De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 12 maart pagina 3

12 maart 1911 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 17C.9 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. laatste stokje nog eens aandachtig over, om na te gaan of 't ook altemet aan hém la;, dat van die machtige herinnering slechts zoo'n gering deel het zjjne meid. Tot m'n heuschen spijt moet ik nochtans bekennen, dat ook na tweede lezing mij van die somber grootsche werkelijkheid maar bitter weinig gebleken i». Hetgeen ik oprecht betreur ... zoowel voor de schrijfster als voor mezelf, want ik had 't zoo gaarne mee-genoten. Nu is n van tweeën mogelijk: óf de schrijfster heeft wél een machtige herinnering enz. gehad, maar wist dezelve met aan ons mee te deelen en dan heboen we hier weer eens voor een keer te maken met de onde kwestie van den antenr, die soo buitengewoon zyn best doet, doch wiens goddelijke kunst-adem het publiek aan gene zijde van het voetlicht niet bereikt en das ook niet behaivert, zoodat hij, ondanks al zjjn moeite, gelijk zoovelen, z\jn hoop en glorie ziet opgaan en verdwijnen in den iüfernalen gloed der genoemde nederige kleine maar o zoo fnuikende vlammetjes, die all een verraderlijke branding de rijke kuit der publieke belangstelling omringen; of de schrijfster geeft one zoo <rel door den stijl als den inhoud harer verhalen wél een getrouw en volledig beeld van haar herin nering, die we dan echter moeten kwalificeeren als te zijn van een beschaafde dame, dia zeer zeker een eigen, frisschen en zelfs fiksen kijk op dingen «n toestanden heeft, die op reis ongetwijfeld meermalen ontroerd geweest is door wat ze zag, doch wier kijk ?ooit machtig of grootsch was, wier kijk kortom zich tooit tot een visie verhief. Vooralsnog schijnt mij de laatste vooron derstelling de meest juiste en zij gaat op voor den gebeelen bande'. Wan", 't wil mij voorkomen, dat de schrijfster nu niet be paald 300 buitengewoon (haar) best" gedaan heeft. Integendeel lijken al deze impressies neergeschreven met een gemaklijke en reso lute voor t varend beid, die wel is waar frisch en levendig aandoet, doch zich ook nergens verdiept, verzwaart, verinnigt tot ernstiger kunst-prestatie. Van dat bijzondere diepere kenmerk, het welk men een eigen stijl noemt; van nauw gezette woordkeui; van verzorging des zins (o, Kollewijn!) is dan ook doorgaans niet veel te bespeuren in dit boek. Luister al maar dadelijk naar het eerste zinnetje, en l»t op de smakelooze opeenstapeling van voorzetsels: .Kloek en kantig ftaat 't kleine gebouw van Ie Pdtit Cc d'et" op een rots van de kust van Smaragd in Bretagne." De cnrsiveering is van mij. Ook met de leesteekens neemt deze auteur 't niet zoo nauw. Op blz. 5 bijvoorbeeld worden we plotseling, gansch onvoorbereid, opgeschrikt door den uitroep: We gaan met niemand om!" (welk uitroepteeken ik gaarne ook zou cnrsiveeren, als 't maar kon.) Waarop men geneigd is met een beleefd, zachtzinnig, maar niettemin afwerend hand gebaar te antwoorden: Hond n kalm, we geleoven u toch wel." Over het algemeen zijn deze stukjes te beschouwen als goed geschreven reis-brieveo, en het meer vrije, ietwat romantische Een Idylle op Capri" is eveneens niet andtra dan zoo'n brief, in novelle-vorm. Gewichtigheid is ten eenenma'.e vreemd aan dit boek, en misschien wilde de schrijfster 't ook niet anders. Wanneer men 't ten einde gelezen heeft, is 't alsof men een avond heeft doorgebracht met iemand, die veel en ver gereisd, goed om zich heen gekeken en dan ook heel