De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 19 februari pagina 10

19 februari 1911 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE .AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1756 aandeelen & 100 pCt., welke reeds vóór de de uitgifte met een agio van 10 a 15 pCt. worden verhandeld. Holland^La Plata Sypothteklank, fSOD.OCO, 5 pCt. pandbrieven Serie K., & 101K pUt. Ditconto & ffectenbank, ?500,000, aandeelen a 110 pCt. Coniolidation Goal Cy-, $ 9 millioen 5 pCt. let* ref. oblig. a 97 pCt., in verband waar mede de hier reeds genoteerde obligaties der Maatschappij 105 pCt. worden afgelost en dientengevolge in den loop der week van van 98H tot 104 pCt stegen. Kansas City Souihein Spoorweg Mij., $ 5 millioen 5 pCr. ref. en impr. oblig. il 101 pUt., waarvoor veel belangstelling was. De Rassische Regeeriag is voornemen de 5 pCt. leening Moscon?Jaroslow 1868 en de 5 pCt. leening 1831 in den loop des j aar s af te lossen. Vandaar de koers-reactie in eerstgenoemde obligaties. 17 Februari. v. D. M. P. S. De Amerikaansche markt kenmerkte zich heden, in navolging van New York, door eene zeer flauwe tendenz; ook de locale markt verkeerde on Ier dien druk, waarvan vooral petroleum waarde leden. A. B. te A. Da Cedula'a der Argentijnache Hypotheekbank worden verhandeld met eene nominale waarde van den teso van j 1.10; de werkelijke waarde is ca. f 1.04, tegen welken koers de losbare stukken dan ook worden betaald. Daardoor lijdt men verlies bij aflossing, althans wanneer de cedula tegen hoogen koers wordt gekocht. * * * Handel en Industrie van Italiëin 1910. Italië, zoo rijk door de natuur gezegend, wordt door haar ook dikwijls zwaar bezocht, en de rampen, waardoor het in de laatste jaren werd getroffen, hebben voorzeker er toe bijgedragen, om het land minder snel dan de andere EuropeeB.che Staten te doen her stellen van de gevolgen der economische depressie van het najaar van 1907. Bovendien bad de nijverheid er met ver schillende omstandigheden te kampen, die het herwinnen van den normalen toestand in niet geringe mate bemoeielykten. Industriëele overspeculatie van voorafgegane j aren, toen vele ondernemingen met on voldoe c d kapitaal waren opgericht en dus in meerdere mate dan wenechelijk was op de kurk van het krediet moesten drijven, deed hare druk kende nawerking gevoelen toen de hoogconjüctnnr tot het verleden behoorde en de winsten tot een minimum teruggingen. En in zulke tijden werden de pogingen, om door een obligatie--eenirg de schuilen te consolideeren al weder belemmerd door het wantrouwen, waarmede iedere onder neming, die niet op gunstige re>ultaten kan wijzen, onwillekeurig wordt gadegeslagen. Intuaschen wettigen de resultaten van Italië's buitenlandsche handelsbeweging ge durende het afgeloopen jaar, evena's de geregelde toeneming der staatsinkomaten, de verwachting, dat een tijd van geleidelijke verbetering van den economischen toestand thans begint aan te breken. In- en uitvoer zijn op bevredigende wijze toegenomen en bereikten da cijfers van resp. 2865 en 1812 millioen lire, zijnde resp. 67 en 115 millioen mser dan het j*ar tevoren. "Uit de grootere hoeveelheden geïmporteerde grondstoffen, met name wol, huiden, steen kool, cellulose, lood, gietijzer, rubber, jute enz., mag men de gevolgtrekking maken, dat de afzet van de industriën, die deze grondstoffen verwerken, in het laatste jaar ia toegenomen. Maar de teruggang van sommige onderdeelen van den invoer is daarentegen een niet te ontkennen bewijs van verminderde bedrijvigheid in andere takken van nijverheid. Zoo Btaat een verminderd import van 28 millioen lire voor machines in nauw ver band met de inkrimping van de katoen Padvinderij. M. de B. Mijn vorig schrijven, hetwelk u hebt geplaatst in uwe Groene courant van 29 Jan. j.l. No. 1753, blz. 10 (reeds als jongste bediende in de zaak van mijn oom Pieter leerde ik nauwgezetheid) heeft, zooals u misschien ook gemerkt hebt, een succes gehad, dat ik mij vlei meer te zijn dan een succèt d'estime. Reeds den eersten Zondag, volgende op de verschijning van dat nummer, hebben n.l. alle heeren en dames, die ons een Zondagsche visite brachten, mij op opvallende wijze gecomplimenteerd over mijn ingezonden stuk. De receptie was dezen dag bijzonder geanimeerd. Ik kan zeggen, dat ik de tolk geweest ben van de heele Willemsparkbuurt, voorzoover natuurlijk de gegoede stand betreft. Toen mijn zes geplet-ijzeren kellnertjes met hun sigaren kistjes en hun aschbakjes door de meiden werden binnen gebracht en bij de rookers neergezet, werd er na een korte veelzeggende stilt* uiting gegeven aan een algemeene ver ontwaardiging, dat zulke typische mees terstukken van de Duitsche industrie in ons eigen stedelijk museum vrijelijk waren bespot. Uit de goede plaatsing, die u mijn brief hebt gegeven, zag ik met genoegen dat u mijne meening hebt op prijs ge steld en mijn stijl voldoende hebt gegevonden. Al schrijvende in journaal en grootboek, en gedurende meer dan dertig jaren reflecteerende op groote en kleine orders, is mij de pen dan ook niet vreemd. Zoo u het woord van een man van ondervinding, en van een beslist succes in zaken, dus gaarne hoort, geef ik u machtiging aan mijne tot u gerichte brieven de volledige publiciteit te geven, die u goeddunkt. Een kleine quaestie van persoonlijke ijdelheid (ieder heeft zoo de zijne) wilt u hierbij wel in het oog houden: ik sta er op, dat u onder mijn naamteekening het bedrijf, waardoor ik groot ben geworden, steeds doet ver melden. In celluloïd-poederdoozen" is voldoende. industrie, terwijl de katoen-invoer 16M miltioen lire minder heeft bedragen. ' Dit geldt eveneens voor de zijde-fabricage, daar ruim 20 millioen cocons minder werden ingevoerd dan het jaar te voren en het cijfer van den uitvoer voor dezen tak »an nijver heid, waarbij de volkswelvaart in Italiëin zoo groote mate is betrokken, met ruim 45 millioen lire ia gedaald. Maar het meest werd toch, evenals in vele anderelanden, de katoen-industrie getroffen. Hoewel gedurende een groot deel des j aar s de arbeidstijd werd verkort en niettegenstaande de uitvoer belangryk was toegenomen, is't meer dan waar schijnlijk, dat da meeste ondernemingen in de je branche niet onaanzienlijke verliezen hebben geleden, voornamelijk wegens den hoogen prijs van de grondstof, waar, tegenover voor de gefabriceerde goederen geen voldoende verkoopprijzen waren te bedingen. De zijde-industrie werd door de betere reeultaten van de laatste maanden des jaars ten deele althans schadeloos gesteld voor den tragen gang van zaken gedurende het eerste semester van 1910. De betere afzet en prijzen der Italiaansche zijden weefsels waren een ge volg van de vermindering van den oogst in Japan, die blijkbaar kleiner is, dan men had verwacht. Op de grootere vraag van Amerika, gingen de prijzen der Japansche zij de-pro ducten opwaarts en dit wei k te gunstig terug op de soortgelijk» voortbrengselen der Ita liaansche nijverheid. De grootere bedrij TIgbeid in deze industrie, zoowel in Europa als in Amerika, en vooral de in de Vereenigde Staten toegenomen kooplust voor deza artikelen, zoomede de sterke vermindering van de zichtbare wereldvoonaden brachten in de positie van de zijde-industrie in Italiëeen gewenschte ver betering, die vermoede:ijk verdere vorderingen zal maken door de oprichting van een bond of vereeniging, die zich o. a. ten doel stelt de zijde-rupsen-teelt in het Zuiden des lands uit te breiden en daardoor het productievermogen van de zijde-spinnerijen in Ita ie te vergrooten. .In de metaal-industrie ontbrak het niet aan bedrijvigheid en toen voor de kwestie der Italiaansehe seheepvaart-conventie een oplossing was gevonden, hadden de scheeps werven en aanverwante fabrieken volop werk en bestellingen, daar verschillende stoomvaartmaatschappijen er toe overgingen, het aantal van hare handelsvaartuigen uit te breiden, terwijl ook de oorlogemaïine door uitbreiding van de vloot tot meerdere levendigheid op dit gebied ruimschoots het bare bijdroeg. Voor de fairieken van spoorwe^materieel was 'c een bij uitstek goed jaar, daar voor de Italiaansche staatsspoorwegen voortdurend nieuwe passagiers- en goederenwagons, loco motieven, tenders, enz. benoodigd waren. Daarentegen ondervonden de fabrieken ^an andere staal- en ijzerproducten de gevolgen van een uiterst scherpe en ongeregelde con currentie, zoodat bij de zeer geringe ver diensten de resultaten voor deze inrichtingen meerendeels onbevredigend waran. Voor 1911 zijn de vooruitzichten van de fabrieken voor spoorwegmaterieel opnieuw zeer bemoedigend, daar de regeering een wetsontwerp heefD aangeboden, om 40 millioen lire voor aanschaffing van wagens enz. en 15 millioen lire voor rails te bestemmen, terwijl voorts in Calabriëeen net van onge veer 1200 KM. smalspoor zal worden aangelegd. Da ijzer- en staalfabrikanten hebben inmiddels begrepen, dat door samenwerking meer te veikrijgen is dan door onderlinge bestrijding en zijn 't eens geworden omtrent de vorming van een kartel, waarbij voor allen geldende productie-verdeeling en prijsbepa ling worden vastgesteld, zoodat de scherpe concurrentie-strijd zal ophouden. De chemische industrie, die in de laatste jaren langzaam, maar geregeld vooruitging, ondervond in 1910 een groote teleurstelling. De N. V. Unione Cjncimi Chimici" n.1., die 6 jaren geleden was opgericht met het doel de verschillende fabrieken vaa kunst mest in n onderneming te vereenigen, moest in November 11. op haar kapitaal 15 Op den Zondagmiddag, waarvan ik sprak, hebben wij het niet alleen gehad over het S uasso-schandaal, en over de instemming, die mijn brief gewekt had in heel onze wijk, maar ook over de padvinderij. Ik ben, als de meeste van mijn kennissen in den aanvang een beetje huiverig geweest maar nu wel een voorstander ervan. Mijn tweede zoon, Karel (wij noemen hem Kassie), is op een Mulo, en die k wan er het eerst, erg geagiteerd, mee thuis, met groote moddervlekken op zijn broek en zonder bril, want de jongen brilt. Ik was toen, net als mijn vrouw, in 't ge heel niet gesticht over die padvinderij. Ik zeg: ga jij je bril maar vinden inplaats van het pad, en schuier je broek. Maar ik ben, sadert ik gelezen heb hoe deze nieuwe vinderij of vinding, hoe u 't noemen wilt, opgang maakt in de beste families vaa de stad, er anders over gaan denken. Ik heb gedacht aan mijn vaderlijke verantwoordelijkheid. Met het zoeken van goede relaties kan men niet te vroeg beginnen! IQ de on gedwongenheid van de tochtjss over greppel en heg wordt de grondslag ge legd voor latere degelijke connecties. Op zulke grondslagen berusten reuzenfirma's. In mijn tijd liepen wij niet in khakipakjes, met lange stokken als voor rolgordijnen, door de stad, maar gingen wij, met precies hetzelfde toekomstige maatschappelijke effect, bij een onder officier in de omgeving van de Prins Hendrikkade schermles halen. Ik was er met een zoon van een toen ter tijd groot man aan de Beurs. Hij is nu achteruit. Hij was te senti menteel. Maar vóór ik aanleiding vond niet te druk meer met hem te converseeren, heeft mijn handel in poederdoozen (toenmaals houten, nu van celluloid) een grooten bloei te danken gehad aan de Amerikaansche relaties van dien vriend uit den schermtijd! Zóó werd het door zicht van mijn vader beloond. Ik herinner mij die schermlessen, nog zoo goed! Wij waren jongens van zestien, zeventien ja^r: blagen" zei mijn oudere zuster. Maar wij hadden n verlangen : prevost millioen lire afschrijven. De suikerfabrieken hadden daarentegen een mooi jaar, dank zjj de hooge beschermende rechten, waardoor zij den prijs van haar product op nieuw konden opzetten. Met den aanleg van inrichtingen voor electrische waterkracht en den bouw van electrieche centralen, werd in het afgeloopen jaar geregeld voortgegaan. M»ar in de electrische industrie heerscht eveneens een zoo scherpe concurrentie, dat de winst tot een minimum wordt teruggebracht. De landbouw doorleefde een ongunstig jaar: de tarwe-oogst bedroeg 41 millioen, d. i. 10 miliieu m. c. minder dan het jaar tevoren, de wijnproductie bedroeg 31 millioen H.L. of ongeveer de helft van die van 1909. Voor de krediet-itstellingen van Itali wierp 1910 zeer bevredigende resultaten af, minder door emissie-bedrijvigheid, die zeer weinig had te beteekenen, dan wél door den gewonen gang van zaken, vooral in de tweede helft des jaars in verband met den h o ageren rentevoet. En daar züvoor groote verliezen gespaard bieren, kunnen over 1910 in de meeste gevallen dividecden worden uitge keerd, die niet kleiner zijn dan die van het daaraan voorafgegane jaar. 17/2 -'11. v. j,, g. HETSJLS De PaasctaBzel, door B. Wat een nacht was dat weer geweest! Half tien was ze naar bad gegaan en om 't kwartier had ze de dorpsklok gehoord, die in de avondstilte met den sterken oosten wind zijn geluid tot in de stee van Phons de Guchteneire deed doorklinken. Knzahad zoo gehoopt^ dat ze nu na den vermoeienden dag, want er was heel wat afgewerkt tot tevredenheid van den baas, die een extra pintje bier er op geschonken had, eens in zou slapen, zonder dat die angst voor dien vreemden kerel, die op den diiivel leek, haar wakker zou houden. Vroeger, toen ze nog thuis bij moeder achter de kerk woonde en samen sliep met Philomene, die nu al getrouwd was en binnen kort baar eerste verwachtte, vroeger had ze ook al eens een tijd achtereen zoo'n moeite gehad om in slaap te komen. Als ze dan pas in bed lagen, zagen ze iemand om den hoek van de deur komen, die handen vol erwten in 'c oei gooide. O, wat een angst was dat Keweest, eu wat had den ze elkaar benauwd vai-t gegrepen en gebeden, hardop, samen. Ivi dan was die man weer weg en ze voeden geen enkele erwt; maar ze hadden 't toch beidan gezien. En een week daarop was 't weer zoo. En gillend Lad Eiodie zich achter haar oudere zuster verstopt, omdat de man nu nader kwam en 'c gordijn voor de bedstee heelemaal opentrok en s'eeda maar erwten gooide door heel de kamer! Eiodie gild; om moeder, en moeder kwam, en stat het iamr je aan, maar vond ceen erwt en 'G beddegoidijn was nog dicht. Toen had Kozijn Aloui', die klerk was op de studie van notaris van Gijsel in Sxay, die zelfs student was geweest, twee jaar op 't college van de broeders te Sint Nicolaas, den raad gegeven 'd avonds de kousen kruiselings voor 't bed te leggen op den «rond en ook de schoenen gekruist voor de deur te plaatsen. En dat hadden ze sinds gedaan en geen vreemde had meer erwten uaar de meisjes gegooid ! Maar nu: zoo'n kerel, die op een duivel leek, zoo'n sloeber, die binnen kwam en zijn handen, die op koepooten leken, op haar borst zette, dat was niet te harden. Geen oog deed ze dicht en alle gebeden, die ze kende, had ze al uit den treure her haald en de slaap wilde maar niet komen. Dan meende ze den stap van den euvele weer op geweer", meester op sabel en degen"! Wij zijn het natuurlijk geworden ook. EQ dat zonder veel van schermen te kennen. Ik zie nog het examen: Twee of drie kornuiten van onzen wat armoedigen maar netten onderofficier waren tegenwoordig. Da kosten waren zeer gering, het succes verzekerd, maar wij moesten zorgen, behalve voor ons cursus geld, voor twee flesschen wijn. Toen het examen afgeloopen was,sprak de onderoffi cier ons toe: gij zijt meester, en als...." Ik geloof, dat God,Vaderland en Koningin ons toen voor oogen stonden. Dat hoort er zoo bij. Kassie droomt daar nu op zijn beurt van. Hij verveelt mijn vrouw en zijm wat eigendunkelijken broer Frits met het telkens opzeggen(I) van den eed der Pad vinders"!!): l*. Ik zal ernstig trachten mijn plicht te doen tegenover God, Koningin en Vaderland. 2°. Ik zil mijn best doen iedereen te helpen waar ik kan. oj. Ik zal de Padvinderswet ge hoorzamen". Waar je als jongen niet allemaal voor warm loopt! Een Pad vinders wet", naastenhulp ook buiten Zondag's morgens in de kerk, en ooi, Koningin en Vader land! En dan uniform-pakjes en insignes, en wachtwoorden en ridderlijke daden" allemaal, M. de R., Koninginnedagdruktes, die ik goedkeur bij nationale" gelegenheden in de hoofdartikelen van onze lijf-courant, maar pure nonsens als j3 dertig jaar met stijgend succes de beurs bezoekt. Nu vind ik zoo'n branie daarom toch wel aardig in een jongen. De jeugd moet de ridderlijkheid maar goed uitrazen vóór ze op kantoor komt. Stel u voor, dat mijn procuratiehouder die drie eeden ging doen! Kassie heeft daarom een nieuwen bril van mij gekregen en mijn vrouw heeft bij Meuwsen een uitrusting voor hem gekocht. Een langen Zondag is hij toen onzichtbaar geweest. Gekampeerd" had hij, vuurtje gestookt, seinen gegeven een konijn gevild (dit schijnt reglementair te moeten geschieden) en natuurlijk zijn voet verstuikt. Maar 's avonds in bed te hooren, dan zag ze hem zelfs, voorzichtig de gekruiste schoenen en kousen, want die legde ze nog altijd zoo, ontwijkend, nader komen. En gillen deed ze niet want naast haar, door een dun schot slechts gescheiden, sliep Francies, de paardeknecht, die altijd achter haar aan zat, dien ze met zooveel moeite op een afstand hield. # * * Wat een nacht l Twee uur had ze'D hooren slaan, en toen niet meer, toen waa de lang verwachte rust gekomen. Maar dadelijk bij 't opstaan schoot haar alles weer te binner. Wat of het toch wezen mocht! Wat bad ze misdreven, dat ze zoo op de protf werd ge steld ? Als ze maar even kans zag, zoo rijpt zich haar plan, naoeet ze naar 'c dorp: 't zou wel gaan; als de baas na 't noenmaal zijn dutje deed, als de anderen nog wat omzeurden voor weer te beginnen, moest ze er even uit naar haar meter, Eiodie van den koster, die zou raid weten en anders de koster zelf, die zou haar zeker kunnen helpen. En wel lukte het haar onder hard werken de gedachte aan dien akeligen nacht te ver bannen, maar onder 't eten kwam de schrik weer in al hare zwaarte opzetten en, na een oogenblikja van slechts van 'c een en ander wat proeven, stond ze op, voorgevende iets vergeten te hebben en lende dcor de gang over de deel naar buiten, langs het doornenhegje, recht op 'c dorp af. Nooit had de weg zoo lang geleken en eindelijk stond ze hijgend en snikkend voor haar meter, die niets van 't onsamenhangende verhaal be greep, en maar dadelijk haar baai haalde, want die moet er toch bijwezen, zooveel snapte ze er wel var. Kalm en waardig kwam Onkel Joseph aanstapper, noodde Eiodie om te zitten, gaf haar een tasje koffie en liet haar toen vertellen. En nu, meer zich zelve, ver telde ze aliles, van vroeger van de erwten en nu van dien sloeber met duvehpooten. En gelukkig, onkel wist raad: dat was niet de eerste keer, dat ze hem voor zoo iets om raad kwamen vragen. Daar was Judith van Gus de Schepper, die had 't zelfde gehad, en bij Clemence van Jules d'Hooghe aan de Vaart kwamen wel twee zulke kerels binnen: maar 'n onkel wist raai: lodjje moest maar een Paaschnagel meenemen en die in tweeën doen en dan aan een touwtje op de borst dragen. Dan had de euvele geen mBcht'over haar, dan zou ze weer rustig slapen. Ei samen gingen ze de kerk in en uit een doos in de sacristie haalde hy een kort gebrande kaars, die met Paschen op 't altaar had gebrand, sneed die midden door en bond ze aan een koordje. Geheel tot kalmte gekomen, na een stroom van danibstnigingen ging Eiodie weer naar hu's. werkte dien dag verder, sing naar bed en sliep den slaap der onschuldigen, door haar Paaschnagel tegen den euvele beschermd. Sctaspt, HET EERSTE DUEL VAN JoiIN LOCKI.IEB. Bij OBS te lande wordt de zoo hco£ staande echermsport zeer weinig beoefend. Icdien men in eigen kring nagaat wie zijner kennissen schermt, d;m komen de meesten tot de conclusie, dat tiemand zijner kennissen daaraan doet. Terwijl ieder de namen onzer beroemde voetballers kent; wie kent bijv. Thomeeniet ? ja enkel denamen van Doorman of van Biijenburg. Dit is zeer jammer, schermen is een gezonde, het lichaam en den geest veredelende sport. En als sport wordt bij ons het schermen beoefend, niet als middel om z'ch te ver dedigen in duels. Het duel heeft bij ons nooit ingang gevondtn, en wordt tegen woordig behalve door enkele Tweede Kamer leden bepaald belachelijk gevonden. Ook de Hollander die in het buitenland komt, kan het zonder duels en dus zonder schermen wel steller. De Hollandsche jongen, die in Duitschlaad gaat stadeeren, moet wellicht eens duelleeren, doch het duel is daar een mutueele zelf was de jongen overstuur. Onze Kassie is geen sterk ventje, wij hebben met hem gedokterd, en wij leven in een zenuwachtigen tijd! Terwijl hij vroeger altijd over Indianen las, wel eens stilletjes tot diep in den nacht, moet hij nu in eens als zoo'n held van Aimard zich gedragen, onze goede jongen, die bang is, als een hondje blafr. Een fiinkejongen, met knuisten, waarover geen hand schoenen passen, rechtruggig", dat stelt hem de Padvinder" nu tot ideaal U En geen dag is goed, zegt zijn veldeornet", als hij niet minstens een oude vrouw of kind orer een drukke straat heeft geloodst, in een tram zijn plaats heeft afgestaan aan een vrouw of aan een oudere, een hond of paard gedrenkt, een sinaasappel- of bananenschil van het trottoir, waardoor iemand zou kunnen uitglijden, heeft verwijderd, en dat alles zonder belooning of hoop daarop." Gisteravond vond mijn lieve vrouw den jongen schreiende in zijn bed. Bella heeft oen week hart. Daarop heb ik haar trouwens getrouwd. Maar haar meelij verweekelijkt den jongen heelemaal. Hij biechtte toen op. Xergens was een sinaasappelschil te vinden geweest!!! In de trams was gedurig volop ruimte! Paarden of honden, die naar drinken schenen te talen, had de jongen niet ge zien, hoe hij ook zocht. Ik was bezig mijn jaarrekening in te schrijven, toen mijn vrouw, in de huiskamer terug gekeerd, mij met rnoedertrots kwam ver tellen van haar edelen jongen, maar ik liet mijn werk staan om eens hartelijk uit te proesten. De jeugd is toch altijd eren mal. Zij onderscheidt nog niet wat waarde heeft, van al hetgeen, M. de II., ons geen schrede verder brengt en geen cent in den zak. Als ik op weg ben naar mijn kantoor, waar vijftien bedienden mij wachten met honderden orders van celluloïd-poederdoozen, dan zou ik er aan denken in de Lsidsche straat een puts water aan te dragen voor hetpmrdvan een rijtuig waar God weet de een of andere mislukkeling van een concurrent in zit ?! (Jf me over een gladakker, een straathond gaan ontfermen !! verminking geworden, waarbühet eerroller ia verminkt te worden dan er ongedeerd af te komen. Anders wordt het echter als de Hollander in OostenriJk-HoEgarije komt. In Weenen zegt men gaarne, dat ten Oosten van Weenen Aziëaanvangt, dccb. in dit opzicht is Oostenrijk bijca even Aziatisch als Hongarije. Ieder herinnert zich nog het gebeurde te Davos waar ome landgenoot Jan Mulder lafhartig vermoord werd door een Hongaarsch cffieier, luitenant Bartunefc, omdat Mulder na een twist een duel weigerde. Bartunek daagde ten minste nog uit alvo rens aan te vallen, dosh dat doen de Oostenrijksch Hongaareche officieren niet eens altyd. IQ Praag gaf een kolonel der huxaren een burger een sabelhouw over zijn geacht wegens een uitdrukking e hem niet beviel en in Budupest sloeg een officier een burger met een sabelhouw zijn arm ongeveer af om dezelfde reden. John Lockyer vertelde zeer vermakelijk hoe hij de Oostenrijksche officieren bsleedigde en nu uitgedaagd werd tot een duel op de sabel. Daar hij nog nooit een sabel gevoerd bad, kreeg hij vier weken ter oefe ning waarvan twee verstreken waren toen hij zijn geval in de Daily News vertélde. Na die twee weken osfening had hij er nogal moed op, hij, de goede Engelsche sportsman, cricket, tennesspeler, bokser enz. Zijn Engelsche lezers wil bij echter, niet de verklaring onthouden, dat hij niet gek of romantisch is, terwijl hij zich toch zoo dwaas aarstelt om te gaan dnelleeren. Hij zegt te Bradford, Habfax of Lesds zou ik mij belachelijk maken door in 1911 te willen du»lleeren. Ongelukkigerwijze leeft onze vriend niet in een dier geciviliseerde plaatsen, maar in the land of officialism and of the S word". Toch zegt hij, zou een verstandig Engelschman weigeren te vechter, doch iemand die in Oostenrijk- rlongarije een duel weigert, is fertig". Al j 9 kennissen negeeren je, verklaren je dood, ieder huis is voor ja gesloten, ji zelfs your lady friends would turn their back on you". Van zaken doen geen kwestie mter. Your business would go to the dogs; cold glances and hanghty iosolence would meat you at every turn" Men is dus yerplicht Oostenrijk te ontvluch ten en gaat dit niet zooals in het geval van Lockyer dan moet men vechten. Als verzachtende omstandigheid voor luite nant Bortnnek, zoowel als voor de andere hakkende en schietende oilicieren, kan genosml worden dat zij als zij zich in zulk een geval volgeBS Engelsche en onze begrippen fatsoerlijk gedragen, ontslagen worden en zelf als fertig" beschouwd worden. Na zulk een moord hsizij in of buiten duel wordt do betreffende officier veroordeeld tot enkele maanden vesting t t\ï, krijgt grat.e van den Keizer en maakt spoedig promctip. Toch komen er gevallen voor dat f (Tuieren nog niet brutaal genoeg optreden. De wor den dan onmiddellijk uit het leger verwijderd. No; a few of the waiters and cibdrirers of London an l New York have at one time been prcud waerers of the K und K Austrian uniform, zegt Lockyer. Buiten het leger sjhijnen die heeren dus tot niet veel in staat te zijn. Lockfyer zegjt dat een goeden ffloop van zijn due! zijn reputatie en die derEogehche in het algemeen 100 pCt. zal doen stijgen en eindigt daarom met te zeggen: 83 wish me luck." Dat wenschen wij hem en een goeden sfloop van zijn duel zal ieder, die met het barbaarsche Oostenrijk niets te maken heeft, verblij Ier). Doch laat Je Hollander die zich daar ves tigen moet het niet op de laatste veertien dagen laten aankomen, doch zich vooraf zoo oefenen dat hij zu'k een geweldenaar niet behoeft te vreezen. Laat hij dan echter niet als de man ia het aardige verhaaltje zich oefenen op assegaaien, want dat zou daar met een weigering gelijk staan. Hij zorge slechts meester op de sabei te zijn en men kan in Badapest gerust leven. P. J. DE BRUINE PLOOS VAN AMSTEL. De jeugd leeft van groote woorden! Niet allén de jeugd, dat zeg ik er dade lijk bij, M. de R ! Hoeveel dominees en krantenmenschen zijn van hetzelfde Lotja getikt ? Op welk dagblad bent u geabon neerd? Woorden daar en hier! God, Koningin en Vaderland." Woorden zijn 't. zoolang je-geen belangrijke staatsbetrekking hebt! De handdrukken (ik haal een officiëelen tekst aan.'j der jeugdige Neierlandsche Padvinders onderling kunnen, moeten, zullen even hartelijk zijn tusschen vereelte handen aan werken gewend, en de verzorgde vingertoppen." Woorden immers! Alsof de werkmans zoon een pakje bij Meuwsen ging be stellen. De jongen gaat, en dat is goed, naar 't fabriek! Bovendien welk een slecht opvoedkundig beginsel. Ik wensch niet dat Kassie zich met jongens afgeeft beneden zijn stand. Daar komt hij niets verder mee. Waar verleden Zondag ook over ge sproken is: de meisjes-gezellen... In Den Haag moeten al zestig meisjes aan de Pad vinding doen. Dit hadden wij in onzen tijd moeten hebben: met de arm en de Morse-seinen erbij, mij dunkt ik zou de meisjes en zij het pad wel ge vonden hebben! Wat hebben wij scher mers veel gemist! Intusschen frons ik het voorhoofd bij de gedachte hoe zwaar mij mijn vaderlijke verantwoordelijkheid met het oog op onzen Kassie komt te drukken! Ik las, dat men vooral predi kanten zoekt als leiders bij het slootje springen en padvinden. Ik hoop van harte dat dit zoo zal wezen, want een ervaren toezicht is nuttig. Mevrouw Steen van de Heerengracht gaf mij te kennen, dat het de bestem ming van de meisjes en jongens is, dat ze elkaar vinden. Maar mevrouw Steen heeft drie dochters. En ik geloof dat zij ?vues voor ze heeft op Frits en Kassie. Ik heb echter het fortuin der Familie Steen nooit hoog aangeslagen. D. A. P. GKUTIIOOFD D.A.Pzs. J«. in celluloïd-poederdoozen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl