De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 2 april pagina 5

2 april 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1762 D E AM S T E 'H D A MM E R W E E'K!B L'A D 'VOOR N E D E R L A N D. CoaTentiP, door JOHN GALSWOBTHY. Uit hel ngelseh, door COBA. Ik heb n deze laatste tien minuten gade geslagen, terrijl nw rijtuig stilstond, en ik heb in uw glimlachend gezicht tweemaal een kleine verandering opgemerkt, als waart ge op 't punt te zeggen : Ik beu niet gewend soo in mijn bewegingen belemmerd te worden"; maar wat ik voornamelijk opmetkte, is, dat ge naar niets andeis hebt gekeken dan naar de personen die tegenover u zaten, en naar de ruggen van uw lakeien op den bok. Blijkbaar . was er niets dat u «iiaidde van die ne gedachte, dien vervulde: Er wacht me een genoegen, naar ze me hebben gezegd l" U w rijtuig ia 't driehonderdste in deze rij, die een halve mijl ver den weg verspert. In de tweehonderd negen en mgentig die n vóór zijn, en de vierhonderd andere die achter n komen, zit ge ook met dat ge.zicht dat rechtuit kijkt, en die niets ziende oogen. Het vooruitzicht dat ge geboren zoudt worden, deed nw moeder met wearzin de wenkbrauwen fronsen; ge hebt in deze wereld uw intree gemaakt onder de hoede Tan uiterst welopgevoede en vermaarde des kundigen; later, als hun uithuizigheid hun daar toe lust en tyd liet, verwaardigden uw ouders zich een enkele maal zich uw bestaan te herin neren; mea prentte u in, dat het leven bestaat in 't 'verzorgen van uw echoongehouden, goed gevoed lichaam, en van nw houding en manieren, waarin niets van de doodgewone dingen eeniige stoornis mag brengen; men leerde n den kleinen kring van mannen en vrouwen, die ge altgd ontmoet, als de Samen leving beschouwen ; men bracht u tot de overtuiging, dat nw eenige bezigheid hierin moet bestaan, dingen te bedenken die ge wel zoudt willen hebben, en te zorgen dat ge ze krygt. Nooit hebt g; tot ieti betert gelegenheid gehad l" Ge voelt n van geen ander mensehely'k wezen ook maar in 't minst afhankelijk; slechts uw eigen hart geeft u zijn bevelen; daarin vormen zich uw wenschen, en ver langens, en meeningen, die door nw lippen tp t uiting. kamen.. Haar .uw. hart ia een stil staande poel, die nimmer de zon heeft ge zien. Elk- jaar, als de lente komt, en uit de aarde; nieawe, jonge, friaache geuren opstij gen, bekruipt .u een zonderling gevoel onder uw kostbare, nieuw-modiache kleeren. Wat beteekent dat? Ge hebt een echtgenoot, of een minnaar, of allebei, of geen van beiden, wat n 't best schikt; ge hebt kinderen, of ge zcmdt ze kunnen hebben als 't uw ver langen was; ge wordt bij geregelde tuaschenpoozen gevoed met uitgezochte spijzen en wijn; ge kunt, soovee ge wilt, genieten van buitenlucht en sport; comedie en opera, boeken, muziek, en godsdienst ge hebt alles tot uw beschikking! Van de bloemen af, die nw hoofd sieren, of de kostbare, van 'een' vermoorden vogel afkomstige veerentooi, %. tot aan den zool van , den Echoën die uw fPToet omknelt, zij t ge met de allergrootste f zorg nitgeruaf ; uw kleeren, uw' ringen, ver tegenwoordigen een arbeid van minstens een O jaar ge aijt een levende triomf! Ga brengt a* bestaan door in het centrum * van het centrum van de wereld; allea waaraan gedacht is sedert de wereld met denken ? aanving, bevindt zie 'i binnen uw bereik; indien ge 'c wenscat, kunt ge alles aanfMtlllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllltllllMIIIIIIIIIIIIUMIIIIIItl UIT DB NATUUR. CDXX. Door aanpassing of geboorte? Bjj het doorbladeren van het zooeven ont vangen Procbaska'a Jahrbnch der Naturkunde voor 1911, trof mij de af beelding die ge hier overgedrnkt ziet. Ik bad ze nooit eerder onder de oogen gehad ; maar zij bracht mij een briefin gedachten, die ik jaren geleden ontving van een kennis die naar Zuid -Afrika was ver trokken. Ik had hem verzocht mij eens wat te vertellen van den plantengroei uit dejsl reken die hij bereizen meest. Een brief uit echouwen wat ooit is voortgebracht, want ge kunt reizen waarheen ge maar wilt; van de meest grooteche natunrtafereelen, en de meest volmaakte kunstwerken, kunt ge ge nieten. Ge kunt het laatste woord dat over elk onderwerp gezegd , hooren, indien ge dat wenscht. Ge kunt, als ge 'c wilt, n ver gasten aan de laatst uitgevonden, meest ex quise lekkernijen, uw reukorgaan doen ge nieten van de allernieuwste parfums Nooit hebt ge tot iet» biters gelegenheid gehad l Want terwijl ge daar in nw zevenhonderd rijtuigen zit, zijt ge blind in hart, en ziel, en stem, eu beweging- Nimmer, geen enkele maal in uw leven, hebt ge iets gedacht, of gedaan, of gezegd, uit uzelf. Men heeft dat voorkomen; en het complot om u blind te doen blijven is zoo wonderlijk, dat ge er niet 't minste vermoeden van hebt. Aan uzelf schijnt uw gezicatswmogen uitstekend toe; ge voelt u daaromtrent volkomen tevreden,, zooals van zelf spreekt. Ge ziet im aers niet eens de menseden die n hier omringen hoe zoudt ge dan kunnen vermoeden dat er daarachter, aan den anderen kant, no; iets bas iaat? Het zonderlinge gevoel, dat u in de lente bekruipt, is het aige dat ge ooit zal t weten van wat zich daargicder, daar bu.ten nw sfeer, bevindt. Ea niemand is daarom trent ta laken g ij zelf 't minst van allen. 't Was al een uitgemaakte zaak, lang voor dat n w vader en moeder de verbintenis slo ten waaraan ge uw bestaan hebt te danken. Van de vroegste tijden af, zyn er, onver biddelijk en in 't duister, krachten aan 't werk geweest, die u, arm, blind schepseltje, hebban voortgebracht, dia u tot een meester stuk van hun schepping hebben gevormd. Met verwonderlijke nauwkeurigheid hebben ze reeksen huwelijken doen sluiten in eigen kring tusschen menschen, die het middel matige nimmer overschreden, die van nature geneigd waren zich aan alle gevaarlijke kan sen van het leven te onttrekken, die zich met al wat in hen was aan overgeleverde gewoonten vastklampten, totdat er een toe stand in 't leven was geroepen, die uw komst in de wereld verzekerde, in al de volmaakt heid van uw niets zijn. Zi hebben u afzonlijk geplant in kostbaren, wel verzorgden grond, en nog altgd zijn ze, nacht en dag die tuinierdeis rusten nimmer aan 't snoeien en binden, om te voorkomen dat ge zondt verwilderen. Die machten zijn trotsch op u huu wassen, geurlooze bloem! De zon is aan 't dalen, en nog altijd blijf; u iv rijtuig onbeweeglijk staan. Die stoornis begint n te ontstemmen; ge zegt dat ge n niet kunt voorstellen wat er gaande is, waar door ge zoo wordt opgehouden. Kunt ge u ooit iets voorstellen ? Als al die mooie kleeren die u omhullen, konden worden weggenomen, 'wat zouien we dan ten laatste, ten aller laatste, vinden een zieltje, dat zijn voor stellingsvermogen geheel heefc verloren. Een ziel, die in u werd geboren als vo^el, maar die een kruipeed gedierte is geworden, vleugels verdwenen, oogen verdwenen, een gedierte, dat tastende züa weg vindt, en door middel van zijn grjjporganen vasthoudt wat hem gegeven worat. Ge staat op om iets tegen uw koetsier te zeggen l Ea zooals ge daar staat, maakt ge fienij aU«ibfkt>orlijk8ten indruk op ons, die, evenals-u* iivereiknecht, het opschrift Blind" niet kunnen zien De snit van uw japon is volmaakt; ge zijt naar de laatste mode ge kapt; u v hoed is opgemaakt naar een log latere mode; uw toon van spreken is juist zooals die wezen moet; de manier waarop ge uw oogleden laat werken, is onnavolgbaar; ge zijt niet al te veel geblanket; 't is een Namaqaaland bracht mij heel veel bijzonder heden over het moeilijke leven van een ingenieur in die woeste steenige streken; mair wat den plantengroei betreft, stond er niets anders in daa: Er groeien alleen telegraafpalen (telegram?)''. Ik beschouwde dat als een niet onverdienstelijke ofschoon niet nieuwe geestigheid; ik had die uitdruk king al eerder gehoord. Maar la'er vernam ik dat die telegrams" werkelijk planten waren, boomachtige gewassen, die uit de verte gezien op telegraafpalen gelijken. En dit plaatje gaf mij de zaak bij het woord. Het zy'n wel ongewone planten, deze Telegrams of Olifantssnuiten. (Pachypodium les in gratie, te zien hoe ge n v parasol vasthouit. Een door dénatuur voortgebrachte pop l Dat waart ge, van 't oogenbhk af dat ge geboren werdt, dat znlt ge zijn totdat ge sterft ! Ea uw lakei, met zyn gladgeschoren gezicht naar u toegewend, schijnt te denken : Mevrouw, hoe ge er in geslaagd zijt zoo te worden, 't staat niet aan mij het te onder zoeken. Ge bestaat l En ik ben van u af banhankelijk l" Arm slachtdier, ge zy't de heldin van het klnchtspel, maar niemand glimlacht om u, want ge zyt tragisch, de meest tragische figuur in de wereld, 't Is uw schuil niet, dat ge zoo zijt ge worden l De Conventie heeft u voortgebracht, en ze heeft er voor gezorgd dat ge het even beeld werdt van uw moeder, wel wetende dat, maakte ze u ook maar een haarbreed anders, ge zoudt inzien wat en hoe ze is en een oordeel over haar vellen. Gn zy't Conventie, Conventie zelf, blir.de, armzalige Conventie! Ge doet wat ge doet, omdat anderen 't doen, denkt wat ge denkt, omdat anderen 't denken, voelt wat ge voelt, omdat anderen 't voelen. Ga zijt 't Beeld zonder ^ogen. En niemand kan daaraan iets veranderen, niemand kan u bereiken, arm klein samen raapsel van andermans gedachten, want er valt in u niets meer te bereiken. In uw zevenhonderd rijtuigen gaat ge voorbij ; en de weg levert door uw tegen woordigheid een schitterenden aanblik op. Bovan dien weg, er, onder, en aan weers kanten er van, bevingen zich de millioenen dingen en levende wezens die ge niet kunt zien, alles wat organisch is in de wereld, al wat leeft en werkt, al, wat er naar streeft' viij te zijn. In een gegïnster van zijde en diamanten trekt ge voorbij en de oogen van duuenden slecht gevoede, voor een karig loon werkende, vrouwen «n meisjes staren u met onbegrensde bewondering aan. Veler harten worden gepijnigd door een gevosl van bitterheid en jaloezie ; ze weten niet dat ge zoo dood zijt als de sneeuw rondom een krater ; ze vermoeden in 't minst niet dat ge, ondanks al die pracht en praal, niets zyt slechts Convenfie t Het Beeld zonder oogen I Vijf minuten. Voor wie in voetbal" belang stelt, en ik geloof, dat er onder mijne lezeressen wel eenige zullen zijn, die dit doen (alle harten bij m'n eigen gerekend), ia het volgende geval wél curieus. Op een matchpartij die dezer dagen in Birmingham gespeeld- toerd, wilde- 'n cor respondent van een plaatselijk blad zich bij zonder verdienstelijk maken door den uitslag aan zijn redactie met den meesten spoed te seinen. De middag-editie'- tag op de pers an wachtteophet bericht, Vy f minuten .voor het. einde van het spel ging'hj naar de telegraaf en seinde de o.vef vsjjy^g der team uit de plaats waar* 't bied gedpükt wend, en waar 't bericht onder de'stadgemjfcten.^ls een loopend vuurtje de ronde dfced . >??. NWhthans bittere teleurstelling voar dep Correspondent, toen hij op het voetbal-VqJd' tfcrugfreVde, w*nt in die 5 minuten had oJKtoranparti}; neg twee» goals gemaakt, en kwam rhet n winstpunt uit den srtrijd.... . . . v-"*- . * Talisman, . .- ,, Voor wie hec.ht. aa^hf t ou ie, sprookje, dat het dragen van sommige edelsteenen invloed op ons leven heeft, een trospst! Volgeas Madame déThëbes, de Parïjsche Sibille, is hét onjuist om te denken, dat de opaal Olifantssnuiten" zooals ze nu ook door de kolonisten genoemd worden. Ze groe.'en in de dorre woestijnen tusschen de leisteenrotsen, die door de tropenzon maandenlang worden beschenen, zonder dat wat dauw of een regenbuiije ze afkoelt. De steenen knetteren en knapperen voort durend, ze barsten van de hitte, en toch is de woestijn niet levenloos, want daartusschen schieten meterhoog déze Pacbypodiums op, verwanten van onze maa'giepalm en oleander. Hun stam is zoo dik als een vuist en vleezig; een huid, dik en taai als leer, be schermt ze tegen uitdrogen, daarbinnen be waren zij op de wijze van sedum en cactus het op de zeldzame regendagen opgespaarde vocht. BUderen hebben ze niet; alleen wat schubben ; aan de top ontwikkelt zich in Juni in den zuidelijken wintertijd, een pruikje van bladeren als bij de ananas; daartusschen komen de groote gele bloemen uitkijken die de soort in stand moeten houden. Een zonderlinge plant, een zeer bijzonder gevormd gewas is het zeker, vooral als men denkt aan de verwantschap metmaagdepalm, wat toch beteekent dat beide n stamoader hadden; maar tcch is het even zeker dat zij uitnemend passen bij hun droge steenige vaderland, evengoed als de cactus en de sgave bij de woestijnen aan de overzijde van den Atlantischen Oceaar. Onwillekeurig brengen deze vreemde en tcch voor hun groeiplaats zoo geschikte ge wassen steeds weer aan het denken over de oorzaken van hun ontstaan. Dat kan ook haast niet anders; want wie als natuurvriend, hetzij vakman ol liefhebberend leek, de planten wereld van verschillende streken heeft leeren kennen en na detailstudie zoover gekomen is.dat hij zijn kennis wat meer uit de hoogte kan overzien, die moet noodzakelijk tot het inzicht komen dat elle jzrond, elke plek de planten voedt en koestert, die met de bijzonderheden van da streek overeenkomen; de boomenen de kruiden, ze passen bij het land waar ze groeien, of zij er voor gemaakt waren. Daar nu wel vast staat dat de tegenwoordig bestaande plantensoorten niet altijd als zooda nig bestaan hebben; maar uit vroegere anders gevormde soorten ontstaan zijn, ligt het voor de hand te ondergtellen.dat de planten zich aan passen kunnen aan den grond en het land waarin ze moeten leven: dat wil zeggen dat zij een zekere plasticiteit bezitten, dat hun dus de mogelijkheid gegeven is, hun vorm en kleur zoo te veranderen dat ze bestaan kunnen blijven in hun rijk. Immers zij bestaan er en gedijen. Ook uitgaande van den grond zelf komt men allicht tot deze conclusie. De bodem waar wij heel bijzondere plantenvormen aan treffen, is niet altijd van denzelfden aard geweest, ook die is aan verandering onder hevig; er ontstonden en er onUtaan in den loop der eeuwen grondsoorten die er vroeger niet waren; ieder weet dat b. v. veenen woestijnvorming door verandering in het klimaat bepaald worden; bergvorming door opheffing van den bodem, lavavelden, vaak ook delta- en moeraslanden, door ongeluk aanbrengt. Deze prachtige steen jnet zijn weeken parelmoer glans is integendeel de draagster van het hoogste geluk, vooral wanneer ze als geschenk ontvangen wordt. Reeds in E> ypte werd aan de opaal de bizon dere kracht toegeschreven, om drager of draagster bij goden en menschen aangenaam te maken. De sage, dat züonheil bracht, vond haar oorsprong onder het gilde der diamantslijpers, want de opaal is een zeer weeke edelsteen, en menig klover of slijper, leed een belangrijk verlies doordat er een onder de bewerking barstte of brak. * * Hij «.n z'<}. Een pianist huwde met een pianis,(j°. Aan den middag van den eersten dag, toen ze zich in hun nieuw home hadden giïn-tal leerd, vond hy zeer kort voor etenstijd zijn jong vrouwtje aan 't klavier, verdiept in de nocturnes van Criopin. Liefje," zei hij, met een schamper lachje, ?a eans even met me meel" Hy vatte haar hand, troonde hsar naar de keuken, en toen ze voor het fornuis stonden, zei hij met een grappige commando stem: Mevrouw, ziehier uw vleugel!" Dit was een beetje wreed van dien pianist en ook niet erg aardig... Maar overal ter wereld worden menschen aangetroffen, die 't met dezen hongerenden kunstenaar eens zijn. Een Fransch journalist sloot onlangs een beschou wing over het niteen-loopsnde arbeidsveld van man en vrouw met deze bedroevende conclusie: We kunnen de normale verhou ding der seksen door het volgende aphorisme kenschetsen: de vrouw moet werken voor het innerlijk van den man, déman moet werken voor het uiterlijk van de vrouw!" Gezond. Ge moet u nimmer beklagen, gij lezeres, die ijverig klavier studeert, over 't snelle groeien van uw nagels. Ik weet wel, dat dit heel lastig voor u is, en dat ge bijna eiken dag het schaartje hanteeren moet, om uw vingervaardigheid in goede conditie te hon den. ... Maar. het snel groeien der nagels, vertelt me een oud boekje, is de waarborg eener goede gezondheid. Bn wat wilt ge meer en beter dan dat? * * Luchtje scheppen. Medische wetenschap en gezondheidsleer gaan weieens wonderlijke wegen in dezen nieuwen tijd. Een Duitsch dokter heeft in een der vele medische tijdschriften gedemon streerd, dat het beste en snelst werkende middel tegen kinkhoest is, om op een kouden helderen dag het zieke kindje naast den chauf feur in een auto te zetten, en dan een tame lijk snellen rit te maken tegen wind in. De ademhalingsorganen worden door deze luchtspoeling zoo gezuiverd, dat weldra de ge nezing volg*. Waag het maar niet! Da kuur lijkt nog al krab! * * , Wit moesje. Een zeldzaam geval van allerliefste dierendressuur vernemen wy uit Iralië. Een dame in Milaan heeft een bhocder aardig wit ka'je, met twee oogen zoo blauw als de hemel van de Campagna, en deze kleine viervoeter komt eiken morgen haar meestert s op een vasten tijd wekken. Poesje spiingt dan bij haar op bed, gaat naast haar hoofd op het kussen zitten, en aait met haar zacht, klein, gehandschoend pootje eenige malen, al snorrende over vrouwtjes wangen, totdat ze de oogen opent, en wanneer ze dit ziet, laat het lieve dier een zacht, blij: Miauw!'' hooren, wat op a'n katsch zooveel zeggen wil als: Goeden morgen, vrouwtje, heb je ilMimiiiimiiHiiiiii werking van geologische krachten. De gloeiende leisteen brokken, waartusschen nu de telegrams groeien, waren ook eens deelen van een vruchtbaar kleiland, hetgeen de fos siele resten van aitgestorven planten bewijzen. Elk speciaal terrein heeft zyn bijzondere flora, die er by past; en moet die eens ge kregen hebben. Als zoodanig van elders, of door verandering van bestaande vormen. Steun voor de aanpassings-theorie geven de planten zelf. Het staat boven eiken twijfel, dat iedere plantensoort, de eene meer, de ander minder, veranderlijk is. Voor elke soort is een reeks individuen raast elkaar te le?gen, die in eigenschappen verschillen; dat zijn dagelijks te controleeren feiten. Al zijn die verschillen klein, zoo dat ze alleen voor den natuuronderzoeker spreiend zijn, ze bestaan; en zoo kon de theorie gereeden ingang vin den, dat door langzame vergrooting van oor spronkelijk uiterst geringe, voor ons nog on merkbare verschillen, bij overerving op de nakomelingen, de groote verschillen en doel matige inrichtingen bij planten te voorschijn traden, die ons verrassen en onze bewonde ring wekken voor de organische natuur en haar steeds nog scheppende krachten. Oaiersteld moet daarbij worien, dat in bepaalde streken, onder den invloed van den bodem en het klimaat vooral, een gunstige eigenschap werd verkregen en door o vererving wordt versterkt, ook in gunstigen zin; en dat al dadelyk alle inJi.-idaen, die deze eigenschappen van begin af misten, te gronde gaan in den stryd om p!aits en licht en voedsel tegen de bevoorrechten onder de broeders. Deze zoo eenvoudige verklaring van het feit, dat de meeste planten zoo wonder vol passen bij het klimaat en den bodem van hun natuurlijke groeiplaats, werd nog aan nemelijker gemaakt, door de verkondigers dezer leer, door te wijzen op de culturen der menschen; waardoor immers ook planten gekweekt werden, die vroeger niet in dien vorm bestonden en toch geschikt blijken te zyn voor den bodem en het klimaat, waar zij leven moeten. Er is echter een leelijk maar" bij deze mooie en gemakkelijke verklaring van de wonderen der levende natuur. In de eerste plaats: de steunende verge lijking, de analogie met de kweekplanten, gaat niet grif door voor de vrye natuur; want zoodra de mensch ophoudt met kweeken en de planten aan hun eigen lot overlaat verwilderen ze weer. En bovendien dat ver kweeken bleek grenzen te hebben, die met geen mogelijkheid te overschrijden zyn; grenzen door de natuur der plant zelve gesteld; buiten de variabiliteitsgrenzen die de plant ia de natuur al bedt, kan de beste kweeker ze niet trekken. En nog iet» : het opzettelijk onderzoek, dat nu al vijftig jaar nset ernst en y'ver wordt voortgezet, heeft EOg niet met zekerheid n geval aangetoond, waarin werkelijk een tijdens het leven van een individa verkregen eigen schap op den du ar erfelijk bleek te zyn en versterkt werd. En dat toch is de noodza(Jugend.) Wie is die meneer daar? Die meneer is geen meneer, maar een dame; maar de dame naast hem dat is een meneer miMMmiiiiiniilMiiimumMHtmiHniiMumiiiiiiiniMMMiMiniimiiHiM lekker geslapen?'' 'c Beestje is natuurlijk als kind in huis. ** * Dure kinders. De kinderen van den Engeleehen Koning krijgen een aardig doucenrtje uit de staats kas. Als de zoons meerderjarig worden zullen ze ieder een toelage genieten van 10,000 pond sterling (f 120.000) per jaar.;De dochters echter moeten zich behelpen met;een speldegeldje van twee en-zeventig-dniz'end gulden. Vermoedelijk zijn de Eogelscken wel bly, dat Koning Gaorge's gezin geen dozyn sterk is, anders zou er, om 't vorstelijk inkomen uit te winnen een Dieadnonght" minder gebouwd moeten woraen. De prinsessen be houden de toelage ook na haar huwelijk. * * * Slotjes De kunst van te rechter tyd; te blozen, is een kunst, die als alle andere kunsten karj worden aangeleerd. En wat staat een vrouw beter, wat is geestiger en welsprekender daa een met smaak en takt op het gewenBcnïe oogen blik te voorschijn getooverd blofje. De kunst ran het blozen is een van de merk waardigste hoofdstukken van La grand art de la coquetterie". Het is de zonneschijn, die de harten verwarmt en daar de frissche bloem der liefde ontluiken doet... maar 't is een geheime kunst, en ik mag dus niet zoo onbescheiden zyn, er hier in 't openbaar over te klappen. * * * Omgeroepen. De huwelijkgadvertentie is sedert lang geen noviteit meer; maar gloednieuw was het mopje, dat onlangs een paar Duitsche stu denten uithaalden in Lübeck. ". ,Lu beek is een oude stad, heeft eenige van haar antieke gewoonten bewaard en permitjteert aich o. a. de luxe van een stads- omroeper. Deze stads-omroepei bracht kort geleden de geheele stad in rep en roer:' hij verkon digde in alle straten met luider stem het volgende nieuwtje: Twee jonge mannen, di verlangend zijn om te trouwen, stellen zich ter beschikking van de jonge .dames der stad, Lübeck. De beide jonge mannen bevinden zich in Hotel f 1 1, waar alle gewenschte inlichtingen worden, verstrekt." Vóór het bedoelde hó:el verzamelde zich weldra een kleine volksoploop. Maar, tot lof van de Lüoecksche meisjes moet het gezegd; niemand kwam zich aanmelden. Ten plotte kwamen de beidejongelui op het balcon en wuifden minzaam tegen de menigte. ALLEQRA. IIIIMIIIMHIIIIIIIIllllllllHllllllllllllltilllll kely'ke onderstelling die bij de aanpassings leer ten grondslag ligt. Hiertegen kan weer worden ingebracht dat de tijd van onderzoek nog te kort is, om de negatieve resultaten als overtnigings- materiaal tegen de theorie te doen gelden. Maar niet temin ontbreekt dan toch nog de weten schappelijk vastgestelde basis voor de aan passing-hypothese als loortenvormér en organen- wijziger in de natuur; voor zoover en zoolang de mensch niet ingrypt en niet de natuurkrachten dwingt in een door hem gewilde richting te werken. Wel is ons een andere weg gewezen ter ver klaring van de zeer dikwy'ls onweersprekelijk doelmatige inrichting in de natnnr en het feit dat de planten passen bij hun omgeving. Dat is het al vast voor enkele planten proefondervindelijk vastgestelde feit, dat een plant nakomelingen kan krijgen, die in allerlei onderdeelen van de moederplant afwijken; nakomelingen, die nieuwe, dadelyk erfelijke eigenschappen vertoonen; welke eigenschappen echter met het nat voor het leven van de plantensoort in geenerlei ver band staan; ei genschappen die zeer wel bepaald schadelijk kunnen zijn ; zooals bijvoorbeeld slecht stuifmeel of slappe stengels. Daar deze aangeboren en van-begin- af be staande erfelijke afwijkingen van den stamvorm in allerlei richtingen kunnen gaar», van allerlei aard kunnen zijn, is de mogelijkheid gegeven, dat het zaad van zulk een plant terecht komt in een streek die juist de bij zonderheden van bodem an klimaat vertoont, welk met den eigen aard van de nieuwe plant overeenkomen. Deze zou misschien, of zelfs waarschijnlijk, in zyn eigen geboorteland na eenige generaties te gronde zijn gegaar. Nu ze in een nieuw, passend terrein is gekomen, gedijt zij er, breidt zich mei uit' en wordt de stamouder voor een lange reeks ge slachten. Zoo kan volgens deze op experimenten berustende mutatie theorie, een moerasplant, die in een mutatie-periode verkeert, op eens door tot nu toe niet verklaarde oorzaken nakomelingen krijgen, die beter voor een woestijn of een zandstreek geschikt zijn. Komt er geen zaad van deze nit-den-aard geslagen planten op passenden bodem, dan gaan ze na korten of langen tyi te niet. Ze zyn op hun geboortegrond tegen de voor het moeras geschikte soort, waaruit zij ontstaan zijn, in den regel niet opgewassen. Ge raken zy in een goede streek, dan kan bet gebeuren, dat zij in korten tyd het nieuw terrein in beslag gf nomen hebben; en van daar uit hun nakomelingen uit koloniseeren zenden naar andere gelijksoortige terreinen. Ea daar kan de nieuwe soort zich binnen de grenzen van haar veranderlijkheid richten en wijzigen naar de omstandigheden. Dan kan de strijd voor het beataan alle minder ge schikte variëteiten doen verdwijnen en de meest geschikten tot zuivere soort stempelen. Iets nieuws echter ontstaat er door deze teeltkeus alleen na een nieuwe mutatie. E. HKIUAKS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl