Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
1764
fan Christen tot Anarchist. Gedenk
schriften van F. DOMBLA NIEÜWSNHUIS
2 Dl. Amsterdam, Van Holkema en
Warendorf, 1911. 2e druk.
II.
£ïEens menschen karakter ia echter niet een
ding als een bouwdoos, die men uit elkaar kan
leggen. Wel scaijnt het vaak doenlijk van de
uitingen tot de samenstellende deelen te
besluiten, maar telkens zal men ook op ma
mifaitasiea statten, die niet tot deze of gene
ftSementen zijn terag te brengen, maar voort
komen uit net totaal van ket karakter, dat
ia geen deel opgaat.
Zóó ook bq de persoonlijkheid van den
keer D. N.
Er zijn verschillende uitingen in zijn boek,
£e zich niet verder analyseren laten, waarin
men al zijn eigenschappen terag vindt, maar
soo verbonden en tot iets «ui generit gewor
den, dat geen hunner er in overweegt. Ik
denk hier vooral aan die merkwaardige
uitjpraken, waar de geheele strekking van N 's
wid in besloten ligt. HJJ zegt op blz. 82 hoe,
Ahet oleek, dat ik niet door dik en dan
Meeging met de partijleiders".
Hetgeen eenvoudig beteekent : als 't er
op aankwam, wilde ik niet gtleid worden.
Op blz. 389 leest men : In 't algemeen
.«saken . velen zich een andere voorstelling
?wan het leiderschap eener party dan ik.
Zaker, ik was mg volkomen bewust de
leir der party te zijn, maar mijn streven was
n ean partij van zelfbewuste, zelfstandige
ttaqjdars van te maken, niet om ala een
dikiatur over de arbeidere den schepter te
«waaien".
Hetgeen beteekent : ik wilde ook niet leid-n.
Op olz. 249 staat: Feitelijk was ik de
partij altijd een manslengte vooruit....
meeraaien hoorde ik mij verwijten, dat de party
my niet kon bijhouden. Hael wel mogelijk,
maar waa dit voor mij et n reden om «til te
«taan en mijn eigen ontwikkelingsgang in te
toornen" ?
Hecgeen beteekent : ik liep het liefst allen
Toornit.... en alleen.
Emdelyk leest men op blz. 225 en vol
gende, dat de heer D. N. oy zij n eerste speech
te de Kamer allen verbaasde door te be
ginnen : Mijne Hearen!' en niet, als gebrui
kelijk: My'nneer de Voorzitter l My dankt,"
xegt hij da ir op in zyn boek, dat men tot in
kleinigheden toe moet trachten korrekt te
vezen en rationeel te handelen".
Hetgeen beteekent : ik wilde zelfs in
kleinigaeden geen concessies doen ten koste
van eigen overtuiging, ik wilde star
dognatifch zijn.
Ia al deze ui tingen, dunkt my, is het
ver?teend en versteenend individualisme aan
ket werk, de starre eigen wil, die enkel
zich»lven als norm kent en niet verder te onder
scheiden valt. Wel ziet men duidelijk ook
hier ijdelheid, zelf- overschatting, onverstand
meedoen, maar geen dezer elementen heeft
bet accent en men zou de zaak vervalsenen
door zulke uitspraken, b. v. eerder aaa y iel
heid dan aan wanbegrip ta willen toeschrij ven.
Van een zuiver ij delhei dsgehalte, mits men
bij die y delheid de zelf /erteedering der senti
mentaliteit en het phantastiech avontuurlijke
van het romaneske terstond meedenkt, is
echter wat ik in het begin aanhaalde van
'sheeran IS 's enorme macntspositie, di
gekeel Nederland schier den adem benam, en
de duivelachtige pogingen tot omkooping,
door het Duiische rijk en minister Heems
kerk in 't werk gesteld. Ook zijn allei fierste
itoïcijnenhouding tegenover de bestuurders
der Utrechtsche gevangenis is van gelijken
aard.
Zichtbaar meer naar den romantiseren kant
echter, doet zich de innige bewondering voor,
die by' da bombast- artikelen van Croll toe
draagt en het vaste geloof, waarin hij, trouwens
MHÏHIIItmilllllllllHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHlIIIHIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIII
Een nacht in de Hinmton-clni).
Naar E. L. STBVENSON, door H. J. BELLEN.
II.
Da deur werd geopend en er verschenen
twee mannen, die een baar droegen. Over
het voorwerp, dat er op lag, was een wit
laken gespreid,waarop eenige donkere vlekken
zichtbaar waren. Ben plotselinge stilte trad
in. Dat is Taylor l" werd er gefluisterd.
We konden anders nergens door, heeren,
excuseert," zei de president. Van lieverlede
herleefde de conversatie weer toen de dragers
verdwenen waren. Maar nog schriller was de
tegenstelling tusschen luidruchtige en ge
dempte gesprekken.
Wat was dat ?" vroeg Hopkinson, die
plotseling bleek was geworden.
Dat is de winner van gisteravond," ant
woordde Rivers onverschillig. Die goeie
Taylor l Hij is niet lang een van de onzen
geweest l 't Was zoo'n aardige kerel!"
Hopkinson staarde mijmerend voor zich
uit, terwijl nu en dan een vluchtige glimlach
zyn oogen deed tintelen. Na eenige minuten
kwam de bediende binnen, ruimde de litte
ratuur van de tafel en spreidde er een groen
kleed over uit. Schertsend namen da aan
wezigen plaats en Hopkinson zette zich naast
den professor.
Ons spel is kinderlijk eenvoudig", zei de
laatste, men neemt een gewoon spel kaarten
van twee-en-dertig stuks. Maar men gebruikt
er maar een deel van, net zooveel als er
spelers zijn. Dat zyn er vandaag dm..."
Precies acht," vulde Rivers aan, terwijl
Colville liet volgen: Dat wordt van avond
een korte party l"
Kort, maar goed" lachte Gurnbridge
zenuwachtig.
Welnu," ging Triggs voort, een vijandige
blik op Gurnbridge werpend, we nenen
nu zeven kaarten en doen er schoppen
aas bij."
Ah," zei Hopkinson, die speelt dan voor
den vinger van het noodlot l"
Die wijst den winner aan," zei Gurnbridge,
den gelukkigen winner l"
Oeb, mijnheer !" riep Triggs ongeduldig,
vermoeit zich toch in Godsnaam niet l"
Vermoei ik me?" viel Gurnbridga nijdig
uit; en waarmee als ik Tragen mag?"
mot velen, leefde, dat de revolutie dadelijk
zon uitbreken.
Wat eindelijk het onverstand betreft, het
uiterst beperkt inzicht in de verhoudingen
dei levens, dat laat zich zuiver of gemetgd,
door het geheele boak heen erkennen. Zoo
dit een element is naast andere, is het toch
wel een zeer machtig en voor het karakter
noodlottig invloedrijk element. B ahoort nier
toe niet reeds, schoon het ongetwijfeld ook
het gebeele karakter raakt, die algemeena
eisch, dat het maatschappelijk leven naar
strikte waarheid en rechtvaardigheid inge
richt zal zy'n? Van een jongen dominee «ras
dit een begrijpelijke en zeila sympathieke
illusie, onbaatzuchtig en ten deele voort
komend uit menuchenliefde.
Doch sedert Caristua kan men weten, wat
daarvan komt en ook hoe dit komt.
Er bestaat in deze gebrekkige wereld nu een
maal niets algaheels of absolums, zelf- Recht
en Waarheid niet. Elks bijzonder karaster
en temperament kleurt zyn inzicht te dier
zake weer anders en ofschoon wy allen
willen hebben de Waarheid, krijgen wij slechts
wat wy kunnen hebben, onze waarheid, waar
mee wy' dan m de maatschappij voorzichtig
tegen elkaar plegen te manoeuvreeren.
Wie echter, naïef of brutaal, zijn waarheid
ongebroken wil doorvoeren, zal weldra alle
andere waarheden tegenover zicb zien, zoodat
hem enkel de keus olijf t zich in te binden,
concessies te doen, te heulen met den leugen"
of uit de gemeenschap neen te gaan in
geeiteiyke afaon lering. Het is 't eigenaardige
van den Individualist, dat hij het laatste
verkiest en tevens zijn onverstand, dat hij
van dit proces het onontkoombaar radelyke
niet begrijpten kwade trouw aanneemt achter
elke afwijking van wat hem waarueid ecnijnt.
In dit opiicht is het bjek van den heer
D. N. al by sonder karakteristiek. Van da
zeer vele menschen, die hy ac Hereen volgens
in zijn bewogen levenslang leert kennen,
zijn er maar enkelen, wier eerlijkheid hy
op den duur niet verdenkt. Het moet
iotusschen erkend worden, dat de wereld ham
met ge.yke (valsche) munt betaalde en
op deze wijze hard meewerkte zyn
ooispronkalijk wel niet onedelmoedige natuur te ver
gif igen.
E:)n merkwaardig voorbeeld van de over
schatting het individualisme ei^en en tevens
van die soort laagdenkendtm achterdocht,
eel voorkomend bij het geringe volk, dat
alle levt-nswyshe d in twijfel en negatie ge
legen acht, vindt men ia deze passage.
H)e moeilijk het i*, om het pott (nadat)
en het propter (omdat) te bewijzen, daarvan
gaf ik in die inleiding een voorbeeld.
Mr. Veegens schrbtjf jaarlyks in de Vragen
do Tv/ds een politiek artikel, waarin hy' onbe
schroomd en flink de toestanden en de ge
nomen beslissingen in da Tweede Kamer
ontleedde. Eanige j aren achtereen geschiedde
dit. Mr. Veegens wordt gr.ffiar der Kamer
op een tractemeut van ?4500. Nooit meer
verscheen zoo'n geharnast artikel. Wanneer
ik nu zeg, dat nij zijn pen verkocht heeft
voor ?45,0, dan beschuldigen velen mij van
verdachtmaking, en toch al is het omdat
(proptei) niet met beslistheid te bewijzen,
de aandachtige waarnemer markt toch het
verband op en dan bestaat er voor hem
maar al te veel reden om uit het post te
besluiten tot het propter."
Zoo waarlijk? Werkten die eenmaal
jaarlykEcie politieke stukken van Mr. V. zoo
geducht staatsgevaarly k, dat de Tweede Kamer
het geraden achtte deze ontzagwekkende pen
tot den prijs van /'4:OJ te koopen?
Eu was met dien koop de zekerheid ver
kregen (of was dit f en geheime afspraak met
de redactie) dat niet een ander, even geducht
of geduchter, in de Vragen des Tijde die
oppositioneele pen zou opvatten? Kan Mr.
Veigens ze.f niet van meeniog zyn ge we ast,
dat zijn jaarlyksch artikel niet zoo onont
beerlijk waa voor het heil van den Staat of
hy kon het met een tamelijk gerust geweten
aan zijn eigan carrière opoü'sren?
Wie, met vijf gezonde zinnen bedeeld, zou
deze dingen betwijfelen l Maar het behoort
tot de kwaal, die individualisme tieet, hier
als elders de eigen maatstaf absoluut te
verklaren en dogmatisch te volgen.
Met uw zenuachtig gedoe, met u w lachen
zonder dat u er lust in heeft."
Dat gaat u niet aan l" schreeuwde
Garnbridge en toen Triggs hem den rug toekeerde,
mompelfle hy : Kindsehe ouwe, ja begint
me akelig te vervelen l"
Ieder speler kry'gc een kaart," wendde
Triggs zich weer tot Hopkinson, terwijl hy
moeite deed zij n opgewondenheid te bedaren.
Maar daar kornt de president al aan ! Nu
zult u het gauw begrijpen l"
Men leert het eigenlyk het beat door zelf
te spelen," meende dr O wens, en de begin
nelingen hebben meestal ge.uk i"
Als u maar niet te veel geluk heeft,
mynheer Hopkinson," lachte Gurnoridge zenuw
achtig.
God in den hemel, wat is die kerel ver
velend l" zuchtte Triggs.
De president noodigda de heeren uit plaats
te nemen, want Sir Archibald waj weer opge
staan en meende nu te moeten protesteeren
omdat er nog een halve flesch op hem
wachtte.
O, haast u zich nie'," zei de president,
we hebben nog wel een oogen blik den tijd l"
We hebben da heele eeuwigheid voor ons,"
stotterde Gurnbridge.
Een dronk op de eeuwigheid l Kom
heeren l" riep Sir Archibald, dat is immers
het doel van ons allen! We ve; langen allen
naar de definitieve ruat.... ginds in het
Nirwana!'1
Of liever naar een loven dat niet zoo
wreed is als dit," zei Rivers ernstig,
Krijgen we weer een deuntje mystiek?"
zei Triggs, de schouders ophalend.
Professor, ik verzeker u dat voor mij lang
niet alles is afgeloopen als de president mij
van mijn stoffelijk omhulsel ontlast heeft,"
zei Rivers kalm.
U heeft gelijk," hernamTriggs op ironiachen
toon, gij zult uit uwstof /errijzen,o Phoenixl"
En brengt ons bericht hoe het er gindsch
uitziet," voegde Owens er aan toe.
Heeren," zei de president ongeduldig toen
hij Sir Archibald een nieuw glas zag vullen.
Laat ons nu eindigen met die metaphysische
discussie, u zult er gauw genoeg eens over zijn!"
Dat is mooi gezegd! L,3ve de president l"
riep Sir Archibald.
Professor Triggs werd erg zenuwachtig. De
overige leden van het gezelschap zaten ge
deeltelijk te rooken en te praten; hier en
daar keek er een met de handen diep in
de zakken recht voor zich uit. Een enkele zat
een deuntje fluitend achterover in zyn stoel
Er behoeft overigens geen twijfel te be
staan, dat het in dit geval van Mr. V. inder
daad een propter gold, wijl het niet voagzaam
geweest waru, a's een dienaar der Kamer
haar daden voortaan opsniy'k en aeherp
hadde beoordeeld. Maar of hij die onthou
ding al dan niet bastaanbaar achtte met de
politieke eerlijkheid van dat ne artikel,
mocht men gerust aan Mr. V. overlaten,
wijl het der gemeenscaap werkelijk niets
schelen kon. Zelden toch is een artikel, of
zelfs een geheale scheepslading artikelen, uf
zaïfi da geaeele individu, sooveel waard 'oor
het algemeen; daïhet zich mat reden om
hun beetaan te bekommaren heeft. En wie
zich toch met zulke oy'zonderaeden afgeef c,
overscaat de waarde van het iniividuaeie
en doet volkomen overoodit; werk, al doet
hij het met een hart van goud" gelijk
de heer O. N.
E an ander en laatste?voorbeeld van dezen
gebrekkigen redeneertrant moge hier nog
gegeven worden. Hat geldt een oordeel over
de onzedelijkheid, verderfelijkaeid van het
parlementaire ale regeeringsvorm, gelijk alle
individualistisch-burgeriyke radicalen het ga
ge/en hebben en dat daarom des te meer
kenteekenend voor hun karakter mag heeten.
Dat gaat o.oa. aldus toe:
Het parlement met zyn verschillende be
langengroepen, wien het er om te doen i»,
om te weten in welke mate elk hunner deel
kan neman aan de ekonomische uitzuiging
der massa, is de politieke weerkaatsing van
het materieel en geestelijk bedrog, dat aan
die massa gepleegd wordt. Men bestrijdt das
(in het parlement) de schaduw inplaats van
de werkelijkheid" (bl. 235). Ea bl. 265:
Welk verstandig mensch kan beweren,
dat in eau vergadering vaa ICO personen 51,
dat is de helft plus n, het bij het rechte
einde heeft en het recht heeft een wet op
te lezgen aan da helft min n? Dat 51 van
de 100 menschen het alty'd beter weten, is
zoo'c ongerijmdheid, dat men die stelling in
geen vergadering van verstandige menschen
zal kunnen aanhooren zonder in schaterlachen
uit te barsten." Enz.
Beboaven zulke uitspraken ook no^ weer
legging? Hoa treffmd het was hen indertijd
in Muitatuti's fel persoonlijke taal te hoor«n
verkondigen, de wereld is sedert lang ten
hunnen opzichte tot de orde van den dig
overgegaan.
Dat de heer D. N. er in het Jaar onzes
Hearen 1911 nog weer eens?man kan niet
zeggen frisch" mee aankomt, bawijst
slechts, dat ook hij Tiiets vergeten en niets
geleerd heef ."
Inderdaid: ervaring schijnt voor zulk
een kirakter niet te bestaan. Ervaring in
den zin van wederzijlsche vervloeiing van
individu in gemeenschap, van het
redelijkeens worden, dat een begrijpen van Ik en
Wereld beteekent. Mat luguoerestaraeid ziet
men dezen menseh bij zien zelf blijven, zich
onveranderd en onberoerd ontwikkelen in
het contact met de buitenwereld, zoodat in
den eindlijken anarchist niets mér aanwezig
is, dan hetgeen reeds de jonge christen te
zien gaf. Da anarchist is de c iristen, met
een anderen naam en zonder de edelmoedig
heid en het naïave geloof der jeugd.
Ik geloof, dat de heer D. N. met dezen
zijn ontwikkelingsgang nog al is ingenomen.
Hg koos tot mitto vonr zijn boek een woord
van Gsethe: Hat hoogst geluk der
a*rdekinderen is slechts de persoonlijkheid" en op
blz. 399 leest men: Vlijn. geheele leven is
feiteiyk van het bagin tot het einde n
doorloopande, onafgebroken evolutie geweest,
niet met hirten en stooten, neen de draad
is door mijn geheele loopbaan duidelijk zicht
baar."
Uit deze beide citaten zou men besluiten,
dat de hear D. N. zich een persoonlijkheid,
een karakter gelooft en vervolgens, dat hij
het wezen van een karakter ziet in zulk een,
met eenparige snelheid verloopendö, ona in
doen yke evolutie, als de zijne te aanschouwen
geeft.
Ware dit soo, de goden mochten ona voor
karakter bewaren, want dood en niet leven
bracht het, waar het voorkwam. Maar het is
zoo nier. Zichzelf, een karakter te zyu wil
en bestudeerde het plafond. Sir Archibald
dronk op de gezondheid van den neophiet
waarvoor deze zijn erkentelijkheid uitte, ter
wijl de professor meende dat men maar tijd
vermorste met op den zich badrinkenden
rouéte wachten. Eindelijk vond de president
dat er maar begonnen mo°at worden. Profes
sor Triggs stond op om zijn sigaar op zij te
leggen, maar wankelde daarbij 166 op zijn
beenen, dat Hopkinson hem vroeg of hij
soms onwel was.
O neen, dank u," zei de professor, t is
zenuwachtigheii... telkens vóór er een nieuwe
partij begint, krijg ik hartkloppingen."
Hopkinson had zonder het te weten de
plaats van Sir Atchiba'd ingenomen. Die
kreeg hes in het oog en strompelde naar hem
toe: Dat is mijn plaats l Vervloekte jongen!'
Hjpkinson maakte zyn excuus en kreeg door
den president een plaats aangewezen.
De plaats van den armen Taylor l" zei
een der aanzittenden
En van den Duitscher met zijn bril, die
maar n keer hier geweest if," zei een ander.
En van Humphrey, Doloretzky, lord
Terwynn, en nog wel anderen die geen van
de heeren gekend heelt," voegda Triggs er
aan toe.
,,Ean fameuse plaata !" riep Colville. Toen
legde de president een spel kaarten op tafel
en schoof zijn stoel nalerbij: ..Heeren, het
spel kan beginnen. U ziet, het aantal kaarten
is compieet. Ik neem er zeven en voag
echoppenaas er bij. De reat van het spel heb
ik niet noodig. Ik sshud de kaarten ... Wie
wil coupaeren?"
Gaeft u maar hier, president'' zei T.-ii;gs.
Neen," riep Gurnbridge, ,,'i coupeert niet
eiken avond l"
Laat het den nieuweling doen," stelde
Sir Archibald voor. Daartegen had niemand
bezwaar en Hopkinson scaeidde het pakje
in twee deelen. Gadurende de ceremonie
heerschte er een. plechtige stilte, die alleen
onderbroken werd door het zenuwachtig
gegicher van Gurnbridge, waarmee deze
zich weer een hatelijkheid van Triggs op
den hals haalde. De president gaf de kaarten
rond en ieder speler kreeg er een voor zich.
HopkinBon wilde de zij ne dadelijk o mkeeren,
wat hem echter door den president werd
belet: Wacht u tot u aan de beurt is. Ieder
speler draait op de baurt zijn kaart om...
volgens ons reglement."
Dat is onza laatste emotie," grijnsde Triggs,
?we moeten et 200 lang mogelijk van ge
nieten!"
geenszins zeggen altijd het eigen ik als norm
van handelen te nemen en vooral niet bij
t\jd en ontijd aan ieder zijn meening voor
te houden. Het ligt ook hier weer i a een ver
houding van meer of minder, niet in iets
absoluuts. Het ware karakter blijft bij zich
zelf niet, maar geeft zich, geeft zich voort
durend, zonder vrees van te vervloeien Doch
de zwakken zullen bang zij a te ver te gaan,
ook uit vrees, dat de buitenwereld hen van
zwakheid zal beschuldigen. Om zich zelf, hun
ik, te voelen, hebben zij voortdurend noodig
zich scherp en hard af te stooten van de
o m wereld en beschouwen dan dat andere- sy n
als karakter. Maar hun zwakheid blijkt toch
wel uit da bittere klachten over een mis
kenning, die lij zelf oawerkten en bun onver
mogen on het natuurlijke van zoo'n zelf
geschapen verhouiing te zien. Aldusbateakent
net karakter van den heer D. N. niet vél
beter dan karakterloosheid, die zich vooral
daarom strak rechtop kon houden, wijl de
wereld het gemakkelijk maakte door op hare
beurt af te siooten.
Want zyn overtuigingen tot en met zijn
anarchisme, blijken ten slotte zoo weinig van
vertitaiidelyke en zoozeer van emotioneelen,
impulsieven aard. Eigenlijk evolutioneerde
niet hij in de wereld, maar deze
evolutionneerde door en langs hem heen. Hy' bleef,
die bij was, zy' veranderde, doch dat kon hij
niet zien, zoo m in als men in ean stilstaanden
trein zich onttrekken kan aan de sensatie
van eigen beweging, als een andere trein
voorbij rijdt.
Zoo is ook zyn huidig anarchisme feitelijk
niet anders dan zyn individualisme van alty'd.
Nooit kon hy gesag verdragen, imtnar was
de veelheid hem gehaat. Ea meer beteeken t
zijn anarchisme welbeschouwd niet.
... Het anarcttisme zegt hy' op bl.
580 wenscht... een zoo groot mogelijk
aantal krachtig willende, zelfdenkende
enzelfhandelende personen en is o vertuigd dat die
maatschappij de meeste waarborgen schenkt
voor een gezonde en fiinke ontwikkeling, die
bestaat uit het grootst aantal zelfstandige
individuen, die weten wat zy willen en dien
overeenkomstig handelen. Als elkeen zyn
krachten vrij kan ontplooien en ontwik kelen,
dan kan dit niet anders dan ten goede werken
roor het gtheel." Het dunkt mij een illusie
van den haer D. N. te meenen, dat ook het
pociahsme deze sententies niet met vreugde
zou onderschrijven. Gsly'k trouwens elke partij
zou doen. Het socialisme dat zegt: elk voor
allen, zegt evenzeer: allen voor elk, want
er is veel individualisme in het socialisme.
Waarop dan het anarchisme voorstelt, eerst
het individu zoover op te voeren, dat het vrij
willig en aouder d waag van buiten volbrengt,
wat in de huidige maatschappij voorloopig
slechts door een sterk cantraalorgaan te ver
krijgen ware.
Indien is zoo de verhouding van socialisme
tot anarchisme jaist heb geformuleerd, dan
is het duidelijk dat hier geen tegenstelling
bestaat en ... 's heeren D. N.'s tegenwoordige
politieke overtuiging eerder haat legen de
andere partij en. een gevoelssaak dient te
heeten.
Waarmee dan inderdaad elke meer
algemeene en idee ale beteekenis van zijn figuur
vervalt, ook al blpc hij als vertegenwoordiger
e?ner soort merkwaardig. En schilderachtig
voor het aesthetiach gevoel. Maar tragisch
kan men toch zyn lot en leven niet noemen,
omdat zijn karakter zoo weinig belangrijk is,
omdat het vooral de zeer buitengewone om
standigheden waren, die hem naar voren
brachten, als een soort volksheld.
Ni eet exces d'honneur, ni eet indiguité"...
mat deze' woorden heeft hij van zichzelven
op een inzichtsvol moment getuigd en wij
kunnen gereadelijk met hem instemmen, dat
elke buitengewone maatstaf hier verkeerd
ware aangelegd. Zoo luidt dau de conclusie,
dat de heer D. N. een niet ongewoon bur
german is, die door een wonderlijke samen
loop van omstandigheden" er toe gebracht
werd zich anlers voor te doen.
FRAXS COBSBN.
Wilt u beginnen doctor?" zei de president.
Kalm draaide Owens zyn kaart om en
anmnceerde onverschillig: Ruiten acht!"
U gaat ons dua nog niet verlaten, doctor!"
lachte sir Archibald.
Och, ik heb immers absoluut gaen geluk l"
antwoordde Owens.
Nu kreeg Gurnbridge een bestrafliag van
Colviile, wien het aanhoudend lachen gru
welijk hinderde. Ds laatste was aan de beurt,
zyn kaart te keeren, maar scheen er niet
te kunnen besluiten.
Kom, mijnheer Colville," moedigde de
president aan. Met gebroken stem maakte
Colville bekend: Klaveren koning l''
Na een lange aarzeling draaide de heer
Williams, die vanavond voor de vierde maal
speelde zijn kaart om: Schoppen tien!"
Toen riepen allen tegelijk:
Hir Archibald, u is aan de beurt!"
Weet u het wel zeker?" kiappertandde
deze, als geknakt in zijn stoel hangend, ben
ik aan de beurt?" Hij scheen een onmacht
nabij. Dr. Owens was opgestaan en bood hem
een glas whisky. U heeft uw gewone dosis
nog niet gehad," zeide hij kalmeerend. Drinkt
dit even uit l"
Haastig ledigde sir Archibald het glas en
draaide plotseling zijn kaart om, met afge
wend hoofd.
Raiten tien!" riep dr. OweES.
Vooruit, professor," tergde Gurnbridge,
nu wachten we op u!... Ma ik toch niet
zulke vouwen in uw kaart! We zijn niet aan
't poker spelen!"
't Is een aas!" hijgde Triggs die er niet
meer over dacht zich woedend te maken.
Ik denk niet dat het de goeie is!" zei
de president lachend, hartenaaBisinhetspall"
Kom, professor, u houdt zoo van emotie!"
zei Rivers met een cynischen lach. Een lood
kleurige tint overtrok Triggs' gelaat.
Och, mijnheer Kivars,"staoielde hij, 4raait
u tnijn kaart om,... ik voel me onwel!'
Maar de president meende, dat zulke aar
digheden acaterwege moesten blijven, want
het reglement eischte dat elke speler zijn
eigen kaart draaide. Door allen aangespoord
keerde Triggs toen sijn kaart om: Harten.,.
't Is de aas... van de ..."
Op hetzelfde oogenblik rees de professor
half van zijn stoel, zwaaide de armen in het
rond en viel met een plof op den vloer neer.
Da president en de spelers, die nog niet de
onderzijde van hun kaart hadden gezien
bleven roerloos zitt n, terwijl de anderen
Triggs omringden. Te midden van het tumult
Frantéhe Opera.
Ean opera-tekst critiseeren is moeilijk, zoo
lang men Trede neemt met Scribe en
MaeterlmcK tegelijk. Ik voor mij begrijp niet hoe
Médéa met de eentonige Alexandrijnen, de
conrentioneele klank en dictie, de rhethorica
en vooral het ondramatische tot een soort
van poputairen roem raakte. De tragedie is
een omwarking van Earipides, Seneca of
Corneüle, of een anderen, wat doet het er toe.
Hoe een kunstenaar bet onderneemt, toonde
Hugo von Hoffinannstaal met Electra. Dat
ik, den tekst légend, er met door heen kwam
bly've persoonlijke anthipathie te^en banale
rijmen, voos classicisme en eindeloos gerede
neer. Maar hetgeen een teoueelspeler kan
verlevendigen met actie, wordt verdord door
't wezen van het muziesdrama. Immers: Het
rythme duidt zyn gebaar en stand; belem
mert mag men zeggen. Melodie en harmonie
vervangen zyn temperament; regnleeren het
in 't baste geval. Ieder weet toch, dat bijna
geen zanger een dragelijk speler is? Het ge
heim d «r waarde eener opera schuilt hierin,
dat de muziek in zoo hooge mate kenner of
leek ooeic dat men de scène genoegzaam ver
geet. Zoolang componisten lust vinden in
gerektheden, zullen teksten als MéJéa ver
starren tot marionetten-vertoon. laderdaad :
het ie ven möat vlieden voor al de uitgehouden
noten en orkestrale intermezzi.
De slechtste opera verdient nog waar
deering; er gebeurt zooveel eer men ze op
de planken ziet! De tekst moet gezocht wor
den, getroffen, gecoupeerd en soms gewij
zigd; muuek-schryven is geen morgenspel
letje; de componist schetst (als bij vindt!)
werkt uit, instrumenteert, scnrijft in 't net
eene partituur vaa honderden folio-bladen,
en copieert (in Holland) zelf de stemmen.
Da instrumentatie is niet altijd gelijk de auteur
haar zou willen. Hy moet diswijls rekening
houden met de sterkte en bekwaamheid van
zyn orkest. En de bezetting der solistan
hangt ook al af van den troep. Da wissel
valligheden der instodeering, de fata vaa
opvoering en succes!
De geschiedenis vaa Mades, een der ont
zaglij kste mensch-typen door het wereld-leven
gebaard, is bekend; ik zeg daaron enkel dat
Legouvéde apotheose koos van aaar kom
mer; het dooden der twee kinderen. Paul
Bastide maakt het me evenmin moeilijk.
Zijn bewerking is een mozaiek van korte
motiefjes, knap doorgevoerd, en klanken,
fraai gecombineerd. Het is de consequentie
van zijn individualiteit, dat het grandioze
ontbreekt. Wat zal men er van zeggen ? Duldt
men niet Hamlet en Francesca da Rimini
van Tüomas, Lacretia Borgia van onizetti,
Romeo et Juliette en Faust van Gouood ?
Maar ik mis hier noode de donkere vlam,
welke elk der episodes van Medea's bestaan
doorgloeit met schoone somberaeid.
Do opvoering was verdienstelijk. De beste
medewerkers had Bistide aan zich zelf,
(lirigent) Céieste Gril, (Médée) Roosen, (Jaion)
en Druïjse (Ciéon). Waarom de componibt
concipieerde voor zes sopranen en vier
bassen, geen tenors en alten (baritons)
begrijp ik niet. Daaruit sproot he»l wat
eentonigheid. Da regisseur heeft veel op
zijn geweten: waaierende zuilen in den
tocht, tempel met scharnierende deuren,
malle standbeelden, costumes van al.e
kleuren (de onmogelijkste bovendien) en
tijden; de kapsels: wit, rood, zwart, bruin,
blond, gefriseerd, effen-gestreken, getorend,
los, in vlechten, gestrikt, gehand, in eiken
vorm en stijl! En zoo verder.
Ik kan het muzikaal geheel na niet in
den breeda analyseren. Eén détail: Op 't
einde van het tweede badryf is 't gehuil
der menigte wat al te goedkoop en weinig
artistiek nagebootst door lallende stemmen
achter de coulissen. Glüsk wist daar bater
raad mee. Doch 't is Bastide's eersteling.
Jeugd opara's, zei Weber, verdrinkt men als
een najt jonge honden; al valt het den
vader ook hard! Ik hoorde het werk twee
maal en /oei veel trek te raden in die rich
ting. Bastide heeft veal talent en durf genoeg
voor een tweede, die wellicht beter lakt.
* *
#
HiiiiiuiiiiiiiifMiiiiiimiiiimiiiHiiiiHliiiiiiiiiiiiniiiiMiiiiiiiiiilliiMiimi
boog dr. Owens zich over den bewustelooze
en zei kalm: Er is niets meer aan te doen...
Het is een slagaderbreuk l" Gaholpen door
Sam droeg Owens den professor in de galerij,
terwijl de president, een rookwolk de lucht
in blazend zei: Mgnbear Rivers l" Maar
deze antwoordde: Permitteert u, president,
aangezien er vanavond een doode is, is de
pariij beslist."
Gurnbridge en Hopkinson, die van hetzelfde
gevoelen waren, stonden op.
Pardon, heeren," riep de president, zich
opricntende, het gebeurde met mijnheer
Triggs is gean gevolg van de partij! En,"
toen hij zag dat de anderen blijkbaar zoo
maar niet zyu meerling waren toegedaan, al
telt de de Hampton-cluk ook een lid minder,
de partij is daarmee niet uit."
Neen," zei Gurnbridge, maar ..."
Is er een winner vanavond?" ging de
president voort; en bovendien, heeren, ik
ben hier om te waken voor de nakoming
van het reglement. Ik tolereer niet dat de
regels van de club gewijzigd worden naar
gelang van de omstandigheden."
De president heeft gelijk," zei Colville.
Natuurlijk heeft hij gelijk!" riep sir
Archibald. 't Is zoo klaar als een klontje,
dat er doorgespeeld moet worden!"
We hebben reglementen, en die moeten
opgevolgd worden," voegde O wens eraan toe,
die weer in het salon verschenen waa. Oük
Williams drong aan op het einde van de partij.
Ga ziet, hearen, dat bovendien de
meerderneid het met me eens is! Mijnheer Rivers,
wilt u uw kaart omdraaien?" zei de president
energiek.
Non, vooruit dan maar,... vandaag of
morgen...," mompelde Rivers; harten
vrouw!"
Met uitpuilende oogen bekeek Gurnbridge
zyn kaart. Ikjiieb 50 pCt. kans," zei hij,rillend.
Eau mooie kans voor u, mynheer de
nieuweling," zei sir Archibald, Hopkinson
op den schouder tikkend. Ten prooi aan de
hevigste gemoedsbeweging woelde Gurnbridge
met beide handen in het haar. De president
wilde hem een glas whi:ky presenteeren.
Dank u," weigerde Gurnbridge, excuseer,
het zijn mijn vervloekte zenuwen!"
Die aas wil vanavond maar niet komen,"
meesmuilde Rivers en stak een sigaret op.
Plotseling zei Hopkinson, terwijl hij met
een heftige beweging zijn kaart over de tafej
wierp: Laat ons in godsnaam eindigen met
die akelige grappen ... schoppen aas . .. God
in den hemel I Dat moest zoo zijn, natuurlijk;"