De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 5 maart pagina 5

5 maart 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1758 DE A M S T E II D A M M K R WEEKBLAD VOOR N E D E R L A IX I). ^- V' \ttf' ^~ï^^r:; :^'^lvïfê^^X' JÜTl" '?' '"? V1-""-'," / ",v'^' '°-> ;''--'? v~'-l" V/-0<'-"' \"'^X' ' .r';ü'^'" - ^>-;X^»^^-r.'A:"." ?'7i-:/-/'1.. HIIIIIIIIIH MIMIIII " De twee acties roor 7ronwcntiesrectil. Geachte RedaksiéJ Op het atnk van de heer van der Goes Twee akties voor Vrouwenkiesrecht" ant woord ik niet, alvorens v. d. Gaes op mijn artikel en mgn vragen in De Amsterdammer van 29 Jan. ingaat, die naar ik hoop door d» late beantwoording niet bjj de lezers in 'tjvergeetboek geraakt zijn. De heer v. d. Goes maakt het zich te gemakkelik door de lezers het bekende dogma de seksestrijd doet afbreuk aan de klassestrijd voor te honden, niet over mijn argumenten te spreken en enkel van de gelovigen trouw aan het onomstotelik dogma te verzoeken, in plaats van zakalike wierlegging Van mijn redenering te beproeven en blyk te geven van kennis van het wezen en werken der aangevallen vereniging. Das, ik bljjf er bjj, ondanks het wraken van inijri tii el, het is de verdienste"' van Kardinaal van der Goes, dat hij ook hier weer hetzelfde standpunt inneemt als de lagere geestelikheid der S. D. A. P., d. i. dekreteren en niet debatteren. EB toch hal den de voor haar recht opkomende vrouwen reden wat anders van v. d Q. te verwachten, getuige zijn mooi artikel over Vroavenkiesiecht in het Weekblad van Het Volk van 24 Febr. Het is jammer van die grauwe staar, die bij helderziende socialisten plotseling op komt, ah er sprake is van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht. MAETINA O. KRAMERS. Botterdam, 26 Febr. 1911. UIT DB NATUUR. Kykjes onder water. Als het zoo stormt als dezen morgen, met zware luchten en heftige windatooten, die de pauzen vullen tm°scken kille regenvlagen, dan ziet ook de ijverigst* natnmrvriend er tegen op het vlakke veld in te gaan. Wie verlangend il te zien, of er wat valt waar te nemen van het aankomen der trek vogels, en dan bij het ophalen van de gordijnen de stadsmeeuwen ziet worstelen tegen de ge weldige rnkvlagen, die stelt zyn verre wande ling tot een gunstiger Zondagmorgen uit. Gelukkig zij, die dan een flink botch in de buurt hebben, waar de wind de booratoppen betpeelt als harpsnaren en het luw en rustig is op het dikke, soppige moskuisen. Wie dat moeten miseen, zooals wij Amster dammer?, die denken dan dadelijk aan het strand; daar is het dan goed met eb; maar je moet niet verkonden wezen of pas ver kouden geweest zijn, anders is de kana groot, ADDEÏ^DEL Hondje gaf graag. Een buitengewoon milde en weldadige hon l wordt aangetroffen nabij Londen Deze dropneus, een zeer fraaie en bloedechte bu'l-terriër, is de clou van bijna elke hondeutentoonetelling in het Vereeniede Koninkrijk en elders, en heeft daardoor in het afgeloopen jaar een klein kapitaalije aan geld-prijzen gewonnen. Zijn bas?, evenwel, mr. E. T. Pimm, is een rjjk man, die vinit, dat hij genoeg heeft aan de eer en 't niet noodig acht de verdiensten van zijn hond op te strijken. Hu besteedde het sommetje das voor een alleraardigst doel en bezorgde aan 700 arme kinderen een prettigen avond met net zooveel kopjes chocolademelk aU ze berg n konden, en net zooveel belegde broodjes en taartjes als ze lustten. Den vol genden dag ontving Sa m La vender (dat is de naam van 'c hondje) een brief van de kin deren om hem hartelijk te danken voor zijn tractatie. Kunstmatige zomer. Zeldzaam veel zorg en hart voor haar tuin heeft een zekere Amerikaansche dame mrg. Underwood te Hutchenson. Was het haar teer, vrouwelijk hart, dat haar medelijden deed voelen met de arme boompjes, die in den winter zóó/eel te verduren nebben van den kouden Noorder wind? Ik weat het niet, maar zeker is het, dat zij de fijne vruchtboomen, die in haar tain staan met moe derlijke zorg koestert. Zij heeft om de winterkoude van de téedere p anten te weeren, een groot aantal petroleum-kachels in haar boom gaard geplaatst, die daar een aangename warmte verspreiden en, nacht en dag bran dend, het kiemende hout voor bevriezen be hoeden. Uit een commercieel oogpunt is deze methode natuurlijk te duur, want de kachels verslinden een mas a petroleum; maar... er het heel e voorjaar niet weer af te komen. De stalsmerscb, die zijn dagelijksch brood binnen vier muren moet verdienen, schrjnt niet best meer tegen die zilte fel bewogen lucht te kunnen; zijn slijm'liezen zijn ver wend, of bedorven, zoo ge het noemen wilt; en trotseert zijn verlangen naar da natuur ook in deze dagen het stormgeweld, dan heeft zijn zakdoek geen rust of dnar. Trouwens er zijn ook maar weinig dieren die bij voorkeur met kouden sterken wind op de vlakte komen ; tot de meeuwen en schol eksters toe wachten achter bet duin of in de luwt» van kale struiken de eb af en komen dan haastig schrokken, om zoo spoedig mogelijk weer beschutting te zoeken. In dit opzicht zijn de zeedieren er het best aan toe; zij ht-baen weinig las; van koude en wind, eenige maters onder de bewonen oppervlakte en een eind j s voor de branding ia het altijd rustig; en de temperatuur van het water verschilt op wat grooter diepte, op onze breedte althans, in den winter weinig van die in den zomer. De groene of soep- schildpad (Chelone Wydas>). De gestreepte vipcfje» &i(n Therapons, de hjoge gestippelde een Argne-visch (Scatophague) de onderste groote is de Javaaneche Lu t jan. Links en rechts degenkrabben. Alle levend in het achterste rechter bassin van het Aquarium van Ar t b. toch zal de zorgïo'le tuinierster er in 't komende najaar de vruchten wel vanp'ukker. * * * Ringen. Er is eenige kans, dat de gewone, onversierde, gladde gouden trouwringen uit de mode zullen gaan: in acdere landen althans begir. t ten opzichte van dit sieraad reeds eenige meer dere luxe te heerschen In Engeland worden thans reeds door de hoogere standen ringen gedragen met kostbare edelsteen en. Vooral de diamant, de zuiver witte, wa'er heldere diamant, is voor dit doel gezocht: parel ea opaal echter worden gemeden, daar het bijgeloof aan de beteekenia deze jnweelen minder opwekkende voorzeggingen verbind'. Robijn en Smaragd echter worden eveneens al j sieraad der verlovingsringen aangewend: rood is de kleur der vurige liefd-, gro^n de kleur der hoop. Voor hen, die mi ader gefortuneerd zijn, kunnen fraaie kristallen aU ametbyaten en topazen den edelsteen remplaceeren. Een ring, met Lapis Lizuli ge monteerd, is onder sommige bijgeloo?ige mannen (en vele Engetseheia eijn bügeloo 'igj zeer in trek, want de zachte blauwe kleur van dit kwarts voorspelt stil geluk en een rustig, onbezorgd leven. Ook in Frankrijk is de ringenmoda ia evolutie. De gladde ring maakt in Parij a, voornamelijk in artistieke kringen, plaats voor de door kunstenaars ontworpen en door kunstenaars uitge roerde gedreven en gegraveerde ringen, die vaak meesterstukjes zijn van goudsmidskunst, en die in gravure en ornament niet zelden fijn-gedactite en zinrijke symbolische beteekenis hebben. Een beweging van geheel anderen aard ten opzichte van de ringen maakt onder de Orthodox Grieksche Christenen in Risland aanhangers. D&£r wil men name ijk den vtriovinge- en trouwring geheel afacüaffen, omdat hij van heidenschen oorsprong is. Arm Rusland! * * * Daar is het dierenleven dan ook rijker en de levende wezens meer afwisselend van ge daante, van vorm en kleur en grootte, dan ergens anders op aarde. Maar dit rijke leven valt voor ons weet gierige mengchen zoo zelden In de natuur waar te nemen. Er zijn maar weinige plekjes op aarde, waar ge van boven van de kust of uit een bootje wat kunt opmerken, van het geen er leeft tusschen bodem en oppervlak. By San Franc'sco, in de Antillen en Molnkken-zee en somtijds in de Middellandache zee gaat dat nos. Dat is evenwel e?n schrale troost voor iemand, zooals gij en ik, die den vrijen morgen aan studie in de natuur willen besteden. Wie geen brood kan krijgen, moet maar korstjes van pastijen eten, zegt een oud spreekwoord, en gedachtig daaraan liet ik ook het stormachtig strand tot beter dagen op mij wachten en trok ik zonder extrazakdoek het Aquarium van Artis ie. Inderdaai dat zijn korf-tjes van pastijen; surrogaat, het is zoo: de tropische zee in een bekten van l by 2 bij 3 meier. Mae r wat ge ziet, raakt dan ook niet eerder nit hei gezicht dan ge ze.f verlangt; dat is ook een voordeel, en een dat niet gering is te schatten door iemand die meer verlangt dau het vluchtig kijkje op hun vorm en kleur, op hun doen en laten, dat de vrije dieren onder water ons mensjhen gunnen; en dan nog zoo zelden. Nog aitqd, hoewel ik er nu al zoo reel jaren geregeld stadeer, kom ik dadelijïbij het bint enkomen van die groote hal onder den indruk van de onzichtbare weield die hier voor ieder te kijk is gesteld. Hisr hebben wij de stille waterzone, de kalme diepte, waar geen stormen woeden, al slaat daarboven de wind de golven tot schuim. Vooral 's morgens vroeg, als er geen mensch komt kijkem kunt ge n daar zoo rustig ver diepen in de geheimen van het onder .eesche leven. Geregeld gaat er wat ouds af en komt er wat nieuws bij; in de laatste maanden trekt mij iets onwillekeurig en steeds weer raar rechts achter in de zaal, iets dat ik nog altijd met genoegen zie en nog lang hoop te kunnen zien. Het ii niet eens iets zeldzaams, een heel gewene zee-tchildpad; de ze f de diersoort waarvan wij allen misschien wel eens c*ite of stellig fantasie-soep hebben gegeten. Dat diar zwemt daar zoo gezond en welgedaan door zijn enge zee of hij nooit ruimer sop Poeijt-i van pottj s. Ia Parijs klaagt men er in den laatsten tijd allerwege over, dat zoovoel katten, die soo s de lieveling» n 'ijn van 't huisge in, spoor loos verdwijten. Vooral op zwarte poesjes hebbtn, naar 'i schijnt, de kattenjagers bet voorzien. Men brengt het verdwijnen der katten namelijk in verband met de vraag naar bont, die geiureode dezen winter meer dan ooit van belang was. Vooral ook was zwart boet in trek, vandaar dat de dieven zich vooral toelegden op het pakken van zwarte ka je?. Vindt ge 'c niet griezelig, lezeressen, dat ge misschien wel een poep j e van een Fracsch poesje draagt? ' Ratten. ? Een stad, waar ik een dag of veertien geleden niet graag m'n voeten zon gezet hebben, is hei EngeleeLe E sex, waar een groote rattenplaag geheerscht heeft. Galukkig heeit de stedelijke regeering inge grepen en door krachtige maatregelen een verdelgingsoorlog tegen dese kleine roovers geboerd, die ongeveer twee en een haif hon derdduizend stuks heeft opgeruimd. Men heeft uitgerekend (maar ik durf er niet voor instaan, dat de som precies sluit) dat de ratten ongeveer voor ? 15000 per week vernielden. Het is dus ook geldelijk een stevige be sparing, dat men zich deze plaag van den hals heeft geschoven. Elke rat at voor onge veer ? 5 per jaar op, volgens de berekening van menechen die er ve stand van hebben. En nu heeft men bovendien een aardig voordeel uit de zooveel duizend rattenvelletjes, die gelooid worden en voor het glacéleer van handschoenen gebruikt. ALLKGEA. Mand Tan Tijdschriften. De Vrouw en haar Huis, No. 11: Een mooi haismeubel. Beatrice's III, naar Matilde Serao. Bouw en gang van onze staats had gekend, en ia zoo mollig dik en vet dat het een echte-schildpadsoep-eter wel meet doen watertanden. Maar met zulk eetlustige rerlangens be schouw ik mijn schildpad nooit; al kan ik mij erin denken. Voor mij is dit dier heel wat anders. Misschien ben ik vooringenomen, maar ik vind het een beauty, een schoonheid in zijn soort. Zijn gevulde buikje, zijn mollig halsje zijn zoo heerlijk wit; zijr velletje zoo fijn van stof, net atlas zijde; zijn kopje is zoo prachtig wit met zwart geteekend, zijn oog heel groot en zwart als git en zijn nek zoo vol met ^ezondheidsplooien, gelijk een kind ah een wolk", dat ik niet geloof dat er ooit mooier soep-schildpad ter wereld bestaan kas. En nu heb ik nog niets gezegd van zijn schiU; da' is niet als by ande e soorten ge vormd uit aaneensluitende platen, neen of het een Japanner bedacht en geschilderd had, zoo liggtn de vier-, vijf- en zeshoeken alle n millimeter van elkaar verwijderd; en die tusschemuimte is weer van het zuiverste roomwit, dat ge denken kunt; er ligt als een wit net tusschen de groote echt schildpadkleuri^e polygonen. Teekenen kun je zoo iets niet; je moet het schil ieren, en dat is al gedaan ook, door Dysselhof, ala ik het wel heb, en gekiekt ia hut mooie jonge dier ongetwijfeld ook al; maar scbiliery en foto geven toe a maar een zwak idee van wat het is. Ge moet hem komen zien, liefst 's morgens vóór by ziehzat heeft gegeten; wan t hij hond t van eten,en is naden maaltijd op zijn gemak gesteld, zooals meer dieren. Maar 'a morgens is er van de tradioneele schildpadtraagheid heel weinig te bemerken; trouwens die karaktereigenschap spreekt sterker bij de landschildpadden; zee dieren zijn zeilen traag; ze moeten vlug weten aan te vallen en nog vlugger een aanval te ontwijken. Menechen, die onze Chelone in zijn vader land (dat is zoo wat de heele tropische en half tropisctie wereld) en in zijn element hebben bestudeerd, zeggen dat het bijna even moeilijk is een schildpad te bes'uipen, die aan de oppervlakte zwemt of drijft, als bij ODS een grazende gans te verschalken ; zoo waaksch zijn de spelende of etende schild padden ; beaaKe in zekere omftaHd'gheden van bun leven, waarbij het behoud van de soort in het spel P. En nog iets goeds wordt van hem beweerd, De nieuwe mode. machine III, door A. de Hoottnz. Huis vlijt in het Engelsche Lak e-district, door P. W. Macdonald-Reynvaan. Een vreemde ziekte, door Eejee. Vlechtwerk in riet en raffia II, door Gerarda Lely. Dorps vrouwtjes II, door Georg Grünenwald Kzn. Kinderkleeding. Parijsche reformkleeding, door Elis. M. Rogge. De Ene de la Paix" te Parijs, naar Elsonor H. Brainerd. Japonof blouse-versiering, door D. L. Römer-vaa Kooten. Toiletten. Elck wat wils. Eenvoudige hoedenpenneu. Boeken voor kinderen. Over knippen en naaien. Nieuwe uitgaven. Berichte*. iets waaraan menig ander schepsel een pmntje kan zuigen. Het zyn gezellige dieren; bij keele scholen eten, slapen, reizen en spelen ze samen, maar van twist en krakeel, van brtodny'd en afgunst is geen sprake; ze verdragen elkaar en honden vrede in voorspoed en tegenslag, in overvloed en gebrek; misschien is een der oorzaken hiervan dat hun tafel, de zeegrasvlakte zij het periodiek altijd zoo ruim gedskt is en het versnaperingg-vischje nooit ontbreekt; en er n andere oorzaak, dat gezonden en weldoorvoedenschildpaddei het geluk beschoren werd, niet dagen alleen, maar maanden misschien een jaar te kunnen vasten. Hoe het ook zij, hun inborst is voorbeeldig. Onze Artis-gast schijct in de eet-periode te zijn ; die kan wat op en is geen geboren vegetariër ook, zooals van zijn goortgenooten o. a. in Brebm wordt verteld. Alt het t» gen etenstijd loopt, betuigt hij zijn appetijt door zijn natte woning in alle richt'.ngen te doorkruisen; büzwemt op zijn rag op zijn buik of op zijde altijd even sierlijk en vlug; zijn voorpooten waaraan geen teenen te herkennen zijn, slaat hq omhoog, de witte onderzijde naar buiten gekeerd, zoodat het blanke duivenvlengels lijken; de achterpooten gebruikt hy tegelijk, maar op de wijze van roeispanen of vinnen. Zooals hij daar schiet door 't heldere water is het visch en vogel te gelijk; en was er het zware rugpantser niet, hij met zijn papegaaienbek zou de overgang tusschen reptiel en vogel voor ieder leek aannemelijk maken. Het snavelachtige van zijn bek komt het beste uit, als de oppasser even de vinger tegen de ruit hoadt; dan komt het mooie dier er op af, de prachtige groote git-oogen die, als van een mongool, schuin Daar boven staan, flikkeren even; en de onderkaak met de hakige punt wordt zichtbaar; bij gesloten bek is die in de scberprandige bovenkaak opgetrokken. Tanden heeft de schildpad niet, evenmin als de vogels, maar, net als «ommige vogels, wel fljngezaagde kaakranden. Hoe gulzig onze schildpad ook schrokken kan, de prachtige tropen-viecbjes die hem omzweven, laat hij met rust, ook het rare grasgroene dier dat hem sedert weken gezel'Chap houdt en als een zoölogisch raadsel over den zandbodem scharrelt, de beroemde degenkrab Limulus; daarvan zal ik u cog wel eens wat vertellen. E. HBIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl