De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 5 februari pagina 3

5 februari 1911 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1754 DE A M S T E R D A M M E R W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D. doen handelen, van een eenïgszins red*lyte psychologie r ie t s overbluft, is wel diiidelgk, maar kan men eigenlek geen positieve eigecschap van zulk denken en voelen uosmen. Het is meer het geheel van deze geestesuitingec zelf, de grond waarop zij staan en leven, n.I. een zwakke txaltatie, die slechts het hooger geestelijke erkent en een flauw besef heeft, dat in dien sfeer de starre persoonsafschcidingen niet gelden. Maar ofVchoon zjj nn, ter wille van baar idealisme, laag meent te moeten neerzien op al het lichamelijke, als zondig en verdeifelijk voor het hoogere", *er-8toffe)y'kt zulk een verbeelding die vervloeiing der persoonlijkheden en de inwerking van geest op geest toch weer door haar roozge nevel", die dan het geestelijke opnieuw verzlnnelgkr, ala een bljjk dat het enkel ideëele toch geenszins voldoet. Maar het bedenke) jjkste voor zulke geesten, die niet zooieer overvloed hebben van gevoel, all wel gemia aan juist onderscheidend verttand, is wel dit. Zy veracht*n de eenvoudige gebondenheid der bnrgerlyk-maatEcbappeljjke inzettingen (die anders juist op hun maat zjju) in naam van zekere van buiten aangebrachte principes, Mkere hoog-levingen", die inderdaad be palend eallen zijn voor hen, die ze niet eerst aanleerden, maar ven binnen uit, als de eigen gemoedsgesteldheid, ontwikkelden. Voor zulke nitzonderingsnatnren geldt, dat zij moeten dow ... wat tii niet laten kunnen, zonder hun aard te vernietigen. Maar de duizenden navolger?, wier flauwe verwantrcbap mtt die eersten daarin bestaat, dat zjj hun k'o'ne ge voeler s en neigingen liever geen redelijk geweld aandoen en gaarne verheven noemen, wat anders heel leelijk heeten zou en die in ban gebrekkige zelfonderscheiding, zonder het te weten, telkens gevaarlijk dicht bij dat verfoeide gebied der zinlqkheid komen, d*ie navolgers achten zich thans ook ge rechtigd op die maatschappelijke verbint enisten neer te zien, op de kans af dat, terwijl zy de godheid vertneenen te dienen, de duivel hen in zjjn klauwen kiygt. Hetgeen dan ook wel eens meer vertoond ig. Dit alles moge nu 'in laatste instantie een tceken van onrust en weerzin zijn tegen den geest, gelijk hij in onze huidige wereld leeft, en daarom op zich zelf niet laag te achten. Men vreest echter, dat deze menechen, met hnn gemia aan zelfbesef, met hun eensjjdigen afkeer van het Btcffely'ke en ocbe merkt» veretoffelüking van het geestelijke, maar een zeer verkeerd spoor volgen om uit de ellende te geraken en eindigen zullen in een anarchie van gevoel, bij een geforceerdheid van levenshouding, die rog minder duldbaar kunnen blaken dan de nuchtere en vlakke burgerlijkheid van heden. Omdat zij, welbeschouwd, niet anders zyn dan... deze zelfde burgerlijkheid, maar zonder de gematigdheid en soliede verstandelijkheid, die er precies de eenige waarde van uit maken. FBANS COKNKN. De YierlaarliiMe, Geheel als te verwachten was door wien de inzichten van den heer Steenhcff omtrent onze wel wat be vriezende kun et niet on bet end zyn, is zijn beschouwing ven het nnt der Vieijaarljjkeche en haar kans op een wezen lijke wedergeboorte geworden tot een schulp vantwijfel, waar in noeilauwl j es tiert het zwakke beestje van zijn verlangen naar haar behoud. Hy is gat n wezenlijk tegenstander van haar ?fecbaftiDg; en al schijnt hij in de omgekeeide rol van B leam?uitgetogen om haar te zegenen, de logica der verschijn a alen heeft hem inderdaad gedwongen om baar. .. laat ik da vergelijking niet tot onjuistheid uit spinnen en geen te sterk woord ala verVloeken" gebruiken. Maar vraig hem of het ar aan bestede geld eenig waardevol nnt op levert of belooft op te leveren en hij blijkt geneigd neen" te zeggen, met een enkele uitzondering. Zoo waardevol een tegenstander, dia eigenIjjk medestander blijkt, wil men wel heele maal cp zü'n hand hebber. En zoo ga ik pogen hem het laatste argument uit de zijne te nemen. Tn het program van ieder wetgevend lichaam eener beschaafde maatschappij maakt de ondersteuning van de geestelijke strevin gen onder de natie, of de aanwa ikering bij het volk van den schoonheidszin, een beJaagry'k nummer uit. Hierdoor wordt den kunstenaars torens verleend recht van aan spraak op de hoede van overheidswege voor hunne materieele belangen. Nu is de Vier jaarlijksche de eenige gelegenheid om te exposeeren voor hen, die niet bij eenige vereenigirjg zy'n aangesloten, nemen we aan om het bezwaar der contributie, maar dit doet er niet toe. Een tentoonstelling ia voor hen een middel tot behaal van voor deel in dubbel opzicht: stoffelijk en geeste lijk. Ze vinden er gelegenheid tot de voor hun heilzame vergelijking van eigen werk met dat van anderen, en... ze hebben er kans tot verkoop. Met het opheffen der Vierjaarlijksche wordt hun die gelegenheid ontnomen." Ia de eerste plaats nn is het feit dat hij constateert omtrent de overheidsbemoeiing tot het aanwakkeren van denechoonhaidazin des volks helaas wel constituendnm", maar geenszins constituto". Op het program van niet n onzer politieke par l ij en komt het voor, en zoo is het allerminst cnderdeel van het program der gekozenen. Althans in ons land, en in onze stad. Het is een leemte, die ik betreur, en een tekort waaromtrent ik beb geijverd om het te doen verdwijnen. Niet gangen en al, als onze Begrooting over 191L bewast, s onder succes. Toch, met veel te gering. En omdat ik nu met den heer Steenhcff de wenschelykheid in meerdere werkelijkheid wil omgezet zien, ijver ik tegen het besteden van geld uit de Openbare Kas, zoogenaamd ten behoeve derkunstbevordering, op een wijze, die dat niet wezenlijk doet. Wil men dat Amsterdam, millioenen per jaar uitgevend, eindelijk eens n twintigste millioen zal gaan overhebben voor de kunst, dan is eerste en voorname eiech aan a'len, die onze stad dezen weg op willen zien gaan: dat men de overhaid niet bedrenae om geld uit te geven voor het batelooze. Men heeft die Vierjaarlijksche verdedigd om het belang der schilders bij het tentoon stellen. Maar er is Arti en er is Sint Lucas en er zijn Groepstentoonstellingen in ons Stedelijk Museum. En de Viejjaarlijkfche is allerminst een Salon, waar we de Vrij buit er ij in onze kunst zien bloeien Ze is bet cfficialisme zelf. De heer Steenhoff geeft het (03, doch «preekt nn voor hen, die buiten deze kunst genootschappen staan. Moet ik uit de warmte, waarmee die kunstgenoots ehappen zelf voor de Vierjaarlijksche opkomen, af leiden dai ook zij, in grcoteche zelfverloo chening van hun Genootecbappelijk karakter, allereerst opkomen voor deze zelfde buiten staanders? Hat schijnt me onaannemelijk. Ea trouwens, als men dit alleen beoogde, laten we dan eenmaal 's j aars, wat beter is dan eenmaal vierjaarlyksch, in ons Stedelijk Museum deieu'.tgeslotenen of zichuitsluitenden te gast nooden. Het kan interessant en nuttig wezen. Meer dan de Vierjaarljjksche. Im mers zonder haar pretenties : Een Salon der Buitenstaanders". Zonder gouden lijsten. En zonder medailles. Ei als we, wat ook ik heel noodzakelijk vind, buitenlandsche kunst hier willen vertoonen; op de Vierjaarlijksche, die geen cajhet heeft, lukt dat niet. Maar waarom zou het niet lukken op keuze-tentoonetellingen, in ons Stedelijk Museum te organiseeren, gelijk te Crtftld zelfs gebeurt? Men kan er zich tevens om verstaan met andere steden in ons Jaud, met kunstvereenigingeu of ge meentebesturen diJir. Ea mita die tentoonstel lingen worden hoog" gehouden, en vooral nie" eenzijdig" worden bijeengebracht, is ook hiervan te verwachten wat de Vierjaarlijk sche n:èi geeft: verhooging van den volkskunstzin. De Vieijaarly'ksche, in haar sloome gryzigheid en doekec-volbeid is voor mij het tegen deel van wat ik met O rerheidsfondsen graag bevorderd zie. Wat z\j beoogt, is teler te volbrengen langs anderen weg. Zoo is zij feitelijk een sta-inden-wefe" en het tcos'en of dreneen om taar te behouden a', naar ik vree?, juist tegen houden wat, ca te jagen is: steun, veel meer steun, an overheidswege, ter bevordering van dan kunstzin der burgerij. Inlussehen, ik twijfel er niet aan: men zal in 1912 de proef herbalen. Maar ala zij dan niet wordt: een wezerlyke openbaring van het beste, meest levende, schitterendate'van onze eigen Nederlandsche en vreemde kunst, dan wenfch ik den heeren die nu haar afschïilingals een heilizfcbernis bekryten, geen geluk met hun laatste over winning. A'dam, 3L Jan 1911. L, SIMONS. «utea, OLIVE SCHBEIKER'S boek Woman and labour dat in dit vooijaar zal verschijnen, heeft een belangwekkende geschiedenis gehad. Voor een aantal jaren vatte de schrijfster het plan op een werk te gchry'ven over de sociologische ontwikkeling van de vrouw in Zuid-Afrika. Dit werk was vol'ooid in 1899, toen Mrs. Sehre Eer te Johanneshurg woonde. Door ziekte was zij genoodzaakt Zuid-Afrika voor geruimen ty'd te verlaten, en tijdens de Boerenoorlog werd haar huie (loor de Engelfchen?) geplunderd, waarbij het manuscript ven haar boek verloren ging. Na den oorlog zette zij zich opnieuw aan het werk, waarvan het aangekondigde werk het resultaat is. EICHAED WAGKKE, MKIN LEBKN". De in alle kringen reeds levendig besproken levensherinneringen van Riehard Wagner zullen in het begin van April verschijnen. Die mémoires zijn, volgens mededeeling van een der weinige ingewijden, werkelijk zeer belangry'k; Wagner beschrijft zijn leven vol van gewichtige gebenrteniesen zeer levendig, en, wat zeer veel waard Is, hy schrijft gemak kelijk verstaanbaar, zonder philosophiecbe beschouwingen en dergely'ken. Hij beschrijft de gebeurtenissen nn eens met tumor, dan weer aangrijpend, echter nooit langdradig. Eene der belangrijkale hoofdstukken van het werk is dat waarin Wagrei's herinneringen aan de jaren 1861?1864 worden beschreven. Bijzonder vermeldersweard is bet feit dat Friedrick Metzsche de «nirectie van het werk op zich beeft genomen toen Wagner in Pazel die herinceiingen in enkele exem plaren op zy'ne kosten als manufcript drukken liet, om het handschrift voor eventueel ver lies te bewaren. Voor het recht tot uitgave van een ver taling in het engelsch van de'e levensherinreringen, ia door een Londensch uitgever O.Oi O gulden betaald. KN NAGELATEN ROMAN VAN WlI.HELM EAA11E. In de echiijftafet van Wilnelm Kaabe ia een geheel voltooide roman gevonden, welke binnenkort deer dr. W. Brandep, een vriend van den overledene, zal worden uitgegeven. Dr. Brandes is ook bezig aan een uitge breide biogiaphie van Raabe. BOENKO EN DE AJAKs. Zoowel de anthrcpolocg als z^, dia in 't algemeen belang stellen in alles wat onze bezittingen in OoetIndiëbetreft, sullen met belangatelling kennis nemen van het eerstdaags te verschijnen werk Sevenieen years amory the Sea-Dnjaks of Borneo door E. H. Gome?. De Echrijver heeft ge durende zijn langdurig verblijf onder de Di jaks hen nauwkeurig bestudeerd en in deze oorspronkelijke bewoners van Borneo vele goede kariktertiekken ontdekt. Y2n Eigen Haard: Loe", door Marie Spantheim, II, slot. Nederland voor honderd jaren, door Generaal Wüppermann, met af b., II. Onderaardseh Nederland, door J. A 1O11 Industrieele Maatschappij TBOfflPE!ÏBUR«, Amsterdam. besteld door H. M. de Koningin. 12, 16, 18 en 25 P.K. Indnstriecle Maatschappij TUOJIPENBURK, Amsterdam. iiiiiiiiimiiiiiiimiiMmiimmiimMiMii ...Den dooi!' vulde met holle stem de monnik aan. Een glaapja op de gezondheid van Paolo!'" risp de domino. Ken jullie Paolo?' vroeg Mancecca eens klaps. Wel zeker, grappige oude! Haal Paolo hier ! Ik wed dat hy' ons wel zal kennen, signor ! Dan kunnen we nog even afscheid van hem nemen vóór hy naar het regiment gaat." Paolo ia uitgegaan," zeide Prati opgeruimd, maar hij zal gauw genoeg terug komen.... Ik hoor hem al, geloof ik." Een hevige windstoot, vergezeld van een huilend gieren om het huis was echter alles wat men hoorde. ,,'c Is de wind," mompelde de monnik, terwyl de gastheer een tweede flesch ontkurkte. Maar Harlekijn scheen het al mooi te vinden. Schei uit met zuipen" riep hij zijn kameraden toe, n flasch is genoeg! Wat moet onze gastheer wel denken ? ' Doch deze had het glas reeds weer van de lippen: Jullie houden nog niet op! Per Dio! 'c I« maar ns carnaval, en jullie zy'n jolige knapen !... Die wijn van de kust schijnt mij ook nog te willen pakken.... Ba, ha!' Ah, demonio!" lachte de domino; als ik er aan denk dat wij zoo juist hi, hi ik moet lachen!" Plotseling legde de monnik met een hand beweging allen stilte op: Hu, ik hoor in het geloei van den wind het wetten van messen.... ik hoor gerochel in den wind ...." Ho, hol" viel Prati hem in de rede, ,,'aat ons niet schertsen op die manier; het geweer zou vanzelf van den muur komen l" Maar de monnik ging voort, somber: Die wijn doet het hem, hy is rood l Per Asmodé, rood als bloed!"' Harlekijn scheen het een beetje verregaand te vinden en hief een carnavalswijsje aan. P/ati zette de derde flesch op tafel. Signorl denk er om! 't Is geen tijd om dronken te worden, voor u Kent ge de Vescotelli'a? Pas op l Pas op!" grijnsde Harlekyn. Ik heb nooit met dat tuig gesproken," zei Prati verachtelijk. Maar als ze voorbij mijn deur komen om te stelen, zal ik ze neerschieten als wilde beesten." Onze gastheer ij in staat een half dozy'n Vescotelli's naar da andere wereld te zenden. ala hij daar achter zijn glas Taüano zit," riep de domino. Zoo waar als wij hier met zijn vijven zijn!" schreeuwde Prati met de vuist op tafel slaande. Met Jt'n zessen!" se'oreeuwien de anderen in koor. Da slapende makker telt ook mee!" Pardon, met z'n zessen. Ja, die telt ook mee,"gaf Prati toe, zijn vergissing bemerkende. ,, Maar ik weet no# zoo zeker niet of we mat z'n zessen zijn," zwetste de domino. Wat zijn je woorden duister," merkte Prati op. . ...4.1s onze zielen, sigaar della C )rba, als onze zialen!" dreunde de stem van den monnik, gevolgd door een uitbundig gelach der beide anderen. Intussen liep Mancec,;» zenuwachtig op en neer, tölkeni luisterend aan de deur. Prati kreeg haar in 't oog en zei: Kom, Mancecfis, drink eens mee op de gezondheid van Paolo!" Neen, signor," antwoordde ze. Hat kind ia nog steeds niet hier en het, is al acbt uur. Bai;en hoor ik niets meer dan het gaLuil van den wind.... ik wét zeker dat Paolo niet meer by zijn tante Cortona is". Deze woorden maakten Prati plotseling nucht-fr; hij meende dat Mancecca wel eens kon gaan kijken, ,,Ik durf niet, Sigaor ! De wind is te sterk en de dood waart lang} de wegen". Een stilte trad in die echter onderbroken werd door het gejank van den wind. Harlekijn amuseerde zich met het aansteken en weer uitblazen der lantaarns. Daar hoorde men een torenklok acbt uur slaan. Prati sprong op : lis ik niet wist dat de Vescotelli'a in de bargen waren, dan zou ik ongerust zü*i, vrienden.... Jullie hebt ze niet gezien ?'?' Ze waren itraks in de kroeg l" merkte de monnik op met een dommen lach, die het gebrul der anderen uitlokte. Is 't waar? Scherts niet!" riep Prati. Ik fcherts noor,", hernam de monnik met holle stem. Dan ga ik Paolo zoeken i' zei Prati heftig. Ge zult hem vergeefs zoeken, de nacht is donker !" lachte Hariekijn. ..Waaioru heb ik hem toch laten gaan? Waa itc maar doof gebleven voor zijn vragen. Maar ik word oud", k'aagde Prati tot Mancecc». Pa wini schean nog w'.lder te worden en rammelde met woest geweld tegen de vensters. Nog steeds de wind", zei de domino lachene'. Liat ons nog eens drinken!" Er gebeurt daar buiten iets ernstig, mijne vrienden'' zei Prati, ten prooi aan de hevigste onrust, terwijl da anderen lachten, scherts niet meer ! O God l'' J*, de tijd om te schertsen is voarbij !'' rolde de stem van den monnik. ,.S:gnor, er zijn bloedvlekken op uwe muren... bloed besmeurt den drempel van uw daur... en er is bloed op de plavuhen. ..." Bij de Heilige Madonna... makker! Ik ben een goede kere! l Maar hou op met zulke grappen. De zaak is mij te ernstig, ... Ik heb ta veei gelachen ... en te veel gedronken ! We moeten scheiden l Ga ergens anders pret maken. ... Ik ga Paolo zoeken !" Maar kijk dan toch!" ging de monnik bijna hefiig voort, terwijl hij dreigend zijn arm ophief. Bloed!,.. Er is bloed op uwe muren!" Toen kwam Harlekijn tuaschenbeide. Houd je bek, Antonio ! ... Basta I... Verontschuldig hem, Signor, uw wijn heeft hem voor goed van streek gebracht". 'o Is niet zoo erg'', zei Prati opgelucht, toen hij zag dat het gezelschap aanstalten maakte om te vertrekken. Goeden avond! Maak de deur open, Mancecca l" Gaarmd en zingende, onder een masaa buigingen zouden de gemaskerden heengaan, toen de domino bleef staan en met zware tong uitriep: En als we het nu toch eens verklapten ? ,.. Maar neen, de grap is te mooi!" Luister niet naar hem, signor!" zeide Doesburpr Lannooy, met af b. naar foto's van l R. H. Herwie. Jong leed, door S. W. Sa'le. Feuillleton.?Vlissingen op Europa's tcng. Henri Albers. Tentoon stel UB g van werken van jonge schilders te Am40 cents per regel. BOUWT te NUHSPEET. Inlichtingen bij het bouwburean Arti" aldaar. Eenige Fabrikanten V/.BengerSöhne Stuttgart Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr.166 K. F. DEÜSCHLE-BENGEE, Piano-, Orgel- en Muziekhandei Meyroos es Halsliovens ARNHEM. KONINGSPLEIN 9 Interc. Telefoonnummer 913. VLEUGELS en PIANO'S in Koop en in Huur REPAREEREN STEMMEN RUILEN sterdam. Da opening van het Kijksopvoedingszesticht te Amersfoort. Een harts tochtelijke visscher. Mr. G, W. Baron van' der Feltz f, alles met af b. COGNAC MARTELL Apten: ROOPMANS& BRÖIN1ER, r.nnnMTic IEDER STUK D AT KRIMPT UHKHIl l IL WORDT TERUGGENOMEri FABRIKANTEN VALTOH ZONEN AMSTERDAM AU BON MAEOB J. G. HERBERMA.N, Darniak. JACOBSON & MANU8, Kilverataat. H. MEYER, bc,fi., Koning plein. ADR. SCHAKEL, hofl.. Heiligenweg. SCHADE & ULOENKOT r'. Nipuwtniijk. NE1>. IK U IK: Hepren Kleeüing Mag. M. UE KOXISG, Batavia. Wirk*!-Mij EIGEN HULP", Batavia. W. SAVELKOUL, Soeraheja. Videre adre^pen verstri-kknn wij "name. 'Stokpaardjes lelJenmelK-Zeep 1 van BERGMANN &Ci, RADEBEUL-ORESDEN -f maakt uw huid zuiver en zacht met jeu;di; £" fmsche iDse.verbiindendschDone teint, <n : 'verdrijft zomenproeten, puisten enz * en alle verdere huidonremheden. j Verkrijgbar'a 50 tent per Stuk <i ' bijApotóers.drojislen.encoiffefo. , BORMES-LÉS-MIMOSAS. Fr- Riner». L:jn Marseille?Toulon?Hyeres?St. Riphaël. Pracht. p j u?i0t ligging. Alle kamers o/1 Z. met heerlijk uitzicht op Zm en eilanuidliu-noiei. den. Park van 110.000 M2. Pension fr*.8?15. P/oap gr. en fr. Intern. Verkeergbnr., Eiad mïsatr. 16, A'dam. Eig. G.B iGGENT3TOSZ,voorn.eig. Ritz-Hotel,Londen. (ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste Winter- en Voorjaar-verblijfplaats 1ste klas Hotel, prachtig gelegen, met groot Pdnorama. Kamar vanaf fr. 4 , Pension vanaf fr. 9.?E'g.: C. CAMKSZÜND. p -oap. gr enfr.Int.Verk.bur.Riadhuis8tr.l6,A'dam. Hotel Bristol. Koopt UITSI.IITKN» BOTEB O NI» E11 De STA A.T GAKANDEERT U een O^VKIlVALWt IIT proditci, Boterhandel Zul» L A H EK", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935, Harlekijn geruststellen i. Hij kletst wartaal." Met een iïinken duw schoof bij de waggelende kerels naar buiten, terwijl hij zei: indiamol Wat is hier die grap kostelijk gespeeld l Ha, ha, ha ! ' E 'en draaide hij zich nog om en wuifde met do hand: Addio, signor della Corba!" en plots zijn toon veranderende: Bocsoir, monsieur della Corba !'| Een wild gelach eu het geielschap trok heen. Jlet een zucht van ver'ichting wilde Prati weer de trap opklauteren, terwijl Maccecca zich naar de tafel begaf om het glaswerk op te ruimen, Da?.r viel haar blik op 'de witte (isdaante van den P:errot, die vergeten in da schaduw van de lamp zat. Sigaor, r.e hebben hun ka-neraad vergeten!' Na /,ag ook IVati ham zilten Hij ging naar de deur en riep raar buiten: Hallo! Ja hebt je vriend hier gelaten i" Miar hij hoorde mats ckn het gieren van den winti, toen opeens een snijdend gelach aiju 00' trof. 'A? lachen", mompelde hij bij zichzeif. Hoor je rnfc;... Ja hebt den slapenden Pieirot vergeten!. .. Neani den jongen mee!" Een nieuw g'^lüch, nu verder vs-rwijderd, waa het antwoord. Dat maak'e hem woast. Als je hem niot kamt halen, laat, ik hem in de goot smijten I" Hoonend klonk het terug: P<io!o!. .. Paolo!" Wat?" Ze roepen P-oio! Zou de jongen daar aan komen, Mancecca ?" Goddank, Paolo l" riep de huishoudster verheugd en wilde naar buiten. Wacht", zei Prati, we gooien eerst dezen vriend bultea da deur. Pak jij hem bij de voeten dan zal ik hem bij de schouders... God in den hemel, do man is gewond! Er zit bioed aan zijn kleeren! En hier ook al!" en ontzet wees hij naar een rooien plas op den vloer. Vreeselij k verschrikt boog Mancecca zich over de witte gestalte. Hij ademt niet meer! Zijn handen zijn ijskoud!" Beiden sloegen het teeken des kruisas. Buiten hoorde men door het demonische gehuil van den wind, die door de open deur de lamp woest deed flikkeren nog tergend schreeuwen : Paolo ! .... Paolo !" Hoor je? Za ros pen nog steeds Paolo l': mompelde Prati buiten zich zelf. Santa Madonna!" bad Mancecca, terwijl za op de knieën zonk. Maar wat ia dat dan toch voor iemand?" vroeg Prati, meer tot zich zelf dan tot zijn huishoudster. Tiodoro, zsiden ze.... de echrij ver !''stot terde Mancecca. Trek hem het masker af!" Seval Prati. Ik durf niet,.... ik ben bani>'" M»t esn ontzettend voorgevoel strekte Prati zijn hand uit, maar hij aaraelde. Toen kwam Maccêcca hem voor en rukte mst een wilde beweging het mombakkes weg, zoodat het lichaam met een d'ff en siag ter aarde rolde ,Paolo !...." Teg-ly k stieten beiden, als esn raiiiven kreet, dfn naam uit. Een moment was Manc:-cca als versteend. Toen viel ze, hartverscheurend gühnd, naast het lijk neer. Met een huiveringwekkenden lach op het gelaat, dat vreesslijk verwroageu wac, srreep Prati het lijk bij het hoofd en schudde de zwarte lokken die samenklei'fien van het bloed. Jij, j'j ? Paolo, uaijn jongen '. Neen, dat ben je toch niet! Ze heoben je dronken gemaakt.... en yerklee l, gegri meerd ! .... Word wakker ! 't 1^ imners m- ar gekneid ! Je houdt j9 maar dood ! . . .. niet waar ? ' Maar met een. gehuil als van een getroffen, wild dier sprong Bij overeind. N"een ! Dio maledetto ! Zi hebben heen m;j gedood!" Plotseling greep hij Mancecca bij de schouders: Maar wat zijn wij tojh voor ongelukkigen ! Die gemaskerden dat waren immers de Vescotelh'd!.. .. Ea we hebben zamen gedronken ! .... O, Vendetta!" Met een sprong rukte hij het geweer van den wand en ij!de naar de deur. Hy' lette niet op het meisje dat naar binnen stortte en met een wilden schreeuw zich op het ontzielde lichaam van haar ge liefde wierp. En uit de verte klonk het dreigend, duivel achtig : Paolo ! .... Paolo !"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl