Historisch Archief 1877-1940
10
DE A M S T E R D A M MER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D.
No. 1760
De Koningsbruid, sprookje van Mevr. J. Simons?Mees, door de Nederlandsche Tooneelvereeniging in den Hollandschen Schouwburg.
(Tfekeningen van Jordaan.)
DE KONING.
Dit is de Koning, hij is welgedaan,
Hu is een rooi e appel, hij is een rooie haan.
PRINS GODEIKIKD EN MKA.
^ou ik schoon zijn?"... Dat is noeal wïdu.J,
Sprak zoetgevojisd prins
DB KONINGIN MOEDER.
Dit is de Konigin, gespeeld door Riek
Haspels, in den geest der aviatiek.
DB VOEDSTER.
Groote Mevrouw de Boer, veelzijdig is u v Lot:
Waart gij niet Engel" in Het Zevende Gabod"?
JACHTSTOET.
Naar do Cr'tiek ^aat deze wandeling;
Die wapcht dit vajkentje: nette He'
llMllimlMllllllmlmlIII
Diskonto Gesellachaft . van 170 op 200 mil).
Nationalb. für Deutschl. 80 90
Middeldeutsche Privatb. 50 60
Kreditb. 51 80
Norddeutsche Kreditb. 18 24
Chemnitzer Bankver. . 10 15
De Diakontogesellschaft, tot vóór 30 jaren
da grootste Duitsche bank. instelling, werd
overvleugeld, wat de grootte van het kapitaal
betreft, door de Deutsche Bank en in
1906 door de Dresdner Bank, welke beide
instellingen haar arbeidsveld steeds uitbreid
den. Door de vergrooting van haar kapitaal
met 30 millioen, zal zjj thans weder de
geUjke worden, wat het aandeel en- kapitaal
betieft, van hare beide concurrenten en evenals
deze de Deutsche Reichsbank met 20 mil
lioen overtreffen.
Natuurlijk ia Berlijn de zetel van de groots'e
banken. Da in de eerste opgave hiervoren
genoemde 8 instellingen zyn alle in de hoofd
stad des rijks gevestigd en vertegenwoordigen
te zamen een kapitaal van bijna 1200 mil
lioen Rijksmark.
Niet alleen door de gestadige vergroeiing
van haar aandeelen-kapitaal, maar eveneens
door de geregelde toename der deposito's
werden deze groote instellingen steeds meer
in staat gesteld haar arbeidsveld uit te breiden.
Van welken aard die toename weder in
het afgeloopen jaar is geweest, blijkt uit
onderstaande opgave, waarin (in millioenen
Rgksmark) het totaal der deposito's einde
1909 en 1910 is vermeld:
1909 1910
Denteche Bank 489 558
Dresdner 256 28G
Diskontogesellsch 285 314
Darmstadter Bank 93 148
A. Scbaaflhaus. Bankver. ... 74 89
Nationalbank 40 44
Kommerz- & Diskonto Bk. . . . 84 101
Aan de spits staat de Deutsche Bank, die
in het bankwezen, zoowel als in de
algemeene volkseconomie van Dnitschland een
zóó overwegende positie inneemt, dat zij als
het ware boven elke concurrentie staat.
Niettemin geeft oqk de Dresdner Bank
blijk van gestadige krachtsontwikkelinp, ter
wyl de Diskontogesellschaft in de laatste
jaren eveneens een groote werkracht heeft
ontwikkeld.
Dit zijn eigenlijk de groot-banken; de
Darmsüiiter Bank, waarvan de officieele
naam is Bank für Hai del nnd Industrie",
en die evenals de Diskontogesellachaft
met een kapitaal van 60 millioen Rgksmark
werd opgericht, welke beide instellingen
langen tijd de voornaamste Duitsche banken
waren, is door de grootere me iedingsters
allengs van den voorgrond gedrongen.
De Berliner Handelsgesellechaft" die, in
tegenstelling met de andere, geen
depositokausen heeft, is een zuivere effecten-bank,
terwijl de andere daarentegen voornamelijk
depositie-in stellingen zijn.
De 4.. SchaaftQansenscher Bankverein" had
tot vóór Benige jaren gemeenscaapsbelanjien
met de Dresdner Bank en vindt baar voor
naamste arbeidsveld in de industrie van de
Rijn-streek, terwijl zij als B?rlijnsi:be groote
instelling minder op den voorgrond ire<dt.
De Nationalbank für Deutechland" heeft,
blijkens de voorgenomen kapitaalsve'gfooting
van 80 op 90 millioen, haar positie goed
weten te handhaven, terwijl de
Kommer:',und Diskontobank", die in 1904 in verband
met de overname van de vroegere Berliner
Bank" haar kapitaal van 50 op 85 miiliopn
hid gebracht, sedert dien vrij wel op dezelfde
hoogte is gebleven, behalve wat haar karakter
als deposito-bank aangaat, daar zij met 45
disposito-kaesen in Berlijn en omstreken
alle andere instellingen oveitreft.
In de provincie vindt men verschillen ie
banken, die ten opzichte van de grootte
van het aandeelen-kapitaal met de Kom
merz- en Diskontogesellschaft weinig ver
schillen. O. a. heeft de Allgemeino Deutsche
Kreditanstalt" te Leipaig een kapi aal vac
90 millioen, de Rheiniscb-Westpl a ifche
Diskontogeselhchaft" een van 80 millioen,
terwyl de Bergisch-rr;irkii=che Back" haar
kapitaal, in verband met de overrame van
een kleine bank, thans van 75 op SU millioen
za< brengen.
De concentratie en de uitbreiding der
groote bank-instellingen houdt steeds aan,
het aantal zelfstandige ondernemingen wordt
door oplossing in andere steeds kleiner en
even als inde grootindustrie de oudere fi-ma's
meer en meer verdwijnen, maakt ook de
pamensmelting van het bank-kapitaal met
ieder jaar nieuwe vorderingen.
17-3-'ll. V. DE S.
Is metrisch proza poëzie?
Op Zondag 8 Januari j !. werd in de
Nï'Mwe Rotterdamiche Courant. Ochtenblad A, 1)
van mij als het gewone, daarin geregeld ver
schijnende, feuilleton opgenomen een stukje
in metrischen vorm met als motto de beide
eerste regels van Van Alphen's bekend baker
praatje: Wy zaten laatst bij Saartje, onze
oude goede baker ..." 2).
Dat motto wees naar my'n idee aan, in
welken geest ik het stukje wenechte beschou wd
te zien, namelijk als een eenvoudig praatje
over een onderwerp (vogelbesctierming), dat
in de feuilletons herhaaldelijk was behandeld
en dat nu in dezen huiselijk eenvoudigen
vorm misschien een wat wijder kring van
lezers zou bereiken. De pretentie, dat het
poëzie" zou wezen, had ik in de verste
verte niet. Waarom de vorm iets aantrek
kelijks voor "mij had, moge blijken uit onder
staand briefje aan den hoofdredacteur van
de N. B. C.
In het eerste feuilleton had ik het onder
werp slechts voor een deel kunnen behandelen
en natuurlijk moest het vervolg in denze'fden
vorm worden gegoten. Dat die echter niet
door iedereen beschouwd werl als behoorend
bij een luchtig, vluchtig praatje bleek mij
uit het schrijven van den hoofdredacteur,
die het voor Zondag 18 Februari bestemde
feuilleton in drukproef terugzond.
Het briefje luidde als volgt:
Rotterdam, 18 Fet.rutiri 19i 1.
Geachte Mejuffrouw Van Uildriks,
Het komt mij niet «ewenccht voor. da' wij
zoo herhaaldelijk uw feuilletons in poëa e-vorm
moeten plaatsen. Met alle beschei ienheid
gezegd, schijnen mij uw gedichten daarvoor
niet hoog genoeg te staan. tlsvlaatstefeuilleton
doe ik U hiernevens teiugueworden met
verzoek het in proza te willen omwerken.
Hoogachtend,
U sv d w.
O. G. VAN DEK ROEVEN,
Mijn antwoord was het vole-iulf:
Loc hèm, 19 Febr. 1911.
Z er Geachte Heer,
Dat is mij een tegenvaller, dat U dit
vervolgs'ukje, dat zoo onmiddellijk behoort bij
het vorige bakerpraatje, mij terug^etidt.
Misschien zou ik niet wag«n, U een ver
zoek tfc doen, om op Uw bealuit terug te
komen, als het begeleidend scnrijven van de
mij geretourneerde drukproef er mij geen
aanleiding toe gaf
Daaruit blijkt toch zulk een mij geheel
vreemde beschouwing van het metrische
praatje over vogelbescherming, dat ik die
opvatting wel even recht moet zetten. U
! sprenkt van <?edicbten, die nier, hoos; genoeg
! (zouden) staan" en van poë'ia", aisof
daar' van sprake zou kunnen zijn bij dezen vorm
i der allerlichtste causerie. Aai; poëzie heb ik
heelemaal niet gedacht bij dit pran'jj, dat
ik liet aansluiten bij het vorige, op 8 Januari
door U geplaatste n omdat het onderwerp
wezenlijk die aanvulling behoefde a omdat
mij zoo herhaaldelijk bleek, hoepelen dat
vorige stutje hadden gelezen en hoe velen
het had opgewekt, zich voor vo/elbescberming
door wintervoedering te interesseeren. Ik wil
U niet lastig vallen met een opsomming der
vele brieven, die ik over het stukje heb
gehad; de müalleen door een prijscourant
bekende firma in Arnhem had na den Zondag
van de plaatsing op Donderdag al 57 orders
en aanvragen, zooals een Arnhemsen vogel
kenner mij schreef.
Nu moet U niet meenen, dat dit mijn
litteraire ijdelheid streelt en dat het in mijn
oogen de waarde der pennevrucht verhoogt.
Integendeel, de prozastukjes, alle zonder
onderscaeid verdienen voor mijn gevoel uit
dat oogpunt gedecideerd veel eerder succes
dan dit metrische stukje, dat uit de pen
vloeit en absoluut geen moeite koet, ook
inderdaad geen waarde heeft dan alleen
hierom, dat het der als altijd gemakzuchtigen
lezer de opneming van den inhoud zoo bij
zonder licht maakt. Dit vloeiende dreuntje
wint liefde voor de vogels en uit dit oog
punt waagde ik de samenstelling. Zou U het
ia dat lieht kunnen zien en dan misschien
over 14 dagen het praatje nog plaatsen?
Is hoop niet teveel van U<v tijd ie vragen,
al-t ik op deze vraag nog even antwoord
verzoek.
Van een oniwerking in proza" kan geen
sprake zyn. Deze eenvoudig kinderlijke vorm
past voor deze behandeling der stof. Veel
PRINS GODEFRIED.
Godefried i i alt ij i ziek,
Deed hij maar aan jymriastiek.
f rvan is vroeger in de feuilletons behandeld
op ernstige en degelijke manier. Nu was voor
een herhaling mij de hier gevolgde trant
welkom; hij stelde mij in staat te zeggen,
wat anders moeilijk gin?. Zoo'n complimen je
aan Tbijsse als aan 't slot kan men, kan ik
althans, alleen lanceeren op deze manier;
en zoo is er meer, waartoe deze vorm in
staat stelt. Hy maakt het niet appuyeeren
mogelijk, is, als 't ware zeif, een glijden".
j Vandaar dat allerlei huiselijke eenvoudige
opmeikingen, waartoe het onderwerp uitlokt,
gemakkelijk een plaats vinden, terwijl ze naar
mijn idee voor de trouwe lezers niet zouden
passen bij den trant van mijn gewone
feuilletons.
Mag ik hoper, tl tot andere gedachten
te aebb«n gebracht?
Met de meeste hoogachting teeken ik mij
Ifwe dienetw.
FREDERIKE J. VAX UILDRIKS.
Dit, meende ik, zou den hoofdredacteur
volkomen inlichten en mijn bedoeling met
den door hem gewraakten voim duidelijk
maken. Maar dat is niet uitgekomen. Er
volgde als antwoord:
Rotterdam, 20 Februari 1911.
Mejuffrouw F. v. Uildriks, Lochem.
/"eryeachie Mejuffrouw,
Is moet bedenking blijven maken tegen
plaatsing van uw feuilleton in den vorm,
waarin het is toegezonden. Het is mogelijk,
dat er orders op komen bij firma's in Arnhem,
maar dat hoeft volstrekt niet het doel te
zijn van uw feuilletons, Ik geloof, dat het
te machtig is voor onze lezers, dat gerij mei
zoo dikwijls te genieten.
Met de meeste hoogachting
Uw. D w.
G. G. VAN DER HOEVEN.
Blijkbaar heefc de correspondentie toch
dit gevolg gehad, dat de heer hoofdredacteur
niet meer spreekt van gedichten, die niet
hoog genoeg staan," maar van gerijmei",
wat nu voor ditmaal bovendien niet juist is,
want er rijmt geen enkele regel in het stuk je,
maar wat dan toch toont, dat zijn schatting
iets meer de werkelijkheid nabij komt.
De correspondentie leek mij curieus genoeg,
om haar te publiceeren.
FREDERIKE J. VAN UILDRIKS.
Lochem, 21 Febr. 1911.
1) Om iedere gedachte aan eenige wrijving
tusschen deze redactie en mij verre te houden,
zij vermeld, dat ik reeds van 1902 af, dus
bijna tien jaren lang, in de aangenaamste
verhondirg tot die redactie sta. Nooit was
er eerjig verschil hoegenaamd, trouwens er
was eigenlijk geen correspondentie zelfs: in
't kort nooit 'n wolkje aan den hemel.
2; Het begin luidde :
'c Chapiter van verleden
Is nog niet afgehandeld,
'K Vertel nog graag iets nader
Van vogels en hun voedring,
En waarom het nu goed is,
Ons daarvoor in te spannen.
Wij hadden 't over 't blokje,
Waar meezen voedsel vinden.
Het zaad ligt droog en veilig,
Wordt niet bezocht door musschen
in wacht op 't meezen volkje.
Wier sterke, kleine pootjes
Omvatten de trapeze,
En 'c spitse vogeibebja
Ia net op goede hoogte,
Om 't hennepsaad te snappen.
Op velerlei manieren
Aan vogelcultus cff.-en
Brengt vreugd in ieders woning.
Goedkoop en dood eenvoudig
Verkrijgt gij de voldoening,
Dat dagelijks twintigtallen
Van elegante diertjes
\'v tuin bezoeken komen,
Wat liefie en volharding,
Die zijn er slechts voor noodig,
En 's winters wordt uw tuintje
Een paiadijs voor vogels.
Nienwe Uitgayen.
F. TÜM.MEBS S. J., De nieuwere" i'u Jdlvg ;?!,
de Strafrechtswetenschap, critisch beoordeeld.
Nijmegen, L. C. G. Malmberg.
II, TE KOLSTI'; Naar nieuwe banen. Prys
3 et. Uitgave van den Ned. Bond van Post
en Telegraaf beambten de Post." Secretariaat:
Ie Spechtftr. 5 Utrecht.
J. L. W. P. MATLA en G. J ZAALBERG VAN
ZELST, Het Geheim van den Dood, deel II
(Dynamistographie). 's Gravenhage, G. A.
Kottmann.
RÜBERT KENNEDY DUNCAN, Techniek en
Wetentchap. f 2.50 geb. Geautoriseerde Nederl.
uitgave (geïllustreerd), bewe:kt door W. C.
DE LEEUW. Amsterdam, Mij. voor Goede en
Goedkoope Lectuur.
Uitgave van het Centr. Bureau voor Sociale
adviezen,No.lX,Hand'eidingvoor
Weningbouwvereenigingen. Taak, oprichting, bouwplannen,
rechtsvorm, toelating en?., bewerkt door
mr. D. HUDIG Jr. Bouw- en Exploitatie
kosten, voorschotten en bijdragen volgens de
woningwet, exploitatie en boekhouding, be
werkt door H. C. A. HENNY. Pry* ? 150.
Zwolle, De Erven J. J. Tul, 1911.
A. A. BEEKMAN, 0«z« Water keering en. Uit
gegeven voor de Mij. tot Nut van 't Alge
meen, bij S. L. van Looy te Amsterdam.
Prijs 10 et.
Neerlands-Indië, afl 4, ?0.45. Amsterdam,
Uitp. My. Elsevier."
Brieven die hun doel bereiken. Naar
Engelsche en Amerikaansche methoden en
voerbeelden uit de praktijk door JQHAN WIGEOID,
voor groot- en kleinhandel. Amsterdam, C J.
J. Dalmeger.
Dr. ALBERT JAQUET, Het Roode Kruis. Een
handleiding voor ziekenverpleging te Velde.
Uit 't Duitsch veitaald door 8. Uitgegeven
ten bate van de Vereeniging Het
Nederlaadsche Roode Kruie," door de
Hollandiadrnkkerij te Baarn.