wat gezien heeft; en die dit alles zonder hinderlijke geleerdheid,- smakelijk, soms zelfs geestig weet te verteller. Nu behooren r eis-verhalen, dank zij de afwisseling en het onbekende der onderwerpen, allicht tot de aangename lectuur; doch 't is niette min opmerkelijk met welk een prettige en rustige opgewektheid al deze indrukken van begin tot eind zijn neergeschreven. Er is nooit eenig spoor van vermoeienis cf inzinking. De eene baitenlandsche bezienswaardigheid na de andere trekt zoo niet in vogel dan toch in mailtrein-vlncht aan uw geestee-oog voorbij. Meer dan eens zoo men wenechtn, wat langer stil te staan, zoo'n oud gebouw, zoo'n imposant nat uur-t af reel wat nader, meer in bijzonderheden te beschouwen; doch degeen, die aan het woord is, laat n daar den tijd niet toe. Dit ligt niet in haar... temperament, vermoed ik; en u ver wij 11 nog by een vorig beeld als zij alweer aan een volgend bezig is. Dat dit niet tot een hopeloone verwarring in uw bol aanleiding geeft, is al ff eer een gevolg daarvan, dat de stof, die deze dame n voorzet, licht is, hetgeen het arrangeeren zeer vergemaklijkt. Immers, gewoonlijk waren de decors van het vorig beeld" niet van zoo zwaar gehalte, of ze konden vrij spoedig door andere worden ver vangen. Bij deze literate zou men dus mis schien van de qnalités de ses défaats kunnen spreken. Een staaltje van mej. Visserings begchrqftrant wil ik u niet onthouden en dit kan dan tevens gelden als toonaangevend voor het geheele boek, want deze impressies be zitten de deugd der gelijkmatigheid, We zijn bij een tarantella-danseres op Capri: Carmelina had haar schoentjes uitgetrok ken en plaatste zich midden in het vertrek. Met een scherpe rauwe stem begon de grootmoeder een eentonig lied te dreunen, telkens 't gezang cadanceerend met een lang aangehouden neusklank; sij sloeg met de dorre bruine mummi-vingers op de tamboe rijn, den takt (vat ik zoo vrij ben een stevig Germanisme te noemen. E) aangevend met een forschen du malag. EQ Carmelina danste, danste om er geen oog van af te houden. Zij danste maar voort op de kleine ongeschoeide roodgekonsde voetjes, in de breede streep van licht. Zij danste met de heerlijkste bewegingen van een prachtig, tenger, lenig lichaam, 't hoofd een weinig naar achteren gebogen, n hand in de zij, de gloeiende oogen diep weggeechnild achter de zware bruine oogleJer, de lange wimpers op 't rozig bruin der wangen, de roode lippen half geopend, adem loos; 't donkere van den bruinen hals en de tengere handjes geestig komend uit een hel gekleurde rose blou-e; 't kroesig haar meegaand in 't zacht bewegen. Zoo danste zij maar altijd voort, in de breede streep van licht. Een harde s!ag op de tamboerijn, een luide nasale galm van de oude vrouw, en Carmelina stond plotseling stil." Met opzet koos ik dit fragment, daar men door middel hiervan misschien nog het beate de waarde van m>j. Visaering's talent kan vaststellen, wanneer men n.l. deze beschrij ving even wil vergelijken met van Looy's meesterlijke Tango, dat op een dergelijk on derwerp geïnspireerd is. Zoo is 't ook met de weergare van het stierengevecht, waar aan zij zich keiaas gewaagd heeft en dat naast van Looy's bekend prachtstuk maar poovertjes aandoet. Aardig is het scene-tje tuaschen het mooie herderinnetje en den herder, dip, vrijend, ongestoord haar de hand blijft strelen, ter wijl hij de reizigers den weg nitduidt. Zoo zijn er meer goede details, die het boek per elot van rekening toch wel lezens waard maken. J. EVERTS. ttten, CoBKESrONDENTIE VAN CHATEAUBRIAND. L. Thomas, die in de laatste jaren verscheidene seriën onuitgegeven brieyen van Chateau briand bekend gemaakt heefr, zal nu de ge zamenlijke correspondentie van dezen be roemden fchrijsrer en staatsman, voorzien van inleiding;, bronnenopgave en verklaringen uitgever. Het werk wordt geraamd op vijf deelen, terwijl mogelijk nagekomen brieven in een supplementband zullen worden opgenom^r. De uitgave zal in diie jaar com pleet zij D. EENE ONBEKENDE GESCHIEDENIS VAN KAREL V. De Franache BiMiothèque Nationale kwam onlangs, zooals Prof. Morel in de Académie des inscriptiois et belle -lettres mededeelde, in het bezit van een merkwaardig en om vangrijk manuscript uit de zestien Ie eeuw, hetwelk eene tot nog toe onuitgegeven ge schiedenis van Keizer Karel V bevat. De ! auUur, Hugues Cousin, was afkomstig uit de Franche-Comté; zijn broeder Gilbert Cousin was secretaris van Erasmus. Hugues werd in het jaar 1548 tot hoffoerier van Karel V benoemd en bevond zich als zoodanig meer malen in de naaste omgeving des keizers. Zijn in bet jaar 1556 afgesloten handschrift geeft talrijke uitkomsten over geschiedkun dige gebeurtenisèen zijns tijd?. BoEKVERKooriNO TE LEIDEN. Van 29 Maart tot 7 April zaïDij de firma Bargeredrjk en Nier mans te Leiden eene uitgebreide boek verkooping plaats hebben. De catalogus (pl.m. 5300 nrs) hèrat standaardwerken, nieuwere handboeken, komplete reeksen van periodica, zeldsame boeken en curiosa op hes gebied der rechtsgeleerdheid, staathuishoud kunde, geschiedenis en aardrijkskunde, god geleerdheid en wijsbegeerte, Oostereche talen, klassieke letteren en geschiedenis der ondheid, nieuwere taalwetenschap, kunstgeschie denis enz., o.m. afkomstig van mr. W. Benier, advocaat en procureur te Haarlem, Mr. B. Formijne, advocaat en procureur te Breda, Mr. H. G. J. Boekholdt, rechterlijk ambte naar, Ned.-Indië, Dr. O. SchreudeM, dr. in de klassieke letteren en leeraar aan het gymnasium te Alkoiaare.a. Te zien Maandag en Dinsdag 27 en 28 Maart. ra De Nieuwe Oidt, Maart 1911: Herman Heyermans, Beschuiten met muif jee, (slot). 8 G. Riddingius Van Harlingen, Verzen. Dr. D. G. Jelgersma, Een persoonlijk feit. Dr. J. D. Bierens de Haan. Korte Dupliek. Herman Eobberei, Kleine Piet en het Nieuwe Jaar. Aart van der Lseuw, Gedichten. Willem Klooe, Literaire Kroniek. P. N. v. Eyck, Buitenlandsche Literatuur, ens. Oioot Ned rland, Maart 1911 : Cyiiel Boysse, De vroolijfee tocht, I. Louis Couperus, Antiek Terisme of de reis door Egypte. Jan Walcb, In het Britfch Museum. J. Torstee?, Naar het Eindp. Dr. Herman Felix Wirth, Hervorming en Wedergeboorte, (slot). I*. Q'ierido, Goethe Snakespeare, IJ. Dramatische kunt. Literatuur. Onze Etuw, Maart 1911 : G. Polvlie', Benige beschouwingen naar aanleiding van het kmtdefensie ontwerp. Eirik Homborg. De Fineche kwestie. Prof. Jhr. B. H. C. K. van der Wyck, Oude Framcbe Socialistf n. Dr. N. van Wijk, N. W. Gogol (1809-1852) - enz Etstvier's Giïllutlreerd JUaand.'chrift,, Maart 1911: Ary Delen, Jarces Eneo'. C. W Lnnsingh Seheurleur, Een verzameling van Griekeche kunstnijverheid, III, (elot.) Franz de Backer, Dropmuziek. C. F. Grjsberti Hodenpijl, de Frarj'.cheoverheerschirjg, IV. Helene S warth, Winter- Sonnetten. Peter Dumaar, Gijsbert eu Ada. Frans Thiry, De sproke van den ridder met het kroetker. Kroniek. Boekbespreking. R. W. P. Jr., Een kalender en boekiüustraties van Caris Lebeau. In memoriam P. Dunorjt, enz. » DJ Vlaamsche Gids, Maart?April 1911: Dr. I. v. d. Ghinst Jr., Zeven brieven van Multatnli, (dot). Marie van ZidelhtffMinnaert, Het volk der Friezen. Jan Jane, Tail Uilenspiegel. Maurits Sabbe, Nederlandeche letterkunde. Leo van Kie), Francche Letteren. M. Baase, Engeleche Letterkunde, Tijdschrift voor Wijsbegeerte, Januari 1911: J. D. van der Waals ir.. Over de onder stellingen, die aan een statistische verklaring der natuurwetten ten grondslag liggen. L. H. Grondrjs, De E. K. Kerk en deaiVammingsleer. H. van Treslong, Het Socio logisch begrip van den invloed De Plo'g, No. 9: lp. Querido, Muzikale kroniek: Literatuur. W. Sreenhoff. Schil derkunst: Teekenen van Ontwikkeling,!. Prof. Duccan, Het vastleggen der stikstof: Wat de mensen vermag als de nood dringt, IT. (Uit Techniek en Wetenschap) Saro. Goudsmit, Jomtofavond, Esn elegie van den laatsten jood. L. Simons, De Hagespelers en Shakespeare, en?. Den Gulden Winckel, Xo. 2 : Dr. A . 8. Kok, Johannes Kneppelhont. Andre de Ridder, Induitrieele Maatschappij Trompenburg, Amsterdam. De gferuischlooze Spyker Auto. 1911. Heb ik het ja niet gezegd, tante Anna?" herinaerde haar een buurvrouw. Ik zag het wel aankomen! Ik heb alüjd gezegd, dat jouw Joaquim het »er zou brengen/' Wel, je hoefde 'm maar aan te kijken, om dat te weten. Z'n oogopslag alleen al l Is 't waar of niet, tante Josepha ?" Net zoo," beaamde de:e. De jongenwa» hier iedereen te vlug af. Als die niet een rijk heer werd, wie dan wél ? Daar heb je nou Antonio van den molenaar, die naar dien rijken neef van zijn vader in Brazili ging en na drie maanden weer terug kwam, omdat hij heimwee kreeg, en nou hier ge woon daglooner ie. Wel mensch, dat die voor niks anders deugde, had ik je altijd wel kunnen zeggen." Tante Anna, gevleid en toch weemoedig, lachte en schreide om beurter. Een gevoel van voldoening over den voorspoed van baar jongen verzachtte haar tranen, terwijl het stralende van haar glimlach getemperd werd door eene verdrietige aandoening, die zij zalf niet onder woorden wist te brengen. Twee dagen na ontvangst van den brief kon men de beide oudjes naar Braga zien slappen, uitgedost in hun Zondagsche kleeren, dezelfde waarin zij gewoon waren naar de Pinkster-jaarmarkt te gaap. Zij was wat netjes in haar donkere serge rok met breeden zoom van onderen, van boven in ontelbare plooitjes aan den batd gerimpeld, een laag lijfje zonder mouwen van geel katoen, bezaaid met groene bloempjes, een wit linnen hemd met wij de mou wen, die met een smalle manchet nauw om de polsen sloten, fijne kousen, en muiltjes van groen laken met gelakte puntjes. Een witte hoofddoek, onder de kin geknoopt.en de nitu we roode Bchoudermantel, met zwart fluweel omboord voltooiden de klesdicg, die zonder den stijfgestrekerj, met frarje versierde zak doek, die zij in de hand droeg, niet volmaakt zou geweest zijn. Haar man prijkte in z'^n beste lakensche broek, die, dank zij het lange liggen in de kist, statig in de vouwen zat; de nauwe, aansluitende pijpen waren van o aderen ver wijd, zoodat ze een gedeelte van de voeten bedekten, maar niet zóó, of de bonten schoenen bleken nog goed zichtbaa'. Verder droeg hij een geel vest met twee rijen g'azen knoopan, een blauwe jas mst korte panden, hoogen kraag en tot op de vingers neer hangende mouwen. Een vilten puntige hoed dekte zijn hoofd en onder de arm droeg hij zijn rood-katoenen zonnescherm, waarvan de beenen knop een prachtstuk van kunstig snijwerk was. In Braga vonden zij al gauw een fotograaf, die hen voor weinig geld een goed portret beloofde. Naast elkaar staande, de man met de hand op den schouder der vrouw, met starende oogen recht voor zich uitziende, zóó lieten de oudjes zich fotografeeren voor hun zoon en zijne rijke bruid, daarginds, ver weg, in Brazilië. Zooalf altyd, als de mail binnen was, gin gen ook nu een paar vrouwen in Izabellinha bij Thomé, den apotheker, vragen of zijn zoontje de brieven mccht komen voorlezen, wat deze toestond, en opgewekt gingen allen naar het huig van Bsnto om de brieven af te haleu. De jongen klaute-de op een muur, waar hij een geschikte zitplaats in de schaduw uitzocht en liet zijn beenen, die gewoonlijk onder het voorlezen op (ie maat heen en weer slingerden, langs het muurtje bengeien. Om hem heen stonden de mannen en vrouwen, met open mond, in aandachtig luisteren verloren. Een voor een las hij luid en langzaam da briefen, die zij hem toereikten. Geheimen had men niet voor elkaar, in eikaars vroolijke of treurige berichten werd door allen gedeeld. Tante Anna, die niet meer zoo vlug voort kon, en later dan de anderen aangekomen was met haar brief, kwam het laatst aan de beurt. Haar zoon schreef do portretten ontvangen te hebben, maar ze niet mooi te vinden. Hier begon tante Anna'* mond verraderlijk te beven. De brief eindigde aldus: Het beste zal zijn, dat vader en moeder niet naar Braga, maar naar Oporto gaan en daar in de Rua das Flores bij de firma Nogueira & Si mijn compagnon Jo^éda ilva Ferreira te spreken vrager. Die zal dan wel verder zeggen, wat jullie doen moet." Andreiinho legde nog tens uit, met zijn beenen tegen den muur schoppend om er meer nadruk op te leggen: Heb ja hst begrepen, tante Anna? Hij wiJ, (én trap tegen de steenec) dat jij en je man naar Oporto (twee trappen) zult gaan om daar met zijn compagcon i beenen voor uit gestoken, terwijl hij den naam zocht) Joséda Silva Ferreira (oeecen neerplcll'jnd) te spreken. Begrepen ?" Jawel, mijn jongen, ik heb het begrepen," kwam zuchtend het antwoord van het moe dertje en stil met een droevige uitdrukking op het gerimpeld gazicht, ging zij weg, inplaats van ala anders met de vrouwen nog wat na te praten over het nieuws. In de ijr,erzaak van de firma Nogueira & SA stonden tante Anna en haar man al sedert esn uur te wf.chten op de komat van den compagnon van hun jongen. Einrïelg'k ver scheen hij, een welgedaan mar>, met slimme oosten, waarin veel hardst en een rond buikje, waarop veel goud lag. Zoo, en dat zijn dus ds ouders van mijn compagnon, Lè." Om u te dienen," antwoordde nederig het paar, waarna de Brasilif.an. zich tot Ncgueira wendende, vroeg: ..Tg alles boven klaar gelegd? Het ia tijd, dat we gaar." Alles is in orde," antwoordde de ijzerhandelaar. Zoo, gaan jullie dan eens met dezen heer naar boven, maar gauw voortmaken, té!" Tante Arna, gevolgd door haar man, klom raar de tweede verdieping, waar zij in een Fransche Letteren. Annie de Graafl, Russische Letteren, enz. Vragen van den Dag, afl. 3 : Prof. dr. F. J. L. Kramer, Uit hit verleden der Finnen. Voortdringen der slavenkin Duitgch Oostenrijk. H. BI., Het ontstaan, de ontwikkeling en het karakter der steden in Nederland in verschilleode tyden. (Brugmans en Peterf) Eoka, Het bedrijfamedebpzit volgens mr. Van de Laar en het (Christen) Socialisme. Mr. J., Administratieve Rechtspraak? P/of. mr. A. H. Struycken). K. L'jndrajer, Nederlandsche Historieprenten (1555?1900). (Patenatlas van G. van Rijn, met medewerKin* van prof. dr. G. W. Kerrkimr-), enz. Or-ze Kunst, No. 2, '11: Max Roose?, Da V aatnscne Kunst in de XVIIe eeuw tentoon gesteld in hst JiibJpaleis te B/ussel in 1910 (Vervolg). Julius de Boer, Jan Tocrop (Vervol?). Kunstberichten, enz. De Samenleving, No. 36 : Carry van Bruggen, In zake ('. V.V aanval in De Telegraaf tegen I». Querido. F. F. Goethe. Prof. G. J. P. J. Bolland, Het spiritisme en H. P. B. De Blazer, Zeepbellen, II. C. C. van Slooter>, Wat er gelezen wordt. Toelounel, Iets o?er het bedrijf der Telegrafie in de Hoofdstad III. B. Bijmholt, 0?er den 10 uren da?. Van Gauzuin en van Gogh, naar het Kla98ic:sme. Bglage: Portret van dr. C. Pn. Burger, geteekend door H. Meije'. Di Nieuwe Tijd, NP. 3: P. Voogd, Socia listische ontwitkelicgaarbeid in Dnitschland. A. B. Soep, Het leerlingvraagstuk in de diamantindustrie. M. Martna, De Finsche pt-rlcmentsveikiezingen. ? H. Roland Holst, Burgerlijke en proletarische wetenschap over de ToeKomst van ons ras" W. van Rivesteijn Jr., Het kustverdedigingontwerp en onze" internationale positie. en?. fcgen Haard: Op den Eikenborch, door M. J. Salverda de Gravr-Herdercchf , V. Nederland voor honderd jaren, door Generaal Wüppermann, If, met af b. Van stroo tot papier, door R. H. Her wig, met af b. naar foto's van den schrijver. Feesten bij de A'jehers, door P. A. F. Blom, II, slot, met af b, Verscheidenheid. Feuilleton. De opening der J. P. Heije stichting. Een feestvierende Schaakclub. Voetbal H. B. S.-Belg . Borstbeeld voor Van Oldeo barneveidt. L. H. Enthoven f. Het eerste Nederlandsche bestuurbare militaire Luchtfchip. Het Luchtschip Surinamerrivier." Honden van abonné?. Kin deren van abontés, alles met af b. Het Theater, No. 8 : Op het omslag: Mavr. W. Erfmann-Sasbacb. L. H. Chrispijn, Applaudisf-eren. C. H., Tournee Louis Bouwmeester. Overzicht van de week.?. Berichten en mededeeiinger. J. H. v. d. Hoeven. Uiterlyke Vormen en Gebaren, Der Kardinal" in den Meininger Hofschouwburg. H. W. de R., Een Rotterdannch Koor-Jubileum. De tweede HongaarecLe Rbapsodie, niet van Liszl?! Het Theater, afl. 9: Op het omslag: Richard Strauas. Wouter Hutfchenruyter, Der Ro?enkavelier" van dr. Richard Strangs. Polidor, Karikatuur en Tooneel (met 6 teekeningen van Jan Rinkt j. Overzicht van de week. H. W. de Ronde, Jos. Tijgeen. Miranda, De Soutane van den AbbéCon stant in. Het Theattr, tü. 10: Op het omslag: Jan Maandag. Jan Maandag 1871?7 Maart 1911. Gaatsaf D'Hondt, Het Tooueel te Gent. Frans Buyens, Tooneel te Antwerpen. Overzicht van de week. H. W. de Ronde, JOP. Tjjssen (-lot). Wouter Hut?chenrnyter, Het 75 jarig bestaan van de Toonkunst-afdeeline te Enkhuizer. cflo-da 40 cents per regel. BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen by het bouwbnreau Ar t i" aldaar. KE1ZERSGRACHT-734NAAST T MObELHdJlS" fiflDflNTIF IEDER STUK DAT KRIMPT UHKHIl l IL WQRDT TERUGGENOMEN FABRIKATEN VALTOH ZONEN flM5TERD«M Verkrijgbaar te Amsterdam bij : AU BON MARCHE" a"ers>aa. " Rfguliersbreestraat. J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANtJS, Kalverstraat. H. MEYER, hofl., Koning-plein. ADE. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE A OLDENKOTP. Nieuwendijk. K E D. INDIK: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Wirk«!-Mij EIGEN HULP", Batavia. W. SAVELKOUL, Boerabgja. Verdere adressen verstrekken wij gaarne. Hotel Bristol. (ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste Winter- en Voorjaar-verblijfplaats. 1ste klas Hotel, prachtig gelegen, met groot Panorama. Kamer vanaf fr. 4.?, Pension vanaf fr. 9.?E<p.: C. CAMENZUND. Prosp. gr enfr.Int.Verk.bur.Raadhuisstr.ie.A'dam. Koopt UITSLUITEND BOTER ON HER RIJKSCONTROLE. De STAAT GARANDEERT U een ONVER V ALSCHT product, Roterhandel ZFIDLA REN", PRINSENBRACHT 313. TELEFOON 8935. kamer werden binnengelaten. Op de canap lag een zwart pak, een paar laarzen en een hooge zijden hoed. Over een stoel hing een zwarte zijden japon met veel strooken, een sjaal van caehemire, op de tafel lag een flaweelen hoed met gele bloemen en witte veeren en een paar schoenen met hakken. Een dienatmei'je nam de vrouwenkleeren op haar arm en wenkte (ante Anna haar naar een z'jvertrek te volgen. In de andere kamer bleef de boer alleen met Nogueira, die hem vertelde,dat hij zijnekleeren gauw moeat verwisselen voor het zwarte pak, dat op de eanapélaf. Maar ... ik ..." verzette zich schuchter de oude man. Ik zal je wel heipen, schiet maar op," en haastig begon hij hem bij het verkleeden te helpen. Toen ds oude, op een stoel gezeten, met moeite de laarzen, waaraan hij niet gewoon wa?, aantiok, -ïelen er zweetdroppeh van zijn voorhoofd. Met de hooge boord en de knellende das kon hij het riet eens worden, hij meende te stillen stikken, en de zware jas hic£ hem ongemakkelijk op de schouders. Daar git g de deur open en binnen kwam tante Anna als dame gekleeJ. Ook haar was het aan te zien, dat deie geleende weelde ir. meer dan n opzicht jij n deed. Droef keken de moeds oogen naar haar man en ook zijn gezicht oetrok, toen hij do motder van zijn kind zas uitgedost za?. De meid, die meïmoeite haar lachen inhield, sei met een buk van verstandhouding voor Nogueira: Neen, maar, die zien er r u toch uit als echte Jiialgos." Strompelend, de voeten pijnlijk gekneld in het nieuwmodische schoeisel, gingen beide oudjes de trappen, weer af naar de winkel, waar de Braziliaan hen opwachtte. Bij den photograaf in de Rua do Almada ging het drietal binnen. De Braziliaan vertelde den pboiograaf met veel omhaal van woorden en drukke gebaren wat er van hem verlangd werd. De ouders van zijn compagnon, die den afstand tuaschen den winkel en het atelier in gedachten ver diept hadden afgelegd, werden ook nu niet «waakzaam en lieten den man met de harde oogen en de schreeuwerige stem het woord voor hen doen. Zwijgend lieten zij zich op zijn wenk neer in twee fauteuils, die naast een salontafeltje gtocden. Achter hen hing een fluweelen gordijn, dat in breede plooien op een ge bloemd karpet neergolfde. De fotograaf verdween onder den zwarten doek en richtte de lens op het groepje, maar direct wikkelde hij er zich weer onder uit, verbaasd uitroepend : Wat is dat nu ? Zitten jullie te huilen ?" Beschaamd veegde de man over zijne oogen en bracht de vrouw een kanten zakdoek, die de hare met franje vervangen had, aan het gesicht. Nog verschrikt door het ontdekken van hunne tranen, deden zij toch bun best de gewenschte houding en uitdrukking aan te nemen. Vergeefeehe moeite l Een korte, wanhopige snik naast hem deed den ouden man opstaan en tot den ver baasden Brasüiaan gewend, zeggen : Zóó laten we ons portret niet maken, mijnheer. Scarijf UE). maar aan onzen Jo^quim, dat het niet gaat. Dat hij dat andere portret niet aan ?ijn bruid laat zien, dat ij tetze;fde, alsof hij zegt, dat hij geen ouders meer heeft." Di rijke man, die nu zijne harde oogen ceersloeg en zijne stem niet liet hooren, werd meer en meer met zijne houding verlegen en, zich omdraaiecde, wilde hij het atelier verlaten, toen bij opeens de hand van tante Anna op zijn arm voelde, die hem met gebroken stem toevoegde: Schrijf u hem, mijnheer, dat wij, dat... zijn oaders... gestorven zijn ... allebei ge stor /en.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl