Historisch Archief 1877-1940
. 1762
D E -A M S T E R D A M M E R 'WE E K B L A D Y O O R N E D ER L A N D.
der toakra" ptatteB. Daartoe heeft bet
onlang* As grootete tmtoUinf b| het
Amerikaangek IfMgwootabap g«daan, die daar
ooit -mm imgtïom**. ,Z»o spoedig als maar
eenigwta mof»l|k i% m««tcn
hoecbiddoizendT exetfepfera geferwd worden.
Tqfeneotemplge» oxtttn «? S*B
TOPétaH gwenrern voor
bijeenkomst van de International
Soaday School Aawxsiatiou, ia J aai. Voor het
?brakke* ÓMtrtwB Hoetwi gedurende twee
maanden de persen der BiWe Society dag en
n*eht werken. Vijftig duizend exemplaren
mritoa m dm herfst te New- York woiden
verspreid.
Een processie van leden van de Gideons"
zd gedurende die bieeikomat door de straten
TKI 8«a Framcheo nrarcheeren, waarbij iedere
deelnemer een of meer Bijbels cal dragen,
welke na afloop der optocht op een stapel
Of bei platform TM 4* fefaaéraMl ntltat
wwrAn gepiertsl BMT miles *§gedan&fe
d» bümkoaut verbleven, om na afloop in
d* verschillende omliggmde plaatsen te wor
dtin verspreid.
STSMTB. Al» ven de populariteit
a lehiüvei mag afmeten oaar het
wsïksn dat ei over hem verschijnt,
dé* behoort Laurence Sterne, de schrijver
TlijiJjilfii»! 8k**dy en A ttntivMMtaljowuty
iirifiiiiliiiil tot d* meest geleien atteur*.
Binnen drie jaren MJds wordt nu de dei d e
iIBgeWngÉe- Mognphie van dezen
fenraorirtif m geestelijke aangekondigd. Professor
bur L. CroSB's The Kfe catd time» of Lau
e Sterne verscheen ia 1909; h«t voiig jaar
het licht Laurence Steine, a study door
WftlttÉr dl^iefyifa na zal binnenkort worden
Uitgegeven 7W lift" and letters of Laurence
Sterne do« Lewis ttfivili». In dit werk lollen
Verschillende tot nog toe niet-gepoblieeerde
tarieven. van Sterne voor het eeist het
'-'**-' ? '
. nev.
EN HERALDIEK. Met Mei a. e.
eeiste nummer verschijnen van eejj
nrïfÉdat ten doel heeft, het opsppferf
ontbrekende schakels in genealogieën'
maken, - , _;.,. .
cht, aldus de naarn van de nieuwe
periodiek, zal voorloopig drieiwa'ndely'kg
efhijn*», om ferj voldoende belangstelling >
vfker, b. vi mwwidelyks z^o stralen uit te
rp«B. Set wordt toegezonden aan alle
kg- en gemeentearchieven hier te lande,
_ _9« ató d*rpredfk«irf«i «n r. k. geeste
lijke» ijl gemeenten waar deondekerkregistcrs
geheel of' ten d>ele in h*t kerkaichief
berast^K, «n stelt *$B« kolommen beschikbaar
voo^ '.«U» vraten omtrent afkomst, geboorte,
huwrtp!,. 4>vetJ§den, en», waaromtrent men
in het onzekere verkeert.
?lij tje/1 redactie van Het Zoeklicht k tinnen
das elkaar ontmoeten de genealoog die bij
ztyn onderzoek voor een vraagpunt is komen'
f» staan, en h g, die de bron kan aangeven,
waarin het antwoord op die vraag te vinden i?.
cfkcta
40 cents per regel.
Agenten: KQOPMATORÖINIER, Aniterim,
BOUWT te NUffSPEEÏ.
Inliehtingen bij het bonwbnrean Art i"
aldaar.
Lenige
Fabrikanten
W.BemjerSöhne
Stuttgart
Hoofddepot te AMSTERDAM: Kalverstr. 166
E. F. DEOSCHLE-BENGEE.
Piano-, Orgel- «n uzieUiande!
lüeyroos & Kalshoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN g
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
REPAREEREN STEMMEN BUILEN
KEJZELRSGRACHT-734NAAST 'T
fiflDÜIVTlP W STUK DAT KRIMPT
Unnnn f l c WORDT TERUGGENOMEH
FABRIKATEN VALTÜll ZOIlEII AMSTERDAM
Verkrijgbaar te Amsterdam bij:
AU BON MARCHE»
J. 6. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSOST & MANOS, Kalverstraat.
H. MEYER, hofl.,, Koningiplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk.
DIE D. INDIK:
Hearen Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia. ?
Winkel-Mij EIGEN HULP", Batavia. '
W. SAVELKOUL, Soerab»ja.
Verdere adre'Ben verstrekken w'ij gaarne.
Het Spyker Chassis van 25 PK.
1911
Induatrieele Alaatschappij Trompenburg, "VOOI* g^X*OO"t
Am s ter tl a m.
iitimiimimliimimiiimiiiiimmiiiiiiiiiii iiiiiiiiiui umi
nu was er een nieuwe schout gekomen,
en die noemde zich burgemeester, en die
liet alle dagen een paar dorpsbewoners voor
zich roepen om de een of andere onbedui
dende reden, en 't was of hy niet in z'n
schik was, ala er niet minstens 'n half dozijn
lui op hem «tonden te wachten. Ea zoo
bracht op een goeien dag de veldwachter
Ook aan Palitzky een oproep om ten
gemeentehuize te verschijnen kamer No. l,
't voormiddags om 11 uur.
Dat maakte hem boos en ongerust, want
met rechtbank en politie had hu z'n geheele
leven nog nooit iets te doen gehad. Beklemd
«n geprikkeld ging bij op weg, met een ge
voel van woede en angst beklom hij de
gteenen trappen van 't gemeentehuig. Ling
moest hy wachten; en toen bij eindelijk ge
roepen werd, bleek het, dat by alleen maar
?tentjes nauwkeurig moest opgeven, hoeveel
Inkomen hy had.
Toen hy de trappen eindelijk weer af strom
pelde, was zijn angtt verdwenen; maar des
te heviger waa zijn woede: Wel ja, dam om
moest-ie als 'n misdadiger worden opgeroepen,
daarvoor bia^ht de veldwachter hem 'n dag
vaarding in huUl Zoo hielden ze 'n ouwen
dan voor den gek!
Het ergste was, dat hy 't geheele dorp
door moest om thuis te komen. Hij hoordo
den spoortrein fluiten, hij zag al de nieuwe
huizen, en hoe alweer een van de ouden
werd afgebroken; hy' hoorde hoe allerlei
jonge menschen, die hy nog als jongens bad
zien rondloopen, toen-ie zelf al grijze haren
had, Jiapen Ie kommandeeren, of de heele
wereld van hen was! Hy probeerde harder
door te loopen om 'c maar niet meer te zien,
maar hy stikte haast van boosheid en afschuw
hij kon bijna geen adem meer balen. Ea
kijk, daar had je dien dikken kerel ook al
weer, die zijn Bella 'n scharftig beest ge
noemd had l DJ dikkert zei ditmaal geen
woord. Hy speelde maar met z'n gouwen
horlogeketting, en keek 'm spottend aan.
August Palitzky wist later zelf niet, hoe hy
nog thuis gekomen was. Och, daf-ie Bella
daar toch nog bad mogen vinden, dan had-ie
z'n woede kunnen luchten! Nu was alles
dood doodstil, en zy'n woede en haat,
zijn drift en z'Jn verdriet en zy'n afschuw
alles werkte naar binnen.
Nee 't ging niet meer! Hij zou er 'n
eind aan maken hy zou 't hun wel 'es
toonen ! Vooral dien dikkert dien vetten dag
dief, die hier alle dagen liep te luierer.
Wist-ie maar, hoe-ie dien kerel 't meest kon
plagen l
Op eens kreeg-ie 'n idee, en z'n gezicht
vertrok zich tot een hately'ken gtijns. Daar
ginder, in 't hooge dennenbosch, op die open
plek, waar de dagdieven den lieven langen
dag met hun gezonde leden lagen te luieren
in hun hangmatten en vouwstoelen, en naar
de eekhorentjes te kyken ja daarl...
Nou zonden ze 'rs wat anders te zien
krygen dan 'n eekhorentje l Als ze morgen ochtend
met hun zatte lijven daar aankwamen, dan
zouen ze hem aan 'n tak vinden beugelen l
Dan zon de dikkert'n kou wen neus krijgen
en de dames zouen van d'r zelf vallen en
ze zoueu allemaal vai ach r k op den loop
gaar. Za zouen d'r kolf *rs pakken en w
greizen, met al d'r] u i gtld, en dan zouen de
lui in 't dorp daar niks meer van krijgen.
Dat zou 'n berging worden wat zouen
ze vloeken, die ec hurken .1 Dan hadden ze
d'rlni straf beet dan had ie ze eindelijk
'rs 'n poets gebakken, en zelf waa-ie dan
meteen verlost uit z'n ellende en z'n een
zaamheid l?Hy lach.e luid, toen hy zich dat
voorstelde.
Nu ging hy druk aan 't scharrelen. Eerst
werd zijn kamerije neijss opgeruimd en alles
keurig op z'n p aj's gezet, toen probeerde
by het touw nog eens, en borstelde z'n kleeren
af; en zoo bleef bij doorwerken totdat de zon
ondergir?. 't Zoa 'c beste zy'n, ah hy' 't in
den avond deed. Daa vonden ze 'm morgen
Ochtend. Hij voelde geen honger en geen
dorst; hy rookte niet eens zy'n piipje dat
zou hem niet gesmaakt hebben. Zjn
triomfgedachten waren hem genoeg.
Toen 't begon te sc'iemeren, en de ronde
maanschijf zich al duidelijker aan den hemel
begon af te teekenen,. ging hy' op stap. Met
een v/esmde uitdrukking van verbeten woede
en heimelijk genot op 't gsz'cht, keek hy
nog eens naar 't dorp, eer hij, op zijn stok ge
leund, langs den grooten weg voortstrompelde.
Het touw hing over zg'n schouder, alsof hij
takkenboPEen wou gaan binden, en uit zy'n
borstzak kwam de steel van zijn pijp kyken.
Alles moest in orde zijn.
Meelachtig stof bedekte den straatweg
bij eiken voetstap vloog het op in kleine
wolkjep.
Hondengeblaf?in de verte het rollen van
een wagen, de velden met een zilverig waas
overtogen, zoover hy zien kon, en \6Ör hem,
als een donkere masea in het maanlicht
het bosch.
Nu was hij er in l! Hoog verhieven zich
de dennen gladde reuzengtammen zonder
zijtakken, en daartusschen laag hout
jeneverstruiken, bramenranken ea varenpluimen;
August Palitzky was hier goed bekend. Zonder
zich een oogenblik te bedenken, stapte hij
naar de plaats, die hy uitgezocht had. Afge
plukte en gedachteloos weer neergeworpen
bloemen, boterbammenpapier, platgetrapt
gras ja, hier was het! Hier lagen de
zomergasten den godganschelyken dag te
verluieren. Rondom de dennenstammen zag hij
hier en daar lichtere kringen daar hadden
de touwen van hun hangmatten den bast
afgeschaafd.
By het heldere maanlicht kon hij alles
duidelijk onderscheiden. Toen hij eventjes
had uitgerust, zccht bij den geachiktsten boom
uit, slingerde met moeite het touw om een
hoogen tak, trok eens aan den strop, en
hing er, om te beginnen, een van de vele op
den grond liggende dennetakken aan op. Nu
ging hy midden in de open plek staan, en
stelle zich voor hoe 't zijn zou, als hij daar
hing. Heel tevreden met 't effakt, wreef hij
zich de handen. Toen ging hij op de knieën
liggen, en pakte zorgvuldig zijn zakken uit.
Onduidelijke slagen van de dorpsklok dron
gen tot hem door. Niet ver van hem af trip
pelden twee reetjes over 't boechpad die
gingen zeker de bouwlanden plunderen l
Vlak bij hem krijachte een uil; die fladderde,
bijna geluidloos zijn vleugels bewegend,
tusschen de stammen. Op den grond overat een
elektrisch geritee'
Nu werd 't ty'd : Steunend want ze waren
zwaar ! sleepte August Palitzky een paar
blokken hout onder den boom, en stapelde
ze netjes op elkaar. Ziezoo, als-ie daarop
klom, kon-ie net den strop bereiken l Dan
'n schop tegen 't hout, en alles was
afgeloopen. Dan zou hij daar hangen, waar nou
de dennetak hing.
Hoonlachend en triomfeerend keerde hij
zijn gezicht naar den ksnt van 't dorp, terwy'l
hij den strop om zy'n bals legde.
Eén oogenllik gaf hy zich nog rekenschap
van zijn haat en tegenzin, zy'n afgrijjen, zijn
eenzaamheid. Toen stiet hij, alsof hij de ge
heele wreede, troostelooze wereld wou weg
schoppen, tegen ....
Nee, stil! - Was daar iemand ? Waren
dat voetstappen ? 'a vos misschien ?
'n vogel ?
Hij had duidelijk iets hooren bewegen
vlak bij misschien een stap of tien van
hem af. Daar ritselde 't weer nou was 't
weer stil daar bad je 't alweer l
En de oude man, die voor den dood geen
oogenblik angstig was geweest, beefde nu
van schrik. Wie kwam hem hier storen?
Wie had hier iets te doen ? Wat was dat ?
Zijn beenderige, kromgetrokken handen
lagen onder zijn kin en sloten zich kramp
achtig om den strop. Zou 't geritsel zich.
herhalen? Nee. ? Je hoor Je alleen de
fijne, bijna onhoorbare geluidjes in 't moa.
In de verte een blaffen diep in 't bosch.
Zeker 'n reebok l O 7erigens alles rustig.
Och, hij had 't zich straks maar verbeeld,
natuurlyk!
Maar hoor daar daar ritselde 't
alweer 't kwam dichterbij! Wat was dat
nou, voor den duivel? In een oogenblik
had de oude man den strop van zijn hals,
liet zich van de houtblokken afglijden, greep
vlug zijn stok, en sloop voort naar de plaats,
waar hij 't ritselen gehoord had.
Zijn voeten schuifelden door de varens
nu werd 't geritsel sterker net of iets
levends zich verschrikt uit de voeten maakte.
Reeds hief de oude zy'n stok op om toe te
slaan daar hipte van onder de
varenbladerea een groote vogel te voorschijn.
't Was of het beest voelde, dat hij nu ver
loren was moedeloos bewoog hij nog
even zijn vleugels, die blijkbaar gewond
waren, liet ze uitgespreid weer zakken, en
keek met opgesperden snavel zijii ver
volger aan.
Geheel verbluft, met open moud, den
stok nog altijd opgeheven, stond de oude
naar het dier te kyken. Hij lachte grimmig,
ergerde zich, en begon te pruttelen.
Zoo'n beest!" bromde hij, Zoo'n beest!"
Hij kwam echter niet nader, en hield zich
stil, en de vogel bleef ook, als betooverd,
op dezelfde plaats staan alleen zy'n snavel
opende en sloot zich afwisselend.
ZDO bleven ze elkaar langen ty'd aanstaren
in het stille, van maanlicht doorzeefde bosch.
BURGERS
evenmin
solide
Om te kussen
is ten zacht, blank gelaat met rost jeugdigfrisd) -uiterlyk, witte:
fluwetlzachie huid en verblindend scboone teint zonder ZWI
sproeten en buidonreinbeden. daarom gebruike men
v u Stokpaardjes-Cclicnmclkzccp
\ v-Bergmann $0o?Radefceul. a 50 cent p. St, overal wkrijgbaar. l
BAD-NAiJHEIM.
191O: 333O2 bezoeker», 445831
baden. Seizoen van 16 A PB I L tot 15
O C T O B ER. De baden zyn het geheele
seizoen geopend. ,
Beroemd door de eenevskrsnhtige werking
van zijne baden bij 'hartziekten, jicht,,
rhenmatiek, zenuwen,
ruggeniergziekten, scrophnlose.
vronwenziekten. Frosp. door Kurverwaltung
Bad-Naubeim en Internat. Verkeersbureau,
Amsterdam, Raadhuisstraat 16. Tel. 7827.
Hotel Bristol.
(ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste
Wiater- en Voorjaar-verblyfpiaats. lete
klas Hotel, prachtig gelegen, met groot
Panorama. Kamer vanaf f r. 4 , Peniion
vanaf fr. 9.?E'g.; C. CAMKXZÜND. Proep.
gr enfr.Int.Verk.bur.Raadhuisstr.ie.A'dam.
Koopt UITHHJITKNÜBOTEB OHTD£B ]iIJMNCO]STTKOI,K.
»e STAAT GABAKDEEBT U een O5TVEBVAL.SCHT product,
Boterhandel Z UI»l, A B E H", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935.
Eindelijk keerde Aui^mt Palitzky zich om
en deed, al bïomraend, een paar stappen.
Da', zoo'n beest 'm nou moet storen l
Anders was alles nou al voorbij geweest
alles netjes in orde en als den volgenden
morgen de zomergasten gfkomen warer, dan
had-ie daar gehangen: smakelijk eten, heeren
En nou was die vogel d'r tusschen ge
komen! 'n Kraai waa 't niet! Zeker 'n jonge
hou'-^kster zoo eentje met van die mooie
blauwe veeren. Toen-ie jong. was, had- ie
zoo'n vleugel op z'n muts gedragen ja,
dat was lang geleden heel veel jaren !
't Beest was natuurlijk uit z'n nest ge
vallen misschien hadden de kinderen van
de zomergasten 't wel mishandeld. En nou
zat 't hier allén in den nacht ---- Wie
weet, of 'c morgenochtend nog wel zon leven!
Als de vos 'c in den neus kreeg, zou 't
gauw met 'm gedaan zijn. Of misschien kwam
d'r wel 'a andere roover op ai och, wat
ging 't hém aan?
Ei als de vogel niet verscheurd werd, dan
moest- ie verhongeren. . . .
Palitzky ging op een van de blokken hout
zitten nadenken, vlak onder den heen en
weer slingerenden strop. En er kwam hem
iets uit 't verleden voor den geest al
duidelijker en duidelijker, met horten en
stooten. Vroeger toen ze nog bij den
dominee van 't naaste dorp op de leering
gingen . . . eiken Woensdag en Zaterdag . . .
eiken keer door 't bosch ... 'n geheel jaar
lang . . . toen hadden ze d'r ook eens zoo een
gevanger. E ^ toen had- ie 'm mee naar huis
genomen, en van wilgetabjes had-ie 'n kooi
voor 'm gevlochten, en 'm trouw gevoed
---Ja, die had immers,.. Jacob" geheeten!
Ach ja, Jacob - Jacob! Er gleed een lachje
over 't rimpelige gezicht. En, terwijlhij met
de rechterhand O7er z'n knie streek, zat de
oude man aldoor aan Jacob" te denken
aan Jacob, dien hij als jongen gehad,
en in z'n verdere leven geheel verge
ten had. 'o Werd hem wsrm om 't hart
bij die gedachte. Brommend stond hij op,
en keek, of hij 't diertje nog zag.
Ja, zeker, rondzwervende katten slopen
hier ook altyd rond. . . Juist in dezen tijd,
nu de jonge vogeis leerden vliegen, loerden
ze daar natuurlijk overal op !
Op eens hief hij 't hoofd op. Ja, morgen
ochtend zouden de zomergasten komen met
al hun kinderen. Die zouden zeker den vogel
vangen mee naar huis zouden ze 'm
nemen, 'm overal laten kijken, 'm kwellen
en pijn doen ____ Deze gedachte maakte den
ouden man razend. Hij bromde en schold.
Hij deed, zonder 't zelf te weten, een paar
etappen in de richting van den vogel. Nee,
ze zouën 'm niet hebben ! . . . Za zoaëa zijn
Jacob" niet te pakken krijgen ... ds ar zou-ie
wel voor oppassen l
En hij zocht net zoolang, tot hij den vogel
opnieuw deed opschrikken, maar bij het
onzekere licht was 't niet gemakkelijk, het
hompelende, wegspringende, met de vleugels
slaande dier te vangen. Hij werkte zich in
't zweet struikelde over een boom wortel. . . .
Eindelijk daar had-ie 'm onder z'n pet !
De vogel krijschte luid, en toen de oude
hem in de hand nam, probeerde hij te bijter.
Maar Palitzky hield stevig vast, zonder 't
beest pijn te doen. Door de donzige veeren
heen voelde hij 't hartje angstig kloppen.
Zoo droeg hij den vondeling naar den
danneboom, waaraan de strop nog hing. Daaronder
lag z'o roode zakdoek; dien had h\j daar
zoo even neergelegd,ioen hij z'n zakken leegde.
EQ, net als hu als jongen gedaan had,
knoopte hij den vogel in den doek. Toen
stak hu zij.n zakmes en al het andere weer
in den zaï, en strompelde haastig, zonder
om te kijkerj, het bosch uit, den weg op,
en naar zijn huisje.
Achter hem, aan den denneboom, hing
de strop. Hij dacht er niet mser aar. Voor
zichtig, of hij 'n rauw ei droeg, hield hij
den zakdoek vast, en als de jonge hout
ekster zich onrustig bewoog, bleef hij even
staan en praatte tegen hem: Wil je wel
stil zijn, Jacob? Hè? Jacob, hou je nou stil!"
In het dorp brandde bijna nergens meer
licht. -- Daar lagen ze te maffen, die zomer
gasten, die dagdieven ! Nou, die zouên lekker
geen schik hebben met zijn Jacob I Hij was
hun te slim af! Die zouden Jacob niet
hebben die was van hém alleen I
Thuisgekomen, sloot hij den vogel op in
de kamer. Zelf strompelde hij, al was 't ook
al lang over den tijd, waarop hij gewoonlijk
naar bel ging, naar buiten op het ei f. Na
lang zoeken vond hy eindelijk een ganzeveer,
die hem geschikt voorkwam. Met zijn zak
mes fatsoeneerde hij dien zoo, dat de jonge
vogel er mee gevoerd kon worden. Ja hy
kon 't nog wel l Wat hij vroeger met jonge
handen geleerd had, deed hij nu met z'n
oude, gekromde knuisten. Nu kreeg hij ook
weer lust in 'n pijpje... Ja heusch, nou
smaakte 't 'm weer .., voor 't eerste smaakte
't 'm weer! En hij bromde, rookte en
sneed, tot hij eindelijk vermoeid in bed kroop.
Midden in den nacht werd hy wakker, en
luisterde. Langen tijd was er geen beweging.
Toen hoorde hij een lichte beweging van
vleugels in een hoek toen ean paar korte
sprongetjes van vogelpooten. Toen lei hy
z'n hoofd weer op 't kussen. Zyn tandelooze
mond bewoog zich. Hij bromde in zichzelf:
Niet eens 's nachts gunde dat beest 'm
'n beetje rust! Wat 'n last toch wat 'n
laat! En morgen moest-ie naar den kant van
de rivier loopen om wilgenteenen voor 'n
'n kooi, en dan: Jacob voeren met de ganze
veer en wat al niet meer! Nee, nee
't was niet om uit te houden niet om uit te
houden l
Al brommend viel hij in slaap een
rustigerj, droomioozen slaap, zooals hij in
langen tijd niet gekend had.
Nu had hij weer iets om voor te zorgen,
om zich over te ergeren. De vogel d;ït
was de last dien hij noodig had, om het
leven te kunnen verdragen l Dat was de hand
die hem nog eenmaal, voor zijn laatste eindje
weg, in 't leven had teruggeleid.