Historisch Archief 1877-1940
No. 1757
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een door mechanische werking zich openend
valscherm. De pop die er aan hangt, werd,
met een aeroplaan en deze parachute, van
een der gaanderijen van den Eiffeltoren
afgeworpen. De pop kwam vrij zacht te land.
ling van man en vrouw in het arbeidersgezin,
bjj diezelfde tegenstelling tnsschen man en
vrouw aan den nen en den kapitalist aan
den anderen kant? Men stelle zich punt voor
punt het feministisch program voor: de vrije
beroepskeuze, de toegankelijkheid van ambten,
het verbeterde huwelijksrecht, enz. wat zegt
dit alles voor de bezitslooze, levenslang aan
de kapitalistische uitbuiting onderworpen
proletariersvrouw? Men denke zich al deze
eischen vervuld, het feministisch program
verwezenlijkt. Het zon zonder twijfel een
vooruitgang zijn van beteekenis. Doch niet
alleen zou het de positie van de groote meer
derheid der vrouwen zoo goed als onaange
roerd laten, het zon bovendien in de maat
schappelijke gesteldheid geen wezenlijks ver
andering hebben gebracht. De belangentegen
stelling tusschen twee groepen
vanderegeerende klasse zou zijn opgehesen ziedaar
alles. Het kapitalisme zon het kapitalisme
zijn gebleven. De man in de kapitalistische
klasse zon, eerlijker dan tot heden, de
voordeelen en het aanzien van dengepriviligeerden
staat met de vrouw te deelen hebben. On
eindig gewichtiger en ook oneindiger zegen
rijker van deze beslechting vaneeksegeschillen
in een regeerende klasse, zal de opheffing
zijn van alle klasieregeering, waarbij, met
haar ekonomiechen grondslag, de betrekkelijk
geringere tegenstelling van man en vrouw
van zelf vervalt.
Een tweede onderwerp uit de praktische
politiek, waarbij de theoretische fout van
het feminisme, een fout die uit gebrekkige
UIT DB NATUUR.
CDXV. Bloeiend hout.
Wanneer in 't vroege voorjaar uit het dorre
bruine of grijze hout kleurige bloempjes te
voorschijn komen, zonder dat er zich iets
groene bij vertjont, dan maait dat op ieder
die het ziet, een zeer bijzonderen indruk.
Het treft als iets vreemds; wij voelen het
b\jna als iets abnormaals, gewoon als wij zy'n
de bloem met zijn roode, wiite, gele, paarse of
blauwe kroon tenminste uit een groene kelk
te zien komen; de knoppea althans zy'n dan
nog groen, en meestal schuiven er al vóór de
bloemen komen, eenige groene blaadjes uit,
waartegen de kleuren afsteken.
Groene bloemen, die in het geheel niet
afiteken, bestaan er wel; maar het zijn óf
ziekelijke organen, of ze zijn klein, onooglijk,
en worden in den wandel ook niet als bloe
men beschouwd, maar voor blad aangezien.
Zeer dikwijls evenwel wordt een groene bloem
toch fleurig en oogly'k, doordien de meeldra
den of stampers gekleurd" zijn.
Bloemen echter, werkelijke, roode, gele,
blauwe bloemen, die geen groene kelk en
geen jong of oud blad tot achtergrond heb
ben, komen niet zoo heel veel voor. Geen
wonder, dat die enkele van oudsher de aan
dacht hebben getrokken.
Uit onze tuinen en parken kent ieder, die
er weieens met open oogen wandelt, de gele
Kornoelje; die zal nu binnen een week, als
het niet weer winterig wordt, in zy'n volle
pracht te zien zy'n.
Dan staat de naakte boom op eens in ean
gouden nevel. Van dichtbij bekeken, blijken
het duizenden vierpuntige sterretjes te zy'n,
die in platte t rotjes by'een staan en door hun
filigrain-achtige fijnaeid op een afstand voor
het menschenoog ineenvloeien en vern evelen.
