Historisch Archief 1877-1940
No. 1762
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Koning Victor Emmanuel II, teekening JrT
uit het jaar 1861.
Garibaldi, de militaire grondvester van
Itatië's eenheid.
Het halve-eeuw-gety van het
koninkrjjk Italië.
De Italianen vieren feest; zij herden
ken het feit, dat vijftig jaar geleden, in
Maart 1911, het koninkrijk Italiëis ge
grondvest. Het is eene gebeurtenis, die
inderdaad het gedenken waard is, eene
gebeurtenis van blijvende beteekenis voor
de andere volken, die een nieuw rijk
met zijne staatkundige en oeconomische
krachten in hun kring zagen optreden,
maar allermeest toch voor de Italianen,
die van Maart 1861 hun eigen, zelfstan
dig volksbestaan dagteekenen.
Eeuwen lang was Italiëslechts een
geographisch begrip geweest; staatkun
dig was het verbrokkeld in een aantal
kleinere en grootere heerschappijen, en
yoor belangrijke gedeelten onderworpen
aan vreemde machten. Oe bevolking van
Italiëgaf tot aan de jaren der Fransche
revolutie zelden of nooit blijk, dat zij
dien toestand smartelijk ondervond; een
enkele maal leidden plaatselijke grieven
tot een plaatselijken opstand tegen een
fel gehaat bestuur, doch als regel leefde
zij bot en lijdzaam voort. Als uitgeput
door haar s te? k staatkundig en
oeconomisch leven der latere middeleeuwen,
door de geestelijke inspanning van den
renaissance-tijd, zonk zij sinds de 17e
eeuw steeds dieper weg in een slappe
matheid, gewoon geraakt zich te laten
regeeren door eiken meester, dien het
lot haar gaf, zonder hoogere aspiraties
dan die van een enge kerktoren-politiek.
Want terwijl verloren was gegaan wat
het verleden had groot gemaakt, was het
kleine gebleven: een bekrompen locale
geest, vol naijver en haat op de naburige
gemeente, dikwijls ook de vijandschap
van families, geslachten, partijen. Doch
in de laatste decaden der 18e eeuw begon
de idee van maatschappelijke en staat
kundige hervorming, ia westelijk Europa
opgekomen en laatstelijk snel in kracht
gegroeid, ook door te dringen tot de
hooger ontwikkelde kringen in Italiëen
riep daar tegelijk een nationaal bewustzijn
in het leven, dat door de Napoleontische
periode aanzienlijk werd versterkt. Het be
sef van nationale eer, dat reeds was begin
nen te ontwaken, werd in deze jaren
geheel wakker, krachtig leefden de her
inneringen op aan een grootsch verleden,
en een vurig verlangen om zich dit in
de toekomst waardig te toonen maakte
zich meester van vele gemoederen. Doch
na den ondergang van Napoleon's macht
beschikten de groote mogendheden te
Weenen over Italiëzonder zich in het
minst om zulke gevoelens te bekreunen;
de oude heerschappijen werden grooten
deels hersteld en aan de Oostenrijksche
macht werd een positie verschaft
vooral door haar het Milaneesche en
Venetiaansehe gebied toe te wijzen ,
die haar in staat stelde een overwegen
den invloed te oefenen. De
Oostenrijksche regeering wendde dien aan om zich
in Italiëte maken tot den wachter van
het starre conservatisme, dat Metternich
als hoogste politieke wijsheid aan heel
Europa poogde op te leggen. Waar,
in den loop der volgende jaren, zich in
Italiëbewegingen vertoonden om aan
de onbeperkte macht van Italiaansche
vorsten een
einde te ma
ken, werden
deze door de
Oostenrijk
echebajonnetten gestuit, en
terwijl nu in
denzelfdentijd
de idee van de
nationale een
heid zich in
steeds ruimer
kring ver
breidde, werd
de aanwezig
heid der Oos
tenrijksche
macht in toe
nemende mate
als een on
duldbare druk
gevoeld;steeds
nauwer ver
bonden zich in
de gedachten
van vele Ita
lianen de voor
stellingen van
Oostenrij
kschen invloed
en van abso
lutistische
wan regee
ring
eenerzijds, die van
politieke her
vorming en
van nationale
eenheid ander
zij ds. Geen
Ken Siciüaansch vrijwilli
ger in het leger van
Garibaldi.
De Fransche oorlogsvloot in de haven van Genua.
Mae-Mahon, maarschalk van Frankrijk,
later hertog van Magenta, de aanvoer
der der Fransche troepen.
verbetering van de staatkundige toestan
den, geen vervulling van het nationale
ideaal zonder verdrijving derOostenrijkers
van den Italiaanschen bodem. Doch om
zulk een moeilijk doel te tretfen,zou op zijn
minst de inspanning en samenwerking
van alle krachten noodig zijn, en daaraan
ontbrak zeerveel. Allereerst bij de vorsten.
Niet alleen dat zij meerendeels den
Oostenrijkschen steun niet konden ontberen
voor het handhaven van hun absoluut
gezag, waarvan zij geen afatand wilden
doen; maar zelfs als dit bezwaar werd
weggenomen, bleef hun onderlinge na
ijver een overkomelijke hinderpaal.
Wat zou het gevolg zijn van een
beslissende neerlaag der Oostenrijksche
wapenen P Bijna onvermijdelijk dit, dat
het Oostanrijksche gebied in Italiëhet
Lombardijsch-Venetiaansch koninkrijk
ten deel zou vallen aan den koning van
Sardinië, hertog van Savoye-Piemont,
wiens militaire macht grooter was dan
van een der andere Italiaansche vorsten
en die daarom noodwendig in een strijd
De Minister van Justitie kondigt plechtig den uitslns; af der vo'ksstemming in eebeel Toscane, staande op het balcon
van het Palazzo Veccbio te Florence in den nacht van 15 Maart 1860.
tegen Oostenrijk een eerste rol zou moeten
spelen. Zouden die andere Italiaansche
machthebbers daartoe de hand leenen,
om zoodoende in een bevrijd Italiëaan
den koning van Sardiniëeen overwegende
positie te verzekeren ? Ea welken vorm
zou zulk een bevrijd I talie krijgen? Hoe
zou hierin de paus, de beheerscher van
den Kerkelij ken Staat, een hem passende
plaats vinden V Wat zou hierin de rol
zijn van een koning van Napels en Sicilië,
van een groothertog van Toscane, ran
de potentaatjes van Parma en van
Modena? Buiten de regeeringen, onder
de patriotten, bestond omtrent zulke
vragen ook volstrekt geen eenstemmig
heid : sommigen stonden de vorming van
een statenbond voor, waarin zij aan den
paus het voorzitterschap toedachten;
anderen waren overtuigd, dat geen heil
te vinden was buiten een eenheidsstaat,
en, dank zij vooral aan de propaganda
van M a z z i n i, had zich voor zeer velen
daaraan onafscheidelijk verbonden de ge
dachte aan een
democratische
? . republiek.
Maar ook vond
. . ' gaandeweg
het denkbeeld
van een
monarchischen
eenheidsstaat
onder het huis
Savoye in
gang, en het
won in toene
mende mate
aanhang, na
dat de hoog
gespannen pa
triottische
verwachtin
gen indejaren
1848 en 1849
zoo bitter wa
ren teleurge
steld. Toen
had het ge
schenen, dat
de verschil
lende regee
ringen onder
den drang der
patriotten, die
haar eerst
grondwetten
hadden afge
dwongen, de
handen
zoudenineenslaan
"" ..7 ?.-.?;.<- tot verdrijving
van den
OosEen Sici'iaansch vrijwilliger tennjker;
naiprïeste') in het leger dat eerst te
van Garibaldi. Milaan, dan te
Fransch soldaat (Zouave) in marschtenne.
Cavour, de diplomatieke grondvester van
Italië'j eenheid.
Venetiëde bevolking zegevierend den
opstand tegen het Ojstenrijksch be
wind had onderstaan, had Karel Albert
van Sardiniëhet sein voor den strijd
gegeven. Maar van de onmisbare samen
werking was niets terecht gekomen,
en in stee van de gedroomde triumfen
en de nationale eenheid waren neerlasen
gevolgd en het herstel van Oostenrijk's
heerschappij en van de absolute regee
ringen. Alleen in het koninkrijk van
Karel Albert, die na dezen grpoten tegen
spoed afstand van de regeering had ge
daan ten behoeve van zijn zoon Victor
Emmanuel, bleef de grondwet van 1848
gehandhaafd, en het werd daardoor nog
te meer voor vele patriotten, die ondanks
alles op een betere toekomst bleven ver
trouwen, de baken in den baaierd der
Italiaansche zaken. En nu greep weldra
een krachtige hand in de teugels. Cavour,
de praktische ttaatsman, wist in weinige
jaren het groote doel zeer nabij te komen.
Karel Albert had, om verschillende rede
nen, gewild dat Italiëzichzelf zou helpen;
Cavour begreep dat buitenlandfche hulp
tegen de Oostenrijksche overmacht on
misbaar was. En terwijl hij met forsche
maatregelen arbeidde aan de oeconomi
sche verheffing; en de militaire versterking
van het Sardinisch koninkrijk, bereidde
hij met buitengewoon talent de
tusschenkomst van Napoleon III voor.
Het jaar 1859 scheen de beslissing ^e
zullen brengen, doch halverwege liet
Napoleon het werk steken, en de
uitOpecing van het eerste Italiaansche Parlement te Turijn in Maait 1861.