts van mij een smaken er was een oploopje. Mijn vrouw, rood van verontwaardiging, zooals ik haar nog nooit gezien heb, had een carton genomen en in stukken ge scheurd en de snippers op den grond geworpen en met haar rok, zic'i om draaiend, een tagcre doen kantelen. Wat een consternatie. Ilobbszak-achtige dames" ea hun mannen, znensohen zonder opvoeding', zonder behoorlijk inkoman en zonder fatsoen, zeker de menschen van deze Tentoonstelling, wilden haar te lijf! Ik stelde mij, ik mag wel zeggen met levensgevaar, tusschen heu in. Wansmaak stond erop", zei mijn vrouw, en ik heb het verscheurd". Ik overzag den toestand. Daar stond, alleen wat minder <iualiteit, want ik wil natuurlijk altijd eerste", een kellnertje, zoaals u die wel kent, en anders bij mij kunt l komen zien: een uit ijzer gegoten ge plette kellner, zijn rok zwart- en zijn overhemd wit-geschilderd ; ongeveer een meter is hij hoog: in zijn rechterhand een doos sigaren, in zijn linker eeii ? aschbakje. Een alleraardigste, echt ty pische vinding:, echt modern om liet bij je gasten te laten zetten als ze rooken willen. De Duitschers zijn reusachtig op dit gebied! Precies zoo heb ik er voor mijn salon juist een half dozijn uit Berlijn laten komen: ze kosten dertig mark het stuk. De meiden brengen die moreele hoedanigheden tot den bereikbaren graad van ontwikkeling kan brengen, mccht niet onverdedigd blijven tegen aanvallen als die van den heer Hubert van Bleijenburgh n mejaffrouw Adama van Scheltema. En juist nu achten wij ons verplicht haar tegen ongemotiveerde aanvallen in bescherming te nemen, t n eindelijk de noodzakelijkheid eener physieke volksopvoeding wordt erkend en er misschien maatregelen van de zijde der E'gecring zijn te verwachten. U, geachte Redactie, voor de plaatsint? van dit laatste woord my'nerzijdp, mijnen beleefden dank betuigende, heb ik de eer met de meeste hoogachting te zijp. Rotterdam, 24 Jan. '11. U "i I>w. Di.: VA» AKEN. Uit dit stuk, zooals ook uit het vorige, bly'kt, dat de heer v. Aken om toch maar het onvervalschle Duiteche systeem in ons land te behouden, middelen te baat neemt, die... ik hem niet "benijden kan. De grofbeid toch aan mijn adres, die hij op ge veinsden toon zegf, mij te willen besparen) en dan meteen pleegt, is niet, naar my dunkt van een gentleman. Ik moet nu .kort zijn, daar ik de verdediging van het Zw. 8'eldel aan den heer v. B'.eyenburgh overliet. Eakele punten slechts. Nog eens ontzeg ik den heer v. A. het recht, te bewerer, dat ik geen verstand van de D. gymnastiek eb. Verleden jaar deed ik examen VrijeK en Ordeoefeningen, terwijl ik doorging en mij de geheele verdere leerstof voor lagere en middelbare school eigen maakte. Ia Amsterdam woonde ik lessen bij op verschillende scholen; ook heb ik veel gelurtd en turn ik nog in de grootste Damestuin vereeniging te Amsterdam. Waar de heer v. A. durft beweren, dat het ongeluk, zün dochter overkomen, bij een oefening gebeurde, die door jongens van de hoogste kias op de H. B, S. eerst gedaan .wordt na ranwkenrjge voorbereiding, daar verzeker ik dezen heer, dat hy 't mis beeft. De allereenvoudigste oefeningetjes laat ik de meisjes doen plus gewoon bokspringer, iets wat hier niet, maar in het noorden door vrouwelijke gymnasten des te meer gedaan wordt-. Waar inzender't een en ander over myn onderwijs durft te beweren, had ik hetrectit, het woord leugen" te gebruiker. Waarom ik enkele D.-toestellen gebruik? Waar ik in een kleine zaal met slechts 8 wandrekken en l stel boomen, de meiejes van de middelbare school moet les geven, gebruik i k wel de brug daar de meifjês anders niet genoeg te doen zouden krygen. Trouwens, gaf ik les in een zaal met prima Zweedsche inrichting, en er stond een""brug (het geval is denkbaar) ook dan zou ik deze voor sommige oefenin gen gebruiken. Gelooft u soms, dat ik niet nog meer uit de D.-gymnaeliek overneem? Ik teb immers die pyjonastiek bestudeerd om zoowel de voor- al» de nadeelen te leeren kennen? Mocht er morgen op turngebied iets moois uit Vuurland tot ons komen, dan zou ik ook dit willen gebruiken. Intnsschen zijn alle aanhangers van het Zw. systeem het hier met elkaar over eens: gewenecht wordt op alle Holl. echolen, in voering van wandrekken, boomen en banken. Hieraan kunnen vele kinderen te gelijk oefe ningen doen, die het lichaam in zoo groote mate ten goede komen. Dat aanhoudende gewacht op beurten, wat op onze scholen een zoo pijnlijken indruk maakt, wordt dan vermeden. Deze factor moet eindelijk de oogen van alle autoriteiten openen en maken, dat wy de regeering op onze hand krijgen. B. A. v, S. *** Tegelyk met het stuk van den heer Van Aken ontvingen wy een uitvoerig opstel van den heer W. P. Hnbert van Bleijenburg, aan wien wy de volgende week het woord laten. iiiMtmiiimiiMiiiiimiliiiiiiiiiiin iiniiiimiMiimimiimiM kellnertjes binnen aTs ik viermaal schel. Ieder heeft gezegd: het is geestig"! Ik zeg altijd^ nou, het is aardig". Ea nu stond zoo'n ding hier, of wij de smaak hebben van onze werkvrouw, of van Hottentotten. Ik zeg met mijn Bslla: het is een schande! Maar misschien zou ze beter gedaan hebben met haar protesteeren te wachten. De menschen om ons heen keken drei gend. Ik deed wel of ik niets merkte (je wilt je als fatsoenlijk mensch blijven gedragen) en trok mijn vrouw zachtjes weg, maar ik hoorde natuurlijk allerlei, en wij kregen een stoet achter ons aan. Foutief versierd", zei er een. Het onderdeel is te zwaar", geloof ik dat een gemeene vrouwenstem giebelde. We kwamen toch nog gelukkig ongemolesteerd aan de deftige steenen trap. Hé," riep een brutale, jullie bent (ik geloof dat hij zei:) constructieve beuzelarijen van de groot-industiie"!! Toen begon het! Toen durfden ze allemaal. Onder een stortbui van de schandelijkste, dik wijls volstrekt onbegrijpelijke hatelijkheden liepen we maar wat vlugger naar beneden. Bij den portier was ik nog zoo onder den indruk, dat ik voor het bewaren van de paraplu een kwartje gaf. En ik trachtte een der altijd gesloten deuren te openen. Dat is een strevan in de verkeerde lichting," klonk het nog eens! Die zijn van de verkeerde richting". En een geschater. Maar jic wensch dit niet langer te dulden! Ik geef niet mijn belastinggeld. M. d. IL, om mijn stand te zien beleedigd, om gevaren te loopen en te worden uit gelachen. Ik wenschte, dat er eeninttrpellatie kwam in den Gemeenteraad en dat de tentoonstelling in afwachting direct werd gesloten. Niet twijfelend of u zult deze re pel e n willen opnemen in uw groene courant, Hoogachtend, Uu\ die. dienaar, D. A. P. GRL'TJIOOFD D. A. Pzx., Jir., Groot-haiidel in celluloïd-poederdotizi n. De tentoonstelling wordt Dinsdag a.s. reeds gesloten. RED.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl