De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 23 april pagina 3

23 april 1911 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1765 D E AMSTËRÖMM K R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. r*eds, dat de gebeurtenissen zich afspelen op het dcor Hollandache vrtwwen nog zoo tMtDig betreden Celebei, geeft deze bladz$d«n eau eigenaardige waarde als bjjdrage tot de fcnuria van laad en volk. Java ia ons, uit de B**de e» de «leent* litteiatuBr, reeds TTQ nauwkeurig bekend, ea bovendien ligt het im den aard van letterkundige werken zich ?wer op het weergeven van stemmingen dan op de beschouwing van toestanden en ver houdingen toe te leggen. Wie nimmer m Indiëvertoefden, en zelfs zq, die hun enkele Indische jaren uitsluitend op hoofdplaatsen doorbrachten, zullen uit deze Indrukken" een idee krijgen, wat het beteekent als Hollandsche vrouw van ontwikkelden huize op een buitenpost te zitten, als Hollandsche officiersvrouw in een kwalijk onderworpen landstreek, intiem aangewezen op een vreemde bevolking, welks taal men niet verstaat, en die achter een onbevangen uiterlijk wellicht den bittersten wrok verbergt. Zeer seker zyn deze echtdoerlecfde Wadayden de sterkste,waar de schildering der volmaakte verlatenheid van een pa«r jonge officiersvronwtjes een echte span ning wekt. Het geweldige van den nacht, van de eindeloosheid, van de eenzaamheid vol gevaar met niets dan n enkele broze telefoondraad als verbinding tosschen wie dagreizen ver van elkander leven ook van het jachtige, omekere van dat officiersbestaan, zit er wel goed in. Jammer is het, dat de schrijfster wel eens een enkele maal vergat te bedenken, dat het belangrijke in de lot gevallen van personen ten slotte toch uit sluitend in het algemeen-menschely'ke ele ment ligt óf, gelijk b. v. bij Couperus, in d* snperieuie, kunst volle wy'ze van vertellen want daardoor is haar boek hier en daar door een onbeduidende bladzijde ontsierd. Het socalistuch-aangelegde gouvernantetje, zo«wel als de herinnering aan een Hollandschen Zondag en een Hollandsche Sinter klaas al is mij, die óók enkele jaren in Indiëhet hevige verlangen naar Holland onderging, het behagen van de schrijfster in die herinneringen, volkomen duidelijk hadden, in dezen vorm althans, uitnemend gemist kannen «orden, en zoo is er meer, te weinig van eigen visie blijk gevend om schoon en te weinig byzonder om belangrijk te zij». Maar het echte, zuivere gevoel, de onge veinsde belangstelling voor het omringende, natuur en menechen zoo zeldzaam in Indisch-dames" zy'n hoogeljjk te waar deeren, en, legt men maar in zake taal en stijl een andere maatstaf aan dan men met letterkundige kunstwerken pleegt te doen, dan kan zeer leker erkend worden, dat de Indrukken van een Zwervelinge" aangenaam ?fjn om te lezer. CARHY VAN BRUGGEN. £ei nMwaaróiie plaats 6ij Hnyps, In Januari 1661 vertaalde Hnygens een gedeelte van Terentins' Andri*. Het eerste tooneel van het eerste kedry'f, meer niet. Waarom liet hjj dat werk zoo spoedig ruft ten? Hadden er buitengewone gebeurtenissen om hem heen, plaats gegrepen ? Was er een aanleiding, die hem dem last deed vergaan? Wy weten het niet; ook zy'n dagboek" geeft geen licht. Was die vertaling een ty'dpaseeeiing ? Of een gril ? Of had zij een byzonder doel? Opmerkelijk is in elk geval de vrije manier, waarop Constanter vertaalde en de volkstoon dien hij er in aans'aat. Waarschijnlijk is het plat-Amsterdamsen, tenzy het plat-Leidsch aocht «tjn, welk dialect uit dien tijd me onbekend is. Maar het opmerkelijkst is wel de wjjze waarop hy de namen der Romeinen door de Oud-Hollandsche vervangt. Hooft, Breero en andere Vertalende dichters doen wei-k-waar iets dergelijks, maar Hcygens gaat nog wat verder. Er was in een gewoon geval geen reden geweest de eigennamen van Terentins te veranderen. Trouwen», Constanter'a vriend en tijdgenoot Westerbaen heeft hetzelfde fragment vertaald, het oorspronkelijke op den voet gevolgd en de Romeinecbe namen Caremes, Pamphilus, Davus en Chrysis be houden. Het zal goed zijn enkele staaltjes van beider vertaling by elkaar te zetten om er het gewenschte licht op te krijgen. De volgorde is hierbij onverschillig. H n y g e n p. Rycke Rochelaer Was een van dnysenden en boo me voor men snaer Sen ienigh Meissjen ar, met puyck van hylickgoetje. Westerbaes. door dit gerucht gedreven, Quam Chremes selver uyt, en heeft mij aengeboon, Syn een'ge dochter te besteden aen myn zoon Met maehtigh honbjx-goed. H u y g e n s. Daer had ick Roehelaer van 's anderdaegs aen boort, Die schreeuwde dat het schier de buert langs wiert ehoort. West er baer. Hier op is Chremes daegs daer aan hy my gekomen Al roepende dat by voor seker had vernomen... Een andere persoonsverwisseling is die van Pamphilus in Lieve, Lieven of Lieven s: H n y g e n s. niet soo seer Om Lieve dienst te doen as om mijn wat te plaghe. Westerbaen. meer om mq te quellen Ala om aan Pamphilns een ruyter dienst te doen. H u y g e n s. daer, docht ick, is de proef Van Lievens eerbaerheit BOO klaer als ick behoef. Westerbaen. O docht ick by my se'.fs, de fyne jongelingh Is na genoegh beproeft, en waerd te ey'n gepresen. Een andere metamorphose is die van Davus: H u y gens. Ick merckte 't wel an Douw, De Binlloft was *yn schrick. Westerbaen. Nae dat ick flaekenssagh hoe Davus was ver legen, Hoe vol bekommering, waaneer hy' had ver st aen, Dat het sou brnyloft syn. Hnygens. En dan sy'n schelmsche Dou, dieme zoo leit en qnelt. W e s t-erbaen. En Davas brengh met een sy'n aenslach voor den dacb. Het cherchez la femme" wordt ons ver toond in Chrysis Griet van Overzee: Hnygens. Wie heiter dense nacht MelGriet van O verzee (200 hietse)deur ebrachl? W e s t e r b'a e n. Seght my wie gisteren by Chrysis heeft geslaepen ? Want so was haeren naam. Het zal de aandacht van den lezer getrok ken hebben, dat twee namen van bekende schilders door Hnygens gegeven zij n in de plaats van de Romeinsche. Lieven (elders Lievenp, maar H. kan daar ook Lieven'»" bedoeld hebben) is wel is-waar een bekende voornaam; behoeft ons dus niet uitsluitend aan den beroemden Leidenaar te doen denken. En Dou of Douw kan een verdietsching van Davns zijn, hoewel Huygene, naar wy' ge zien hebben, het volstrekt zoo nauw niet neemt met vertolking van namen. Maar als wij nog opmerken hoe er sprake is van een Avondschool, hoewel er deze in 't oorspron kelijke in 't minst niet by te pas komt: H u y g e n g. Hoe wouwj' oock jonge luyties Den aert van haer verstand met allerhande buyties Doorgronden, daerse soo, noch onder veertjes dack Of in een Avondschool de Roe dwinght en de Plack! Westerbaan. Want so langh als de jeugd werd in den band gehoude Door jonckheyd, vrees, en tucht van die gby haer vertronde, So kan men niet wel zien wat in de kinders steeckt, Van wat voor aert zij zy'n, dan vragen wij ons af, of die zeer vry'e ver taling van Huy^ens en de eigenaar iige keus zijner namen alles in louter toeval ontstond. Het ia maar weer jammer dat Dou's be roemde Avondschool" geen jaartal draajf, maar wanneer wg süen dat het stuk in 1665 in het kabinet de Hye vóórkwam, dan wordt de waarscbynlijkheid zeer groot, dat het foor 1661, het jaar van Huygenb' vertaling, ge schilderd is. Onze kunstlievende, kunstbeechermende en knnstbezingende Hagenaar was goed thuis in de schilderswereld van z$n tijd. Lievens en Rembrandt heeft hj persoonlijk gekend (Dr. Worp, in Ond Holland" 1891, 125); de bereemde leerling van «lezen laatste zal hem wellicht evenmin onbekend gebleven zy'c. Was hem misschien iets van Den (n Lievens van welke beide schilders wtf zoo bitter weinig levensbjjzonderheden kennen ter oore ge komen, waarmee bij zich in den vorm van een vertaling schertsenderwy's wilde verma ken? Tegen znlk soort humor zag brj niet op; wy weten toch hoe hij soms met de bei te vrienden een loopje nam, hoe hij hen kon onderdompelen in zijn gepeperde ecberts I Voorzeker niet met de overweging dat dit alles eenmaal gedrukt zou worden ! Op mijn desbetreffende vraag was de heer waarnemend-archivaris van Lalden zoo vrien delijk my te melden, dat een geslacht Van Overzee inderdaad in het bovenbeschreven tijdperk te Leiden woonachtig was; een Griet of Margriet werd evenwel onder de leden dier familie niet aangetroffen. Van deze verbollandechte Cnryris wordt dus beleefdelijk aanhouding verzocht. Het zon de eerste maal niet zijn, dat op aanwijzing van onda dichters levensbij zon derheden va» groote mannen tot ons kwamen, van welke acten noch archieven tat heden gesproken hadden. De eene op 'toog gering schijnende bijzonderheid kan soms de andere aanvallen. En zoo mogen ook de oogensctiijnlijk niet toevallige zinspelingen van Huygens aanleiding geven tot het verkry'gen van nieuwe gegevens of gezich ppunten door meer bevoegden dan den schrijver dezer regelen. GORS. J. GIMPEL. OVER DE MODERNE BDEKTITELS Spot het te S^. Galkn \enchijnei.de Tageblatt". Het meent dat bet voor vele auteurs gemakke lijker is een boek te eehry'ven dan een gegepasten titel te vinden, getuige de vele, in navolging der Bricfe, die ihnnicht erreichten" in de 'aatste jaren verschenen nietszeggende titels. Het blad acteert voor de vuist weg: Die vom Niederrhein" (Serzog), Die von Wintzingerode" (Sehreckenbach), Die aus dem Dractenhans" (Fischei), Die vor den Toren" (Viebip), Die hinter den Bergen" (Sohirey), Die.nach unskommen" (Harboi), Die als Opfer" fallen" (Stegfmani), Die gnten Willens sind" (Matthty), Die wir von der Erde sind" (Boyseii), uie da leiden" (Küstein), lde da kommen und genen" (Zabr>), Die da wandern und irren" (Fabri de Fabris), Der du von dem Himmel bist" (Stratz), Denen, die da einsam sind" (ProH}, Liebe, die enden k onnte"(Egedy), Mensehen, die den Weg verloren" (Speet), Roaen, die wir nicht erreichen'' (Auernbeimer), Frauep, die den Ruf vernommen" (Jong van Beek), Da tiaumten sie von Lieb und G ck" (Heei), Wiewohl er gestorben ist" (Runt), Wie auch wir vergebei," (Heimbnrg), Wie sie ber die Erdegeheii" (Hohl field), Wenn man liebi" (Sebulze-Smidt), Wenn Manner schwach tina" (Bülow), Wenn wieder Weihnachtsrosen blüaen" (Hcflmann), Sai so wie ich" (Hippel), Sie war des anderen" (KlitEcbei), Sie sind gewandert bin und bei" (Mülhlar.) 80 wacbsea deiner SeeleFiögei" (Schulze-Smid'), Und user nns leucbtende Sternb" (Saudek), Und si* Hebten sich doch", (Gaogl), Ich gehemeine 8trasse"(Schobert) Er zog mit seiner Must" (Wiemani), Von Erde bist da geoommen" (Sick), lm Ziekzack dirch die Dameuwelt" (Marga), Denn wir sind jutg" (Schobert), Gibt mir die Hand" (Siratz), Das Leben sagt nein" (Lotbai), Eva, wo bist dn?" (Zobeltitz.) EEN VOLKSÖESCIIENK AAK AUGUST SlRINDBERO. Terwyl aan Zweden'a grootste levende schrijver, August Strindberg, nog altijd de Nobelprgs voor letterkunde onthouden wordf, zal hem nu eene onderscheiding van anderen aard ten deel valler. Ongeveer 200 letter kundigen, kunstenaars, acteur?, mannen van wetenschap, staatslieden en?, hebben n J. in de zweedscha bladen eene oproeping ge laan, om vry willige bijdragen voor een geschenk aan August Strindberg, dat den dichter op zijn eerstvolgenden verjaardag op 22 Januari 1912 zal worden overhandigd. ! BELAKGEIJKE ECIIENKISG AAN HET BRITSCII MUSEUM. Mr. Alfred Huth bepaalde in zijn testament dat, voor het geval besloten werd de hem door zijn vader nagelaten bibliotheek te verkooper, het Britscb Museum het recht had daaruit eerst vijftig nummers voor zijn bibliotheek ts kiezen. Het Museum heeft nu dezer dagen VEn dat | recht gebruik gemaakt en de vijftig uitge kozen werken vertegenwoordigen de grootste Het Spyker Chassis van 25 PK. 1911 Industrieele Maatschappij Trompenburg,"^ OOI" Amsterda m. Zoo maar loope? Nogal lekker weer l" Kan ik 't helpe. Moeder beid ons de straat opgestuurd" O, is 't alweer zoo?" Ho» t'r maar van op." Een fijne moeder, die jij heb." Non zeg, heb maar niet zoo'u drukte. Jij ben in een wagen geboren." Nou, wat zou dat?"' Da's nogal geen gemeen volk." Zoo? As-ie dat van die malle moer van jou weet, kan je d'r gerns' zegge, da' ze d'r geen snars van af weet." Dat ia! j g weten." Ja, dat zal ik nét weten." 't Is een rot-zooi" kwalificeerde Hes, ontevreden, kort en bondig, zonder nadere aanduiding. Ik heb ook knappies de pest in" mokte Toni». De god-ganschelyke morgen heb ik hier door dio nieuwe wijken kenne f j ouwe en wat heb ik nou nog heelemaal op me wage ?" Wat zoek-ie 't nou hier ook ? D'r woont hier bijna geen menscb." Waar hè' jij nou verstand van?" smaalde Tonia. Verhuizen de mense soms niet hierheene?" O ja, dat wel." Zoo, nou, en daar valt nog het meeste af van rommel, of zoo." He* voelde zich overwonnen en om haar verlegenheid te verbergen, sjorde ze opeens heftig aan Dirrekie, die nog aan haar arm hing en moe werd van het staan. Sta toch stil, jongen l" snauwde ze. Wat laat je je ook met dat kind de straat op sturen?" minachtte Tonia. Vooruit, ga maar spelen" gaf Hes den jongen een duw. Ze waren toevallig stil bly ven staan bij een groot open terrein, dat nog babouwd moest worden, aan den grens der stad. Rondom verrezen overal nieuwe huizen. Er kwam bijna niemand voorbij. Dirrekie was gestruikeld door den duw; hij viel, scharrelde met veel moeite van wege den doek weer overeind en strompelde het leege terrein op, ging daar zitten en begon met een paar steentjes te spelen. Mot je dat kind nou zoo stil laten zitten op die kou we natte grond ? Dan vat-ie een kou," zei Tonia. Je mot'm la'en loopen.' Laat 'm maar." Maar Tonia liep naar Dirrekie toe, heesch hem aan n arm overeind en ging hard met hem loopen. Op eens stond ze stil en zwaaide het kind in een cirkel om haar heen; doch ze deed 't : 60 wild, dat Dirrekie over zy'n eigen beenen strmikelde en viel. Tonia hield hem evenwel stevig vast en slierde hem in de rondte, tot ze er zelf duizelig van werd. Dan hield ze op en geraakte het kind weer op de been. Doch weldra begon Tonia op nieuw hard te loopen en herhaalde zich hetzelfde spelletje. Hes keek 't een wijle verveeld aan, tot ze zich koud voelde worden ; toen liep ze ook het veld op en riep : Dat is toch wel zoo'n lui varken, die jongen. Hij ia poddomme nog te beroerd dat-ie z'n poote verzet. We zelle'm tusschen ons innemen, Tooc, dan mot ie wel loope." Ze namen Dirrekie elk bij een hand en renden met 'm voort, met het gevolg: dat zijn beentjes 't al spoedig niet meer konden bijhouden en ze 'm als een vod over het kale stoffige veld sleepten. Toen dit zoo eenigen tijd geduurd had, viel Hes opeens verontwaardigd uit: Zeg, mot jij zoo met dat kind te keer gaan? 't Is mijn kind, hoor! Blijf af." Ze zei 't echter op een spottenden, tollenden toor. Meteen gaf ze Tonia een krachtigen duw. Deze begreep dadelijk, waar 't om te doen was en trad aanvallenderwijs op. Za gaf Hea op haar beurt een stoot, zoodat deze met haar beschermeling een heel eind wegtnimelde. Daarop volgde een verwoed gevecht van stompen, trappen en duwen, waarvan Dirrekie, dien Hes altijd bij wijze van schild voor zich uit schoof, de meeste opliep. Meermalen smakte Hes, die slap van den lach werd, met of over Dirrekie tegen den grond. Soms gebeurde 't, dat de jongen kwaad werd; dan smeet hy in zy'n machtelooze woede met zand naar zy'n ruwe belaagsters; evenwel zonder n van beiden te deren, want zijn knnistjes waren te klein en te aaawinit voor de bibliotheek welke deze sedert 1846 heeft gekregen. Onder die vijftig nummers zy'n dertien zeer belangryke hand schriften, waaronder een Duitsche vertaling van bet Specnlum hnmanae Salvationies" geschreven in 1378. CORRESPONDENTIE. Voor wat betreft abonnementen, adver tenties, bezorging van het Weekilad, uit betaling van het honorarium, e d., wende men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATH van De Amsterdammer, Keizersgracht 333, Amsterdam. Voor wat betreft artikels en ingezonden stukken, uitsluitend tot de RKDACTIS en aan hetzelfde adres. Om teleurstellingen te voorkomen is het gewenacht, dat de inzender?lederen keer, dat bij een by'drage zendt zoowtl op z$n brief als op lijn by'drage zy'n volledig adres duidely'k leesbaar vermeldt, dat de inzender een voldoend bedrag im postzegels toevoege (los in den,brief) indien bij niet-plaatsing terugzending verlangd wordt. IMIIIIIllllllMIHHIHIIIIIIIIIIIIIimilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIM 40 cents per regel. BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen by' het bouwbnrean Ar t i" aldaar. AUTOMOBILES DAOILER moteur saus soupapes. Occasions modellen 1910/11. A. T. O Netel. In J. Melson A R 1T M £ M. r. rifciroTlc; fcDÊR STUK DflT KRIMPT QHKrtmiC WORDT TERUGGENOMEN FABRJIWflTEIt VfltfüH ZOREN ftMSTERDAM Verkrijgbaar te Amsterdam bij: ATT nnv MADPHTT"' Kalverstraa*. AU BON MARCHE J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANU8, Kalverstraat. H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OL DENKOT P, Nienwendjjk. MED. INDIK: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Wirkal-My EIGEN HULP", Batavia. W. SAVELKOUL, Soerabaja. Verdere adreesen verstrekken wij gaarnezonder schuim! Amsterdam., Weteringsch Hotel Bristol. (ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste Winter- en Voorjaar-verblijfplaats 1ste klas Hotel, prachtig gelegen, met groot Panorama. Kamer vanaf f r. 4.?, Pension vanaf fr. 9.?E>g.: C. CAMENZUND. Prosp. gr enfr.Int.Verk.bur.Raadhuisstr.lö,A'dam. >: BADEHAOEN - HÏEL DE L'EUROPE, " Allereerste-Rang Hotel, met allen comfort. Prachtig gelegen tegenover het Kurpark. littoeri«- gcïll. Hrospectitsi s v. en fr. Intern. %>rlieersl»iirean l 111 s t e r «l u ui, Itaailliuioitr. IC. Tel, 2«. Koopt UITSLUITEN O BOTEB OWDEK RIJKS?OKTKOL,E. »e STAAT CJARAIVDKERT U een O]¥VERVAL,*CMT product, Boterhandel Z UI Dl, A RE»", PRINSEKfiRACHT 313. TELEFOON 8935. immuun iiimiiiinmii zwak, en al had hij kunnen gooien, dan zou de doek 't hem toch nog belet hebben. Hetpeen Biet verhinderde, dat zoowel Hes als Tonia fel nijdig op hem werd en ze harde petsen op zijn hoofd en zijn handen gaven. Daar hij 't toen echter nog niet na liet, ging Hes als een hond achteruit krabben en oversproeide hem met zand. De lucht was middelerwijl wat geklaard, de wolken dreven hooger en dunner, en een teer gedempt licht vloeide uit in den stillen dag. De twee grooten kregen er blijkbaar nu eerst het ware plezier in. Ze hadden zich warm geloopen en die hitte scheen haar bloed tot nog meer overdaad te prikkelen. Za werden hoe langer hoe wildar en gebaarden als dollen. Een enkele maal plukhaarden ze zoo hevig samen, dat Dirrekie kans zag te ontsnappen. Dan zette hij 't met zijn korte beentjes onder den lastigen langen doek potsierlijk groote stappen nemend, op een loopen. De anderen merkten dit echter spoedig; dan werd hij met veel misbaar achterhaald, over den grond teruggesleurd en bij den wagen hardhandig tot een zit op den grond geplakt, zoodat het kind be duusd en verstomd om zich heen keek. De meiden vonden dit buitengewoon grappig, en gierden 't uit. Vooral Tonia werd hoe langer hoe onstui miger. Haar lange magere beenen hoog opwerpend, holde ze als een kwaadaardige heks onvermoeibaar over het veld, dan op iiimiiitimiimi Hee, dan op Dirrekie haar razernij botvierend, Za smeet met steenen en harde kluiten, en rolde telkens met Hes over den grond. Er was een groote scheur bij de knie in haar rok gereten, en haar schort lag ergens vertrapt op het veld. Doch zy' scheen daar geen acht op te slaan. Toen, terwy'l ze in een worsteling languit over Hes heen lag, gaf ze deze opeens een lange smakkende zoen op haar mond. Het volgende oogenblik had Hes haar met alle macht van zich afgeworpen en zaten ze vreemd rechtop tegenover elkaar. Tonia lachte dom breed, en niet zonder schaamte, Ik schei d'r uit" zei Hes verstoord, hijgend nog. Ze stond op en klopte z:ch af. Waar is die jongen ?" Op eenigen afstand zat Dirrekie, als vastgeplakt op de aarde, zijn voetjes, die h«m niet snel genoeg dragen konden, permantig op-neusend in de te-groote schoenen onder den doek uit. Ernstig als altijd, speelde hij stillekens in zijn eentje, en huilde niet.... Kom vort! we gaan na' huis" zei Hes, hem nog even ruw by' een arm oppjorrend, driftig, als was hy' de oorzaak van haar ont stemming. Het jongske liet zgn spelletje varen en dribbelde weer naast haar voort, zondereen kik te geven. Achter hen hoog-gilde Tonia: Jongens, ky'k is, wat een fain steil Jat en Jul, tien om een dubbeltjhe! Hahaha!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl