Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDA.MMER VEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1757
En blijkt dat na de volledige stemopneming
geen Toldoend aantal leden de volstrekte
meerderheid hebben behaald of bedanken
van de gekozenen een of meer, dan kan
een tweede stemming warden gehouden.
Büeen stemming, door mij bijgewoond,
deed zich een kwestie voor, welke hier e ven
dient te worden besproken.
Er werd gezegd: wanneer
ikdriecandidaten wil stemmen b.v. A, B en C, dan
verminder ik de kansen van dezen, door een
ranglijst van 5 personen b.v. A, B, C, D
en E op mijn biljet te schrijven.
"Wanneer na de derdo telling C en D b.v.
respectievelijk 48 en 49 stemmen hebben,
kan ik door D als No. 4 te stemmen diens
verkiezing bevorderen ten koste van C, in
mijn oogen een meer gewilden candidaat"
Deze opmerking is zeer zeker juist. Merk
waardig is het echter, dat men steeds der
gelijke gebreken opmerkt bij het nieuwe
en deze by het oude vergeet.
Het is immers duidelijk, dat bij elke
stemming voor drie candidaten een bepaald
persoon het meest wordt gesteund door hem
alleen te stemmen. Bij mijn stelsel heeft
men in elk geval nog een ranglijst, waar
door men den eenen candidaat boven den
anderen kan bevoordeelen. Bij gewone meer
voudige verkiezingen, ook b v. bij de stem
mingen voor gemeenteraden en Provinciale
Staten mist men daartoe de gelegenheid.
Stemt men dan b.v. A, B en C dan steunt
men alle drie candidaten evenveel en is dus
dn invloed op de verkiezing geringer dan
bij mijn stelsel het geval is.
^ Er is wel eens voorgesteld, bij meervou
dige verkiezingen alleen die stembiljetten
als geldig te boschouwen, waarop op even
veel candidaten een stem wordt uitgebracht
al a waartoe de kiezer recht heeft. En ik
geef ook in ove'weging bij de toepassing
van mijn stelsel van de kiezers te verlangen
zooveel namen in volgorde van voorkeur
te ulaatsen ah overeengekomen is.
Beslist noodig is het echter niet. Een
kiezer, die minder namen op zijn biljet
plaatst dan waartoe hij recht heeft, heeft
weliswaar een kleine kans, zijnen in den
eersten plaats gewilde candidaat te bevoor
deelen, maar geef t anderzijds ook zijn invloed
op; de keuze der overigen prijs. Wenschelijk
acht ik deze bepalingen echter wel, ook
omdat züdaardoor het aantal keeren, dat
de biljetten geteld moeten worden, kan
verminderen en men meer zekerheid heeft,
de volstrekte meerderheid voor het noodige
aantal candidaten te bereiken.
Naar mijne meening kan het door mij
uiteengezette stelsel met vrucht in vele ge
vallen worden toegepast, zoowel in het klein
als in bet groot.
In vereenigingen kan het dienen, zelfs
voor de verkiezing van n bestuurslid.
Het gebeurt soms, dat bij een eerste stem
ming een candidaat de volstrekte meerder
heid behaalt zoodat een herstemming noodig
is, wat vooral in een beperkten kring, waar
men elkaar precies kent, onaangenaam kan
zij». Sjms bedankt in zoo'n geval die
eandidaat ervoor, zich aan een herstemming
te onierwerpen. Had men echter besloten,
een "ranglijst van 2 of 3 namen op te
schrijven, dan had de candidaat wellicht
direct als No. l en No. 2 samen een flinke
meerderheid gehad en stond deze dus voor
een fait accompli
Ook geeft dit stelsel den kiezers een
goede gelegenheid, bij het kiezen van een
geheel bestuur ineens behalve op de per
sonen ook te letten op d i groepeering en
er aan mede te werken, dat b.v. een voor
zitter en een secretaris samen worden ge
kozen.
Wanneer dit stelsel wordt toegepast voor
de verkiezing van hooflbestuurleden van
vereenigiogec, kan iedere afdeeling de
Btemraencijfers, als No. l, No. 2 enz behaald,
opzenden naar het centraal bureau, dat deze
dan optelt en daarna de ranglijsten kan
opmaken. Daarmee zal men ook in den
regel herstemmingen met de daaraan
verden moeite en onkosten voorkomen. Voor
grootere vereenigingan heeft dit stelsel bij
zondere waarde.
Ik hoop, dat vele lezers door dit artikel
zullen worden opgewekt, met de toepassing
mijnor denkbeelden een proef te nemen,
terwijl ondergeteekende zich tevens aanbe
volen houdt voor mededeeling van de resul
taten der proefneming en de opmerkingen,
waartoe deze eventueel aanleiding mocht
geven.