Toch loopen er nog heel wat ziende
menschen de bloeiende gele-kornoelje voorbij,
zonder hem te bemerken. Maakt ge hen op
merkzaam, en brengt ge hen er dichtbij, dan
staan ze verbaasd over zooveel moois.
Op de vraag: Hadt ge die groote heesters en
boompjes dan nooit eerder gezien ?" is strijk
en zet het antwoord: Jawel, maar ik dacht,
dat het jong groen was; je hebt het wel
meer in het voorjaar, dat de jonge kleine
blaadjes zoo gelig zijn. Bij de wilgen ook, de
treurwilgen vooral."
zelfkennis ontspruit, zich doet gevoelen, is
de Meirechtkwetlie.
Ons bezwaar is niet dat de begeerte van
vele burgerlijke vrouwen zich beperkt tot het
kiesrecht van de vrouwen uit haar eigen
klasse. Wüzonden niet weten met welk recht
wij bij hen een grootere liefde voor het
algemee n kiesrecht zouden kunnen verwachten,
dan bij de mannen der bourgeoisie. Evenmin
beweren wij dat by' een zeker getal indivi
duen, zoowel mannen als vrouwen, niet een
welgemeende belangstelling voor de politieke
rechten van de arbeidende klasse zou kunnen
bestaan. Doch wat wy weigeren te gelooven
eer wij het zien, is dat de massa van
de burgerlijke vrouwen het door hen ver
kregen kiesrecht over het algemeen anders,
d. w. z. van ons standpunt beter, in meer
demokratischen zin zullen gebruiken dan de
mannen. De bourgeoismannen hebben het
kiesrecht gebruikt om het algemeen kiesrecht
te weren. Er is geen reden om aan te nemen,
meenen wij, dat de bourgeoisvronwen niet
desgelijks zullen doen. En, aangezien wij het
algemeene kiesrecht willen, moeten wij ons
verzetten tegen de toekenning van het kies
recht aan sommige vrouwen, dat wel niet
anders dan de toekenning van kiesrecht aan
de burgerlijke vrouwen kan zijn. Eindelijk,
omdat wy zy'n tegen de toekenning van kies
recht aan de burgerlijke vrouwen, zonder
dat daarbij tege y'kertijd aan alle vrouwen
het kiesrecht wordt gegeven, kunnen wij ons
niet vereenigen, met het streven van een
vereeniging, die op welke gronden of met
welke bedoelingen dan ook, propaganda
maakt voor eenigen anderen vorm van
vrouwenkiesrecht dan uitsluitend het alge
meene.
De theoretische fout van de feministen
belet hen, of belet althans velen onder hen,
de juistheid van deze houding voor aan
hangers van het algemeene vrouwenkiesrecht
te erkennen. Dit komt omdat zy wederom
spreken over DE vrouwen, als een
onderseheidslooze, door geen klassetegensteiling
verdeelde sekse. Zy' zien niet in dat wat op
het beperkte terrein van de seksetegenstelling
in de bourgeoisie een verbetering zou zijn,
op het algemeenere gebied van de
klassetegens t el ling als een verslechtering moet worden
aangemerkt. De vrouwen ut de bevoorrechte
klasse zouden hun positie versterkt zien,
maar zoowel de mannen als de vrouwen uit
de achtergestelde de hunne zien verzwakt.
Da feministen die geen klassetegenstelling
in hun eigen sekse erkennen, begrijpen
daarom de uitwerking van een beperkt kies
recht niet. Omdat zij de werking van een
beperkt kiesrecht niet begrijpen, begrijpen
zij ons verzet tegen zulk kiesrecht niet. De
feministen, dus, begrijpen onze houding niet
omdat zij hun eigen houding niet begrijpen.
En omdat zij onze houding niet begrijpen,
doen zy' ons de zonderlinge verwijten, waar
van mejuffrouw Kramers ook ditmaal vol is.
F. v. D. GOES.
Maar juist by de wilgen zien ook nog heel
wat menschen den vroegen voorjaarsbloei
voor uitloopend blad aan. Dat komt door de
kleur; het geel bevat in den regel wat groen,
en wie het niet weet, ziet er geen bloemen in.
Zal de bloem zonder blad op een afatand
door een ieder opgemerkt, en als bloem
berkend worden, dan moet de kleur niet
geel, of a thans niet uitsluitend geel, en in
geen geval groengeel zy'n. Rood daarentegen
valt dadelijk in het oog; maar dan weer,
doet zich het geval voor dat voor bloem
gehouden wordt, wat het in geheel niet is.
Zoo vroeg my' deze week een lezer hem den
naam te noemen van geheel bladerlooze
heesters aan den Haarlemmerweg, die vol
prachtig roode bloemknoppen zaten; 't was net
of het kersenboompjes waren zonder bladeren
maar met jonge vruchten." Het bleken ge
wone wilgen te zyo, die dik in de gallen
zaten; de vermeende bloemknoppen waren
niets anders dan zwellingen en uitgrotisels
van de opperhuid der takken,waarop
gal-inaecten hun ei hadden gedeponeerd. Maar mooi
was het toch.
Wel bloemen, heel mooi donkerroode, droeg
een ander, mij ter inlichting toegezonden
takje. Dat was een uitheemsche eschdoorn,
en wel: Acer Schwedlerii, als ik my niet
vergis, er bestaan zooveel kweeksoorten van.
Op de donkere takjes, er vlak tegen, of ze er
P gf plakt waren, zaten de roo ie
eschdoornbloemen; geen bladknop had zich nog ont
wikkeld ; op een afstand leek het een takje
van een peperboompje, maar de bloemen
hadden niet vier, maar vijfslippen en droegen
binnenin de acht mee draden en de u be
kende stamper van de eschdoornfamüie. Ik
heb beide: het peparboompje en de
roodbloeiende eschdoorn vroeger al eens voor u
geteekend en besproken.
Laat me dezen keer een anderen houtbloeier
bij u introduceeren; die bloeit in deze week
en is lang niet zoo bekend als hij verdient;
behalve bij de vaklui en enkele tuinbezitters.
Het is een uitheemsche heester, die bij
ons de winters in den regel best doorstaat,
den mooien naam draaut van Hamamelis
japonica en zeif nog veel mooier is dan zijn
naam. Ik heb deze heele week plezier gehad
van een enkel takje, dat in een vaas voor
mij op tafel staat en nog steeds nieuwe
bloemen opent.
Détails van de bloemen (vergroot): 1. Kluwen van 5 bloemen. 2.'Een
enkel bloempje van boven gezien. 3. Een enkel geel lint er van, met bij
Sa de onvruchtbare meeldraad en de honingmachine. 4. Een openge
sprongen meeldraad, het deksel van het helmhokje omhoog geslagen.
6. Stamper, rijp en met stuifmeel belegd.
AErlrE^EfBL
Romantiek en Schrijfmachines.
Het schrift van een schrijfmachine ziet er
koud en zakelijk uit, en wie per typewriter
een minnebrief schrijft, is waard, dat Cupido
haar voor immer den rug toewendt: liefde is
te subtiel voor dit mechanische gedoe. Toch
was er onlangs in Amerika een listige koop
man, die met succes gebruik maakte van de
schtij f machine als postillon d'amonr. Hij was
namelijk tot over de ooren gecharmeerd van
zijn typiste, maar alle pogingen, om haar dit
te doen weten, waren te vergeefs. Ze was
zeer ingetogen, en weigerde op een zijner
uitnoodigingen, om hem naar concert of
theater te vergezellen, in te gaan.
Toen maakte hij gebruik *an het weinigje
literairen aanleg dat hij bezat en schreef in
korte vormen, waarin hij zelf en zijn aan
gebedene de hoofdrollen vervulden. En wat
hij 's avonds fantaiseerde, bracht hij 's morgens
mee naar zijn bureau en liet het aan het
dametje brengen om het te tiepen. Ze kon
dit natuurlijk niet weigeren, en al doende
las zij de innigste liefdesscènes en de hevigste
declaraties, en toen eindelijk de held van
net verhaal met dure eden zwoer, dat hy
niet zou rusten voor hij het jawoord had
(dat was het 15de vervolg van het feuilleton),
fttntaiseerde de schrijfster tot tranen toe be
wogen, er zelf het slot bij, waarin het meisje
toegaf, enden jonkman het jawoord schonk....
En ze leefden samen gelukkig tot in lengte
van dagen.
***
Auto's.
In de Vereenigde Staten zijn niet minder
dan 275000 automobielen, of een op elke
300 inwoners. Men ziet, dat bet met de
automobieleport in 't laad der onbegrensde
mogelijkheden een kolossale vaart gaat, en
i. iet het minst in de vrouwen wereld, want
127000 van deze machines worden door
v/ouwen bestuurd, 't zij als eigenares 't zij
als chauffeuse.
* *
*
Duiven.
De postduif heeft geen automobielije of
gnomemotor noodig om snel vooruit tekomen.
Wynmalenen zijn kornuiten kunnen nog maar
heel eventjes concureeren tegen 't duifje
met z'u blanke veeren". Met zijn kleine
wiekjes roeit het zich bij een snelheid van
meer dan een kilometer per minuut door
het luchtruim voort, met een flink windje
in den rug brengt de kleine postbode het
niet zelden tot nagenoeg twee kilometer per
minuut. Wie goede tijdingen heeft te brengen,
kieze dezen snelsten aller boden.
Geen mugje.
Het grootste insect, dat bekend is, is de
olifantskever van Venezuela. Dit gondkevertje
der tropen bereikt D ie t zelden een gewicht
van een half pond. DJUX pays, waar zulke
mnpjes in den zonneschijn dansen! Doe een
flinke dikke voile voor als ge er soms heen
gaat.
Het is opentop bloeiend 'hout, geen spoor
van blad, van groen zelfs. Aan een takje van
een paar decimeter zitten een vijftien dotjes
elk Tan een stuk of vijf bloemen.
Elk bloempabje maakt den indruk, of er
een groot aantal smalle kronkelige en goud
gele lintjes over den rand van een purper
rood doosje hangen. Midden in dat donkere
rood zijn vier gele puntjes gestipt en
daartusichen steken weer twee roode slipjes uit.
Je weet in het eerst niet wat je ziet en
wat je er van maken moet. Maar langzamer
hand ontwart zich het kluwen van geel en
purper, en dan krijgt ge eenig inzicht in de
bloemstructuur.
Op de uiteinden van de ionge bruingrijze
fluweelige takken staan de langwerpige blad
knoppen, ook bruingrijs en zachtharig; een
paar centimeter lager zy'n de bloemkluwens
geplaatst; deze gaan soms al in Januari, meest
al in Februari of begin Maart open; tegelijk
met hazelaars, sneeuwklokjes en de allereerste
crocu^'es.
Dat ontluiken gaat thuis, in een vaas, vrij
snel in zijn werk ; zet ge een afgesneden tak,
waaraan zich nog maar een enkel rood en
geel bloempje eeft geopend, in water, en
draagt ge zorg het onder water een eindje af
te snijden, dan komen in twee, drie dagen
de bloemen bij tientallen tegelijk; de gele
linten, eerst recht en stijf, krullen zich heel
artistiek, en op de donker-bloedroode bekers
vertoouen zich de vier gouden speldeknopjes.
Het geheel maakt een verrassend effect,
zoowel door kleur als door vorm. Om het
itnig mooi te vinden en er volop van te ge
nieten, is het heelemaal niet coodiger by te
gaan denken over de beteekenis van dien
bladerloozen bloei, van dat totale ontbreken
van groen bij een plant, die toch zoo'n krachtig
teeken van leven vettooat.
Ook is het niet noodig van dichtbü, of
met loupe of kesglas de details te gaan
bestudeeren; maar leeüjker wordt de bloemer
toch stellig ook niet door; eer mooier, en in
e'k geval belangwekkender. Van een mooi
voorwerp, wordt het een interessant levend
wezen.
Er is een zwakke honinggeur aan de Ha
mamelis bloem te bespeuren. Zoekt ge de
bron van dien geur, dan wijst u een glim
mende plek en een rood streepje onder op
elk bloemblad den juisten weg. Hee! gemak
kelijk laat het gele lint los uit den rooden
beker; en heelemaal onderaan hangt de
honingdruppe) of ziet ge de glinsterende en kleve
rige plek ; daar steekt een kromme haak uit;
die buigt zich naar het gele lint; en in het
oogje, door de inbuiging gevormd, echuilt
de honing. De top van de haak schijnt de
plek te zijn, maar de honing wordt afge
scheiden ; de haak zelf is niet met het gele
lint verbonden; het is een onbruikbare of
rudimentaire meeldraad.
Bij dit nauwkeurig toezien, merkt ge ook
de vier kelkslippen op, die aan de buiten
zijde fluweelig en grijs, aan den binnenkant
glad en glanzend rood zien ; door het naar
buiten omkrullen der vier kelkslippen over
een ronde kom, ontstaat het bekertje; de
vier gele stipje» er in blijken dubbel te zijn, acht
kleine, die twee aan twee staan. Het is het
stuifmeel uit vier raode meeldraden af
komstig.
Al hebt ge maar een zwakke loupe, een
brilleglas of branlglas of zoo, hond het glas
dan eens boven zoo'n Hamamelisbloempje.
Het is een heele les in de botanie waaid.
Elke meeldraad draagt op zyn top twee
(Punch.)
Onwaarschijnlgk tooneel. (Op den uitverkoop.)
Zachte, blanke huid.
Het beste en meest onschuldige middel,
om de huid zacht en blank te maken is een
mengsel van citroensap en glycerine. De
glycerine houdt de huid zacht, de citroensap
bevordert de blankheid der huid. Het is een
zeer goedkoop, gemakkelijk te bereiden
middel en ... eans rivale.
***
Hondje.
Een zeer kleine en zeer jeugdige
menechenredder was een terriër van 5 maanden oud,
te Winchester, die nochtans een heldendaad
verrichtte, welke de kloekste Bernardiner
of New-foundlander 'm niet verbeterd zou
hebben, 't Kleine, grappige hondje, de lieve
ling van zijn kleine vrouw, een aardig meisje
van 16 jaar, sliep bij haar op de kamer in
een warm nestje.
Op zekeren nacht werd vrouwtje plotseling
gewekt door Fok, die luid blaffend op haar
bed gesprongen was, haar zenuwachtig druk
in 't gelaat likte, en met den bek aan de
dekens rukte.... Toen 't hondje zag, dat zij
wakker was, sprong het naar de deur,
krabbelde er met de kleine pootjes tegen,
en holde toen naar het bed terug Het
meifje merkte dadelijk, dat er onraad was,
deed de deur open en rook eea sterke
brandlucht. Nog maar amper had zy' tyd de
andere huisgenooten te wekken en het huis
te verlaten. Met woede brak de brand uit,
en het was een ontsnapping aan een dreigend
gevaar. Ons Fokje is door iedereen als held
gehuldigd, en zijn portret verscheen in vele
tijdschriften.
Kleinood.
Het werk der juweliers is in den lateren
tijd meer dan ooit een kunsttak gewor
den. Een Turijnsche werkman in dit vak
vervaardigde onlangs een meesterstukje, dat
zijn gelijke niet viadt. Het is een broche,
die bastaatuit een grooten parel, welke door de
doosjes gevuld met geel poeder: het stuif
meel, dat door de bolle deksel jes van de
doorjes heenschemert. Zijn de bloemen nog
joeg en pas open, dan hebt ge veel kans,
ook de deksels van die poederdoofjes, de
helmhokjes, te zien openen. Elk dekseltje,
er zijn er acht, slaat naar boven open
en neemt den geheelen inhoud, die er
onder aan kleeft, mee naar boven. Zoo
heft elke meeldraad twee bolletjes op om
hoog als opgestoken handen, en biedt ze de
vliegen en torretjes aan. Ook
stuifmeelgarende wilde bij'j es, de aller vroegste, doen er
zich te goed aan, bepoeieren zich lekker,
snoepen meteen wat honing en hebben het
er best.
Maar niet voor niets is deze mooie
winterbloem zoo vrijgevig met spijs en drank, voed
zaam en lekker. Het is het oude liedje van
de kruisbestuiving. Na de stuifmeelgave strekt
natuur voorbestemd werd de romp van een
zeer kostbaar scheepje te worden. De kun
stenaar heeft het kleinood ook als een bootje
opgetuigd met gouden zijl, gedamasceerd en
ingelegd met kleine diamanten. Het zijl wordt
gedragen door een plaüna mast, en in den
top hangt een zeer kleine lantaarn, die be
staat uit een in zilver gezette robijn. Het
roer werd vervaardigd uit een langwerpige
smaragd, en de roerpen uit zeer dun en fijn
parelmoer. Het meesterstukje weegt slechts
40 gra-n en vertegenwoordigt een waarde
van 12000 gulden.
Kleuren.
Een van de grootste stappen in de
goede richting, die in den lateren tijd
de mode gedaan heeft, is, dunkt me, haar
wy ae van samenvoeging der kleuren. Ze heeft
deze knnst afgezien van de decorateurs, die
niet meer, als vroeger gewone hoofdkleuren
bij elkander passen, maar streven naar het
bizondere en vreemde, naar fraaie nuances,
en ongewone menging. Dit geeft aan het
toilet groote distinctie. Prachtig zijn vooral
de changeant stoffen, die worden aangewend
en die door den grilligen en onrusteen weer
schijn de eentonigheid breken van het meest
simpele kostuum. Donker groen met een
weerschijn van diep paars, paon met een
onderglans van violet, beige met een schit
tering van bruin-goud, hebben geen orna
ment of versiering noodig. Ook de meer
vlakke tinten vormen door de samenvoeging
hun eigen decor, en de meest contraeteerende,
gelijk b.v. zee-groen en vieux rose, violet
en bruin-goud, parelgry's en cérise, fraise en
bleu fayence, geven een accoord, dat boeit
en treft. Is het alleen de zu iht naar het on
gewone, die ons met deze.klenrcombinaties
vrede doet hebben... ik geloof het niet.
Het is in werkelijken zin nieuw ontdekte
schoonheid, die ons een blijde verrassing
schenkt. ALLKGEA.
iiiiiiijimiiiiiiiiHiimHiimiiiiiimMiiiiiMiMiiiimiiiiimiiiiiiiiMimliiiii
de bloem twee andere handjes op, die niets
geven, maar wel iets wenschen te ontvangen:
twee roode draadjes, tot nu toesaamgebogen,
splitsen zich eerst na het afgeven van het
stuifmeel; zij nemen gaarne iets aan van de
b ij'j es, die nog steeds komen honing snoepen
in de bloem, als het stuifmeel al lang is uit
verkocht. _^ ?)1
Juist dat stuifmeel, van andere bloemen
afkomstig, mogelijk wel van een andere
Hamamelis-heester uit de buurt, is het
gewenschte loon voor het te voren zoo vrij
gevig afgestaan stuifmee1; de zoetgeurende
honimg was het lokmiddel; de winst is een
goede vrucht- en zaad-vorming.
E. HEIMANS.
Foto op \) van bloeiende Toover-Hazelaar (Hamamelis Japouica).
Goudgeel met purperrood.