Historisch Archief 1877-1940
No. 1762
D E AM S T E 'H D A MM E R W E E'K!B L'A D 'VOOR N E D E R L A N D.
CoaTentiP,
door JOHN GALSWOBTHY.
Uit hel ngelseh, door COBA.
Ik heb n deze laatste tien minuten gade
geslagen, terrijl nw rijtuig stilstond, en ik
heb in uw glimlachend gezicht tweemaal een
kleine verandering opgemerkt, als waart ge
op 't punt te zeggen : Ik beu niet gewend
soo in mijn bewegingen belemmerd te worden";
maar wat ik voornamelijk opmetkte, is, dat
ge naar niets andeis hebt gekeken dan naar
de personen die tegenover u zaten, en naar
de ruggen van uw lakeien op den bok.
Blijkbaar . was er niets dat u «iiaidde van
die ne gedachte, dien vervulde: Er wacht
me een genoegen, naar ze me hebben gezegd l"
U w rijtuig ia 't driehonderdste in deze rij,
die een halve mijl ver den weg verspert.
In de tweehonderd negen en mgentig die
n vóór zijn, en de vierhonderd andere die
achter n komen, zit ge ook met dat
ge.zicht dat rechtuit kijkt, en die niets ziende
oogen.
Het vooruitzicht dat ge geboren zoudt
worden, deed nw moeder met wearzin
de wenkbrauwen fronsen; ge hebt in deze
wereld uw intree gemaakt onder de hoede
Tan uiterst welopgevoede en vermaarde des
kundigen; later, als hun uithuizigheid hun daar
toe lust en tyd liet, verwaardigden uw ouders
zich een enkele maal zich uw bestaan te herin
neren; mea prentte u in, dat het leven bestaat in
't 'verzorgen van uw echoongehouden, goed
gevoed lichaam, en van nw houding en
manieren, waarin niets van de doodgewone
dingen eeniige stoornis mag brengen; men
leerde n den kleinen kring van mannen en
vrouwen, die ge altgd ontmoet, als de Samen
leving beschouwen ; men bracht u tot de
overtuiging, dat nw eenige bezigheid hierin
moet bestaan, dingen te bedenken die ge
wel zoudt willen hebben, en te zorgen dat
ge ze krygt. Nooit hebt g; tot ieti betert
gelegenheid gehad l"
Ge voelt n van geen ander mensehely'k
wezen ook maar in 't minst afhankelijk;
slechts uw eigen hart geeft u zijn bevelen;
daarin vormen zich uw wenschen, en ver
langens, en meeningen, die door nw lippen
tp t uiting. kamen.. Haar .uw. hart ia een stil
staande poel, die nimmer de zon heeft ge
zien. Elk- jaar, als de lente komt, en uit de
aarde; nieawe, jonge, friaache geuren opstij
gen, bekruipt .u een zonderling gevoel onder
uw kostbare, nieuw-modiache kleeren. Wat
beteekent dat? Ge hebt een echtgenoot, of
een minnaar, of allebei, of geen van beiden,
wat n 't best schikt; ge hebt kinderen, of
ge zcmdt ze kunnen hebben als 't uw ver
langen was; ge wordt bij geregelde
tuaschenpoozen gevoed met uitgezochte spijzen en
wijn; ge kunt, soovee ge wilt, genieten van
buitenlucht en sport; comedie en opera,
boeken, muziek, en godsdienst ge hebt
alles tot uw beschikking! Van de bloemen
af, die nw hoofd sieren, of de kostbare, van
'een' vermoorden vogel afkomstige veerentooi,
%. tot aan den zool van , den Echoën die uw
fPToet omknelt, zij t ge met de allergrootste
f zorg nitgeruaf ; uw kleeren, uw' ringen, ver
tegenwoordigen een arbeid van minstens een
O jaar ge aijt een levende triomf!
Ga brengt a* bestaan door in het centrum
* van het centrum van de wereld; allea
waaraan gedacht is sedert de wereld met denken
? aanving, bevindt zie 'i binnen uw bereik;
indien ge 'c wenscat, kunt ge alles
aanfMtlllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllltllllMIIIIIIIIIIIIUMIIIIIItl
UIT DB NATUUR.
CDXX. Door aanpassing of geboorte?
Bjj het doorbladeren van het zooeven ont
vangen Procbaska'a Jahrbnch der Naturkunde
voor 1911, trof mij de af beelding die ge hier
overgedrnkt ziet. Ik bad ze nooit eerder onder
de oogen gehad ; maar zij bracht mij een
briefin gedachten, die ik jaren geleden ontving
van een kennis die naar Zuid -Afrika was ver
trokken. Ik had hem verzocht mij eens wat te
vertellen van den plantengroei uit dejsl reken
die hij bereizen meest. Een brief uit
echouwen wat ooit is voortgebracht, want
ge kunt reizen waarheen ge maar wilt; van
de meest grooteche natunrtafereelen, en de
meest volmaakte kunstwerken, kunt ge ge
nieten. Ge kunt het laatste woord dat over
elk onderwerp gezegd , hooren, indien ge
dat wenscht. Ge kunt, als ge 'c wilt, n ver
gasten aan de laatst uitgevonden, meest ex
quise lekkernijen, uw reukorgaan doen ge
nieten van de allernieuwste parfums
Nooit hebt ge tot iet» biters gelegenheid gehad l
Want terwijl ge daar in nw zevenhonderd
rijtuigen zit, zijt ge blind in hart, en ziel,
en stem, eu beweging- Nimmer, geen enkele
maal in uw leven, hebt ge iets gedacht, of
gedaan, of gezegd, uit uzelf. Men heeft dat
voorkomen; en het complot om u blind te
doen blijven is zoo wonderlijk, dat ge er niet
't minste vermoeden van hebt. Aan uzelf
schijnt uw gezicatswmogen uitstekend toe;
ge voelt u daaromtrent volkomen tevreden,,
zooals van zelf spreekt. Ge ziet im aers niet
eens de menseden die n hier omringen
hoe zoudt ge dan kunnen vermoeden dat er
daarachter, aan den anderen kant, no; iets
bas iaat? Het zonderlinge gevoel, dat u in de
lente bekruipt, is het aige dat ge ooit zal t
weten van wat zich daargicder, daar bu.ten
nw sfeer, bevindt. Ea niemand is daarom
trent ta laken g ij zelf 't minst van allen.
't Was al een uitgemaakte zaak, lang voor
dat n w vader en moeder de verbintenis slo
ten waaraan ge uw bestaan hebt te danken.
Van de vroegste tijden af, zyn er, onver
biddelijk en in 't duister, krachten aan 't
werk geweest, die u, arm, blind schepseltje,
hebban voortgebracht, dia u tot een meester
stuk van hun schepping hebben gevormd.
Met verwonderlijke nauwkeurigheid hebben
ze reeksen huwelijken doen sluiten in eigen
kring tusschen menschen, die het middel
matige nimmer overschreden, die van nature
geneigd waren zich aan alle gevaarlijke kan
sen van het leven te onttrekken, die zich
met al wat in hen was aan overgeleverde
gewoonten vastklampten, totdat er een toe
stand in 't leven was geroepen, die uw komst
in de wereld verzekerde, in al de volmaakt
heid van uw niets zijn. Zi hebben u
afzonlijk geplant in kostbaren, wel verzorgden
grond, en nog altgd zijn ze, nacht en dag
die tuinierdeis rusten nimmer aan 't
snoeien en binden, om te voorkomen dat
ge zondt verwilderen. Die machten zijn
trotsch op u huu wassen, geurlooze bloem!
De zon is aan 't dalen, en nog altijd blijf;
u iv rijtuig onbeweeglijk staan. Die stoornis
begint n te ontstemmen; ge zegt dat ge n
niet kunt voorstellen wat er gaande is, waar
door ge zoo wordt opgehouden. Kunt ge u
ooit iets voorstellen ? Als al die mooie kleeren
die u omhullen, konden worden weggenomen,
'wat zouien we dan ten laatste, ten aller
laatste, vinden een zieltje, dat zijn voor
stellingsvermogen geheel heefc verloren. Een
ziel, die in u werd geboren als vo^el, maar
die een kruipeed gedierte is geworden,
vleugels verdwenen, oogen verdwenen, een
gedierte, dat tastende züa weg vindt, en door
middel van zijn grjjporganen vasthoudt wat
hem gegeven worat.
Ge staat op om iets tegen uw koetsier te
zeggen l Ea zooals ge daar staat, maakt ge
fienij aU«ibfkt>orlijk8ten indruk op ons, die,
evenals-u* iivereiknecht, het opschrift Blind"
niet kunnen zien De snit van uw japon is
volmaakt; ge zijt naar de laatste mode ge
kapt; u v hoed is opgemaakt naar een log
latere mode; uw toon van spreken is juist
zooals die wezen moet; de manier waarop ge
uw oogleden laat werken, is onnavolgbaar;
ge zijt niet al te veel geblanket; 't is een
Namaqaaland bracht mij heel veel bijzonder
heden over het moeilijke leven van een
ingenieur in die woeste steenige streken;
mair wat den plantengroei betreft, stond er
niets anders in daa: Er groeien alleen
telegraafpalen (telegram?)''. Ik beschouwde
dat als een niet onverdienstelijke ofschoon
niet nieuwe geestigheid; ik had die uitdruk
king al eerder gehoord. Maar la'er vernam
ik dat die telegrams" werkelijk planten
waren, boomachtige gewassen, die uit de
verte gezien op telegraafpalen gelijken.
En dit plaatje gaf mij de zaak bij het
woord. Het zy'n wel ongewone planten, deze
Telegrams of Olifantssnuiten. (Pachypodium
les in gratie, te zien hoe ge n v parasol
vasthouit. Een door dénatuur voortgebrachte
pop l Dat waart ge, van 't oogenbhk af dat
ge geboren werdt, dat znlt ge zijn totdat ge
sterft ! Ea uw lakei, met zyn gladgeschoren
gezicht naar u toegewend, schijnt te denken :
Mevrouw, hoe ge er in geslaagd zijt zoo te
worden, 't staat niet aan mij het te onder
zoeken. Ge bestaat l En ik ben van u af
banhankelijk l" Arm slachtdier, ge zy't de heldin
van het klnchtspel, maar niemand glimlacht
om u, want ge zyt tragisch, de meest tragische
figuur in de wereld, 't Is uw schuil niet, dat
ge zoo zijt ge worden l
De Conventie heeft u voortgebracht, en
ze heeft er voor gezorgd dat ge het even
beeld werdt van uw moeder, wel wetende
dat, maakte ze u ook maar een haarbreed
anders, ge zoudt inzien wat en hoe ze is en
een oordeel over haar vellen. Gn zy't Conventie,
Conventie zelf, blir.de, armzalige Conventie!
Ge doet wat ge doet, omdat anderen 't doen,
denkt wat ge denkt, omdat anderen 't denken,
voelt wat ge voelt, omdat anderen 't voelen.
Ga zijt 't Beeld zonder ^ogen.
En niemand kan daaraan iets veranderen,
niemand kan u bereiken, arm klein samen
raapsel van andermans gedachten, want er
valt in u niets meer te bereiken.
In uw zevenhonderd rijtuigen gaat ge
voorbij ; en de weg levert door uw tegen
woordigheid een schitterenden aanblik op.
Bovan dien weg, er, onder, en aan weers
kanten er van, bevingen zich de millioenen
dingen en levende wezens die ge niet kunt
zien, alles wat organisch is in de wereld, al
wat leeft en werkt, al, wat er naar streeft'
viij te zijn. In een gegïnster van zijde en
diamanten trekt ge voorbij en de oogen van
duuenden slecht gevoede, voor een karig loon
werkende, vrouwen «n meisjes staren u
met onbegrensde bewondering aan. Veler
harten worden gepijnigd door een gevosl van
bitterheid en jaloezie ; ze weten niet dat ge
zoo dood zijt als de sneeuw rondom een
krater ; ze vermoeden in 't minst niet dat
ge, ondanks al die pracht en praal, niets
zyt slechts Convenfie t Het Beeld zonder
oogen I
Vijf minuten.
Voor wie in voetbal" belang stelt, en ik
geloof, dat er onder mijne lezeressen wel
eenige zullen zijn, die dit doen (alle harten
bij m'n eigen gerekend), ia het volgende geval
wél curieus. Op een matchpartij die dezer dagen
in Birmingham gespeeld- toerd, wilde- 'n cor
respondent van een plaatselijk blad zich bij
zonder verdienstelijk maken door den uitslag
aan zijn redactie met den meesten spoed te
seinen. De middag-editie'- tag op de pers an
wachtteophet bericht, Vy f minuten .voor het.
einde van het spel ging'hj naar de telegraaf
en seinde de o.vef vsjjy^g der team uit de
plaats waar* 't bied gedpükt wend, en waar 't
bericht onder de'stadgemjfcten.^ls een loopend
vuurtje de ronde dfced . >??. NWhthans bittere
teleurstelling voar dep Correspondent, toen
hij op het voetbal-VqJd' tfcrugfreVde, w*nt in
die 5 minuten had oJKtoranparti}; neg twee»
goals gemaakt, en kwam rhet n winstpunt
uit den srtrijd....
. . . v-"*- . *
Talisman, . .- ,,
Voor wie hec.ht. aa^hf t ou ie, sprookje, dat
het dragen van sommige edelsteenen invloed
op ons leven heeft, een trospst! Volgeas
Madame déThëbes, de Parïjsche Sibille,
is hét onjuist om te denken, dat de opaal
Olifantssnuiten" zooals ze nu ook door de
kolonisten genoemd worden.
Ze groe.'en in de dorre woestijnen tusschen
de leisteenrotsen, die door de tropenzon
maandenlang worden beschenen, zonder dat
wat dauw of een regenbuiije ze afkoelt.
De steenen knetteren en knapperen voort
durend, ze barsten van de hitte, en toch is
de woestijn niet levenloos, want daartusschen
schieten meterhoog déze Pacbypodiums op,
verwanten van onze maa'giepalm en oleander.
Hun stam is zoo dik als een vuist en
vleezig; een huid, dik en taai als leer, be
schermt ze tegen uitdrogen, daarbinnen be
waren zij op de wijze van sedum en cactus
het op de zeldzame regendagen opgespaarde
vocht. BUderen hebben ze niet; alleen wat
schubben ; aan de top ontwikkelt zich in Juni
in den zuidelijken wintertijd, een pruikje van
bladeren als bij de ananas; daartusschen
komen de groote gele bloemen uitkijken die
de soort in stand moeten houden.
Een zonderlinge plant, een zeer bijzonder
gevormd gewas is het zeker, vooral als men
denkt aan de verwantschap metmaagdepalm,
wat toch beteekent dat beide n stamoader
hadden; maar tcch is het even zeker dat
zij uitnemend passen bij hun droge steenige
vaderland, evengoed als de cactus en de
sgave bij de woestijnen aan de overzijde van
den Atlantischen Oceaar.
Onwillekeurig brengen deze vreemde en
tcch voor hun groeiplaats zoo geschikte ge
wassen steeds weer aan het denken over de
oorzaken van hun ontstaan. Dat kan ook haast
niet anders; want wie als natuurvriend, hetzij
vakman ol liefhebberend leek, de planten
wereld van verschillende streken heeft leeren
kennen en na detailstudie zoover gekomen
is.dat hij zijn kennis wat meer uit de hoogte kan
overzien, die moet noodzakelijk tot het inzicht
komen dat elle jzrond, elke plek de planten
voedt en koestert, die met de bijzonderheden
van da streek overeenkomen; de boomenen
de kruiden, ze passen bij het land waar ze
groeien, of zij er voor gemaakt waren.
Daar nu wel vast staat dat de tegenwoordig
bestaande plantensoorten niet altijd als zooda
nig bestaan hebben; maar uit vroegere anders
gevormde soorten ontstaan zijn, ligt het voor
de hand te ondergtellen.dat de planten zich aan
passen kunnen aan den grond en het land waarin
ze moeten leven: dat wil zeggen dat zij een
zekere plasticiteit bezitten, dat hun dus de
mogelijkheid gegeven is, hun vorm en kleur
zoo te veranderen dat ze bestaan kunnen
blijven in hun rijk. Immers zij bestaan er
en gedijen.
Ook uitgaande van den grond zelf komt
men allicht tot deze conclusie. De bodem
waar wij heel bijzondere plantenvormen aan
treffen, is niet altijd van denzelfden aard
geweest, ook die is aan verandering onder
hevig; er ontstonden en er onUtaan in den
loop der eeuwen grondsoorten die er vroeger
niet waren; ieder weet dat b. v.
veenen woestijnvorming door verandering in
het klimaat bepaald worden; bergvorming
door opheffing van den bodem, lavavelden,
vaak ook delta- en moeraslanden, door
ongeluk aanbrengt. Deze prachtige steen
jnet zijn weeken parelmoer glans is integendeel
de draagster van het hoogste geluk, vooral
wanneer ze als geschenk ontvangen wordt.
Reeds in E> ypte werd aan de opaal de bizon
dere kracht toegeschreven, om drager of
draagster bij goden en menschen aangenaam
te maken. De sage, dat züonheil bracht,
vond haar oorsprong onder het gilde der
diamantslijpers, want de opaal is een zeer
weeke edelsteen, en menig klover of slijper,
leed een belangrijk verlies doordat er een
onder de bewerking barstte of brak.
* *
Hij «.n z'<}.
Een pianist huwde met een pianis,(j°. Aan
den middag van den eersten dag, toen ze
zich in hun nieuw home hadden giïn-tal
leerd, vond hy zeer kort voor etenstijd zijn
jong vrouwtje aan 't klavier, verdiept in de
nocturnes van Criopin. Liefje," zei hij, met
een schamper lachje, ?a eans even met me
meel" Hy vatte haar hand, troonde hsar
naar de keuken, en toen ze voor het fornuis
stonden, zei hij met een grappige commando
stem: Mevrouw, ziehier uw vleugel!" Dit
was een beetje wreed van dien pianist en
ook niet erg aardig... Maar overal ter wereld
worden menschen aangetroffen, die 't met
dezen hongerenden kunstenaar eens zijn. Een
Fransch journalist sloot onlangs een beschou
wing over het niteen-loopsnde arbeidsveld
van man en vrouw met deze bedroevende
conclusie: We kunnen de normale verhou
ding der seksen door het volgende aphorisme
kenschetsen: de vrouw moet werken voor het
innerlijk van den man, déman moet werken
voor het uiterlijk van de vrouw!"
Gezond.
Ge moet u nimmer beklagen, gij lezeres,
die ijverig klavier studeert, over 't snelle
groeien van uw nagels. Ik weet wel, dat dit
heel lastig voor u is, en dat ge bijna eiken
dag het schaartje hanteeren moet, om uw
vingervaardigheid in goede conditie te hon
den. ... Maar. het snel groeien der nagels,
vertelt me een oud boekje, is de waarborg
eener goede gezondheid. Bn wat wilt ge
meer en beter dan dat?
* *
Luchtje scheppen.
Medische wetenschap en gezondheidsleer
gaan weieens wonderlijke wegen in dezen
nieuwen tijd. Een Duitsch dokter heeft in
een der vele medische tijdschriften gedemon
streerd, dat het beste en snelst werkende
middel tegen kinkhoest is, om op een kouden
helderen dag het zieke kindje naast den chauf
feur in een auto te zetten, en dan een tame
lijk snellen rit te maken tegen wind in. De
ademhalingsorganen worden door deze
luchtspoeling zoo gezuiverd, dat weldra de ge
nezing volg*. Waag het maar niet! Da kuur
lijkt nog al krab!
* * ,
Wit moesje.
Een zeldzaam geval van allerliefste
dierendressuur vernemen wy uit Iralië. Een dame
in Milaan heeft een bhocder aardig wit
ka'je, met twee oogen zoo blauw als de
hemel van de Campagna, en deze kleine
viervoeter komt eiken morgen haar meestert s
op een vasten tijd wekken. Poesje spiingt
dan bij haar op bed, gaat naast haar hoofd
op het kussen zitten, en aait met haar zacht,
klein, gehandschoend pootje eenige malen,
al snorrende over vrouwtjes wangen, totdat
ze de oogen opent, en wanneer ze dit ziet,
laat het lieve dier een zacht, blij: Miauw!''
hooren, wat op a'n katsch zooveel zeggen
wil als: Goeden morgen, vrouwtje, heb je
ilMimiiiimiiHiiiiii
werking van geologische krachten. De
gloeiende leisteen brokken, waartusschen nu
de telegrams groeien, waren ook eens deelen
van een vruchtbaar kleiland, hetgeen de fos
siele resten van aitgestorven planten bewijzen.
Elk speciaal terrein heeft zyn bijzondere
flora, die er by past; en moet die eens ge
kregen hebben. Als zoodanig van elders, of
door verandering van bestaande vormen.
Steun voor de aanpassings-theorie geven
de planten zelf. Het staat boven eiken twijfel,
dat iedere plantensoort, de eene meer, de ander
minder, veranderlijk is. Voor elke soort is
een reeks individuen raast elkaar te le?gen,
die in eigenschappen verschillen; dat zijn
dagelijks te controleeren feiten. Al zijn die
verschillen klein, zoo dat ze alleen voor den
natuuronderzoeker spreiend zijn, ze bestaan;
en zoo kon de theorie gereeden ingang vin
den, dat door langzame vergrooting van oor
spronkelijk uiterst geringe, voor ons nog on
merkbare verschillen, bij overerving op de
nakomelingen, de groote verschillen en doel
matige inrichtingen bij planten te voorschijn
traden, die ons verrassen en onze bewonde
ring wekken voor de organische natuur en
haar steeds nog scheppende krachten.
Oaiersteld moet daarbij worien, dat in
bepaalde streken, onder den invloed van den
bodem en het klimaat vooral, een gunstige
eigenschap werd verkregen en door o vererving
wordt versterkt, ook in gunstigen zin; en
dat al dadelyk alle inJi.-idaen, die deze
eigenschappen van begin af misten, te gronde
gaan in den stryd om p!aits en licht en
voedsel tegen de bevoorrechten onder de
broeders.
Deze zoo eenvoudige verklaring van het
feit, dat de meeste planten zoo wonder vol
passen bij het klimaat en den bodem van
hun natuurlijke groeiplaats, werd nog aan
nemelijker gemaakt, door de verkondigers
dezer leer, door te wijzen op de culturen der
menschen; waardoor immers ook planten
gekweekt werden, die vroeger niet in dien
vorm bestonden en toch geschikt blijken te
zyn voor den bodem en het klimaat, waar
zij leven moeten.
Er is echter een leelijk maar" bij deze
mooie en gemakkelijke verklaring van de
wonderen der levende natuur.
In de eerste plaats: de steunende verge
lijking, de analogie met de kweekplanten,
gaat niet grif door voor de vrye natuur;
want zoodra de mensch ophoudt met kweeken
en de planten aan hun eigen lot overlaat
verwilderen ze weer. En bovendien dat ver
kweeken bleek grenzen te hebben, die met
geen mogelijkheid te overschrijden zyn;
grenzen door de natuur der plant zelve
gesteld; buiten de variabiliteitsgrenzen die de
plant ia de natuur al bedt, kan de beste
kweeker ze niet trekken.
En nog iet» : het opzettelijk onderzoek, dat
nu al vijftig jaar nset ernst en y'ver wordt
voortgezet, heeft EOg niet met zekerheid n
geval aangetoond, waarin werkelijk een tijdens
het leven van een individa verkregen eigen
schap op den du ar erfelijk bleek te zyn en
versterkt werd. En dat toch is de
noodza(Jugend.)
Wie is die meneer daar?
Die meneer is geen meneer, maar een
dame; maar de dame naast hem dat is een
meneer
miMMmiiiiiniilMiiimumMHtmiHniiMumiiiiiiiniMMMiMiniimiiHiM
lekker geslapen?'' 'c Beestje is natuurlijk als
kind in huis.
** *
Dure kinders.
De kinderen van den Engeleehen Koning
krijgen een aardig doucenrtje uit de staats
kas. Als de zoons meerderjarig worden zullen
ze ieder een toelage genieten van 10,000
pond sterling (f 120.000) per jaar.;De dochters
echter moeten zich behelpen met;een
speldegeldje van twee en-zeventig-dniz'end gulden.
Vermoedelijk zijn de Eogelscken wel bly,
dat Koning Gaorge's gezin geen dozyn sterk
is, anders zou er, om 't vorstelijk inkomen
uit te winnen een Dieadnonght" minder
gebouwd moeten woraen. De prinsessen be
houden de toelage ook na haar huwelijk.
* * *
Slotjes
De kunst van te rechter tyd; te blozen, is
een kunst, die als alle andere kunsten karj
worden aangeleerd. En wat staat een vrouw
beter, wat is geestiger en welsprekender daa
een met smaak en takt op het gewenBcnïe
oogen blik te voorschijn getooverd blofje. De
kunst ran het blozen is een van de merk
waardigste hoofdstukken van La grand art
de la coquetterie". Het is de zonneschijn,
die de harten verwarmt en daar de frissche
bloem der liefde ontluiken doet... maar 't
is een geheime kunst, en ik mag dus niet
zoo onbescheiden zyn, er hier in 't openbaar
over te klappen.
* * *
Omgeroepen.
De huwelijkgadvertentie is sedert lang geen
noviteit meer; maar gloednieuw was het
mopje, dat onlangs een paar Duitsche stu
denten uithaalden in Lübeck. ".
,Lu beek is een oude stad, heeft eenige van
haar antieke gewoonten bewaard en
permitjteert aich o. a. de luxe van een stads- omroeper.
Deze stads-omroepei bracht kort geleden
de geheele stad in rep en roer:' hij verkon
digde in alle straten met luider stem het
volgende nieuwtje: Twee jonge mannen, di
verlangend zijn om te trouwen, stellen zich
ter beschikking van de jonge .dames der stad,
Lübeck. De beide jonge mannen bevinden
zich in Hotel f 1 1, waar alle gewenschte
inlichtingen worden, verstrekt."
Vóór het bedoelde hó:el verzamelde zich
weldra een kleine volksoploop. Maar, tot
lof van de Lüoecksche meisjes moet het
gezegd; niemand kwam zich aanmelden. Ten
plotte kwamen de beidejongelui op het balcon
en wuifden minzaam tegen de menigte.
ALLEQRA.
IIIIMIIIMHIIIIIIIIllllllllHllllllllllllltilllll
kely'ke onderstelling die bij de aanpassings
leer ten grondslag ligt.
Hiertegen kan weer worden ingebracht dat
de tijd van onderzoek nog te kort is, om de
negatieve resultaten als overtnigings- materiaal
tegen de theorie te doen gelden. Maar niet
temin ontbreekt dan toch nog de weten
schappelijk vastgestelde basis voor de aan
passing-hypothese als loortenvormér en
organen- wijziger in de natuur; voor zoover
en zoolang de mensch niet ingrypt en niet de
natuurkrachten dwingt in een door hem
gewilde richting te werken.
Wel is ons een andere weg gewezen ter ver
klaring van de zeer dikwy'ls onweersprekelijk
doelmatige inrichting in de natnnr en het
feit dat de planten passen bij hun omgeving.
Dat is het al vast voor enkele planten
proefondervindelijk vastgestelde feit, dat een
plant nakomelingen kan krijgen, die in
allerlei onderdeelen van de moederplant
afwijken; nakomelingen, die nieuwe, dadelyk
erfelijke eigenschappen vertoonen; welke
eigenschappen echter met het nat voor het
leven van de plantensoort in geenerlei ver
band staan; ei genschappen die zeer wel bepaald
schadelijk kunnen zijn ; zooals bijvoorbeeld
slecht stuifmeel of slappe stengels.
Daar deze aangeboren en van-begin- af be
staande erfelijke afwijkingen van den
stamvorm in allerlei richtingen kunnen gaar», van
allerlei aard kunnen zijn, is de mogelijkheid
gegeven, dat het zaad van zulk een plant
terecht komt in een streek die juist de bij
zonderheden van bodem an klimaat vertoont,
welk met den eigen aard van de nieuwe plant
overeenkomen. Deze zou misschien, of zelfs
waarschijnlijk, in zyn eigen geboorteland na
eenige generaties te gronde zijn gegaar. Nu
ze in een nieuw, passend terrein is gekomen,
gedijt zij er, breidt zich mei uit' en wordt
de stamouder voor een lange reeks ge
slachten.
Zoo kan volgens deze op experimenten
berustende mutatie theorie, een moerasplant,
die in een mutatie-periode verkeert, op eens
door tot nu toe niet verklaarde oorzaken
nakomelingen krijgen, die beter voor een
woestijn of een zandstreek geschikt zijn.
Komt er geen zaad van deze nit-den-aard
geslagen planten op passenden bodem, dan
gaan ze na korten of langen tyi te niet. Ze
zyn op hun geboortegrond tegen de voor het
moeras geschikte soort, waaruit zij ontstaan
zijn, in den regel niet opgewassen. Ge
raken zy in een goede streek, dan kan bet
gebeuren, dat zij in korten tyd het nieuw
terrein in beslag gf nomen hebben; en van
daar uit hun nakomelingen uit koloniseeren
zenden naar andere gelijksoortige terreinen.
Ea daar kan de nieuwe soort zich binnen de
grenzen van haar veranderlijkheid richten en
wijzigen naar de omstandigheden. Dan kan
de strijd voor het beataan alle minder ge
schikte variëteiten doen verdwijnen en de
meest geschikten tot zuivere soort stempelen.
Iets nieuws echter ontstaat er door deze
teeltkeus alleen na een nieuwe mutatie.
E. HKIUAKS.