Apeldoorn, Kanaal 6. I. YIS-CHEU.
NICHT DOKA'S LEGAATJE
DOOR
MINCA VERSTER-BOSCII KEITZ.
-«*»>?ir.
Louise stond voor 't hoekraam van de
groote vierkante kamer, die zij en haar zuster
na veel voorafgaande correspondentie met
den gerant van het Kur-lG:ei" hadden
besproken en sinds een uur betrokkeo.
Tegen twaalf uur 's morgens waren zij
aangekomen; om half twee was er
ttibled'ho:e. De zusters hadden wat toilette ge
maakt, toen nog wat zenuwachtig over 't
ongewone van huu nauwelijks aangevangen
hóïel-leven in 't vreemde land, rond gedrib
beld in de fleurige kamer, waarvan de
lachtig? rötel-chic, hun, bezaiigde, ingetogen
Hollandsche dames die nooit van huis waren
geweest, niet gering imponeerde.
Zij waren opgewonden vroolijï, niet 'H
ond'itrtintje van bange verwachting voor de
dingen die komen zouden. Vriendelijker dan
ooit in hun leven, hielpen zij elkaar aan
elkaar's kapsel, 'c vastspelden van 'n broche,
't gracieuselyk strikken van 'n lint; ze lachten
uitgelaten om 't grabbelen naar 'c een of
andere onvindbare dinggke in den
half-uitgehaalden koffer, en besprenkelden elkaar
balddadig met Eau-de-Lavende, en Jockey-Club...
Toen, nadat haar toilette volkomen af"
was, verklaarde Bertha met ongewoon
glinsierende oogjes en verhoogde wangkleur, als
verkeerde zij in 'n lichte roes dat zij nu
eens beneden won gaan neuzen" -..
Louise was in haar hart ganschelijk ver
steld ovor zooveel durf, maar, in dezelfde
Vattin» Historie.
VI.
Beschrijving vav, Sohiedam, door dr. K.
HBKRIKGA, I. Schiedam, H. A. M
Eoelants, 1910, roy. fol.
Een belangrijk deel onzer oude letterkunde
vormen de stadsbeschrijvingeD. Het begint
in de 17de en bereikt het hoogtepunt in de
181e eeuw: de uitvoerige schildering van het
ontstaan, de achtereenvolgende uitleggingen
en de tegenwoordige giootte, van da openbare
gebouwen en alles wat daarin te zien was,
van de colleges van bestuur en hunne samen
stelling, van onderwijs en kunst, van nering
en bedrijf alles rykelyk geïllustreerd met
vaak prachtige prenten, van die oude stads
gezichten in kope', die men n:et moede wordt
te beschouwen en te ba vonderen. Zoowa^er
schier geen stad van Benige bt teekenis of zij
bad haar beschrijving, waarin wel is waar de
verbeelding aanvulde wat het onderzoek
duister liet en de vroegere gefchiedenis der
stad niet lóó uit de bronnen werd teatudeerd
a's wy nu eischen; maar die toch voor lief
devol nasporen en uitvoerig verbaal
onwaardeerbaie bijdragen voor onze kennis geworden
zijn n herinnering aan al die troteche steden
en stadjes, staatjes in den staat, naijverigop
eigen rechten en vrijheden en daardoor al te
vaak eene belemmering voor krachtige samen
werking, maar tegelijk 166 energiefc op eigen
terrein en in haar kleurig, levendig
stadsbedrijf zóó schilderachtig, dat h'-.t oog er met
welgevallen op staart. Zóó bezitten tij Velius'
Hoorn en Brandt's Bakhuizen, Wa^enaar's
Amsterdam en Schreveliu5' Haarlem. Van
M eris' Lr.den, en de R:emei'<> 's Gravenhage,
van B'eyswijk'öDelft en Ba'en'a Djrdrecht,
Walvis' Gouda en van Beikum's Schoon
hoven er is inderdaad geen einde aan
de lange lijst. En niet slechts de steden in
eigenlyken zin vonden aldus geeitdrifdge ver
heerlijking, maar buitensingels en plantsoenen,
bojch- en polderland, rivier en stroom wer
den beschreven, bezongen en (/ooral, zeggen,
wij dankbaar,) afgebeeld. Hier is
A.i\sterdamsche tempe of de nieu ve plantagie",
hier is ^.mstellandsche arkaiia of beschrij
ving van de gelegenthty; van Atnstellana",
en de Hoornscht.", de Leidsche
buitensingels", en het Verheerlijkt Diemermeer",
en Walchersch arkadia' en Kleefsthe
waterlusl" men moet een langen adem hebben
om het al te roemen en te prijzer.
De moderne Btaiê-beschiijvins; der laatste
25 jaren bedoelt wat ander-1. Zij is een on
derdeel van een nieu ven tak aan den boom
der historische wetenschap: de geschiedenis
van het miat-:chappelijfe leven, de
Wirthschaf.sgeschichte" der Duitschers. Vooreerst
onderzoekt zij nauwkeuriger dan het den
vaderen mogelijk was het. ontstaan der stad,
maar bedoelt vervolgens eene grondige ken
nis van haar inwendig leven, bestuur en
recht, inkomsten en uitgaven, ambachten en
bedrijven. ZQO is nu Dr. P. J. B:ok oezia;
aan een tweede uitgave van zijne geschie
denis van Lald^r, zoo gaf dr. N. W. Pjsthu
mus eene geschiedenis dar I/eidsche
lakenindUïtrie en schreef dr. I. H. G ossen orer
S:adsbezit in grond en water gedurende de
middeleeuwen". Dit dan is werk van gansch
anderen aard, en het behosft wel geen be
toog, dat het moderne onderzoek ons de
oude stad baar dagelijksch leven vry wat
grondiger dost kennen dan de verheerlij
king", de arkadia's ' der 17 leen 18 Ie eeuw.
Daarentegen missen zij de bekoring, die de
aanblik van het oude, voor een goed deel
vernielde stadsschoon o?er ons doet uitgaan.
Het nieuwe boek over Schiedam, waarvan
wij den titel boven afschreven, beaogt, zoo
wy ons niet vergisgen, alleen de plaatsbe
schrijving. De korte inleiding verte.t ons, dat
uitgever an schrijver beoogden !e voorzien in
eene leemte in de reeks der Hollandsche
stedenbeschrijvingen, dat dit eerste stuk
de beschrijving bevat van Schiedam vóó:
1600, en dat la;er zullen volgen de uitleg
naar het Zuiden en afzonderlijke kerkelijke
en wereld ijke gebouwen. Wij vermoeden
du?, dat het bij de topografie blijven zal.
Men mag dit betreuren en zeggen, dat men
zoo g-arne de gansche geschiedenis der goede
stad Schiedam ontvangen had 1) tegelijk zal
1) Uit vroeger tijd ig mij alleen bekend
L van Ollefen en R. Bakkar, De Stad- en
dorpsbeschryver van Schieland, Amst. 1797
m. platen 80.
brooddronken stemming van uil-d
m-bandgeaprongeii te zij o, ala haar zuster blijkbaar
gevoelde, wu fda zij haar met behaagzieke
dartelheid toe en beloof lp, haar epoedig te
zullen volgen.
En nu stond ze voor 't hoakraam van 't
Kurhaus", «n keek uit o:re? 'ji wij l gaiOD.
'n muziek kapel, 'u vyv?r, 'n ou ion steeoet:
zonnewijjer, 'n ianie io-zenbe.,rofei-le borci-au
met veel ligstoelen en banken, ii-gt-u 'n
pjajctóteitelyken aoht«?grond van eeaivenomit' aiktn
en beukec.
Louise zuchtte van b'.ij a venukking; dit,
was 't wel wat zij zich gedroomd had ... u :u
omgenu,<... 't groo'.fche, 't vreeuile, 'c un
ollardeche. . .
O, dat sy Ie verschiet... dia steil opgaau-le
allee, hoog, al maar hoogw, tot zij bij een
kromming hem uit 't gïxicht verloor.... La
dan de vijver... o, daar 's avonds bij maan
licht to spelevaren... iisdjes te dn^en ...
Schubert's S;iiadchen of ,/lej Ma luïi&uY'
Klage... ."
En, zacht, vïbreerend van ingehouden
emotie, klouk haar dunne sopraantja Lei ei-ie
fla-hen mei-ei-ae Lie-der durch d;o Na-acht
zu dir.. .."'
Ja, ze voelde 't; 't was hier acders dan in
Holland
Ze strekte de armen uit; heel de natuur
vóór haar, me: de muziok-tent en den ver
weerden steeneu zonnewyser had ze wol aan
't hart willen drukken.
Hier werken... hier dichten en droonen...
in 't land van Goethe en Hoine, hier schrijven,
neen, scheppen, haar Brieven van over da
Grenzen,'' hief in 't land van iie R^isebiidoi"
en van Wahrheit und Diehtunp. ..."
Was 'i niet haast al te mooi? zij, Lou'se
Cnussewicckel van villa Dolce-far-niente
was hier in DultEcaland . .. waat Duitechland
wis 't, daar ging niets van af, al had de
men zeker dankbaar aanvaarden wat hier
geboden werd. Prijzen wüeerst het uiterlyk
nit esn onverdeeld gemoed : het royaal folio
formaat, het stevig, door en door gezond
papier, den kloeken en forechen letter. Ook
aan de illustraties besteedde de firma
Roelants de uiterste zorg en toewijding. Let op
de scherpe en sprekende foto van de oor
konde van 1286 met maa'regelen ter armer
behoei", op de beeltenis van Petrus
Veenhout', op de fraaie prenten van de O
^erschieachp, de Eotterdameche, de Kathel- en
de Vlaardingerpoort, eindelyk op de
wedergave van de kaarten van Van Deventer en
De Gheyn en erken dankbaar, dat voor uw
oog niets te wenschen overblyft.
Dr. Heeiiiga voart ons nu voorts rond in
het Schiedam van \66- 1400. dan van de
15de, dan van de 16 ie eeuw. Zijne grondige
studie doet hem z'ch zeer veilig gevoelen,
niet alleen op de markt, in de Hoog- of
Boterstraat, langs Haven- of Frankenland,
maar ook in de kleine steejrjes, in het
boegaertayn" in de lijnbaan", in de campe
wey'ant" en in den "Cooltuyn" en wij volgen
hem met ve;trouwen. D >n niet-Schiedammer
intussclia.n zal het wel eens duizelen en zelfs
zij, die, zooals schrijver dezes, van der jeugd
af aan de stad kennen, raken het spoor wel
eens bijster. Wat de stichting van S jhiedam be
treft, ileida van H jlland, gravic-vednwe 7an
Henegru ven, zuster van Willem II,
RDomschKoning, heefc hare fjndamenten gelegd om
streeks 1258. Want zy' wierp een dam op
langs de Schie, over thans (B jter-Hoogatraat)
te volgen, zij bedijkte een groot stuk land,
zij stichtte eene kerk en een gasthuis, en
toen zij in 1274 aan haar nieuwe schepping
vrije stadsrechten Echoni, liet zich de toe
komst schoon aanzien, omdat de waterweg
uit Noord-Holland naar Zeeland en
Vlaardingen over fcchiedam liap, dat zoo een sta
pelplaats voor den handal worden kon en
ruim plaats bood voor den huizenbouw eener
te verwachten talrijse burgerij. Het is niet",
zegt dr. Haeringa, de schuld van Aleid,
dat lateren haar we:k hebben verbrod, en
dat niet Schiedaoa maar R itterdan een groote
stad geworden ip." D:t treurig-juiste oordeel
vindt in het vtrvo.g van het boek zijn be
wijs, en na de omvesting van 13 IG tot 1355
heeft de ttad zich in da middeleeuwen niet
meer uitgebreid zelfs la^en binnen dat
terrein voor en na gansche stukken open
land, wat trouwens met veel steden het ge
val was; hoe lang b.v. haeft Liiden nog den
indruk gemaak; van een groot laad louwdorp.
Vooral piaatsbesshrij/iog hebben wij
gezpgl. Dit neemt n et weg dat wij af en toe
van leven en bedrijf dier inwoners wel iets
hooren. M >%e het in het pan van dr. Hee
ringa liggen ia de volgende deelen van zijn
werk OQS daarvan meer te verhalen. Zal hij
ons met nama nit de bronnen kunnen in
lichten omtrent het ontstaan en den bloei
der jeneverstokerijen, tr^nderyen ea
mouterijec, waardoor Schiedam in da 181e en in
de eerste helft der 191e eeuw groot voordeel
en grooten ('.ij het ooi, uit het oogpunt van
volksgezondheid en volksgduk beschouwd,
droevii?ei) na^m ontleend hejfc? Wij hopen
het zeer tn verzekeren hem bij voorbaat
veler levendige belangstelling. Schiedam
verdient a!dus hare hiotoria beschreven te
zien. Middelerwijl echter is de schrijver
benoemi tot archivaris in Zaeland (vaarmede
wy hem oprecht geluk wenscheo) en wellicht
zal hem de tijd thans te krap zijn toegezonden
om aan zijn werk (jeste'd dat hij het heeft
bedoeld) de begeerde uitbreiding te geven.
Doch ook als bij zich tot de topografie zal
blijven bepalen, zal hij dankbare lezers vin
den, al zullen niet allen hem met die warme
sympathie voUen, waarmede de schrijver
dezer kroniek, wiens geïlauht zoo lang ia het
zwart Schiedam heeft gewoond, zijne beschrij
ving gelezen heeft.
L-i idee, 20 Fdbr. 1911. L. KXAPPRUT.
CVRIEL BUYSSE, ILt Ez^lkfri". Wat niet
?rergeien waf. 8ii5sum, C. A. J. van
Dishoeck, 1910.
Cyriel 13'jyiSöis in Sjptembïr li<19 zijn
vijftiger jaren ingegaan, de levensperiode die
voor prozaschrijvers, speciaal romanciers en
novellisten, al zoo vaak de rijkste is gebleken
aan gaaf en kompleet, volrijp en pittig werk.
En 't zou mij geenszins verwonderen wanneer
ook in zijn geval dit verblijdend verschijnsel
zich d duidelijker voordeed. Hat ziet er zér
naar uit. B jyaee'a talent lijkt mij steeds vrijer,
weliger en forscher 03 t3 bloeien en nooit
hooger en sterker geworteld gestaan te hebben
dan cu, in zijn t wee-en vijftigste jaar. Zjo
het zi ;h in de volgende tijden nog ontwik
kelen kar, moge dat mijnentwege wezen in
de lijn dar verfijning, in de lijn der zorg
vuldige stijl- en laa'verzorging vooral, want
gewone anei-lreiu precies ?tjf-en--.lertig minu
ten uoolig o.a 'ttraj-'ft van-af 't
Douanestation tot aan '* K'ir-or> \Va;dhe:ui af te
M fB3 werd da ontroering L iuise te machtig,
tesnuffe'.da haar van ingehouden emotie roo J
gezwollen nen', der. ue-.I >ckpy
el;ibrei:--',akdoük : '.oen schoten haar oogon v:,l, en
prevüid: n ha:;r lippè;1, met heel discreet
accoüipagnernoiit v;;n haar schrale sonraaLij';
Ich wolk' meine Lujba «rtü;-e sic h i .1 tin
eiasia«;.s Wort, .. ."
Toen kwötu Bertha binnen en sprak de
vu'üeudo oiniiK'U3e woorden: Ik b.ijf hier
accu -:ia;; langer . . . gOe j i u, ;". ..
Ea Louïst», ut baai .'.e v er de hemel gs>siort,
stamelde wesen'oos ., .wat. .. wat . . . be
doel je"....
Barthrt 'txp, or bepaald ot}<-nsronden uit,
£.ïnis op do punt van \i rioeïzitten en zei:
Ik kwam baseden ia de eetzaal... daar
was niemand, alleen de ellners;.. ik ging
'n andere zaal in, Jy convertótie-iaaï, of
Leeszaal, weet ik 't... ik buk:j« 'u paar
illustraties... r1.'r l'st ook 'a boek, 'a dikke
/'.'rliani . .. 't lag open, daarom kijk ik er
in..., Is lees: elf Juni: llgrr und Frau
soo-en-zoo.... Nog 'n familie uit Holland
'u l>i»me uit Luik;... twaalf Juni, weer 'n
paar namen, 'i Was ': vreetndelingennoek,
of <l-3 gasten-'ij.-t van 't >.<jf.el, hoe iioeui jo
'i dijig eigenlijk ; ik binder 't nog wat door.
en. ,. riad jij nou eecs vrat ik daar vind..,
rudl-nou eens l"...
Louise voelde zich sufïerig; de reactie wai
te plotseling geweest. Ze^ 't rua?,r" zei -M
moe telooa ik kan niet rad«n".
Toen klonk uitdagend van Bertha's lippen:
Gieteran, veertien JuH ijn aangekomen
Herr und Frau Rinkelberg-ïloltiau, rait
Kinder, villa Waldfrieden, G jol, lloli&ad
,/iroote h -mei", krcund-.i Louise,
neerin die der psychologische inleving en
lypeering zijner karakters geloof ik niet dat deze,
niet voor het gróó'ste geschapene, maar zoo
innig levenskrachtige en als-van-zei ven beel
dende natuur het verder zou knnnen brengen,
Het is niets minder dan
bawonderenswaardig: met vlugger», haast nonchalanten
zwier, en toch boomvast en onveranderlijk,
heeft Bayase in zijn laatste boeken, en vooral
in Het Ezelken1', zyn prachtig levende
figuren neergezet. Een rustiger
gevoelszekerheid en gemakkelijkheïd van werken kan men
zich moeilijk voorstellen. Opgewekt, levendig,
geestig, toch breed en zonder eenige agitatie,
met den grooten hnmoristischen kijk,
vertelt hij, uit de volheid van zijn
menschenkennis en begrip. Het voordeel van zijn leeftijd,
die veel geleerd en nog maar weinig vergeten
heeft. De gróóte humoristische kijk, dat is
de visie op den mensch waarbij, ondanks
een zachte bewogenheid van het gemoed,
de blik strak blyft, de geest in volkomen
bewuste werking, en de schrijver het geziene
niet in teederheid naar zich toetrekt maar
het houdt op den afstand die hem de 'ware
verhoudingen doet zien, het kleine klein,
het groote groot, hem de menschelijke op
windingen over het futiele en tijdelyke in
hare volle belachelykheid toont.
Het E'.elkeri' is het romannetje van een
leelijk, misvormd, geestesarm, meer-or-meer
versukkelend oud-juffertje, en wat ik er
vooral in bewonder, de groote kunst waar
mee dit zwak en onbeduidenl menscbjp,
ondanks de veel sterker levensbruising in
de haar omringenden, alloor hoofdpersoon"
is gehouden. Die zoede ief ei" Constance heeft
zich geheel-en-al gegeven, gecffjrd aan het
galui van haar broer, den jongen pastoor;
zy heef; 6. les voor hem gedaan wat in haar be
krompen en moeilijk vermogen was, en moe;
nu toch beleven dat zij verdrongen wordt,
uit zijn hart en uit zijn huis, door een gansch
vreemde, een jonge strui-che meid, met wie
Déiiiéeen soort geluk gevonden schijnt te
hebben, waaraan zijn zuster hern nu eenmail
niet kon helpen, waaraan zij zelfs niet denken
durft. Da opmerking is hier en daar gemaakt,
dat ook Buysse het niet zou hebben aange
durfd", de zondige liefdesgeschiedenis des
pastoors in volle materialistische glorie uit
te denken en te schrijven. Ziet men dan ei jt
dat hij zijn boek daarmee bedorven hebben
zou? Soug<ere opmerkingen als deze
worden vaak gemaait over romans en
novel'eri. De schrijver zwijgt dan gewoonlijk
stille en glimlacht in zijn binnenkamer. De
tijd, denkt hij wijilijs, zal alles rechten.
I i zeg: wyalijk men meene daarom
niet dat ik zelf overtuigd ben van die veel
geroemde rechtvaardigheid des tijdsl Maar
dat het wijs ia er toch maar bliniweg op te
vertrouwen, althans voor zoover gij dan be
hoef.e hebt aan het bedoelde ,/echt", en u
vooral niet gelegen te laten liggen aan de
opmerkingen vaa bedillers en betweters, die
duidelijk bly'k geven niet doorgedrongen te
zijn tot in de ziel van uw werk ja daarvan
ban ik overtuigd, en ten volle ... l
De mysterieuse voorvallen in het
pastoorghuis worden ons in Buyjse's boek juist zoo
volmaakt in dan bij het overige passenden,
fijn humoristischen, glimlachend
suggereereaden toon verhaalt. Eerst worden ons de
verschillende figuren voor oogen gesteld, dat
van Céiiae, de meid, al dadelijk in de eerste
bladzijden, met ruim gabruik der tegenstel
ling, fel en toch volmaakt ongezocht, on ...
romantisch: Constance?Ce line. Zij was wel
reeds een half hoofd langer dan Coastance"
lezen we bl. G kreeg een zachtzwellende
borst an voorspoedige heupen, en haar don
kere, jeugdig-lachende oogen hadden een
stralende uitdrukking van levenslustige geest
drift, alsof zij voortdurend
openbaringswondiren bijwoonden. Die
harHtocht-nitdrukking van 's meisjes oogen wa-t een bron
van groote ergernis voor juffrou v Cjnstance'g
eigen streng-zedige icgetogeaheid. 'n Kijkt
toch zeu wild nie mee ou eugen '. bromde
zij telkens wanneer Céline's aangezicht als
in een stralengloed ontlook."
Ojk Dé;iréechten pater-goedleven, zoo
jong als hij nog is krijgen wij dan ten
voeten uit, in z'jn niet bepaald geestelijke
wel voldaanheid. Maar 'n poosje nadat het
nieuwe drietal zich in de oude pastory ge
vestigd heeft: (i}. 41) tegen het einde van
den winter werd meneer de pastoor eenigszins
ongesteld. Hy leed onder benauwdheden, liep
soms halve nachten op, verloor zijn eetlust;
en zelfs zijn humeur, dat altijd zoo opgewekt
en vroolijk was, werd korzeli< en chagrijnig.
Juffrou v Constance, zeer ongerust over dien
onver wachten tegenspoed, die eensklaps haar
geluk bedreigde, verzon tevergeefs allerlei
gorcili .eerde keuïenmiddeltjes om hem wat
op te ilmren; hij liep afgetrokken en be
kommerd, met gefronste wenkbrauwen, voor
zinkend op 'a hoek van den keiler, ./lat is
't erg-te wat ons kon o ,'erkorneu",
,;\ou hè... dit d<ïcht ik ook', oeaa nde
J?.'rt,ha, ,,'IK gaau aa'uurlij'ïoo^aablikkelijk
terug . . . wegens fainilic-oniMaudighedt.n . .,
of weet ik wat... maar blijven . . . geen uur
lacger dan nocdig ia ... euue . . . we komen
ook r.ist aan tafel" . . ,
Wou j) d.tu héf.ernf'.ai te-rug naar huis?"
! snikte Lonisa, ,/i;U ! .'-. i to:. L niet... ik
l k.t:i toch alles 'Ma maar ineens niat weer
»iriii;;e;f-ii" . ., Iv.i ze }>e!.téE:a<u bwtraande
iij,-en :''?:'. van do Ean-dï-I.nvcivle .i (ie
>K:kty (' ub 1104 brander/Eer \veruer.
i Bf-'Viia Htfipte de kóme;1 (-p en n?er;
] betuden kion'üveel gepraa1.. ^eli>eli. haa.tig
gediaaf lanj^s de trappen . 7.-oolijke jonge
stem Tier.
;en k^am K ij óók op d-^n koiler :;;itler.
Weet j is ??'-'at, ... we zuUen ander logies
zoeken, vamuiddig uog, vóórdat 2ij te v.'eifcu
komen dat wij ook hier zijn".
Dif-r, d.ig dineerden da t^ej zuster:: met
'n niot gansch versche sergeutaarf, die zij
op Lnn onderzoekingstocüt naar iojïiöS, in
't dorp hadden pekocht. De restanten be
waarden zij op den bodera der hangkast,
voor 't avond-eten; want di: hadden se zich
vast voorgenomen, in 't Kur-g3<;elëchap,
waattoa, volgens 't Freindenbuch ook de
fj.tniiie Rinl:eiberg?HjHzau; vill«
Waidfrieden, Gooi, Holland, behoorde, in dat
Kur g, iekchap vertoonden zij zich silet....
r.I zouden zij ook van ontbering moeten
omkomen.
Ea den volgenden dag waren zij niet
oneezeliig gsi'^stalieerd in n klein optrekje
aau den toom van 't woad: 'a trouvai'ie
van Bertha dio de leiding der saker, mits
haar toeschietelyke zorgen weg; en, toen zij
er ten slotte op aandrong om den dokter te
laten komen, werd hij dadelijk heel boos en
riep op bits en toon, dat zij hem met mst
moest laten. Dat duurde zoo etteljjke,
eindelooze weken; en juffrouw Constance, volkomen
ontredderd, dacht er ernstig over na, heimelijk
in de stad monseigneur den bisschop te gaan
raadplegen, toen haar broer, op een ochtend,
plotseling als een ander mensch beneden
kwam, opgewekt, glimlachend, met frhsche
wangen en rustige oogen, als een die na
langen, zwarer, innerlyken strijd, een deci
sieve en gelukkige oplossing gevonden
heeft "
Juffer Constance, het TSzelken" ('.ooals zy
op het dorp genoemd wordt, met een toe
speling op haar, als van een zielig, last
dragend beeslje, zwak-gebochelde figuur) wist
niet wat haar overkwam", zy kon baar eigen
oogen en ooren niet gelooven" ..., maar wy,
de lezers, hebben, al naar onzen eigen aard,
sombere of meer vroolyke vermoedens, en
als wij vervolgens vernemen, dat het goedige
juffertje zich met tranen van erkentelijkheid
in haar oogen'', naar boven spoedde om nog
eens bij de goede moeder neer te knielen
en haar voor de zegenrijke weldaad te be
danken" dan zullen wel weinigen onder
ons een glimlach kunnen weerhouden, en
daar wij zoo hartelijk gevoelen voor het
Ezelken" en haar tegelyk innig baspottelyk
Vinden, beseffen wij hier met den echten,
den grooten, klassieken, humor te doen te
hebben, humor die zich verhoudt tot die der
predikantengeneratie van 1S40, als, nu ja,
als Boacacio c f K ibelais tot dominee Van
Koetsveld.
Het goedig Ezelken" beleeft nu binnen
kort mé- vreeselijke dingen. Zj wordt door
Akïi Craeynest, den koster, dien
griezeligmageren man, die er altijd even jong uitziet
met den franken, levenslustiger^ bijna
vrijpostigen blik van zijn lichtblauwe oogeu",
in een deftig-verliefden brief ten huwelijk
gevraagd. Natuurlijk denkt zij geen oogenblik
aan j j-zeggen. Trouwen brrr ! . .. Maar zij
heeft tcch behoefte aan raad en vertrouwelijk
heid en loopt met den brief naar haar vriendio,
iefer Toria Schouwbroeck", ander voortref
felijk levend type in dit weifelloos neer
geschreven verhaal. Een andere pakkende
tegenstelling: Constance en Toria! Hoe gun
stig komt de goedige juur van het Emelken"
uit tegen die der zwarte, sdfcige,
mannenverslindende kwezel-feekp. De gecastreerde
menagerie van juffer Toria moge iets
Ciricaturigj hebben hoe herkennen wy hier
den nakomeling van Pieter Breughel I eenige
overdrijving moet den huuorist immers ge
gund bly'ven. O l die sloeber l die leulyke,
leuiijke sloeber l Het hij woarachtig toch ge ?
durfd? 'c Ei veur ou geld l Hy mient dage
rijke zytl
Met deze en dergelyke uitroepen tracht
Constance's vriendin" d -t charme te vernieti
gender eenige declaratie die het zielig menschj e
haar leven lang zou mogen ontvangen. Ea",
lezen wij dan (ol. 58) den volgenden ochtend
schreef' juffrouw Constance den koster haar
weigerend antwoord, 't Was toch niet zoo
eenvoudig dan ze wel had gedach'. Niet dat
ze spijt had of aarzelde, zy had een gruwel
vaa het huwelyk en zou nog liever sterven;
maar hoe dat gezegd zonder hem onverdiend
te kwetsen? Wel tienmaal herbegon ze den
brief zolder een bevreiigenden vorm te
vinden, en zy kon niet zonder tranen hem
voleinden. 't Mocht zijn dat hij het op haar
geld het geld dat ze niet eens bezat
gericht had; toch kon ze 't hem niet kwalijk
nemen. Een onbekend, machtig gevoel
beheerschte volkomen haar nuchter redeneer
vermogen ; en, werkelijk, was het hem om
het geld te doen geweest, en had ze dit geld
bezeten, ze zou het hem misschien gegeven
hebben om de harde weigering van wat hij
er nog by' vroeg te verzachten. Zj dacht er
even over ra of ze 't soais in baar brief zou
zetten, hoezeer hjj zich vergiste indien hij
soms dacht dat ze nog eenig vermogen beza*\
'c Zou hern althans een troost zijn dit te
weten. Zj trok den reeds ge-loten omslag
open, hield reed j da natte pan boven 'i papier,
aarzelde, beefde, en lei de pen weer neer.
Xeen,... reen... Zg voelde iets als een
nuttelooze zelf/ernedering, en als 't ware
ook de willekeurige vernieling van een vage
en zachte illu ;ie. Het E;elken, het half mis
maakte en belachelijk E melken, met haar
hoogen rug en hare zwarte pijpjesomts, had
toch nog te veel vrouwelijke ijdelheid oaa
zichzelf zoo weg te gooien. Wie weet ook
of het om hiar geld alleea was, dat hij haar
gevraagd had?. .."
Is het. niet diep-in echt en waar, en is het
niet zacht aandoenlijk, zonder een zweem van
het sentimenteele ? Met alleen, misschien, in
de epitheta even iets te veil van schrijvers
warm-meelevende subjectiviteit. .. ?
gaders de kioeke leugen die, met 'n niet
onbelangrijke schadevergoeding hua plotselinge
PHx ;dus bij den Gerant moest rechtvaardigen,
heldiiafti.^ voor haar verantwoording had
genomen.
Ze had leu 'c e v beet. De uuie Helen dia
"K'eiu-Waldheim" verhuurden waren zeer
bescheiden, zorgden goed en vielen hoc niet
niets lastig. Z) hadden alleen der zusters
;?eer volle h ere naa'ri en adres gevraagd, en
Louise ha i met weigevallen voor hen
opges.;hre<eu l'.ailein Louise '.'nussewinckel,
Sjhrift-telleriii, mit Schwesier, Villa
Dolctsi-rr-Lieii1,* Uioi, lliiland. En den volgenden
d?.g ai, had zij haar eerate ..Brief van over
de G/enzen' caar de redactie verzonden.,
gar.Bchalyk geschreven nog onder den invloed
van 't vergezicht, de omrankte berceau ea den
vei weerden Z jnne-wijzer.
L>e tweede had zijn aanschijn vlot verkre
gen in 'i kleine tuicije r.chter 't optrekj -,
mat 't kippenhok recht?, en een droge eenden
kom links van ie gemoedeiy.ïwankele groene
tuintafel, waaraan Loui-e gezeten was. De
derde brief kostte iets meer zwoegen^ omdat
Loui-e n Bertha 'e optrekje, noch 't tuintje
verlieten, uit angst van' oor de
Waldfaedonaais te worden ontdekt en ;veer aan hun
plagerijen bloot te staan.
Toch wist Louise, zij 't dan ook met moeite,
haar eerste inspiratie vast te houlen en toen
zij eens haar zuster de.n aanhef voor haar vol
genden .,B ief van over de Grenzen" voorlas:
O! i'e vveelde van het oerwoud, de weelde
van die eeuwenoude reuzen, van zonnelicht
besprankeld, hun machtige kiulnen te zien
optrotf c'.ien naar den hoogen hemelkoepsi"!.
toen schudde Bertha beduusd 't hoofd, keei
caar 't hooge ;teenen muurtje met den
mofcechenpi.t en de drie drogende kopjesdoeken,
de hoog opgeschoten booneastaken en 't