De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 16 april pagina 2

16 april 1911 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 1764 fan Christen tot Anarchist. Gedenk schriften van F. DOMBLA NIEÜWSNHUIS 2 Dl. Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, 1911. 2e druk. II. £ïEens menschen karakter ia echter niet een ding als een bouwdoos, die men uit elkaar kan leggen. Wel scaijnt het vaak doenlijk van de uitingen tot de samenstellende deelen te besluiten, maar telkens zal men ook op ma mifaitasiea statten, die niet tot deze of gene ftSementen zijn terag te brengen, maar voort komen uit net totaal van ket karakter, dat ia geen deel opgaat. Zóó ook bq de persoonlijkheid van den keer D. N. Er zijn verschillende uitingen in zijn boek, £e zich niet verder analyseren laten, waarin men al zijn eigenschappen terag vindt, maar soo verbonden en tot iets «ui generit gewor den, dat geen hunner er in overweegt. Ik denk hier vooral aan die merkwaardige uitjpraken, waar de geheele strekking van N 's wid in besloten ligt. HJJ zegt op blz. 82 hoe, Ahet oleek, dat ik niet door dik en dan Meeging met de partijleiders". Hetgeen eenvoudig beteekent : als 't er op aankwam, wilde ik niet gtleid worden. Op blz. 389 leest men : In 't algemeen .«saken . velen zich een andere voorstelling ?wan het leiderschap eener party dan ik. Zaker, ik was mg volkomen bewust de leir der party te zijn, maar mijn streven was n ean partij van zelfbewuste, zelfstandige ttaqjdars van te maken, niet om ala een dikiatur over de arbeidere den schepter te «waaien". Hetgeen beteekent : ik wilde ook niet leid-n. Op olz. 249 staat: Feitelijk was ik de partij altijd een manslengte vooruit.... meeraaien hoorde ik mij verwijten, dat de party my niet kon bijhouden. Hael wel mogelijk, maar waa dit voor mij et n reden om «til te «taan en mijn eigen ontwikkelingsgang in te toornen" ? Hecgeen beteekent : ik liep het liefst allen Toornit.... en alleen. Emdelyk leest men op blz. 225 en vol gende, dat de heer D. N. oy zij n eerste speech te de Kamer allen verbaasde door te be ginnen : Mijne Hearen!' en niet, als gebrui kelijk: My'nneer de Voorzitter l My dankt," xegt hij da ir op in zyn boek, dat men tot in kleinigheden toe moet trachten korrekt te vezen en rationeel te handelen". Hetgeen beteekent : ik wilde zelfs in kleinigaeden geen concessies doen ten koste van eigen overtuiging, ik wilde star dognatifch zijn. Ia al deze ui tingen, dunkt my, is het ver?teend en versteenend individualisme aan ket werk, de starre eigen wil, die enkel zich»lven als norm kent en niet verder te onder scheiden valt. Wel ziet men duidelijk ook hier ijdelheid, zelf- overschatting, onverstand meedoen, maar geen dezer elementen heeft bet accent en men zou de zaak vervalsenen door zulke uitspraken, b. v. eerder aaa y iel heid dan aan wanbegrip ta willen toeschrij ven. Van een zuiver ij delhei dsgehalte, mits men bij die y delheid de zelf /erteedering der senti mentaliteit en het phantastiech avontuurlijke van het romaneske terstond meedenkt, is echter wat ik in het begin aanhaalde van 'sheeran IS 's enorme macntspositie, di gekeel Nederland schier den adem benam, en de duivelachtige pogingen tot omkooping, door het Duiische rijk en minister Heems kerk in 't werk gesteld. Ook zijn allei fierste itoïcijnenhouding tegenover de bestuurders der Utrechtsche gevangenis is van gelijken aard. Zichtbaar meer naar den romantiseren kant echter, doet zich de innige bewondering voor, die by' da bombast- artikelen van Croll toe draagt en het vaste geloof, waarin hij, trouwens MHÏHIIItmilllllllllHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHlIIIHIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIII Een nacht in de Hinmton-clni). Naar E. L. STBVENSON, door H. J. BELLEN. II. Da deur werd geopend en er verschenen twee mannen, die een baar droegen. Over het voorwerp, dat er op lag, was een wit laken gespreid,waarop eenige donkere vlekken zichtbaar waren. Ben plotselinge stilte trad in. Dat is Taylor l" werd er gefluisterd. We konden anders nergens door, heeren, excuseert," zei de president. Van lieverlede herleefde de conversatie weer toen de dragers verdwenen waren. Maar nog schriller was de tegenstelling tusschen luidruchtige en ge dempte gesprekken. Wat was dat ?" vroeg Hopkinson, die plotseling bleek was geworden. Dat is de winner van gisteravond," ant woordde Rivers onverschillig. Die goeie Taylor l Hij is niet lang een van de onzen geweest l 't Was zoo'n aardige kerel!" Hopkinson staarde mijmerend voor zich uit, terwijl nu en dan een vluchtige glimlach zyn oogen deed tintelen. Na eenige minuten kwam de bediende binnen, ruimde de litte ratuur van de tafel en spreidde er een groen kleed over uit. Schertsend namen da aan wezigen plaats en Hopkinson zette zich naast den professor. Ons spel is kinderlijk eenvoudig", zei de laatste, men neemt een gewoon spel kaarten van twee-en-dertig stuks. Maar men gebruikt er maar een deel van, net zooveel als er spelers zijn. Dat zyn er vandaag dm..." Precies acht," vulde Rivers aan, terwijl Colville liet volgen: Dat wordt van avond een korte party l" Kort, maar goed" lachte Gurnbridge zenuwachtig. Welnu," ging Triggs voort, een vijandige blik op Gurnbridge werpend, we nenen nu zeven kaarten en doen er schoppen aas bij." Ah," zei Hopkinson, die speelt dan voor den vinger van het noodlot l" Die wijst den winner aan," zei Gurnbridge, den gelukkigen winner l" Oeb, mijnheer !" riep Triggs ongeduldig, vermoeit zich toch in Godsnaam niet l" Vermoei ik me?" viel Gurnbridga nijdig uit; en waarmee als ik Tragen mag?" mot velen, leefde, dat de revolutie dadelijk zon uitbreken. Wat eindelijk het onverstand betreft, het uiterst beperkt inzicht in de verhoudingen dei levens, dat laat zich zuiver of gemetgd, door het geheele boak heen erkennen. Zoo dit een element is naast andere, is het toch wel een zeer machtig en voor het karakter noodlottig invloedrijk element. B ahoort nier toe niet reeds, schoon het ongetwijfeld ook het gebeele karakter raakt, die algemeena eisch, dat het maatschappelijk leven naar strikte waarheid en rechtvaardigheid inge richt zal zy'n? Van een jongen dominee «ras dit een begrijpelijke en zeila sympathieke illusie, onbaatzuchtig en ten deele voort komend uit menuchenliefde. Doch sedert Caristua kan men weten, wat daarvan komt en ook hoe dit komt. Er bestaat in deze gebrekkige wereld nu een maal niets algaheels of absolums, zelf- Recht en Waarheid niet. Elks bijzonder karaster en temperament kleurt zyn inzicht te dier zake weer anders en ofschoon wy allen willen hebben de Waarheid, krijgen wij slechts wat wy kunnen hebben, onze waarheid, waar mee wy' dan m de maatschappij voorzichtig tegen elkaar plegen te manoeuvreeren. Wie echter, naïef of brutaal, zijn waarheid ongebroken wil doorvoeren, zal weldra alle andere waarheden tegenover zicb zien, zoodat hem enkel de keus olijf t zich in te binden, concessies te doen, te heulen met den leugen" of uit de gemeenschap neen te gaan in geeiteiyke afaon lering. Het is 't eigenaardige van den Individualist, dat hij het laatste verkiest en tevens zijn onverstand, dat hij van dit proces het onontkoombaar radelyke niet begrijpten kwade trouw aanneemt achter elke afwijking van wat hem waarueid ecnijnt. In dit opiicht is het bjek van den heer D. N. al by sonder karakteristiek. Van da zeer vele menschen, die hy ac Hereen volgens in zijn bewogen levenslang leert kennen, zijn er maar enkelen, wier eerlijkheid hy op den duur niet verdenkt. Het moet iotusschen erkend worden, dat de wereld ham met ge.yke (valsche) munt betaalde en op deze wijze hard meewerkte zyn ooispronkalijk wel niet onedelmoedige natuur te ver gif igen. E:)n merkwaardig voorbeeld van de over schatting het individualisme ei^en en tevens van die soort laagdenkendtm achterdocht, eel voorkomend bij het geringe volk, dat alle levt-nswyshe d in twijfel en negatie ge legen acht, vindt men ia deze passage. H)e moeilijk het i*, om het pott (nadat) en het propter (omdat) te bewijzen, daarvan gaf ik in die inleiding een voorbeeld. Mr. Veegens schrbtjf jaarlyks in de Vragen do Tv/ds een politiek artikel, waarin hy' onbe schroomd en flink de toestanden en de ge nomen beslissingen in da Tweede Kamer ontleedde. Eanige j aren achtereen geschiedde dit. Mr. Veegens wordt gr.ffiar der Kamer op een tractemeut van ?4500. Nooit meer verscheen zoo'n geharnast artikel. Wanneer ik nu zeg, dat nij zijn pen verkocht heeft voor ?45,0, dan beschuldigen velen mij van verdachtmaking, en toch al is het omdat (proptei) niet met beslistheid te bewijzen, de aandachtige waarnemer markt toch het verband op en dan bestaat er voor hem maar al te veel reden om uit het post te besluiten tot het propter." Zoo waarlijk? Werkten die eenmaal jaarlykEcie politieke stukken van Mr. V. zoo geducht staatsgevaarly k, dat de Tweede Kamer het geraden achtte deze ontzagwekkende pen tot den prijs van /'4:OJ te koopen? Eu was met dien koop de zekerheid ver kregen (of was dit f en geheime afspraak met de redactie) dat niet een ander, even geducht of geduchter, in de Vragen des Tijde die oppositioneele pen zou opvatten? Kan Mr. Veigens ze.f niet van meeniog zyn ge we ast, dat zijn jaarlyksch artikel niet zoo onont beerlijk waa voor het heil van den Staat of hy kon het met een tamelijk gerust geweten aan zijn eigan carrière opoü'sren? Wie, met vijf gezonde zinnen bedeeld, zou deze dingen betwijfelen l Maar het behoort tot de kwaal, die individualisme tieet, hier als elders de eigen maatstaf absoluut te verklaren en dogmatisch te volgen. Met uw zenuachtig gedoe, met u w lachen zonder dat u er lust in heeft." Dat gaat u niet aan l" schreeuwde Garnbridge en toen Triggs hem den rug toekeerde, mompelfle hy : Kindsehe ouwe, ja begint me akelig te vervelen l" Ieder speler kry'gc een kaart," wendde Triggs zich weer tot Hopkinson, terwijl hy moeite deed zij n opgewondenheid te bedaren. Maar daar kornt de president al aan ! Nu zult u het gauw begrijpen l" Men leert het eigenlyk het beat door zelf te spelen," meende dr O wens, en de begin nelingen hebben meestal ge.uk i" Als u maar niet te veel geluk heeft, mynheer Hopkinson," lachte Gurnoridge zenuw achtig. God in den hemel, wat is die kerel ver velend l" zuchtte Triggs. De president noodigda de heeren uit plaats te nemen, want Sir Archibald waj weer opge staan en meende nu te moeten protesteeren omdat er nog een halve flesch op hem wachtte. O, haast u zich nie'," zei de president, we hebben nog wel een oogen blik den tijd l" We hebben da heele eeuwigheid voor ons," stotterde Gurnbridge. Een dronk op de eeuwigheid l Kom heeren l" riep Sir Archibald, dat is immers het doel van ons allen! We ve; langen allen naar de definitieve ruat.... ginds in het Nirwana!'1 Of liever naar een loven dat niet zoo wreed is als dit," zei Rivers ernstig, Krijgen we weer een deuntje mystiek?" zei Triggs, de schouders ophalend. Professor, ik verzeker u dat voor mij lang niet alles is afgeloopen als de president mij van mijn stoffelijk omhulsel ontlast heeft," zei Rivers kalm. U heeft gelijk," hernamTriggs op ironiachen toon, gij zult uit uwstof /errijzen,o Phoenixl" En brengt ons bericht hoe het er gindsch uitziet," voegde Owens er aan toe. Heeren," zei de president ongeduldig toen hij Sir Archibald een nieuw glas zag vullen. Laat ons nu eindigen met die metaphysische discussie, u zult er gauw genoeg eens over zijn!" Dat is mooi gezegd! L,3ve de president l" riep Sir Archibald. Professor Triggs werd erg zenuwachtig. De overige leden van het gezelschap zaten ge deeltelijk te rooken en te praten; hier en daar keek er een met de handen diep in de zakken recht voor zich uit. Een enkele zat een deuntje fluitend achterover in zyn stoel Er behoeft overigens geen twijfel te be staan, dat het in dit geval van Mr. V. inder daad een propter gold, wijl het niet voagzaam geweest waru, a's een dienaar der Kamer haar daden voortaan opsniy'k en aeherp hadde beoordeeld. Maar of hij die onthou ding al dan niet bastaanbaar achtte met de politieke eerlijkheid van dat ne artikel, mocht men gerust aan Mr. V. overlaten, wijl het der gemeenscaap werkelijk niets schelen kon. Zelden toch is een artikel, of zelfs een geheale scheepslading artikelen, uf zaïfi da geaeele individu, sooveel waard 'oor het algemeen; daïhet zich mat reden om hun beetaan te bekommaren heeft. En wie zich toch met zulke oy'zonderaeden afgeef c, overscaat de waarde van het iniividuaeie en doet volkomen overoodit; werk, al doet hij het met een hart van goud" gelijk de heer O. N. E an ander en laatste?voorbeeld van dezen gebrekkigen redeneertrant moge hier nog gegeven worden. Hat geldt een oordeel over de onzedelijkheid, verderfelijkaeid van het parlementaire ale regeeringsvorm, gelijk alle individualistisch-burgeriyke radicalen het ga ge/en hebben en dat daarom des te meer kenteekenend voor hun karakter mag heeten. Dat gaat o.oa. aldus toe: Het parlement met zyn verschillende be langengroepen, wien het er om te doen i», om te weten in welke mate elk hunner deel kan neman aan de ekonomische uitzuiging der massa, is de politieke weerkaatsing van het materieel en geestelijk bedrog, dat aan die massa gepleegd wordt. Men bestrijdt das (in het parlement) de schaduw inplaats van de werkelijkheid" (bl. 235). Ea bl. 265: Welk verstandig mensch kan beweren, dat in eau vergadering vaa ICO personen 51, dat is de helft plus n, het bij het rechte einde heeft en het recht heeft een wet op te lezgen aan da helft min n? Dat 51 van de 100 menschen het alty'd beter weten, is zoo'c ongerijmdheid, dat men die stelling in geen vergadering van verstandige menschen zal kunnen aanhooren zonder in schaterlachen uit te barsten." Enz. Beboaven zulke uitspraken ook no^ weer legging? Hoa treffmd het was hen indertijd in Muitatuti's fel persoonlijke taal te hoor«n verkondigen, de wereld is sedert lang ten hunnen opzichte tot de orde van den dig overgegaan. Dat de heer D. N. er in het Jaar onzes Hearen 1911 nog weer eens?man kan niet zeggen frisch" mee aankomt, bawijst slechts, dat ook hij Tiiets vergeten en niets geleerd heef ." Inderdaid: ervaring schijnt voor zulk een kirakter niet te bestaan. Ervaring in den zin van wederzijlsche vervloeiing van individu in gemeenschap, van het redelijkeens worden, dat een begrijpen van Ik en Wereld beteekent. Mat luguoerestaraeid ziet men dezen menseh bij zien zelf blijven, zich onveranderd en onberoerd ontwikkelen in het contact met de buitenwereld, zoodat in den eindlijken anarchist niets mér aanwezig is, dan hetgeen reeds de jonge christen te zien gaf. Da anarchist is de c iristen, met een anderen naam en zonder de edelmoedig heid en het naïave geloof der jeugd. Ik geloof, dat de heer D. N. met dezen zijn ontwikkelingsgang nog al is ingenomen. Hg koos tot mitto vonr zijn boek een woord van Gsethe: Hat hoogst geluk der a*rdekinderen is slechts de persoonlijkheid" en op blz. 399 leest men: Vlijn. geheele leven is feiteiyk van het bagin tot het einde n doorloopande, onafgebroken evolutie geweest, niet met hirten en stooten, neen de draad is door mijn geheele loopbaan duidelijk zicht baar." Uit deze beide citaten zou men besluiten, dat de hear D. N. zich een persoonlijkheid, een karakter gelooft en vervolgens, dat hij het wezen van een karakter ziet in zulk een, met eenparige snelheid verloopendö, ona in doen yke evolutie, als de zijne te aanschouwen geeft. Ware dit soo, de goden mochten ona voor karakter bewaren, want dood en niet leven bracht het, waar het voorkwam. Maar het is zoo nier. Zichzelf, een karakter te zyu wil en bestudeerde het plafond. Sir Archibald dronk op de gezondheid van den neophiet waarvoor deze zijn erkentelijkheid uitte, ter wijl de professor meende dat men maar tijd vermorste met op den zich badrinkenden rouéte wachten. Eindelijk vond de president dat er maar begonnen mo°at worden. Profes sor Triggs stond op om zijn sigaar op zij te leggen, maar wankelde daarbij 166 op zijn beenen, dat Hopkinson hem vroeg of hij soms onwel was. O neen, dank u," zei de professor, t is zenuwachtigheii... telkens vóór er een nieuwe partij begint, krijg ik hartkloppingen." Hopkinson had zonder het te weten de plaats van Sir Atchiba'd ingenomen. Die kreeg hes in het oog en strompelde naar hem toe: Dat is mijn plaats l Vervloekte jongen!' Hjpkinson maakte zyn excuus en kreeg door den president een plaats aangewezen. De plaats van den armen Taylor l" zei een der aanzittenden En van den Duitscher met zijn bril, die maar n keer hier geweest if," zei een ander. En van Humphrey, Doloretzky, lord Terwynn, en nog wel anderen die geen van de heeren gekend heelt," voegda Triggs er aan toe. ,,Ean fameuse plaata !" riep Colville. Toen legde de president een spel kaarten op tafel en schoof zijn stoel nalerbij: ..Heeren, het spel kan beginnen. U ziet, het aantal kaarten is compieet. Ik neem er zeven en voag echoppenaas er bij. De reat van het spel heb ik niet noodig. Ik sshud de kaarten ... Wie wil coupaeren?" Gaeft u maar hier, president'' zei T.-ii;gs. Neen," riep Gurnbridge, ,,'i coupeert niet eiken avond l" Laat het den nieuweling doen," stelde Sir Archibald voor. Daartegen had niemand bezwaar en Hopkinson scaeidde het pakje in twee deelen. Gadurende de ceremonie heerschte er een. plechtige stilte, die alleen onderbroken werd door het zenuwachtig gegicher van Gurnbridge, waarmee deze zich weer een hatelijkheid van Triggs op den hals haalde. De president gaf de kaarten rond en ieder speler kreeg er een voor zich. HopkinBon wilde de zij ne dadelijk o mkeeren, wat hem echter door den president werd belet: Wacht u tot u aan de beurt is. Ieder speler draait op de baurt zijn kaart om... volgens ons reglement." Dat is onza laatste emotie," grijnsde Triggs, ?we moeten et 200 lang mogelijk van ge nieten!" geenszins zeggen altijd het eigen ik als norm van handelen te nemen en vooral niet bij t\jd en ontijd aan ieder zijn meening voor te houden. Het ligt ook hier weer i a een ver houding van meer of minder, niet in iets absoluuts. Het ware karakter blijft bij zich zelf niet, maar geeft zich, geeft zich voort durend, zonder vrees van te vervloeien Doch de zwakken zullen bang zij a te ver te gaan, ook uit vrees, dat de buitenwereld hen van zwakheid zal beschuldigen. Om zich zelf, hun ik, te voelen, hebben zij voortdurend noodig zich scherp en hard af te stooten van de o m wereld en beschouwen dan dat andere- sy n als karakter. Maar hun zwakheid blijkt toch wel uit da bittere klachten over een mis kenning, die lij zelf oawerkten en bun onver mogen on het natuurlijke van zoo'n zelf geschapen verhouiing te zien. Aldusbateakent net karakter van den heer D. N. niet vél beter dan karakterloosheid, die zich vooral daarom strak rechtop kon houden, wijl de wereld het gemakkelijk maakte door op hare beurt af te siooten. Want zyn overtuigingen tot en met zijn anarchisme, blijken ten slotte zoo weinig van vertitaiidelyke en zoozeer van emotioneelen, impulsieven aard. Eigenlijk evolutioneerde niet hij in de wereld, maar deze evolutionneerde door en langs hem heen. Hy' bleef, die bij was, zy' veranderde, doch dat kon hij niet zien, zoo m in als men in ean stilstaanden trein zich onttrekken kan aan de sensatie van eigen beweging, als een andere trein voorbij rijdt. Zoo is ook zyn huidig anarchisme feitelijk niet anders dan zyn individualisme van alty'd. Nooit kon hy gesag verdragen, imtnar was de veelheid hem gehaat. Ea meer beteeken t zijn anarchisme welbeschouwd niet. ... Het anarcttisme zegt hy' op bl. 580 wenscht... een zoo groot mogelijk aantal krachtig willende, zelfdenkende enzelfhandelende personen en is o vertuigd dat die maatschappij de meeste waarborgen schenkt voor een gezonde en fiinke ontwikkeling, die bestaat uit het grootst aantal zelfstandige individuen, die weten wat zy willen en dien overeenkomstig handelen. Als elkeen zyn krachten vrij kan ontplooien en ontwik kelen, dan kan dit niet anders dan ten goede werken roor het gtheel." Het dunkt mij een illusie van den haer D. N. te meenen, dat ook het pociahsme deze sententies niet met vreugde zou onderschrijven. Gsly'k trouwens elke partij zou doen. Het socialisme dat zegt: elk voor allen, zegt evenzeer: allen voor elk, want er is veel individualisme in het socialisme. Waarop dan het anarchisme voorstelt, eerst het individu zoover op te voeren, dat het vrij willig en aouder d waag van buiten volbrengt, wat in de huidige maatschappij voorloopig slechts door een sterk cantraalorgaan te ver krijgen ware. Indien is zoo de verhouding van socialisme tot anarchisme jaist heb geformuleerd, dan is het duidelijk dat hier geen tegenstelling bestaat en ... 's heeren D. N.'s tegenwoordige politieke overtuiging eerder haat legen de andere partij en. een gevoelssaak dient te heeten. Waarmee dan inderdaad elke meer algemeene en idee ale beteekenis van zijn figuur vervalt, ook al blpc hij als vertegenwoordiger e?ner soort merkwaardig. En schilderachtig voor het aesthetiach gevoel. Maar tragisch kan men toch zyn lot en leven niet noemen, omdat zijn karakter zoo weinig belangrijk is, omdat het vooral de zeer buitengewone om standigheden waren, die hem naar voren brachten, als een soort volksheld. Ni eet exces d'honneur, ni eet indiguité"... mat deze' woorden heeft hij van zichzelven op een inzichtsvol moment getuigd en wij kunnen gereadelijk met hem instemmen, dat elke buitengewone maatstaf hier verkeerd ware aangelegd. Zoo luidt dau de conclusie, dat de heer D. N. een niet ongewoon bur german is, die door een wonderlijke samen loop van omstandigheden" er toe gebracht werd zich anlers voor te doen. FRAXS COBSBN. Wilt u beginnen doctor?" zei de president. Kalm draaide Owens zyn kaart om en anmnceerde onverschillig: Ruiten acht!" U gaat ons dua nog niet verlaten, doctor!" lachte sir Archibald. Och, ik heb immers absoluut gaen geluk l" antwoordde Owens. Nu kreeg Gurnbridge een bestrafliag van Colviile, wien het aanhoudend lachen gru welijk hinderde. Ds laatste was aan de beurt, zyn kaart te keeren, maar scheen er niet te kunnen besluiten. Kom, mijnheer Colville," moedigde de president aan. Met gebroken stem maakte Colville bekend: Klaveren koning l'' Na een lange aarzeling draaide de heer Williams, die vanavond voor de vierde maal speelde zijn kaart om: Schoppen tien!" Toen riepen allen tegelijk: Hir Archibald, u is aan de beurt!" Weet u het wel zeker?" kiappertandde deze, als geknakt in zijn stoel hangend, ben ik aan de beurt?" Hij scheen een onmacht nabij. Dr. Owens was opgestaan en bood hem een glas whisky. U heeft uw gewone dosis nog niet gehad," zeide hij kalmeerend. Drinkt dit even uit l" Haastig ledigde sir Archibald het glas en draaide plotseling zijn kaart om, met afge wend hoofd. Raiten tien!" riep dr. OweES. Vooruit, professor," tergde Gurnbridge, nu wachten we op u!... Ma ik toch niet zulke vouwen in uw kaart! We zijn niet aan 't poker spelen!" 't Is een aas!" hijgde Triggs die er niet meer over dacht zich woedend te maken. Ik denk niet dat het de goeie is!" zei de president lachend, hartenaaBisinhetspall" Kom, professor, u houdt zoo van emotie!" zei Rivers met een cynischen lach. Een lood kleurige tint overtrok Triggs' gelaat. Och, mijnheer Kivars,"staoielde hij, 4raait u tnijn kaart om,... ik voel me onwel!' Maar de president meende, dat zulke aar digheden acaterwege moesten blijven, want het reglement eischte dat elke speler zijn eigen kaart draaide. Door allen aangespoord keerde Triggs toen sijn kaart om: Harten.,. 't Is de aas... van de ..." Op hetzelfde oogenblik rees de professor half van zijn stoel, zwaaide de armen in het rond en viel met een plof op den vloer neer. Da president en de spelers, die nog niet de onderzijde van hun kaart hadden gezien bleven roerloos zitt n, terwijl de anderen Triggs omringden. Te midden van het tumult Frantéhe Opera. Ean opera-tekst critiseeren is moeilijk, zoo lang men Trede neemt met Scribe en MaeterlmcK tegelijk. Ik voor mij begrijp niet hoe Médéa met de eentonige Alexandrijnen, de conrentioneele klank en dictie, de rhethorica en vooral het ondramatische tot een soort van poputairen roem raakte. De tragedie is een omwarking van Earipides, Seneca of Corneüle, of een anderen, wat doet het er toe. Hoe een kunstenaar bet onderneemt, toonde Hugo von Hoffinannstaal met Electra. Dat ik, den tekst légend, er met door heen kwam bly've persoonlijke anthipathie te^en banale rijmen, voos classicisme en eindeloos gerede neer. Maar hetgeen een teoueelspeler kan verlevendigen met actie, wordt verdord door 't wezen van het muziesdrama. Immers: Het rythme duidt zyn gebaar en stand; belem mert mag men zeggen. Melodie en harmonie vervangen zyn temperament; regnleeren het in 't baste geval. Ieder weet toch, dat bijna geen zanger een dragelijk speler is? Het ge heim d «r waarde eener opera schuilt hierin, dat de muziek in zoo hooge mate kenner of leek ooeic dat men de scène genoegzaam ver geet. Zoolang componisten lust vinden in gerektheden, zullen teksten als MéJéa ver starren tot marionetten-vertoon. laderdaad : het ie ven möat vlieden voor al de uitgehouden noten en orkestrale intermezzi. De slechtste opera verdient nog waar deering; er gebeurt zooveel eer men ze op de planken ziet! De tekst moet gezocht wor den, getroffen, gecoupeerd en soms gewij zigd; muuek-schryven is geen morgenspel letje; de componist schetst (als bij vindt!) werkt uit, instrumenteert, scnrijft in 't net eene partituur vaa honderden folio-bladen, en copieert (in Holland) zelf de stemmen. Da instrumentatie is niet altijd gelijk de auteur haar zou willen. Hy moet diswijls rekening houden met de sterkte en bekwaamheid van zyn orkest. En de bezetting der solistan hangt ook al af van den troep. Da wissel valligheden der instodeering, de fata vaa opvoering en succes! De geschiedenis vaa Mades, een der ont zaglij kste mensch-typen door het wereld-leven gebaard, is bekend; ik zeg daaron enkel dat Legouvéde apotheose koos van aaar kom mer; het dooden der twee kinderen. Paul Bastide maakt het me evenmin moeilijk. Zijn bewerking is een mozaiek van korte motiefjes, knap doorgevoerd, en klanken, fraai gecombineerd. Het is de consequentie van zijn individualiteit, dat het grandioze ontbreekt. Wat zal men er van zeggen ? Duldt men niet Hamlet en Francesca da Rimini van Tüomas, Lacretia Borgia van onizetti, Romeo et Juliette en Faust van Gouood ? Maar ik mis hier noode de donkere vlam, welke elk der episodes van Medea's bestaan doorgloeit met schoone somberaeid. Do opvoering was verdienstelijk. De beste medewerkers had Bistide aan zich zelf, (lirigent) Céieste Gril, (Médée) Roosen, (Jaion) en Druïjse (Ciéon). Waarom de componibt concipieerde voor zes sopranen en vier bassen, geen tenors en alten (baritons) begrijp ik niet. Daaruit sproot he»l wat eentonigheid. Da regisseur heeft veel op zijn geweten: waaierende zuilen in den tocht, tempel met scharnierende deuren, malle standbeelden, costumes van al.e kleuren (de onmogelijkste bovendien) en tijden; de kapsels: wit, rood, zwart, bruin, blond, gefriseerd, effen-gestreken, getorend, los, in vlechten, gestrikt, gehand, in eiken vorm en stijl! En zoo verder. Ik kan het muzikaal geheel na niet in den breeda analyseren. Eén détail: Op 't einde van het tweede badryf is 't gehuil der menigte wat al te goedkoop en weinig artistiek nagebootst door lallende stemmen achter de coulissen. Glüsk wist daar bater raad mee. Doch 't is Bastide's eersteling. Jeugd opara's, zei Weber, verdrinkt men als een najt jonge honden; al valt het den vader ook hard! Ik hoorde het werk twee maal en /oei veel trek te raden in die rich ting. Bastide heeft veal talent en durf genoeg voor een tweede, die wellicht beter lakt. * * # HiiiiiuiiiiiiiifMiiiiiimiiiimiiiHiiiiHliiiiiiiiiiiiniiiiMiiiiiiiiiilliiMiimi boog dr. Owens zich over den bewustelooze en zei kalm: Er is niets meer aan te doen... Het is een slagaderbreuk l" Gaholpen door Sam droeg Owens den professor in de galerij, terwijl de president, een rookwolk de lucht in blazend zei: Mgnbear Rivers l" Maar deze antwoordde: Permitteert u, president, aangezien er vanavond een doode is, is de pariij beslist." Gurnbridge en Hopkinson, die van hetzelfde gevoelen waren, stonden op. Pardon, heeren," riep de president, zich opricntende, het gebeurde met mijnheer Triggs is gean gevolg van de partij! En," toen hij zag dat de anderen blijkbaar zoo maar niet zyu meerling waren toegedaan, al telt de de Hampton-cluk ook een lid minder, de partij is daarmee niet uit." Neen," zei Gurnbridge, maar ..." Is er een winner vanavond?" ging de president voort; en bovendien, heeren, ik ben hier om te waken voor de nakoming van het reglement. Ik tolereer niet dat de regels van de club gewijzigd worden naar gelang van de omstandigheden." De president heeft gelijk," zei Colville. Natuurlijk heeft hij gelijk!" riep sir Archibald. 't Is zoo klaar als een klontje, dat er doorgespeeld moet worden!" We hebben reglementen, en die moeten opgevolgd worden," voegde O wens eraan toe, die weer in het salon verschenen waa. Oük Williams drong aan op het einde van de partij. Ga ziet, hearen, dat bovendien de meerderneid het met me eens is! Mijnheer Rivers, wilt u uw kaart omdraaien?" zei de president energiek. Non, vooruit dan maar,... vandaag of morgen...," mompelde Rivers; harten vrouw!" Met uitpuilende oogen bekeek Gurnbridge zyn kaart. Ikjiieb 50 pCt. kans," zei hij,rillend. Eau mooie kans voor u, mynheer de nieuweling," zei sir Archibald, Hopkinson op den schouder tikkend. Ten prooi aan de hevigste gemoedsbeweging woelde Gurnbridge met beide handen in het haar. De president wilde hem een glas whi:ky presenteeren. Dank u," weigerde Gurnbridge, excuseer, het zijn mijn vervloekte zenuwen!" Die aas wil vanavond maar niet komen," meesmuilde Rivers en stak een sigaret op. Plotseling zei Hopkinson, terwijl hij met een heftige beweging zijn kaart over de tafej wierp: Laat ons in godsnaam eindigen met die akelige grappen ... schoppen aas . .. God in den hemel I Dat moest zoo zijn, natuurlijk;"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl