Historisch Archief 1877-1940
No. 1765
D E AMSTËRÖMM K R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
r*eds, dat de gebeurtenissen zich afspelen
op het dcor Hollandache vrtwwen nog zoo
tMtDig betreden Celebei, geeft deze bladz$d«n
eau eigenaardige waarde als bjjdrage tot de
fcnuria van laad en volk. Java ia ons, uit de
B**de e» de «leent* litteiatuBr, reeds TTQ
nauwkeurig bekend, ea bovendien ligt het
im den aard van letterkundige werken zich
?wer op het weergeven van stemmingen dan
op de beschouwing van toestanden en ver
houdingen toe te leggen.
Wie nimmer m Indiëvertoefden, en
zelfs zq, die hun enkele Indische jaren
uitsluitend op hoofdplaatsen doorbrachten,
zullen uit deze Indrukken" een idee krijgen,
wat het beteekent als Hollandsche vrouw
van ontwikkelden huize op een buitenpost
te zitten, als Hollandsche officiersvrouw in
een kwalijk onderworpen landstreek, intiem
aangewezen op een vreemde bevolking, welks
taal men niet verstaat, en die achter een
onbevangen uiterlijk wellicht den bittersten
wrok verbergt. Zeer seker zyn deze
echtdoerlecfde Wadayden de sterkste,waar de
schildering der volmaakte verlatenheid van een
pa«r jonge officiersvronwtjes een echte span
ning wekt. Het geweldige van den nacht, van
de eindeloosheid, van de eenzaamheid vol
gevaar met niets dan n enkele broze
telefoondraad als verbinding tosschen wie
dagreizen ver van elkander leven ook van
het jachtige, omekere van dat officiersbestaan,
zit er wel goed in. Jammer is het, dat de
schrijfster wel eens een enkele maal vergat
te bedenken, dat het belangrijke in de lot
gevallen van personen ten slotte toch uit
sluitend in het algemeen-menschely'ke ele
ment ligt óf, gelijk b. v. bij Couperus, in
d* snperieuie, kunst volle wy'ze van vertellen
want daardoor is haar boek hier en daar
door een onbeduidende bladzijde ontsierd.
Het socalistuch-aangelegde gouvernantetje,
zo«wel als de herinnering aan een
Hollandschen Zondag en een Hollandsche Sinter
klaas al is mij, die óók enkele jaren in
Indiëhet hevige verlangen naar Holland
onderging, het behagen van de schrijfster
in die herinneringen, volkomen duidelijk
hadden, in dezen vorm althans, uitnemend
gemist kannen «orden, en zoo is er meer,
te weinig van eigen visie blijk gevend om
schoon en te weinig byzonder om belangrijk
te zij».
Maar het echte, zuivere gevoel, de onge
veinsde belangstelling voor het omringende,
natuur en menechen zoo zeldzaam in
Indisch-dames" zy'n hoogeljjk te waar
deeren, en, legt men maar in zake taal en
stijl een andere maatstaf aan dan men met
letterkundige kunstwerken pleegt te doen,
dan kan zeer leker erkend worden, dat de
Indrukken van een Zwervelinge" aangenaam
?fjn om te lezer.
CARHY VAN BRUGGEN.
£ei nMwaaróiie plaats 6ij Hnyps,
In Januari 1661 vertaalde Hnygens een
gedeelte van Terentins' Andri*. Het eerste
tooneel van het eerste kedry'f, meer niet.
Waarom liet hjj dat werk zoo spoedig ruft
ten? Hadden er buitengewone gebeurtenissen
om hem heen, plaats gegrepen ? Was er een
aanleiding, die hem dem last deed vergaan?
Wy weten het niet; ook zy'n dagboek" geeft
geen licht. Was die vertaling een
ty'dpaseeeiing ? Of een gril ? Of had zij een byzonder
doel?
Opmerkelijk is in elk geval de vrije manier,
waarop Constanter vertaalde en de volkstoon
dien hij er in aans'aat. Waarschijnlijk is het
plat-Amsterdamsen, tenzy het plat-Leidsch
aocht «tjn, welk dialect uit dien tijd me
onbekend is. Maar het opmerkelijkst is wel
de wjjze waarop hy de namen der Romeinen
door de Oud-Hollandsche vervangt. Hooft,
Breero en andere Vertalende dichters doen
wei-k-waar iets dergelijks, maar Hcygens
gaat nog wat verder.
Er was in een gewoon geval geen reden
geweest de eigennamen van Terentins te
veranderen. Trouwen», Constanter'a vriend
en tijdgenoot Westerbaen heeft hetzelfde
fragment vertaald, het oorspronkelijke op den
voet gevolgd en de Romeinecbe namen
Caremes, Pamphilus, Davus en Chrysis be
houden. Het zal goed zijn enkele staaltjes
van beider vertaling by elkaar te zetten om
er het gewenschte licht op te krijgen. De
volgorde is hierbij onverschillig.
H n y g e n p.
Rycke Rochelaer
Was een van dnysenden en boo me voor men
snaer
Sen ienigh Meissjen ar, met puyck van
hylickgoetje.
Westerbaes.
door dit gerucht gedreven,
Quam Chremes selver uyt, en heeft mij
aengeboon,
Syn een'ge dochter te besteden aen myn zoon
Met maehtigh honbjx-goed.
H u y g e n s.
Daer had ick Roehelaer van 's anderdaegs aen
boort,
Die schreeuwde dat het schier de buert langs
wiert ehoort.
West er baer.
Hier op is Chremes daegs daer aan hy my
gekomen
Al roepende dat by voor seker had vernomen...
Een andere persoonsverwisseling is die van
Pamphilus in Lieve, Lieven of Lieven s:
H n y g e n s.
niet soo seer
Om Lieve dienst te doen as om mijn wat te
plaghe.
Westerbaen.
meer om mq te quellen
Ala om aan Pamphilns een ruyter dienst te
doen.
H u y g e n s.
daer, docht ick, is de proef
Van Lievens eerbaerheit BOO klaer als ick
behoef.
Westerbaen.
O docht ick by my se'.fs, de fyne jongelingh
Is na genoegh beproeft, en waerd te ey'n
gepresen.
Een andere metamorphose is die van Davus:
H u y gens.
Ick merckte 't wel an Douw,
De Binlloft was *yn schrick.
Westerbaen.
Nae dat ick flaekenssagh hoe Davus was ver
legen,
Hoe vol bekommering, waaneer hy' had ver
st aen,
Dat het sou brnyloft syn.
Hnygens.
En dan sy'n schelmsche Dou, dieme zoo leit
en qnelt.
W e s t-erbaen.
En Davas brengh met een sy'n aenslach voor
den dacb.
Het cherchez la femme" wordt ons ver
toond in Chrysis Griet van Overzee:
Hnygens.
Wie heiter dense nacht
MelGriet van O verzee (200 hietse)deur ebrachl?
W e s t e r b'a e n.
Seght my wie gisteren by Chrysis heeft
geslaepen ?
Want so was haeren naam.
Het zal de aandacht van den lezer getrok
ken hebben, dat twee namen van bekende
schilders door Hnygens gegeven zij n in de
plaats van de Romeinsche. Lieven (elders
Lievenp, maar H. kan daar ook Lieven'»"
bedoeld hebben) is wel is-waar een bekende
voornaam; behoeft ons dus niet uitsluitend
aan den beroemden Leidenaar te doen denken.
En Dou of Douw kan een verdietsching van
Davns zijn, hoewel Huygene, naar wy' ge
zien hebben, het volstrekt zoo nauw niet
neemt met vertolking van namen. Maar als
wij nog opmerken hoe er sprake is van een
Avondschool, hoewel er deze in 't oorspron
kelijke in 't minst niet by te pas komt:
H u y g e n g.
Hoe wouwj' oock jonge luyties
Den aert van haer verstand met allerhande
buyties
Doorgronden, daerse soo, noch onder veertjes
dack
Of in een Avondschool de Roe dwinght en
de Plack!
Westerbaan.
Want so langh als de jeugd werd in den
band gehoude
Door jonckheyd, vrees, en tucht van die
gby haer vertronde,
So kan men niet wel zien wat in de kinders
steeckt,
Van wat voor aert zij zy'n,
dan vragen wij ons af, of die zeer vry'e ver
taling van Huy^ens en de eigenaar iige keus
zijner namen alles in louter toeval ontstond.
Het ia maar weer jammer dat Dou's be
roemde Avondschool" geen jaartal draajf,
maar wanneer wg süen dat het stuk in 1665
in het kabinet de Hye vóórkwam, dan wordt
de waarscbynlijkheid zeer groot, dat het foor
1661, het jaar van Huygenb' vertaling, ge
schilderd is.
Onze kunstlievende, kunstbeechermende
en knnstbezingende Hagenaar was goed thuis
in de schilderswereld van z$n tijd. Lievens en
Rembrandt heeft hj persoonlijk gekend (Dr.
Worp, in Ond Holland" 1891, 125); de
bereemde leerling van «lezen laatste zal hem
wellicht evenmin onbekend gebleven zy'c.
Was hem misschien iets van Den (n Lievens
van welke beide schilders wtf zoo bitter weinig
levensbjjzonderheden kennen ter oore ge
komen, waarmee bij zich in den vorm van
een vertaling schertsenderwy's wilde verma
ken? Tegen znlk soort humor zag brj niet
op; wy weten toch hoe hij soms met de
bei te vrienden een loopje nam, hoe hij hen
kon onderdompelen in zijn gepeperde ecberts I
Voorzeker niet met de overweging dat dit
alles eenmaal gedrukt zou worden !
Op mijn desbetreffende vraag was de heer
waarnemend-archivaris van Lalden zoo vrien
delijk my te melden, dat een geslacht Van
Overzee inderdaad in het bovenbeschreven
tijdperk te Leiden woonachtig was; een Griet
of Margriet werd evenwel onder de leden
dier familie niet aangetroffen. Van deze
verbollandechte Cnryris wordt dus beleefdelijk
aanhouding verzocht.
Het zon de eerste maal niet zijn, dat op
aanwijzing van onda dichters levensbij zon
derheden va» groote mannen tot ons kwamen,
van welke acten noch archieven tat heden
gesproken hadden. De eene op 'toog gering
schijnende bijzonderheid kan soms de andere
aanvallen. En zoo mogen ook de
oogensctiijnlijk niet toevallige zinspelingen van
Huygens aanleiding geven tot het verkry'gen
van nieuwe gegevens of gezich ppunten door
meer bevoegden dan den schrijver dezer
regelen.
GORS. J. GIMPEL.
OVER DE MODERNE BDEKTITELS Spot het te
S^. Galkn \enchijnei.de Tageblatt". Het
meent dat bet voor vele auteurs gemakke
lijker is een boek te eehry'ven dan een
gegepasten titel te vinden, getuige de vele, in
navolging der Bricfe, die ihnnicht erreichten"
in de 'aatste jaren verschenen nietszeggende
titels. Het blad acteert voor de vuist weg:
Die vom Niederrhein" (Serzog), Die von
Wintzingerode" (Sehreckenbach), Die aus
dem Dractenhans" (Fischei), Die vor den
Toren" (Viebip), Die hinter den Bergen"
(Sohirey), Die.nach unskommen" (Harboi),
Die als Opfer" fallen" (Stegfmani), Die
gnten Willens sind" (Matthty), Die wir von
der Erde sind" (Boyseii), uie da leiden"
(Küstein), lde da kommen und genen"
(Zabr>), Die da wandern und irren" (Fabri
de Fabris), Der du von dem Himmel bist"
(Stratz), Denen, die da einsam sind" (ProH},
Liebe, die enden k onnte"(Egedy), Mensehen,
die den Weg verloren" (Speet), Roaen, die
wir nicht erreichen'' (Auernbeimer), Frauep,
die den Ruf vernommen" (Jong van Beek),
Da tiaumten sie von Lieb und G ck"
(Heei), Wiewohl er gestorben ist" (Runt),
Wie auch wir vergebei," (Heimbnrg), Wie
sie ber die Erdegeheii" (Hohl field), Wenn
man liebi" (Sebulze-Smidt), Wenn Manner
schwach tina" (Bülow), Wenn wieder
Weihnachtsrosen blüaen" (Hcflmann), Sai so wie
ich" (Hippel), Sie war des anderen"
(KlitEcbei), Sie sind gewandert bin und bei"
(Mülhlar.) 80 wacbsea deiner SeeleFiögei"
(Schulze-Smid'), Und user nns leucbtende
Sternb" (Saudek), Und si* Hebten sich doch",
(Gaogl), Ich gehemeine 8trasse"(Schobert)
Er zog mit seiner Must" (Wiemani), Von
Erde bist da geoommen" (Sick), lm
Ziekzack dirch die Dameuwelt" (Marga), Denn
wir sind jutg" (Schobert), Gibt mir die
Hand" (Siratz), Das Leben sagt nein"
(Lotbai), Eva, wo bist dn?" (Zobeltitz.)
EEN VOLKSÖESCIIENK AAK AUGUST
SlRINDBERO. Terwyl aan Zweden'a grootste levende
schrijver, August Strindberg, nog altijd de
Nobelprgs voor letterkunde onthouden wordf,
zal hem nu eene onderscheiding van anderen
aard ten deel valler. Ongeveer 200 letter
kundigen, kunstenaars, acteur?, mannen van
wetenschap, staatslieden en?, hebben n J. in
de zweedscha bladen eene oproeping ge laan,
om vry willige bijdragen voor een geschenk
aan August Strindberg, dat den dichter op
zijn eerstvolgenden verjaardag op 22 Januari
1912 zal worden overhandigd.
! BELAKGEIJKE ECIIENKISG AAN HET BRITSCII
MUSEUM. Mr. Alfred Huth bepaalde in zijn
testament dat, voor het geval besloten werd
de hem door zijn vader nagelaten bibliotheek
te verkooper, het Britscb Museum het recht
had daaruit eerst vijftig nummers voor zijn
bibliotheek ts kiezen.
Het Museum heeft nu dezer dagen VEn dat
| recht gebruik gemaakt en de vijftig uitge
kozen werken vertegenwoordigen de grootste
Het Spyker Chassis van 25 PK.
1911
Industrieele Maatschappij Trompenburg,"^ OOI"
Amsterda m.
Zoo maar loope? Nogal lekker weer l"
Kan ik 't helpe. Moeder beid ons de straat
opgestuurd"
O, is 't alweer zoo?"
Ho» t'r maar van op."
Een fijne moeder, die jij heb."
Non zeg, heb maar niet zoo'u drukte. Jij
ben in een wagen geboren."
Nou, wat zou dat?"'
Da's nogal geen gemeen volk."
Zoo? As-ie dat van die malle moer van
jou weet, kan je d'r gerns' zegge, da' ze d'r
geen snars van af weet."
Dat ia! j g weten."
Ja, dat zal ik nét weten."
't Is een rot-zooi" kwalificeerde Hes,
ontevreden, kort en bondig, zonder nadere
aanduiding.
Ik heb ook knappies de pest in" mokte
Toni». De god-ganschelyke morgen heb ik
hier door dio nieuwe wijken kenne f j ouwe
en wat heb ik nou nog heelemaal op me
wage ?"
Wat zoek-ie 't nou hier ook ? D'r woont
hier bijna geen menscb."
Waar hè' jij nou verstand van?" smaalde
Tonia. Verhuizen de mense soms niet
hierheene?"
O ja, dat wel."
Zoo, nou, en daar valt nog het meeste
af van rommel, of zoo."
He* voelde zich overwonnen en om haar
verlegenheid te verbergen, sjorde ze opeens
heftig aan Dirrekie, die nog aan haar arm
hing en moe werd van het staan.
Sta toch stil, jongen l" snauwde ze.
Wat laat je je ook met dat kind de straat
op sturen?" minachtte Tonia.
Vooruit, ga maar spelen" gaf Hes den
jongen een duw.
Ze waren toevallig stil bly ven staan bij een
groot open terrein, dat nog babouwd moest
worden, aan den grens der stad. Rondom
verrezen overal nieuwe huizen. Er kwam
bijna niemand voorbij.
Dirrekie was gestruikeld door den duw; hij
viel, scharrelde met veel moeite van wege
den doek weer overeind en strompelde het
leege terrein op, ging daar zitten en begon
met een paar steentjes te spelen.
Mot je dat kind nou zoo stil laten zitten
op die kou we natte grond ? Dan vat-ie een
kou," zei Tonia. Je mot'm la'en loopen.'
Laat 'm maar."
Maar Tonia liep naar Dirrekie toe, heesch
hem aan n arm overeind en ging hard
met hem loopen. Op eens stond ze stil en
zwaaide het kind in een cirkel om haar
heen; doch ze deed 't : 60 wild, dat Dirrekie
over zy'n eigen beenen strmikelde en viel.
Tonia hield hem evenwel stevig vast en
slierde hem in de rondte, tot ze er zelf
duizelig van werd. Dan hield ze op en
geraakte het kind weer op de been. Doch
weldra begon Tonia op nieuw hard te loopen
en herhaalde zich hetzelfde spelletje.
Hes keek 't een wijle verveeld aan, tot ze
zich koud voelde worden ; toen liep ze ook
het veld op en riep :
Dat is toch wel zoo'n lui varken, die
jongen. Hij ia poddomme nog te beroerd
dat-ie z'n poote verzet. We zelle'm tusschen
ons innemen, Tooc, dan mot ie wel loope."
Ze namen Dirrekie elk bij een hand en
renden met 'm voort, met het gevolg: dat
zijn beentjes 't al spoedig niet meer konden
bijhouden en ze 'm als een vod over het
kale stoffige veld sleepten. Toen dit zoo
eenigen tijd geduurd had, viel Hes opeens
verontwaardigd uit:
Zeg, mot jij zoo met dat kind te keer
gaan? 't Is mijn kind, hoor! Blijf af."
Ze zei 't echter op een spottenden, tollenden
toor. Meteen gaf ze Tonia een krachtigen duw.
Deze begreep dadelijk, waar 't om te doen
was en trad aanvallenderwijs op. Za gaf Hea
op haar beurt een stoot, zoodat deze met
haar beschermeling een heel eind wegtnimelde.
Daarop volgde een verwoed gevecht van
stompen, trappen en duwen, waarvan Dirrekie,
dien Hes altijd bij wijze van schild voor zich
uit schoof, de meeste opliep. Meermalen
smakte Hes, die slap van den lach werd,
met of over Dirrekie tegen den grond.
Soms gebeurde 't, dat de jongen kwaad
werd; dan smeet hy in zy'n machtelooze
woede met zand naar zy'n ruwe belaagsters;
evenwel zonder n van beiden te deren,
want zijn knnistjes waren te klein en te
aaawinit voor de bibliotheek welke deze
sedert 1846 heeft gekregen. Onder die vijftig
nummers zy'n dertien zeer belangryke hand
schriften, waaronder een Duitsche vertaling
van bet Specnlum hnmanae Salvationies"
geschreven in 1378.
CORRESPONDENTIE.
Voor wat betreft abonnementen, adver
tenties, bezorging van het Weekilad, uit
betaling van het honorarium, e d., wende
men zich uitsluitend tot de ADMINISTRATH
van De Amsterdammer, Keizersgracht 333,
Amsterdam.
Voor wat betreft artikels en ingezonden
stukken, uitsluitend tot de RKDACTIS en aan
hetzelfde adres.
Om teleurstellingen te voorkomen is het
gewenacht, dat de inzender?lederen keer,
dat bij een by'drage zendt zoowtl op z$n
brief als op lijn by'drage zy'n volledig adres
duidely'k leesbaar vermeldt,
dat de inzender een voldoend bedrag im
postzegels toevoege (los in den,brief) indien
bij niet-plaatsing terugzending verlangd wordt.
IMIIIIIllllllMIHHIHIIIIIIIIIIIIIimilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIM
40 cents per regel.
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen by' het bouwbnrean Ar t i"
aldaar.
AUTOMOBILES
DAOILER
moteur saus soupapes.
Occasions modellen 1910/11.
A. T. O
Netel. In J. Melson
A R 1T M £ M.
r. rifciroTlc; fcDÊR STUK DflT KRIMPT
QHKrtmiC WORDT TERUGGENOMEN
FABRJIWflTEIt VfltfüH ZOREN ftMSTERDAM
Verkrijgbaar te Amsterdam bij:
ATT nnv MADPHTT"' Kalverstraa*.
AU BON MARCHE
J. G. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSON & MANU8, Kalverstraat.
H. MEYER, hofl., Koningsplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OL DENKOT P, Nienwendjjk.
MED. INDIK:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Wirkal-My EIGEN HULP", Batavia.
W. SAVELKOUL, Soerabaja.
Verdere adreesen verstrekken wij
gaarnezonder schuim!
Amsterdam., Weteringsch
Hotel Bristol.
(ITALIAANSCHE MEREN). Schoonste
Winter- en Voorjaar-verblijfplaats 1ste
klas Hotel, prachtig gelegen, met groot
Panorama. Kamer vanaf f r. 4.?, Pension
vanaf fr. 9.?E>g.: C. CAMENZUND. Prosp.
gr enfr.Int.Verk.bur.Raadhuisstr.lö,A'dam.
>: BADEHAOEN - HÏEL DE L'EUROPE, "
Allereerste-Rang Hotel, met allen
comfort. Prachtig gelegen tegenover
het Kurpark.
littoeri«- gcïll. Hrospectitsi s v. en fr.
Intern. %>rlieersl»iirean l 111 s t e r «l u ui, Itaailliuioitr. IC. Tel, 2«.
Koopt UITSLUITEN O BOTEB OWDEK RIJKS?OKTKOL,E.
»e STAAT CJARAIVDKERT U een O]¥VERVAL,*CMT product,
Boterhandel Z UI Dl, A RE»", PRINSEKfiRACHT 313. TELEFOON 8935.
immuun iiimiiiinmii
zwak, en al had hij kunnen gooien, dan zou
de doek 't hem toch nog belet hebben.
Hetpeen Biet verhinderde, dat zoowel Hes
als Tonia fel nijdig op hem werd en ze
harde petsen op zijn hoofd en zijn handen
gaven. Daar hij 't toen echter nog niet na
liet, ging Hes als een hond achteruit krabben
en oversproeide hem met zand.
De lucht was middelerwijl wat geklaard, de
wolken dreven hooger en dunner, en een teer
gedempt licht vloeide uit in den stillen dag.
De twee grooten kregen er blijkbaar nu
eerst het ware plezier in. Ze hadden zich
warm geloopen en die hitte scheen haar
bloed tot nog meer overdaad te prikkelen.
Za werden hoe langer hoe wildar en gebaarden
als dollen. Een enkele maal plukhaarden ze
zoo hevig samen, dat Dirrekie kans zag te
ontsnappen. Dan zette hij 't met zijn korte
beentjes onder den lastigen langen doek
potsierlijk groote stappen nemend, op een
loopen. De anderen merkten dit echter
spoedig; dan werd hij met veel misbaar
achterhaald, over den grond teruggesleurd
en bij den wagen hardhandig tot een zit
op den grond geplakt, zoodat het kind be
duusd en verstomd om zich heen keek. De
meiden vonden dit buitengewoon grappig,
en gierden 't uit.
Vooral Tonia werd hoe langer hoe onstui
miger. Haar lange magere beenen hoog
opwerpend, holde ze als een kwaadaardige
heks onvermoeibaar over het veld, dan op
iiimiiitimiimi
Hee, dan op Dirrekie haar razernij botvierend,
Za smeet met steenen en harde kluiten, en
rolde telkens met Hes over den grond. Er
was een groote scheur bij de knie in haar
rok gereten, en haar schort lag ergens vertrapt
op het veld. Doch zy' scheen daar geen acht
op te slaan.
Toen, terwy'l ze in een worsteling languit
over Hes heen lag, gaf ze deze opeens een
lange smakkende zoen op haar mond. Het
volgende oogenblik had Hes haar met alle
macht van zich afgeworpen en zaten ze
vreemd rechtop tegenover elkaar. Tonia
lachte dom breed, en niet zonder schaamte,
Ik schei d'r uit" zei Hes verstoord,
hijgend nog. Ze stond op en klopte z:ch af.
Waar is die jongen ?"
Op eenigen afstand zat Dirrekie, als
vastgeplakt op de aarde, zijn voetjes, die h«m
niet snel genoeg dragen konden, permantig
op-neusend in de te-groote schoenen onder
den doek uit. Ernstig als altijd, speelde hij
stillekens in zijn eentje, en huilde niet....
Kom vort! we gaan na' huis" zei Hes,
hem nog even ruw by' een arm oppjorrend,
driftig, als was hy' de oorzaak van haar ont
stemming.
Het jongske liet zgn spelletje varen en
dribbelde weer naast haar voort, zondereen
kik te geven.
Achter hen hoog-gilde Tonia:
Jongens, ky'k is, wat een fain steil Jat
en Jul, tien om een dubbeltjhe! Hahaha!"