De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 29 januari pagina 3

29 januari 1911 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1753 DE A M S T E R D A M M K R W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D. logisch trekje, waarvoor men respect moet hebben. Uit het tweede bedrijf, byna allen reeds geëxposeerd in het eerste: de brniloftsweelda (een cnrieuse canon I) Elwas breit. 3 i :?ïf.=fï==f=:. W L-f b ' Een gedrongen personen- en eituatie-teekening welke men bij Strausa meer ontmoet. De eerste vier noten overheertehen de geheel e partituur; een magnifieke samenvattingen-gros van den dang-geest der comedie. Het volgende signaal (e-fis gis) wordt later zoowel op zich zelfstaand als in verband met het vorige verwerkt en schijnt me de heetbloedige besUslbeid ie willen verbeelden van den Roeenkavalier. De dan volgende sexten paralellen begeleiden iedere lUfdes-ecène tusschen Qoinqnin en Bichette; het forfch-iythtnische motief der vierie maat kenschetst Octaviaan in zijn jonge, krachtige ridderlijkheid. Een- ander amoureus!jjk luidend thema volgt al spoedig: Agïtato und sehr ierschwüngUg im Vortrdg. ???. "-T . l/ ! Beer geschikt voor eeqnenzen en eanonische lÜwerking «ooals men ziet. Strauss trok er ISwtjj van. Tegen het-einde van 't voorspel komt nog: Sophie: espr. Uit de verte klinkt dan Octaviaans roep: 3 Lauffer k Lo. Ro -,fra -no! allengs zwellend, voller en nader. Die wanluidende combinatie van bes en b is zocder twyfel een zinrijke nabootsing van 't nog verwijderde gonzen der stemmen. Na bet klankenechoone begroetingsduet van Octaviaan en Sophie, onzeglijk broos en ijl van karakterschilderins, wat de componist geestig opvoert tot een haast ontastbare teederheid, stapt de baron binnen. Tegenover rijke parvenns mag bij zelfbewust en "waardig zijn als een keizer: Moderato mosso. . . -?^^?.t. +.? f -f?'f,'--?~.ff-f' j»'-'» ~ < De zilveren roos: Ziemlich lanr/sam._ De innigheid van hun Geluk: senfzend Bichette «elf, en spoedig na 't opgaan van 't Bcherm tusechen 't k wie keieer en door der vogeltjes een nieuwe smachting: espr. rr^:::-T=C=_?i-_ ,r= Vervolgens de verrassing der beide gelieven wanneer de baron op de denr komt bonken : Het is bewonderenswaardig van Strauss hoe bij 't kalrceeren tan beider opschrikken nauwkeurig observeert, de angst geleidelijk doet slinken en nit dit motief een walfje verzint, alsof zij zich verkneukelden in hunne ongerustheid van daar straks: een peychc^_ ,^ ^-' -«?n -vteen veelzeggend staaltje tevens der harmoniek van Der Rosenkavalier". Als deze accoorden tinkelen in het doorzingend fis-groot. Zij zullen natuurlyk wel gespeeld worden door harpen en celesta. Het geheele tweede bedrijf in de logische voortzetting van het eerste. Zaal bij Faninal. Hij, Marianne, de Daenca, Sophie, de brnid, wachtten den Rosenkavalier. Fani nal ginnegapt en giebelt van pret: Sehr LebJiaft. -Ü-- t--R -!-5_t_)^-3 T^ -j -3-3^?I-J-H?^ j?l-, j ^ j q: ?» l__-?-i-t-pt wt-f 0-i-f?. _ _. uijïrirjj?Z-g_^t:_t:v ,cg:^^:pr±: : h^-fr-irfr-^- ^?P1?^sg-g??^p-r-F Hij is grof en gooit ongemanierdheden te grabbel, Marianne vindt het smakelijk; Faninal merkt het niet; doch S^phie degouteeit hy' van den beginne; Octa viaan wordt woe dend. Een climax in alles brengt zy'n lijfieunfje, dat bij gemoedelijk uitneuriet: Lalalalala Wie ich dein Alles werde sain ! Mitmir, mit mir keine Kammer dir zu klein, ohnemicb, obne mich jeder Tagdir so bang, mit mir, mit mir keine Nacht dir zu lang: terzelflertyd een voornaam leidmotief en een aardige proeve vai S.rauis' dans n.e'odiek: Ruliicjes Ifalser tempo. 'ieyend und senlimental ycfiilii'oll). , * 7*7 r i: 7 ^»iO;-_p^z:Cit;IITJCÏ^IJ?^~ S IK IE IR, TYJPE ion Industrieel» Maatschappij TKOMPENBUUtJ, Amsterdam. besteld door H. M. de Koningin. 12, 16, 18 en 25 P.K. Indiistrieele Maatschappij TROMPENBURG, Amsterdam. Paolol" schreeuwde de oude, terwijl bij zijn hand ophief. Maar dadelijk liet hij haar zakken en zei: Je hebt gelijk. Ik zal den brief overschrijven.... Jongen, jij hebt de fierheid der della Corba's. 't Is waar, alleen wanneer het om het eigen lijf gaar, kan men moedig zijn, maar voor zijn vleesch en bloed voelt men allicht zwakheid. Dicht je dat ik ooit zou malen om de wraakneming der Yescottelli's als ik alleen was? Laat ze oppaeeenl... Mijn oude karkas is niet zooveel meer waard! De ouden kunnen gemist worden... hun dood is geen verlies; als maar bij hun heengaan de rekening met God in orde is l" Paolo had gedurende de hartstochtelijke uiting van zijn vader diens hand gegrepen en kuste ze: Vader l..." De oude ging voort: Maar jij, Paolo, jij bent achttien nu; je bent zoo geleerd als de pastoor en zoo sterk als een herder.... Gssteld dat ze je doodden, jou, den laatsten della Corbal Djar boven zou mijn zalige vader me eeuwig het verdwijnen van ons geslacht verwijten.... Daarom moet ik voor je waken. Daarom moet je hier weg!" Miar vader, laat me trouwen!" Wat, trouwen met die slang? Haar broers willen haar kwijt zijn, dat weet ik al lang!.,. Ik familie van dat rooftuig? Dat men zal zeggen: O, dat is uw neef, die vroegere onderofficier, die wegens diefstal uit den zee dienst is gejaagd?" of: Ben van uw neven hebben de gendarmen nog niet te pakken kunnen krygenl Die bandiet!'' ...Dank je wel l Dat tuig ia geen schot hagel waard !... Daar is Mancecca!" Met moeit-e slaagde de huishoudster erin, de denr tegen de heftige windstooten dicht te drukken. Bibberend ontdeed zij zich van den omslagdoek en zei: De herder Gabriele laat u groeten, signor. Hij zal morgen hier zijn met twee stevige knapen om Paolo naar de stad te vergezellen. Zij zullen om zeven uur hier zijn en ze zullen hun geweren niet vergeten!" Lachend keek Paolo haar aan: Heb je't van buiten geleerd, Zia ??' De woorden vanden meester prentten zich in mijn zie), en geen storm wischt ze uit", antwoordde Mancecca ernstig. Is de wind erg, Mancecca ?" vroeg Prati. Eigenlijk was het een overbodige vraag, want nu en dan ging het buiten te keer alsof een leger booze geesten was losgebroken. 't Is noordenwind, Sijmor. 't Is de bergwind en zijn gehuil is het geweeklaag van hen, die zijn heengegaan. Hoor, hoe somber !" Och kom", lachte Paolo en stak een sigaret op. Scherts niet, jongen", zei Prati; de vrou wen weten meer van die dingen dan wjj". Marcecca was intusschen naar het huisaltaartje gegaan, bad een paar kaarsen op gestoken en zei, terwijl zij neerknielde : We moeten bidden voor de overledenen". Plotseling zei Paolo : Vader, ik ga afscheid nemen van tante Cortona l' Wat?" riep de oude ontsteld, lalt ze maar hier komen!" Door dat weer ? Dat oude mensch !" Maar de Ve cotelli's !' Maak u niet ongerust, vader, ze ziju in de bergen bij de kudden van hun neef!'' Onderzoekend zag Prati zijn zoon aan". Wie heeft je dat verteld? ' Die vraag onthutste den jongen raan. Mancecca zei het me", antwoordde hij weifelend. Is dat waar, Mancecca?" bulderde Prati. Een blik op Paolo deed de verschrikt opge sprongen vrouw snel haar besluit nemen. Ja, Signor!" Je liegt het l" schreeuwde Prati; zweer her, bij de Madonna l" Bij de Madonna?" fluisterde Mancecca verbijsterd, ...ja, ik zweer het bij de Madonna l" Hoofdschuddend keerde Prati zich om, toen Paolo zei: ..Laat ge me gaan, vader?" Nu, het isgoad", vras het antwoord, maar ik zal Tomaso met je mee laten gaan"' Ik ben niet bang!" wierp Paolo vastbe raden tegen, terwijl hij ean mantel omsloeg. Beloof je me, regelrecht naar je tanto te gaan en om zeven uur hier te wezen ?" vroeg da oude bezorgd. Ja, vader, en om zeven uur ben ik thuis l" Ga dan,... maar neem het geweer mee", zei Prati en ging naar den muur. Ik heb mijn mes,' zei Paolo, wijzend op ZIJQ krommen, kostbaren dolk. En Corpo di Baccho, de eerste de beste die het waagt me lastig te vallen, ik zal hem aan stukken snijden als een doedelzak! Tot straks!..." Een heftige windstoot deed hem vlug de deur sluiten. De oude P/ati stak een pijp op en ging bij den haard zitten. Maar hij was onrustig, en die onrust maakte zijn zintuigen scherp. Eensklaps sprong hij op en keek naar het venster. Xau^ hoorbaar door het stornitjeraas had een schril iluitsignaal zijn oor getroffen. Hoor J3 dat, Mancecca?.,. Er werd ge floten!'' Dat is de wind," meende deze. Neen,;' zei P.'ati zachtjas, hoor maar!" Gesu Carissimo i" stiet de oude handen wringend uit. Prati had de deur al open: Paolo!... Paolo l" Uit de verte klonk het lawaai der carnavalsvierenden, maar dichterbij klonk krachtig als antwoord: Hillo, hol" Het slot van deze bespreking een volgen Ie maal. MATTHI.TS VERMEULEN. 'd-Gravenhage, 23 Jan. 1911. Mijnheer de Redacteur ! De bedoeling van mijn brief van 11 Januari i.', was om u aan te tooner, dat hetgeen de heer BeKaar in uw blad over de Javaan en de gu kerindustrib" schreef niet zeer ad rem was, en den heer Bekaar erop te wijzen.dat hij zijn beweringen met te weinig en onjuiste cijfers staafde. Een weerlegging der beachonwirjg van den heer Bekaar was niet mijn bedoeling. Ik hoop, dat gij mij daarvoor later in uw blad wat plaatsruimte zult willen afstaan. Vergun my thans een paar woorden te zeggen over het antwoord van den heer Bekaar op mijn bovenbedoelden brief. Daarin lees ik: Uit de verslagen der Mindere welvaart commissie", hèc zoo nuttige we'k van alle ambtenaren van Binnenlandsch Bestuur op Java,: van de mannen dus, die sinds tien tallen van jaren Java kennen en met 't ge heele leven van den Javaan in aanraking komen, volgt, dat de suikerindustrie profiteert van het geldgebrek van het Javaansche volk, om voor weinig geld de gronden voor haar b;drijf te huren". Die verslagen van de Minder welvaart commissie'' no, mijnheer de Redacteur, en de daaruit getrokken conclusies zyn door de suikerindustrieelen, en niet alleen door hen, zeer aangevochten, omdat, zooals de heer van Hinloopen Labberton, die geen suiker fabrikant is, schrijft: Door de commissies, die dat rapport hebben samengesteld is begroot, beweerd, geschat, geraamd, hetzq dan op grond van eigen subjectief gevoelen of naar dat van anderen, maar er is niet onderzocht. Sommigen hebben de cijfers ontleend aan Sollewijn ,Gelpke, en dan willeketiiig zonder eenig cysteem, en gegrepen hier en daar uit zijn proefnemingen, en dat maar ingeplakt, lukraak in eigen becijfering; anderen zeggen de bevolking" of de dessahoofden" te hebben gehoord: aleof deze lieden betromvbare statistische gegevens van dezen aard in hun hoofd hadden; weer anderen deden grepen uit 'de desaregisters (ie beruchte inlandsche" statistiek) en de ratjatoe van deze gegevent," wordt opgedischt als resul,,'aat van een welvaartsonderzoek, wellicht ils basis voor verdere maatregelen." Er kan van de zyde dezer 300 deelnemers aan zulk een statistiek niets reëels tegen ingebracht worden, wanneer ik het hier uitspreek, dat er klaarblijkelijk re aar met de muts naar is gegooid". Waartoe in dit opzicht een Indisch ambte naar in staat is, leert ons hetgeen de heer Bekaar onder mijn brief van 11 Januari acbrijft. Hij rekent uit, dat de waarde van l K.G. suiker ?0.80 ie, als 1190 millioen K.G.'suiker ?95 noillioen waard zijn. Hy rekent niet na, of bij juist rekende, deze hoofdambtenaar der belastingen in Nederlandsck-Indiö. Het treft hem niet, dat / 0.80 een buitensporig hooge prijs is vcor l K.G. suiker. Hy weet niet, dat men in de toko's van Java voor ?0.25 per K.G. de beste suiker kan koopen, in welt en prijs nog een zoet winst j e voor den tokohonder zit. H\j schrijft over den Javaan en de suikerindustrie. Hrj taxeert de suiker productie van l bouw op ? 3000. Hrj berekent haar op f 5600. Het raakt hem niet, dat deze cijfers onjuist zijn. Gij gebruikt ze slechts ter illustratie". Hy doet ze cadeau, maar hij controleert ze niet. Hij is ambtenaar van de belastingen, maar sloeg nooit een blik in de talrijke jaarverslagen, die jaarlijks o?er de suikerfabrieken op Java worden gepubliceerd. Toch schrijft hij, dat de ambte naren Java kennen. Galoort gij, mijnheer de R'daetear, dat de heer Bekaar, als hy toont niets te weten van de bedrijfsresultaten eener groote industrie, te midden waarvan hij geleefd heeft, en waarvan de gegevens voor het grijpen liggen, als hij toont zelfs niet op de hoogte te zijn van den prijs eener eerste levensbehoefte in het land waar hij tientallen vanjaren woonde, dat hy dan wel iets zal weten van de bedrijfs resultaten van den iulandschen landbouw, waarover men zco oneindig veel moeilijker juiste gegevens kan krijgen? Is hy dan in staat te beoordeelen, of de suikerfabrikanten genoeg grondhunr betalen? Laat menschen, die een studie van dit onderwerp hebben gemaakt er over schrijven, maar n et de heer Bekaar. Ik zal den heer Bakaar niet vragen na nit de niet door mij, maar door hem zoo hoog gewaardeerde offlcieele cijfers bly'kt (als hij geen rekenfouten maakt), dat de suikerproductie per bouw bedraagt geen / 5800, tooals hij berekent, en geen f 3000, zooals hrj taxeert, maar ? 560, cf hij dan nog vindt, dat de suikerindustrie met ? 52,50 per bonw te weinig grondhuur'betaalt? II dankzeggende voor de mjj verleende plaatsruimte. Hoogachtend W. DE WAARD. Wij mogen niet verzuimen mede te deelen, dat de heer Bekaar terstond n a de publicatie van zijn onderschrift de vergissing ontdekt heeft en ons er aan herinnerd heeft, hoe, door het late inkomen van de bestrijding, hem voor zyn weerwoord luttel lijd kon ? worden afgestaan. Op de qnaestie van suiker industrie en grondverhuur zal hier ter plaatse later worden teruggekomen. EED. ; Bericütefl. * JUBILEE EKGELSCHE BIJBELVBETALIXG. De ' Oxford Universiiy Press zal, ter gelegenheid ? van de herdenking van het feit dat TÓÓ? ? 300. jaren de eerste geautoriseerde engelsche i vertaling van den Bijbel gereed kwam, een ?. photographirche reproductie uitgeven van ' de eerste uitgave van 1611. Eene bibliogra- / phische inleiding van meer dan 50 bladzijden * zal aan dien herdruk voorafgaan. Daarin r; worden beschreven de vroegere vertalingen t; van 1380 en 1582 alsmede de editie van 1611 l zelf, met. een lijst van de correctors en de regels waaraan zij zich honden moesten, en ten slotte de verdere geschiedenis van den Bybe'. Verder zal deze herdruk ook ver- ". schillende ophelderende documenten bevatten ? alsmede de apokryphe boeken. 4000 MIJLEN WETENSCHAP. Omtrant de juist verschenen nieuwe uitgave van de Encyclopaedia Brittannica worden de volgende statis tische opgaven medegedeeld. Het aantal letters' gebezigd voor de 20 deelen waaruit het werk bestaat, bedraagt 250.000.' 00. Indien die letters aan elkaar werden Kelegd, zouden zij een lengte hebben van 4000 engelsche mijlen (6680 K.M.). Het papier waarop de editie op dun indisch papier is gedrukt, weegt 1500 ton, (l.*524 000 K.G) en bevat 10.000.000 bladen, elk ongeveer 5 voet (1.524 M.) lang. Indien die aan elkaar konden :' worden gelegd, zouden zij reiken van den Noordpool tot den Zuidpoo). Konden het aantal exemplaren dezer uitgave op elkaar gestapeld worden, dan zou een hoop ver kregen worden van 12 mijlen (ruin 20 K.M.) hoog; 2 maal hooger dan de Mount Everest, 65 maal hooger dan de Eiffeltor«n en 160 maal hooger dan de Londensche S;. Paal's knrk. iiniimiimiM 40 cents per regel. BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen bij het bonwbnre»n »Arti", aldaar. BORMES-LES-MIMOSAS. Fr. Eiviera. Lijn Marseille?Tonlon?Hyeres?9t. Kiphaël. Pracht. n j u i i ligging. Alle kamers o/ a Z. met heerlijk uitzicht op Zee en eilanUranü-noiei. de?Park van 110.000 M2. Pension frs. 8?15. Prosp. gr. en fr. Intern. Verkeerstmr., Raadauisstr. 16, A'dam. Eig. Q.B iGGENSTOSZ,voorh.eig. Bitz-Hotel, Londen. Koopt l ITSIAITKaiüBOTEB ONDER UI.II4S< O]S T{O»; I>e STAAT GARAtfDEMRT IJ een OIV VFRVAI,S< JIT product, Boterhandel Z C I D L A R E »»% PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935. Ben jij het, Paolo 1" Weer klonk het terug: Hillo ho ! Hillo ho l" 't Ij Pdolo!" zei Prati, terwijl hij weer ging zitten. Wat brandde hem dat mes in de handen? J», Mancecca, dat is nog eens echt Corsikaansch bloed! Wat zal dat een knappe voltigeur worden !... Ik kan hem het best vergelijken met het kleine, zwarte paard van mijn vader-zaliger. Als daar een ander op ging zitten, had hij kans dat het dier hem de kuiten van het been reet!... Die in zijn vingers komt is te beklagen, de jongen is zoo sterk als twee kerels!'' En hij kan lezen in de boeken!" voegde Mancecca verrukt er bij, Hij weet alle dingen, in den hemel en op aarde!" Weet je nog, toen hij op ds wereld kwam l Hij was niet grooter dan een vuist! Maar, Madonna, zijn oogen tintelden al als vuur " Of ik het nog weet," mompelde Mancecca peinzend. Toen was bij eigenlijk nog wijzer dan nu. Vroeger ^as hij bijna teeder voor me; maar sinds hij kan leien, praat hy met me als mtt een oude sloof.... Hij vindt me grappig !'' 't Is je eigen schuld," stoof Prati op. Te had hem aan zijn ooren moeten trekken, of het mij moeten zeggen?Wat dacht ja? Ik wee: heel goed, dat je met hem samen spant ea dat zijn kleine vagebonde vaak genoeg hier is geweest Ja, ja... houd je maar kalm. Allebei hebben we schuld. Ik had dadelijk tusechenbeide moeten komen. Maar ik dacht niet, dat het ernst zou wezen, Had je hem maar dadelijk gezegd, wat voor een adder het was I" Nooit, signor l" zei Mancecca kalm, ,want God hoort alles wat wij zeggen!" - Ach, als men al jou bijgeloovigheden moest aannemen, dan zou er gauw geen familie-eer meer bestaan. Paolo kun niet met dat meisje trouwen. Nooit!" Het most, signor l" Wat?" riep Prati, terwijl hij de huis houdster minachtend opnam. En wie zegt dat?" Dat zegt mijnheer de pastoor, signor l" Zoo l" schreeuwde Prati, heeft hij dat gezegd ? Maria Santissima I Dan zal ik hem dooien l" O, Malaietta l" Mancecca rilde als een blad toen zij de woorden uitsprak. Zoo iets had zij nog nooit gehoord. Prati ging in zijn woede verder: Ja pas toor is een man van niets l Wat snapt die van de belangen van adellijke familiën 1 De eer vau mijn geslacht is mij zoo heilig als God l" Signor," sprak Mancecca heftig, ge zult nog ter helle varen als ge zoo doorgaat te spreken. Ge hebt wel een klok gekocht voor den kerktoren en geld gegeven aan het klooster, maar nooit heeft God tranen van u ah offer ontvangen! Mij ue arme meesteres is van smart gestorven, uw jaloezie heeft haar vermoord l" Dit nimmer gehoorde, doc'i gegronde ver wijt verpletterde den oude. Gebroken leunde hij in zijn stoel. Het merg en been door dringende gehuil van den wind scheen nog te verdubbelen door de ijzingwekkende stilte in het vertrek. Nu en dan kon men onbe stemd het geluid van zingende menechen en van muziekinstrumenten hooren. Neen, Mancecca," steunde Prati, je bent te wreed..,. Het ongeluk is niet van me geweken!" Neen, signor," was het ernstige antwoord, niet het ongeluk, maar uw verblindheid. n uw zoon zal ook sterven, als ge uw oogen sluit voor de waarheid!" (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl