Historisch Archief 1877-1940
Nö. 1753
D E A M S T E II D A M MER WEEKBLAD V O O II NEDERLAND.
Merronw Curie.
Mevrouw professor Curie, Russische van
geboorte, die met baar sedert overleden man,
professor Curie, het radium ontdekte. Met
n stem minderheid werd zy dezer dagen niet
toegelaten als lid van de Parjjschu Académie
des Sciences. Weldra komt zjj te Leiden
proeven doen en wellicht lezingen honden.
boekje^?wrarin die honderd machthebbers
zijn opgenomen, dan ziet men achter elke
naam A. R, U. L, S D. enz. Die letten
duiden aan, voor welke meerderheid van
kiezer* zo'n Kamerlid de woordvoerder is.
Wie ónder mijn lezers wil staande houden,
dat zo'n z.g. t'o/A-svertegenwoordiger eer aan
stemloze vrouwen dan aan de kiezers, die
hem zijn plaats hebben gegeven en kunnen
ontnemen, zal vragen, hoe hu stemmen meet
over enig wetsvoorstel ? Welnu, dat is de
cardo quaesti«nis, waar alles om draait.
Het is nonsens te zeggen, dat de Ver. v.
Vkr. enig kiesstelsel moet of zal aanvaar
den, verwerpen of voorstellen; dat doen
alleen de partyen en een politikus als v. d.
Göes moest aan stemloze vrouwen zo'n
vraag niet stellen. Laat hij eens aan iemand
zonder tanden vragen, hoe hu in een lekkere
appel zou bijten!
Maar die vraag is erger dan onmogelik,
züis arglistig, berekend om er ons in te
laten lopen, en onze vereeuiging te ver
delen. Zooals ieder (behalve de
sociaaldemokraten naiuurlik) weet, bestaat de Yer.
v. Vkr. uit leden van alle partijen; dat kan,
daar züenkel tot taak heeft, als er over
kiesrecht gesproken wordt, tot de kiezers
te zeggen: Waarom kiest uw moeder, uw
vrouw, uw zuster niet mede, even goed als
gij?" en daarmee kunnen personen van elke
gezindheid instemmen. Als men nu van de
uit 'zo heterogene bestanddelen samenge
stelde Vereniging eist, dat zij grenzen van
het kiesrecht zal stellen, wegnemen of goed
keuren, dan brengt men daardoor die ver
eniging van haar neutraal terrein af op dat
der verschillende partijen. Zoals bekend is,
vertoont zich de nuancering en strijd der
partijprogramma's tegenwoordig juist het
meest op het gebied der grenzen van het
kiesrecht en bijbehorende urgentie van
Grondwetsherziening. Wie dusde Ver.v.Vkr.
naar dit terrein wil lokken, die zoekt ver
splintering en verdeeldheid der leden.
De leidsters der Vereeniging zijn echter
verstandiger: zij doen niet, zoals v. d. Goos
het voorstelt, nl. trachten haar wens, Alg.
Kiesrecht, trapsgewijze te bereiken, maar
zij hebben beslist elk een eigen overtuiging
UIT DB NATUUR.
CDXL. Levermos en Raderdiertje.
Even als een' vochtige, warme nazomer
een buitengewone weelde aau paddestoelen
kan te voorschijn roepen, zoo geeft een
lauwe natte winter, als deze, aan allerlei
mossen en algen, een extra gelegenheid om
zich voordeelig te ontwikkelen.
Wie dezer dagen aan den duinkant of
aan den westzoom van een bosch den bodem
en de boomstammen bekijkt, vindt maar
heel weinig plekjes waar niet een groen,
grys of bruin tintje verklapt dat er zich
levende organismen gevestigd hebben ; zoo svel
omtrent de grenzen van het kiesrecht, doch
dringen die niet op aan de Ver. Zii sturen
met vaste hand tussen alle politieke klippen
door en zorgen, dat de Ver. als zodanig
tegenover alles en allen kan blijven roepen:
Denkt bij uw kiesrechtvoorstellen aan de
vrouwen!" en om dat met sukses te doen,
moet zij haar groot aantal leden en haar
alomtegenwoordigheid in alle partijen be
houden.
Nog n ding moet mij van 't hart omtrent
die strikvraag. Men zou die ten minste voor
zich als persoon en niet voor de Ver. kunnen
beantwoorden, indien zij minder onbepaald
was; maar nu, zoals die vraag daar staat,
is zij voor geen antwoord vatbaar. Wat is :
vrouwenkiesrecht op grondslag van de wet
van Houten" ? Dat moeten wij eerst weten,
?want, ziet u, mijnheer v.d. Goes, -wij spreken
geen oordeel uit zonder kennis van zaken.
De vigerende kieswet brengt het kiesbiljet
thuis aan al wie op l Maart zijn belasting
voldaan heeft. Bedoelt u, dat die belasting
betaling, zooals in Noorwegen en Dene
marken, gelden zal voor beide echtgenoten
of voor de man alleen? In 't eerste geval
?wordt uw voorstel heel wat aannemeliker.
De vigerende kieswet rekent voor de
loonkiezers het loon van vrouw en kinderen
mee. Hoe luidt art. Ib 2o naar uw veronder
stelling ? En zo voort. Eer u amtwoord kunt
krijgen, of een kieswet aannemelik is, moet
u die wet, uitgewerkt en wel, voorleggen aan
de persoon of vereniging, die u interpelleert.
Dit kan ik u wel zeggen, dat de Vér. v. Vkr.,
als een dusdanige vraag tot haar gericht werd
en zümeende de zaak van het Vrouwen
kiesrecht met antwoorden te kunnen bevor
deren, nauwgezet zou gaan overwegen,
hoeveel vrouwen in Nederland en van welke
klasse, leeftijd, en omstandigheden door die
wet het kiesbiljet zouden krijgen. Zeker zou
züniet zoo maar zonder onderzoek zeggen:
Alles of niets", of wel: Wij nemen met
elk vrouwenkiesrecht genoegen."
Van andere zijde dan van de heer v. d. Goes
heeft men mij dezelfde vraag gedaan, aldus
geformuleerd: Wordt de groote massa uwer
leden, wordt kortom de Ver. v. Vrouwen
kiesrecht, ten minste gedeeltelijk bevredigd,
indien morgen aan den dag, tegelijk met
de invoering van het algemeen kiesrecht
voor mannen, aan de vrouwen een kiesrecht
geschonken wordt, waarbij de maatschap
pelijke stand van ineloed is, of men kiezeres
zij f geen kiezeres?"
Daarop antwoord ik dit: niet de Ver. v.
Vrouwenkiesrecht maar de partijen in de
Kamer bepalen de grenzen en voorwaarden
van het kiesrecht. De steller van deze vraag
kan in het Maandblad der Ver. v. Vrouwen
kiesrecht" van 15 April 1910, het antweord
vinden, dat het Hoofdbestuur daarop ge
geven heeft. Daar wordt uitgelegd boa, in
geval een voorstel van enig beperkt vrou
wenkiesrecht door de regering wordt aange
nomen, diegenen onder de leden, die niets
meer verlangen, de vereniging kunnen ver
laten, terwijl zij die nog niet tevreden zijn,
evenals dat in Noorwegen is geschied,
voortgaan samen voor uitbreiding van het
vrouwenkiesrecht te strijden. Dergelijke
onderstellingen zijn echter voorshands ver
kopen van de huid, vóór de beer geschoten
is \ en wij laten onze macht, die grotendeels
juist op de verschillende richting onzer leden
berust, door zo'n veronderstellende vraag
niet uiteendrijven. "Wij willen zelf zeggen,
boe wij denken en oordelen, en geven noch
v. d. Goes noch iemand anders het recht
om vooruit te antwoorden, die in zijn
taktiekkraam te pas komen, ons in de schoenen
te schuiven. Men doet zulks door steeds
te herhalen: Gij aanvaardt de wet Van
Houten, uitgebreid tot de vrouwen." Hat is
inderdaad een misleidende fraze."
Men vergunne mij ook eens het
vragenstelsel van de heer v., d. Goes na te volgen
en hem op mijn beurt een paar vragen te
stellen, niet omtrent onderstelde of te onder
op het zand als op de afgestorven kurkschors.
In het polderland zoowel in klei-als
veenstreken vindt ge het meert een fijn, hard,
groen beslag van algen of wieren op de
wilgen- en peppelstammen; ook de olmen,
vooral de stadsolmen, vertoonen aan dan
westkant, hun groene zijde, althans zoo lang
het vochtig weer is; de oost- en noordkant
is er bij droog en koud weer dikwy Is spiegel
glad, als gepolyst; en die glinstert vooral bij
avond in het licht der gaslantaarns; zeer
waarschijnlijk is dit een gerolg van het
scherpe straatzand dat er tegen opwaait, dat
alle organismen doodt en het buitenste
laagje van de schors afalijpt.
Bladvormende korstmossen op boomstam
stellen mogelikheden, maar reëel en op de
werkel kheid slaande.
lo. Welk voorbeeld kunt U geven, dat in
een land beperkt vrouwen- (of ook mannen-)
kiesrecht is ingevoerd en zulks nadelig
gewerkt heeft voor de arbeidersklasse en
de verdere uitbreiding van het kiesrecht?
2o. "Welke aanmerking hebt U op uw
partijgenoten in Noorwegen en Engeland,
die vóór het kiesrecht van een groep vrou
wen, niet voor 't merendeel uit de bezit
tende klasse, gestemd hebben ?
3o. Wanneer van ons Kristelik ministerie
volgens zijn programma een voorstel tot
het invoeren van gezinshoofdenkiesrecht
komt, dat het stembiljet geeft aan een groepje
vrouwen nl. de weduwen, hoe zult u dan
bewijzen, dat dit beperkt vrouwenkiesrecht"
ondemokraties zal werken" daar immers het
grootste aantal dier weduwen tot de arbei
dersklasse zullen behoren ?
Ik twijfel niet, of het antwoord op deze
vragen omtrent het kiesrecht zal leerrijk
zijn en de lezers licht in het duister geven.
* *
* ?
Ten slott* zou ik niet gaarne in gebreke
blijven ook nog antwoord te geven op de
vraag van onze voorlichter in de theorie
der sociaaldemokratie, of ik, die zoals hij
wel weet, 8 jaren lang even hard voor het
Algemeen Kiesrecht alt voor het vrouwen
kiesrecht heb gewerkt, in deze tijd van het
petitionnement niets beters Kan doen, dan
kritiek uitbrengen op de S. B. Handleiding,
die, zoals v. d. Goes het uitdrukt, de Ver.
v. Vkr. niet met de verschuldigde achting
bejegent". Neen, mijnheer v. d. Goes, de
Ver. v. Vkr. vraagt geen achting, maar
kennis van zaken en waarheidsliefde van hen,
die over haar schrijven, en waar zij onjuist
heden en insinuaties aan haar adres aan
treft, daar komt zij op, en ik had nu juist
de eer op verzoek dier vereeniging de
noodzakelike rechtzetting van blz. 40-45 dier
Handleiding te schrijven en te publiceren.
Van deze rektifikaties is noch door u noch
doer iemand, anders, en allerminst door de
schrijfster dier bladzijden, die daarover met
mij zou debatteren, een woord weerlegt.
Het is niet waar, dat zij futiliteiten en
beuzelingen betroffen, want het ging om
het ganse doel en streven- der vereeniging;
en inderdaad werd deze Handleiding ge
bruikt tot het verdachtmaken harer bedoe
ling zonder voldoende kennis van haar werk.
Die fouten in het boekje doen echter niets
af aan m\jn bewondering voor het S. D.
petionnement voor A. K. en voor de ijver,
waarmee die aktie gevoerd wordt, en gaarue
zou ik daaraan meegedaan hebben. Alleen
stelde ik in een schrijven aan de sekretaris
van het Rotterdams Komitee, dat ten minste
daar ter stede de aktie der S D. A. P. voor
het Alg. Kiesrecht niet zou dienstbaar ge
maakt worden aan bestrijding der Ver. v.
Vkr., en daarop heb ik tot nog toe generlei
antwoord ontvangen. Dus medewerken aan
de petipnnementsaktie doe ik niet.
Daarin zit juist de fout van de S.D.A P.",
dat zij de vrouwenbeweging vooral de
politieke ongekend en ongehoord ver
oordeelt, en daardoor krachten van zich
vervreemdt, die haar anders steunen zouden.
Dat is de fout niet allé*!} van de heer
van der G-oes, -.,.* V '^^T* -,?-.-. .
E'dam, 24 Jan. '11. MARTIJ G. KKA.MEKH.
iitttiimtiMMnimiiMiiiitiumniii
ADDE^DEI.
Dure kippen.
Op de pluimvee-tentoonstelling te
Philadelphia werden twee kippen, Orpingtona"
met ravenzwarte veeren, verkocht voor res
pectievelijk 2000 en 2400 pond sterliag. Het
zijn misschien de duurste kippekopje?, die
ooit werden aan de markt gebracht: buiten
gewoon fraaie exemplaren natuurlyk van een
zeer zeldzaam en gezocht ras. Maar ze geven
bovendien ook goede rente, want ze leggen
in den waren zin des wooicU gouden eieren.
Ieder ei n.l. is 5 pond sterling of in goed
Het Eoestmos met een'Kaderdiertje. Links het levermos Frnllania op een
stnk Fsshdoornichors (oat. grootte). Rechts een takje er v»n vergroot met
ingesneden schubben (aaphigastriër) en twee rijen water-bekers waarin
raderdiertJAS wonen. Bovenaan bfl 4 e«-n enkele beker, met een diertje dat «r uit
steekt, en bij 5, het radejdiertje Calbdina in zy'n geheel. Onderaan een open
gesprongen iporenkapsel, met de werpdraden (elateren) die de sporen helpen
wegslingeren.
men ziet ge in de steden zoo goed als nooit;
dat schynt te liggen aan de onzuiverheid
der lucht, die zooveel roet- en rookdeeltjes
bevat, dat deze gevoelige planten het leven
er in onmoge'ijk wordt gemaakt.
Zoo gauw ge onder den rook van de greote
stad vandaan zyt, ziet ge de .korstmossen op
de boomen komen; op een unr afstand
vormen ze een dikke veerende laag van
grillig vertakte blaadjes op alle boomen;
aan de zuid- westzyde is de laag bij vrijstaande
boomen het dikst, maar ook aan den oost en
noordkant ontbreekt zelden het epipbytisch
lever.
Behalve deze korstmossen of lichenen, dat
eigenlijk geen mossen, maar een combinatie
van zwammen en wieren zijn, groaien er op
boomstammen gewone bladmoesen en wel
het meest het slaapmos waarvan de takjes
zeer veel op cypressen-tafejes in miniatuur
gelijken.
Ook dat komt niet vaak in de steden en
Log veel zeldzamer zijn er de levermosserj.
De blaadjes daarvan missen zonder uitzon
dering de middennerf en deze bleekgroene
loovertjes zijn daarbij in den regel maar n
laagje cellen dik.
Dat deze teere gewassen in een vochtige
omgeving het best gedijen, ia al af te leiden
uit hun bouw; en waar niet een groot deel
van het jaar vocht of althans waterdamp
aanwezig is, daar behoeft ge ook niet naar
een weelderige flora van levermos te zoeken.
Onder het loof van boomen met wijd
aitppreideade takken, is het maar zelden zonnig,
bij hoogen zonnestand nooit; daarbij vloeit
er na elke regenbui wa! vocht langs den
stam, dat niet door de bladeren bnitenwaarts
wordt afgevoeid. Dit centripetaal af w aar t g
gevoerde water bevat tevens nog al wat stof
dat uit de lacht op de bladeren viel of zich
aan de takken en twijgen bad gehecht, ook
stuif ineelkorrels, sporen van varens en mossen
die door den wind wat hoog werden opge
voerd, en een leger van bacteriën vinden
zoo een weg naar den weg.
Dit rijke" water vloeit door de gleuven
en spleten van den stam, die zelf ook al
heel wat stof" verzamelen, naar onder; en
het is geen wonder, dat de mosplantjes
daarin voldoenden voorraad water en voe
dingsstoffen vinden om zich flink te ont
wikkelen.
Om ook, als er maar heel weinig water
ter beschikking staat, dit toch te kunnen
gebruiken, is het noodig dat de dunne
levermosplantjes met hun geheele oppervlak
tegen de schors rusten, dan dringt er
tngichen plant en schors bijna altijd een laapje
Het huwelijk in Amerika: De vrouw: de schoonheid; de man: de machinist.
Hollandsch 60 gulden.waard, en de kiekentjes,
die hun donzige zwarte kopjes uit de witte
doppen dezer eieren steken, vertegenwoor
digen een nog veel grooter waarde.
***
Bijgeloof.
Groote mannen zijn niet zelden bijgeloevig.
Van Victor Hugo vertelt men, dat hu een
afschrik had van 'c getal dertier. Op zekeren
dag was hij op een intiem diner by goede
kennissen. Het uur, dat men aan tafel zou
gaan, was reeds lang verstreken, en nog altijd
bleef de wenk der gastvrouw uit, die de
gasten aan den disch zou roepen. Waarop
wachten we toch eigenlijk ?" vroeg schertsend
de broeder der g-astvrouw: Op den 14de in
't gezelschap l" was 'c antwoord. Een der
genoodigden is plotseling verhinderd en we
mogen niet met z'n dertienen sijn, want een
onzer vrienden is bang voor dat getal." Een
nog jonge man, die in gesprek was met Hngo
en de mededeeling naast hem had aange
hoord, wendde zie a plotseling zy waart s en
vro«5 lachend: Wie zou die idioot zijn?" Hugo
werd bleek, kneep de lippen op elkaar, zette
zich in postuur en zei: Meneer, die idioot
ben ik".
* *
*
Amazone.
De sterkste vrouw van Amerika ij een
zekere Margaret Graham te Ludlosv in
Massachnsets, dochter van een molenaar. Haar
geheele jeugd ging met hard werken voorbij
en ze droeg de zakken graan op den rag als
de beste meelmuis. Thans op haar 19de jaar
is ze zes voet en 8 duim lang, weegt 189
Engelsche ponden,en is ono vertroffen in allerlei
takken van sport. Zij legde per schaa's de
halve Engelsche mijl af in l minuut en 40
seconden, won den hardloop over honderd
ellen met een tijd v&n 115/:, seconden, en zwom
honderd voet in 23 seconden. Alle records!
In 't gewichten tillen vind zij baars gelijke niet.
Zij is een frissche, goed-gebouwde blondine
met heldere blauwe oogen en een vriende
lijk gelaat.
***
Dierenvriend.
Weer een heel zonderling testament van
een Hongaarse h edelman ! Een rijke
Hongaarsche graaf, Etnil von Besony, vermaakte bij
uiterste wilsbeschikking het grootste gedeelte
van zijn vermogen, namelijk twee en een halve
ton.... aan zijn twaalf rijpaarden. Als exe
cuteuren in zyn boedel beroemde hij de
bestuursleden van de Vereeniging tot be
scherming van dieren" te Budahpestb, met
de bepaling, dat onder leiding dezer
vereeniging de interest der vermaakte som moest
besteed worden voor het onderhoud dezer
twaalf paarden, die de last en 't genot van
zyn leven wa.ea geweest, ei aan welke hy'uit
dankbaarheid, na zy'n dood, een onberorgden
ouden dag wilde schenken. Sterft een der
paarder, dan zullen de uitvoerders van het
water, het blyfc er hangen eveaala in
iaarfijue buisjes en zakt niet verder weg.
Verdampen doet het ook niet snel, daar het
plantje zelf het vocht van de lucht afsluit.
Bekijk eens met een sterke zak-loupe een
heel fijn levermosplantje, dat voornamelijk
op populieren en eechdoorns voorkomt. Het
is een onregelmatige ster van roesckleurige
stralen; elke straal bestaat uit twee ry'en
ronde of langwerpige blaadjsa als miniatuur
acacia-b!ad. Komt dit uit, neem dan een stak
van het plantje mee naar huis om het daar bij
sterkere vergrooting nog eens te bekijken; daar
zult ge verrassingen van kunnen beleven.
De achterzijde, dus de zyde die tegen den
boomstam aangedrukt is, vertoont behalve
de gewone levermar-blaadjes nog drieërlei
organen; ten eerste een derda rij kleine
ingesneden blaadjes daaronder fijne wortel
tjes, waarmee de plant zich vasthecht en
waarschijnlijk ook vocht opsuigt; en dan een
dubbele ry zeer vreemd gevormde dingetjes;
het lijken emmertjes van ean Jacobsladder;
maar beide ry'en zijn omgekeerd met de
opening naar beaeden. Twee rijen kopjes of
napjes schijnen het, die alle vol water blijven
al zijn ze omgekeerd; trouwens de geheele
achterzijde ligt steeds in het water; althans
zoo lang er water is.
Komt er een tijd van droogte, dan staakt
ook het levermos tijdelijk zjjn werk, het
verstijft of verlept, wor Jt als een dooi vliesje;
maar duurt de tijd van tegenspoed niet al
te lang, dan is er maar een droppel vocht,
anders wat dauw of nevel noodig; om het
weer in gang te zetten, het drinkt en ademt
en groeit er dan weer even flink op los als
te voren.
Het mooiste is zoo'n takje levermos als
ge het bij zwakke vergrooting in een paar
droppels water beziet; het geheele j aar door
hebt ge kans, om de levermoa-bloam of
liever de sporen doosjes te zien openspringen.
Nu het niet vriest, is ook de kans
op een extra-verrassing nog al groot; want
dan zal het n tegen drie keer gebeuren
dat ge een paar vreemde wielt j i-s uit zoo'n
bekertje te voorschijn ziet komen, draaiende
wieltjes boven een zonderling lijfje; het is
een raderdiertje, dat geregeld huist in de
bekertjes van een soort levermos; dat
Roestmos, zooals het bij ons genoemd w«rd, is
volstrekt niet zeldzaam en het diertje dat
er in leeft dus evenmin.
Het spreekt van zelf dat het samenleven
van die twee by de biologen groote
belangitelling heeft gewekt, en dat getracht is na
te gaan, of het levermos ooi voordeel trekt
van zijn bewoner.
testament gehouden zy'u, een ander oud rij
paard op te koopen, dat dan in de rechten
van den overleden rosinant treedt, en op zijn
gemak tot aan het einde van zijn dagen een
ideaal oude-paarden-leven leiden kao. Zoo
blijven de renten van bet geld steeds ten
goede komen aan het levensgeluk van oude
knollen, die na vele jaren van hard werken
ten slotte met hun neus op een gansje val
len. De interest bedraagt ongeveer 12,000
gulden, en elk paard heeft dus een pensioen
van 1000 gulden per jaar. De beestjes kan
nen het goed hebben. ?
In een hoenderpark nabij Nizza bezit men
een wonderkip. Dit bennetje heef t het nieuwe
jaar ingewijd met een oogeloofelyk groot
kippenei, misschien wel het grootste, dat ooit
in een kippenhok werd aangetroffen. Het ei,
dat zuiver wit is, weegt 3% ons, is 20 cen
timeter lang en 16 centimeter in omtrek. ;
De hoenderhof moet in rep en roer zijn
geweest van de kakelende kippetjes, toen
dit wonder voor den dag kwam.
* * *
Fluweel,
dat door regendruppeli of waterspatten is
nat geworden moet niet worden droog ge
wreven. Men slaat het een paar maal voor
zichtig uit, op de wijze, zooals men 't een
stofdoek doet, en laat het dan rustig liggen.
Naar alle waarschijnlijkheid zal het water
dan verdampen en geen moet nalaten. Wrrjft
men het echter droog, dan plet men de haren
van het weefsel, die nu hun veerkracht ver
liezen en niet meer omhoog komen, zoodat
de vlek zichtbaar blijft.
* *
Rooken.
Zoo zijn ze er niet veel l.... Een niet
meer jonge man huwde met een mooi en
veel jonger meisje, zangeres, die niet tegen
rooken kon, en hoewel de echtgenoot een
hartstochtelijk liefhebber van dampen was,
wende hij zich deze liefhebberij geheel af.
Toen een zijner vrienden hem in gezelschap
een sigaar presenteerde, wees hu dien terug
met de woorden: Neen dank je, ik rook niet
meer; m'n lieve vrouw heeft voor mij al de
pretjes en uitspanningen van haar jonge
leven ter zode gezet.... ik vergoed het haar
met de opoffering van tnyn uitspanning".
ALLBGRA.
Ge kunt het dag'lijks met uw eigen oogen zien,
Dat tien X n net-zoo veel is als n X tien.
't Is mog'lyk zei een grenadier?maar
ondertusschen
Zou 'k liever n X *»'«« dan tien X n
vrouw kussen.
PEEEKE DEN BELG.
iimiimiiiimiiimiimii > nu iiiiiiniiiii iiiiuimiiiiimi
Met zekerheid was dit evenwel niet uit
te maken al is het waarschijnlijk wel het
geval. En stellig heeft het raderdiertje het
er best, want in die bekertjes geraakt heel
wat, dat als voedsel voor het kleine wezentje
kan dienen.
Het zal ook niemand verwonderen dat
studenten en verzamelaars van Ie ver mossen
dit merkwaardige plantje oog al eens vaak
meenemen en het, na de studie onder den
microscoop, gaan drogen, om het zoo noodig
later nog eens te bekijken.
Maar wat wel verwonderen zal, dat is het
feit dat, als maanden na het inleggen van
het mos, het fijne plantje weer eens wordt
bevochtigd om het zijn vroegeren vorm en
omvang eenigszins terug te (even en het op
het voorwerpsglas van het microscoop wordt
gebracht, dikwijls ook de opgedroogde
raderdiertjes weer zwellen en beginnen te
wielen met hun machientje.
Kerner, de schryver van Plantenleven,
vertelt dat zoo'n geval hem zelf eens over
kwam ; vijf jaar nadat hy het plantje had
gedroogd en in een kast opgeborgen. Zoo
lang zal het diertje het wel zelden uithou
den. Taai is het andera genoeg, zoodra het
door droogte of koude onaangenaam wordt
getroffen, trekt het zich samen tot een nauw
merkbaar bolletje en later komt het weer
tot zijn volle lengte en beweeglijkheid. Een
ondarzoeker Zicbarias heefc proeven met
deze Callidinatymbiotica genomen en hij heeft
ze in lev«n gehouden bij temperatuursverlaging
tot 20 graden C. onder nul en tot 70 graden
er boven.
Het plaatje hierbij, naar Kerner von
Marilaun, is door Francéafgekeurd sla foutief, maar
ten onrechtedunktmy. Francébeweerde name
lijk dat Kerner het raderdiertje nooit EOO had
kunnen zier, daar het in de lucht zyn
radertjes niet uitsteekt. Alsof Serner het
water er bühad moeten teekenen.
E. HEIMANS.
CORRESPONDENTIE.
D. L. Dat de pauw den tijger om diens
excrementen zou volgen, zooals de muMSchen
de haveretende paarden, heo ik meermalen
hooren beweren en betwijfelen ea ik heb
het ook al eens geschreven, maar dat
maakt de zaak immers nog geheimzin
niger. Wat kan er juist in de tügermest
zitten, dat juist de pauw, een hoenderachti
gen vogel, zoo aantrekt? Een
bepaaldeingewands-worm? Dat wordt nog wonderlyitert
Van de witte pauw als mutatie heb ik al
eerder verteld. H.